msmoi DE ZEEUW ALS DE LIEFDE RIJPT HET ADRES A. WILKING TWEEDE BLAD Nfefhöógdéwértóng 75 cent] Wat er deze week voorviel Rechtszaken HONIG'S VERPAKTE VERMICELLI - Bijzonder goed van kwaliteit. Voor den Zondag Dat Slijm moet van Uw Borsb Hoest-Griep-Bronchitis-Asthma F E U I L L ETO N ding en de doorwerking van hat anti-rev. f beginsel te bevorderen, en we deden dit werk dus gedreven door het heilig begin sel en in eensgezindheid, wat zou dat onze groep stalen, wat zou dat een ze gen voor onzo samenleving zijn, Ongetwijfeld zal ook onze propaganda- club aan het werk willen. Gezien, het ver leden van deze club. staat het vast dat straks de ledenwerving en de lectuurver- spreiding met kracht ter hand zal wor den genomen. Ik ben wel benieuwd of het idee van bevordering van bet lezen der Christelijke pers, op een onzer vergaderingen der kiesvereen. alhier eens gelanceerd, tot verwezenlijking kan worden gebracht. Dat is een werk, dat ontzettend veel vraagt van de propagandisten, Door sleur en gewoonte en vooroordeel zijn vele van onze menschen er toe gekomen het ver keerde dagblad te kiezen. En daardoor hebben ze zichzelf zoodanig verslapt, dat ze heel moeilijk bij te brengen zijn. dat ze daarmee iets positiefs verkeerds doen. Nu we over eenige dagen in onzen Zeeuwschen kring een „familiefeest" heb ben om onzen 50-jarigen „Zeeuw", is er wel aanleiding om dit thans te stipulee- ren. Hoe zouden we in de hedendaagsche worsteling, de politieke worsteling der geesten meer kunnen zijn dan toeschou wers. als we niet dagelijks ons zouden kunnen bekwamen en toerusten voor deze worsteling en hoe zouden we daarbij bet Christelijk dagblad kunnen missen. Het mag een gelukkig verschijnsel wor den genoemd, dat onze jongeren willen werken, willen studeeren, willen propa- j geeren. Het is zaak voor de daarvoor in de eerste plaats aangewezen instanties om die wils dr ang te leiden. Het is niet noodig onze kiesvereeni- ging daarto© op te wekken. Ik weet dat onze mannen actief zijn. Binnen eenige dagen verwacht ik wel een convocatie voor een vergadering onzer kiesvereeni- ging en een dito voor een vergadering der propagandaclub. En heb ik die een maal, dan cirkelen die niet met een zwie- rigen zwaai naar de papiermand en zorg ik niet voor een met kennisgeving afwe zig, maar ik hoop D.V. naar beide verga deringen toe te gaan en m'n schouders mee onder 'twerk te zetten. Ik zou zoo ongeveer 1001 verontschuldigingen kun nen maken, om niet te gaan, maar dat doe ik niet. Een vraag! Wat doet gij. amice? Groetend, STENTOR. DE ZONDAGSSCHOOL IN NEDERLAND 1836—1936. Algemeen wordt aangenomen, dat Dr Abr. Capadose te 's-Gravenhage de eerste in ons land is geweest, die in 1836 des Zondags eenige kinderen om zich heen verzamelde om 'hun uit den Bijbel te vertellen. Dit jaar kan (en wordt ook) iD ons land 'het 100-jarig bestaan van de Zondagtsseho'ol dus herdacht. De eerste Zondagsschool is niet van de kerk uitgegaan, noch minder van den staat of eenige regeering, maar zij is uit het volk zelf voortgekomen en haar oor- sprong ligt inde gevangenis. Zonder het te bevroeden is een eenvou dige boekdrukker, Robert Raikes in 1780 te Gloucester in Engeland de stich ter der Zondagsscholen geworden. Als een waar christen bezocht hij de gevangenen en ontdekte, dat het begin der misdaden meestal in de jeugd was geweest. Daarom meende hij terecht, dat het kwaad aangetast moest worden 'bij den wortel, bij het kind. Hij' was begaan met hét lot van de op straat dobbelende en vloekende jongens en meisjes in de stad zijner inwoning. Daarbij kwam nog, dat de meeste kinderen in de week veel moeiten