SPOOR's MOSTERD
übmengd Nieuws
Leestafel
Het Vrouwenhoekje
Spoor's gestampte
Voor de jeugd.
Kechtszaken
geleden, niet voor de helft bezet, Tegon-
woordig kan het de scharen 's Zondags
bijna niet bevatten. Ook de Bijbellezingon
trekken 's Woensdagavonds veel men-
schen.
In het dorpje Klosterreichenbach, waar
ik logeerde, stroomt de kerk vol sedert
er een jonge predikant staat, die het
Evangelie in den geest van Paulns, Lu
ther en Calvijn predikt.
Er is in het kort, een verheugelijke
opleving van het geestelijk en kerkelijk
leven waar te nemen, welke den Chris
ten uit het buitenland, die Duitschland
bezoekt, met hartelijke belangstelling en
dankbaarheid vervult. Wij wenschen dit
land, waarin nog altijd de Wartburg, als
herinnering aan den grootschen geloofs
strijd der vaderen zich verheft, toe, dat
het in dezelfde opgaande lijn zich mag
blijven ontwikkelen.
Het is op het oogenblik een vreeselijke
tijd voor de Schriftgetrouwe Christenen
in Duitschland. De strijd om de vrijheid
woedt onafgebroken voort, meer nog in
het geheim en in de stilte dan in het
openbaar. De edelste geesten zijn met
bange zorgen voor de Kerk in de toe
komst vervuld. Zal de tegenwoordige ont
wikkeling nog eens uitloopen op een
strijd, waarin het bloed der martelaars
den bodem van Luthers vaderland zal
drenken?
Wij weten het niet. Maar één ding
weten wij, omdat wij het zien: deze
vreeselijke tijd is niet enkel oordeel, maar
ook voordeel voor de Duitsche Christenen.
God doet Zijn kinderen in dit land rijke
lijk den zegen der beproeving, die koste
lijker is dan goud, ervaren. Beproefde
zielen, sterke zielen I Gelouterd goud, edel
goudl
GRANAAT ONTPLOFT AAN DE
HEMBRUG.
Twee dcodert en drie ernstig Gewonden.
Gistermorgen is in de artillerie-inrich
tingen aan de Hembrug een ernstig on
geluk gebeurd, dat aan een arbeider het
leven kostte, terwijl vier anderen ernstig
werden gewond. Eén dezer gewonden ver
keert bovendien vermoedelijk nog in le
vensgevaar.
Toen het ongeval geschiedde, bevonden
zich 18 menschen in het lokaal. Zij1 wa
ren bezig met het inpersen van springstof
in brisantgranaten, model 12 c.M. hou
witser. Door tot nog toe onbekende oor
zaak is bij1 het persen van de springstof
in een granaat, dit projectiel met een he-
vigen slag ontploft. Een stuk muur van
het lokaal werd weggeslingerd en even
ontstond er een paniek onder degenen,
die geen of slechts lichte kwetsuren had
den opgeloopen.
Zoodra men een overzicht van den toe
stand kon krijgen bleek, dat het ongeluk
zeer ernstige gevolgen had gehad. De ge
huwde, te Zaandam woonachtige arbei
der D. Huisman, bleek op slag te zijn ge
dood. De ploegbaas K. Onrust, ongehuwd
en wonende te Oostzaan, was er verder
ernstig aan toe, hij had levensgevaarlijke
buikwonden opgeloopen. De gehuwde ar
beider P. J. Meulenbeld uit Amsterdam
was eveneens ernstig gewond, doch ver
keerde niet in levensgevaar, terwijl van
den te Amsterdam wonenden gehuwden
arbeider J. C. Molman, de rechter enkel
bleek te zijn verbrijzeld. De gehuwde ar
beider G. de Vries, uit Zaandam, tenslot
te had een vrij ernstige kaakverwonding
opgeloopen. De overige arbeiders waren
voor een deel licht gekwetst door wegvlie
gende splinters.
