msmoi
DE ZEEUW
ALS DE LIEFDE RIJPT
HET ADRES
A. WILKING
TWEEDE BLAD
Nfefhöógdéwértóng 75 cent]
Wat er deze week voorviel
Rechtszaken
HONIG'S VERPAKTE VERMICELLI - Bijzonder goed van kwaliteit.
Voor den Zondag
Dat Slijm moet van Uw Borsb
Hoest-Griep-Bronchitis-Asthma
F E U I L L ETO N
ding en de doorwerking van hat anti-rev. f
beginsel te bevorderen, en we deden dit
werk dus gedreven door het heilig begin
sel en in eensgezindheid, wat zou dat
onze groep stalen, wat zou dat een ze
gen voor onzo samenleving zijn,
Ongetwijfeld zal ook onze propaganda-
club aan het werk willen. Gezien, het ver
leden van deze club. staat het vast dat
straks de ledenwerving en de lectuurver-
spreiding met kracht ter hand zal wor
den genomen.
Ik ben wel benieuwd of het idee van
bevordering van bet lezen der Christelijke
pers, op een onzer vergaderingen der
kiesvereen. alhier eens gelanceerd, tot
verwezenlijking kan worden gebracht.
Dat is een werk, dat ontzettend veel
vraagt van de propagandisten, Door sleur
en gewoonte en vooroordeel zijn vele van
onze menschen er toe gekomen het ver
keerde dagblad te kiezen. En daardoor
hebben ze zichzelf zoodanig verslapt, dat
ze heel moeilijk bij te brengen zijn. dat ze
daarmee iets positiefs verkeerds doen.
Nu we over eenige dagen in onzen
Zeeuwschen kring een „familiefeest" heb
ben om onzen 50-jarigen „Zeeuw", is er
wel aanleiding om dit thans te stipulee-
ren.
Hoe zouden we in de hedendaagsche
worsteling, de politieke worsteling der
geesten meer kunnen zijn dan toeschou
wers. als we niet dagelijks ons zouden
kunnen bekwamen en toerusten voor deze
worsteling en hoe zouden we daarbij bet
Christelijk dagblad kunnen missen.
Het mag een gelukkig verschijnsel wor
den genoemd, dat onze jongeren willen
werken, willen studeeren, willen propa- j
geeren.
Het is zaak voor de daarvoor in de
eerste plaats aangewezen instanties om
die wils dr ang te leiden.
Het is niet noodig onze kiesvereeni-
ging daarto© op te wekken. Ik weet dat
onze mannen actief zijn. Binnen eenige
dagen verwacht ik wel een convocatie
voor een vergadering onzer kiesvereeni-
ging en een dito voor een vergadering
der propagandaclub. En heb ik die een
maal, dan cirkelen die niet met een zwie-
rigen zwaai naar de papiermand en zorg
ik niet voor een met kennisgeving afwe
zig, maar ik hoop D.V. naar beide verga
deringen toe te gaan en m'n schouders
mee onder 'twerk te zetten. Ik zou zoo
ongeveer 1001 verontschuldigingen kun
nen maken, om niet te gaan, maar dat
doe ik niet.
Een vraag!
Wat doet gij. amice?
Groetend,
STENTOR.
DE ZONDAGSSCHOOL IN NEDERLAND
1836—1936.
Algemeen wordt aangenomen, dat Dr
Abr. Capadose te 's-Gravenhage de
eerste in ons land is geweest, die in 1836
des Zondags eenige kinderen om zich
heen verzamelde om 'hun uit den Bijbel te
vertellen. Dit jaar kan (en wordt ook) iD
ons land 'het 100-jarig bestaan van de
Zondagtsseho'ol dus herdacht.
De eerste Zondagsschool is niet van de
kerk uitgegaan, noch minder van den
staat of eenige regeering, maar zij is uit
het volk zelf voortgekomen en haar oor-
sprong ligt inde gevangenis.
Zonder het te bevroeden is een eenvou
dige boekdrukker, Robert Raikes in
1780 te Gloucester in Engeland de stich
ter der Zondagsscholen geworden.
