DE ZEEUW
Herziening van de Grondwet.
De Erfenis uit Amerika
TWEEDE BLAD
Staten-Generaal
Uit de Provincie.
FEUILLETON
VRIJDAG 5 FEBR. 1937, Nr 107.
TWEEDE KAMER.
Instelling openbare lichamen voor beroep
en bedrijf.
Het liberale individualisme.
De Kamer heeft gisteren voortgezet .de
behandeling van het wetsvoorstel betref
fende het openen van de mogelijkheid om
openbare lichamen voor beroep en bedrijf
in te stellen.
D'e heer Smeenk (A. R.) wijst er op,
dat voortgaande organisatie van het be
drijfsleven organen voor het bedrijfsleven
gewenscht maakt.
Het bedrijf is een gemeenschap, zoodat
samenwerking daarin natuurlijk is. Aan
die samenwerking ontbreekt echter nog
veel, niet alleen door onwilligheid. In de
Grondwet nu moeten voor den wetgever
actueele belemmeringen worden weggeno
men.
Bij bindende regelingen moet het alge
meen belang op den voorgrond staan. In
de fouten van het oude gildewezen mag
niet worden vervallen. De controle van de
overheid kan dus niet worden gemist. Bij
de decentralisatie der staatstaak zal cen
trale controle noodig zijn.
De voorgestelde wijziging geeft nieuwe,
nog niet bestaande mogelijkheden.
De anti-revolutionairen stemmen in met
het streven naar corporatieve ontwikke
ling. Spr. hoopt, dat de maatschappelijke
ontwikkeling er toe zal bijdragen, dat de
nieuwe grondwettelijke bepaling geen doo-
de letter blijkt.
De heer Van der Waerden
(S. D.) betoogt, dat ten opzichte van de
bedrijfsorganisatie noodig zijn nieuwe or
ganen met verordenende bevoegdheid. We
moeten hebben een centrale economische
raad, waarin alle economische organi
saties en advies-colleges samenkomen.
De heer W endelaar (Lib.) heeft
voor de 'détails dezer materie slechts mar.
tige belangstelling. De voorstellen betee-
kenen een nieuwe stap in een richting,
welke spr. niet goed acht.
Spr. blijft van het voorgestelde een ver
star renden invloed op het bedrijfsleven
vreezen.
Er zijn producenten die meenen, dat
nauwer omschreven regelingen heri door
de moeilijkheden zullen heenhelpen, doch
er zijn zeer vele werkgevers en werkne
mers, 'die van het tegendeel overtuigd zijn.
Is nu het oogenblik dan aangebroken voor
den staat om in te grijpen? Wat niet be
hoorlijk is bezonken, behoort niet in de
Grondwet te worden belichaamd.
En dat is hier het geval. Het is niet
gelukkig deze materie reeds thans te wil
len regelen.
Wil men een zekere ontwikkeling in de
zen tijd in de wet vastleggen, dan niet in
de Grondwet. Dan is nog niet dadelijk or
denende, dat wil zeggen: wetgevende be
voegdheid noodig. Deze zal leiden tot bu
reaumanie in het bedrijfsleven. Bo
vendien mag ook wel eens aan het consu
mentenbelang worden gedacht.
Biji wat men thans wil, zullen de be
langen van het algemeen niet worden ge
diend, wegens uitschakeling van het con
sumenten-belang. De liberale fractie is
zoowel tegen het regeeringsvooristel als
tegen de wenschen van den heer Goseling.
De 'heer J o e k e s (V. D.) meent, dat
de behoefde aan meer samenwerking in
het bedrijfsleven zich steeds sterker heeft
doen gevoelen. Verschillende maatregelen
op wetgevend gebied zijn in de laatste ja
ren in die richting gegaan, zoowel op
sociaal als op economisch gebied. Met be
krachtiging door den wetgever moeten
thans ook organismen in het leven wor
den geroepen voor het bedrijfsleven.
Het verbruikersbelang behoeft geen be
letsel te zijn om de mogelijkheid tot het
instellen van dergelijke organismen in de
Grondwet op te nemen. Anderzijds moet
men daarvan geen te hooge verwachtin
gen koesteren. In w'at er thans gaat ge
beuren, zit echter niets ontstellends.