werken, zoodat er van school gaan geen sprake was. Nu wist Robert Raikes des Zondags eenige kinderen bij elkaar in een woning te brengen, waar zij fatsoen en reinheid leerden, verder leer den lezen, maar bovenal werd hun uit den Bijbel verteld. In 't eerst had hij veel oppositie, voor al van hoog-kerkelijke zijde, maar toen de resultaten van zijn arbeid ook op de straat waren te zien, kreeg hij vooral in Engeland navolging en spoedig bezochten in dat land duizenden kinderen de Zon dagsschool. Het klein© boompje, in alleen eenvoud geplant, is een renzenboom geworden, die tal van goede vruchten heeft opgeleverd. Als vruchten kunnen genoemd worden het Londensch Traktaatgenootschap en het Britsch- en Buitenlandsch Bijbelge nootschap. Het is te begrijpen, dat in één der par ten van Londen in 1880 bij het 100-jarig jubileum der Zondagsschool in Engeland een standbeeld voor Robert Raikes is op gericht met den Bijbel in de ihand. Vanuit Engeland breidde de Zondags school ziiah uit op het vasteland. Zooala reeds is gezegd, was het in ons land Dï A. Capadoise, die de eerste Zondagsschool oprichtte. Toch waren er in ons land, ook inZeeland, vóór 1836 Zondagsscholen, doch dit waren echte scholen. De oudste waarvan ifc heb gelezen bestond reeds in 1818 'te Sluis. Hier was reeds een Bijbel- vereeniging, welker doel het was Gods Woord onder het volk uit te deelen. Het bleek helaas, dat vele menschen lezen tonden noch schrijven. Door de groote armoede, waardoor zij reeds vroeg wat moesten helpen verdienen, hadden zij de school niet of weinig bezocht. Des Zon dags werd hun 'kosteloos het lezen geleerd opdat zij zelf den Bijbel konden lezen en met den troostrijken inhoud bekend wor den. Hier was dus enkel onderricht in de lezing der Heilige Schrift. Ook werden geen kinderen toegelaten, maar personen boven de 16 jaar. Te Sluis waren er soms bij de 100 leerlingen. Te Groede bestond in 1821 ook een dergelijke Zondagsschool. Te Middelburg werd 11 Dec. 1835 een commissie voor de Zondagsschool opge richt. Blijkbaar heeft deze niet lang be staan, want in 1848 richt de aideeling van het Nut van 't Algemeen weer een Zondagsschool op. R. B. J. d. M. (Slot volgt.) verwijderd worden. Zeker Is hel dat Gij vannacht minder benauwd zult zijn, indien Gij vandaag Akker's Abdijsiroop neemt. Uw ademhaling*» organen worden dan bevrijd van do slijm die daar vastzit. Zonder moeite, zonder pijn wordt Gij dan Uw be nauwdheid of beklemming de baas, In ongelooflijk korten tijd werkt Ab» dijsiroop zuiverend, verzachtend en genezend. Morgen kunt Gij U reeds een ander mensch gevoelen. Door haar bijzondere samenstelling hèt geneesmiddel bij aandoeningen alst AKKER'S Ingezonden Mededeeling. Verlaagdepnjzen^5^2v COMMISSIE VAN SAMENWERKING VOOR BIJZONDERE NOODEN. Ingezetenen van Middelburgl Hoe goede, rijke dagen hebben we door leefd, toen we oins, a.h.w. even uitgehe ven boven wereldzorgen en nooden, naar het woord van onzen Minister-President „zoovele dagen lang met het gehééle voor Manufaoturen. Dames- en Klnderconfeotle Tapijten Gordijnen Bedden Ledikanten en aanverwante artikelen Is GOES HULST Nedorlandsche Volk hêélemaal onder ons hebben gevoeld". Blijde lijdingen mochten we ontvangen, feestelijke be groetingen hebben en opgewekte gesprek ken voeren. De hoop van Oranje en van Nederland mocht herlevenl En onze dankbare vreugde zal haar einde nog lang niet gevonden hebben. Daarbij! durfde de Regeering in Staats stukken die geleidelijk aan al somberder, tenslotte beangstigend donker waren ge worden, één lichtstreepje te mengen, uitdrukking gevend, aan de niet gestor ven hoop öp en