Ireninspan DE ZEEUW yiander's Dameszaak TICIEN Maak die slijm los neem AKKER'S verstèrkte ABDIJSIROOP 's Werelds beste Hoestsiroop :he [braak- T W E E DE BL A O Voor den Zondag Misplaatst beroep. Zijden Japonnen D&iUt IA 0ft<25 o Jlzi&/ec$aedift# Wat er deze week voorviel IUNTER P mee zien 149, GOES. Lit: raspan, FEUIL LETON, Land- en Tuinbouw Voorjaarsmantels vanaf 10.50 Mantelcostumes 13.90 Complets 14.50 Japonnen 3.25 vanaf 6.95 tot 12.90 Zijden Blouses vanaf 2.15 Meisjesmantels 4.35 Meisjesjurken 1.80 Lange Vorststraat 42 Goes (Wordt vervolgd.) AfSTAND [n DIJKE te lRT 1937, uur, op de |Yerseke, ten ;r G. VAN aldaar, om verkoopen: [a, vosmerrie, Id), Lies, vos- jndragend). 7EE, als: 11 tige Vaarzen, 1 éénjarige ïboekstier, 3 stierkalf. Inder 2 vette lr, Dorschkas ^binder, Zaai- nachine met Sleepborden, g, Cultivator, poorten, Wan- Sakkenheffer, viedmachine, en Betonnen Klaverrui- aan, Uienren, er, Kiembak- I Mestplanken, 1 Mest in den Polar), Karn, fen en al het- |oop zal wor- het beestiaal bnnen. ïietsen. Geen JDELBURG. Middelburg, JICK ZN MAART, lEN KLOEKE |te Willemstad 2 dms delen, jrwerken, 1500 I, Weegdelen, Isch., 500 zwa- I, prachtig om I Gordings, 500 fchroten, 2X3, I Melkplanken, men, 100 koo ien groote par- fandhout, 1000 iz. 1RT 1937, uur te Kort- |djnkelder, pu il- EN WEI- bente Kats, in levelandpolder, 1 Groenen Weg, 176.19 H.A.; en |EN BUITEN", luis, Schuren, te Kats, in Jiam- en Oud- p, groot 3.28.95 I ad 0,25 van- lij gbaar bij ge- Vlwaar nadere Jomen zijn en te Kats. KERKE. Advertentiën door J. LOUWS. f® VAN ZATERDAG 6 MAART 1937, Nr 132. PASCHA VOORBIJGANG. Gij weet, dat na twee dagen het PaBcha is. Matth. 26 2. Het werd den eersten keer Pascha toen Israël het bloed van het lam had gestre ken aan de dorpels. Toen was er de voorbijgang; de Engel des doods, die overal in Egypte de eerstgeboornen sloeg, spaarde de hui zen waar hij het bloed vond. Maar nu spreekt Jezus van het tweede Pascha: „gij' weet, dat na twee dagen het Pascha is". De voorbijgang van alle machten des verderfs aan allen, die deel hebben aan het bloed, dat gaat vloeien. Want op dit Pascha zal de Zoon des menschen overgeleverd worden om ge kruisigd te worden. Dat is: vervloekt te worden met Gods vloek; te sterven den eeuwigen dood; weggestooten te worden uit des Vaders gemeenschap. Werd dit bittere en smadelijke lijden den Zoon des menschen gespaard, dan zou er aan een Pascha, een voorbijgang nimmer te denken zijn. Maar nu Hij overgeleverd is en ge kruisigd werd, nu is er de voorbij- g a n g voor wie Hem met een geloovig hart als hun Borg en Middelaar aan vaarden. In de lijdensweken behoeven we onze kleederen niet te verscheuren in rouw over onzen Heiland, die werd overgele verd om gekruisigd te worden. Wanneer we de dingen zien zooals ze zijn, als we ons hart ontsluiten voor de prediking van het Evangelie, dan ver blijdt onze ziel zich over het heil dat gewerkt werd. Immers toen Christus gekruisigd werd en als een gevloekte werd uitgeworpen, toen werden zij, die in Hem gelooven en die den vloek verdiend hadden, ge- zegenden des Vaders. De straf, die ons den vrede aanbrengt was op Hem. Door Zijne striemen is ons genezing geworden. Er is in ons land een beweging, wier ideaal het is ook hier de dictatuur te vestigen en alle volksvrijheden te ver nietigen, en die niet ophoudt te betoo- gen dat zij voortgaat op den weg dooi' Groen van Prinsterer aangewezen. Men moet zich over dit misbruik van den naam van den grondlegger der Anti revolutionaire richting niet al te zeer verwonderen. Reeds tijdens zijn leven hebben