De heer Kortenhorst (R. K.)
door An n e B a e 1 e.
61) o
Deze bewonderde Flo zeer, en dat niet
alleen omdat ze een zuster van Belle was,
maar omdat hij, als man van de wereld,
zeer goed haar meisjesbekoorlijkheden
zag en kon waardeeren. Hij overlaadde
haar met de meest vleiende complimen
ten, waarvoor Flo niet ongevoelig was
en die ze, coquet verlegen, in ontvangst
nam. Toen ze zoo 'een poosje over on
belangrijke dingen hadden gepraat, zei
mijnheer Pearce plotseling, met een haas
tigen blik op zijn horloge: „De kwestie
is deze, juffrouw Flora, dat ik hier ge
komen ben om met uw zuster een paar
belangrijke dingen te bespreken en haar
te vragen of ik me ook nog in een of
ander opzicht nuttig en verdienstelijk kan
maken. Zou u zoo goed willen zijn, om
even aan juffrouw Belle te vragen, of
zo een paar minuten voor me disponi
bel heeft?"
bestrijdt iheft betoog j a den heer Wen
delaar.
Dezv heeft alleen gezegd, wat verorde
ning niet moet zijn en verder de oude
liberal^ economie verdedigd Deze heeft
zich zelve echte?.' overleefd De vrije oon»
currente kar in den. tagepwoordvfen tijd
aki meer de ziel y&n de negotie rijm
Dö ordening d°r econow_ VA -eft het
initiatief der ondernemers niet te dooden.
Het belang van elke onderneming loopt
parallel met de belangen van het geheeld
bedrijf. De textiel-industrie in Twente
heeft in Indië pas vasten voet gekregen,
nadat zij geordend was.
Men moet niet vasthouden aan verou
derde liberale begrippen. Het individua
lisme is niet het hoogste in het bedrijfs
leven.
Een goede bedrijfsordening behoeft het
consumentenbelang niet in den weg te
staan, het consumentenbelang is een deel
van de ordening.
D'e Minister van Binnen
land s c h e Zaken, de heer D e
Wilde, zegt, dat de machine der pu
bliekrechtelijke bedrijfsorganisaties reeds
lang in de loods van art, 194 der Grond
wet heeft gestaan. Die loods blijft bestaan,
maar de machine wordt er nu uitge
haald.
Steeds meer wordt het individualisti
sche standpunt, dat de heer Wendelaar
hier heeft verdedigd, verlaten.
Arbeiders en werkgevers hebben zich
georganiseerd, kartels en trusts zijn ge
vormd. De sociale wetten hebben grooten
invloed geoefend op de verhouding tus-
sohen werkgevers en werknemers. De ro-
geering wil nu in overleg met de Staten-
Generaal toonen, dat ze oog heeft voor de
teekenen des tijds. Men kan echter de na
tuur niet dwingen en daarom kan de re
geering niet verder gaan dan ze thans
doet.
De ideale toestand ware,
dat het bedrijfsleven zelf
alle noodige maa'regelen
zo- kunnen nemen. Bat is ech
ter niet mogelijk, en daarom mag de over
heid zich niet afzijdig houden.
D'e bedrijfsorganisaties zijn machtige
lichamen. Werken deze 'op maatschappe
lijk gebied samen, dan kan zeer veel goeds
tót stand gebracht worden. Nu deze sa
menwerking reeds in belangrijke mate is
gegroeid, heeft de regeering niet ge
aarzeld deze te erkennen. Ze hoopt, dat
de nieuwe bepalingen geen doode letter
zullen blijven.
Het is doel noch gevolg van deze wet
geving, dat het individu zal vofdwijnen.
De organisaties zullen moeten ui'tgaan van
goede en 'kuische beginselen, waardoor de
individualiteit zich steeds verder kan ont
wikkelen.
Naast het bedrijfsleven groeit een be
roepsleven. Daarom spreken de voorstel
len ook over organen voor het beroepsle
ven.
De nieuwe instellingen zullen niet al
leen sociale, maar ook economische betee-
kenis hebben. Als er tegenstellingen door
worden verzacht, stakingen door worden
voorkomen, hebben ze ook economiscben
invloed.