verwachting van, beter. Er is herleefde hoop en verwachting, maar er is ookgebleven druk. De Commissie van samenwerking voor Bijzondere Nooden, zal Maandag 2'8 Sepi- tember, de U bij hare circulaire toege zonden strook, doen terughalen. Bij het wegvallen der plaatselijke Grisisootmité's zal ten aanzien van de leniging van „bijzondere nooden" die dolor de eoonomische crisis zoo zeer zijn ver scherpt, een zeer belangrijke leemte ont staan, waarin de bestaande organen van armenzorgdie toch reeds zwaar der zullen worden belast niet zelfstan dig en niet volledig zullen kunnen voor zien, Zóó, ongeveer, schreef 'de Minis ter van Binnenlandsche Zaken, in zijne bekende circulaire van 9 April. Het be treft hier de verstrekking van geld, als gift ineens, aan personen uit aller lei maatsdhappelijfcen kring, ook uit den middenstandneringdoenden, intellectueel en, z.g.n. nieuwe armen, enz. in gevallen waarin redelijkerwijze kan worden verwacht, dat zij tengevolge van deze hulp, voor goed of voor gerui- men tijd, buiten geregelden steun zullen kunnen worden gehouden. Blijvende armlastigheid kan aldus wor den voorkomen en de zelfstandigheid van den betrokkene worden gehandhaafd of hersteld. Voor dien vorm van hulp is ingesteld de „Commissie van Samenwerking voor Bijzondere Nooden". Het „Nationaal Fonds voor Bijzondere Nooden" zal, zoo noodig, aanvullenden steun kunnen verleenen. Het komt er intusschen zéér op aan, dat men plaatselijk al het mogelijke doe, om de Middelburgsche Commissie (van Samenwerking de noodige middelen te verschaffen. Zal het Nederlandsche Volk, na de ver kwikkende ervaringen van de laatste we ken, niet met nieuwe moed en bezieling, den gebleven druk willen helpen verlich ten? Zou Middelburg daarbij willen achter blijven? Zal het zich niet eenige krachtsin spanning willen getroosten om ook in dit opzicht in den geest van het „heele- maal onder ons" wat licht en vreugde te brengen in moeilijke levens en som bere harten? Zullen we niet bereid zijn, in de feeste lijke tijden, die we Nationaal hopen te gemoet te gaan, in het groote Middel burgsche gezin, zorg, somberheid en n o od te verdrijven zooveel het slechts in onze macht ligt? Ik twijfel er eigenlijk niet aan en ver oorloof me ten overvloede U met warmte op te wekken, aan de inzameling voor de leniging van „bijzondere nooden" eene zé ér b ij zond ere uitkomst te verzekeren. M. FERNHOUT. Ingezonden Mededeeling. Het was te begrijpen, dat de Koninklijke familie na de vermoeiende, hoewel heer lijke dagen van 8 tot 10 September, be hoefte had aan rust, die ze dacht op het Loo te kunnen vinden. Maar ook hier was die rust maar betrekkelijk en in ieder geval duurde ze slechts kort, want deze week werden de leger-manoeuvres in Noord-Brabant bezocht, waarbij de ge moedelijke Brabantsche bevolking ge legenheid had de Koningin en het ver loofde paar op hartelijke wijze te be groeten. Prins Bernhard is nu zijn practische studiën over ons land en zijn koloniën begonnen. Als employé is hij momenteel werkzaam bij de Ned. Handels-Mij, Het is jammer, dat in deze dagen van hoog-gestemde nationale blijdschap een dissonant wordt gehoord. Vooral Zeeland weet daar van mee te praten. Bij perso nen en instellingen, waarvan we dit aller minst hadden verwacht, werd fraude ge constateerd, en sommige landbouwcrisis organisaties, in plaats van dankbaar te zijn voor den steun, die het Nederland sche volk aan den noodlijdenden land bouw verleent, blijken een deel van de gelden der gemeenschap te hebben be steed op een wijze, die reden tot erger nis geeft. We leven wel in een zwoele atmosfeer. In het buitenland is het