DE ZEEUW
aABDusmop
NATIONALE
ALS DE LIEFDE RIJPT
HONIG'S BOUILLONBLOKJES 6 voor lOct.
VERZEKERING MET WINST
TWEEDE BLAD
Voor den Zondag
Letterkundige Kroniek.
Wat er deze week voorviel
L ichtstraal bij KINKHOEST
Hoest-Griep-Bronchitis-Asthma
LEVENSVERZEKERING-BANK Rotterdam
ZONDER PRIJSVERH00GING
VAN
ZATERDAG 12 SEPT. 1936, Nr 292.
IN GEEN DING BEZORGD.
Weest in geen ding bezorgd.
Filipp. 4: 6.
Dit schijnt niet een woord voor onzen
tijd, nu zoo velen tot over de ooren in de
zorgen zitten.
Het mag goed zijn voor hen die voor
spoed hebben en wier levenspad geëffend
is, in tijden van vooruitgang en welvaart,
maar het past niet voor dezen tijd.
Ja, zoo kan het schijnen.
Maar wij hebben hier te doen met een
woord van God, gericht aan menschen die
van alle kanten door zorgen omringd
waren.
De gemeente te Filippi beleefde kwade
dagen. Maar in plaats van op die zorgen
in te gaan en met die gemeente mee te
klagen, zegt Paulus en hij doet het in den
naam des Heeren: Verblijdt u; weest in
geen ding bezorgd.
Is dat niet een al te goedkoope troost.
Hebben zij die in zorg en druk verkeeren
niet wat anders noodig dan een opwek
king om zich te verblijden en niet be
zorgd te zijn?
Neen, toch niet.
Zij mogen zich verblijden, want: de
Heere is nabij. En dan is er voor bezorgd
zijn geen reden.
Er gebeurt niets bij geval.
In alle dingen die ons overkomen, ligt
een bedoeling Gods. Hij voert zijn raad
uit, ook in het wereldgebeuren dat ons
ontroert.
En daarom: wij mogen en moeten zor
gen, wij hebben te werken zoolang het
dag is, maar wij mogen het doen met het
oog. op Hem, die alle dingen bestuurt
naar Zijn wil.
Bezorgd zijn, heeft iemand gezegd, is
enkel naar de aarde te zien en angstig
te vragen wat komt. Maar zorgen is om
hoog zien, van God alles verwachten, ons
leven en lot in Zijne handen leggen.
D!an kunnen de moeilijkheden groot
zijn, maar ze overheerschen ons niet.
Want grooter dan de Helper, is de
nood toch niet.
„Weest in geen ding bezorgd, maar
laat uwe begeerten in alles, door bidden
en smeeken, met dankzegging bekend
worden bij God."
VAN TEXEL TOT WALCHEREN.
Er is in de laatste jaren een terugkeer
naar de natuur en haar schatten ook
daarin te ontdekken, dat de mensch bijl
zee en duin, op de heide en in het wijde
polderland weer zijn stille vreugden be
leeft. Men zoekt de stilte, men begeert
rust, bovenal: men is moe door het tem
po van dezen tijd, moe ook van zooveel
vorm zonder-wezen. Men wendt den blik
naar andere waarden, naar een tegen
wicht dat de verstoorde verhoudingen
herstellen kan.
Men ontdekt de natuur en haar gene
zende kracht.
Ook -het boek deelt in die voorkeur.
Er is veel belangstelling voor het verhaal
dat schrijlvers'als R. J. de Stoppelaar hun
lezers voor zetten; men trekt er met Vij
verberg op uit om de „Trouwe Wachters"
te zien, het spel van „Ranke Wieken" te
volgen, de pracht te ontdekken die de vo
gels,, van diverse pluimage" siert en
waarvan hij' in woord en beeld de vol
maakte schoonheid laat bewonderen;men
volgt Kuylmans op zijn tochten over de
Veluwe, luistert naar wat hijl vertelt oVer
Scherp oog, het koolmeesje; over Bontje,
de bergeend; over Snelwiek, den edelvalk;
over Roofgauw, de sluwe ulk. En al de
ze boeken bewij!zen het, dat de schoon
heid van ons land onvergelijkelijk is, dat
FEUILLETON
Uit het Engelsch.
