Burgerlijke Stand. Het Vrouwenhoekje Voor de jeugd. Rechtszaken Berichten over onze Adverteerders. (M. C.) MIDDELBURGSCHE BRIEVEN. Amice, Hei doet goed aan, in onzen van kwade geruchten bezwangerden tijd, zoo nu en dan ook eens een goed gerucht te verne men. Zoo ging er al eenigen tijd een goed gerucht door de stad, dat de werkgelegen heid op „The Vitrite Works'' aanmerke lijk verbeterde en dat er kans bestond, dat onze werklooze meelfabriek ook weer in bedrijf zou komen, al was het dan maar gedeeltelijk en beiide geruchten werden deze week bevestigd. Werk. Alen snakt naai' werk. Hen, dat is een groot percent van het mach tige leger der tot niet-werken gedoemden. Voor wie de werkloosheid een geesel is. Een geesel, die vaak onherstelbare won den slaat. Materieele en moreele. Een ander goed gerucht is, dat de ac tieve buurtvereeniigingen voor het komen de groote feest zulke royale geldelijke bij dragen incasseeren. Alen spreekt van buurtvereenigingen die slechts eenige straten omvatten en straks beschikken kunnen over bedragen van dicht bij en soms over de f 1000. Het zijn slechts geruchten. Het is niet de gewoonte, dat buurtvereenigingen in het openbaar daarvan melding maken. Wij, Aliddelburgers, staan er nu eenmaal voor bekend, dat we voor groote nationale feesten in onze vestzakken durven tasten en dat niet aan de groote klok hangen. Alaar Amice, nu moet ik toch eens met je praten. Ik weet, dat ge in het bestuur van een buurtvereeniging zit, waar men bij wijze van spreken, zwemt in 't geld. Een vraag. Gaat ge dat geld nu allemaal verfeesten in straat- en huizenversierin gen, verlichtingen, vuurwerk, optochten, enz. enz.? Dan heb ik een voorstel, wat ge eens moet overnemen en brengen in het bestuur van uw buurtvereeniging. Het is het vol gende: Wij leven nog in een bijzonder moeilij ken tijd. Velen ondervinden dat aan den lijve. Men zegt wel, dat we het diepste punt in het dal der crisis al gepasseerd zijn. Sommigen beweren wel, dat we al lustig marcheeren op den weg der wel vaart, of misschien op den weg in de richting der welvaart, maar er is ook nog zoo iets als levenswerkelijkheid Welnu, ge weet, dat die levenswerkelijk heid voor velen nog zeer somber is. Die nog ver van feestvieren af zijn. En voor wien 'het woord „feest" een bitteren klank heeft. Laten we om het hoe en waarom niet discussieeren,' We stellen dat vast. Het is zoo. Dat is de inleiding van mijn voorstel. De inhoud: bestem nu straks van al die ingekomen feestgaven een klein gedeelte en maak daarvan een retour-feestgave aan die stakkers. Ge geeft 25 pet. van uw inkomsten aan Uw moedervereeniging: Uit bet Volk, voor het Volk. Neem dan nog 10 pet. van het uit het volk verkregen geld en geef dat als feestgave voor het volk in nood en druk. Of dat in geld, of in krentenbrood, olie bollen of brandstof moet bestaan, daar praten we dan later nog wel eens over. 