DE ZEEUW Herziening van de Grondwet. De Erfenis uit Amerika TWEEDE BLAD Staten-Generaal Uit de Provincie. FEUILLETON VRIJDAG 5 FEBR. 1937, Nr 107. TWEEDE KAMER. Instelling openbare lichamen voor beroep en bedrijf. Het liberale individualisme. De Kamer heeft gisteren voortgezet .de behandeling van het wetsvoorstel betref fende het openen van de mogelijkheid om openbare lichamen voor beroep en bedrijf in te stellen. D'e heer Smeenk (A. R.) wijst er op, dat voortgaande organisatie van het be drijfsleven organen voor het bedrijfsleven gewenscht maakt. Het bedrijf is een gemeenschap, zoodat samenwerking daarin natuurlijk is. Aan die samenwerking ontbreekt echter nog veel, niet alleen door onwilligheid. In de Grondwet nu moeten voor den wetgever actueele belemmeringen worden weggeno men. Bij bindende regelingen moet het alge meen belang op den voorgrond staan. In de fouten van het oude gildewezen mag niet worden vervallen. De controle van de overheid kan dus niet worden gemist. Bij de decentralisatie der staatstaak zal cen trale controle noodig zijn. De voorgestelde wijziging geeft nieuwe, nog niet bestaande mogelijkheden. De anti-revolutionairen stemmen in met het streven naar corporatieve ontwikke ling. Spr. hoopt, dat de maatschappelijke ontwikkeling er toe zal bijdragen, dat de nieuwe grondwettelijke bepaling geen doo- de letter blijkt. De heer Van der Waerden (S. D.) betoogt, dat ten opzichte van de bedrijfsorganisatie noodig zijn nieuwe or ganen met verordenende bevoegdheid. We moeten hebben een centrale economische raad, waarin alle economische organi saties en advies-colleges samenkomen. De heer W endelaar (Lib.) heeft voor de 'détails dezer materie slechts mar. tige belangstelling. De voorstellen betee- kenen een nieuwe stap in een richting, welke spr. niet goed acht. Spr. blijft van het voorgestelde een ver star renden invloed op het bedrijfsleven vreezen. Er zijn producenten die meenen, dat nauwer omschreven regelingen heri door de moeilijkheden zullen heenhelpen, doch er zijn zeer vele werkgevers en werkne mers, 'die van het tegendeel overtuigd zijn. Is nu het oogenblik dan aangebroken voor den staat om in te grijpen? Wat niet be hoorlijk is bezonken, behoort niet in de Grondwet te worden belichaamd. En dat is hier het geval. Het is niet gelukkig deze materie reeds thans te wil len regelen. Wil men een zekere ontwikkeling in de zen tijd in de wet vastleggen, dan niet in de Grondwet. Dan is nog niet dadelijk or denende, dat wil zeggen: wetgevende be voegdheid noodig. Deze zal leiden tot bu reaumanie in het bedrijfsleven. Bo vendien mag ook wel eens aan het consu mentenbelang worden gedacht. Biji wat men thans wil, zullen de be langen van het algemeen niet worden ge diend, wegens uitschakeling van het con sumenten-belang. De liberale fractie is zoowel tegen het regeeringsvooristel als tegen de wenschen van den heer Goseling. De 'heer J o e k e s (V. D.) meent, dat de behoefde aan meer samenwerking in het bedrijfsleven zich steeds sterker heeft doen gevoelen. Verschillende maatregelen op wetgevend gebied zijn in de laatste ja ren in die richting gegaan, zoowel op sociaal als op economisch gebied. Met be krachtiging door den wetgever moeten thans ook organismen in het leven wor den geroepen voor het bedrijfsleven. Het verbruikersbelang behoeft geen be letsel te zijn om de mogelijkheid tot het instellen van dergelijke organismen