88.). o_
Toch was ze er zeker van, dat Romney
eveneens zou kunnen, als ze zich ten
minste den vorigen avond niet had ver
gist en het inderdaad zijn oogen waren
geweest, welke de hare hadden ontmoet.
Indien hij haar nog steeds liefhad zou
hij natuurlijk hier komen en dat zoo gauw
mogelijk. En anders als hij niet kwam,
zou hij wel kalm weer naar Leathergate
terugkeeren en zou ze hem waarschijnlijk
nooit weer zien zij zou dan tenminste
nimmer weer naar Leathergate terug
gaan, om hem in den weg te treden. Maar
een stem zei haar, dat wanneer Romney
haar gisteravond had gezien, hij zonder
twijfel komen zou. En toch durfde ze hier
niet te blijven en het gevaar loopen, dat
de beide mannen elkander in haar apar-
tement zouden ontmoeten.
Het was nog vroeg in den morgen en
Parijs was nog niet ontwaakt, alleen zag
Rhoda op sommige plaatsen gr anen ar
beiders, die zich naar hun arbeid 1v <mven.
Rhoda voelde zich vanmorgen allerminst
één hunner, ofschoon ze toch een prach
tige kans om een gemakkelijk weelde-
te land en te water den bezoeker altijd
weer nieuwe rijkdommen wachten.
Nederland wordt „ontdekt", en dat door
het eigen volkl Duizenden genieten van
zijin schoonheid bij zee en bosch, op de
meren on in het heuvelland. Niet in de
laatste plaats gaat de belangstelling van
den Nederlander uit naar het water, waar"
op hij leeft of waai bijl hij zijn werkkring
vindt! De zee trekt hem onweerstaanbaar;
het machtig gebeuren van eb en vloed
boeit zijn blik, het eeuwige rhythme der
golven is schoone muziek; de kracht van
de bruisende branding imponeent
Dat is de rijkdom van het kustgebied;
dat den toeschouwer met een altijd wis
selend beeld weet te boeien. Hoevelen
heeft de zee naar haar oevers getrokken!
Fr zijn er zooals Viruly schrijft in dit
boek die met een mand langs het
strand gaan om schelpen te visschen en
er zijn er, die van hun geestdoodend
w rk of gebrek aan werk in de stad
alleen maar eens naar de meeuwen en
den horizon komen kijken; er vaart een
kleine logger tusschen de pieren van
Söheveningen uit met een stuk of wat
van hen, die om haring gaan en 'hoog
boven de duinen bdji Zandvoort keert van
uit den gezichtseinder de stip van hen,
die den middagdienst van Liverpool naar
Schiphol hebben gevlogen en nu bijna
thuis zijn; er zijn er, die op wacht staan
op het fort Erfprins en er zijn jeugdver-
eenigingen die zingend langs het strand
loopen met een hart vol van wijdte en
toekomst; er zijn gebogen dijkwerkers, die
de krammat vlechten en jutters, lanter
fanters, spelende kinderen en zij, wier
lange, harde leven door het zwaarste werk
was vervuldhet blijft tegenover de
eeuwige ruimte welhaast gelijk, want hoe
gescheiden en verschillend hun leven en
hun lot mogen zijn, als ze het hoofd op
heffen en over het werk van hun handen
uitzien naar de Noordzee, zal die zee
daar glinsteren of bruisen of beuken
en breken of spiegelen „als hun ziel, in
wezen en verschijning; een levend schoon,
dat zichzelve niet kent". Want wat een
dichter verstaan heeft, heeft immers
iedereen van ons in dit land verstaan als
hij over zee uitzag?
Inderdaad: met dit kustgebied is de
Nederlander vergroeid, zóó vast, dat
ieder er van houden moet. D'e spiegelen
de watervlakte heeft het hart van den
Nederlander; zij is voor hem het verle
den, maar het heden en de toekomst
evenzeer. Hij zegt het Adama van Schei-
tema na:
Mijn hart heb ik gedragen
Tot aan de wijde zee
D'e geur van oude dagen
Waait op haar adem mee.
In haar gerucht bedolven
Luistert mijn hart, bevrijd,
Naar 't lied van wind en golven
Eh van vergetelheid.
Er is veel schoonheid in het kustland.
