DE ZEEUW VERLAGING POST- EN TELEGRAAFTARIEVEN i=S N De Erfenis uit Amerika KLOOSTERBALSEM TWEEDE BLAD Voor den Zondag Letterkundige Kroniek. aan Winterhanden en Wintervoeten De Werkloosheid. a g d. ig0 Telefoongesprekken op korten afstand goedkooper. Binnenlandsche telegrammen op voor«oorlogsch ta ief. ELKEN WINTER LEED, HIJ AKKER'S OmOIHEBl TBR INZAOB ens zijn I a.s., iet Café londijke ldbouw- VAN ZATERDAG 30 JAN. 1937, Nr 102. KRACHT VOOR CE ZWAKKEN. Hij geeft den moede kracht. Jesaja 4029. Het is voor velen een tijd vol benauwe- nissen. Als afstand gedaan moet worden van vele dingen, waaraan we gehecht zijn, als de vervaldagen van wissels met groote zorg worden tegemoet gezien, als er geen werk is en daardoor het dagelijksch brood schaars is toegemeten, dan wordt het leven moeilijk. De glans van het leven is dan verdoft, de opgewektheid en vreugde zijn ver te zoeken en het gevaar bestaat, dat het leven een sleurgang wordt zonder eenige bezieling. En dat geldt niet alleen van den wereldling, die aan de geestelijke goede ren totaal vreemd is, neen, ook bij den Christen is het gevaar allesbehalve denk beeldig, dat de kracht inzinkt en de levensmoed gaat kwijnen. Maar een blijvend verschijnsel kan dit toch niet zijn. Want ook voor dezulken is er het troost- lied van Jesaja, waarin de profeet heen- wijst naar den Schepper van de einden der aarde, die den moede kracht geeft en de sterkte vermenigvuldigt dien, die geene krachten heeft. Als we alleen stonden te midden van de moeiten en zorgen, dan zou het zijn om te bezwijken. En het is verklaarbaar, dat soms de klacht wordt gehoord: Mijn weg is voor den Heere verborgen. Maar een goede, een Christelijke levens houding is dat toch niet. Ja het kan donker zijn in het leven. Maar... weet ge het dan niet, dat de eeuwige God, noch moede noch mat wordt? Welnu, Hij is het, die den moede kracht geeft. De last van dit leven kan zwaar druk ken, maar... die den Heere verwachten, zullen de kracht vernieuwen! Zalig hij, die in dit leven, Jacobs God ter hulpe heeft. FEEST IN HOLLANDS HUIS door Dr P. R. RITTER Jr. Bij het Bruidsfeest dat enkele weken geleden werd gevierd, heeft een stil en ne- dachtzaam volk dat wars is van alle luidruchtigheid en uitbundig lawaai op ondubbelzinnige wijze uiting gegeven aan de diepe vreugde die het hart Bewoog. Het ligt niet in den Holiandschen aard, met een omhaal van woorden en veel uiterlijk vertoon te gewa0en van de be wogenheid des gemoeds. Wij schamen ons onze vaderlandsliefde en in die liefde, ais sterae hoeksteen en onwrikbaar mid delpunt levens, de liefde voor de Üranje's L niet, maar tot een onstuimige geest drift, tot hoog-oplaaiende feestvreugde la ten wij ons slechts zelden verleiden. Onze vreugde is diep, echt en innig; maar zij ieeft veeleer in de stilte dan dat zij op de markt des levens gezien wordt. Nu die vreugde, de uiting van een in stilte gedragen geluk, dan eindelijk weer eens losbrak, ongekend hevig en oprecht nu kon men er zich ten volle van ver zekerd houden: het volk, dat zóó zijn feest viert, weet zich rijk in zijn bezit, waaraan het zijn gansche hart onweer staanbaar gegeven heeft. Men bemerkt het: de ziel van dit volk is diep-bewogen, is tot in de diepste roerselen geraakt; het moet losbarsten in vreugdebetoon, dit volk der bedachtzamen en stillen, op een wijze als men nauwelijks zou durven verwach ten! Ja, - er is in de Nederlanden, alles wat verdeelt en scheidt ten spijt zulk een •ép- betaling anaf 1 )f tegen stwissel NOOGE, ssingen. FEUILLETON. door Anne Baele. 