de po litieke tegenstanders van Groen hem ver weten, dat hij geen oog had voor de rech ten en vrijheden van het volk en dat hg uitging van de stelling, „dat de absolute monarchie het alleenzaligmakend, het eenig en altoos waar en goed beginsel van regeering is". Het is volstrekt niet onmogelijk, dat een van Mussert's volgelingen deze dwaze beschuldiging gelezen heeft en haar te vens voor zoete koek heeft geslikt. Had hij de moeite gedaan kennis te nemen van wat Groen zelf schreef, dan zou hij wel tot een andere gedachte zijn geko men. In „Aan de Kiezers" van deze beschul diging melding makend, schreef Groen van Prinsterer naar aanleiding daarvan: „Is het omdat ik reeds in 1831 schreef: Over geen onderscheid van regee- ringsvorm behoeft te worden ge twist? Is het, omdat ik, ten allen tijde nauwgezette inachtneming van de Grond wet verlangd heb? Is het, omdat ik, in 1829 aandrong op de vorming van een Ministerie?, op hetgeen toen als „eene nieuwigheid, strijdig met onze zeden en gewoonten", beschouwd werd. Is het, om- lebs 1 Dg Erfenis uit Amerika door Anne Baele. 81) „Ik ben gekomen om afscheid van u te nemen, juffrouw Belle. Ik wilde hier niet weggaan, zonder u nog eens gezien en ge sproken te hebben." „Afscheid nemen?" vroeg Belle ver schrikt. „Gaat u hier dan weg?" Een vreemde, ongekende pijn stak in haar 'hart, als ze er aan dacht, dat zo hem in het geheel niet meer zou kunnen zien of spreken, en het ontging Mulready niet, dat haar verwonderde schrik niet voorgewend, maar ongekunsteld was. „Ja, tijdelijk ga ik hier weg", antwoord de hij, „en ik heb al een plaatsvervanger, die zoolang mijn betrekking voor me zal waarnemen, totdat ik terugkom. Ik moest nog even naar u toe, want u bent altijd zoo vriendelijk voor me geweest, dat ik u wil vertellen, wat de eigenlijke reden van mijn vertrek is. U bent de eenige hier, die ik iets kan vertellen van mijn verleden en mijn afkomst. Mijn familie is erg on gelukkig geweest en heeft alles verloren, wat ze bezat en dat was niet gering. U a^t zich er misschien iets van indenken, wat zooiet» wil zeggen. Mijn vader bezat dat ik, van 1830 tot 1840, de koninklijke autocratie afgekeurd heb? Is het, omdat, volgens mij, het koningschap hier met republikeinschen zin en geest doorvoed is, en het, op zichzelf mis schien gevaarlijke en min gepaste, woord souverein in de geschiedenis zelve van Nederland en Oranje een uitnemend correctief heeft?" denk ik, de brievenbussen zijn gewillig en zullen met genoegen een tegenadvies op nemen of innemen. Met e)en stapel ex. van „Nederland Waakzaam" onder mijn arm ga ik op stap. Als 'het maar droog blijft. 'tGaat me niet slecht af. Au, hier ontkom ik nauwelijks aan ontvelde vingertoppen. Wat een straffe veer voor zoon nietig Die vastzittende slijm moet eruit, want die is de oorzaak var, Uw benauwdheid, Uw kortademigheid, Uw onophoudelijk hrjsten. Stel toch vertrouwen in de beproefde Abdijsiroop, dan komt de prik keling der slijmvliezen tot staan. De aandrang lot hoesten verdwijnt, zoodra de verzachtende, genezende werking van Akker'» verstèrkte Abdijsiroop doordringt tot in de verborgens'e schuilhoeken van Uw borst en longen. Acer's Abdijsiroop is daarbij geheel onschadelijk. Akker's Abdijsiroop is oen natuurlijk kruiden-middel, samengesteld uit oude beproefde „genees-cruyden". waarvan de werkzaamheid reeds in de grijze oudheid aan ingewijden bekend was. Bovendien is de werking van Akker's Abdijsiroop nu door Apotheker Dumont krachtig versterkt door toevoeging van de bij uitstek hoest-bedwingende slof „codeine". Terecht noemt men Abdijsiroop dan ookj VERLAAGDE PRIJZEN f 0.75 - f 1.25 -f2.