in de Grondwet op te nemen. Anderzijds moet men daarvan geen te hooge verwachtin gen koesteren. In w'at er thans gaat ge beuren, zit echter niets ontstellends. De heer Kortenhorst (R. K.) door An n e B a e 1 e. 61) o Deze bewonderde Flo zeer, en dat niet alleen omdat ze een zuster van Belle was, maar omdat hij, als man van de wereld, zeer goed haar meisjesbekoorlijkheden zag en kon waardeeren. Hij overlaadde haar met de meest vleiende complimen ten, waarvoor Flo niet ongevoelig was en die ze, coquet verlegen, in ontvangst nam. Toen ze zoo 'een poosje over on belangrijke dingen hadden gepraat, zei mijnheer Pearce plotseling, met een haas tigen blik op zijn horloge: „De kwestie is deze, juffrouw Flora, dat ik hier ge komen ben om met uw zuster een paar belangrijke dingen te bespreken en haar te vragen of ik me ook nog in een of ander opzicht nuttig en verdienstelijk kan maken. Zou u zoo goed willen zijn, om even aan juffrouw Belle te vragen, of zo een paar minuten voor me disponi bel heeft?" bestrijdt iheft betoog j a den heer Wen delaar. Dezv heeft alleen gezegd, wat verorde ning niet moet zijn en verder de oude liberal^ economie verdedigd Deze heeft zich zelve echte?.' overleefd De vrije oon» currente kar in den. tagepwoordvfen tijd aki meer de ziel y&n de negotie rijm Dö ordening d°r econow_ VA -eft het initiatief der ondernemers niet te dooden. Het belang van elke onderneming loopt parallel met de belangen van het geheeld bedrijf. De textiel-industrie in Twente heeft in Indië pas vasten voet gekregen, nadat zij geordend was. Men moet niet vasthouden aan verou derde liberale begrippen. Het individua lisme is niet het hoogste in het bedrijfs leven. Een goede bedrijfsordening behoeft het consumentenbelang niet in den weg te staan, het consumentenbelang is een deel van de ordening. D'e Minister van Binnen land s c h e Zaken, de heer D e Wilde, zegt, dat de machine der pu bliekrechtelijke bedrijfsorganisaties reeds lang in de loods van art, 194 der Grond wet heeft gestaan. Die loods blijft bestaan, maar de machine wordt er nu uitge haald. Steeds meer wordt het individualisti sche standpunt, dat de heer Wendelaar hier heeft verdedigd, verlaten. Arbeiders en werkgevers hebben zich georganiseerd, kartels en trusts zijn ge vormd. De sociale wetten hebben grooten invloed geoefend op de verhouding tus- sohen werkgevers en werknemers. De ro- geering wil nu in overleg met de Staten- Generaal toonen, dat ze oog heeft voor de teekenen des tijds. Men kan echter de na tuur niet dwingen en daarom kan de re geering niet verder gaan dan ze thans doet. De ideale toestand ware, dat het bedrijfsleven zelf alle noodige maa'regelen zo- kunnen nemen. Bat is ech ter niet mogelijk, en daarom mag de over heid zich niet afzijdig houden. D'e bedrijfsorganisaties zijn machtige lichamen. Werken deze 'op maatschappe lijk gebied samen, dan kan zeer veel goeds tót stand gebracht worden. Nu deze sa menwerking reeds in belangrijke mate is gegroeid, heeft de regeering niet ge aarzeld deze te erkennen. Ze hoopt, dat de nieuwe bepalingen geen doode letter zullen blijven. Het is doel noch gevolg van deze wet geving, dat het individu zal vofdwijnen. De organisaties zullen moeten ui'tgaan van goede en 'kuische beginselen, waardoor de individualiteit zich steeds verder kan ont wikkelen. Naast het bedrijfsleven groeit een be roepsleven. Daarom spreken de voorstel len ook over