Burgerlijke Stand.
Het Vrouwenhoekje
Voor de jeugd.
Rechtszaken
Berichten over onze Adverteerders.
(M. C.)
MIDDELBURGSCHE BRIEVEN.
Amice,
Hei doet goed aan, in onzen van kwade
geruchten bezwangerden tijd, zoo nu en
dan ook eens een goed gerucht te verne
men. Zoo ging er al eenigen tijd een goed
gerucht door de stad, dat de werkgelegen
heid op „The Vitrite Works'' aanmerke
lijk verbeterde en dat er kans bestond, dat
onze werklooze meelfabriek ook
weer in bedrijf zou komen, al was het
dan maar gedeeltelijk en beiide geruchten
werden deze week bevestigd.
Werk. Alen snakt naai' werk. Hen,
dat is een groot percent van het mach
tige leger der tot niet-werken gedoemden.
Voor wie de werkloosheid een geesel is.
Een geesel, die vaak onherstelbare won
den slaat. Materieele en moreele.
Een ander goed gerucht is, dat de ac
tieve buurtvereeniigingen voor het komen
de groote feest zulke royale geldelijke bij
dragen incasseeren. Alen spreekt van
buurtvereenigingen die slechts eenige
straten omvatten en straks beschikken
kunnen over bedragen van dicht bij en
soms over de f 1000.
Het zijn slechts geruchten. Het is niet
de gewoonte, dat buurtvereenigingen in
het openbaar daarvan melding maken.
Wij, Aliddelburgers, staan er nu eenmaal
voor bekend, dat we voor groote nationale
feesten in onze vestzakken durven tasten
en dat niet aan de groote klok hangen.
Alaar Amice, nu moet ik toch eens met je
praten. Ik weet, dat ge in het bestuur
van een buurtvereeniging zit, waar men
bij wijze van spreken, zwemt in 't geld.
Een vraag. Gaat ge dat geld nu allemaal
verfeesten in straat- en huizenversierin
gen, verlichtingen, vuurwerk, optochten,
enz. enz.?
Dan heb ik een voorstel, wat ge eens
moet overnemen en brengen in het bestuur
van uw buurtvereeniging. Het is het vol
gende:
Wij leven nog in een bijzonder moeilij
ken tijd. Velen ondervinden dat aan den
lijve. Men zegt wel, dat we het diepste
punt in het dal der crisis al gepasseerd
zijn. Sommigen beweren wel, dat we al
lustig marcheeren op den weg der wel
vaart, of misschien op den weg in de
richting der welvaart, maar er is
ook nog zoo iets als levenswerkelijkheid
Welnu, ge weet, dat die levenswerkelijk
heid voor velen nog zeer somber is. Die
nog ver van feestvieren af zijn. En voor
wien 'het woord „feest" een bitteren klank
heeft. Laten we om het hoe en waarom
niet discussieeren,' We stellen dat vast.
Het is zoo.
Dat is de inleiding van mijn voorstel.
De inhoud: bestem nu straks van al die
ingekomen feestgaven een klein gedeelte
en maak daarvan een retour-feestgave aan
die stakkers.
Ge geeft 25 pet. van uw inkomsten aan
Uw moedervereeniging: Uit bet Volk, voor
het Volk. Neem dan nog 10 pet. van het
uit het volk verkregen geld en geef dat als
feestgave voor het volk in nood en druk.
Of dat in geld, of in krentenbrood, olie
bollen of brandstof moet bestaan, daar
praten we dan later nog wel eens over.
't Jonge, 't jonge, d'at zou een mooie
feestdaad zijn.
Als ge 't overneemt en met vuur verde
digt en ge ziet 'het aangenomen, publiceer
het dan direct, dan volgen de andere
dochters vanzelf en de moeder zal het
dan natuurlijk gaarne uitvoeren.
Lukt het, dan zal er een nieuw goed
gerucht van onze stad uitgaan en wie weet
welke goede gevolgen 't zal veroorzaken.
Tot ziens,
Uw STENTOR.
Rechtbank te Middeburg.
Zitting van 6 November 1936.