helaas alles oorlogsdreiging, wat de klok slaat. In Spanje duurt de vreeselijke burger oorlog nog steeds voort. Al is de opmarsch der opstandelingen naar Bilbao door inun datie van een dal vertraagd en al heeft de reeds zoo dikwijls aangekondigde aan val op Madrid nog steeds niet plaats ge had, toch is de situatie voor de regeering er niet beter op geworden. In Genève is de stemming in Volken bondskringen ook min of meer onrustig. Italië, dat met zijn macht over het recht triomfeerde, stelde den eisch, dat de dele gatie van Abessynië niet ter Volkenbonds vergadering zou worden toegelaten. Wei gerde men hieraan te voldoen, dan zou Mussolini zijn afgevaardigden terugroe pen. De Negus heeft echter met zijn gevolg wèl toegang gekregen. Het advies van het Internationaal Gerechtshof te Den Haag werd niet eens noodig geacht. Italië is nu natuurlijk hevig ontstemd en zoekt een deel van de schuld bij een der Neder landsche gedelegeerden, Mr Limburg! Al dreigen hier misschien verwikkelin gen, toch stemt het tot blijdschap, dat de Volkenbond niet een streep door zijn vroe ger besluit heeft gezet. Het zou toch ab surd zijn zich de wet te laten voorschrij ven door een Staat, die destijds als on rechtmatig aanvaller van een zwakken Staat is betiteld. In het verre Oosten rommelt het al weer. „Naar aanleiding van den moord op een Japanschen matroos te Shanghai heeft de keizer van Japan de admiraliteit verlof gegeven, versterkingen naar China te zenden, teneinde daar alle noodzake lijke maatregelen te treffen voor de be scherming der Japanners in China" Een onheilspellend telegram. Zal dit incident de vonk zijn, die velen al dagen verwachten en die den Orient in vlammen zal zetten? God verhoede hetl Rechtbank te Middelburg. Zitting van 25 September 1936. Diefstal van vee uit een weide. Als verdacht op 29 Juli 1936 te Vrouwepolder een rund uit een weide te hebben ontvreemd, althans aan zijn knechts opdracht te hebben gegeven dat stuk vee weg te nemen uit een weide on der die gemeente, welk stuk vee toebe hoorde aan den landbouwer G. Langebee- ke, had zich te verantwoorden de slager J. M., 39 jaar, wonende te Middelburg, voor dit feit gedetineerd in het Huis van Bewaring aldaar. Verdachte werd rechtskundig bijge staan door Mr A. H. Kuipers, advocaat te Middelburg. D'e bestolene, getuige Langebe.eke, land bouwer te Gapinge, zegt zijn rund te heb ben gemist, en in de nabijheid van de VAN ZATERDAG 26 SEPT. 1936, Nr 304. HINKEN OP TWEE GEDACHTEN. Hoe lang hinkt giji op twee gedachten? 1 Kon. 18 21. De geschiedenis van Israël is een his torie van val en opstanding, van afval en terugkeer. Toen onder leiding van Jozua het be loofde land was in bezit genomen, was er onder den indruk van de weldaden des Heeren de begeerte om den God des Ver- bonds die zijne wonderen had groot ge maakt, te dienen. Als weerklank op de uitspraak van Jozua: aangaande mij' en mijn huis-, wij zullen den Heere dienen, riep het volk als uit één mondwij: zullen óók den Heere dienen. Er is geen reden om aan de oprecht heid van die belijdenis te twijfelen, maar toch duurde het niet lang of de afval werd openbaar. En dan was er wel telkens de terug keer, maar om door verdere afwijking te worden gevolgd. Onder de regeering van David en Sa lomo was er een wandelen in de wegen des Heeren, maar daarna een zich wen den' tot de afgoden en een zich buigen voor de Baals. In de dagen van Elia waren er nog wel de enkelen, die in het verborgen den Heere dienden, maar het volk als volk had de wegen des Heeren verlaten, ter wijl het naar de stem Zijner profeten niet luisterde. En dan komt Elia en roept in