't Jonge, 't jonge, d'at zou een mooie feestdaad zijn. Als ge 't overneemt en met vuur verde digt en ge ziet 'het aangenomen, publiceer het dan direct, dan volgen de andere dochters vanzelf en de moeder zal het dan natuurlijk gaarne uitvoeren. Lukt het, dan zal er een nieuw goed gerucht van onze stad uitgaan en wie weet welke goede gevolgen 't zal veroorzaken. Tot ziens, Uw STENTOR. Rechtbank te Middeburg. Zitting van 6 November 1936. Valschheid in geschrifte I. v. B., 29 jaar, werkman te Arnemui- den, had zich te verantwoorden terzake, dat hij' omstreeks Augustus of begin Sep tember 1.1. opzettelijk een kaart van de steunverleening der gemeente Arnemui- den, voor het tijdvak van 28 Augustus 3 Sept. en 410 September 1936, val- schelijk heeft ingevuld door daarin min der gezinsinkomsten te vermelden dan in werkelijkheid het geval was, door welke handelingen de gemeente Arnemuiden, wat betreft de steunverleening werd be nadeeld. Verdachte, verschenen zijnde, erkende de feiten welke hem ten laste waren ge legd. De officier van Justitie vorderde een geldboete van f20 of 10 d. en 1 maand gev. straf voorw. Koopen en niet betalen. AI. P., 29 jaar, ai'beider te Westkapelle, had er gewoonte van gemaakt om goede ren te koopen en deze niet te betalen, en wel gedurende de jaren 1935 en 1936 in het Arrondissement ADiddelburg; o.m. had hij van A. Pouwels© gekocht 2640 kg erw ten voor f 303,60; van P. de Kam 6300 kg aardappelen voor f 178, van J. Poppe 3639 kg aardappelen voor f 90, van S. van Keulen 4000 kg gerst voor f 240 enz., ter wijl van al deze gekochte goederen op 7 October 1.1. nog geen betaling had plaats gevonden. Verdachte, door den President onder vraagd, erkende de juistheid der posten in de dagvaarding genoemd. Nadat de klachten bij de Justitie binnen waren ge komen, ging hij toch door met koopen. Het regent klaohten, zegt de President. De Officier vindt een gevoelige straf op zijn plaats en eischt 6 mnd. gev. straf. De verdediger van verdachte, Air Kui pers, kan de zaak van verschillende zij den bezien. De Officier van Justitie sprak over bedriegelijke bankbreuk en oplichting doch die zijn volgens verdediger niet aan de orde. Verdachte doet zeven jaar zaken, Vroeger kwamen er nimmer klachten. Er is volgens den verdediger maar één post van 28 November 1935 die nog niet be taald is. Van Januari tot Juni bleef geen enkele post onbetaald. Pleiter legt een staatje over van de door verdachte gedane betalingen van Juni tot October. Zelfs in Octdber 1.1. heeft verdachte nog een 20-tal posten betaald. Volgens pleiter is de fout van verdachte, dat hij bet geld aan de verkeerde personen betaalde. Dit is geen geval, dat iemand er op uit is geweest om zich het 'bezit van goederen te verze keren zonder te betalen. Flesschentrekke- rij is volgens spr. 'hier niet aanwezig. Hij verzoekt de Rechtbank verdachte vrij te spreken, subsidiair voorw. te veroordeelen De Officier van Justitie repliceerende, zegt, dat 't hier geen grensgeval is, maar een geval dat over de grenzen heen gaat. Verdachte heeft toegegeven, dat hij in den avond van 10 October 1.1. (toen de oproe ping van de faillissements-aanvrage reeds in zijn bezit was) aan een tweetal perso nen heeft betaald. De Officier persisteert bij zijn eisoh. Diefstal van aardappe len. J. A., 29 jaar, werkman te Mid delburg, had zich te verantwoorden we gens diefstal van een hoeveelheid van 70 kg. aardappelen te Aliddelburg op 17 Sep tember 1.1, ten nadeele van I. A. Boo gaard. Verdachte was thans niet verschenen. Bij een vorige behandeling werd bepaald, dat alsnog een tweetal getuigen zouden verschijnen! Een der getuigen verklaarde aan verdachte vergunning te hebben ge geven na het rooien aardappelen op het land te zoeken. De Officier eisc'hte thans vrijspraak. Uitspraak in alle zaken 20 November 1936. Stamboom van de huizen Oranje Nassau en Lippe-Biesterfeld. Do Nationale