SPOOR's MOSTERD übmengd Nieuws Leestafel Het Vrouwenhoekje Spoor's gestampte Voor de jeugd. Kechtszaken geleden, niet voor de helft bezet, Tegon- woordig kan het de scharen 's Zondags bijna niet bevatten. Ook de Bijbellezingon trekken 's Woensdagavonds veel men- schen. In het dorpje Klosterreichenbach, waar ik logeerde, stroomt de kerk vol sedert er een jonge predikant staat, die het Evangelie in den geest van Paulns, Lu ther en Calvijn predikt. Er is in het kort, een verheugelijke opleving van het geestelijk en kerkelijk leven waar te nemen, welke den Chris ten uit het buitenland, die Duitschland bezoekt, met hartelijke belangstelling en dankbaarheid vervult. Wij wenschen dit land, waarin nog altijd de Wartburg, als herinnering aan den grootschen geloofs strijd der vaderen zich verheft, toe, dat het in dezelfde opgaande lijn zich mag blijven ontwikkelen. Het is op het oogenblik een vreeselijke tijd voor de Schriftgetrouwe Christenen in Duitschland. De strijd om de vrijheid woedt onafgebroken voort, meer nog in het geheim en in de stilte dan in het openbaar. De edelste geesten zijn met bange zorgen voor de Kerk in de toe komst vervuld. Zal de tegenwoordige ont wikkeling nog eens uitloopen op een strijd, waarin het bloed der martelaars den bodem van Luthers vaderland zal drenken? Wij weten het niet. Maar één ding weten wij, omdat wij het zien: deze vreeselijke tijd is niet enkel oordeel, maar ook voordeel voor de Duitsche Christenen. God doet Zijn kinderen in dit land rijke lijk den zegen der beproeving, die koste lijker is dan goud, ervaren. Beproefde zielen, sterke zielen I Gelouterd goud, edel goudl GRANAAT ONTPLOFT AAN DE HEMBRUG. Twee dcodert en drie ernstig Gewonden. Gistermorgen is in de artillerie-inrich tingen aan de Hembrug een ernstig on geluk gebeurd, dat aan een arbeider het leven kostte, terwijl vier anderen ernstig werden gewond. Eén dezer gewonden ver keert bovendien vermoedelijk nog in le vensgevaar. Toen het ongeval geschiedde, bevonden zich 18 menschen in het lokaal. Zij1 wa ren bezig met het inpersen van springstof in brisantgranaten, model 12 c.M. hou witser. Door tot nog toe onbekende oor zaak is bij1 het persen van de springstof in een granaat, dit projectiel met een he- vigen slag ontploft. Een stuk muur van het lokaal werd weggeslingerd en even ontstond er een paniek onder degenen, die geen of slechts lichte kwetsuren had den opgeloopen. Zoodra men een overzicht van den toe stand kon krijgen bleek, dat het ongeluk zeer ernstige gevolgen had gehad. De ge huwde, te Zaandam woonachtige arbei der D. Huisman, bleek op slag te zijn ge dood. De ploegbaas K. Onrust, ongehuwd en wonende te Oostzaan, was er verder ernstig aan toe, hij had levensgevaarlijke buikwonden opgeloopen. De gehuwde ar beider P. J. Meulenbeld uit Amsterdam was eveneens ernstig gewond, doch ver keerde niet in levensgevaar, terwijl van den te Amsterdam wonenden gehuwden arbeider J. C. Molman, de rechter enkel bleek te zijn verbrijzeld. De gehuwde ar beider G. de Vries, uit Zaandam, tenslot te had een vrij ernstige kaakverwonding opgeloopen. De overige arbeiders waren voor een deel licht gekwetst door wegvlie gende splinters. De ernstige gewonden werden ter ver dere verpleging naar het ziekenhuis te Zaandam vervoerd, terwijl ook eenigen der slechts licht gekwetste arbeiders, die ter plaatse verbonden konden worden, ter observatie in het ziekenhuis zijn opgeno men. In het gebouw, waarin de ontploffing heeft plaats gehad, is een ware verwoes ting aangericht. Eén der dikke muren is weggeslagen, terwijl alle ruiten gebroken zijn. Van de persinstallatie zelf is weinig overgebleven. Zware stukken ijzer werden meters ver weggeslingerd. Het mag wer kelijk een wonder heeten, dat van de 18 werklieden, die bij 'het ongeluk tegenwoor dig waren, er nog zoovelen gespaard ble ven. Vanzelfsprekend waren