De Geneeskunde DE ZEEUW keert tot de terug.. AKKER'S tegen-.Hoest Griep. Bronthihs, Asthma De Erfenis uit Amerika Wat er deze week voorviel TWEEDE BLAD Voor den Zondag Beroemde Geleerden roemen üians de kruiden welke Abdijsiroop bevaf- De zoo bijzondere werking van AKKER's ABDIJSIROOP berust op de geneeskracht van oude beproefde „cruyden" Apotheker Dumont heeft de werking dier „genees-cruyden" nog versterkt door 'n nieuwe wetenschappelijke toevoeging 1 GLconitum Grijp dus vol vertrouwen noar„'s werelds béste hoesf-siroop" i werkt, die we zelfs -'..ei ren. en „zgcu- werken als we kannen, aan den anderen kant mag dan ook wel een,, gewezen wor den op den zegen die de vrijwillige be- drijfsorgamsa'ie in menige tak van be drijf zoowel Yoor de werkgevers als de rs&£3L$ Intusocben zon LL U ve>- afdwalen als ik in beschouwingen trad o, r - "ollee- tieve contracten cn de verlangens die ve len hebben om te komen tot verbindend verklaring daarvan. In andere kolommen van dit blad is daar reeds meermalen bet een en ander van gezegd. De eerste Middelburgsche staking anno 1937 is gelukkig voorbij'. Tot ernstige fei ten is bet niet gekomen, b.v. bezetting van de werkplaatsen, zooals dat in Frankrijk en Amerika thans mode schijnt te zijn. Trouwens, op bouwwerken schijnt me dat ook niet gemakkelijk en vooral in den winter, als b.v. ramen en deuren ontbreken, een koude liefhebberij. Inmiddels is de circulaire, gericht aan de burgerij van Middelburg, verspreid. Het is mij1 niet bekend, of de commissie hooge verwachtingen beeft, bet is wel te hopen dat dit streven succes zal hebben. Niet zoozeer voor de commissie, als wel voor de werkloozen. Dan is dat vanzelf een groote voldoening voor de leden der commissie, die daaraan zooveel tijd en inspanning belangeloos ten koste hebben gebracht. Het feest in de kazerne, bet 12Va-jarig bestaan van de school voor dienstplich tige otoderoffic'ei a-administr. beeft nog een eenigszius officieel karakter gekre gen. Er is gedefileerd voor den Commis saris der Koningin en bet gemeentebe stuur. Fr is dezer dagen wel gebleken dat de verstandhouding tusschen onze militai ren en de burgerij uitstekend is. "Wat, dat beireft, zijn de tijden veranderd, Alleen reeds bet feit, dat het gemeentebestuur wegens afwezigheid van den burgemees ter werd vertegenwoordigd door de wet houders, de beeren Onderdijfc en Boasson, die genoegelijk naar bet défilé der jonge lui hebben gekeken, zegt dat er heel veel veranderd is. De tijd, dat de partijen, waartoe deze heeren behooren, in broe derlijke eensgezindheid het lied van: geen man en geen cent aanhieven, is gelukkig voorbij. We kunnen daarvoor dankbaar zijin. Nog dankbaarder kunnen we zijn, als we in dien tijd en in dezen tijd den juis- ten koers hebben gehad en houden. Teveel oude plunje is ook niet prettig. Intusschen als steeds Uw vriend STENTOR. GELUKKIG NEDERLAND, Oordeel van een buitenlandsch journalist Aan een artikel van den Zweedschen journalist Arved Aremstam, in de H a a g- s c h e Post is het volgende ontleend: „Er waren journalisten onder ons uit zeer vele landen en ieder had. zijn eigen politieke overtuiging. Ik heb fascisten en democraten, republikeinen en monarchis ten, katholieken en radicalen gezien, maar ik geloof, dat er niemand bij was, die niet door de volkomon eerlijke en spontane geestdrift van het volk is getroffen ge weest. Er bestaat werkelijke en op ge - commandeerde geestdrift. Met een beetje ervaring in deze dingen herkent men die op de eerste blik. Wat wij in Hol land zagen, was echt. Ik ben niet in staat te beoordeelen, aan welke oorzaken of verdiensten de Prinses baar populari teit te danken