organen voor het beroepsle ven. De nieuwe instellingen zullen niet al leen sociale, maar ook economische betee- kenis hebben. Als er tegenstellingen door worden verzacht, stakingen door worden voorkomen, hebben ze ook economiscben invloed. Teneinde den heer Goseling gelegenheid te geven zijn amendementen te herzien, wordt de verdere behandeling van dit punt aangehouden. Het instituut der Staatssecretarissen. De paragrafen 1 tot en met 6, waar door o.m. de naam G u r a g a o wordt vervangen door „de Nederland- Anti 11 e n", worden zonder debat en z. h. s. goedgekeurd. De heer Goseling (R.K.) verdedigt een amendement, om een paragraaf in te voegen luidende: „De Koning kan aan een ministerieel departement Staatssecretaris sen benoemen en die naar welgevallen ontslaan. Hunne verantwoordelijkheid wordt geregeld door de wet." Spr. betoogt, dat de Staatssecretaris sen de taak van den minister ten deele kunnen overnemen en daardoor den mi nister, die ten volle zijn verantwoorde lijkheid behoudt, van veel werk ontlasten. De heer Van Dijk (A.R.) ziet geen voordeel in het instituut der Staatssecre tarissen. Het verdient geen aanbeveling, dit nieuwe instituut in de Grondwet te introduceeren. De heer Rutgers van Rosen- b u r g (G.Hj oppert dezelfde bezwaren als de heer Van Dijk. De Minister van Binnen- landsche Zaken meent, dat het HOOFDSTUK XVII. Waarin mijnheer Mulready opnieuw een rol speelt. Juffrouw Dulcey vond haar peetekind in de keuken, waar ze bezig was met het bakken van appelbollen. Marjory mocht, tot haar groote vreugde, haar daarbij assisteeren en natuurlijk meende Mamy, dat het dan zonder haar hulp ook niet ging. De kinderen waren al weer eenigs- zins verzoend geraakt met de gedachte aan hun vaders ziekte, want Molly had hun verzekerd, dat hun vader als kind zoo dikwijls erg ziek was geweest en er toch altijd weer goed bovenop was ge komen. Goedkeurend klopte juffrouw Dulcey Belle op den schouder, vol lof, dat ze niet bij de pakken neer was gaan zitten, maar flink aanpakte om van de omstan digheden te maken, wat er van te maken viel. „Hè, wat hen ik blij, dat ik u zie", zei Belle verlicht. „Ik had u al een briefje willen sturen, maar ik kon ook wel ver moeden, dat u al gehoord zou hebben van de nieuwe ramp, die ons trof. U weet ons altijd juist dat te geven, wat we noodig hebben, in welke omstandig- beter is, dat het amendement niet wordt aangenomen. Hij virdt hot voor ons land niet geschikt. Misschien heeft men er wat aan in Engeland, waar men een parlement met meer dan 600 leden beeft en dus altijd wel jongere men- echon, die met het parlement vertrouwd zijn. Öus land is er echter te klein voor. Men zou mer.schen moeten kiezen bui ten het parlement, die er weinig van op de hoogte zijn. Spr. zou aanneming van het amende ment niet ernstig vinden, maar ver wacht er niets van en geeft daarom de Kamer in overweging, het niet te aan vaarden. De stemming over het amendement wordt aangehouden. Uitsluiting verkiesbaarheid. Bij 7, inzake de uitsluiting van verkiesbaarheid, verdedigt de heer Donker (S.D.) twee amende menten, waarvan het eerste een redac tie-verbetering beoogt, n.l. dat de ver kiesbaarheid slechts vervalt „bij onher roepelijke rechterlijke uitspraak". Het tweede amendement beoogt de handhaving van de in het slot van het bestaande art. 85 vermelde uitzonde ring, teneinde, in tegenstelling tot het door de regeering