zij allen he vig ontdaan, zoodat de directie het beter oordeelde 'hen naar huis te sturen, opdat zij zich daar eenigermate van de ontzet ting zouden kunnen herstellen. De inrichting der Artillerie-Inrichtin gen is zoodanig, dat de gebouwen vrijwel van elkaar geïsoleerd zijn, doordat tus- schen de meeste gebouwen aarden wallen zijn opgeworpen. Vrijwel altijd blijft een ongeluk dan ook beperkt tot één der ge bouwen. Ook thans werd verder op het uitgestrekte terrein, waarop zich groote voorraden uiterst licht ontplofbare stoffen bevinden, geen schade aangoricht. Wél sprongen hier en daar enkele ruiten, doch daarbij is het gelukkig gebleven. Hedenmorgen wordt nog gemeld: Vrijdagavond is ook de ploegbaas, de 50-jarige ongehuwde Klaas Onrust uit Oostzaan aan zijn wonden bezweken. Men heeft nog door operatief ingrijpen getracht hem te redden, doch -dit heeft niet meer mogen baten. Onrust, die algemeen be mind was, had 38 dienstjaren en zou over twee jaar in het genot van pensioen wor den gesteld. Het vliegongeluk te Hilversum. Omtrent de slachtoffers van het vl.eg- ongeluk, dat gisteren in Hilversum is ge beurd, wordt nog het volgende gemeld. Eenige menschen in de buurt, die toe vallig naar het vliegtuig keken, dat zich hoog tn de lucht bevond, hoorden, naar zij verklaarden, den motor haperen en zagen, dat de piloot probeerde in een glijvlucht te dalen. Dit mislukte echter en eensklaps zagen zij tot hun ontzetting de machine als een baksteen omlaag stor ten. Terstond helden zij de politie in Hil versum op en snelden vervolgens naar den Noodweg, waar zij de machine von den neergestort in een aardappelveld. In zijn val had het toestel, een Fokker twee dekker, zich in den grond geboord terwijl het totaal verbrijzeld was. De lijken zijn naar het militair hospi taal te Soesterberg vervoerd. Van de slachtoffers had sergeant Koeze de machine bestuurd, terwijl ser geant Lemstra de vlucht als waarnemer meemaakte. Verder vernemen wij, dat het veron gelukte vliegtuig een Fokker G 5 is. Behalve deze bevond zich nog een tweede vliegtuig, eveneens een Fokker G 5 in de lucht. De inzittenden van laatstgenoemd vlieg tuig zagen tot hun groote ontsteltenis, dat nabij de Hollandsche Rading het andere vliegtuig plotseling met groote snelheid omlaag dook en zich met een klap, die tot ver in den omtrek hoorbaar was, in den grond boorde. De inzittenden van het andere vliegtuig hebben daarop onmiddellijk aan Soester berg kennis gegeven van de ramp, van waaruit auto's naar de onheilsplaats zijn gezonden. Oneerlijk armmeester. In de Donderdag gehouden vergader ing van den gemeenteraad van Beerta is besloten aan den armmeester E. S. die in zijn functie ten nadeele van de gemeente ver duisteringen had gepleegd en thans te Groningen is gedetineerd, oneervol ont slag te verleenen. Uit een mededeeling van den voorzitter bleek, dat de arm meester voor zoover kon worden nage gaan een bedrag van ruim f 450 had verduisterd. De gemeente was echter te gen fraude verzekerd. De „ingenieur" die kamers zocht. In het begin van dit jaar zijn tallooze pensionhouders in vrijwel alle deelen des lands de dupe geworden van een oplichter, die vertelde, dat hij inge nieur was en kamers wilde huren. De man maakte een zeer goeden indruk en wist steeds het vertrouwen der pensionhoud sters te winnen. Kort nadat hij1 zijn ka mers had betrokken, deed hij' altijd het verhaal, dat hij1 zijn portemonnaie ver loren had en dus zonder geld was. De pensionhoudsters waren dan altijd be reid hem geld, meestal f 10 voor te schieten, maar daarna zagen zij hun pen siongast nooit meer terug. Dank zij herhaalde waarschuwingen in de couranten liep de man, de 41-jarige A. M. uit Haarlem, in Zandvoort tegen de lamp, toen hijs bij een pensionhouder aldaar dezelfde practijken wilde toepas sen. Deze was op zijn qui vive, zoodat de oplichter door de