Levensverzekering-Bank N. V. beeft de beschikking verkregen over een door den bekenden heraldicus S. G. v. d. Laars vervaardigde teekening van een gecombineerde stamboom van de huizen Oranje-Nassau en Lippe-Biester feld, welke, ter gelegenheid van het aan staande huwelijk van Prinses Juliana met Prins Bernhard, in fraaie kleuren-repro- ductie van de firma L. van Leer Co., in de tweede helft van de maand December zal verschijnen. De plaat -35 cM. breed en 52 cM. hoog- zal niet in den handel komen, doch gevernist en op stevig car ton geplakt worden toegezonden aan leden van Nationale, provinciale en ge meentelijke comité's, gevormd voor de aan bieding van een Nationaal huldeblijk aan het vorstelijke paar, en voorts aan een aantal notabelen en aan enkele relaties van de Nationale Levensverzekering- Bank. De plaat zal voor inlijsten geschikt zijn, doch, ten gerieve van hen, die haar zonder lijst wenschen op te hangen, van een lintje worden voorzien. Over de maand October, 's H. ARENDSKERKK. Geboren: 2. Hu- bregt Johannes, z. v. Jan Wondergem en Jannetje Bliek; 3, Geertruida, d. v. Bas- tiaan de Jonge en Anthonia Leijs; 7, Maria Adriana, d. v. Johannis Proost en Elizabeth Luitwieler; 7, Petrus, z. v. Willem Remijn en Maatje Vermue; 8, Jan Gerard, z. v. Daniël de Bat en Janna I lisabeth van Iwaarden; 10, Adriana, d. v. Simon Cornells Poortvliet en Tan- netje Alurre; 17, Cornelis Adriaan, z. v. Jan Aart de Vos en Josina Aloerdijk; 20, vVijtske, d. v. Adriaan Pieters en Trijntje Fagel; 19, Alarinus Jacobus, z. v. Willem Leendert de Schipper en Sara Jacoba A'Iaat. Gehuwd: 1, Cornelis Willem Traas, 46 j. jm. en Maatje Kieboom, 44 j. jd.; 1, Jan Kaaijsteker, 29 j. jm. en Jannetje Cornelia Zweedijk, 27 j.; 8, Jan Ganse man, 26 j. jm. te Kapelle en Alaria Nceltje Wisse, 24 j. jd. Overleden: 5, Elizabeth de Jonge, 3 j.; 7, Alartina Alaria Eversdijk, 85 j., we duwe van Lambregt Zweedijk; 13, Adri aan van Schaik, 68 j., echtgenoot van Su- zanna Wissekerke. 20, Cornelis Boonman 90 j., echtgenoot van Cornelia D'riedijk. KAPELLE. Geboren; Jannetje Maria, d. v. J. A. Snoep en C. van Oosten; D'ina Janna, d. v. J. van Boven en D. Saaman; Louise Elizabeth, d. v. P. T'aal en H. E de Keijzer; Francina Maria, d. v. M. van de Schraaf en S. C. Aloens; Pieternella Neeltje, d. v. C. van der .Vliet en J. van de Kreeke. Overleden: Jozina van Koeveringe, 85 j., wed. van F. van Oosten. Huwelijksaangiften: Hendrik Alarinus Krombeen, 25 j. te Kruiningen en Maatje Laurina van Willegen, 22 j. Getrouwd: P. I. Krijger en M. Burger; P. J. Simonse en J. Al. van Liere. WAARDE. Geboren: 2, Hendrik, z. v. Omer Schrier en Alaatje Westveer; 3, Oli vier Jacominus, z, v. Cornelis Goud en Marina Koster; 5, Alaatje Tannetje, d. v Pieter Alarinus Koster en Jacoba van Burg. Gehuwd: 1, Abraham Koster, 26 j. en Paulina Katharina van Fraassen, 21 j. RITTHEM. Bevallen: J. Riemens geb. Marijs, z.; P. J. Ovaa geb. Polderman, d. en een levenl. kind. Overleden: J. Schout, 54 j., man van Joha. Louws; Pa. Joha. Ovaa, 5 d., jd Het nuf van warm water. Dé meeste menschen grijpen, als ze ziek zijn, naar allerlei geneesmiddelen, die duur zijn en somtijds weinig verlich ting geven, terwijl zij het middel, dat voor het grijpen ligt, dikwijls verwaarloozen, merkt de „Rott." op. Neem bijvoorbeeld warm water. Hoeveel kwalen kan men er niet mee genezen! Veel nerveuze men schen