Valschheid in geschrifte
I. v. B., 29 jaar, werkman te Arnemui-
den, had zich te verantwoorden terzake,
dat hij' omstreeks Augustus of begin Sep
tember 1.1. opzettelijk een kaart van de
steunverleening der gemeente Arnemui-
den, voor het tijdvak van 28 Augustus
3 Sept. en 410 September 1936, val-
schelijk heeft ingevuld door daarin min
der gezinsinkomsten te vermelden dan in
werkelijkheid het geval was, door welke
handelingen de gemeente Arnemuiden,
wat betreft de steunverleening werd be
nadeeld.
Verdachte, verschenen zijnde, erkende
de feiten welke hem ten laste waren ge
legd.
De officier van Justitie vorderde een
geldboete van f20 of 10 d. en 1 maand
gev. straf voorw.
Koopen en niet betalen.
AI. P., 29 jaar, ai'beider te Westkapelle,
had er gewoonte van gemaakt om goede
ren te koopen en deze niet te betalen, en
wel gedurende de jaren 1935 en 1936 in
het Arrondissement ADiddelburg; o.m. had
hij van A. Pouwels© gekocht 2640 kg erw
ten voor f 303,60; van P. de Kam 6300
kg aardappelen voor f 178, van J. Poppe
3639 kg aardappelen voor f 90, van S. van
Keulen 4000 kg gerst voor f 240 enz., ter
wijl van al deze gekochte goederen op
7 October 1.1. nog geen betaling had plaats
gevonden.
Verdachte, door den President onder
vraagd, erkende de juistheid der posten
in de dagvaarding genoemd. Nadat de
klachten bij de Justitie binnen waren ge
komen, ging hij toch door met koopen.
Het regent klaohten, zegt de President.
De Officier vindt een gevoelige straf
op zijn plaats en eischt 6 mnd. gev. straf.
De verdediger van verdachte, Air Kui
pers, kan de zaak van verschillende zij
den bezien. De Officier van Justitie sprak
over bedriegelijke bankbreuk en oplichting
doch die zijn volgens verdediger niet aan
de orde. Verdachte doet zeven jaar zaken,
Vroeger kwamen er nimmer klachten. Er
is volgens den verdediger maar één post
van 28 November 1935 die nog niet be
taald is. Van Januari tot Juni bleef geen
enkele post onbetaald. Pleiter legt een
staatje over van de door verdachte gedane
betalingen van Juni tot October. Zelfs in
Octdber 1.1. heeft verdachte nog een 20-tal
posten betaald. Volgens pleiter is de fout
van verdachte, dat hij bet geld aan de
verkeerde personen betaalde. Dit is geen
geval, dat iemand er op uit is geweest
om zich het 'bezit van goederen te verze
keren zonder te betalen. Flesschentrekke-
rij is volgens spr. 'hier niet aanwezig. Hij
verzoekt de Rechtbank verdachte vrij te
spreken, subsidiair voorw. te veroordeelen
De Officier van Justitie repliceerende,
zegt, dat 't hier geen grensgeval is, maar
een geval dat over de grenzen heen gaat.
Verdachte heeft toegegeven, dat hij in den
avond van 10 October 1.1. (toen de oproe
ping van de faillissements-aanvrage reeds
in zijn bezit was) aan een tweetal perso
nen heeft betaald. De Officier persisteert
bij zijn eisoh.
Diefstal van aardappe
len. J. A., 29 jaar, werkman te Mid
delburg, had zich te verantwoorden we
gens diefstal van een hoeveelheid van 70
kg. aardappelen te Aliddelburg op 17 Sep
tember 1.1, ten nadeele van I. A. Boo
gaard.
Verdachte was thans niet verschenen.
Bij een vorige behandeling werd bepaald,
dat alsnog een tweetal getuigen zouden
verschijnen! Een der getuigen verklaarde
aan verdachte vergunning te hebben ge
geven na het rooien aardappelen op het
land te zoeken.
De Officier eisc'hte thans vrijspraak.
Uitspraak in alle zaken 20 November
1936.
Stamboom van de huizen Oranje Nassau
en Lippe-Biesterfeld.