politie gearresteerd kon worden. Woensdag stond hij' voor de Haarlem- flche rechtbank terecht. De officier van justitie had van de 32 feiten, welke bet dossier bevatte, er slechts drie ten laste gelegd. Verdachte bekende alle feiten en zei- de uit armoede gehandeld te hebben. De officier van justitie noemde ver dachte, die reeds achtmaal wegens ver mogensdelicten is veroordeeld, een ge vaarlijken parasiet, die voor langen tijd uit de maatschappij' verwijderd moet wor den. Hij eischte daarom twee en een half jaar gevangenisstraf. De verdediger vi'oeg rekening te houden met het feit, dal verdachte ook nog in ndero plaatsen moet terecht staan. Dr K. H. Miskotte: Antwoord uit het Onweer. Tweede zeer ver meerderde uitgave van „De Ver borgene". U. M. Holland, Am sterdam. D'e schrijver van deze „verhandeling over het boek Jo'b" werpt eerst zooveel vragen op, dat zij tot over de helft van het boek reiken. Men zou hem daarbij willen toewenschen zich te kunnen ver voegen bij het gezelschap van Jobs vrien den, die zeven dagen en zeven nachten stil waren, toen zij zagen, dat de smart zeer groot was. Er is in dit boek te veel rumoer. En vooral bij het antwoord is de invloed van Karl Barth onmiskenbaar. Zoo is het een boek vol onrust en onze kerheid geworden. Bij de lijst van ge schriften, waarmee het werk sluit en waarin de meest heterogene literatuur uit verscheiden eeuwen zich samenvindt, is men verwonderd den naam van Calvijn niet aan te treffen. Zijn 150 preeken over Jo'b waren in tijden van druk de 'troost der vervolgden. Staat dit gemis in ver band met de belijdenis aangaande de Hei lige Schrift, waarbij Miskotte niet bij Cal vijn aansluit? Voor wie gelooft, dat ook op dit punt de belijdenis der Reformatie de belijdenis van Jezus Ghristus is, is dit hoek een teleurstelling. V. Stephen Foot. Mijn leven begon gisteren. Uitgave Ten Have, Amsterdam. Bit door W. J. A. Roldanus vertaalde boekje wil zijn een pleidooi voor de z.g. Buchman-bewging. En het is een zeer geestdriftig pleidooi, warm de wereld- hervormende be teekenis van deze bewe ging en de schitterende perspectieven die zij op allerlei gebied opent, in het licht worden gesteld. Maar een krachtig plei dooi is het niet. Immers, wie nog aarze lend staat tegenover deze beweging zal zich, wanneer hij zich althans op Bijbel- schen grondslag stelt, door dit boekje zien afgeschrikt. Vooreerst al omdat de pers pectieven die hier worden getoond niet in overeenstemming zijn met den ontwikke lingsgang door Gods Woord ons getee- kend. D'at Woord spreekt niet van ver broedering onder de volken en van over winning van alle nood en ellende als ge volg van de zedelijke verbetering van de menschen. En dat Woord zegt ook, dat alle geest, die niet belijdt dat Jezus is de Ghristus, geoordeeld is. Welnu, Stephen Foot brengt hier niet het Evangelie van Jezus Ghristus, als d e Weg, d e Waar heid en h e t Leven. De dokter in huis. Dit werkelijk po pulaire tijdschrift voor de volksgezond heid onder redactie van Dr J. Voorhoeve, biedt elke keer veel wat lezenswaard is en behartigenswaard. In het pas versche nen Augustus-nummer zet Dr J. Voor hoeve zijn practische bespreking voort over hart- en vaatziekten. Verder geeft Dr J'. G. Menken een bijdrage over de amandelen, terwijl de heer J. Buijse zijn: geschiedenis der Homoeopathische ge neeswijze vervolgt. Van den verderen in houd noemen wij de interessante Korte Mededeelingen en de Medische Brievenbus die als steeds tal van nuttige wenken en raadgevingen bevat. Wij vestigen gaarne nog eens op dit maandblad de aandacht. Het wordt uit gegeven door La Rivière en Voorhoeve te Zwolle. Een keuken-eetkamer. In een Engelsch tijdschrift schrijft een huisvrouw, dat ze noodgedwongen een te groot huis moest huren. „We moesten echter het huishouden loopende houden, zonder dienstbode, of we wilden of niet. Toen kwam