58) oii Weatherley was heelemaal op zijn ge mak; hij deelde mijnheer Mulready al zijn plannen mee, betreffende zijn toe komst en die van zijn zusjes. Maar zorg vuldig vermeed hij te spreken over het moeilijke conflict, dat er gerezen was tusschen hem en zijn beide grootvaders Hij voelde, dat dat niet kon en mocht, omdat hij dat niet kon doen, zonder een van die beiden in een minder mooi dag licht te stellen. Aandachtig had Mulready géluisterd n^ar alles, wat hem de jongen vertelde „Eén raad wil ik je geven, mijn jongen, een raad, die mij goed toelijkt. Probeer goeie vrienden te blijven of te worden met den landheer en vermijd het vooral om hem op de een of andere manier te heleedigen en verder: laat je nooit en in geen enkel opzicht in met den advocaat Pearce." ^en luid, kort geblaf van Jack ver kondigde, dat er een trein in aantocht v as en de stationschef haastte zich op sterk gevoel van eenksB, zoodra er sprake is ya.n trouw aan de dynastie van Oranje, dat de feestvreugde in den vollen zin des woords „algemeen" is als het Vorsten huis esn geluk ten deel valt. Ons volk weet zich één met Oranje, daaraan verbonden sedert de Vader van dit geslacht met een gebed op de lippen voor het heil van zijn volk is. En altijd, in donkere en blijde dagen, heeft het naar de Oranje's het oog gericht, aan hun leiding zich overgegeven. Er dreigde nu slechts één gevaar: dat de dynastie, die immers deze natie vormde en haar hoedde sedert eeuwen, een eindpunt zou bereiken; dat het Koningschap, bij gebrek aan opvolgers, aan anderen zou moeten worden opgedragen. Dat gevaar heeft ons volk gezien. Het heeft in zijn liefde en trouw, bij het aanschouwen van die eenzaamheid, zich te dichter om den troon geschaard en te vuriger gebeden om behoud van den kost baren schat, die in Koningin en Prinses nog belichaamd was. Nu dat Koningschap der Oranjes zijn nieuwe bevestiging ontvangen mocht, was dat ook om die reden aanleiding tot feest betoon, Zooals Pr Ritter het zegt in zijn verhandeling over; „Het Prinselijk Brui loftsfeest en zijn beteekenis", als hij spreekt over deze nieuwe bevestiging: „Ons volk draagt zijn dynastie in het hart; het wil er ook de weerspiegeling in zien van het eigen wezen. Er wordt een prinselijk huisgezin gesticht, een gezin, dat den eenvoud, de hartelijkheid, de ge zelligheid in zich besloten houdt van den Nederlandschen aard en de Nederland- sche familie „Twee jonge menschen, die een gezin willen vormen, en één van die twee was de jonge vrouw, die-'eenmaal geroepen zal worden tot den troon, de ander was een Prins van doorluchtige geboorte, maar die niet met sporengerinkel en hof-etiquette tot ons kwam, doch eenvoudig en harte lijk en gemoedelijk zooals Nederland is. Tb Dynastie, in Nederland, heeft de natie gevormd. Zij is niet door leenheer schap over de natie gesteld, maar is uit de natie geboren. Oranjegezindheid heeft de voorkeur boven Koningsgezindheid. En wij weten allen, dat er maar één bedrei ging bestaat voor ons Koningschap: het overgaan van dat Koningschap aan een vreemden vorst". De Nederlandsche dynastie schenkt aan het Nederlandsche volk zijn hoogsten le vensvorm. Een reeks korte hoofdstukken heeft de schrijver van dit „bruidsgeschenk aan heel ons volk", dat hij den blijden titel gaf: „Feest in Hollands huis'', gewijd aan hèt groote feit, dat tot deze feeststemming opwekte. Er was een „prinselijk bruilofts feest", daarvan vertelt hij in het eerste hoofdstuk. En vervolgens handelt hij over feest en bruidspaar en Koningshuis in één adem: over Volksaard en dynastie: Koningin en Prinses; Intellectueele ont wikkeling; Het lage land en de glooiende bergen: Het godsdienstig gezin; Groei van karakter en geest.; De Prins als Neder lander; Het gothische venster; Het feost; Het ceremonieel; Niet het land allepn, maar ook het rijk. Het feest in het kader van dezen tijd. Men merkt uit deze op somming van titels, dat de schrijver zijn onderwerp uitvoerig behandelt; dat hij alle factoren die vermelding verdienen haar plaats geeft. Wat men echter nog niet bemerkt, wijl dat alleen uit den in houd zélf blijkt, is: de liefde tot Vorsten huis en volk, die hier de pen heeft geleid en woorden deed vinden, die daarvan op bet allerschoonst en het allerzuiverst ge tuigen. Voor het volk, dat een mooi feest heeft gevierd bij gelegenheid van een