Do Nationale Levensverzekering-Bank
N. V. beeft de beschikking verkregen
over een door den bekenden heraldicus
S. G. v. d. Laars vervaardigde teekening
van een gecombineerde stamboom van de
huizen Oranje-Nassau en Lippe-Biester
feld, welke, ter gelegenheid van het aan
staande huwelijk van Prinses Juliana met
Prins Bernhard, in fraaie kleuren-repro-
ductie van de firma L. van Leer Co., in
de tweede helft van de maand December
zal verschijnen. De plaat -35 cM. breed
en 52 cM. hoog- zal niet in den handel
komen, doch gevernist en op stevig car
ton geplakt worden toegezonden aan
leden van Nationale, provinciale en ge
meentelijke comité's, gevormd voor de aan
bieding van een Nationaal huldeblijk aan
het vorstelijke paar, en voorts aan een
aantal notabelen en aan enkele relaties
van de Nationale Levensverzekering-
Bank.
De plaat zal voor inlijsten geschikt
zijn, doch, ten gerieve van hen, die haar
zonder lijst wenschen op te hangen, van
een lintje worden voorzien.
Over de maand October,
's H. ARENDSKERKK. Geboren: 2. Hu-
bregt Johannes, z. v. Jan Wondergem en
Jannetje Bliek; 3, Geertruida, d. v. Bas-
tiaan de Jonge en Anthonia Leijs; 7,
Maria Adriana, d. v. Johannis Proost
en Elizabeth Luitwieler; 7, Petrus, z. v.
Willem Remijn en Maatje Vermue; 8,
Jan Gerard, z. v. Daniël de Bat en Janna
I lisabeth van Iwaarden; 10, Adriana,
d. v. Simon Cornells Poortvliet en Tan-
netje Alurre; 17, Cornelis Adriaan, z. v.
Jan Aart de Vos en Josina Aloerdijk; 20,
vVijtske, d. v. Adriaan Pieters en Trijntje
Fagel; 19, Alarinus Jacobus, z. v. Willem
Leendert de Schipper en Sara Jacoba
A'Iaat.
Gehuwd: 1, Cornelis Willem Traas, 46
j. jm. en Maatje Kieboom, 44 j. jd.; 1,
Jan Kaaijsteker, 29 j. jm. en Jannetje
Cornelia Zweedijk, 27 j.; 8, Jan Ganse
man, 26 j. jm. te Kapelle en Alaria
Nceltje Wisse, 24 j. jd.
Overleden: 5, Elizabeth de Jonge, 3 j.;
7, Alartina Alaria Eversdijk, 85 j., we
duwe van Lambregt Zweedijk; 13, Adri
aan van Schaik, 68 j., echtgenoot van Su-
zanna Wissekerke. 20, Cornelis Boonman
90 j., echtgenoot van Cornelia D'riedijk.
KAPELLE. Geboren; Jannetje Maria,
d. v. J. A. Snoep en C. van Oosten; D'ina
Janna, d. v. J. van Boven en D. Saaman;
Louise Elizabeth, d. v. P. T'aal en H. E
de Keijzer; Francina Maria, d. v. M. van
de Schraaf en S. C. Aloens; Pieternella
Neeltje, d. v. C. van der .Vliet en J. van
de Kreeke.
Overleden: Jozina van Koeveringe, 85
j., wed. van F. van Oosten.
Huwelijksaangiften: Hendrik Alarinus
Krombeen, 25 j. te Kruiningen en Maatje
Laurina van Willegen, 22 j.
Getrouwd: P. I. Krijger en M. Burger;
P. J. Simonse en J. Al. van Liere.
WAARDE. Geboren: 2, Hendrik, z. v.
Omer Schrier en Alaatje Westveer; 3, Oli
vier Jacominus, z, v. Cornelis Goud en
Marina Koster; 5, Alaatje Tannetje, d. v
Pieter Alarinus Koster en Jacoba van
Burg.
Gehuwd: 1, Abraham Koster, 26 j. en
Paulina Katharina van Fraassen, 21 j.
RITTHEM. Bevallen: J. Riemens geb.
Marijs, z.; P. J. Ovaa geb. Polderman,
d. en een levenl. kind.
Overleden: J. Schout, 54 j., man van
Joha. Louws; Pa. Joha. Ovaa, 5 d., jd
Het nuf van warm water.