heeft, maar een zoo kin derlijk en hartelijk medeleven met een geliefde persoon heb ik tot dusverre al leen maar beleefd, toen Edward VIII nog Prins van Wales was. Aan zijn gesprek met den Haagschen hoofdcommissaris van politio ontleenen wij het volgende: „Toen ik hem vroeg, of ik in zijn per soon den chef van de politieke politie voor mij had, zei hij: „Politieke politie, wat is dat voor iets? Zooiets hebben wij niet eens in Nederland. Gelukkig land, dat geen instelling als Gestapo of Tjeka kent de meeste an dere landen moeten deze wel hebben, o gelukkig Nederland!" Een kleine advertentie in de rubriek „Vraag en Aanbod" kost slechts 75 cent bij vooruitbetaling. Deze reeds fn de oudheid bekende kruiden bevatten tegen aandoeningen der ademhalings-organen genees krachtige stoffen, in nun natuurlijke samenstelling. Daardoor kunnen ze gemakkelijk door het lichaam worden opgenomen en omgezet. Beter dan de latere „chemische stoffen". Be kende geleerden erkennen dit thans. Professor Tschirch te Bem zegt o.a.t „De geneeskunde zal weder tot de oudste geneesmiddelen terugkeeren, tot de geneeskrachtige planten en kruiden. Professor Rubner te Berlijn zegt o.a. i „Alleen die stoffen kunnen genezen, die door het lichaam kun nen worden omgezet, dus zooals we ze in vele planten en kruiden vinden." In Abdijsiroop zijn verwerkt een 20- tal kruiden, waaronder Drosera en Aconitum, welke in den laatsten tijd door bekende doktoren weder bij voorkeui worden aangewend tegen bronchitis, hoest, catarrh. Apotheker Dumont heeft thans aan Abdijsiroop nog toegevoegd het krachtig „hoest* bedwingende" middel i „codeïnum". Door deze nieuwe toevoeging wordt de natuurlijke werking der kruiden geenszins verminderd. Integendeel, door deze gelukkige combinatie wordt ■de schitterende werking van Abdij siroop nög doeltreffender, 'n Betere samenstelling tegen aandoeningen der ademhalingsorganen, de ondervin ding zal 't U bewijzen, is ondenkbaar! aumiwop Van de politieke gebeurtenissen trok ken vooral de aandacht de behandeling van de grondwetswijziging door de Twee de Kamer en de plannen tot nauwere economische samenwerking tusschen de Oslo-staten. Niet altijd waren de debatten in ons Lagerhuis even interessant, maar dat wa ren ze toch wel, toen het o.a. ging over het weren van revolutionaire afgevaar digden en over de ordening. Het eerste zal niet ter beslissing van de Kamer staan, maar van een speciaal college. En wat de ordening betreft, hier viel direct op het oud-liberale standpunt, door den heer Wendelaar verdedigd. Op econo misch gebied verandert het liberalisme niet spoedig! Men, zegt daar nog steeds bij de z.g.n. onbeperkte vrijheid te zweren. De bal, die aan het rollen is gebracht door het interview, dat Dr Goljjn begin Januari aan den vertegenwoordiger van een aantal Scandinavische en Finsche bladen toestond, rolt verder. Het bezoek van onze ministers Deckers en Gelissen aan de Noordelijke kleine landen, is nu gevolgd door dat van den Ziweedsoben Koning aan Brussel; en de Zweedsche minister van buitenlandsche zaken, Sand ler, die zijn vorst vergezelde, maakte daar van gebruik om naar Den Haag te komen. Bij .al die bezoeken is onder meer ook van gedachten gewisseld over de moge lijkheid om tot handelsverruiming en ver mindering' van handelsbelemmeringen te geraken. Onze regeering beeft zich nu tot de z.g. Oslo-staten, ter zake met een schrijven gewend. Met blijdschap nemen we 'hier van kennis. Wie, zooals Duitscbland en Italië streeft naar het bereiken van een zoo groot moe gelijke autarkie, zal voor vergrootiDg der ruilmogelijik'heid wellicht niet veel gevoe len. Maar andere landen zullen- naar wij hopen, andere wegen willen inslaan. Moge het pogen van Dr Colijn en van onze regeering onder Gods zegen, vrucht dragen. Behalve voor de berichten over de na tuurrampen en de stakingsterreur in Amerika, over bet losgebroken offensief der Spaansc'he opstandelingen tegen Ma laga en over de geheimzinnige arrestaties in Rusland, was er vdoral belangstelling naar de met spanning tegemoet geziene rede van Hitier. 