Als een waar christen bezocht hij de
gevangenen en ontdekte, dat het begin
der misdaden meestal in de jeugd was
geweest. Daarom meende hij terecht, dat
het kwaad aangetast moest worden 'bij
den wortel, bij het kind. Hij' was begaan
met hét lot van de op straat dobbelende
en vloekende jongens en meisjes in de
stad zijner inwoning. Daarbij kwam nog,
dat de meeste kinderen in de week veel
moeiten werken, zoodat er van school
gaan geen sprake was. Nu wist Robert
Raikes des Zondags eenige kinderen bij
elkaar in een woning te brengen, waar zij
fatsoen en reinheid leerden, verder leer
den lezen, maar bovenal werd hun uit
den Bijbel verteld.
In 't eerst had hij veel oppositie, voor
al van hoog-kerkelijke zijde, maar toen
de resultaten van zijn arbeid ook op de
straat waren te zien, kreeg hij vooral in
Engeland navolging en spoedig bezochten
in dat land duizenden kinderen de Zon
dagsschool.
Het klein© boompje, in alleen eenvoud
geplant, is een renzenboom geworden, die
tal van goede vruchten heeft opgeleverd.
Als vruchten kunnen genoemd worden
het Londensch Traktaatgenootschap en
het Britsch- en Buitenlandsch Bijbelge
nootschap.
Het is te begrijpen, dat in één der par
ten van Londen in 1880 bij het 100-jarig
jubileum der Zondagsschool in Engeland
een standbeeld voor Robert Raikes is op
gericht met den Bijbel in de ihand.
Vanuit Engeland breidde de Zondags
school ziiah uit op het vasteland. Zooala
reeds is gezegd, was het in ons land Dï
A. Capadoise, die de eerste Zondagsschool
oprichtte. Toch waren er in ons land, ook
inZeeland, vóór 1836 Zondagsscholen,
doch dit waren echte scholen. De oudste
waarvan ifc heb gelezen bestond reeds in
1818 'te Sluis. Hier was reeds een Bijbel-
vereeniging, welker doel het was Gods
Woord onder het volk uit te deelen. Het
bleek helaas, dat vele menschen lezen
tonden noch schrijven. Door de groote
armoede, waardoor zij reeds vroeg wat
moesten helpen verdienen, hadden zij de
school niet of weinig bezocht. Des Zon
dags werd hun 'kosteloos het lezen geleerd
opdat zij zelf den Bijbel konden lezen en
met den troostrijken inhoud bekend wor
den. Hier was dus enkel onderricht in de
lezing der Heilige Schrift. Ook werden
geen kinderen toegelaten, maar personen
boven de 16 jaar. Te Sluis waren er soms
bij de 100 leerlingen. Te Groede bestond
in 1821 ook een dergelijke Zondagsschool.
Te Middelburg werd 11 Dec. 1835 een
commissie voor de Zondagsschool opge
richt. Blijkbaar heeft deze niet lang be
staan, want in 1848 richt de aideeling
van het Nut van 't Algemeen weer een
Zondagsschool op.
R. B. J. d. M.
(Slot volgt.)
verwijderd worden. Zeker Is hel
dat Gij vannacht minder benauwd
zult zijn, indien Gij vandaag Akker's
Abdijsiroop neemt. Uw ademhaling*»
organen worden dan bevrijd van do
slijm die daar vastzit. Zonder moeite,
zonder pijn wordt Gij dan Uw be
nauwdheid of beklemming de baas,
In ongelooflijk korten tijd werkt Ab»
dijsiroop zuiverend, verzachtend en
genezend. Morgen kunt Gij U reeds
een ander mensch gevoelen. Door
haar bijzondere samenstelling hèt
geneesmiddel bij aandoeningen alst
AKKER'S
Ingezonden Mededeeling.
Verlaagdepnjzen^5^2v
COMMISSIE VAN SAMENWERKING
VOOR BIJZONDERE NOODEN.
Ingezetenen van Middelburgl
Hoe goede, rijke dagen hebben we door
leefd, toen we oins, a.h.w. even uitgehe
ven boven wereldzorgen en nooden, naar
het woord van onzen Minister-President
„zoovele dagen lang met het gehééle
voor Manufaoturen.
Dames- en Klnderconfeotle
Tapijten Gordijnen
Bedden Ledikanten en
aanverwante artikelen Is
GOES
HULST
Nedorlandsche Volk hêélemaal onder
ons hebben gevoeld". Blijde lijdingen
mochten we ontvangen, feestelijke be
groetingen hebben en opgewekte gesprek
ken voeren. De hoop van Oranje en van
Nederland mocht herlevenl En onze
dankbare vreugde zal haar einde nog
lang niet gevonden hebben.