Dé meeste menschen grijpen, als ze
ziek zijn, naar allerlei geneesmiddelen,
die duur zijn en somtijds weinig verlich
ting geven, terwijl zij het middel, dat voor
het grijpen ligt, dikwijls verwaarloozen,
merkt de „Rott." op. Neem bijvoorbeeld
warm water. Hoeveel kwalen kan men
er niet mee genezen! Veel nerveuze men
schen hebben allerhande tubetjes met
pastilles in den zak, waarvan zij er tel
kens eentje innemen, als zij last krijgen
van hun kwaal, maar waarom gebruiken
zij niet liever warme baden, die zoo heer
lijk kalmeerend kunnen werken? Een
warm bad geeft het lichaam de normale
temperatuur en het ontspant de zenuwen.
Soms wordt door zenuwartsen zelfs wel
een bad van een uur voorgeschreven.
Hoe nuttig kan ook de warmwaterkruik
zijn. Wanneer men aan darmkoliek
lijidt, ontspant de gummiflesch, met warm
water gevuld, de krampachtig samenge
trokken spieren. Ook de Priesnitz kan in
zulke gevallen goede diensten verrichten
Deze bestaat uit een doek, die men in
warm water doopt, uitwringt en over hel
lichaam slaat. Om de vochtige warmte
vast te houden bedekt men dezen natten
doek eerst met een stuk gewaste taf en
vervolgens doet men er een wollen doek
omheen. Het spreekt vanzelf, dat men met
zulk een verband om niet mag rondloo-
pen, maar in bed moet blijven.
Fen dagelijksch warm oog'bad is uit
stekend voor iemand, die aan ontstoken
oogen lijdt en een warmwaterverband op
de oogen is zeker aan te raden.
Verder is warm water bij verkoudhe
den onontbeerlijk. Bij hoesten en niezen
is het inademen van damp van warm
water, waarin een weinig zout is opge
lost, een ware opluchting. Een Priesnitz
om de keel kan daarbij ook goede dien
sten verrichten.
Bij plotselinge tandpijn kan een warme
natte doek, op de pijnlijke plek gedrukt,
somtijds wel baat geven, evenals men bij
hoofdpijn zich met een warme omslag
verlichting kan bezorgen.
Wie gevoelt dat zijn vinger gaat zweren
doet er goed aan, den zieken vinger in
een badje van warm water met azijn te
houden.
De beste reiniging van een vuil gezicht
is ook al weder: warm water. Na het
wasschen met warm water moet men het
met koud overdoen, want koude trekt te
zamen en de door de warmte geopende
en gereinigde poriën gaan dan weer dicht.
L'rinken van heet water kan eveneens
uitstekende diensten verrichten. Men
schen, die aan constipatie lijden, krijgen
bijvoorbeeld in den regel verlichting, als
zij iederen morgen op hun nuchtere maag
een glas warm water drinken.
We kennen tenslotte allen de uitwer
king van een heete citroen bij verkoud
heid. Ook kokende thee is dan uitstekend.
Een kaaspannekoek.
De kaaspannekoek valt wel in den
smaak. Dit bewijst het succes, dat er op
zuivel-kookdemonstraties mee geoogst
wordt.
Daar bij de bereiding van kaaspanne-
koeken plakjes kaas tusschen twee lagen
beslag gebakken worden, is dit gerecht
mogal stevig.
Dit is niet het geval met de luchtige-
kaaspannekoek, die er min of meer ver
want mee is. Het opdienen van deze laat
ste een voorgerecht moet met eenige
voorzichtigheid gebeuren, om inzakken
van het gebak te voorkomen. Zorg dus
voor een verwarmden schotel en dek de
pannekoek bij het binnenbrengen met een
verwarmden deksel af.
Luchtige Kaaspannekoek
(voor 4 personen). 1 ei, 1 kopje melk, 4
afgestreken lepels bloem, klein beetje zout,
V2 ous geraspte kaas, 1 afgestreken le
pel boter.
Alaak van bloem, zout, eidooier en
melk een beslag. Voeg hierbij de geraspte
kaas. Klop het eiwit goed stijf en ver
meng dit met het beslag. Doe het meng
sel in de koekepan met de gesmolten bo
ter; bak het zachtjes aan beide kanten
goudbruin en gaar 15 min.)
Doe de pannekoek op een verwarmden
schotel. Geef hem als voorgerecht of als
warm hapje bij de koffietafel.
Nog een paar recepten.
Haagsche bluf. 6 eiwitten, 2 dl.
bessensap en IV2 ons suiker.