voorgestelde, geen uit sluiting van verkiesbaarheid voor we gens politieke delicten veroor deelden mogelijk te maken. De heer Terpstra" (A.R.) heeft be wondering voor de redactie, die de re geering voor de voorgestelde wijziging heeft gevonden. Iemand, die wegens een ernstig delict veroordeeld is tot een lange vrijheidsstraf kan tijdelijk of voorgoed van het 'actieve kiesrecht worden uitge sloten. Hij behoudt echter het passieve kiesrecht en kan te allen tijde in de Ka mer gekozen worden. Dat is een onbe vredigende toestand, die niet mag voort duren. De heer Goseling (R.K.) acht het eerste amendement van den heer Don ker inderdaad een verbetering, waarmee hij accoord kan gaan. Inzake de tweede kwestie deelt hij echter het standpunt van de regeering. De Minister van Binnen 1. Zaken, de heer De "Wilde, voelde geen behoefte de in het eerste amende ment van den heer Donker bedoelde wij ziging aan te brengen, doch heeft er evenmin bezwaar tegen en is bereid, het over te nemen. Ernstige bezwaren heeft spr. echter te gen het tweede amendement en hij' on derschrijft ten volle het betoog van den heer Terpstra. Aangezien het eerste amendement Don- ker door den minister is overgenomen, zal over het tweede amendement en over de geheele paragraaf 7 heden gestemd worden. Bij par. 9, waarin wordt voorgesteld een wijziging van art. 98 der Grondwet, strekkende tot opheffing van de parle mentaire onschendbaarheid bij! schending van geheimen en in geval van opruiing, verdedigt de heer Donker (S.D.) drie amendementen. Het eerste heeft de strekking, dat de onschendbaarheid slechts opgeheven zal kunnen worden wegens schending van geheimen en niet wegens opruiing. In zijn tweede amendement wil de heer Donker de woorden „schending van get heimen" vervangen door de omschrijving: „schending van de verplichting tot ge heimhouding, die krachtens besluit van een der Kamers of van de Staten-Gene raal in vereenigde vergadering op hen rust." In zijn derde amendement stelt de heer Donker voor, dat gerechtelijke vervolging van een lid der Staten-Generaal, voor zoo ver deze toegelaten is, ingevolge de voor afgaande bepalingen, slechts zal kunnen geschieden na vergunning van de Kamer waarvan dat lid deel uitmaakt. De vergadering wordt daarna verdaagd. Interpellaties. Aan den heer Van der Sluis (S. D.) is verlof verleend tot het richten van vragen aan den Minister van Land bouw over het landbouwbeleid van de re geering met betrekking tot den noodtoe stand in het pi 1 u m v e e b e d r ij f Evenzoo aan den heer Wendelaar tot het richten Van vragen aan de mi nisters Van Handel en van Landbouw over de sluiting van het, bakkers be- d r ij f te Amsterdam en te Rotterdam. Beide interpellaties zullen worden ge houden op nader ie bepalen zag. heden we ook verkeeren." „Och kind, al de menschen hier in het dorp leven momenteel met jullie mee; daaraan ontbreekt het je heusch niet. En op het oogenblik zit er iemand in de kamer, die je waarschijnlijk van goeie raad wenscht te voorzien", voegde ze er met lichte ironie aan toe. „Ja, mijnheer Pearce is er, hé? Wat zou die willen?" zuchtte Belle. „Zou hij geld willen hebben?" Op dat oogenblik kwam Weatherley de keuken binnenstormen, met de bloemen voor Belle en de twee groote zonnebloe men, als twee gouden sterren voor zijn beide zusjes. „Kijk, die heb ik van mijnheer Mul ready gekregen; deze zijn voor tante Belle en Marjory en Mamy mochten