Daarbij! durfde de Regeering in Staats
stukken die geleidelijk aan al somberder,
tenslotte beangstigend donker waren ge
worden, één lichtstreepje te mengen,
uitdrukking gevend, aan de niet gestor
ven hoop öp en verwachting van, beter.
Er is herleefde hoop en verwachting,
maar er is ookgebleven druk.
De Commissie van samenwerking voor
Bijzondere Nooden, zal Maandag 2'8 Sepi-
tember, de U bij hare circulaire toege
zonden strook, doen terughalen.
Bij het wegvallen der plaatselijke
Grisisootmité's zal ten aanzien van de
leniging van „bijzondere nooden" die dolor
de eoonomische crisis zoo zeer zijn ver
scherpt, een zeer belangrijke leemte ont
staan, waarin de bestaande organen
van armenzorgdie toch reeds zwaar
der zullen worden belast niet zelfstan
dig en niet volledig zullen kunnen voor
zien, Zóó, ongeveer, schreef 'de Minis
ter van Binnenlandsche Zaken, in zijne
bekende circulaire van 9 April. Het be
treft hier de verstrekking van geld, als
gift ineens, aan personen uit aller
lei maatsdhappelijfcen kring, ook uit
den middenstandneringdoenden,
intellectueel en, z.g.n. nieuwe armen, enz.
in gevallen waarin redelijkerwijze
kan worden verwacht, dat zij tengevolge
van deze hulp, voor goed of voor gerui-
men tijd, buiten geregelden steun zullen
kunnen worden gehouden.
Blijvende armlastigheid kan aldus wor
den voorkomen en de zelfstandigheid van
den betrokkene worden gehandhaafd of
hersteld.
Voor dien vorm van hulp is ingesteld
de „Commissie van Samenwerking voor
Bijzondere Nooden".
Het „Nationaal Fonds voor Bijzondere
Nooden" zal, zoo noodig, aanvullenden
steun kunnen verleenen.
Het komt er intusschen zéér op aan,
dat men plaatselijk al het mogelijke doe,
om de Middelburgsche Commissie (van
Samenwerking de noodige middelen te
verschaffen.
Zal het Nederlandsche Volk, na de ver
kwikkende ervaringen van de laatste we
ken, niet met nieuwe moed en bezieling,
den gebleven druk willen helpen verlich
ten?
Zou Middelburg daarbij willen achter
blijven?
Zal het zich niet eenige krachtsin
spanning willen getroosten om ook in
dit opzicht in den geest van het „heele-
maal onder ons" wat licht en vreugde
te brengen in moeilijke levens en som
bere harten?
Zullen we niet bereid zijn, in de feeste
lijke tijden, die we Nationaal hopen te
gemoet te gaan, in het groote Middel
burgsche gezin, zorg, somberheid
en n o od te verdrijven zooveel het slechts
in onze macht ligt?
Ik twijfel er eigenlijk niet aan en ver
oorloof me ten overvloede U met warmte
op te wekken, aan de inzameling voor de
leniging van „bijzondere nooden" eene
zé ér b ij zond ere uitkomst te
verzekeren.
M. FERNHOUT.
Ingezonden Mededeeling.
Het was te begrijpen, dat de Koninklijke
familie na de vermoeiende, hoewel heer
lijke dagen van 8 tot 10 September, be
hoefte had aan rust, die ze dacht op het
Loo te kunnen vinden. Maar ook hier
was die rust maar betrekkelijk en in
ieder geval duurde ze slechts kort, want
deze week werden de leger-manoeuvres in
Noord-Brabant bezocht, waarbij de ge
moedelijke Brabantsche bevolking ge
legenheid had de Koningin en het ver
loofde paar op hartelijke wijze te be
groeten.
Prins Bernhard is nu zijn practische
studiën over ons land en zijn koloniën
begonnen. Als employé is hij momenteel
werkzaam bij de Ned. Handels-Mij,
Het is jammer, dat in deze dagen van
hoog-gestemde nationale blijdschap een
dissonant wordt gehoord. Vooral Zeeland
weet daar van mee te praten. Bij perso
nen en instellingen, waarvan we dit aller
minst hadden verwacht, werd fraude ge
constateerd, en sommige landbouwcrisis
organisaties, in plaats van dankbaar te
zijn voor den steun, die het Nederland
sche volk aan den noodlijdenden land
bouw verleent, blijken een deel van de
gelden der gemeenschap te hebben be
steed op een wijze, die reden tot erger
nis geeft. We leven wel in een zwoele
atmosfeer.