Teneinde den heer Goseling gelegenheid
te geven zijn amendementen te herzien,
wordt de verdere behandeling van dit
punt aangehouden.
Het instituut der Staatssecretarissen.
De paragrafen 1 tot en met 6, waar
door o.m. de naam G u r a g a o wordt
vervangen door „de Nederland-
Anti 11 e n", worden zonder debat en
z. h. s. goedgekeurd.
De heer Goseling (R.K.) verdedigt
een amendement, om een paragraaf in
te voegen luidende:
„De Koning kan aan een ministerieel
departement Staatssecretaris
sen benoemen en die naar welgevallen
ontslaan. Hunne verantwoordelijkheid
wordt geregeld door de wet."
Spr. betoogt, dat de Staatssecretaris
sen de taak van den minister ten deele
kunnen overnemen en daardoor den mi
nister, die ten volle zijn verantwoorde
lijkheid behoudt, van veel werk ontlasten.
De heer Van Dijk (A.R.) ziet geen
voordeel in het instituut der Staatssecre
tarissen. Het verdient geen aanbeveling,
dit nieuwe instituut in de Grondwet te
introduceeren.
De heer Rutgers van Rosen-
b u r g (G.Hj oppert dezelfde bezwaren
als de heer Van Dijk.
De Minister van Binnen-
landsche Zaken meent, dat het
HOOFDSTUK XVII.
Waarin mijnheer Mulready
opnieuw een rol speelt.
Juffrouw Dulcey vond haar peetekind
in de keuken, waar ze bezig was met het
bakken van appelbollen. Marjory mocht,
tot haar groote vreugde, haar daarbij
assisteeren en natuurlijk meende Mamy,
dat het dan zonder haar hulp ook niet
ging. De kinderen waren al weer eenigs-
zins verzoend geraakt met de gedachte
aan hun vaders ziekte, want Molly had
hun verzekerd, dat hun vader als kind
zoo dikwijls erg ziek was geweest en er
toch altijd weer goed bovenop was ge
komen.
Goedkeurend klopte juffrouw Dulcey
Belle op den schouder, vol lof, dat ze
niet bij de pakken neer was gaan zitten,
maar flink aanpakte om van de omstan
digheden te maken, wat er van te maken
viel.
„Hè, wat hen ik blij, dat ik u zie", zei
Belle verlicht. „Ik had u al een briefje
willen sturen, maar ik kon ook wel ver
moeden, dat u al gehoord zou hebben
van de nieuwe ramp, die ons trof. U
weet ons altijd juist dat te geven, wat
we noodig hebben, in welke omstandig-
beter is, dat het amendement niet
wordt aangenomen. Hij virdt hot voor
ons land niet geschikt. Misschien heeft
men er wat aan in Engeland, waar men
een parlement met meer dan 600 leden
beeft en dus altijd wel jongere men-
echon, die met het parlement vertrouwd
zijn. Öus land is er echter te klein voor.
Men zou mer.schen moeten kiezen bui
ten het parlement, die er weinig van op
de hoogte zijn.
Spr. zou aanneming van het amende
ment niet ernstig vinden, maar ver
wacht er niets van en geeft daarom de
Kamer in overweging, het niet te aan
vaarden.
De stemming over het amendement
wordt aangehouden.
Uitsluiting verkiesbaarheid.
Bij 7, inzake de uitsluiting
van verkiesbaarheid, verdedigt
de heer Donker (S.D.) twee amende
menten, waarvan het eerste een redac
tie-verbetering beoogt, n.l. dat de ver
kiesbaarheid slechts vervalt „bij onher
roepelijke rechterlijke uitspraak".
Het tweede amendement beoogt de
handhaving van de in het slot van het
bestaande art. 85 vermelde uitzonde
ring, teneinde, in tegenstelling tot het
door de regeering voorgestelde, geen uit
sluiting van verkiesbaarheid voor we
gens politieke delicten veroor
deelden mogelijk te maken.
De heer Terpstra" (A.R.) heeft be
wondering voor de redactie, die de re
geering voor de voorgestelde wijziging
heeft gevonden. Iemand, die wegens een
ernstig delict veroordeeld is tot een lange
vrijheidsstraf kan tijdelijk of voorgoed
van het 'actieve kiesrecht worden uitge
sloten. Hij behoudt echter het passieve
kiesrecht en kan te allen tijde in de Ka
mer gekozen worden. Dat is een onbe
vredigende toestand, die niet mag voort
duren.