- - f 3.50. OVERAL VERKRIJGBAAR. Dé absolute monarchie, was volstrekt niet Groen's ideaal. Laat staan de dicta tuur van een leider, waarmee men ons naar Duitsch model wil gelukkig maken. Zijn altenatief was niet: óf souve- reiniteit van den Vorst, óf souvereiniteit van het volk, maar volksoppermacht of de oppermacht Gods. Hij was een principieel tegenstander, zoowel van volkssouvereiniteit als van staatssouvereiniteit. Tegenover beide re volutionaire stellingen plaatste hij het Antirevolutionaire beginsel: erken ning van de oppermacht des Heeren. Wie hierin Groen navolgt stelt zich tegen het communisme. Maar eveneens tegen het nationaal-socialisme. Hij verwerpt zoowel de communistische als de nationaal-socialistische dictatuur. MIDDELBURGSCHE BRIEVEN. Amice, Dat een overigens zeer eenvoudig be roep ais dat van krantenbezorger nog niet zoo eenvoudig is, bleek mij nog zeer on langs. Als onbezoldigd bezorger van „Ne derland Waakzaam" kwam ik voor ver schillende puzzles in allerlei vorm te staan. Op een winderigen Februari-avond wordt mijn nieuwsgierigheid gewekt door het be ken-de geklik van mijn brievenbus. Het blijkt een N. S. B.-drukwerkje te zijn. Mussert zegt: Mus&ert schrijft:, och wat heeft die mam al veel gezegd en geschre ven. AI véél meer dan goed voor hem is. De heeren verspreiders van dat moois laten zich door 'de wilde natuuruitingen niet afschrikken, nu vooruit dan, zoo ouderlijke bezittingen in het noorden van Engeland en hij leefde op zoo groeten voet, alsof er geen bodem in de geldkist was en geen schulden op zijn bezittingen kon den komen. Wij waren met z'n tweeën als kinderen, mijn broer en ik. Moeder is al vroeg gestorven, toen wij nog heel jong waren. Vader vond het helaas niet noodig om ons de een of andere oplei ding te geven, waardoor we in staat ge steld zouden zijn, behoorlijk onze kost te verdienen. Steeds waren we thuis, waar we het hoognoodige onderwijs ontvingen, tot vaders gezondheid zoozeer achteruit ging, dat een verblijf in het buitenland voor hem noodzakelijk werd. Mijn broer bleef thuis, maar ik ging met vader mee. En in dezen tijd is het met ons snel berg afwaarts gegaan. Mijn broer was een alleraardigste kerel, maar hij had absoluut geen ver stand van geldzaken en het beheer over onze bezittingen was bij hem in zeer slechte handen. Vader bleef lang ziek en financieel kwamen we er steeds slechter voor te staan, zoodat we in groote moei lijkheden geraakten, 't Was ook in dien tijd;, dat ik in het buitenland kennis maakte met mijnheer Mute. Ik mocht hem graag en temeer bevreemdde mij zijn zonderling gedrag van onlangs. Mijn va der is in Mentone gestorven, waar we onze tenten hadden opgeslagen, omdat ik daar een betrekking had kunnen krij- gleufje. De volgende gaat weer beter. Da'ar hangt bet afsluitertje te wiebelen in den wind. Veer stuk, constateer ik. Ook een gezellig geluid, als dat lot woon- of slaap kamer doordringt. Dan één zonder brie venbus. Hup, onder de deur kan wel een stapeltje gelijk door. En 'hier, de gleuf verticaal in de muur. En zonder afsluiter. Dat ib prettig. Wat neemt die de gedruk te voorlichting makkelijk op. Als de be woners dat nu ook maar doen. 