prinselijke bruiloft, maar dat nu tot den gewonen gang van het leven is terug ge keerd, mag dit boek een schoon en duur zaam geschenk worden genoemd. Dit boek is het mag gerust gezegd worden een herinneringsboek bij uit nemendheid. Het geeft feiten, maar het plaatst die feiten op de juiste plaats, in nauwkeurig overwogen orde, zoodat het beeld dat wordt opgetrokken vrij blijft van al wat ontsieren zou. Aan feiten is er in dit feestgeschenk voor ons volk véél aanwezig. Maar zij al leen bepalen de waarde van dit boek niet. Veel meer zijn het de schoone gedachten, die de schrijver ons op deze bladzijden mededeelt. het perron, waar zijn plicht hem nu weer riep. Er stapte echter geen enkele reiziger in of uit, zoodat het station spoe dig weer even stil en verlaten lag als te voren. Mulready had nu nog even gele genheid om wat bloemen voor Belle te plukken, die Weatherley dan voor haaj kon meenemen en die gelegenheid wildu hij in geen geval laten voorbijgaan. „Kijk, deze groote zonnebloemen zijn voor je zusjes. Het lijken wel kleine pa rasolletjes, hé? En wil je dan aan tante Belle zeggen, dat ik voor haar nog gera niumstekjes heb, die ik binnenkort zal ko men brengen?" Plotseling vroeg Weatherley zondei eenige schuchterheid: „Houdt u van tan te Belle?" „Je moet wel van haar houden, hé, of je wilt of niet", glimlachte Mulready „Trouwens, iedereen in het dorp houd! van haar." Er waren voorloopig geen treinen meer te verwachten, zoodat de stationschef tijd had om een eindje met zijn kleinen vriend mee te gaan. Hij had schik in den eerlij ken en schranderen jongen maar hij had ook begrepen, dat er heel veel van afhing onder welke leiding deze jongen in zijn verdere jongensjaren zou staan. Hij had door zijn groot zelfvertrouwen werkelijk een te hoogen dunk van zichzelf- en was De financieels vooruitzichten van hel P. T. T.-bedrijf zijn dusdanig, dat op hieuw eenige tarieven, welke daarvoor in de eerste plaats in aanmerking komen, kunnen worden verlaagd. De verlaging der interlocale telefoonta rieven betreft de tarieven in de eerste en de tweede zone, welke als volgt worden gewijzigd Het tarief voor een gesprek van 3 min. in de eerste zone (110 km.) bedraagt thans 6 cent en wordt nu 4 cent. In de 2e zone (1015 km.) is het tarief 12 ct.; het wordt nu 10 cent. Het bestaande tarief voor een interlo cale doorverbinding in sluitingstijd der kantoren, dat tot dusver f 25 tot f 40 per jaar bedroeg, naar gelang van den om vang der daarvoor noodige technische voorzieningen, wordt, met ingang van 1 Maart 1937, teruggebracht op een uni form tarief van f 24 voor alle doorver bindingen. Voorts zijn nog enkele wijzigingen van meer administratieven aard in het Rijks- telefoonreglement 1929 gebracht Het b i n n e n 1 a n ds c h telegram- telefoonreglement 1929 gebracht tarief is thans tot een maximum van 10 woorden gebracht op 25 cent. Voor elke 5 woorden of gedeelte daarvan tol 50 woorden, 10 cent meer en voor elke 10 woorden boven 50, eveneens 10 cent meer. Voor het locaal verkeer is het ta rief van gewone telegrammen tot een maximum van 10 woorden gebracht van 15 op 10 cent. Het tarief van brieftelegrammen is eveneens verlaagd. Aan den telefoonboodschap pendienst, welke door toepassing in alle netten met meer dan 2.000 aanslui tingen feitelijk reeds uit het stadium van een proefneming was getreden, is een blij vend karakter gegeven. Het tarief voor radiotelegram men in het verkeer met Nederlandsche schepen met een vasten lijndienst van of naar een Nederlandsche haven is in be paalde gevallen met 10 cent per woord verlaagd. Fotografisch afschrift van een telegram kost voortaan f 1 in plaats van f 1.50. Verder is de sedert 1 December 1934 bij wijze van proef ingevoerde regeling, dat de bodekosten van een telegram buiten den kosteloozen bestelkring ten hoogste 60 cent zullen bedragen, definitief geworden; is de gelegenheid geopend tot langere openstelling van de Telegraaf