elk zoo'n mooie zonnebloem hebben. Hij was toch zoo aardig voor me en zei, dat ik zoo dikwijls bij hem mocht komen, als ik maar wilde. Werkelijk, hij was zóó vriendelijk." „Hij is altijd vriendelijk, zei Belle kort en met een verstolen glimlachje keek juffrouw Dulcey even naar haar, waar na ze opmerkte: „Nu moeten jullie die prachtige zonne bloemen eens aan Ben laten zien. Hij is Een avontuurlijk meisje. De politie te Roosendaal heeft een 18-jarig meisje aangehouden, dat de ouderlijke woning te Amsterdam heime lijk had verlaten om haar verloofde in Vliesingen op te zoeken. Daar do jonge dame geen geld bezat om met den tiein te gaan, was zij Maandagmorgen op de fiets er op uitgetrokken, meenen- de, dat zij gemakkelijk Vlissingen kon bereiken. Zij bracht het tot Roosendaal, waar de politie haar op verzoek van haar ouders aanhield. (Tel.) De wallen van Retranchement. Van welingelichte zijde deelt de „Ned." mede, dat het bericht omtrent het be houd van de wallen van Retranchement op zijn minst genomen voorbarig mag heeten. In zijn vergadering van 21 December j.l. besloot de raad op verzoek van de stichting „Menno van Coehoorn" het verder afgraven der wallen gedurende eenigen tijd stop te zetten teneinde die stichting gelegenheid te geven tot na dere gedachtenwisseling. Dezer dagen hebben dan ook besprekingen plaats ge had, die echter slechts een informato- risch karakter droegen. Voorzo'over be kend is de Prov. Archeologische com missie nog niet geheel in actie geweest. De zaak is dus nog niet in kannen en kruiken. Borssele. Gisteravond hield de kolen- vereen. een vergadering. De levering der kolen voor het voorjaar tot April werd gegund aan dhr Wibaut. Het bestuur kreeg machtiging om met de firma Wi baut een contract voor een jaar te sluiten teneinde de zekerheid te hebben Duitscne eierkolen te krijgen. Het uitlossen der kolen is gegund aan Jacob de Smit. voor; stukkolen en eierko len station f 3.20, haven f 4.99 per 100 hl. Het vervoer is gegund aan Job Walkout Janusz.: haven f 3.75, station f 3 p. 100 hl. Wemeldinge. Loop der bevolking over de maand Januari 1937: Ingekomen: W. P. van Leuven van Dor drecht, a/b, naar Hoogeweg B 241c; Jo hannes Hout, van Stavenisse, a/b, idem; Huberta Adriana van Liere, van Ierseke, naar Oosthoek G 2k; Marinus Hoogerhei- de, en gezin, en Cornelia Marinus Hoo- gerheide, van Rotterdam naar Bernhard- straat 20. Vertrokken: Cornelia van der Weele, van Sluisplateau C 69, naar Colijnsplaat; Wilhelmina Cornelia Maria Harderiberg, van Daniëlstraat B 67, naar IJsselmonde; Dingena van Veen en gezin, van a/b, naiar Antwerpen; Jan Ruisaard, van Wil'hel- minastraat B 137, naar Halfweg, a/b; Adriana Potter, van Sluisplateau C 78, n'aar Bruinisse. Woensdagmorgen had de 'arbeider J. H. het ongeluk, toen hij bezig was met bet lossen van kunstmest, met een zak kunstmest, in het schip te vallen. Hierbij werd hij gewond in het gelaat. Ook klaag de hij over pijn in de borst. 