't Blijft droog. Toch geen onaardig werk. Toe maar, weer één van de millioenen num mers die deze maanden gratis verspreid worden. Eter steekt nog een stukje van Musserts krant buiten -de gleuf. Even later zweven beide namen, Mussert en Golijn door een donker gangetje. Wat zal men lezen? Hoe zal men straks stemmen? Dit is maar een donker straatje. De eerste deur. Heelemaal geen uiterlijke kenteekenen dat een brievenbus aanwezig. Mijn vingers glijden over de deur en langs de muur. Niets te bespeuren. Dan maar onder de deur, dat gaat ook niet. Even voelen of de deur open kan. Neen, op slot. En geen bel. De bewoners zitten gezellig om de kachel. Die onderstelling lijkt me niet te gewaagd, als ik een blik langs de ramen sla. Wellicht stellen ze toch wel prijs op een nummer van „Ne derland Waakzaam". Ik zal maar eens kloppen. Als ik zoo de rij eens bekijk, alle- mal eendere huizen, zouden die ook zoo hermetisch gesloten zijn? Dan ben ik nog niet klaar D'aar speelt het kwart voor. Zoo schiet ik slecht op. Daar gaat de deur open. Asjeblieft. Dank je wel. 't Blijkt een welwillend gen bij het spoor, die me in staat stelde mijn vader en ook mezelf te onderhouden, aangezien mijn broer met de opbrengsten van onze bezittingen reeds vruchteloos trachtte de aangroeiende schulden te dekken. Ik bad maar aangepakt, wat ik kon krijgen, want ik wilde voor alles voorkomen, dat ik bij familie of vrien den zou mioeten aankloppen om hulp. Ik wil u niet noodeloos vermoeien met een beschrijving van de ziekte en het lij den van mijn vader. Ik ben nog altijd dankbaar, dat ik zijn laatste levensjaren bij hem mocht zijn en iets mocht doen en meehelpen om zijn lijden te verzachten en te verlichten. Ook in dien tijd, dien moei lijken tijd, hadden we veel vrienden, die ons steeds terzijde stonden en een van degenen, die ik het mieest heb leeren hoogachten, was mijnheer Mute. Wij- hebben elkaar trouw en vriendschap be loofd, maar het drukke, woelige leven heeft ons niet in de gelegenheid gesteld om tenminste uiterlijk aan onze beloften te voldoen. Ik moest mijn vader in het liefelijke Mentone begraven en met een hart vol droefheid heb ik het warme, zonnige Zui den verlaten, om naar Engeland terug te keeren, naar mijn ouderlijk tehuis en mijn geboorteplaats. Daar wachtte me een bittere werkelijkheid. Mijn broer had niet •allleen al onze bezittingen er doorge bracht, maar bovendien bad bij de laag» nïan. Dat valt hier niet mee om wat bin nen te spelen, merk ik op. Geen bus, geen bel, deur op elot en onder de deur gaat het ook al niet. Hij heeft terwijl een blik geslagen op „Nederland w aak- z a a m". Den breede glimlach komt te voorschijn. Zoo tusschen de bedrijven door merk ik, dat hij met één voet op 't N. S. B.-gescbrift staat. „M u s" lees ik nog net en 'kmoet ook glimlachen. Maar hoe is d'at nu binnen gekomen? O, dat is het blad van Golijn, zegt hij, min of meer tot zichzelf. Ja, dat ia een mian hè! Dam schijnen mijn opmerkingen tot hem door te dringen. Steak ze in het vervolg maar boven door, zegt hij. Al die deuren verzakken hier, goeien avond. Onverwachts is het onderhoud afgeloo- pen en de deur gesloten, Voorloopig ben ik dankbaar voor zijn advies. De volgen de nummers glijden boven de deur naar binnen. Toch geen onaardig werk. O, laat ik dat adres eens onthouden en daar eens huis bezoek doen. De volgende straat is prettiger. Werke lijk gezellige 'brievenbussen. Dat is een goed fabrikaat. Meneer, meneer, hoor ik eenige huizen terug en terwijl ik terug loop: hébt u nog een krantje voor de bo venburen? O zeker, asjeblieft. Ik wist niet dat 'hier bovenburen waren. Toch maar één deur, merk ik op. Nog maar pas woont een oude dame boven en die leest die kraaitjes zoo graag. Oók een adres om te ontihouiden. Later eens opzoeken. Moet misschien wel ge haald worden op de verkiezingsdag. Zoo brengt het werk nieuw werk voort. Daar is het ook om begonnen. Goede voorlich ting blijkt zoo door en door noodig. De stadhuistoren telt elf slaven van het halve uur neer. Ik stop er mee, voor van daag. Glimlachend is de maam doorgeko men. 