Al trekt dit boek de grens veel te kort
want onze kust reikt verder dan van
„Texel tot Walcheren", het blijft een fout
dat men hierop geen acht heeft gesla
gen! er is stof te over om van de
'schoonheid die dit grensgebied van zee
en land als zijn deel mocht ontvangen,
in meer dan één boek te gewagen! Men
zou een enkel voorbeeld! er met den
garnalenvisscher op uit kunnen trekken,
met den dijkwerker op den stoeren West-
kapelschen dijk kunnen praten, den man
van de reddingsboot aan het woord kun
nen laten. In dat alles zou iets schitteren
van de schoonheid die de zee te aan
schouwen geeft en die zich weerspiegelt
in het leven op den oever.
Van dit alles geven tachtig platen naar
fotografieën in dit album een treffelijk
beeld, waarbij de beschrijvende tekst van
A. Viruly (Onze Kust), Jan P. Strijbos
(De Hollandsche duinen) en P. L. Daal
der (Oude gebruiken van Texel tot Schou
wen) 50 bladzijden i zich goed aansluit.
Van de platen zijn er 18 aan de kust van
Schouwen en Walcheren gewijd (West
Zeeuwsch-Vlaanderen telt blijkbaar niel
mee).
leven te krijgen, verworpen had.
De Seine was op dezen feestelijken
morgen geen modderige stroom. Het was
de sprankelende rivier van haar droomen.
De frissche, kleurige bloemen staken hun
kopjes op van achter de steenen borst
wering; de wering; de oude boekenstalle
tjes lang den oever waren allen overdekt
met het goud van de morgenzon, zoodat
ze straalden en schitterden, al mochten
ze binnenin niets anders bevatten dan
wat stapels vergeelde boeken.
Ze had Romney gezien.
Hij kon haar niet vergeten zijn, on
danks alles.
Eensklaps, op het onverwachtst, zou hij
achter haar staan; wist ze; want zelfs
Parijs was niet groot genoeg om hen ge
scheiden te houden.
Ze liep met vluggen, veerkrachtigen tred
langs de fonteinen van la Place de la
Concorde, over het breede plein in het
schaduwrijke Champs Elysées. Ze zag
links nog rechts. Eenmaal onder de groe
nende hoornen, vertraagde ze haar tred,
tot ze kwam bij haar lievelingsplekje,
waar ze zich neerzette. Haar hart klopte
onstuimig en ze voelde zich gejaagd. Als
Romney nu toch eens naar huis gegaan
was? Zulk een gedachte was echter ab
surd. Het kon niet, dat ze na lange jaren
van wreede scheiding en hangen twijfel
zoo dicht bij elkander gebracht, zonder
een woord, een blik weer van elkaar zou
Men bemerkt hieruit, dat de nadruk in
dit boek op het foto-materiaal valt; daar
aan is dan ook veel zorg besteed. Het is
een werk, dat een eigen plaats inneemt
onder de vele die aan de natuur hun stof
ontleenen. Alles wat de Hollandsche kust
mooi en belangrijk maakt, vindt hier zijn
karakteristieke uitbeelding. Een docu
mentair boek, dat wij niet gaarne zouden
missen en waarvan het bezit voor velen
tot verheuging zal zijn.
A, L. VAN O YEN.
ONTEVREDENHEID OVER
WILLEKEUR VAN DE GROENTEN-
EN FRUITCENTRALE.
Klachten uit de practijk.
Men kan niet zeggen, dat het beleid van
de Groenten- en Fruitcentrale in alle op
zichten onder de belanghebbenden reden
tot tevredenheid geeft. Natuurlijk moet
de crisis-organisatie nog gevormd wor
den, die elk en een ieder zal bevredigen.
Er zal altijd over een of anderen maat
regel wel gemopperd worden, maar be
denkelijk is het toch wel als gezegd moet
worden, dat bij een of andere crisis-orga
nisatie willekeur heerscht. Als de maat
regelen, 'hoe lastig misschien ook, voor
allen gelijk zijn, krijgt men in ieder geval
niet den indTuk, dat de een wordt bevoor
deeld ten koste van den ander.
Maar wat is gebeurd Wij noemen
slechts enkele voorbeelden.
De aardappelen (Eigenheimers) moch
ten in sommige streken, zooals in het vei
lingsdistrict St. Annaland zeker twee
weken vroeger geveild worden dan in
andere. Gevolg dat men hier profiteerde
van behoorlijke prijzen en elders pas mocht
gaan veilen toen de aardappelen de mini
mumprijzen niet meer konden halen.