In het buitenland is het helaas alles
oorlogsdreiging, wat de klok slaat.
In Spanje duurt de vreeselijke burger
oorlog nog steeds voort. Al is de opmarsch
der opstandelingen naar Bilbao door inun
datie van een dal vertraagd en al heeft
de reeds zoo dikwijls aangekondigde aan
val op Madrid nog steeds niet plaats ge
had, toch is de situatie voor de regeering
er niet beter op geworden.
In Genève is de stemming in Volken
bondskringen ook min of meer onrustig.
Italië, dat met zijn macht over het recht
triomfeerde, stelde den eisch, dat de dele
gatie van Abessynië niet ter Volkenbonds
vergadering zou worden toegelaten. Wei
gerde men hieraan te voldoen, dan zou
Mussolini zijn afgevaardigden terugroe
pen.
De Negus heeft echter met zijn gevolg
wèl toegang gekregen. Het advies van het
Internationaal Gerechtshof te Den Haag
werd niet eens noodig geacht. Italië is
nu natuurlijk hevig ontstemd en zoekt
een deel van de schuld bij een der Neder
landsche gedelegeerden, Mr Limburg!
Al dreigen hier misschien verwikkelin
gen, toch stemt het tot blijdschap, dat de
Volkenbond niet een streep door zijn vroe
ger besluit heeft gezet. Het zou toch ab
surd zijn zich de wet te laten voorschrij
ven door een Staat, die destijds als on
rechtmatig aanvaller van een zwakken
Staat is betiteld.
In het verre Oosten rommelt het al
weer.
„Naar aanleiding van den moord op
een Japanschen matroos te Shanghai
heeft de keizer van Japan de admiraliteit
verlof gegeven, versterkingen naar China
te zenden, teneinde daar alle noodzake
lijke maatregelen te treffen voor de be
scherming der Japanners in China"
Een onheilspellend telegram.
Zal dit incident de vonk zijn, die velen
al dagen verwachten en die den Orient
in vlammen zal zetten?
God verhoede hetl
Rechtbank te Middelburg.
Zitting van 25 September 1936.
Diefstal van vee uit een
weide. Als verdacht op 29 Juli 1936
te Vrouwepolder een rund uit een weide
te hebben ontvreemd, althans aan zijn
knechts opdracht te hebben gegeven dat
stuk vee weg te nemen uit een weide on
der die gemeente, welk stuk vee toebe
hoorde aan den landbouwer G. Langebee-
ke, had zich te verantwoorden de slager
J. M., 39 jaar, wonende te Middelburg,
voor dit feit gedetineerd in het Huis van
Bewaring aldaar.
Verdachte werd rechtskundig bijge
staan door Mr A. H. Kuipers, advocaat
te Middelburg.
D'e bestolene, getuige Langebe.eke, land
bouwer te Gapinge, zegt zijn rund te heb
ben gemist, en in de nabijheid van de
VAN
ZATERDAG 26 SEPT. 1936, Nr 304.
HINKEN OP TWEE GEDACHTEN.
Hoe lang hinkt giji op twee
gedachten? 1 Kon. 18 21.
De geschiedenis van Israël is een his
torie van val en opstanding, van afval
en terugkeer.
Toen onder leiding van Jozua het be
loofde land was in bezit genomen, was
er onder den indruk van de weldaden des
Heeren de begeerte om den God des Ver-
bonds die zijne wonderen had groot ge
maakt, te dienen.
Als weerklank op de uitspraak van
Jozua: aangaande mij' en mijn huis-, wij
zullen den Heere dienen, riep het volk
als uit één mondwij: zullen óók den
Heere dienen.
Er is geen reden om aan de oprecht
heid van die belijdenis te twijfelen, maar
toch duurde het niet lang of de afval
werd openbaar.
En dan was er wel telkens de terug
keer, maar om door verdere afwijking te
worden gevolgd.
Onder de regeering van David en Sa
lomo was er een wandelen in de wegen
des Heeren, maar daarna een zich wen
den' tot de afgoden en een zich buigen
voor de Baals.
In de dagen van Elia waren er nog wel
de enkelen, die in het verborgen den
Heere dienden, maar het volk als volk
had de wegen des Heeren verlaten, ter
wijl het naar de stem Zijner profeten niet
luisterde.
En dan komt Elia en roept in den
naam des Heeren het weerbarstige volk
op, toch niet langer op twee gedachten
te hinken en met beslistheid te kiezen
voor den Heere of voor Baal.