De heer Goseling (R.K.) acht het
eerste amendement van den heer Don
ker inderdaad een verbetering, waarmee
hij accoord kan gaan. Inzake de tweede
kwestie deelt hij echter het standpunt van
de regeering.
De Minister van Binnen 1.
Zaken, de heer De "Wilde, voelde
geen behoefte de in het eerste amende
ment van den heer Donker bedoelde wij
ziging aan te brengen, doch heeft er
evenmin bezwaar tegen en is bereid, het
over te nemen.
Ernstige bezwaren heeft spr. echter te
gen het tweede amendement en hij' on
derschrijft ten volle het betoog van den
heer Terpstra.
Aangezien het eerste amendement Don-
ker door den minister is overgenomen,
zal over het tweede amendement en over
de geheele paragraaf 7 heden gestemd
worden.
Bij par. 9, waarin wordt voorgesteld
een wijziging van art. 98 der Grondwet,
strekkende tot opheffing van de parle
mentaire onschendbaarheid bij! schending
van geheimen en in geval van opruiing,
verdedigt de heer Donker (S.D.) drie
amendementen.
Het eerste heeft de strekking, dat de
onschendbaarheid slechts opgeheven zal
kunnen worden wegens schending van
geheimen en niet wegens opruiing.
In zijn tweede amendement wil de heer
Donker de woorden „schending van get
heimen" vervangen door de omschrijving:
„schending van de verplichting tot ge
heimhouding, die krachtens besluit van
een der Kamers of van de Staten-Gene
raal in vereenigde vergadering op hen
rust."
In zijn derde amendement stelt de heer
Donker voor, dat gerechtelijke vervolging
van een lid der Staten-Generaal, voor zoo
ver deze toegelaten is, ingevolge de voor
afgaande bepalingen, slechts zal kunnen
geschieden na vergunning van de Kamer
waarvan dat lid deel uitmaakt.
De vergadering wordt daarna verdaagd.
Interpellaties.
Aan den heer Van der Sluis
(S. D.) is verlof verleend tot het richten
van vragen aan den Minister van Land
bouw over het landbouwbeleid van de re
geering met betrekking tot den noodtoe
stand in het pi 1 u m v e e b e d r ij f
Evenzoo aan den heer Wendelaar
tot het richten Van vragen aan de mi
nisters Van Handel en van Landbouw
over de sluiting van het, bakkers be-
d r ij f te Amsterdam en te Rotterdam.
Beide interpellaties zullen worden ge
houden op nader ie bepalen zag.
heden we ook verkeeren."
„Och kind, al de menschen hier in het
dorp leven momenteel met jullie mee;
daaraan ontbreekt het je heusch niet.
En op het oogenblik zit er iemand in
de kamer, die je waarschijnlijk van goeie
raad wenscht te voorzien", voegde ze er
met lichte ironie aan toe.
„Ja, mijnheer Pearce is er, hé? Wat
zou die willen?" zuchtte Belle. „Zou hij
geld willen hebben?"
Op dat oogenblik kwam Weatherley de
keuken binnenstormen, met de bloemen
voor Belle en de twee groote zonnebloe
men, als twee gouden sterren voor zijn
beide zusjes.
„Kijk, die heb ik van mijnheer Mul
ready gekregen; deze zijn voor tante
Belle en Marjory en Mamy mochten elk
zoo'n mooie zonnebloem hebben. Hij was
toch zoo aardig voor me en zei, dat ik
zoo dikwijls bij hem mocht komen, als
ik maar wilde. Werkelijk, hij was zóó
vriendelijk."
„Hij is altijd vriendelijk, zei Belle kort
en met een verstolen glimlachje keek
juffrouw Dulcey even naar haar, waar
na ze opmerkte:
„Nu moeten jullie die prachtige zonne
bloemen eens aan Ben laten zien. Hij is
Een avontuurlijk meisje.