De ernstige gewonden werden ter ver
dere verpleging naar het ziekenhuis te
Zaandam vervoerd, terwijl ook eenigen
der slechts licht gekwetste arbeiders, die
ter plaatse verbonden konden worden, ter
observatie in het ziekenhuis zijn opgeno
men.
In het gebouw, waarin de ontploffing
heeft plaats gehad, is een ware verwoes
ting aangericht. Eén der dikke muren is
weggeslagen, terwijl alle ruiten gebroken
zijn. Van de persinstallatie zelf is weinig
overgebleven. Zware stukken ijzer werden
meters ver weggeslingerd. Het mag wer
kelijk een wonder heeten, dat van de 18
werklieden, die bij 'het ongeluk tegenwoor
dig waren, er nog zoovelen gespaard ble
ven. Vanzelfsprekend waren zij allen he
vig ontdaan, zoodat de directie het beter
oordeelde 'hen naar huis te sturen, opdat
zij zich daar eenigermate van de ontzet
ting zouden kunnen herstellen.
De inrichting der Artillerie-Inrichtin
gen is zoodanig, dat de gebouwen vrijwel
van elkaar geïsoleerd zijn, doordat tus-
schen de meeste gebouwen aarden wallen
zijn opgeworpen. Vrijwel altijd blijft een
ongeluk dan ook beperkt tot één der ge
bouwen. Ook thans werd verder op het
uitgestrekte terrein, waarop zich groote
voorraden uiterst licht ontplofbare stoffen
bevinden, geen schade aangoricht. Wél
sprongen hier en daar enkele ruiten, doch
daarbij is het gelukkig gebleven.
Hedenmorgen wordt nog gemeld:
Vrijdagavond is ook de ploegbaas, de
50-jarige ongehuwde Klaas Onrust uit
Oostzaan aan zijn wonden bezweken. Men
heeft nog door operatief ingrijpen getracht
hem te redden, doch -dit heeft niet meer
mogen baten. Onrust, die algemeen be
mind was, had 38 dienstjaren en zou over
twee jaar in het genot van pensioen wor
den gesteld.
Het vliegongeluk te Hilversum.
Omtrent de slachtoffers van het vl.eg-
ongeluk, dat gisteren in Hilversum is ge
beurd, wordt nog het volgende gemeld.
Eenige menschen in de buurt, die toe
vallig naar het vliegtuig keken, dat zich
hoog tn de lucht bevond, hoorden, naar
zij verklaarden, den motor haperen en
zagen, dat de piloot probeerde in een
glijvlucht te dalen. Dit mislukte echter
en eensklaps zagen zij tot hun ontzetting
de machine als een baksteen omlaag stor
ten. Terstond helden zij de politie in Hil
versum op en snelden vervolgens naar
den Noodweg, waar zij de machine von
den neergestort in een aardappelveld. In
zijn val had het toestel, een Fokker twee
dekker, zich in den grond geboord terwijl
het totaal verbrijzeld was.
De lijken zijn naar het militair hospi
taal te Soesterberg vervoerd.
Van de slachtoffers had sergeant
Koeze de machine bestuurd, terwijl ser
geant Lemstra de vlucht als waarnemer
meemaakte.
Verder vernemen wij, dat het veron
gelukte vliegtuig een Fokker G 5 is.
Behalve deze bevond zich nog een
tweede vliegtuig, eveneens een Fokker G
5 in de lucht.
De inzittenden van laatstgenoemd vlieg
tuig zagen tot hun groote ontsteltenis, dat
nabij de Hollandsche Rading het andere
vliegtuig plotseling met groote snelheid
omlaag dook en zich met een klap, die tot
ver in den omtrek hoorbaar was, in den
grond boorde.
De inzittenden van het andere vliegtuig
hebben daarop onmiddellijk aan Soester
berg kennis gegeven van de ramp, van
waaruit auto's naar de onheilsplaats zijn
gezonden.
Oneerlijk armmeester. In
de Donderdag gehouden vergader ing van
den gemeenteraad van Beerta is besloten
aan den armmeester E. S. die in zijn
functie ten nadeele van de gemeente ver
duisteringen had gepleegd en thans te
Groningen is gedetineerd, oneervol ont
slag te verleenen. Uit een mededeeling
van den voorzitter bleek, dat de arm
meester voor zoover kon worden nage
gaan een bedrag van ruim f 450 had
verduisterd. De gemeente was echter te
gen fraude verzekerd.
