DE ZEEUW (I bespaart tijd en geld ingin-Moeder VERMICELLI GRATIS ALS DE LIEFDE RIJPT TWEEDE BLAD Ieder "pak HONIG'S Adm. van „De Zeeuw" Goes Uit de Provincie. Het "Akk&''tyes>"Gj2si tooid MffiUwvt'eugrte ongesteld. FEUILLETON te Middelburg. bevat ter kennismaking een HONIG's BOUILLONBLOKJE kerke, I. Groenewege, te Hoedekenskerke, d. met ingang van 21 Aug. 1930, tot dijkgraaf van den Oostpolder (Krabben- dijke) A. P. Woutersen, te Krabbendykej e. met ingang van 6 Sept. 1936, tot plaatsvervanger van den dijkgraaf van den Nieuwe- of Jongepolder, van Drei- sohor tot Beider, J. Doeleman Joh.zn., te Dreischor; f. met ingang van 1 Aug. 1936, tot ge zworene van den Van Lunckhuispolder, J. Wolfert te Hoek; g. met ingang van 1 Aug. 1936, tot lid van het bestuur van het waterschap voor de uitwatering door de sluis aan den Oosterlandpolder, P. Blok, te Wol- phaartsdijik. Middelburg. Reorganisatie en verbouwing Gasthuis. Naar aanleiding van het gunstig advies door B. en W. uitgebracht aan Gedep. Staten be treffende het verzoek van de Godsbuizen belangende de geldleening van f 185.000 voor verbouwing van het gasthuis heeft de heer Mondeel bericht zich er niet mede te kunnen vereenigen, dat ter zake het gevoelen van den Raad niet wordt ge vraagd. Art. 25 der Verordening op de in richtingen en het bestuur der Godshuizen schrijft voor, dat jaarlijks een begrooting van de inkomsten en uitgaven bij' het ge meentebestuur moet worden ingediend. Uiteraard geldt zulks eveneens voor sup pletoirs begrootingen en begrootingswijzi- gingen. Meermalen zijn dan ook door het bestuur der Godshuizen zulke stukken bi) het gemeentebestuur ingediend. De beer Mondeel verzoekt daarom B. en W. ge noemd bestuur uit te noodigen een suppl. begrooting voor een bedrag van f 185.000 in te zenden. De heer Mondeel acht de toelichting op de vermoedelijke exploitatiekosten van 't verbouwde gasthuis wat al te summier. Het bedrag der vermoedelijke besparin gen wordt genoemd, doch eenige mede- deeling omtrent de becijfering van dit be drag ontbreekt. Aangezien de gemeente de verantwoordelijkheid draagt voor de te sluiten geldleening van f 185.000 en eventueele tegenvallers bij! den bouw, waarvan het bestaan, gelet op de erva ring, helaas, niet denkbeeldig is, zou de heer Mondeel het ten zeerste op prijs stel len, indien de Raad op dit stuk nadere gegevens zou kunnen krijgen. Ten slotte spreekt de heer Mondeel zijn vertrouwen uit, dat B. en W. den Raad in de gelegen heid zullen stellen, zich uit te spreken over de verbouwing van het Gasthuis, al vorens de geldleening van f 185.000 defi nitief zal worden gesloten. Naar aanleiding van een en ander heb ben B. en W. schriftelijke en mondelinge vragen tot het bestuur der Godshuizen gericht. Dit antwoordt in verband met de verwachte bezuiniging van ruim f 20.000, dat na reorganisatie, naar het bestuur begroot, het personeel zal kunnen worden verminderd met een hoofdverpleegster, twee eerste verpleegsters, twaalf leerling- verpleegsters, een assistente der apo theek, acht personen van het huishoude lijk personeel, drie werksters, en twee knechts. Deze genieten tezamen aan be looning in geld f 11.800, waarbijl komt voor voeding f 5200, bewassching f 2100, pensioenbijdragen en rentezegels f 900, sociale verzekering f 300, samen f 20.300. Het bestek kan nog niet worden overge legd. Dit moet nog worden opgesteld naar de aanwijzingen van het Werkfonds. Het