De politie te Roosendaal heeft een
18-jarig meisje aangehouden, dat de
ouderlijke woning te Amsterdam heime
lijk had verlaten om haar verloofde in
Vliesingen op te zoeken. Daar do
jonge dame geen geld bezat om met den
tiein te gaan, was zij Maandagmorgen
op de fiets er op uitgetrokken, meenen-
de, dat zij gemakkelijk Vlissingen kon
bereiken. Zij bracht het tot Roosendaal,
waar de politie haar op verzoek van
haar ouders aanhield. (Tel.)
De wallen van Retranchement.
Van welingelichte zijde deelt de „Ned."
mede, dat het bericht omtrent het be
houd van de wallen van Retranchement
op zijn minst genomen voorbarig mag
heeten.
In zijn vergadering van 21 December
j.l. besloot de raad op verzoek van de
stichting „Menno van Coehoorn" het
verder afgraven der wallen gedurende
eenigen tijd stop te zetten teneinde die
stichting gelegenheid te geven tot na
dere gedachtenwisseling. Dezer dagen
hebben dan ook besprekingen plaats ge
had, die echter slechts een informato-
risch karakter droegen. Voorzo'over be
kend is de Prov. Archeologische com
missie nog niet geheel in actie geweest.
De zaak is dus nog niet in kannen en
kruiken.
Borssele. Gisteravond hield de kolen-
vereen. een vergadering. De levering der
kolen voor het voorjaar tot April werd
gegund aan dhr Wibaut. Het bestuur
kreeg machtiging om met de firma Wi
baut een contract voor een jaar te sluiten
teneinde de zekerheid te hebben Duitscne
eierkolen te krijgen.
Het uitlossen der kolen is gegund aan
Jacob de Smit. voor; stukkolen en eierko
len station f 3.20, haven f 4.99 per 100 hl.
Het vervoer is gegund aan Job Walkout
Janusz.: haven f 3.75, station f 3 p. 100 hl.
Wemeldinge. Loop der bevolking over
de maand Januari 1937:
Ingekomen: W. P. van Leuven van Dor
drecht, a/b, naar Hoogeweg B 241c; Jo
hannes Hout, van Stavenisse, a/b, idem;
Huberta Adriana van Liere, van Ierseke,
naar Oosthoek G 2k; Marinus Hoogerhei-
de, en gezin, en Cornelia Marinus Hoo-
gerheide, van Rotterdam naar Bernhard-
straat 20.
Vertrokken: Cornelia van der Weele,
van Sluisplateau C 69, naar Colijnsplaat;
Wilhelmina Cornelia Maria Harderiberg,
van Daniëlstraat B 67, naar IJsselmonde;
Dingena van Veen en gezin, van a/b, naiar
Antwerpen; Jan Ruisaard, van Wil'hel-
minastraat B 137, naar Halfweg, a/b;
Adriana Potter, van Sluisplateau C 78,
n'aar Bruinisse.
Woensdagmorgen had de 'arbeider
J. H. het ongeluk, toen hij bezig was met
bet lossen van kunstmest, met een zak
kunstmest, in het schip te vallen. Hierbij
werd hij gewond in het gelaat. Ook klaag
de hij over pijn in de borst. 'Dir Gnirrep
verleende de eerste heelkundige hulp.
I erseke. D'e mosselverzending
uit Nederland bedroeg in het jaar 1936
ongeveer 61.000 tonnen (dit is ongeveer
15 pet.) minder dan in 1935, een gevolg
van de door de Visscherij-Centrale ge
volgde onjuiste methode van verkoopen.
Wij geven hier de voornaamste cijfers,
volgens de officieele gegevens van het
Centraal Bureau voor de Statistiek te
's Gravenhage:
1935 1936
Duitschland 3335 ton 2881 ton
België 235985 199757
Engeland 30282 21406
Frankrijk 133556 118173
Zwitserland 141 73
403309 ton 342292 ton
Het gaat niet aan om dit geheel te wij
ten aan het Centraal Verkoopkantoor
van Mosselen te Bergen op Zoom, zooals
meermalen is geschied, daar die heeren
ook weer heel weinig te vertellen hebben.
Zij zijn niet meer dan een adviseerend
college geworden De zaken worden in
werkelijkheid afgewikkeld door de heeren
in Den Haag.