hebben allerhande tubetjes met pastilles in den zak, waarvan zij er tel kens eentje innemen, als zij last krijgen van hun kwaal, maar waarom gebruiken zij niet liever warme baden, die zoo heer lijk kalmeerend kunnen werken? Een warm bad geeft het lichaam de normale temperatuur en het ontspant de zenuwen. Soms wordt door zenuwartsen zelfs wel een bad van een uur voorgeschreven. Hoe nuttig kan ook de warmwaterkruik zijn. Wanneer men aan darmkoliek lijidt, ontspant de gummiflesch, met warm water gevuld, de krampachtig samenge trokken spieren. Ook de Priesnitz kan in zulke gevallen goede diensten verrichten Deze bestaat uit een doek, die men in warm water doopt, uitwringt en over hel lichaam slaat. Om de vochtige warmte vast te houden bedekt men dezen natten doek eerst met een stuk gewaste taf en vervolgens doet men er een wollen doek omheen. Het spreekt vanzelf, dat men met zulk een verband om niet mag rondloo- pen, maar in bed moet blijven. Fen dagelijksch warm oog'bad is uit stekend voor iemand, die aan ontstoken oogen lijdt en een warmwaterverband op de oogen is zeker aan te raden. Verder is warm water bij verkoudhe den onontbeerlijk. Bij hoesten en niezen is het inademen van damp van warm water, waarin een weinig zout is opge lost, een ware opluchting. Een Priesnitz om de keel kan daarbij ook goede dien sten verrichten. Bij plotselinge tandpijn kan een warme natte doek, op de pijnlijke plek gedrukt, somtijds wel baat geven, evenals men bij hoofdpijn zich met een warme omslag verlichting kan bezorgen. Wie gevoelt dat zijn vinger gaat zweren doet er goed aan, den zieken vinger in een badje van warm water met azijn te houden. De beste reiniging van een vuil gezicht is ook al weder: warm water. Na het wasschen met warm water moet men het met koud overdoen, want koude trekt te zamen en de door de warmte geopende en gereinigde poriën gaan dan weer dicht. L'rinken van heet water kan eveneens uitstekende diensten verrichten. Men schen, die aan constipatie lijden, krijgen bijvoorbeeld in den regel verlichting, als zij iederen morgen op hun nuchtere maag een glas warm water drinken. We kennen tenslotte allen de uitwer king van een heete citroen bij verkoud heid. Ook kokende thee is dan uitstekend. Een kaaspannekoek. De kaaspannekoek valt wel in den smaak. Dit bewijst het succes, dat er op zuivel-kookdemonstraties mee geoogst wordt. Daar bij de bereiding van kaaspanne- koeken plakjes kaas tusschen twee lagen beslag gebakken worden, is dit gerecht mogal stevig. Dit is niet het geval met de luchtige- kaaspannekoek, die er min of meer ver want mee is. Het opdienen van deze laat ste een voorgerecht moet met eenige voorzichtigheid gebeuren, om inzakken van het gebak te voorkomen. Zorg dus voor een verwarmden schotel en dek de pannekoek bij het binnenbrengen met een verwarmden deksel af. Luchtige Kaaspannekoek (voor 4 personen). 1 ei, 1 kopje melk, 4 afgestreken lepels bloem, klein beetje zout, V2 ous geraspte kaas, 1 afgestreken le pel boter. Alaak van bloem, zout, eidooier en melk een beslag. Voeg hierbij de geraspte kaas. Klop het eiwit goed stijf en ver meng dit met het beslag. Doe het meng sel in de koekepan met de gesmolten bo ter; bak het zachtjes aan beide kanten goudbruin en gaar 15 min.) Doe de pannekoek op een verwarmden schotel. Geef hem als voorgerecht of als warm hapje bij de koffietafel. Nog een paar recepten. Haagsche