Wij denken aan de aardbeien. De aard
beien, die in voorkoop werden verkocht,
mochten alleen geveild worden met de be
paling dat zij direct aan de veilingen in
het vat zouden worden gedaan. Koop voor
binnenland en export in verschen toe
stand was dus voor deze aardbeien niet
toegestaan. Maar toen te Kapelle-Bieze-
linge een dergelijk perceel aardbeien met
deze bezwarende bepaling was verkocht,
Ingezonden
besliste de directie van de Groenten- en
Fruit-centrale dat een gedeelte er van
mocht worden geëxporteerd in verschen
toestand naar Duitschland. Waarom die
willekeur
Een derde klacht betreft de kruisbes
sen. Deze werden de eerste week te Ka-
pelle-Biezelinge meestal geveild nadat
tusschen kweeker en kooper een overeen
komst was getroffen, wat men dus ad
ministratief veilen zou kunnen noemen.
Dit was een publiek geheim, maar de
Centrale greep niet in. Wel toen iets der
gelijks plaats had met een partij roode
bessen door een handelaar. Deze man
'kreeg de vriendelijke mededeeling, dat te
gen hem een T.V. (tuchtrechterlijke ver
volging) zou worden ingesteld. Een ander
handelaar uit diezelfde plaats, die iets
dergelijks met verschillende partijen aard
beien in overleg met de kweekers had ge
daan, hoort van niets! Het schijnt wel dat
het bij de Centrale om den persoon
gaat I
Het gevolg is natuurlijk, dat er in de
Ingezonden Mededeeling.
den gaan.
Rhoda sprong plots op met den dwazen
inval, het oude huis achter haar huis te
gaan opzoeken en naar Romney te gaan
informeeren. Maar als ze dat deed, zou
den booze fluistertongen haar belasteren
en haar van verkeerde dingen beschuldi
gen. Ze was immers een meisje en dus
moest ze wachten, zooals eeuwenoude
conventie het voorschrijft.
En toen door de bottende boomenlaan,
in de volle, stralende zonneschijn, terwijl
zijn voeten niet zoo vlug konden gaan als
zijn hart wel wenschte, zag ze hem ko
men, recht op haar toe. Het was of plots
heel de wereld in gouden gloed kwam
te staan. Zoo ziet de wereld er misschien
alleen maar uit op het oogenblik, dat de
ware, reine liefde tot de ziel komt.
„Rhoda!"
Ze zou zijn stem hebben erkend uit
duizend anderen, na duizend jaren van
scheiding.
Ze keerde zich om en stond op. Het was
dezelfde gestalte, die haar voor den geest
gebleven was al den tijd, die verloopen
was sinds ze van hem gevlucht was, dien
somberen Novemberavond. Hij bemerkte
het nauwelijks, dat haar bevalligheid
sindsdien nog verhoogd was. Hij zag niet,
dat haar kleeding van onberispelijk
Fransche coupe was en dat ze geleerd
had, zich smaakvol te kleeden. Al die tal-
looze veranderingen bij haar, door haar
leder, wiens kinderen aan Kinkhoest
lijden, moet gebruik maken van
Akker's Abdijsiroop, op bijzondere
wijze bereid met die bestanddeelen.
die rechtstreeks op een Kinkhoest-
aanval inwerken. Abdijsiroop werkt
grondig, want ze bevri|dt de adem
halingsorganen van slijm en andere
ziekte-verwekkende stoffen. Akker's
Abdijsiroop verruimt de ademhaling,
neemt benauwdheden weg, heelt de
aangedane en ontstoken plekken.
Geer dus In vol vertrouwen aan
Uw kleine en groote kinderen bij
Wfim[Vérhoog^ëwérkinq 75cent 1
Vorlaaade prijzen
kringen van kweekers en handelaren ont
stemming heerscht en dat men het ge
voel krijgt ongelijk te worden behandeld.
Wat het z.g.n. administratief veilen be
treft, begrijpt men niet welke bezwaren
daartegen bestaan. Het bestuur der vei
ling te Kapelle-Biezelinge ziet ze blijk
baar niet. En ook de Prov. Commissie uit
de Zeeuwsche veilingen en het Dag. Be
stuur der Goesche veiling 'hebben aan de
kooplieden steun toegezegd om het adm.
veilen toegestaan te krijgen. Waarom ver
zet de Centrale zich er dan tegen en
waarom laat ze het in sommige gevallen
willekeurig toe?