De „ingenieur" die kamers
zocht. In het begin van dit jaar zijn
tallooze pensionhouders in vrijwel alle
deelen des lands de dupe geworden van
een oplichter, die vertelde, dat hij inge
nieur was en kamers wilde huren. De man
maakte een zeer goeden indruk en wist
steeds het vertrouwen der pensionhoud
sters te winnen. Kort nadat hij1 zijn ka
mers had betrokken, deed hij' altijd het
verhaal, dat hij1 zijn portemonnaie ver
loren had en dus zonder geld was. De
pensionhoudsters waren dan altijd be
reid hem geld, meestal f 10 voor te
schieten, maar daarna zagen zij hun pen
siongast nooit meer terug.
Dank zij herhaalde waarschuwingen in
de couranten liep de man, de 41-jarige
A. M. uit Haarlem, in Zandvoort tegen
de lamp, toen hijs bij een pensionhouder
aldaar dezelfde practijken wilde toepas
sen. Deze was op zijn qui vive, zoodat de
oplichter door de politie gearresteerd kon
worden.
Woensdag stond hij' voor de Haarlem-
flche rechtbank terecht.
De officier van justitie had van de 32
feiten, welke bet dossier bevatte, er
slechts drie ten laste gelegd.
Verdachte bekende alle feiten en zei-
de uit armoede gehandeld te hebben.
De officier van justitie noemde ver
dachte, die reeds achtmaal wegens ver
mogensdelicten is veroordeeld, een ge
vaarlijken parasiet, die voor langen tijd
uit de maatschappij' verwijderd moet wor
den. Hij eischte daarom twee en een half
jaar gevangenisstraf.
De verdediger vi'oeg rekening te houden
met het feit, dal verdachte ook nog in
ndero plaatsen moet terecht staan.
Dr K. H. Miskotte: Antwoord
uit het Onweer. Tweede zeer ver
meerderde uitgave van „De Ver
borgene". U. M. Holland, Am
sterdam.
D'e schrijver van deze „verhandeling
over het boek Jo'b" werpt eerst zooveel
vragen op, dat zij tot over de helft van
het boek reiken. Men zou hem daarbij
willen toewenschen zich te kunnen ver
voegen bij het gezelschap van Jobs vrien
den, die zeven dagen en zeven nachten
stil waren, toen zij zagen, dat de smart
zeer groot was. Er is in dit boek te veel
rumoer. En vooral bij het antwoord is de
invloed van Karl Barth onmiskenbaar.
Zoo is het een boek vol onrust en onze
kerheid geworden. Bij de lijst van ge
schriften, waarmee het werk sluit en
waarin de meest heterogene literatuur uit
verscheiden eeuwen zich samenvindt, is
men verwonderd den naam van Calvijn
niet aan te treffen. Zijn 150 preeken over
Jo'b waren in tijden van druk de 'troost
der vervolgden. Staat dit gemis in ver
band met de belijdenis aangaande de Hei
lige Schrift, waarbij Miskotte niet bij Cal
vijn aansluit? Voor wie gelooft, dat ook
op dit punt de belijdenis der Reformatie
de belijdenis van Jezus Ghristus is, is dit
hoek een teleurstelling. V.
Stephen Foot. Mijn leven begon
gisteren. Uitgave Ten Have,
Amsterdam.
Bit door W. J. A. Roldanus vertaalde
boekje wil zijn een pleidooi voor de z.g.