't Was te voorzien, diat hij 't vooral over de koloniën hebben zou. Hij heeft plech tig verklaard, dat van D'uitschen kant nu geen verrassingen meer zijn te verwach ten. Maar tegelijkertijd, heeft hij nogmaals Duitschlands aanspraken op koloniën op zeer nadrukkelijke wijze doen gelden. Uit dezen dubbelen gedac'htengang mag men veilig concludeeren, dat Duitscbland zijn vroegere koloniën langs den weg der onderhandelingen wil terug krijgen. Er zal voorloopig trouwens wel geen andere methode mogelijk zijn. Von Ribbentrop is naar Londen terug gekeerd, En of hij nu een memorandum bij zich heeft, of niet, men kan er niet aan twijfelen, dat bij instructies heeft meegebracht, wélke ook op de koloniën betrekking hebben. Men weet, waarbeen de D'uitsc'he gedachten gaan. Naar Afrika. Uit Hitlers rede is overigens weer eens duidelijk geworden, dat Duitschland van een vrede droomt tusschen Duitscbland en West-Europa, en tegelijkertijd oorlog tusschen Duitschland en Sovjet-Rusland. Hij biedt Nederland en België onder ille omstandigheden ongestoorden vrede aan; hij verklaart, dat er tusschen Duitsch land en ""'rankrijk geen enkel geschil kan bestaan, dat met de wapenen moet wor den bevochten; zelfs tegenover Spanje is Duisöbland bereid met de Westerscbe mo gendheden samen te werken. Maar in het Oosten moet Duitscbland de vrij© hand he'lhpT) teren het Bolsjewisme, d.w.z. te- •pn Qovjet-Rusland moet het ten strijde '■"Ti.nen trekken. Hier gaapt een afgrond tusschen twee opvattingen. Valt dit conflict te overbrug den? Ziedaar het probleem waarvoor Europa aai of, beter gezegd, waarvoor Hitier Europa wil plaatsen. VAN ZATERDAG 6 FEBR. 1937, Nr 108. IN DE GOEDE AARDE. En het andere viel in de goede aarde. Luk. 8: 8. Als er in de gelijkenis van den zaaier sprake is van de g o e d e aarde, dan geldt dat van een stuk van den akker waarover bet veelbetreden pad loopt of waar vrij dicht onder de oppervlakte de rotsgrond verborgen is of waar de doornen welig tieren. De grond is overal gelijk. Maar de omstandigheden zijn anders. En hetzelfde geldt ook van de men schen, wie ze ook mogen zijn. Ten opzichte van God verschillen ze niet van elkander. Zij in wier hart het Woord Gods vrucht draagt, mogen geen oogenblik de gedachte koesteren, dat bij ben de goede aarde ge vonden werd, in dien zin, dat zij beter waren dan anderen. Er is nog iets anders en iets meer noodig dan een zaadkorrel en een hoekje van den akker. In hetzelfde hoofdstuk waar deze ge lijkenis verhaald wordt, waarschuwt Je zus: Ziet dan, hoe gij hoort! Hoe hooren wij? Hoe ontvangen wij het Woord des Heeren? Moeten we/niet met schaamte erken nen, dat ons hart menigmaal is als het platgetreden pad, of als de steenachtige grond zuodat alles op de oppervlakte af stuit? Is het niet vaak zóó, dat het ge lezen of gepredikte woord verstikt wordt door de zorgvuldigheden van deze we reld, die geheel ons hart in belsag nemen? Maar als we ons dat bewust zijn, dan rijst ook in ons hart de bede: „Maak in Uw Woord mijn hart en treden vast". D'an wordt bet onze biddende begeerte, dat God de aarde van ons hart telkens opnieuw mag breken en zuiveren, opat het worde goede aarde, waar het Woord des Heeren honderdvoudige vrucht draagt. MIDDELBURGSCHE