Klop de eiwitten tot ze nog niet geheel
stijf zijn en begin dan met er afwisselend
telkens wat suiker en bessensap bij te
voegen. Klop dan tot alles prachtig stijf
is. Dien de bluf met biscuits.
D e e n s c h e r ij st. 1 ons rijst, 1 liter
melk, 1 ons bitterkoekjes, 1 ei, een stukje
boter ter grootte van een half ei en 3'/*
eetlepels suiker.
Bereidingswijze: wasch de rijst tot het
water helder blijft, doe ze in een pan met
melk en laat ze een uur koken op een
zacht vuur. Voeg dan de suiker en den
eierdooier, daarna het stijfgeklopte eiwit
erbij. Beleg een vuurvast schoteltje met
de helft van de bitterkoekjes, stort daar
over een laagje rijst, leg dan weer bit
terkoekjes en het laatst een rijstlaagje
er bovenop. Bestrooi het geheel met wat
suiker, leg de boter er, in kloine stukjes
verdeeld, op en zet het schoteltje een half
uur in een matig warmen oven.
Beste Nichtjes en Neefjes!
Uit de briefjes is mij gebleken, dat
bijna allen „graag" mee willen doen aan
een St. Nicolaasverrassing, dus houden
we ons aan do afspraak dat de pakjes
vóór 25 November in mijn bezit moeten
zijn.
De oplossing van het raadsel van 24
Oct. was: Dhar alleen kan liefde wonen,
daar alleen is 't leven zoet, waar men vrij
en ongedwongen, alles voor elkander
doet.
Hier de briefjes.
Oude lande. „De Ruyter". Jij schrijft
zoo, fijn over een poosje schaatsenrijden,
imatjjd je bedoelt, tenminste als er ijs
komt. Heb je daar nogal moed op? Maar
goed je best doen op de teekening. „De
Groot". Ik zou je wel eens willen zien
als je zelf mag mennen, dan voel je je
zeker wel een heele kerel. „Oranje". Wat
heb jij een mooie toekomstplannen. Het
beste is nu alvast maar flink je best te
blijven doen op school, en evengoed als je
vader moet helpen. „Blondkopje". Met
het slechte weer kun je het beste maar
binnen zitten en dat is ook gezellig nu
het zoo vroeg donker is. Heb je Js avonds
al huiswerk voor school? „Spring in 't
Veld". Dat zal een lief stelletje worden,
past het goed hij elkaar? Jij hebt wel een
mooie belooning gehad voor je handwer
ken. „Herfstaster". Wat fijn dat jij ook
naar dat feest mocht, nee zoo'n avond
dan verveel je je niet. En je maakt weer
zulke mooie dingen op de club. Was dit
erg moeilijk?
B a a r I a n d. „Blauwoogje". Jij hebt
heel wat wenschen wat het weer betreft,
maar in November kun je toch het meest
op wind en regen rekenen. Maar hard
breien, des te eerder mag je aan wat
anders beginnen. „Prins Bernhard". Ook
welkom in ons clubje. Jij hebt een mooie
naam uitgekozen, zoo'n neef mag ik wel
in eere houden. Wat heb jij veel zussen
en broers, als iik het goed heb, ben jij een
van de jongsten? „Maurits". Wat een
tegenvaller dat je nu zoo lang in huis
moet blijven. Doet do knie nog veel pijn,
of gaat dat al wat beter? Het beste er
mee hoor. De oplossing van het raadsel
van 24 October had je toch niet goed.
Krabbendijke. „Kerstroos". Het
was ook een prijsraadsel en dan mag het
niet zoo gemakkelijk zijn. Ja, ze zijn alle
maal erg blij met het boekje. „Iris". Fijn
dat je zoo'n goed rapport had. ze waren
er thuis zeker ook wel mee tevreden. Er
zijn al heel wat nichtjes aan een verras
sing begonnen. Wordt dat van jou mooi?
„Boschviooltje". Hij schreef zoo'n gezel
lig lange brief, maar je had er nu ook
wel tijd voor. Moet je het jurkje naaien
of bre'ien? Is de trui ook mooi geworden?
Borssele. „Zus". Vertel maar aan
de meester dat alleen wie het verdient
zoo'n boekje (krijgt. Prettig dat jullie ook
meedoen met St. Nic. Jij hebt alweer
heel wat gehandwerkt. „Zangeresje".