Buchman-bewging. En het is een zeer
geestdriftig pleidooi, warm de wereld-
hervormende be teekenis van deze bewe
ging en de schitterende perspectieven die
zij op allerlei gebied opent, in het licht
worden gesteld. Maar een krachtig plei
dooi is het niet. Immers, wie nog aarze
lend staat tegenover deze beweging zal
zich, wanneer hij zich althans op Bijbel-
schen grondslag stelt, door dit boekje zien
afgeschrikt. Vooreerst al omdat de pers
pectieven die hier worden getoond niet in
overeenstemming zijn met den ontwikke
lingsgang door Gods Woord ons getee-
kend. D'at Woord spreekt niet van ver
broedering onder de volken en van over
winning van alle nood en ellende als ge
volg van de zedelijke verbetering van de
menschen. En dat Woord zegt ook, dat alle
geest, die niet belijdt dat Jezus is de
Ghristus, geoordeeld is. Welnu, Stephen
Foot brengt hier niet het Evangelie van
Jezus Ghristus, als d e Weg, d e Waar
heid en h e t Leven.
De dokter in huis. Dit werkelijk po
pulaire tijdschrift voor de volksgezond
heid onder redactie van Dr J. Voorhoeve,
biedt elke keer veel wat lezenswaard is
en behartigenswaard. In het pas versche
nen Augustus-nummer zet Dr J. Voor
hoeve zijn practische bespreking voort
over hart- en vaatziekten. Verder geeft
Dr J'. G. Menken een bijdrage over de
amandelen, terwijl de heer J. Buijse zijn:
geschiedenis der Homoeopathische ge
neeswijze vervolgt. Van den verderen in
houd noemen wij de interessante Korte
Mededeelingen en de Medische Brievenbus
die als steeds tal van nuttige wenken en
raadgevingen bevat.
Wij vestigen gaarne nog eens op dit
maandblad de aandacht. Het wordt uit
gegeven door La Rivière en Voorhoeve te
Zwolle.
Een keuken-eetkamer.
In een Engelsch tijdschrift schrijft een
huisvrouw, dat ze noodgedwongen een te
groot huis moest huren.
„We moesten echter het huishouden
loopende houden, zonder dienstbode, of
we wilden of niet. Toen kwam de goede
gedachte in mij1 op, om ten einde al dat
heen en weer geloop te sparen, van de
keuken een aardige eetkamer te maken.
Gelukkig was ze groot, en had open
slaande ramen.
Op den grond legde ik donkerbruin
linoleum, waarover een mat. Als men deze,
uitgave besparen wil, kan men een mat
over den steenen vloer leggen. Voor gor
dijnen nam ik boerenbont, een rood en wit
ruitje, en gebruikte hetzelfde goed als ta
felkleed.
Van hetzelfde goed ook aan den schoor
steen een ruim ingehaalde strook van on
geveer een hand breed.
Aan den muur hangt men wat gezellige
gebruiksvoorwerpen, en een boekenrekje
met kookboeken en handboekjes, leiddraad
voor huisvrouwen.
Men hangt hier en daar bordjes op en
ook de richel boven den schoorsteen krijgt
een rijtje mooie borden. Pomp en goot
steen kan men verbergen achter een sma
kelijk uitziend gordijntje en in de keu
kenkast, die een vroolijk verfje gekregen
heeft, stalt men zijn servies op het voor-
deeligst uit.
's Avonds, als men het vaatwerk ge-
wasschen heeft, kan men de tafel dekken
voor s morgens. Men spaart zijn zitka
mer er mee, en houdt er ook alle etens-
luchtjes verre van.
„Ik zou niet weten", aldus de schrijf
ster, „waarom het dienstbodelooze huis
gezin niet een van de gezelligste, prettig
ste en zindeljjkste huishoudens zou kun
nen zijn."
Als n.l. a 1 de leden van het gezin mee
helpen, en dus de last van het geheela
huishouden niet drukt op de schouders
der huisvrouw alleen.
Enkele recepten.
Citroenkoekjes. Een half pond
bloem, 125 gram suiker, 1 ons boter, 1 ei,
de geraspte schil van 1 citroen, 1 thee
lepel bakpoeder, en eenig zout.
