DE ZEEUW
VERLAGING POST- EN TELEGRAAFTARIEVEN i=S
N
De Erfenis uit Amerika
KLOOSTERBALSEM
TWEEDE BLAD
Voor den Zondag
Letterkundige Kroniek.
aan Winterhanden
en Wintervoeten
De Werkloosheid.
a g d.
ig0
Telefoongesprekken op korten afstand goedkooper.
Binnenlandsche telegrammen op voor«oorlogsch ta ief.
ELKEN WINTER LEED, HIJ
AKKER'S OmOIHEBl TBR INZAOB
ens zijn
I a.s.,
iet Café
londijke
ldbouw-
VAN
ZATERDAG 30 JAN. 1937, Nr 102.
KRACHT VOOR CE ZWAKKEN.
Hij geeft den moede kracht.
Jesaja 4029.
Het is voor velen een tijd vol benauwe-
nissen.
Als afstand gedaan moet worden van
vele dingen, waaraan we gehecht zijn, als
de vervaldagen van wissels met groote
zorg worden tegemoet gezien, als er geen
werk is en daardoor het dagelijksch brood
schaars is toegemeten, dan wordt het
leven moeilijk.
De glans van het leven is dan verdoft,
de opgewektheid en vreugde zijn ver te
zoeken en het gevaar bestaat, dat het
leven een sleurgang wordt zonder eenige
bezieling.
En dat geldt niet alleen van den
wereldling, die aan de geestelijke goede
ren totaal vreemd is, neen, ook bij den
Christen is het gevaar allesbehalve denk
beeldig, dat de kracht inzinkt en de
levensmoed gaat kwijnen.
Maar een blijvend verschijnsel kan dit
toch niet zijn.
Want ook voor dezulken is er het troost-
lied van Jesaja, waarin de profeet heen-
wijst naar den Schepper van de einden
der aarde, die den moede kracht geeft
en de sterkte vermenigvuldigt dien, die
geene krachten heeft.
Als we alleen stonden te midden van
de moeiten en zorgen, dan zou het zijn
om te bezwijken. En het is verklaarbaar,
dat soms de klacht wordt gehoord: Mijn
weg is voor den Heere verborgen.
Maar een goede, een Christelijke levens
houding is dat toch niet.
Ja het kan donker zijn in het leven.
Maar... weet ge het dan niet, dat de
eeuwige God, noch moede noch mat
wordt?
Welnu, Hij is het, die den moede kracht
geeft.
De last van dit leven kan zwaar druk
ken, maar... die den Heere verwachten,
zullen de kracht vernieuwen!
Zalig hij, die in dit leven,
Jacobs God ter hulpe heeft.
FEEST IN HOLLANDS HUIS
door
Dr P. R. RITTER Jr.
Bij het Bruidsfeest dat enkele weken
geleden werd gevierd, heeft een stil en ne-
dachtzaam volk dat wars is van alle
luidruchtigheid en uitbundig lawaai
op ondubbelzinnige wijze uiting gegeven
aan de diepe vreugde die het hart Bewoog.
Het ligt niet in den Holiandschen aard,
met een omhaal van woorden en veel
uiterlijk vertoon te gewa0en van de be
wogenheid des gemoeds. Wij schamen ons
onze vaderlandsliefde en in die liefde,
ais sterae hoeksteen en onwrikbaar mid
delpunt levens, de liefde voor de Üranje's
L niet, maar tot een onstuimige geest
drift, tot hoog-oplaaiende feestvreugde la
ten wij ons slechts zelden verleiden. Onze
vreugde is diep, echt en innig; maar zij
ieeft veeleer in de stilte dan dat zij op de
markt des levens gezien wordt.
Nu die vreugde, de uiting van een in
stilte gedragen geluk, dan eindelijk weer
eens losbrak, ongekend hevig en oprecht
nu kon men er zich ten volle van ver
zekerd houden: het volk, dat zóó zijn
feest viert, weet zich rijk in zijn bezit,
waaraan het zijn gansche hart onweer
staanbaar gegeven heeft. Men bemerkt
het: de ziel van dit volk is diep-bewogen,
is tot in de diepste roerselen geraakt; het
moet losbarsten in vreugdebetoon, dit volk
der bedachtzamen en stillen, op een wijze
als men nauwelijks zou durven verwach
ten!