bluf. 6 eiwitten, 2 dl. bessensap en IV2 ons suiker. Klop de eiwitten tot ze nog niet geheel stijf zijn en begin dan met er afwisselend telkens wat suiker en bessensap bij te voegen. Klop dan tot alles prachtig stijf is. Dien de bluf met biscuits. D e e n s c h e r ij st. 1 ons rijst, 1 liter melk, 1 ons bitterkoekjes, 1 ei, een stukje boter ter grootte van een half ei en 3'/* eetlepels suiker. Bereidingswijze: wasch de rijst tot het water helder blijft, doe ze in een pan met melk en laat ze een uur koken op een zacht vuur. Voeg dan de suiker en den eierdooier, daarna het stijfgeklopte eiwit erbij. Beleg een vuurvast schoteltje met de helft van de bitterkoekjes, stort daar over een laagje rijst, leg dan weer bit terkoekjes en het laatst een rijstlaagje er bovenop. Bestrooi het geheel met wat suiker, leg de boter er, in kloine stukjes verdeeld, op en zet het schoteltje een half uur in een matig warmen oven. Beste Nichtjes en Neefjes! Uit de briefjes is mij gebleken, dat bijna allen „graag" mee willen doen aan een St. Nicolaasverrassing, dus houden we ons aan do afspraak dat de pakjes vóór 25 November in mijn bezit moeten zijn. De oplossing van het raadsel van 24 Oct. was: Dhar alleen kan liefde wonen, daar alleen is 't leven zoet, waar men vrij en ongedwongen, alles voor elkander doet. Hier de briefjes. Oude lande. „De Ruyter". Jij schrijft zoo, fijn over een poosje schaatsenrijden, imatjjd je bedoelt, tenminste als er ijs komt. Heb je daar nogal moed op? Maar goed je best doen op de teekening. „De Groot". Ik zou je wel eens willen zien als je zelf mag mennen, dan voel je je zeker wel een heele kerel. „Oranje". Wat heb jij een mooie toekomstplannen. Het beste is nu alvast maar flink je best te blijven doen op school, en evengoed als je vader moet helpen. „Blondkopje". Met het slechte weer kun je het beste maar binnen zitten en dat is ook gezellig nu het zoo vroeg donker is. Heb je Js avonds al huiswerk voor school? „Spring in 't Veld". Dat zal een lief stelletje worden, past het goed hij elkaar? Jij hebt wel een mooie belooning gehad voor je handwer ken. „Herfstaster". Wat fijn dat jij ook naar dat feest mocht, nee zoo'n avond dan verveel je je niet. En je maakt weer zulke mooie dingen op de club. Was dit erg moeilijk? B a a r I a n d. „Blauwoogje". Jij hebt heel wat wenschen wat het weer betreft, maar in November kun je toch het meest op wind en regen rekenen. Maar hard breien, des te eerder mag je aan wat anders beginnen. „Prins Bernhard". Ook welkom in ons clubje. Jij hebt een mooie naam uitgekozen, zoo'n neef mag ik wel in eere houden. Wat heb jij veel zussen en broers, als iik het goed heb, ben jij een van de jongsten? „Maurits". Wat een tegenvaller dat je nu zoo lang in huis moet blijven. Doet do knie nog veel pijn, of gaat dat al wat beter? Het beste er mee hoor. De oplossing van het raadsel van 24 October had je toch niet goed. Krabbendijke. „Kerstroos". Het was ook een prijsraadsel en dan mag het niet zoo gemakkelijk zijn. Ja, ze zijn alle maal erg blij met het boekje. „Iris". Fijn dat je zoo'n goed rapport had. ze waren er thuis zeker ook wel mee tevreden. Er zijn al heel wat nichtjes aan een verras sing begonnen. Wordt dat van jou mooi? „Boschviooltje". Hij schreef zoo'n gezel lig lange brief, maar je had er nu ook wel tijd voor. Moet je het jurkje naaien of bre'ien? Is de trui ook mooi geworden? Borssele. „Zus". Vertel maar aan de meester dat alleen wie het verdient zoo'n boekje (krijgt. Prettig dat jullie ook meedoen met St. Nic. Jij hebt alweer heel wat gehandwerkt. „Zangeresje". Wat je had van het raadsel was dus toch goed. En nu vond je het misschien niet eens zoo moei'lijk? 