zal het bestuur, gezien het schrijven van den Minister van Binnenlandsche Zaken tegen z.g. plaatselijke protectie, niet mo gelijk zijn in het bestek de voorwaarde te doen opnemen, dat het werk met plaat selijke arbeidskrachten moet worden uit gevoerd. Wel zal het bestuur trachten bij aanwerving van arbeidskrachten de me dewerking van de Arbeidsbeurs te Mid delburg in bestek en voorwaarden op den voorgrond te doen stellen. Het geven van een uiteenzetting van de financieels uitkomsten der te verwachten jaarlijksohe exploitatie na 1 Juli 1946 is het bestuur, gezien de onzekerheid der factoren, die die uitkomsten zullen be- invloeden, niet wel doenlijk. Buiten de ge noemde bezuinigingen, zijn er nog vole andere, die bezwaarlijk in cijfers zijn weer te geven. Ongetwijfeld zullen dezn bezuinigingen tezamen een niet onbelang rijk bedrag uitmaken en B. en W. meenen te mogen verwachten, dat zij op zich zelve tegen het bedrag van rente en afschrij ving zullen opwegen. De thans voorgenomen verbouwing en leening, die eerst in 1937 tot effect zullen komen, hebben op het loopende jaar 1930 geen invloed en er is, naar het oordeel van B. en W., dus geen aanleiding tot het indienen van een suppl, begrooting voor 1936. De begrooting 1937 is nog niet inge diend, zoodat reeds uit dien hoofde het indienen van een suppl. begrooting voor 1937 niet in de rede ligt. Bij het opstellen der ramingen voor 1937 zal met de voor genomen wijzigingen zooveel mogelijk re kening worden gehouden. Daar de ver bouwing eerst na verloop van een groot gedeelte van het jaar 1937 haar beslag zal hebben gekregen, terwijl, naar de aange boden voorwaarden, rente-betaling, der te sluiten leening eerst jaren later zal in gaan, zal, naar het bestuur verwacht, de invloed van een en ander op de ramingen voor 1937 nog niet zeer belangrijk zijn B. en W. merken er nog bij' op, dat als vaststaand mag worden aangenomen dat, dadelijk na voltooiing der voorgenomen verbouwing en ook in de toekomst (na 1940), de financieele resultaten van het Gasthuis gunstig zullen worden beïnvloed door die verbouwing en de daarvoor aan te gane geldleening van f 185.000 en zij daarom Gedep. Staten hebben geadviseerd het betreffende verzoek in te willigen. B. en W. onderschrijven volkomen de mee ning van den heer Mondeel, dat, behalve de oorspronkelijke begrooting van de Godshuizen, ook suppletoirs begrootingen 'sRaads goedkeuring behoeven, doch an derzijds moeten zij1 zich aansluiten bij het door het bestuur der Godshuizen gestelde, dat hierbij moet worden gedacht aan de ramingen van exploitatie-inkomsten en -uitgaven. B. en W, kunnen daarom niet toezeggen het noodige te zullen verrich ten, opdat de voorgenomen geldleening van f 185.000 met het Werkfonds eerst definitief wordt aangegaan, nadat de Raad daaraan zijn goedkeuring zou heb ben gehecht. Het bestuur der Godshuizen is volkomen bevoegd tot het aangaan der leening en het uitvoeren der verbouwing, zoodra Gedep. Staten van Zeeland de ver zochte machtiging hebben verleend en zij zien niet in hoe de Raad hier rechtens zou moeten worden ingeschakeld. Naar aanleiding van de mededeeling van het Bestuur der Godshuizen nopens inschakeling van Middelburgsche arbei ders bijl de uitvoering der verbouwing, schrijven B. en W. dat zij die mededeeling niet juist achten omdat het hier een Werkfonds-werk zal betreffen, waarvoor h.i. de circulaire van den Minister van