Ja, - er is in de Nederlanden, alles
wat verdeelt en scheidt ten spijt zulk een
•ép-
betaling
anaf 1
)f tegen
stwissel
NOOGE,
ssingen.
FEUILLETON.
door Anne Baele.
58) oii
Weatherley was heelemaal op zijn ge
mak; hij deelde mijnheer Mulready al
zijn plannen mee, betreffende zijn toe
komst en die van zijn zusjes. Maar zorg
vuldig vermeed hij te spreken over het
moeilijke conflict, dat er gerezen was
tusschen hem en zijn beide grootvaders
Hij voelde, dat dat niet kon en mocht,
omdat hij dat niet kon doen, zonder een
van die beiden in een minder mooi dag
licht te stellen.
Aandachtig had Mulready géluisterd
n^ar alles, wat hem de jongen vertelde
„Eén raad wil ik je geven, mijn jongen,
een raad, die mij goed toelijkt. Probeer
goeie vrienden te blijven of te worden
met den landheer en vermijd het vooral
om hem op de een of andere manier te
heleedigen en verder: laat je nooit en in
geen enkel opzicht in met den advocaat
Pearce."
^en luid, kort geblaf van Jack ver
kondigde, dat er een trein in aantocht
v as en de stationschef haastte zich op
sterk gevoel van eenksB, zoodra er sprake
is ya.n trouw aan de dynastie van Oranje,
dat de feestvreugde in den vollen zin des
woords „algemeen" is als het Vorsten
huis esn geluk ten deel valt.
Ons volk weet zich één met Oranje,
daaraan verbonden sedert de Vader van
dit geslacht met een gebed op de lippen
voor het heil van zijn volk is. En
altijd, in donkere en blijde dagen, heeft
het naar de Oranje's het oog gericht, aan
hun leiding zich overgegeven. Er dreigde
nu slechts één gevaar: dat de dynastie,
die immers deze natie vormde en haar
hoedde sedert eeuwen, een eindpunt zou
bereiken; dat het Koningschap, bij gebrek
aan opvolgers, aan anderen zou moeten
worden opgedragen.
Dat gevaar heeft ons volk gezien. Het
heeft in zijn liefde en trouw, bij het
aanschouwen van die eenzaamheid, zich
te dichter om den troon geschaard en te
vuriger gebeden om behoud van den kost
baren schat, die in Koningin en Prinses
nog belichaamd was.
Nu dat Koningschap der Oranjes zijn
nieuwe bevestiging ontvangen mocht, was
dat ook om die reden aanleiding tot feest
betoon, Zooals Pr Ritter het zegt in zijn
verhandeling over; „Het Prinselijk Brui
loftsfeest en zijn beteekenis", als hij
spreekt over deze nieuwe bevestiging:
„Ons volk draagt zijn dynastie in het
hart; het wil er ook de weerspiegeling in
zien van het eigen wezen. Er wordt een
prinselijk huisgezin gesticht, een gezin,
dat den eenvoud, de hartelijkheid, de ge
zelligheid in zich besloten houdt van den
Nederlandschen aard en de Nederland-
sche familie
„Twee jonge menschen, die een gezin
willen vormen, en één van die twee was
de jonge vrouw, die-'eenmaal geroepen zal
worden tot den troon, de ander was een
Prins van doorluchtige geboorte, maar die
niet met sporengerinkel en hof-etiquette
tot ons kwam, doch eenvoudig en harte
lijk en gemoedelijk zooals Nederland is.
Tb Dynastie, in Nederland, heeft de
natie gevormd. Zij is niet door leenheer
schap over de natie gesteld, maar is uit
de natie geboren. Oranjegezindheid heeft
de voorkeur boven Koningsgezindheid. En
wij weten allen, dat er maar één bedrei
ging bestaat voor ons Koningschap: het
overgaan van dat Koningschap aan een
vreemden vorst".