BRIEVEN. Amice, Terwijl de commissie (de laatste nieu we of nu reeds weer de voorlaatste nieu we) voor de meer-werk-actie, druk aan het vergaderen was en plannen ontwierp en waarschijnlijk bezig was aan het op stellen van een circulaire, die een krach tige aansporing zou bevatten om te ko men, tot werkverruiming, terwijl die com missie aldus bezig zijnde, voor zichzelf reeds veel werk had geschapen, wordt in onze stad op een bouwwerk gestaakt. Dat is toch wel een schrille tegenstel ling. Werkgevers en werknemers, ambtena ren van Arbeidsbeurs en Gemeentebedrij ven, onder aanvoering van den altijd ac tieven wethouder van sociale zaken, on dernemen een ernstige poging om te ko men tot het verschaffen van meer werk, en tijdens die pogingen wordt er gestaakt. Ik weet wel, die staking was van gerin gen omivang, het betrof slechts eenfge personen en 'het geschil "is inmiddels bij gelegd, het was slechts mijn bedoeling het feit te constateeren. Het is voor een buitenstaander altijd moeilijk om over een arbeidsgeschil een juist oordeel te verkrijgen, en ook in dit geval beweerden beide partijen in het ge ding, wiji hebben het recht aan onzen kant; zooveel is in dit geschil wel pu bliek geworden, dat hier het landelijk contract voor dat bedrijf niet geheel werd nageleefd. Menschen die voelen voor organisatie en orde en overleg, vinden het jammer, als er afspraken en regelingen in onder ling overleg eenmaal zijn vastgesteld voor een bepaald bedrijf, dat deze niet overal naar vermogen worden toegepast of wor- den ontdoken. Nu kunnen de ongeorganiseerden in zoo'n bedrijf wel beweren, wij hebben niets te maken met een organisatie en met regelingen waaraan we niet hebben mee- FEUILLETON. door Anne Baele. 62.)-0W- Zij' ging het eerst de kamer binnen en terwijl 'ze op den bezoeker toeging, zei ze overbeleefd „Dag, mijnbeer Pearce! Hoe maakt u het?" Het was een groote teleurstelling voor den advocaat, die 'in spanning op Belle zat te wachten, dat deze niet alleen bin nenkwam en met moeite eelukte het hem om beleefd te blijven en zijn ergernis daarover te verbergen. In overdreven bewoordingen betuigde bij zijn deelneming met bet slechte nieuws uit Amerika en, terwijl hij zich tot Belle richtte, ^zei hij, dat hij' gekomen was om haar zijn diensten aan te bieden en te vragen in welk o'pzicht hij zich zou 'kun nen nuttig maken. „Het spreekt vanzelf, juffrouw Belle, dat u voor het een en ander deskundig advies zult noodig hebben, vooral omdat uw vader nu ook weg is. Ik ben in elk opzicht uw 'dienaar en u kunt geheel over mij beschikken." Inplaats dat Belle antwoordde op dat schijnbaar, zoo vriendelijk aanbod, voor kwam juffrouw Dulcey haar door te zeg gen „Ik geloof, mijnheer Pearce, dat ik nog méér van die Amerikaansche geschiedenis afweet, dan Belle, en ik ben bijna ge neigd te den'k'en, dat Charley's ziekte nog wel een goede kant kan hebben, omdat daardoor mijnheer Dauncey zelf ook naar Montreal vertrokken is. Tenslotte is hij toch 'Het allermeest op de hoogte van de familierelaties. Want ziet u, mijnheer Pearce, ik geloof, dat er niets bij geval gebeurt, maar dat elke, soms schijnbaar nietige gebeurtenis, is vöórbeschikt. Ik weet wel, dat er heel veel menschen zijn, die over zoo'n bekrompen standpunt ver achtelijk de schouders zullen ophalen, omdat ze niet anders willen gelooven, dan datgene wat ze zien en begTijpen kunnen, maar mijn opinie is dat juist dat stand punt eng en bekrompen is. Of behoort u misschien ook bij dat soort menschen? Dan zult u ons zeker wel heel erg achter lijk vinden." Doordringend keek ze den advocaat aan, alsof ze op staande voet een ant woord eischte en