'Dir Gnirrep verleende de eerste heelkundige hulp. I erseke. D'e mosselverzending uit Nederland bedroeg in het jaar 1936 ongeveer 61.000 tonnen (dit is ongeveer 15 pet.) minder dan in 1935, een gevolg van de door de Visscherij-Centrale ge volgde onjuiste methode van verkoopen. Wij geven hier de voornaamste cijfers, volgens de officieele gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek te 's Gravenhage: 1935 1936 Duitschland 3335 ton 2881 ton België 235985 199757 Engeland 30282 21406 Frankrijk 133556 118173 Zwitserland 141 73 403309 ton 342292 ton Het gaat niet aan om dit geheel te wij ten aan het Centraal Verkoopkantoor van Mosselen te Bergen op Zoom, zooals meermalen is geschied, daar die heeren ook weer heel weinig te vertellen hebben. Zij zijn niet meer dan een adviseerend college geworden De zaken worden in werkelijkheid afgewikkeld door de heeren in Den Haag. Krabbendijke. Loop der bevolking over de maand Januari '37. Vertrokken: Cor nelia Nieuwenhuijise n. Kloetinge, Schoól- str. 378; Jacob Wagenaar n. Rotterdam, Matthenesserdijk; Adriana van Luijk en altijd zoo eigenwijs en houdt maar vol, dat onze zonnebloemen wel even mooi zijn als die van mijnheer Mulready." „Ze doen hun naam wel eer aan", zei Marjory. ,,'tZijn net kleine zonnetjes, want de echte zon is natuurlijk wet millioen maal zoo groot als deze. Die lijkt ons alleen maar zoo klein toe, omdat ze zoo ver van ons vandaan is, hé tante Belle? Kent u dat verhaaltje van de zonnebloem, juffrouw Dulcey, dat tante Belle me verteld heeft? Het is een bijbel- sche bloem, want ze lijkt wel op de door nenkroon, die de Heere Jezus gedragen heeft en kijk, die zwarte meeldraden, dat zijn de nagels van het kruis en heel die gouden zon vertelt ons van de glorie, die de Heiland na Zijn lijden en sterven van God ontving." Vol teerheid zag Belle neer op het kind, dat in haar hart reeds zoo'n groote plaats innam en liefkoozend streek ze over de blonde krullen, toen Flo binnenkwam met het verzoek of Belle even bij mijn heer Pearce wilde komen. Deze toonde weinig lust om aan dat verzoek te voldoen. „Wat wil die man toch?" zei ze onge duldig. „Ik vertrouw hem absoluut niet. Hij beweert, erg veel vertrouwen te hab- WEKEMLANG MET RHEUMATISCHE RUGPIJN IN BED. In zeer korten tijd weer op de been. „Vorig jaar bad ik vxeeselijke rheu- matischo pijnen in mijn rug en ik was drie weken lang volkomen hulpeloos. Toen schreef mijn moeder mij, dat ik beslist Kruschen Salts moest probeeren. Ik kocht dadelijk een flacon en kan naar waarheid verklaren, dat ik binnen twee weken weer op de been was." Dit schreef ons Mevr. A. G. Wanneer Uw afvoerorganen niet be hoorlijk werken, zullen bepaalde afval stoffen het lichaam verontreinigen en klachten veroorzaken, als rheumatische pijnen, hoofdpijnen etc. Kruschen Salts is een onovertroffen middel om lever, nieren en ingewanden aan te sporen tot gezonde, geregelde werking. De „dage- lijksche dosis" Kruschen houdt U frisch en opgewekt als nooit tevoren. Kruschen Salts is verkrijgbaar bij alle apothekers en erkende drogisten a 0.40, 0.75 en 1.60 per flacon. Let op, dat op het etiket op de flesch, zoowel als op de huitenverpakking de naam Rowntree Handels Mij., Amsterdam, voorkomt. (Adv.) kinderen naar Beverwijk, Acacialaan 7; Jan Traas naar Bergen op Zoom, Vre derust 3 bis; Marinus Jacobusse, naar Utrecht, Nieuwe Ravenstr.; Pieter en Jan netje Hoekman naar Kapelle (Z.), Hoofd- str. A 121; Marinus van Boven en echtg naar Best; Jan van Baren naar Zutfen, Weg naar Warnsveld 116; Paulus Be- suijien naar Serooskerke A 39. Ingekomen: Jan de Meester en echtg. van Oudelande; Cornelia de Bro-ekert vaD Ellewoutsdijk; Leendert Paardekooper Overman van Boskoop; Everhard J. Th, Krepel van Voorst (Klarenbeek). Oostkapel Ie. Iets wat hier nog nim mer heeft plaats gehad, gebeurde Woens dagmiddag. Een alleenwonend persoon werd wegens huurschuld uit zijn wo ning gezet. Deze bijzondere gebeurtenis bracht veel volk op de been, doch alles verliep ordelijk. Het huishoudentje werd later op last van het gemeentebe stuur, op den zolder van het arrestan tenlokaal opgeborgen. D'e persoon in kwestie kon ook gedurende den nacht in het arrestantenlokaal onderdak vinden. (M. C.) O.