de goede gedachte in mij1 op, om ten einde al dat heen en weer geloop te sparen, van de keuken een aardige eetkamer te maken. Gelukkig was ze groot, en had open slaande ramen. Op den grond legde ik donkerbruin linoleum, waarover een mat. Als men deze, uitgave besparen wil, kan men een mat over den steenen vloer leggen. Voor gor dijnen nam ik boerenbont, een rood en wit ruitje, en gebruikte hetzelfde goed als ta felkleed. Van hetzelfde goed ook aan den schoor steen een ruim ingehaalde strook van on geveer een hand breed. Aan den muur hangt men wat gezellige gebruiksvoorwerpen, en een boekenrekje met kookboeken en handboekjes, leiddraad voor huisvrouwen. Men hangt hier en daar bordjes op en ook de richel boven den schoorsteen krijgt een rijtje mooie borden. Pomp en goot steen kan men verbergen achter een sma kelijk uitziend gordijntje en in de keu kenkast, die een vroolijk verfje gekregen heeft, stalt men zijn servies op het voor- deeligst uit. 's Avonds, als men het vaatwerk ge- wasschen heeft, kan men de tafel dekken voor s morgens. Men spaart zijn zitka mer er mee, en houdt er ook alle etens- luchtjes verre van. „Ik zou niet weten", aldus de schrijf ster, „waarom het dienstbodelooze huis gezin niet een van de gezelligste, prettig ste en zindeljjkste huishoudens zou kun nen zijn." Als n.l. a 1 de leden van het gezin mee helpen, en dus de last van het geheela huishouden niet drukt op de schouders der huisvrouw alleen. Enkele recepten. Citroenkoekjes. Een half pond bloem, 125 gram suiker, 1 ons boter, 1 ei, de geraspte schil van 1 citroen, 1 thee lepel bakpoeder, en eenig zout. Wrijf een bakblik in met boter en be strooi het met fcloem. Doe de bloem in een kom, voeg hierbij de boter in kleine stuk jes, de suiker, het geklutste ei, de geraspte citroenschil, het zout en het bakpoeder en kneed alles goed dooreen, zoolang tot het een samenhangende bal is geworden. Rol dit deeg uit op een met bloem bestrooide houten tafel of plank metdeegxol of flesch. D'e dikte moet ongeveer een halve vingerdikte zijn. Leg het deeg telkens om en strooi er weer bloem onder, anders blijft het op de plank plakken. Steek er vervolgens met een glas koekjes uit. Leg deze op het beboterde bakblik en bak ze in een vrij warme oven in ongeveer 20 minuten bruin en gaar. Neem ze dadelijk van het bakblik en leg ze eerst op een houten plankje, omdat ze gemakkelijk krom trekken. Gevulde tomaten (2 of 4 pers.). 4 tomaten, 150 gram vleeschresten, 2 theelepels Maggi's Aroma, peper, zout, noot, 20 gram boter, 15 gram bloem, 1 d.L. kokend water, 1 stukje ui, paneer meel, boter. Wasch de tomaten. Verwijder het kelk blaadje. Leg ze één minuut in kokend water, trek er dap vlug de schil af. Snijd het kapje eraf en hol ze zooveel mogelijk uit met een theelepel. Strooi er een beetje zout en peper in, Smelt do boter, bak hierin het fijnge hakte uitje lichtbruin, voeg de bloem toe, roer de kluitjes eruit, Voeg daarna het kokende water toe en de Maggi's Aroma, het tomatenmoes, het fijngehakte vleesch en de kruiden. Stoof alles nog 5 minuten in de saus. Maak ze af met een beetje zout. Schep ze in de uitgeholdo tomaten. Zet deze in een vuurvast schoteltje. Strooi er paneer meel en een kluitje boter op en bak ze in den oven gaar en lichtbruin in pl.m. 20 minuten. Vogelnestjes (4 pers.). Vt pond gehakt, 4 eieren, peper, zout, noot, 1 a 2 theelepels Maggi's Aroma, 2 beschuiten, 1 ei. Maak het gehakt aan met het geklopte ei, peper, zout, noot, de gestampte be schuiten en de Maggi's Aroma. Kook de eieren 8 minuten. Leg ze in koud water en pel ze. Maak nu van ieder ei en gehakt een bal, zorg dat het ei geheel door ge hakt omgeven is. Wentel de ballen door paneermeel en bak ze in boter of vet bruin en gaar. Laat ze koud worden, snijd ze met een scherp mes middendoor. Leg ze op een schaal, versier de schaal met sla-blaadjes. SpOOr'S