Wat je had van het raadsel was dus toch
goed. En nu vond je het misschien niet
eens zoo moei'lijk? 'Gezellig he, dat er zoo
veel zijn. „Rembrandt". Allemaal tegelijk
een reis, dat gaat nu eenmaal niet, en
het is ook wel prettig als je nog iets in
het vooruitzicht hebt. Waar blijft je
vriend
N i s s e. „Fietsertje". Dat raadsel van
jou was een verrassing, je hebt het keu
rig gedaan, ik kan het zoo gebruiken. Jij
trof het dat de meester juist van Luther
verteld had.
'Serooskerke. „Parker". Jou pakje
kwam het eerst, je hebt er vlug werk van
gemaakt en het netjes voor elkaar ge
bracht. Het moest zijn komt men, dus
was de Ij fout. „Dikkie". Wil je moeder
van mij ook nog feliciteeren met haar
verjaardag? Weet je al wat je zult ma
ken, dat te bedenken is soms nog het
moeilijkst.
V e e r e. „Margriet". Ik 'had juist een
raadsel ontvangen, dus moet dat van jou
n:og een poosje wachten. Vond je het
moeilijk, of viel het nogal mee? Kan de
juffrouw van school niet iets bedenken?
Souburg. „Boomklimmer". Nu was
i vader er bij, maar zou je alleen ook wel
in het donker durven? Wat een fijne
verjaardag, je bent veel te veel verwend.
Pas maar op dat 'je de fiets niet breekt
'Goes. „Zilvermeeuw". Als je de raad
sels geregeld opstuurt, krijg je ook een
boekje. En bet zijn mooie hoor. Kun je
niet iets malken van houtsnijwerk of celo-
tex? „Babbelgraag". Wat heb jij een
fijne verjaardag gehad en zooveel ca-
deaux. Zijn de bonbons al op? Ja, een
handwerkje is goed. „Schrijfstertje". En
weet je al wat je gaat maken? Jij zult
dus blij zijn als het weer zomer is. Weet
je wat je doen moet, flink levertraan slik
ken. dat helpt vast wel. „Rozeknopje". Er
wordt een strenge winter voorspeld, dus
dan zal er ook wel ijs 'komen. Het was
wel geen lange vacantie, maar toch gezel
lig dat C. weer eens thuis was. „Broertje."
Fn heb je oom al gesproken? Ik denk dat
het wel in orde zal komen en het wel
iets moois zal worden. „Alelkmeisje". Ja
als je eenmaal een woord verkeerd hebt,
is het vaak moeilijk er nog iets van te
maken. Wat zal dat een snoezige jum
per worden, je zult er wel netjes mee uit
zien.
Koudekerk e. „Sprokkelaarstertje".
Van jou heb ik het prijsraadsel nog niet
ontvangen, stuur je dat over 14 dagen
Zooveel zusjes en broertjes, die namen
kan ik vast niet allemaal onthouden.
Déze week werd mij het volgende raad
sel door oen nichtje toegezonden:
Hot geheel bestaat uit 43 letters.
Een 1. 2. 37. 30. 25. 12. was in gebruik
bij de Bataven.
17. 15. 42. 18, is een meisjesnaam.
Een 41, 4. 20. 23. 11. 16. 27. is een
sieraad.
7. 5. 14. is een verfrisschende drank.
Dé 3. 8. 22. 6. 1. 39. is een jaargetij.
Het raam moet je 40. 8. 21. 20. 26. 31.
Een 36. 41. 18. 25. 27. wordt op de
handwerkles gebruikt.
32. 28. 43. 1. 38. 34 heb je noodig in
de bergen.
Een 10. 11. 29. is een deel van do week.
Het raam moet je 40. 21. 20. 26. 31.
Ingez. door „Fietsertje".
2. Van het volgende versje, waarvan de
woorden wel op de goede regel staan, zijn
de lettergrepen door elkaar gevallen. Wie
kan het toch nog lezen?
ge
bla
'k zie
de
le
len
met
ren
val
de
is
zo
'tge
mer
daan
wind
't ge
en
van
huil
gen
digt
re
kon en
ter
aan
win
ons
de
Allen hartelijk gegroet van
TANTE DOLLIE.
HOE BALD DE PLANT VERDIENDE
TOEN MOEDER ZIEK WAS.