'Gezellig he, dat er zoo veel zijn. „Rembrandt". Allemaal tegelijk een reis, dat gaat nu eenmaal niet, en het is ook wel prettig als je nog iets in het vooruitzicht hebt. Waar blijft je vriend N i s s e. „Fietsertje". Dat raadsel van jou was een verrassing, je hebt het keu rig gedaan, ik kan het zoo gebruiken. Jij trof het dat de meester juist van Luther verteld had. 'Serooskerke. „Parker". Jou pakje kwam het eerst, je hebt er vlug werk van gemaakt en het netjes voor elkaar ge bracht. Het moest zijn komt men, dus was de Ij fout. „Dikkie". Wil je moeder van mij ook nog feliciteeren met haar verjaardag? Weet je al wat je zult ma ken, dat te bedenken is soms nog het moeilijkst. V e e r e. „Margriet". Ik 'had juist een raadsel ontvangen, dus moet dat van jou n:og een poosje wachten. Vond je het moeilijk, of viel het nogal mee? Kan de juffrouw van school niet iets bedenken? Souburg. „Boomklimmer". Nu was i vader er bij, maar zou je alleen ook wel in het donker durven? Wat een fijne verjaardag, je bent veel te veel verwend. Pas maar op dat 'je de fiets niet breekt 'Goes. „Zilvermeeuw". Als je de raad sels geregeld opstuurt, krijg je ook een boekje. En bet zijn mooie hoor. Kun je niet iets malken van houtsnijwerk of celo- tex? „Babbelgraag". Wat heb jij een fijne verjaardag gehad en zooveel ca- deaux. Zijn de bonbons al op? Ja, een handwerkje is goed. „Schrijfstertje". En weet je al wat je gaat maken? Jij zult dus blij zijn als het weer zomer is. Weet je wat je doen moet, flink levertraan slik ken. dat helpt vast wel. „Rozeknopje". Er wordt een strenge winter voorspeld, dus dan zal er ook wel ijs 'komen. Het was wel geen lange vacantie, maar toch gezel lig dat C. weer eens thuis was. „Broertje." Fn heb je oom al gesproken? Ik denk dat het wel in orde zal komen en het wel iets moois zal worden. „Alelkmeisje". Ja als je eenmaal een woord verkeerd hebt, is het vaak moeilijk er nog iets van te maken. Wat zal dat een snoezige jum per worden, je zult er wel netjes mee uit zien. Koudekerk e. „Sprokkelaarstertje". Van jou heb ik het prijsraadsel nog niet ontvangen, stuur je dat over 14 dagen Zooveel zusjes en broertjes, die namen kan ik vast niet allemaal onthouden. Déze week werd mij het volgende raad sel door oen nichtje toegezonden: Hot geheel bestaat uit 43 letters. Een 1. 2. 37. 30. 25. 12. was in gebruik bij de Bataven. 17. 15. 42. 18, is een meisjesnaam. Een 41, 4. 20. 23. 11. 16. 27. is een sieraad. 7. 5. 14. is een verfrisschende drank. Dé 3. 8. 22. 6. 1. 39. is een jaargetij. Het raam moet je 40. 8. 21. 20. 26. 31. Een 36. 41. 18. 25. 27. wordt op de handwerkles gebruikt. 32. 28. 43. 1. 38. 34 heb je noodig in de bergen. Een 10. 11. 29. is een deel van do week. Het raam moet je 40. 21. 20. 26. 31. Ingez. door „Fietsertje". 