Z„it9sVrscheeK P Specerijen OpOOI bin str,ooibusjes Wasschen van handschoenen. Wasch bare handschoe nen van katoen, wol, zijde. Week de handschoenen in lauw water, of als ze zeer vuil zijn in sop. Neem voor donkere handschoenen (zonder lichtge kleurde garneering) houtzeep, voor lichte handschoenen vlokkenzoep of Sunlight- zeep. Trek de handschoenen aan, als ze niet te klein zijn, en wasch ze. Spoel ze in lauw water na, druk ze uit in een doek en leg ze netjes in den vorm. Hang ze met den goeden kant naar buiten te drogen. Zeemleeren handschoe nen. Maak een vet, lauw sop van Sun- lightzeep, voor donkere kleuren van hout- zeep. Week de handschoenen hierin plm. 1 uur. Wasch ze en geef ze een tweede sop. Roer hierdoor eerst een paar drup pels slaolie. Druk ze zoo droog mogelijk uit. Spoel ze niet. Knijp ze uit in een doek, rek ze in den vorm, blaas ze op en laat ze drogen. Rek ze, wanneer ze geheel droog zijn, op, tot ze soepel zijn. Glacé-, peau de Suède handschoenen. Zijn de hand schoenen niet erg vuil, dan kan men ze wat opknappen, door ze met een zacht doekje met wat melk af te wrijven. De handschoenen moeten lii-erbij aangetrok ken worden. Helpt dit niet voldoende, dan kan men 'benzine gebruiken. Benzine le vert brandgevaar op, werk daarom liefst buiten of anders in een vertrek waar geen open vlam is. Zijn de handschoenen zeer vuil, dan kunnen ze in benzine geweekt en gewas- schen worden. Doe hiervoor in een jam pot de handschoenen, giet er benzine op, sluit de jampot af en laat de handschoe nen Vs tot 1 uur weeleen. Wasch ze daar na in de benzine, doe ze na in schoone benzine. Druk ze tusschon een doek uit. Rek ze voorzichtig in den vorm en laat ze drogen. Inplaats van benzine kan men ook tetra nemen. Dit levert geen brandgevaar op. Het is echter duurder dan benzine en het droogt minder vlug. Zijn de glacé 'handschoenen door de be werking wat kaal geworden, dan kan men ze iets opknappen, door ze in te wrijven met een weinig was in de kleur van de handschoenen. TOEN MOEDER ZIEK WAS. XV. „Welnee jongen" antwoordde mijnheer, „die menschen komen ook allemaal op bezoek, maar ze moeten wachten tot het drie uur is. De auto reed tot precies voor een groote stoep, met drie treden, en juist toen ze uitgestapt waren, ging de deur open, en konden ze meteen naar binnen gaan. Vader voorop met Mien en Bram vlak bij hem en daar achter Bald. Ze kwamen in een breede gang waar je niets van het loopen hoorde, en het was er zóó stil! Maar het rook er erg naar, zoo'n rare lucht, het prikte in je keel, zou Moe dat nu niet akelig vinden? Weet u den weg wel?" fluisterde Mien. Achter haar was het geroezemoes van stemmen van de menschen, die ook op bezoek kwamen, maar voor haar was de Ieege gang, daar hoorde je niets en zij durfde hier niet hardop te praten. „Ja we moeten boven zijn." Twee trappen gingen ze op en toen nog een gang door. „Hier is het", zei vader, terwijl hij voor een deur stilhield, „nu moeten Bald en Bram maar even wachten, want allemaal tegelijk naar binnen dat mag niet. Miontjesf hart bonsde en ze hield vaders hand stijf vast toon ze naar binnen gingen. „O wét mooil" zuchtte ze toen de deur opon ging. Een groote lichte zaal zag ze met witte ledikanten en overal bloemen op de tafels en nachtkastjes, de ramen stonden wijd open en daar doorheen zag ze het groen van de boomen. Maar waar was Moe nu? Ze volgde vader en toen Ineens zég zo Moe, ook in zoo'n wit bed. Maar wat zag ze er vreemd uit, zoo bleek en stil. Op haar teenen sloop Mientje naar het ledikant. „Dag Moe" fluisterde ze, en toen, ze kon er niets aan doen, begon ze zoo maar hard te huilen. „Stt" zei vader, hij had nog1 wel zoo gezegd, dat ze heel rustig moest zijn, maar Moe streelde haar zachtjes over het haar, „stil maar Mien, het is zoo weer over, wat jij?" Met haar zakdoek hoonde Mien boos op zichzelf haar gezicht