't Lijkt een goedkeuring op den lak ten avond. Welterusten. STENTOR. Afd. Zeeland van de Ned. Pomologische vereeniging. Gistermiddag vergaderde in de Prins van Oranje te Goes bovengenoemde af- deeling onder voorzitterschap van den heer II. A. Hank en. De voorzitter sprak in zijn openings woord zijn blijdschap en dankbaarheid uit over de prijzen, die in 1936 voor het harde fruit gunstig waren. Spr. waar schuwde echter tegen prijsopdrijving van boomgaarden, enz. Men moet zich niet baseeren op de hooge prijzen van één jaar. Ze kunnen dit jaar weer geheel an ders zijn. Verder herdacht spr. 't overleden be stuurslid, den heer F. Dominicus, die veel voor de fruitteelt deed en vier dagen vóór Voor het a s. Aannemen bren gen wij een Prachtcollectle in zwart en gekleurd heid begaan om op vader's naam geld te leenen, wat hij bovendien natuurlijk niet had kunnen terugbetalen. Hij: had zich heelemaal onmogelijk gemaakt en miet een smet op zijn naam, moest hij naar het buitenland uitwijken. Dat is me het allerzwaarste gevallen, want mi.n broer en ik waren zeer aan elkaar ge hecht en ik kon de gedachte niet verdra gen, dat hij zoo oneervol en smadelijk zijn huis en vaderland moest verlaten." Een oogenblik zweeg Mulready. De herinnering aan het verleden was hem zelfs nu nog te machtig en met moeite kon hij zijn ontroering bedwingen. Ook Belle's oogen stonden vol tranen en haar medegevoel trof hem tot in het diepst van zijn hart. Glimlachend ging hij ver der: „Ik dank u heel hartelijk voor uw sympathie; ik wist dat ik die bij u zou vinden. En daarom heb ik ook voor u den geheimzinnigen sluier opgelicht, die er over mijn leven hangt. Onze bezittin gen werden zoo onder den hamer ge bracht en gelukkig konden we alle schul den betalen Het spreekt vanzelf, dat ik de eerste betrekking aanvaardde, die er openkwam en ik ben begonnen als klerk bij de spoorwegen. Langzamerhand ben Langzamerhand ben ik hooger opge klommen, totdat ik hier beland ben. En nooit heb ik nog spijt gehad, dat mijn werk me hier in Orchardson bracht. En nu wil ik u vertellen, waarom ik tijdelijk Droeve dingen hadden deze week in onze provincie plaats of werden aan het oordeel der rechterlijke maoht onderwor pen. Wij denken aan de vreeselijke moor den te \lissingen en Groede, die in to taal drie menschenlevene kostten. Wij denken ook aan de malversaties bij den Bijz. Vrijwilligen Landstorm. Publiek is nu bekend geworden, wat reeds lang ge fluisterd werd, dat daar honderden feiten van valschheid in geschrifte enz. zijn be dreven door iemand, die daar een booge, een vertrouwenspositie bekleedde. Dit is ontstellend ernstig. Uok dat ze kónden gebeuren. Hier is inderdaad directe en indirecte schuld. De direct schuldige stond gisteren terecht, maar zij, die hier leiding hadden hehooren te geven en con trole hadden moeten uitoefenen, gaan voor de publieke opinie evenmin vrij: uit. Te Den Haag is deze week de bijeen komst van de conferentie der Oslo-staten gehouden, We hebben haar te danken aan het initiatief van dr Golijn. Ze heeft internationaal veel belangstelling ge wekt. Op het oogenblik hebben we nog slechts met een bespreking van regeeringsdes- kundigen, niet van officieele gedelegeer den te doen, al ligt het in de bedoeling om deze officieuse onderhandelingen zoo spoedig mogelijk door een conferentie te doen volgen. Misschien groeit er wel een economi sche wereldconferentie uit. Wat wij noodig hebben