Van toren, op kosten van de belanghebben den, evenals zulks voor telefoonkantoren 't geval is en zijn de diensten van de nationale telegrammen en van de radio- brieftelegrammen in het Rijkstelegraaf- reglement vastgelegd. De wijzigingen hij den telegraafdienst treden alle 1 Februari 1937 in werking. Wat den postdienst betreft is nog een wijziging in het luchtposttarief met Indië in voorbereiding; voor het tegen woordige kunnen hieromtrent echter nog geen nadere mededeelingen worden ge daan. Over een verlaging van het binnen landsche briefport is wel gedacht, doch de middelen zijn dit jaar niet toe reikend om een dergelijke, zeer kostbare, verlaging te verwezenlijken. Zij zal tol een gunstiger tijdstip moeten wachten. Ons volk, dat een bedachtzaam volk is, rijk met herinneringen die het koestert en waaruit het krachten put, heeft juist d i t boek noodig om in de jaren die op dit bruiloftsfeest zullen volgen, de blijde da gen van weleer helder voor de aandacht te houden. Om wat het over het feest en de vorstelijke personen zélf vertelt, maar óók om de gedachten die daarbij een uiting zochten èn gevonden hebben, is dit 'boek het lezen en herlezen waard. Het is een „gelegenheids-geschenk", maar het is tegelijkertijd een kostbaar bezit, welks waarde verre uitgaat boven het karakter dat zulke geschenken vaak dragen. Het zal zijn lichtglans spreiden, jaren en jaren nadat het voor de eerste maal tot het stille, bedachtzame, schuchtere volk zijn blijmoedig woord sprak. A. L. VAN OYEN. Danx zij den KLOOSTERBALSEM komt hij daar voor goed van af. Door mijn oeroep moest ik den ge- geheelen dag op straat loopen en daar door gingen de plekken altijd openen begonnen te zweren. Van alles pro beerde ik, maar baat vond ik niet, tot dat ik met Kloosterbalsem begon El- ken ochtend en avond deed ik die op de plekken. Ze genazen binnen een week prachtig en voor goed. ftu smeer ik als 't koud wordt van te voren mijn handen en voeten eiken ochtend met Kloosterbalsem in en heb sedert dien geen last meer van winterhanden en -voeten gehad." w .,.GPi Geen goud zoo goed" •novertroffen b(j brand-en snjjwonaen Jok ongeëvenaard als wrijfmiddel bij RheumaUek, spit en pijl ïijke spieren Schroefdoos 35 ct. Potten: 62'/2 ct. en f 1.04 daardoor niet vrij van een tikje hinder lijke verwaandheid en eigenwijsheid. Toen ze bij een tweesprong van elkaar gingen, zei hij voor het laatst: „Zul je ci om denken, Weatherley, dat je in mij een vriend hebt, die je ten alle tijde met raad en daad wil bijstaan? Ik heb zelf ook al heel wat in de wereld gezien en onder vonden en ik moest me al alleen door het leven trachten heen te slaan, toen ik nog maar net zoo oud was als jij." „Ik dank u heel hartelijk en dat zal ik vast niet vergeten, dat ik in u een echten vriend heb", zei Weatherley dankbaar en vroolijk zwaaide hij hem met de bloe men een afscheidsgroet toe. „Voorzichtig met die bloemen, hoor" riep Mulready hem waarschuwend na. Dat zijn mijn kinderen, die ik met zooveel zorg heb groot gebracht; pas dus goed op ze." Weatherley moest om deze vergelijking lachen en heel wat vroolijker liep hij1 te rug den weg, die hij even tevoren met zijn grootvader had gereden. Rondom hem stond alles te bloeien in wijdgeurende pracht; bosch en weide hadden zich ge sierd met de schatten, die de late zomer hun kwistig toebedeelde, nu voor hem hst scheidensuur al weer naderde. In rood-gouden en violette tinten gloei den de toppen der boomen en over de Wat aan de werkloozenkassen werd uitgekeerd. De directeur van den rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbe middeling deelt mede, dat in de week van 4 tot en met 9 Januari 1937 het aan tal leden van ingevolge het Werkloos heidsbesluit 1917 gesubsidieerde ver- eenigingen bedroeg 531.900 (van wie 74.5P0 landarbeiders). Van de verzekerden, niet behoorende tot de landarbeiders, waren de geheele week werkloos in de week van 4 tot en met 11 Jan. '37 