Wrijf een bakblik in met boter en be
strooi het met fcloem. Doe de bloem in een
kom, voeg hierbij de boter in kleine stuk
jes, de suiker, het geklutste ei, de geraspte
citroenschil, het zout en het bakpoeder en
kneed alles goed dooreen, zoolang tot het
een samenhangende bal is geworden. Rol
dit deeg uit op een met bloem bestrooide
houten tafel of plank metdeegxol of
flesch. D'e dikte moet ongeveer een halve
vingerdikte zijn. Leg het deeg telkens om
en strooi er weer bloem onder, anders
blijft het op de plank plakken. Steek er
vervolgens met een glas koekjes uit. Leg
deze op het beboterde bakblik en bak ze
in een vrij warme oven in ongeveer 20
minuten bruin en gaar. Neem ze dadelijk
van het bakblik en leg ze eerst op een
houten plankje, omdat ze gemakkelijk
krom trekken.
Gevulde tomaten (2 of 4 pers.).
4 tomaten, 150 gram vleeschresten, 2
theelepels Maggi's Aroma, peper, zout,
noot, 20 gram boter, 15 gram bloem, 1
d.L. kokend water, 1 stukje ui, paneer
meel, boter.
Wasch de tomaten. Verwijder het kelk
blaadje. Leg ze één minuut in kokend
water, trek er dap vlug de schil af. Snijd
het kapje eraf en hol ze zooveel mogelijk
uit met een theelepel. Strooi er een
beetje zout en peper in,
Smelt do boter, bak hierin het fijnge
hakte uitje lichtbruin, voeg de bloem toe,
roer de kluitjes eruit, Voeg daarna het
kokende water toe en de Maggi's Aroma,
het tomatenmoes, het fijngehakte vleesch
en de kruiden.
Stoof alles nog 5 minuten in de saus.
Maak ze af met een beetje zout. Schep
ze in de uitgeholdo tomaten. Zet deze in
een vuurvast schoteltje. Strooi er paneer
meel en een kluitje boter op en bak ze in
den oven gaar en lichtbruin in pl.m. 20
minuten.
Vogelnestjes (4 pers.). Vt pond
gehakt, 4 eieren, peper, zout, noot, 1 a 2
theelepels Maggi's Aroma, 2 beschuiten,
1 ei.
Maak het gehakt aan met het geklopte
ei, peper, zout, noot, de gestampte be
schuiten en de Maggi's Aroma. Kook de
eieren 8 minuten. Leg ze in koud water
en pel ze. Maak nu van ieder ei en gehakt
een bal, zorg dat het ei geheel door ge
hakt omgeven is. Wentel de ballen door
paneermeel en bak ze in boter of vet
bruin en gaar. Laat ze koud worden, snijd
ze met een scherp mes middendoor. Leg
ze op een schaal, versier de schaal met
sla-blaadjes.
SpOOr'S Z„it9sVrscheeK
P Specerijen
OpOOI bin str,ooibusjes
Wasschen van handschoenen.
Wasch bare handschoe
nen van katoen, wol, zijde.
Week de handschoenen in lauw water, of
als ze zeer vuil zijn in sop. Neem voor
donkere handschoenen (zonder lichtge
kleurde garneering) houtzeep, voor lichte
handschoenen vlokkenzoep of Sunlight-
zeep.
Trek de handschoenen aan, als ze niet
te klein zijn, en wasch ze. Spoel ze in
lauw water na, druk ze uit in een doek en
leg ze netjes in den vorm. Hang ze met
den goeden kant naar buiten te drogen.
Zeemleeren handschoe
nen. Maak een vet, lauw sop van Sun-
lightzeep, voor donkere kleuren van hout-
zeep. Week de handschoenen hierin plm.
1 uur. Wasch ze en geef ze een tweede
sop. Roer hierdoor eerst een paar drup
pels slaolie. Druk ze zoo droog mogelijk
uit. Spoel ze niet. Knijp ze uit in een doek,
rek ze in den vorm, blaas ze op en laat ze
drogen. Rek ze, wanneer ze geheel droog
zijn, op, tot ze soepel zijn.