- en W.-Souburg. Loop der bevolking over de maand Januari 1937; 'Gevestigd: J. Maring, van Loppersum nlaar Kanaalstraat 2; S. Prince, van Breskens naar Vrijburgstraat 13; P. de Kraker, van Middelburg naar Vrijburg- straat 39; A. M. Gopp'OO'lse, van Seroos kerke naar Groote Abeele, p/a A. Kodde; A. A. Sohier en gezin, van Vlissingen naar Vlissingsche straat 127; P. J. Knop jes, van Middelburg naar Oranjeplein 48; M. M. Berkhout, van D'en Helder naar Dijkstraat 54; S. Klaesen, geb. Ie Feber en gezin, van Biervliet naar Vlissingsche straat 80; N. G. van Riemsdijk en gezin, van Amsterdam n'aar Nieuwe Vliss. weg 369; G. van Ingen, van Amsterdam naar idem; S. Stroo, van Westkapelle naar Vlissingsche straat 110; C. J. Dieleman en gezin, van Axel naar Nieuwe Vliss. weg 101; J. Joosse, van Vrouwepolder naar Kanaalstraat 91; M. Meulenberg, van Vlissingen naar Nieuwe Vliss. weg 71; B. de Vries en gezin, van 's-Graven- hage naar Vlissingsche straat 132; J. J van der Laan en gezin, van D'en Helder, haar Kanaalstraat 46. Vertrokken; M. F. Boogert, van Dijk straat 19 naar Kruiningen; J. W. de Priester en gezin, van Nieuwe Vliss. weg 375 naar Vlissingen; G. van Belzen, van Marnixplein 24 naar Vlissingen; N. Meij- ers, van Buteuxstraat naar Utrecht; Jan de Witte, van Padweg 37 naar Koude- kerke; E. Refjnhout, van Abeelsche weg west 6 naar Ned. Oost-Indië; G. Hijman van Geresstraat 10 naar Anna Paulowna: J. G. Veis en gezin, van Van Teijlingen- straat 31, naar 's-Gravenhage; A. J. Fa sen en gezin, van Van Turnhoutstraat 7 naar 's-Gravenhage; J. van Wier en ge zin, van Middelburgscbe straat 75 naar Vlissingen; M. Abrahamse, van Kanaal straat 98 naar Middelburg; J. H. Claudi us, vain Vlissingsche straat 113, naar Vlis singen; P. Meulenberg en gezin, van Ge resstraat 10 naar Vlissingen. (VI. C.) Ritthem. De afd. Ritthem van den Bijz Vrijw. Landstorm 'hield Woensdagavond ben dat wijl het Amerikaansche geld zul len krijgen en wil ons nu alvast de eene som na de andere leenen. En als daar ginds alles eens misloopt, heeft hij! ons heelemaal in zijn macht." Verwonderd over haar ongewone hef tigheid, 'keken haar de kinderen met groote, niet begrijpende oogen aan, terwijl Flo sussend zei „Je overdrijft, Belle. Ik geloof, dat hij het werkelijk goed met ons meent." „Ja, je moet maar naar hem toe gaan, Belle," adviseerde nu ook juffrouw Dul cey. „Het lijkt me beter om hem niet on- noodig te prikkelen of te beleedigen. Zal ik met je meegaan? Maar ik waarschuw je, dat ik hem al geërgerd heb, voor ik een dozijn woorden gesproken heb." „Hé, ja, gaat u'met me mee," zei Belle verlicht, en samen gingen ze de keuken uit. In de gang zei juffrouw Dulcey nog „Ik moet je eerlijk bekennen, dat ik van het gezicht van dien man al genoeg heb, maar het is wel goed, dat ik meega, want in het bijzijn van een derde zal hij ten minste geen huwelijksaanzoek kunnen doen en misschien kan ik zijn vragen over die Amerikaansche geschiedenis nog wel beter beantwoorden dan jij." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1937 | | pagina 5