Mededeeling.
De Centrale laat in sommige gevallen
wel het veilen op monster toe, waarbij
echter reusachtig kan worden geknoeid.
Kweeker en handelaar kunnen een af
spraak maken, dat een hoogere prijs zal
worden afgedrukt en de kweeker betaalt
'het verschil aan den handelaar terug 1
Kan men niet beter aan de veilingbe-
sturen, die toch met de practijk op de
hoogte zijn, opdracht geven om wel adm.
te veilen, maar geen partijen waaraan
men twijfelt
Nu nog iets over de kropsla. In de om
geving van 's-H. Arendskerke zijn enkele
kweekers sedert jaren gewoon de sla adm.
te veilen, door ze aan den exporteur te
verkoopen op een geschikt oogenblik. Zee
land profiteert wel eens van zijn gunstige
ligging t.o.v. Engeland. Vanwege de vei
ling wordt dan door den keurmeester een
gezondheidsverklaring afgegeven van het
juiste aantal kroppen. Van fraude is dus
geen sprake. De Gr. en Fr.-centrale gaf
echter dit jaar daarvoor geen toestem
ming, met het gevolg, dat een der telers
langdurig verblijf in wereldsteden, haar
beslist en beschaafd optreden, werden op
dit oogenblik bij Romney absoluut op den
achtergrond gedreven, nu hij weer mocht
blikken in haar trouwe, bruine oogen en
daarin haar onwankelbare liefde lezen.
En nu behoefde hij niet langer de stem
van zijn hart het zwijgen op te leggen.
Nu was het haar beurt te geven en mocht
hij ontvangen. De zoo lang gekoesterde
hoop stond nu in vervulling te gaan.
„Rhoda! O, Rhoda!"
Hij liep op haar toe en vatte haar
handen. Een groep kinderen staarde hen
verwonderd aan; een kindermeisje gaap
te hen nieuwsgierig aan: het waren toch
wonderlijke, brutale menschen, die En-
gelschen.
„Waar gaan we heen?" vroeg Romney
op een toon, welke geen tegenspraak
duldde. „Ik heb je ver en lang genoeg
gezocht. Ik laat je nu niet weer gaan."
Het meisje keek met een vreemden blik
in haar oogen de statige boomenlaan
langs, waar op het eind de Are de
Triomph staat.
„Daar ginds is het rustig", zei ze enkel.
Romney riep een juist voorbijrijdend
huurrijtuig aan. Hij had vanmorgen voor
zijn ontbijt zijn laatste 500 francs-biljet
aangesproken, maar al was zijn laatste
centime er mee gemoeid geweest, had hij
het nog graag voor Rhoda uitgegeven.
Het oude vehikel hotste allerdwaast
Een groote verrassing viel deze week
ons volk ten deel. Onverwacht kwam het
bericht van de verloving van Prinses
Juliana met Prins Bernhard van Lippe
en een jubelstorm sloeg over Holland los.
We vergaten eenige dagen onderlinge ge
schilpunten en den nood der tijden en we
zagen alleen het verloofde paar en de ge
lukkige Moeder.
Allerhartelijkst was de huldiging, die
het Vorstelijk gezin door de Haagsche
bevolking eenige dagen lang werd ge
bracht. En ook morgen op den nationalen
feestdag zal nog, gelijk het deze week
reeds ia geschied, het blijde feestgeschal
opstijgen.
Ontroerd hebben we geluisterd naar
de woorden van Koningin, Prinses en
Prins Bernhard voor de radio gesproken,
eenvoudige en echt menschelijke woorden,
klaar getuigenis van de blijdschap, die er
in het Koninklijk gezin heerscht.
Wij twijfelen er niet aan, of de Prins zal
zich spoedig ten onzent trachten in te
leven en den band, die Oranje en Neder
land verbindt, leeren verstaan.
God zegene het Vorstelijk drietal en in
en door hen land en volk.