Krabbendijke. Loop der bevolking over
de maand Januari '37. Vertrokken: Cor
nelia Nieuwenhuijise n. Kloetinge, Schoól-
str. 378; Jacob Wagenaar n. Rotterdam,
Matthenesserdijk; Adriana van Luijk en
altijd zoo eigenwijs en houdt maar vol,
dat onze zonnebloemen wel even mooi
zijn als die van mijnheer Mulready."
„Ze doen hun naam wel eer aan", zei
Marjory. ,,'tZijn net kleine zonnetjes,
want de echte zon is natuurlijk wet
millioen maal zoo groot als deze. Die
lijkt ons alleen maar zoo klein toe, omdat
ze zoo ver van ons vandaan is, hé tante
Belle? Kent u dat verhaaltje van de
zonnebloem, juffrouw Dulcey, dat tante
Belle me verteld heeft? Het is een bijbel-
sche bloem, want ze lijkt wel op de door
nenkroon, die de Heere Jezus gedragen
heeft en kijk, die zwarte meeldraden, dat
zijn de nagels van het kruis en heel die
gouden zon vertelt ons van de glorie,
die de Heiland na Zijn lijden en sterven
van God ontving."
Vol teerheid zag Belle neer op het kind,
dat in haar hart reeds zoo'n groote plaats
innam en liefkoozend streek ze over de
blonde krullen, toen Flo binnenkwam
met het verzoek of Belle even bij mijn
heer Pearce wilde komen.
Deze toonde weinig lust om aan dat
verzoek te voldoen.
„Wat wil die man toch?" zei ze onge
duldig. „Ik vertrouw hem absoluut niet.
Hij beweert, erg veel vertrouwen te hab-
WEKEMLANG MET RHEUMATISCHE
RUGPIJN IN BED.
In zeer korten tijd weer op de been.
„Vorig jaar bad ik vxeeselijke rheu-
matischo pijnen in mijn rug en ik was
drie weken lang volkomen hulpeloos.
Toen schreef mijn moeder mij, dat ik
beslist Kruschen Salts moest probeeren.
Ik kocht dadelijk een flacon en kan naar
waarheid verklaren, dat ik binnen twee
weken weer op de been was." Dit schreef
ons Mevr. A. G.
Wanneer Uw afvoerorganen niet be
hoorlijk werken, zullen bepaalde afval
stoffen het lichaam verontreinigen en
klachten veroorzaken, als rheumatische
pijnen, hoofdpijnen etc. Kruschen Salts
is een onovertroffen middel om lever,
nieren en ingewanden aan te sporen tot
gezonde, geregelde werking. De „dage-
lijksche dosis" Kruschen houdt U frisch
en opgewekt als nooit tevoren. Kruschen
Salts is verkrijgbaar bij alle apothekers
en erkende drogisten a 0.40, 0.75 en
1.60 per flacon. Let op, dat op het
etiket op de flesch, zoowel als op de
huitenverpakking de naam Rowntree
Handels Mij., Amsterdam, voorkomt.
(Adv.)
kinderen naar Beverwijk, Acacialaan 7;
Jan Traas naar Bergen op Zoom, Vre
derust 3 bis; Marinus Jacobusse, naar
Utrecht, Nieuwe Ravenstr.; Pieter en Jan
netje Hoekman naar Kapelle (Z.), Hoofd-
str. A 121; Marinus van Boven en echtg
naar Best; Jan van Baren naar Zutfen,
Weg naar Warnsveld 116; Paulus Be-
suijien naar Serooskerke A 39.
Ingekomen: Jan de Meester en echtg.
van Oudelande; Cornelia de Bro-ekert vaD
Ellewoutsdijk; Leendert Paardekooper
Overman van Boskoop; Everhard J. Th,
Krepel van Voorst (Klarenbeek).
Oostkapel Ie. Iets wat hier nog nim
mer heeft plaats gehad, gebeurde Woens
dagmiddag. Een alleenwonend persoon
werd wegens huurschuld uit zijn wo
ning gezet. Deze bijzondere gebeurtenis
bracht veel volk op de been, doch alles
verliep ordelijk. Het huishoudentje
werd later op last van het gemeentebe
stuur, op den zolder van het arrestan
tenlokaal opgeborgen. D'e persoon in
kwestie kon ook gedurende den nacht in
het arrestantenlokaal onderdak vinden.