De Nederlandsche dynastie schenkt aan
het Nederlandsche volk zijn hoogsten le
vensvorm.
Een reeks korte hoofdstukken heeft de
schrijver van dit „bruidsgeschenk aan
heel ons volk", dat hij den blijden titel
gaf: „Feest in Hollands huis'', gewijd aan
hèt groote feit, dat tot deze feeststemming
opwekte. Er was een „prinselijk bruilofts
feest", daarvan vertelt hij in het eerste
hoofdstuk. En vervolgens handelt hij over
feest en bruidspaar en Koningshuis in
één adem: over Volksaard en dynastie:
Koningin en Prinses; Intellectueele ont
wikkeling; Het lage land en de glooiende
bergen: Het godsdienstig gezin; Groei van
karakter en geest.; De Prins als Neder
lander; Het gothische venster; Het feost;
Het ceremonieel; Niet het land allepn,
maar ook het rijk. Het feest in het kader
van dezen tijd. Men merkt uit deze op
somming van titels, dat de schrijver zijn
onderwerp uitvoerig behandelt; dat hij
alle factoren die vermelding verdienen
haar plaats geeft. Wat men echter nog
niet bemerkt, wijl dat alleen uit den in
houd zélf blijkt, is: de liefde tot Vorsten
huis en volk, die hier de pen heeft geleid
en woorden deed vinden, die daarvan op
bet allerschoonst en het allerzuiverst ge
tuigen. Voor het volk, dat een mooi feest
heeft gevierd bij gelegenheid van een
prinselijke bruiloft, maar dat nu tot den
gewonen gang van het leven is terug ge
keerd, mag dit boek een schoon en duur
zaam geschenk worden genoemd.
Dit boek is het mag gerust gezegd
worden een herinneringsboek bij uit
nemendheid. Het geeft feiten, maar het
plaatst die feiten op de juiste plaats, in
nauwkeurig overwogen orde, zoodat het
beeld dat wordt opgetrokken vrij blijft van
al wat ontsieren zou.
Aan feiten is er in dit feestgeschenk
voor ons volk véél aanwezig. Maar zij al
leen bepalen de waarde van dit boek niet.
Veel meer zijn het de schoone gedachten,
die de schrijver ons op deze bladzijden
mededeelt.
het perron, waar zijn plicht hem nu
weer riep. Er stapte echter geen enkele
reiziger in of uit, zoodat het station spoe
dig weer even stil en verlaten lag als te
voren. Mulready had nu nog even gele
genheid om wat bloemen voor Belle te
plukken, die Weatherley dan voor haaj
kon meenemen en die gelegenheid wildu
hij in geen geval laten voorbijgaan.
„Kijk, deze groote zonnebloemen zijn
voor je zusjes. Het lijken wel kleine pa
rasolletjes, hé? En wil je dan aan tante
Belle zeggen, dat ik voor haar nog gera
niumstekjes heb, die ik binnenkort zal ko
men brengen?"
Plotseling vroeg Weatherley zondei
eenige schuchterheid: „Houdt u van tan
te Belle?"
„Je moet wel van haar houden, hé, of
je wilt of niet", glimlachte Mulready
„Trouwens, iedereen in het dorp houd!
van haar."
Er waren voorloopig geen treinen meer
te verwachten, zoodat de stationschef tijd
had om een eindje met zijn kleinen vriend
mee te gaan. Hij had schik in den eerlij
ken en schranderen jongen maar hij had
ook begrepen, dat er heel veel van afhing
onder welke leiding deze jongen in zijn
verdere jongensjaren zou staan. Hij had
door zijn groot zelfvertrouwen werkelijk
een te hoogen dunk van zichzelf- en was
De financieels vooruitzichten van hel
P. T. T.-bedrijf zijn dusdanig, dat op
hieuw eenige tarieven, welke daarvoor in
de eerste plaats in aanmerking komen,
kunnen worden verlaagd.