31.7 pet, in de vorige verslagweek (21 tot en met 26 Dec. '36) 31.1 pet., in de overeenkomstige week van 1936 36.6 pet., in de overeenkomstige week van 1935 34.7 pet. In 1936 ontvingen de werkloozenkassen hij een gemiddeld aantal leden van 531.000 in het totaal uit bijdragen van de leden f7.460 007 (1935: f7.800 00 bij een gemiddeld aantal leden van 551.0 0). Ten laste van het rijk en de gemeenten ontvingen de kassen in het totaal aan subsid'e fll.470.0CO (1935 fl2.69\00f». an 'haar werklooze leden keerden de kassen in totaal uit f 18.12.0.000 (19J5 f 19.26"l0rO). Uit de reser es der werkloozenkassen, die op het einde van 1930 f 10 810.000 be droegen. moest in de jaren 1931, 1932 en 1933 worden geput, met het gevolg, dal die reserves slonken tot f2.910.000 op het einde van 1933. In de jaren 1934, 1935 en 1936 werden de kassen in staat gesteld wederom eenige reserves te kwee- ken. Dientengevolge bedroeg de som dei reserves op het eind van 1936 f 5.850.000, Bij. 1055 organen der openbare arbeids bemiddeling stonden op 9 Jan. 1937 in totaal 474.382 werkzoekenden ingeschre ven, onder wie 450.796 mannen Van deze werkzoekenden waren er echter slechts 459.183 werkloos, onder wie 440.449 mannen, terwijl van dezen een aantal was ondergebracht bij' werkverschaffingen en het cultureele werk voor werkloozen. Blijkens mededeelingen van den direc teur-generaal van werkverschaffing en stennverleening waren einde November 1936 46.840 arbeiders geplaatst bij een werkverschaffing. Aan het cultureel werk voor werkloozen namen einde October 1936 deel: cursussen 35.028 personen. struiken hing nog het zilvergrijze waas der morgennevels. Weatherley genoot met volle teugen van al die heerlijkheid om zich heen en onwillekeurig kwam in zijn hart de gedachte op, of het nu in Mon treal ook zoo mooi zou zijn en of zijn vader daarvan ook nog zou kunnen ge nieten. Hij speurde in zijn herinnering naar de beschrijvingen van Amerika, die hij had gelezen in zijn Indianenboek en hij bedacht, dat nu die dichte bosschen en oerwouden toch zeker ook wel erg mooi zouden zijn. Maar zijn vader was natuurlijk te ziek om nog naar buiten te kunnen gaan en Montreal zou ook wel een groote stad zijn, waar je niets anders zag, dan torenhooge huizen en gebou wen, die bijna met hun daken tot in de wolken boorden. Wat zou zijn vader zich daar eenzaam gevoelen en ongetwijfeld zou een verterend verlangen naar moeder en naar hen, hem kwellen. De tranen sprongen in Weatherley's oogen, toen hij daaraan dacht en hij had wel weg willen vliegen, heel die wijde oceaan over, om bij hem te komen, naar wien zijn hart zóó in verlangen uitging. Grootere moede loosheid dan te voren legde haar ban over zijn jonge ziel, als hij er aan dacht dat zijn vader daar ginds in het vreemde land zou kunnen sterven. Wat moest er van hem, wat van zijn zusjes worden! Hij De Tweede Kamer zet spoed achter de Grondwetsherziening, met weker open bare BehanueLng ze deze week begon nen is. Terecht kon Minister do Wilde sprexen van een rustige steer, waar in deze ar Be id plaats vindt. Toch zijn er wel enkele belangrijke punten By, die aan de orue komen. Zoo wordt het in- KOinen van de Koningin van f 1.2Uü.(x)0 op f l.OÜU.OGU teruggebracht. Voorts zal ue gemaal van een regeerende Konin gin in de toekomst f 2iA).(J00 ontvangen. Het inkomen van de gehuwde Prinses, vermoedelyk erfgenaam van de Kroon, wordt f 2UO.IHJ0 i.p.v, f 4UÜ.