2. Van het volgende versje, waarvan de woorden wel op de goede regel staan, zijn de lettergrepen door elkaar gevallen. Wie kan het toch nog lezen? ge bla 'k zie de le len met ren val de is zo 'tge mer daan wind 't ge en van huil gen digt re kon en ter aan win ons de Allen hartelijk gegroet van TANTE DOLLIE. HOE BALD DE PLANT VERDIENDE TOEN MOEDER ZIEK WAS. XXVI. „Waar kom jij vandaan?" vroeg vader streng, zoodra Bald binnen kwam. Bald die hij de pomp z'n handen stond te wasschen, haalde z'n schouders op, hij wist niet zoo gauw wat te zeggen. „Zoo, weet je het niet. Alaar ik weet liet wel, je bent natuurlijk weer aan het spelen geweest en hebt je tijd vergeten; 't is wat moois en jij bent nog wel de oud ste. Mien en Bram konden ook op tijd zijn, en waarom jij niet?" Bald boende op z'11 handen, de modder wilde er haast niet af. „Ik had er geen erg in dat het al zoo laat was." „Geen erg in, en dat ik naar het zie kenhuis moet vergeet je en aan je Moeder denk je heelemaal niet." Be tranen sprongen Bald in de oogen, hij1 had nog wel zoo hard afgemaakt, en wél aan Moe gedacht, maar dat kon hij nu toch niet zeggen. Voor Vader wegging gaf Alien hem een brief voor Aloe van haar en Brammetje, ieder één. „Heb jij er ook een, Bald?" Nee, schudde hij. nee, jij bent aan het spelen geweest, en dan heb je geen tijid om aan je Moe der te schrijven." ,,'kHeb wèl aan Moe gedacht". Bijna had Bald verteld wat hij gedaan had, maar nog net bij tijds hield, hij z'n mond, nee, vader mócht het nog niet weten, hoe naar hij het ook vond dat Vader dat zei. „Niets aardig van je," vond Alien, „om niet eens aan Aloe te schrijven." „Aleid hou je mond, waar bemoei jij je meel" „Nou maar buurvrouw zei dat we het doen moesten en toen hebben we het fijn bij' haar gedaan en nog babbelaars gehad ook." „D'r is nogal wat aan ook, als buur vrouw het je voorzegt. Jij hebt er zelf O'O'k niet eens aan gedacht." „Leelijkerd!" Alien werd woedend. Maar nu kwam Vader tussohenbeide. „Bald nu is 't uit hoor; Mien heeft het tenminste gedaan, terwijl jij aan het spe len was, en nu nog berrie maken ook; ik kan zoo niet eens rustig weggaan." Vader stond zenuwachtig aan z'n dasje te trekken dat maar niet recht wil de zitten, en hiji moest zóó weg. „Jij1 gaat dadelijk aan je werk, Bald, en Mien jij; blijft nog maar een poosje bij1 buurvrouw." Nou, dat wilde Mien wel, daar was ze wat graag, en buurvrouw was zoo aardig. Bald had nog wel willen zeggen, de groeten aan Moe, maar hij' durfde niet, nu vader zoo boos was. Eindelijk zat de das toch goed en toen ging Vader vlug de deur uit; kwart over zes moest hij: bij den grooten weg zijn, daar zou de auto langs komen. Als hij nu maar niet weg was, maakte Bald zich al ongerust. Zou hij nog met Vader meeloopen en het dan zeggen van de groeten? maar Vader ging al. „Bald, eerst helpen oprui men, zonder ruzie hoor, en dan aan je werk." „Ja, Vader." O, wat had hij nu graag gezegd: de groeten aan Aloe, maar Vader was de deur al uit, Alien en Bram brachten hem naar het hekje. Bald zag, dat Vader hen vriendelijk goedendag zei. Had hij het nu maar gezegd. Daar ging Vader alleen het weggetje af, een zak fruit in z'n hand. Zou Bald nog, maar nee, Vader was toch boos, hij dééd het niet. Onder het afwasschen praatte Alien druk over buurvrouw en wat ze er alle maal gedaan had. ,,'t Kan mij' niet sche len, dacht Bald, ik vertel toch lekker niets." Als Vader nu straks bij Aloe kwam, kon I hij niets van hem vertellen, niet eens de j groeten doen; was hij toch maar even 1 naar buiten gegaan; maar nu was het te 1 laat. Een poosje later zat hij alleen zijn huiswerk te maken. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1936 | | pagina 6