XXVI.
„Waar kom jij vandaan?" vroeg vader
streng, zoodra Bald binnen kwam.
Bald die hij de pomp z'n handen stond
te wasschen, haalde z'n schouders op, hij
wist niet zoo gauw wat te zeggen.
„Zoo, weet je het niet. Alaar ik weet
liet wel, je bent natuurlijk weer aan het
spelen geweest en hebt je tijd vergeten;
't is wat moois en jij bent nog wel de oud
ste. Mien en Bram konden ook op tijd
zijn, en waarom jij niet?"
Bald boende op z'11 handen, de modder
wilde er haast niet af.
„Ik had er geen erg in dat het al zoo
laat was."
„Geen erg in, en dat ik naar het zie
kenhuis moet vergeet je en aan je Moeder
denk je heelemaal niet."
Be tranen sprongen Bald in de oogen,
hij1 had nog wel zoo hard afgemaakt, en
wél aan Moe gedacht, maar dat kon hij
nu toch niet zeggen.
Voor Vader wegging gaf Alien hem een
brief voor Aloe van haar en Brammetje,
ieder één.
„Heb jij er ook een, Bald?"
Nee, schudde hij.
nee, jij bent aan het spelen geweest,
en dan heb je geen tijid om aan je Moe
der te schrijven."
,,'kHeb wèl aan Moe gedacht". Bijna
had Bald verteld wat hij gedaan had,
maar nog net bij tijds hield, hij z'n mond,
nee, vader mócht het nog niet weten, hoe
naar hij het ook vond dat Vader dat zei.
„Niets aardig van je," vond Alien, „om
niet eens aan Aloe te schrijven."
„Aleid hou je mond, waar bemoei jij
je meel"
„Nou maar buurvrouw zei dat we het
doen moesten en toen hebben we het fijn
bij' haar gedaan en nog babbelaars gehad
ook."
„D'r is nogal wat aan ook, als buur
vrouw het je voorzegt. Jij hebt er zelf
O'O'k niet eens aan gedacht."
„Leelijkerd!" Alien werd woedend.
Maar nu kwam Vader tussohenbeide.
„Bald nu is 't uit hoor; Mien heeft het
tenminste gedaan, terwijl jij aan het spe
len was, en nu nog berrie maken ook;
ik kan zoo niet eens rustig weggaan."
Vader stond zenuwachtig aan z'n
dasje te trekken dat maar niet recht wil
de zitten, en hiji moest zóó weg.
„Jij1 gaat dadelijk aan je werk, Bald,
en Mien jij; blijft nog maar een poosje bij1
buurvrouw."
Nou, dat wilde Mien wel, daar was ze
wat graag, en buurvrouw was zoo aardig.
Bald had nog wel willen zeggen, de
groeten aan Moe, maar hij' durfde niet,
nu vader zoo boos was.
Eindelijk zat de das toch goed en toen
ging Vader vlug de deur uit; kwart over
zes moest hij: bij den grooten weg zijn,
daar zou de auto langs komen.
Als hij nu maar niet weg was, maakte
Bald zich al ongerust.
Zou hij nog met Vader meeloopen en
het dan zeggen van de groeten? maar
Vader ging al. „Bald, eerst helpen oprui
men, zonder ruzie hoor, en dan aan je
werk."
„Ja, Vader."
O, wat had hij nu graag gezegd: de
groeten aan Aloe, maar Vader was de
deur al uit, Alien en Bram brachten hem
naar het hekje. Bald zag, dat Vader hen
vriendelijk goedendag zei. Had hij het nu
maar gezegd.
Daar ging Vader alleen het weggetje
af, een zak fruit in z'n hand. Zou Bald
nog, maar nee, Vader was toch boos, hij
dééd het niet.
Onder het afwasschen praatte Alien
druk over buurvrouw en wat ze er alle
maal gedaan had. ,,'t Kan mij' niet sche
len, dacht Bald, ik vertel toch lekker
niets."
Als Vader nu straks bij Aloe kwam, kon
I hij niets van hem vertellen, niet eens de
j groeten doen; was hij toch maar even
1 naar buiten gegaan; maar nu was het te
1 laat.
Een poosje later zat hij alleen zijn
huiswerk te maken.
(Wordt vervolgd.)