Hinken op twee gedachten, dat is ook
de fout van velen in onze dagen. Zij wil
len nog wel den Heere dienen, maar zij
kómen er niet toe zich met beslistheid af
te wenden van de wereld. En het eind is
altijd verder gaande afval en een afglijden
op den weg die naar de diepte voert.
Daarom is het woord van Elia wel zeer
bijzonder een woord voor onzen tijd.
Er moet, en dat geldt voor heel bet
leven, gekozen worden.
En zij' het dan onze belijdenisDe
Heere is God I
MIDDELBURGSCHE BRIEVEN.
Amice,
Als de bezorgers van „D'e Zeeuw" van
daag alhier hun werk doen, zitten de
Zeeuwsohe Arjanen wellicht onder het
opwekkend woord van Dr Huizinga in
onze St. Joris.
D'e antirevolutionaire .jongeren begin
nen althans de wintercampagne op tijd.
De politieke actie zal dezen winter veel
van ons vragen. Het is heel móói een
geestdriftige A.-R. volksverzameling te
zien en te hooren juichen, het is nog veel
mooier het werk voor ons beginsel vol
hardend te werken. Op volhouden komt
het aan, heeft D'r Colijn vorige week ge
zegd en nu vooral in den komenden win
ter zullen we het elkaar heel dikwijls
moeten herinneren: volhouden.
Ook het Centraal Comité was op tijd.
Het verkiezingsmanifest verscheen reeds
voor den vastgestelden datum, en het Co
mité heeft met deze daad ons allemaal
willen toeroepen: D'enkt om uw tijd.
Trouwens ook anderen hebben ons wat
te zeggen gehad. Minister de Wilde plaat
ste op den Haagsehen landdag drie kern
achtige opwekkingen: Weest actief, prin
cipieel en eensgezind.
Och, wij hebben die opwekkingen zoo
dikwijls noodig. Als we allen dezen win
ter eens actief waren, al de leden van
onze kiesvereeniging. al de propagandis
ten en huisbezoekers, de lectuurversprei-
ders, de aanplakkers eu we waren dit al
len uit overtuiging, we werkten zonder
eenige andere bedoeling dan de verbrei-
Uit het Engelsch.
98) —o^
Ze leunde achterover in haar stoel,
smaakvol gekleed in een eenvoudig japon
netje en 'zooals gewoonlijk met een illu
stratie open op haar knie. Maar ze las
niet. Haar eene hand lag op haar kindje,
dat te slapen lag op een groote, oude rust
stoel. Er lag een droom in haar oogen,
maar 'het waren allemaal droomen over
'haar zoon. Het scheen Paul, of hij door
de ingezonkenheid en de lusteloosheid
van den laatsten tijd geheel en al uit haar
horizon verdwenen was.
Hij slaakte een diepen zucht, toen hij
naar binnen liep, en de kamer binnen
trad. Sylvia keek verrast op, met een
glimlach in haar oogen. Blijkbaar had ze
hem gedurende zijn lange afwezigheid
gemist.
„Wat een lange reis moet jij wel heb
ben gemaakt", zei ze. „Ik dacht dat. e was
verdwaald. Heeft de schitteren .e avond
ie verlokt?"
.iNeen ja toch, ik geloof het wel",
antwoordde Paul verward. „Ik ik ben
naar de kapel geweest, Sylvia. Ik ben
daar den langsten tijd geweest".
Sylvia trok haar wenkbrauwen op en
scheen zich te vermaken.
„Wat bezielde je toch?" riep ze uit.
„Ik weet het niet - of ja, misschien
weet ik het ook wel. Iets bovennatuur
lijks bezielde mij vanavond, geloof ik. In
derdaad dat was het."
„Iets bovennatuurlijks? Wees niet zoo
raadselachtig, Paul. Wat bedoel je daar
mee. Je hebt je dunkt me zelf te veel ver
moeid. Kom, ga eens naast onze baby
zitten. D'aar, leg je hoofd maar tegen mijn
schouder. En vertel me nu eens, wat je
bedoelt.
Paul zette zette zich in de hoek van de
sofa en legde zijn arm om haar middel,
doch sprak geen woord. Hoe kon hij zijn
vrouw gaan vertellen, dat hij iets bad ge
zien van de onuitsprekelijke dingen, dat
zijn voeten hadden gestaan in het hei
lige der heiligen, terwijl zij zelf een
vreemdeling was in het voorhof.