is een uitbrei ding van den omvang van het interna tionaal handelsverkeer, is terecht bij de opening der conferentie gezegd. Nog een belangrijke samenkomst trok de aandacht n.l. het congres der S.D.A.P., waar de leuze der nationale ontwapening werd begraven. We beleven wel merk waardige tijden. Eertt moesten de vrij zinnig democraten, nu de buciaal-demo- craten zwichten voor de feiten. De eens zoo geliefde leuze wordt nu alleen nog aangeheven door enkele kleine groepjes, zooals Kerk en Vrede, Ghr. Dem. Unie, enz., groepjes, die niet de minste ver antwoordelijkheid hebben te dragen. Drie belangrijke buitenlandsche ge beurtenissen vroegen deze week de aan dacht: de rede van von Ribbentrop te Leipzig, waarin de teruggave der Duit- sche koloniën geëischt wordt; de bijeen komst van den grooten fascistischen raad te Rome, welke tot de volkomen mi- litarisatie van het geheele Italiaansche volk heeft besloten; en ten slotte de rede van den Engelschen minister van buiten landsche zaken, Eden, waarin nogmaals de vastberadenheid van het Britsche im perium wordt vastgelegd om koste wat het wil in staat te zijn het rijk tot het bit tere einde te verdedigen. Te midden van al dat wapengekletter, zegt Eden heel kalm en nuchter: „de vol kenbond maakt het beter"! Het kleine Nederland staat den laat- sten tijd wel in de internationale belang stelling. Onlangs kregen wij van Hitier de verzekering, dat Duitschland de onge schondenheid en onaantastbaarheid van Nederland onvoorwaardelijk zal eerbiedi gen. Genève zou voornemens zijn ons uit te noodigen om aan de non-interventiecon- trole in Spanje deel te nemen. En het Japansche parlement schonk bijzondere aandacht aan een deel van ons koloniaal rijk in Azië, aan Nederlandsch Nieuw-Guinea. Een vraagstuk, dat ondergronds sinds ]ang woelt, wordt nu gevaarlijk actueel, ui het publiek aan de orde wordt gesteld. T aar om is het goed, dat van Neder- landsche zijde heel duidelijk gezegd wordt dat wij' geen koloniaal gebied aan derden zullen afstaan. Of wij ook waakzaam en paraat moe ten zijn! zijn dood nog een bestuursvergadering bij woonde. De voorz. 'deelde mede, dat een cur sus voor loonsproeiers is gehouden. Aan acht cursisten kon voor één jaar (ver lenging is mogelijk) een diploma worden I uitgereikt. Daar de secretaris, de heer J. Q. C. u vertellen, waarom ik tijdelijk Hollyfield moet verlaten. Ik heb een brief gekregen van een oom van me, die onze oudeilijke bezittingen heeft gekocht, waarin hij •chreef dat hij iets over mijn broer had gehoord en dat hij' mij' over hem wilde raadplegen. Het verwonderde mij erg, dat hij mijn adres gewaar geworden is; hij moet wel mijn spoor gevolgd hebben, want hij heeft zich nog vóór mijn vaders dood, noch er na, ooit met ons ingelaten. Mijn oom is een eenigszins zonderling man; ik geloof, dat hij erg tegen het hu welijk van mijn ouders was, hoewel ik niet weet waarom. Mijn broer moet zich nu in New York ophouden en misschien zal het noodzakelijk blijken, dat ik per soonlijk daar heen ga." „Dus nu gaat u ook nog naar Ame rika? Er is tegenwoordig wel trek naar de nieuwe wereld," merkte Belle glim lachend op. ,Jo, het is wel een vreemde samenloop van omstandigheden, dat ik nu dezelfde reis moet ondernemen als uw vader en broer al gedaan hebben. Als ik in de ge legenheid ben, wil ik probeeren hen eens op te zoeken. Hoewel; Montreal en New York liggen nu juist niet direct naast elkaar. Bk zou het anders een groot voor recht achten, om uw broer nog eens terug te zien."

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1937 | | pagina 5