Glacé-, peau de Suède
handschoenen. Zijn de hand
schoenen niet erg vuil, dan kan men ze
wat opknappen, door ze met een zacht
doekje met wat melk af te wrijven. De
handschoenen moeten lii-erbij aangetrok
ken worden. Helpt dit niet voldoende, dan
kan men 'benzine gebruiken. Benzine le
vert brandgevaar op, werk daarom liefst
buiten of anders in een vertrek waar geen
open vlam is.
Zijn de handschoenen zeer vuil, dan
kunnen ze in benzine geweekt en gewas-
schen worden. Doe hiervoor in een jam
pot de handschoenen, giet er benzine op,
sluit de jampot af en laat de handschoe
nen Vs tot 1 uur weeleen. Wasch ze daar
na in de benzine, doe ze na in schoone
benzine. Druk ze tusschon een doek uit.
Rek ze voorzichtig in den vorm en laat ze
drogen.
Inplaats van benzine kan men ook tetra
nemen. Dit levert geen brandgevaar op.
Het is echter duurder dan benzine en het
droogt minder vlug.
Zijn de glacé 'handschoenen door de be
werking wat kaal geworden, dan kan men
ze iets opknappen, door ze in te wrijven
met een weinig was in de kleur van de
handschoenen.
TOEN MOEDER ZIEK WAS.
XV.
„Welnee jongen" antwoordde mijnheer,
„die menschen komen ook allemaal op
bezoek, maar ze moeten wachten tot het
drie uur is.
De auto reed tot precies voor een groote
stoep, met drie treden, en juist toen ze
uitgestapt waren, ging de deur open, en
konden ze meteen naar binnen gaan.
Vader voorop met Mien en Bram vlak
bij hem en daar achter Bald.
Ze kwamen in een breede gang waar
je niets van het loopen hoorde, en het
was er zóó stil! Maar het rook er
erg naar, zoo'n rare lucht, het prikte in
je keel, zou Moe dat nu niet akelig
vinden?
Weet u den weg wel?" fluisterde Mien.
Achter haar was het geroezemoes van
stemmen van de menschen, die ook op
bezoek kwamen, maar voor haar was de
Ieege gang, daar hoorde je niets en zij
durfde hier niet hardop te praten.
„Ja we moeten boven zijn."
Twee trappen gingen ze op en toen
nog een gang door. „Hier is het", zei
vader, terwijl hij voor een deur stilhield,
„nu moeten Bald en Bram maar even
wachten, want allemaal tegelijk naar
binnen dat mag niet.
Miontjesf hart bonsde en ze hield vaders
hand stijf vast toon ze naar binnen
gingen.
„O wét mooil" zuchtte ze toen de
deur opon ging.
Een groote lichte zaal zag ze met witte
ledikanten en overal bloemen op de
tafels en nachtkastjes, de ramen stonden
wijd open en daar doorheen zag ze het
groen van de boomen.
Maar waar was Moe nu?
Ze volgde vader en toen Ineens zég
zo Moe, ook in zoo'n wit bed.
Maar wat zag ze er vreemd uit, zoo
bleek en stil.
Op haar teenen sloop Mientje naar het
ledikant. „Dag Moe" fluisterde ze, en toen,
ze kon er niets aan doen, begon ze zoo
maar hard te huilen.
„Stt" zei vader, hij had nog1 wel zoo
gezegd, dat ze heel rustig moest zijn,
maar Moe streelde haar zachtjes over
het haar, „stil maar Mien, het is zoo
weer over, wat jij?"
Met haar zakdoek hoonde Mien boos
op zichzelf haar gezicht af, en toen mocht
ze uit Moe's fleschje fijn een beetje eau
de cologne hebben.
Moe vertelde dat ze nu niet zoo veel
pijn meer had, maar ze moest wel erg
stil blijven liggen.
Dat kon je wel zien, dacht Mientje, het
bed lag zoo netjes, net als van de andere
menschen. Zouden die ook allemaal erg
ziek zijn, vast wel, anders hoefde je niet
naar een ziekenhuis, maar daar aan den
overkant zag ze er twee zitten, die waren
zeker al wat beter.
Bij ieder bed zaten nu bezoekers, heel
anders dan toen ze binnenkwamen, want
zij waren de eersten geweest.