den naam des Heeren het weerbarstige volk op, toch niet langer op twee gedachten te hinken en met beslistheid te kiezen voor den Heere of voor Baal. Hinken op twee gedachten, dat is ook de fout van velen in onze dagen. Zij wil len nog wel den Heere dienen, maar zij kómen er niet toe zich met beslistheid af te wenden van de wereld. En het eind is altijd verder gaande afval en een afglijden op den weg die naar de diepte voert. Daarom is het woord van Elia wel zeer bijzonder een woord voor onzen tijd. Er moet, en dat geldt voor heel bet leven, gekozen worden. En zij' het dan onze belijdenisDe Heere is God I MIDDELBURGSCHE BRIEVEN. Amice, Als de bezorgers van „D'e Zeeuw" van daag alhier hun werk doen, zitten de Zeeuwsohe Arjanen wellicht onder het opwekkend woord van Dr Huizinga in onze St. Joris. D'e antirevolutionaire .jongeren begin nen althans de wintercampagne op tijd. De politieke actie zal dezen winter veel van ons vragen. Het is heel móói een geestdriftige A.-R. volksverzameling te zien en te hooren juichen, het is nog veel mooier het werk voor ons beginsel vol hardend te werken. Op volhouden komt het aan, heeft D'r Colijn vorige week ge zegd en nu vooral in den komenden win ter zullen we het elkaar heel dikwijls moeten herinneren: volhouden. Ook het Centraal Comité was op tijd. Het verkiezingsmanifest verscheen reeds voor den vastgestelden datum, en het Co mité heeft met deze daad ons allemaal willen toeroepen: D'enkt om uw tijd. Trouwens ook anderen hebben ons wat te zeggen gehad. Minister de Wilde plaat ste op den Haagsehen landdag drie kern achtige opwekkingen: Weest actief, prin cipieel en eensgezind. Och, wij hebben die opwekkingen zoo dikwijls noodig. Als we allen dezen win ter eens actief waren, al de leden van onze kiesvereeniging. al de propagandis ten en huisbezoekers, de lectuurversprei- ders, de aanplakkers eu we waren dit al len uit overtuiging, we werkten zonder eenige andere bedoeling dan de verbrei- Uit het Engelsch. 98) —o^ Ze leunde achterover in haar stoel, smaakvol gekleed in een eenvoudig japon netje en 'zooals gewoonlijk met een illu stratie open op haar knie. Maar ze las niet. Haar eene hand lag op haar kindje, dat te slapen lag op een groote, oude rust stoel. Er lag een droom in haar oogen, maar 'het waren allemaal droomen over 'haar zoon. Het scheen Paul, of hij door de ingezonkenheid en de lusteloosheid van den laatsten tijd geheel en al uit haar horizon verdwenen was. Hij slaakte een diepen zucht, toen hij naar binnen liep, en de kamer binnen trad. Sylvia keek verrast op, met een glimlach in haar oogen. Blijkbaar had ze hem gedurende zijn lange afwezigheid gemist. „Wat een lange reis moet jij wel heb ben gemaakt", zei ze. „Ik dacht dat. e was verdwaald. Heeft de schitteren .e avond ie verlokt?" .iNeen ja toch, ik geloof het wel", antwoordde Paul verward. „Ik ik ben naar de kapel geweest, Sylvia. Ik ben daar den langsten tijd geweest". Sylvia trok haar wenkbrauwen op en scheen zich te vermaken. „Wat bezielde je toch?" riep ze uit. „Ik weet het niet - of ja, misschien weet ik het ook wel. Iets bovennatuur lijks bezielde mij vanavond, geloof ik. In derdaad dat was het." „Iets bovennatuurlijks? Wees niet zoo raadselachtig, Paul. Wat bedoel je daar mee. Je hebt je dunkt me zelf te veel ver moeid. Kom, ga eens naast onze baby zitten. D'aar, leg je hoofd maar tegen mijn schouder. En vertel me nu eens, wat je bedoelt. Paul zette zette zich in de hoek van de sofa en legde zijn arm om haar middel, doch sprak geen woord. Hoe kon hij zijn vrouw gaan vertellen, dat hij iets bad ge zien van de onuitsprekelijke dingen, dat