De verlaging der interlocale telefoonta
rieven betreft de tarieven in de eerste en
de tweede zone, welke als volgt worden
gewijzigd
Het tarief voor een gesprek van 3 min.
in de eerste zone (110 km.) bedraagt
thans 6 cent en wordt nu 4 cent. In de
2e zone (1015 km.) is het tarief 12 ct.;
het wordt nu 10 cent.
Het bestaande tarief voor een interlo
cale doorverbinding in sluitingstijd der
kantoren, dat tot dusver f 25 tot f 40 per
jaar bedroeg, naar gelang van den om
vang der daarvoor noodige technische
voorzieningen, wordt, met ingang van 1
Maart 1937, teruggebracht op een uni
form tarief van f 24 voor alle doorver
bindingen.
Voorts zijn nog enkele wijzigingen van
meer administratieven aard in het Rijks-
telefoonreglement 1929 gebracht
Het b i n n e n 1 a n ds c h telegram-
telefoonreglement 1929 gebracht
tarief is thans tot een maximum van
10 woorden gebracht op 25 cent. Voor
elke 5 woorden of gedeelte daarvan tol
50 woorden, 10 cent meer en voor elke
10 woorden boven 50, eveneens 10 cent
meer.
Voor het locaal verkeer is het ta
rief van gewone telegrammen tot een
maximum van 10 woorden gebracht van
15 op 10 cent.
Het tarief van brieftelegrammen is
eveneens verlaagd.
Aan den telefoonboodschap
pendienst, welke door toepassing in
alle netten met meer dan 2.000 aanslui
tingen feitelijk reeds uit het stadium van
een proefneming was getreden, is een blij
vend karakter gegeven.
Het tarief voor radiotelegram
men in het verkeer met Nederlandsche
schepen met een vasten lijndienst van of
naar een Nederlandsche haven is in be
paalde gevallen met 10 cent per woord
verlaagd.
Fotografisch afschrift van een telegram
kost voortaan f 1 in plaats van f 1.50.
Verder is de sedert 1 December 1934 bij
wijze van proef ingevoerde regeling, dat
de bodekosten van een telegram
buiten den kosteloozen bestelkring ten
hoogste 60 cent zullen bedragen, definitief
geworden; is de gelegenheid geopend tot
langere openstelling van de Telegraaf Van
toren, op kosten van de belanghebben
den, evenals zulks voor telefoonkantoren
't geval is en zijn de diensten van de
nationale telegrammen en van de radio-
brieftelegrammen in het Rijkstelegraaf-
reglement vastgelegd.
De wijzigingen hij den telegraafdienst
treden alle 1 Februari 1937 in werking.
Wat den postdienst betreft is nog
een wijziging in het luchtposttarief met
Indië in voorbereiding; voor het tegen
woordige kunnen hieromtrent echter nog
geen nadere mededeelingen worden ge
daan.
Over een verlaging van het binnen
landsche briefport is wel gedacht,
doch de middelen zijn dit jaar niet toe
reikend om een dergelijke, zeer kostbare,
verlaging te verwezenlijken. Zij zal tol
een gunstiger tijdstip moeten wachten.
Ons volk, dat een bedachtzaam volk is,
rijk met herinneringen die het koestert en
waaruit het krachten put, heeft juist d i t
boek noodig om in de jaren die op dit
bruiloftsfeest zullen volgen, de blijde da
gen van weleer helder voor de aandacht
te houden. Om wat het over het feest en
de vorstelijke personen zélf vertelt,
maar óók om de gedachten die daarbij een
uiting zochten èn gevonden hebben, is dit
'boek het lezen en herlezen waard. Het is
een „gelegenheids-geschenk", maar het is
tegelijkertijd een kostbaar bezit, welks
waarde verre uitgaat boven het karakter
dat zulke geschenken vaak dragen. Het zal
zijn lichtglans spreiden, jaren en jaren
nadat het voor de eerste maal tot het
stille, bedachtzame, schuchtere volk zijn
blijmoedig woord sprak.
A. L. VAN OYEN.
Danx zij den KLOOSTERBALSEM
komt hij daar voor goed van af.