Te midden van de feestvreugde zal van
daag het parlementaire jaar weer worden
afgesloten. Dinsdag zal H. M. de Konin
gin weer de troonrede uitspreken en
daarmede het laatste jaar van de vier
jarige wetgevende periode inluiden. Onze
Eerste Kamer heeft ook de laatste dagen
nog benut om te vergaderen. Het wetsont
werp inzake de weerkorpsen werd aange
nomen met natuurlijk de stem van den
eenigen aanwezigen N.S.B.-er tegen. Over
de wijziging in de steunverleening is in
den breede gehandeld. De Minister heeft
zijn maatregel tegenover den soc.-dem. in-
terpellant verdedigd, een verdediging, die
o^ alle punten niet even sterk was.
Bij de opening van de Jaarbeurs te
Utrecht kon gelukkig van eenige sympto
men van opleving worden getuigd. Iets
nieuws was, dat aan deze Jaarbeurs voor
het eerst een agrarische beurs was ver
bonden. Zeker een goede gedachte!
Jammer, dat de bekende heer Valstar
deze week een noodkreet over onzen tuin
bouw moest laten hooren. Deze deskun-
- dige zag den toestand voor onze tuin
ders heel donker in. Hier zitten we met
een overvloed van producten, terwijl men
er in Duitschland behoefte aan heeft en
wat er nog is, duur moet betalen. De
vloek van de autarkie!
Er schijnt in dit stelsel in Duitschland
helaas nog geen verandering te komen.
Alles wordt daar gericht op versterking
van de weermacht. Dat gaat vóór alles,
zooals ook weer uit Hitiers proclamatie
bleek. D'e eisch om teruggave van kolo
niën is door den Führer nog eens onder
streept. Uit zijn proclamatie bleek ook,
dat er een scherpe D'uitsch-Russische te
genstelling bestaat, welke de geheele
Furopeesche politiek beheerscht. We we
ten duidelijk, waar we heen gaan,
Duitschland zoekt autarkie, wenscht kolo
niën, schermt met de rasgedachte, alleen
en uitsluitend in verband met een moge
lijken, in Berlijn onvermijdelijk geachten
oorlog met sovjet-Rusland. Men moet Hit-
Ier de vrije hand in het Oosten, tegen
Rusland laten. Dat is de voorwaarde van
D'uitschlands bereidheid om met West-
Europa den vrede te bewaren.
Dan denken we aan deverbonden,
welke gesloten zijn. En met bezorgdheid
zien we de toekomst tegemoet.
op de algem. vergadering van de Goesche
veiling verklaarde wel f 150 schade te
hebben geleden. Vrees voor ontduiking
van de omzetbelasting behoeft in dit geval
niet te bestaan, want van groenten moet
die niet betaald.
Het bovenstaande doet zien, dat een
meer rechtvaardige leiding bij: de Gr. en
Fruitcentrale dringend noodig is. De
willekeur moet verdwijnen.
over den weg; de beide menschen er in
spraken geen woord. Ze reden onder de
prachtige triomfboog door, welke Napo
leon ter nagedachtenis voor zichzelf daar
heeft opgericht, doc'h geen van beiden
dacht aan den wereldveroveraar. Het was
voor hen zelf een glorie-tocht na langen
tijd van geduld en dapper gedragen schei
ding.
Eindelijk waren ze onder het dichte ge
bladerte, waar het lichtzinnige Parijs
hen de eerste uren wel niet zou storen.
Eindelijk was de koetsier met zijn ram
melend vaartuig uit het oog verdwenen
en stonden ze naast elkaar alleen. Het
was nu de tijd niet voor woorden, voor
vragen of verwijten. Romney strekte zijn
armen uit en trok het meisje naar zich
toe; hij drukte haar tegen zijn hart en
kuste hartstochtelijk haar lippen, haar
voorhoofd en zij l'et hem begaan, hoewel
ze hem vroeger nooit toegestaan had
haar te kussen.
Maar nu trok ze haar hoofd niet te
rug. Nu duwde ze hem niet van zich.
Met een gelaat, stralend van het teerste
geluk, leunde ze tegen hem aan, terwijl
'hij nauwelijks kunnend gelooven dat het
werkelijkheid, geen schoone, bedriegelijke
droom was, al zijn weelde van geluk uit
stortte in duizend en één kus en stame
lende woorden.
(Wordt vervolgd.)
I TEGEN LAGE PREMIE -
VRAAGT INLICHTINGENt
plaatsing van advertentiën
in alle bladen.
Administratie „De Zeeuw".