(M. C.)
O.- en W.-Souburg. Loop der bevolking
over de maand Januari 1937;
'Gevestigd: J. Maring, van Loppersum
nlaar Kanaalstraat 2; S. Prince, van
Breskens naar Vrijburgstraat 13; P. de
Kraker, van Middelburg naar Vrijburg-
straat 39; A. M. Gopp'OO'lse, van Seroos
kerke naar Groote Abeele, p/a A. Kodde;
A. A. Sohier en gezin, van Vlissingen
naar Vlissingsche straat 127; P. J. Knop
jes, van Middelburg naar Oranjeplein 48;
M. M. Berkhout, van D'en Helder naar
Dijkstraat 54; S. Klaesen, geb. Ie Feber
en gezin, van Biervliet naar Vlissingsche
straat 80; N. G. van Riemsdijk en gezin,
van Amsterdam n'aar Nieuwe Vliss. weg
369; G. van Ingen, van Amsterdam naar
idem; S. Stroo, van Westkapelle naar
Vlissingsche straat 110; C. J. Dieleman en
gezin, van Axel naar Nieuwe Vliss. weg
101; J. Joosse, van Vrouwepolder
naar Kanaalstraat 91; M. Meulenberg,
van Vlissingen naar Nieuwe Vliss. weg
71; B. de Vries en gezin, van 's-Graven-
hage naar Vlissingsche straat 132; J. J
van der Laan en gezin, van D'en Helder,
haar Kanaalstraat 46.
Vertrokken; M. F. Boogert, van Dijk
straat 19 naar Kruiningen; J. W. de
Priester en gezin, van Nieuwe Vliss. weg
375 naar Vlissingen; G. van Belzen, van
Marnixplein 24 naar Vlissingen; N. Meij-
ers, van Buteuxstraat naar Utrecht; Jan
de Witte, van Padweg 37 naar Koude-
kerke; E. Refjnhout, van Abeelsche weg
west 6 naar Ned. Oost-Indië; G. Hijman
van Geresstraat 10 naar Anna Paulowna:
J. G. Veis en gezin, van Van Teijlingen-
straat 31, naar 's-Gravenhage; A. J. Fa
sen en gezin, van Van Turnhoutstraat 7
naar 's-Gravenhage; J. van Wier en ge
zin, van Middelburgscbe straat 75 naar
Vlissingen; M. Abrahamse, van Kanaal
straat 98 naar Middelburg; J. H. Claudi
us, vain Vlissingsche straat 113, naar Vlis
singen; P. Meulenberg en gezin, van Ge
resstraat 10 naar Vlissingen. (VI. C.)
Ritthem. De afd. Ritthem van den Bijz
Vrijw. Landstorm 'hield Woensdagavond
ben dat wijl het Amerikaansche geld zul
len krijgen en wil ons nu alvast de eene
som na de andere leenen. En als daar
ginds alles eens misloopt, heeft hij! ons
heelemaal in zijn macht."
Verwonderd over haar ongewone hef
tigheid, 'keken haar de kinderen met
groote, niet begrijpende oogen aan, terwijl
Flo sussend zei
„Je overdrijft, Belle. Ik geloof, dat hij
het werkelijk goed met ons meent."
„Ja, je moet maar naar hem toe gaan,
Belle," adviseerde nu ook juffrouw Dul
cey. „Het lijkt me beter om hem niet on-
noodig te prikkelen of te beleedigen. Zal
ik met je meegaan? Maar ik waarschuw
je, dat ik hem al geërgerd heb, voor ik
een dozijn woorden gesproken heb."
„Hé, ja, gaat u'met me mee," zei Belle
verlicht, en samen gingen ze de keuken
uit. In de gang zei juffrouw Dulcey nog
„Ik moet je eerlijk bekennen, dat ik van
het gezicht van dien man al genoeg heb,
maar het is wel goed, dat ik meega, want
in het bijzijn van een derde zal hij ten
minste geen huwelijksaanzoek kunnen
doen en misschien kan ik zijn vragen
over die Amerikaansche geschiedenis nog
wel beter beantwoorden dan jij."
(Wordt vervolgd.)