Door mijn oeroep moest ik den ge-
geheelen dag op straat loopen en daar
door gingen de plekken altijd openen
begonnen te zweren. Van alles pro
beerde ik, maar baat vond ik niet, tot
dat ik met Kloosterbalsem begon El-
ken ochtend en avond deed ik die op
de plekken. Ze genazen binnen een
week prachtig en voor goed. ftu smeer
ik als 't koud wordt van te voren mijn
handen en voeten eiken ochtend met
Kloosterbalsem in en heb sedert dien
geen last meer van winterhanden en
-voeten gehad." w .,.GPi
Geen goud zoo goed"
•novertroffen b(j brand-en snjjwonaen
Jok ongeëvenaard als wrijfmiddel bij
RheumaUek, spit en pijl ïijke spieren
Schroefdoos 35 ct. Potten: 62'/2 ct. en f 1.04
daardoor niet vrij van een tikje hinder
lijke verwaandheid en eigenwijsheid.
Toen ze bij een tweesprong van elkaar
gingen, zei hij voor het laatst: „Zul je ci
om denken, Weatherley, dat je in mij een
vriend hebt, die je ten alle tijde met raad
en daad wil bijstaan? Ik heb zelf ook al
heel wat in de wereld gezien en onder
vonden en ik moest me al alleen door het
leven trachten heen te slaan, toen ik nog
maar net zoo oud was als jij."
„Ik dank u heel hartelijk en dat zal ik
vast niet vergeten, dat ik in u een echten
vriend heb", zei Weatherley dankbaar
en vroolijk zwaaide hij hem met de bloe
men een afscheidsgroet toe.
„Voorzichtig met die bloemen, hoor"
riep Mulready hem waarschuwend na.
Dat zijn mijn kinderen, die ik met zooveel
zorg heb groot gebracht; pas dus goed
op ze."
Weatherley moest om deze vergelijking
lachen en heel wat vroolijker liep hij1 te
rug den weg, die hij even tevoren met zijn
grootvader had gereden. Rondom hem
stond alles te bloeien in wijdgeurende
pracht; bosch en weide hadden zich ge
sierd met de schatten, die de late zomer
hun kwistig toebedeelde, nu voor hem hst
scheidensuur al weer naderde.
In rood-gouden en violette tinten gloei
den de toppen der boomen en over de
Wat aan de werkloozenkassen werd
uitgekeerd.
De directeur van den rijksdienst der
Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbe
middeling deelt mede, dat in de week
van 4 tot en met 9 Januari 1937 het aan
tal leden van ingevolge het Werkloos
heidsbesluit 1917 gesubsidieerde ver-
eenigingen bedroeg 531.900 (van wie
74.5P0 landarbeiders).
Van de verzekerden, niet behoorende
tot de landarbeiders, waren de geheele
week werkloos in de week van 4 tot en
met 11 Jan. '37 31.7 pet, in de vorige
verslagweek (21 tot en met 26 Dec. '36)
31.1 pet., in de overeenkomstige week van
1936 36.6 pet., in de overeenkomstige
week van 1935 34.7 pet.
In 1936 ontvingen de werkloozenkassen
hij een gemiddeld aantal leden van
531.000 in het totaal uit bijdragen van de
leden f7.460 007 (1935: f7.800 00 bij een
gemiddeld aantal leden van 551.0 0).
Ten laste van het rijk en de gemeenten
ontvingen de kassen in het totaal aan
subsid'e fll.470.0CO (1935 fl2.69\00f».
an 'haar werklooze leden keerden de
kassen in totaal uit f 18.12.0.000 (19J5
f 19.26"l0rO).
Uit de reser es der werkloozenkassen,
die op het einde van 1930 f 10 810.000 be
droegen. moest in de jaren 1931, 1932 en
1933 worden geput, met het gevolg, dal
die reserves slonken tot f2.910.000 op
het einde van 1933. In de jaren 1934,
1935 en 1936 werden de kassen in staat
gesteld wederom eenige reserves te kwee-
ken. Dientengevolge bedroeg de som dei
reserves op het eind van 1936 f 5.850.000,
Bij. 1055 organen der openbare arbeids
bemiddeling stonden op 9 Jan. 1937 in
totaal 474.382 werkzoekenden ingeschre
ven, onder wie 450.796 mannen Van deze
werkzoekenden waren er echter slechts
459.183 werkloos, onder wie 440.449
mannen, terwijl van dezen een aantal was
ondergebracht bij' werkverschaffingen en
het cultureele werk voor werkloozen.