Ze zaten een tijdlang zwijgend bij
elkaar, een zwijgen, dat moeilijk te ver
breken was, omdat een van deze beide
wist, dat spreken verwijdering zou bren-
gen en verschil van levensopvatting zou
openbaren. Maar 'dit stilzwijgen moest
worden verbroken, en eindelijk begon
Paul te spreken.
„Ik heb in dat eenvoudig kerkje een
wondermooie preek gehoord", zei 'hij.
„Tenminste het scheen mij' wondermooi
toe vanavond. Misschien kwam het wel
alleen hierdoor, dat het iets binnen in
mij wakker riep, want dat kan een 'heel
eenvoudig iets ons wonderschoon doen
toeschijnen.
„Ik begrijp je niet, Paul. Wie preekte
daar dan?"
„Een heel eenvoudige oude schaapher
der maar."
„Een oude schaapherder, Paul? 'tls
eenvoudig bespottelijk I"
„Het klinkt jou bespottelijk toe, ik weet
het, lieveling. Maar die oude man had
God gezien. En ik geloof ik geloof,
Sylvia, dat hij' mij den weg tot God ge
wezen 'heeft."
Sylvia slaakte een diepe zucht, maar ze
antwoordde niet. Toen keerde ze zich om,
duwde Paul's arm weg en zag hem diep
in de oogen. Die oogen en de uitdrukking
daarvan hadden baar den laafèten tijd
voor een oogenblik wel eens bezorgd en
onrustig gemaakt. Maar nu was alle on
rust daaruit verdwenen. Ze blikten klaar
en helder.
„Bedoel je", vroeg Sylvia, en haar stem
klonk scherp, bijna rauw, „bedoel je, dat
je vroom gaat worden?"
Ze deinsde van hem weg, doch een
spottende lach was in haar oog.
„Vroom", antwoordde Paul, „vroom"
Hij hield niet van dat woord.
„Ik weet het niet, lieveling. Wat bedoel
je met vroom?"
„Och, een soort van sullige sentimen
taliteit."
„O, neen, lieveling", anwoordde Paul
met nadruk. „Niet dat ik het weet. Maar
daar aan den oever van de rivier heb ik
een visioen gehad. En daaraan wil ik"
en zijn stem werd heel zacht, „daaraan
wil ik getrouw blijven, Sylvia, wat er ook
gebeurt
„Dhs ga je toch vroom worden, Paul",
zei Sylvia vertwijfeld. „Ik weet heusch
niet, wat je wilt. En ik had het ook nooit
van je gedacht. Die vromen zijn van dio
verschrikkelijke ongezellige menschen om
mee te leven."
„Ik meende anders den laatsten tijd een
ontzettend vervelend mensch te zijn ge
weest om mee samen te leven, lieveling",
zei Paul treurig, ik wensch een betere
echtgenoot voor jou en een betere vader
van onzen jongen te worden".
„Je was me anders best naar genoe
gen, zooals je was", lachte 'Sylvia
flauwtjes. „Ik heb me nooit bekreund om
je wisselend humeur. Ik heb tegenwoor
dig genoeg aan onze baby, zooals je
weet."
HOOFE'STUK XXV.
Dienzelfden Zondagavond hield Ds Lo'-
thian in de Andrewkerk tegen het eind
van zijn predikatie even op en deed een
beroep op zijn toehoorders. De banken
voor hem waren slechts schaarsch ge
vuld en dan nog alleen maar door oude
ren, die de kerk getrouw waren gebleven.
Eenige van hun kinderen waren nog aan
wezig, doch dat waren niet vele, en de
kleine vergadering wasi geslonken tot een
handjevol trouwe, toegewijde mensohen.
De jonge dienaar preekte met veel genoe
gen voor ben, omdat hij zeker was van
hun sympathie en omdat hij veel voelde
voor een mystiek Christendom en hij
daarvoor bij' zijn trouwe hoorders wel
ingang vend. Maar D's Lothian wist beter
dan iemand anders, dat deze neiging hem
zelf maar al te gemakkelijk geheel in be
slag zou nemen.
Hij' keek met aangroeiende ontmoedi
ging over de ledige banken. Op dezen wol-
kenloozen avond van een heerlijke Mei
dag waren de straten buiten het gebouw
gevuld met de o-pgesohoten knapen en
meisjes van de stad.
(Wordt vervolgd.)