glimlachend protesteer de deze „Ik geloof niet, juffrouw Weatherley, dat ik behoor tot diegenen, wier levens opvatting u zoozeer schijnt te verafschu wen. Tenminste als ik mezelf eens even naga, dan kom ik tot de conclusie, dat ik toch wel gelooven kan in dingen, die ik op het moment niet zie; b.v. ook al zie ik een zeker lief meisje niet, dan mag ik gelukkig toch gelooven, dat ze bestaat." Hij liet deze flauwe opmerking verge zeld gaan van een veelbeteekende blik naar Belle, wier wangen van ergernis donkerrood kleurden. Op koelen, gereser- veerden loon vroeg de laatste, of er mis schien ook nog een speciale, particuliere boodschap van haar vader hem naar Hollyfield had gebracht, want dan zou zijn reis tevergeefs zijn, aangezien haar vader dien zelfden morgen was vertrok ken. „Nee, dat niet, maar ik wilde graag het laatste nieuws uit Montreal weten, want ik heb een brief gekregen van de heeren Stint Co., waarin ze vragen om het geboortebewijs van Jabez Dauncey. Nu heb ik al overal gezocht en navraag ge daan, maar ik kan het niet bemachtigen." „Mag ik misschien eens even vragen, zonder onbescheiden te zijn, voor wiens rekening eigenlijk al deze onkosten zijn, die de heeren advocaten zich met al dat misschien onnoodig, geschrijf, veroorlo ven?" vroeg plotseling juffrouw Dulcey. „We weten allemaal wel, dat mijnheer Dauncey dat niet zal kunnen betalen, in geval hij het geld niet krijgt." „Het spreekt vanzelf, dat het vermogen bezwaard zal worden met al dergelijke onkosten. Dat is heelemaal volgens de wet." „Maar als er dan geen vermogen is, hoe kan daarvan dan volgens de wet nog iets worden getrokken?" vroeg juffrouw Dulcey, half spottend, half-ironisch. „Wij kennen immers allemaal wel de geschie denis van den advocaat, die zelf de oester opat en de schalen gaf aan de beide, vechtende partijen, maar als er heelemaal geen oester is, dan kan ook de advocaat die niet opeten." „Gewoonlijk weten advocaten vooruit wei met welke zaken ze beginnen, juf frouw Weatherley, en als er tenminste geen zoon meer opdaagt, mag mijnheer Dauncey wel op deze erfenis rekenen." Juffrouw Dulcey liet zich echter niet zoo spoedig uit het veld slaan en hard nekkig vroeg ze verder „En als die zoon eens wel opduikt, hoe wordt het dan met de advocaten?" „Nu, 'ja, u hebt gelijk, dat de advoca tuur zeer veel risico bevat en die moeten we nu eenmaal op ons nemen. En. we mogen er toch ook op vertrouwen, dat onze cliënten, die we helpen, misschien tot schade van onszelf dat feit met hun dankbaarheid zullen willen beloonen." Opnieuw ging er een eigenaardige veelzeggende blik in de richting van Belle en juffrouw Dulcey begreep oogen- Hikkelijk, wat de ware bedoeling was van zijn woorden, die eenigszins raadsel achtig klonken. Bij zich zelf stelde ze vast, dat zoolang zij er iets aan zou kunnen doen, zijn goedheid niet zou be loond worden, zooals hij dat wenschte. Ze bleef net zoolang zitten, totdat mijn heer Pearce weer vertrekken moest en sprak het toen tegen Belle uit, dat hoe eerder ze van dien man zou kunnen af komen, hoe beter het was. Maar neer slachtig zei deze, dat haar vader al te veel in zijn macht was, dan dat ze hem zoo maar weer gemakkelijk kwijt konden worden. „DUn moeten we met ons allen aan het werk, opdat jullie tenminste zelf in het nóodigste onderhoud zult kunnen voorzien. En dan denk ik in de allereer ste plaats aan Flo. Zij moet zoo gauw mogelijk beginnen." Flo werd geroepen en juffrouw Dul cey vroeg haar om mee te gaan naar me vrouw Burmester, die graag wilde dat ze zoo spoedig mogelijk met Dolly's onder wijs begon. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1937 | | pagina 5