zijn voeten hadden gestaan in het hei lige der heiligen, terwijl zij zelf een vreemdeling was in het voorhof. Ze zaten een tijdlang zwijgend bij elkaar, een zwijgen, dat moeilijk te ver breken was, omdat een van deze beide wist, dat spreken verwijdering zou bren- gen en verschil van levensopvatting zou openbaren. Maar 'dit stilzwijgen moest worden verbroken, en eindelijk begon Paul te spreken. „Ik heb in dat eenvoudig kerkje een wondermooie preek gehoord", zei 'hij. „Tenminste het scheen mij' wondermooi toe vanavond. Misschien kwam het wel alleen hierdoor, dat het iets binnen in mij wakker riep, want dat kan een 'heel eenvoudig iets ons wonderschoon doen toeschijnen. „Ik begrijp je niet, Paul. Wie preekte daar dan?" „Een heel eenvoudige oude schaapher der maar." „Een oude schaapherder, Paul? 'tls eenvoudig bespottelijk I" „Het klinkt jou bespottelijk toe, ik weet het, lieveling. Maar die oude man had God gezien. En ik geloof ik geloof, Sylvia, dat hij' mij den weg tot God ge wezen 'heeft." Sylvia slaakte een diepe zucht, maar ze antwoordde niet. Toen keerde ze zich om, duwde Paul's arm weg en zag hem diep in de oogen. Die oogen en de uitdrukking daarvan hadden baar den laafèten tijd voor een oogenblik wel eens bezorgd en onrustig gemaakt. Maar nu was alle on rust daaruit verdwenen. Ze blikten klaar en helder. „Bedoel je", vroeg Sylvia, en haar stem klonk scherp, bijna rauw, „bedoel je, dat je vroom gaat worden?" Ze deinsde van hem weg, doch een spottende lach was in haar oog. „Vroom", antwoordde Paul, „vroom" Hij hield niet van dat woord. „Ik weet het niet, lieveling. Wat bedoel je met vroom?" „Och, een soort van sullige sentimen taliteit." „O, neen, lieveling", anwoordde Paul met nadruk. „Niet dat ik het weet. Maar daar aan den oever van de rivier heb ik een visioen gehad. En daaraan wil ik" en zijn stem werd heel zacht, „daaraan wil ik getrouw blijven, Sylvia, wat er ook gebeurt „Dhs ga je toch vroom worden, Paul", zei Sylvia vertwijfeld. „Ik weet heusch niet, wat je wilt. En ik had het ook nooit van je gedacht. Die vromen zijn van dio verschrikkelijke ongezellige menschen om mee te leven." „Ik meende anders den laatsten tijd een ontzettend vervelend mensch te zijn ge weest om mee samen te leven, lieveling", zei Paul treurig, ik wensch een betere echtgenoot voor jou en een betere vader van onzen jongen te worden". „Je was me anders best naar genoe gen, zooals je was", lachte 'Sylvia flauwtjes. „Ik heb me nooit bekreund om je wisselend humeur. Ik heb tegenwoor dig genoeg aan onze baby, zooals je weet." HOOFE'STUK XXV. Dienzelfden Zondagavond hield Ds Lo'- thian in de Andrewkerk tegen het eind van zijn predikatie even op en deed een beroep op zijn toehoorders. De banken voor hem waren slechts schaarsch ge vuld en dan nog alleen maar door oude ren, die de kerk getrouw waren gebleven. Eenige van hun kinderen waren nog aan wezig, doch dat waren niet vele, en de kleine vergadering wasi geslonken tot een handjevol trouwe, toegewijde mensohen. De jonge dienaar preekte met veel genoe gen voor ben, omdat hij zeker was van hun sympathie en omdat hij veel voelde voor een mystiek Christendom en hij daarvoor bij' zijn trouwe hoorders wel ingang vend. Maar D's Lothian wist beter dan iemand anders, dat deze neiging hem zelf maar al te gemakkelijk geheel in be slag zou nemen. Hij' keek met aangroeiende ontmoedi ging over de ledige banken. Op dezen wol- kenloozen avond van een heerlijke Mei dag waren de straten buiten het gebouw gevuld met de o-pgesohoten knapen en meisjes van de stad. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1936 | | pagina 5