Blijkens mededeelingen van den direc
teur-generaal van werkverschaffing en
stennverleening waren einde November
1936 46.840 arbeiders geplaatst bij een
werkverschaffing. Aan het cultureel werk
voor werkloozen namen einde October
1936 deel: cursussen 35.028 personen.
struiken hing nog het zilvergrijze waas
der morgennevels. Weatherley genoot met
volle teugen van al die heerlijkheid om
zich heen en onwillekeurig kwam in zijn
hart de gedachte op, of het nu in Mon
treal ook zoo mooi zou zijn en of zijn
vader daarvan ook nog zou kunnen ge
nieten. Hij speurde in zijn herinnering
naar de beschrijvingen van Amerika, die
hij had gelezen in zijn Indianenboek
en hij bedacht, dat nu die dichte bosschen
en oerwouden toch zeker ook wel erg
mooi zouden zijn. Maar zijn vader was
natuurlijk te ziek om nog naar buiten
te kunnen gaan en Montreal zou ook wel
een groote stad zijn, waar je niets anders
zag, dan torenhooge huizen en gebou
wen, die bijna met hun daken tot in de
wolken boorden. Wat zou zijn vader zich
daar eenzaam gevoelen en ongetwijfeld
zou een verterend verlangen naar moeder
en naar hen, hem kwellen. De tranen
sprongen in Weatherley's oogen, toen hij
daaraan dacht en hij had wel weg willen
vliegen, heel die wijde oceaan over, om
bij hem te komen, naar wien zijn hart
zóó in verlangen uitging. Grootere moede
loosheid dan te voren legde haar ban
over zijn jonge ziel, als hij er aan dacht
dat zijn vader daar ginds in het vreemde
land zou kunnen sterven. Wat moest er
van hem, wat van zijn zusjes worden! Hij
De Tweede Kamer zet spoed achter de
Grondwetsherziening, met weker open
bare BehanueLng ze deze week begon
nen is. Terecht kon Minister do Wilde
sprexen van een rustige steer, waar
in deze ar Be id plaats vindt. Toch zijn er
wel enkele belangrijke punten By, die
aan de orue komen. Zoo wordt het in-
KOinen van de Koningin van f 1.2Uü.(x)0
op f l.OÜU.OGU teruggebracht. Voorts zal
ue gemaal van een regeerende Konin
gin in de toekomst f 2iA).(J00 ontvangen.
Het inkomen van de gehuwde Prinses,
vermoedelyk erfgenaam van de Kroon,
wordt f 2UO.IHJ0 i.p.v, f 4UÜ.ÜOO, terwijl
haar gemaal eveneens f 2G0.U00 ontvangt.
Lang is gedeBaHetrd over de schade
loosstelling der Kamerleden. De regee
ring wilde ze van f 5000 op f 4000 bren
gen, maar dat ging, vooral voor hen,
die ver van Den Haag wonen, wel wat
ver. Het zal f 4500 worden,
Het pensioen voor de Tweede-Kamer
leden is op f 120 per jaar, tot een maxi
mum van f 2800, vastgesteld,
Ten slotte is afgeuaan het voorstel,
waardoor de Koning Ministers kan be
noemen, die niet belast zijn met de lei
ding van een ministerieel departement,
dus Ministers zonder portefeuille.
We mogen ons wel gelukkig prijzen,
dat een belangrijk werk als Grondwets
wijziging op zoo rustige wijze, in ge
meen overleg tusschen kabinet en volks
vertegenwoordiging zijn beslag krijgt.
Hoe anders gaat dit toe in landen, waar
een dictator de schepter zwaait. Daar
zet men de Grondwet maar eenvoudig
op zij, als dit beter uitkomt.