ÜOO, terwijl haar gemaal eveneens f 2G0.U00 ontvangt. Lang is gedeBaHetrd over de schade loosstelling der Kamerleden. De regee ring wilde ze van f 5000 op f 4000 bren gen, maar dat ging, vooral voor hen, die ver van Den Haag wonen, wel wat ver. Het zal f 4500 worden, Het pensioen voor de Tweede-Kamer leden is op f 120 per jaar, tot een maxi mum van f 2800, vastgesteld, Ten slotte is afgeuaan het voorstel, waardoor de Koning Ministers kan be noemen, die niet belast zijn met de lei ding van een ministerieel departement, dus Ministers zonder portefeuille. We mogen ons wel gelukkig prijzen, dat een belangrijk werk als Grondwets wijziging op zoo rustige wijze, in ge meen overleg tusschen kabinet en volks vertegenwoordiging zijn beslag krijgt. Hoe anders gaat dit toe in landen, waar een dictator de schepter zwaait. Daar zet men de Grondwet maar eenvoudig op zij, als dit beter uitkomt. Dat -de Nederlandsch-Indische conver- sieleening deze week zoo mooi overtee- kend werd, is ook weer een bewijs, dat het regeeringsbeleid groot vertrouwen ge niet. Menig land benijdt ons dan ook, dat we een minister-president hebben als dr Golijn, wiens initiatief om door overleg met de andere Oslo-staten te komen tot vermindering der handelsbelemmeringen ook sterk de aandacht trok. Dat dezer dagen weer eenige verlaging van de telegram- en telefoontarieven in uitzicht kon worden gesteld, mag met dankbaarheid worden gereleveerd. Naar verlaging van de publieke lasten zal steeds meer moeten Worden gestreefd. Jammer, dat de plotseling ingevallen vorst behalve dat ze hier en daar het verkeer ernstig belemmert, ook de werk loosheid, 'die neiging tot afname toonde, weer doet toenemen. Maar deze winterkoude is nog niets, vergeleken hij! de vreeselijke natuurramp, die Amerika getroffen heeft, een ramp, zóó érnstig, dat we ons uit de verte daar van geen voorstelling kunnen vormen. In Spanje is 't door den burgerkrijg nog steeds droevig gesteld. Men vraagt zich met bezorgdheid af, wat er in economisch opzicht van dit land terecht moet komen. In Japan is de kabinetscrisis nog steeds met opgelost Dat een generaal de leiding daarbij heeft, beteekent voor an dere landen niet veel goeds. Ook in België om dicht bij huis maar te eindigen kraakt het. Het conflict, dat in de Belgische socia listische 'partij en derhalve ook in de Bel gische regiering tusschen minister Spaak van Buitenlandsche Zaken en zijn collega aan Openbare Gezondheid Vandervelde bestond is op het ontslag van den laat- sten uitgeloopen. Vandervelde was en bleef socialist, Spaak is in zeer korten tijd Belgisch staatsman geworden, en daaruit moest een conflict groeien. Er staat voor België echter heel wat meer op het spel. Het gaat om veel be langrijker dingen dan Vandervelde ol Spaak. De crisis is dan ook allerminst opgelost. werkobjecten gemiddeld 20S3 personen, centrale werkplaatsen 1914 personen, kampen voor jeugdige werkloozen 1399 personen. Het bestuur van het "Werkfonds 1934 deelt mede, dat op 11 Jan. 1937 het aan tal arbeiders bij openbare werken, die op de bouwplaats zelf werkzaam zijn, onge- eer 2650 bedroeg. Rekent men daarbij hen, die indirect door deze werken ar beid hebben, dan komt men op globaal 7000 arbeiders. was nu nog te jong om voor ben te zor gen en in hun levensonderhoud te voor zien. Van studeeren was natuurlijk voor hem geen sprake meer; hij zou zoo spoe dig mogelijk moeten gaan verdienen. Hoe anders zou het geweest zijn, als hij het voorstel van den landheer had mogen aannemen. Nu leek alles zoo donker en hopeloos voor de toekomst; nergens zag hij nog een enkel sprankje licht en de vertroostende woorden van mijnheer Mul- ïeady, die hem er op gewezen had, bij wien alleen hulp te vinden was, had hij al heelemaal weer vergeten. Hij was zoo verdrietig, dat hij even aan den kant van den weg ging zitten om eens uit te schreien nu hij zich onbespied waande. Niets zag hij meer van al het mooie en schoone om zich heen; zijn oogen waren door tranen blind voor het kleurenspel dat de zomeizon speelde op bloem en blad; en zijn ooren hoorden niet meer do jubelzang der natuur. Alleen was hij; al leen met zijn groot verdriet, waaraan hij zich zóózeer had overgegeven, dat hij niets bemerkte van het naderende geluid van hoefslagen. Verschrikt stond hij op, toen hij plotseling den landheer voor zich zag staan, die hem bezorgd vroeg, wat hem scheelde. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1937 | | pagina 5