Vader en zij hadden ieder aan een kant
een witte stoel gekregen.
Vader vertelde dat ze met de auto wa
ren gekomen en dat de jongens nu in da
gang zaten.
Dat was een verrassing voor Moe, nu
ze er allemaal waren; ze had zooveel aan
zo gedacht en nu kon zij zo allen even
zien.
Onderwijl zaten Bald en Brammetje op
een bank in de gang.
Brammetje had het papier maar vast
van zijn bloemen afgedaan, ze waren wel
wat verlept nu, maar als ze eenmaal in
het water stonden kwam dat wel good.
„Boterbloemen", had Bald gesmaald,
„wie neemt die nu mee naar een zieken
huis", maar Bram hield stijf vol, dat Moe
er wel blij mee zou zijn.
Een vreeselijk gehuil deed hen allebei
opkijken, een klein jongetje werd door een
verpleegster uit een andere zaal gebracht
en naast Brammetje neergezet.
„Wat is er?" v.roeg Brammetje, die wel
erg veel medelijden met hem had.
„M'n Mammiel" snikte het jongetje.
„Je Memmie is ze dóód?"
schrok Bram, „moet je daarom zoo hui
len?"
„Nee", snikte het jongetje, „ik heb
de melk omgegooidenneik wil
niet meer naar het ziekenhuis".
O, was 'het dat, als hij dat nu ook eens
deed per ongeluk, Bram beefde hij de ge
dachte, dat de zuster hem ook weg moest
brengen.
„Gaan jullie mee?" klonk toen onver
wacht de stem van vader.
„Huil maar niet meer", fluisterde Bram
nog gauw tegen het jongetje, „hier heb je
een mooie bloem". Moe zou het vast wel
goedvinden als hij er ééntje weggaf.
Maar het jongetje huilde: „ik wil geen
boterbloem" en smeet hem vlak achter
Bram neer.
Hij had geen tijd meer om er naar te
kijken, want een oogenblik later stonden
ze al midden in de zaal.
„O, was dat nu een ziekenhuis, en daar
•had je een zuster en daar een beker melk,
en daardaar was Moe.
Bram vergat zijn angst voor den beker;
hij vloog op Moe af en pakte haar zóó
stijf, dat vader hom gauw terug moest
trekken.
Bald vond het akelig al die zieke men
schen en toen hij bij Moe was, bleef steeds
de azalea in zijn gedachten. Zou Moe
er nu ook aan denken? het kon haast
niet anders en weer zag hij Moe op het
plaatsje met de gebroken azalea in haar
handen.
Als Moe nu maar beter werd, ze zag
er zoo wit en vreemd uit, anders kon
hij het nóóit meer goed maken.
Ze zaten maar stil bij het bed, veel
mocht Moe niet praten en toen ze weg
gingen, moest hij telkens nog even om
kijken; hij kon wel huilen, dat Moe daar
nu moest blijven, bij al die andere zieke
menschen, terwijl zij maar fijn met de
auto naar huis konden gaan.
Lang bleef Bald niet verdrietig, want
onverwachts had hij al een begin voor
den azalea-spaarpot.
Mijnheer Brandse was er nog niet met
de auto toen ze buiten kwamen, en af
gesproken was dat ze op de bank voor
het ziekenhuis zouden wachten.
Bald zat naast een oude dame.
Hij zag dat ze een zilveren beursje uit
haar taschje haalde en toen kwamen er
twee kwartjes uit te voorschijn.
„Zou jij een boodschap voor mij wil
len doen?" hoorde Bald haar ineens vra
gen.
„Jawel Mevrouw", antwoordde Bald een
beetje verschrikt en hij vergat heelemaal,
dat hij in deze vreemde stad den weg
niet wist.
„Ja, wil je dan bij Gronde hier om
den hoek vier perziken halen?"
Hij had de kwartjes al in z'n hand.
Hier om den hoek, dat kon hij wel
vinden.
„Mag 't?" vroeg hij nog even aan vader.
„Ja, als je maar gauw terug komt."
(Wordt vervolgd.)