Dat -de Nederlandsch-Indische conver-
sieleening deze week zoo mooi overtee-
kend werd, is ook weer een bewijs, dat
het regeeringsbeleid groot vertrouwen ge
niet. Menig land benijdt ons dan ook, dat
we een minister-president hebben als dr
Golijn, wiens initiatief om door overleg
met de andere Oslo-staten te komen tot
vermindering der handelsbelemmeringen
ook sterk de aandacht trok.
Dat dezer dagen weer eenige verlaging
van de telegram- en telefoontarieven in
uitzicht kon worden gesteld, mag met
dankbaarheid worden gereleveerd. Naar
verlaging van de publieke lasten zal
steeds meer moeten Worden gestreefd.
Jammer, dat de plotseling ingevallen
vorst behalve dat ze hier en daar het
verkeer ernstig belemmert, ook de werk
loosheid, 'die neiging tot afname toonde,
weer doet toenemen.
Maar deze winterkoude is nog niets,
vergeleken hij! de vreeselijke natuurramp,
die Amerika getroffen heeft, een ramp,
zóó érnstig, dat we ons uit de verte daar
van geen voorstelling kunnen vormen.
In Spanje is 't door den burgerkrijg nog
steeds droevig gesteld. Men vraagt zich
met bezorgdheid af, wat er in economisch
opzicht van dit land terecht moet komen.
In Japan is de kabinetscrisis nog
steeds met opgelost Dat een generaal de
leiding daarbij heeft, beteekent voor an
dere landen niet veel goeds.
Ook in België om dicht bij huis
maar te eindigen kraakt het.
Het conflict, dat in de Belgische socia
listische 'partij en derhalve ook in de Bel
gische regiering tusschen minister Spaak
van Buitenlandsche Zaken en zijn collega
aan Openbare Gezondheid Vandervelde
bestond is op het ontslag van den laat-
sten uitgeloopen.
Vandervelde was en bleef socialist,
Spaak is in zeer korten tijd Belgisch
staatsman geworden, en daaruit moest
een conflict groeien.
Er staat voor België echter heel wat
meer op het spel. Het gaat om veel be
langrijker dingen dan Vandervelde ol
Spaak.
De crisis is dan ook allerminst opgelost.
werkobjecten gemiddeld 20S3 personen,
centrale werkplaatsen 1914 personen,
kampen voor jeugdige werkloozen 1399
personen.
Het bestuur van het "Werkfonds 1934
deelt mede, dat op 11 Jan. 1937 het aan
tal arbeiders bij openbare werken, die op
de bouwplaats zelf werkzaam zijn, onge-
eer 2650 bedroeg. Rekent men daarbij
hen, die indirect door deze werken ar
beid hebben, dan komt men op globaal
7000 arbeiders.
was nu nog te jong om voor ben te zor
gen en in hun levensonderhoud te voor
zien.
Van studeeren was natuurlijk voor
hem geen sprake meer; hij zou zoo spoe
dig mogelijk moeten gaan verdienen. Hoe
anders zou het geweest zijn, als hij het
voorstel van den landheer had mogen
aannemen. Nu leek alles zoo donker en
hopeloos voor de toekomst; nergens zag
hij nog een enkel sprankje licht en de
vertroostende woorden van mijnheer Mul-
ïeady, die hem er op gewezen had, bij
wien alleen hulp te vinden was, had hij
al heelemaal weer vergeten. Hij was zoo
verdrietig, dat hij even aan den kant van
den weg ging zitten om eens uit te
schreien nu hij zich onbespied waande.
Niets zag hij meer van al het mooie en
schoone om zich heen; zijn oogen waren
door tranen blind voor het kleurenspel
dat de zomeizon speelde op bloem en
blad; en zijn ooren hoorden niet meer do
jubelzang der natuur. Alleen was hij; al
leen met zijn groot verdriet, waaraan hij
zich zóózeer had overgegeven, dat hij
niets bemerkte van het naderende geluid
van hoefslagen. Verschrikt stond hij op,
toen hij plotseling den landheer voor zich
zag staan, die hem bezorgd vroeg, wat
hem scheelde.
(Wordt vervolgd.)