af, en toen mocht ze uit Moe's fleschje fijn een beetje eau de cologne hebben. Moe vertelde dat ze nu niet zoo veel pijn meer had, maar ze moest wel erg stil blijven liggen. Dat kon je wel zien, dacht Mientje, het bed lag zoo netjes, net als van de andere menschen. Zouden die ook allemaal erg ziek zijn, vast wel, anders hoefde je niet naar een ziekenhuis, maar daar aan den overkant zag ze er twee zitten, die waren zeker al wat beter. Bij ieder bed zaten nu bezoekers, heel anders dan toen ze binnenkwamen, want zij waren de eersten geweest. Vader en zij hadden ieder aan een kant een witte stoel gekregen. Vader vertelde dat ze met de auto wa ren gekomen en dat de jongens nu in da gang zaten. Dat was een verrassing voor Moe, nu ze er allemaal waren; ze had zooveel aan zo gedacht en nu kon zij zo allen even zien. Onderwijl zaten Bald en Brammetje op een bank in de gang. Brammetje had het papier maar vast van zijn bloemen afgedaan, ze waren wel wat verlept nu, maar als ze eenmaal in het water stonden kwam dat wel good. „Boterbloemen", had Bald gesmaald, „wie neemt die nu mee naar een zieken huis", maar Bram hield stijf vol, dat Moe er wel blij mee zou zijn. Een vreeselijk gehuil deed hen allebei opkijken, een klein jongetje werd door een verpleegster uit een andere zaal gebracht en naast Brammetje neergezet. „Wat is er?" v.roeg Brammetje, die wel erg veel medelijden met hem had. „M'n Mammiel" snikte het jongetje. „Je Memmie is ze dóód?" schrok Bram, „moet je daarom zoo hui len?" „Nee", snikte het jongetje, „ik heb de melk omgegooidenneik wil niet meer naar het ziekenhuis". O, was 'het dat, als hij dat nu ook eens deed per ongeluk, Bram beefde hij de ge dachte, dat de zuster hem ook weg moest brengen. „Gaan jullie mee?" klonk toen onver wacht de stem van vader. „Huil maar niet meer", fluisterde Bram nog gauw tegen het jongetje, „hier heb je een mooie bloem". Moe zou het vast wel goedvinden als hij er ééntje weggaf. Maar het jongetje huilde: „ik wil geen boterbloem" en smeet hem vlak achter Bram neer. Hij had geen tijd meer om er naar te kijken, want een oogenblik later stonden ze al midden in de zaal. „O, was dat nu een ziekenhuis, en daar •had je een zuster en daar een beker melk, en daardaar was Moe. Bram vergat zijn angst voor den beker; hij vloog op Moe af en pakte haar zóó stijf, dat vader hom gauw terug moest trekken. Bald vond het akelig al die zieke men schen en toen hij bij Moe was, bleef steeds de azalea in zijn gedachten. Zou Moe er nu ook aan denken? het kon haast niet anders en weer zag hij Moe op het plaatsje met de gebroken azalea in haar handen. Als Moe nu maar beter werd, ze zag er zoo wit en vreemd uit, anders kon hij het nóóit meer goed maken. Ze zaten maar stil bij het bed, veel mocht Moe niet praten en toen ze weg gingen, moest hij telkens nog even om kijken; hij kon wel huilen, dat Moe daar nu moest blijven, bij al die andere zieke menschen, terwijl zij maar fijn met de auto naar huis konden gaan. Lang bleef Bald niet verdrietig, want onverwachts had hij al een begin voor den azalea-spaarpot. Mijnheer Brandse was er nog niet met de auto toen ze buiten kwamen, en af gesproken was dat ze op de bank voor het ziekenhuis zouden wachten. Bald zat naast een oude dame. Hij zag dat ze een zilveren beursje uit haar taschje haalde en toen kwamen er twee kwartjes uit te voorschijn. „Zou jij een boodschap voor mij wil len doen?" hoorde Bald haar ineens vra gen. „Jawel Mevrouw", antwoordde Bald een beetje verschrikt en hij vergat heelemaal, dat hij in deze vreemde stad den weg niet wist. „Ja, wil je dan bij Gronde hier om den hoek vier perziken halen?" Hij had de kwartjes al in z'n hand. Hier om den hoek, dat kon hij wel vinden. „Mag 't?" vroeg hij nog even aan vader. „Ja, als je maar gauw terug komt." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1936 | | pagina 6