Binnenlandsche Zaken ten aanzien van plaatselijke protectie niet geldt. Immers omtrent de loonen voor Werkfondswer- ken wordt tevoren overleg gepleegd met de plaatselijke vakorganisaties en het is dus ook logisch, dat wel degelijk in bet bestek mag bepaald worden, dat in de eerste plaats Middelburgsche werkkrach ten behooren te worden te werk gosteld. De Werkfondswerken zijn toch ook be doeld als plaatselijke werkverruiming. B. en W. zullen deze, hunne opvatting na der aan het bestuur van de Godshuizen kenbaar maken. ■want "AKKERTJES" zijn 'n probaat, snel werkend middel tegen datgene wat Uw uitstapje kan bederven, zooals "zeeziekte", hoofdpijn door de felle zon, over-vermoeidheid, rheumatische-, spier- en zenuwpijn. VAN DINSDAG 21 JULI 1936, Nr 246. Het ontwerp van den beeld houwer H. J. Etienne wordt f uitgevoerd. De vereeniging Uit het VolkVoor het Volk te Middelburg, van oudsher van Oranjebeproefde gezindheid, heelt destijds het initiatief genomen tot het op richten van een Zeeuwsch gedenkteekeo voor H. M. de Koningin-Moeder, hetwelk te Middelburg geplaatst zou worden. Nadat de vereeniging die het initia tief nam zoowel als de plaatselijke com missie ter zake beiden een onverdeeld gunstig advies hieromtrent hadden uit gebracht, heeft thans het eere-comité, hetwelk onder voorzitterschap van jhr mr J. W. Quarles van Ufford, Commis saris der Koningin in Zeeland, bestaa' uit verschillende burgemeesters welke de deelen der provincie vertegenwoor digen, definitief besloten dat het dooi den beeldhouwer H. J. Etienne te Delft ingezonden ontwerp zal worden uitge voerd. Dit ontwerp is in het voorjaar va.n 1935 gemaakt voor de prijsvraag voor een dergelijk gedenkteeken in Dén Haag. Da jury heeft destijds het onderhavige ont werp, volgens mededeeling van een liarer leden, tot de half dozijn beste geoordeeld te behooren. Het in steen uit te voeren ontwerp be staat uit een middenpartij, waarvan hier boven het voornaamste detail, n.l. da beeltenis van Hare Majesteit, is weerge geven, en een omsluiting. Uit het Engelsch. 48) _o_ „Ik ben bang," zei Sylvia droefgeestig. „Ik ben erg bang, juffr. Scriven, dat ik u maar matig, zal bevallen als Paul's vrouw. Ik ben niet bijzonder geschikt voor de huishouding. En ik zou ook niet weten, hoe ik het moest worden. De din gen die ik tot nu toe geleerd heb, zijn hiervoor van weinig nut." Het was waar wat zij zeide, maar het was nog nooit tot Sylvia doorgedrongen, dat het iets was wat haar eigen- schuld was en tenslotte ook nog wel verholpen kon worden. Ze moest zelf even glimla chen als ze dacht aan haar paardrijden, haar golfspel, waarin ze zoo bedreven was geweest, en haar bijzonder talent zich met buiten-gewone smaak te kleeden. Juffr. Scriven nam haar gelaat tus sen®. haar beide rimpelige handen. „Je zo-udt me niet bevallen, mijn doch- 8 v ze' "Jk za,l ïe liefhebben met mijn Uw k&rt, omdat we beiden Paul lief hebben. En die liefde zal je ook leeren hoe 1 een uitstekende huisvrouw voor hem worden. Want je zult natuurlijk heel door uw advertentlBn in andere bladen te plaatsen door bemiddeling van de De middenpartij wordt gevormd door een ruim anderhalf maal levensgroot beeld van H. M. Koningin E-mma, ge zeten op een soort bank. D'e rechterhand van het beeld rust ba schermend op den symbolisc-h aangege ven Oranjestam, welke -door de wapens van Nederland en Oranje omgeven is. De linkerhand rust in den schoot en houdt een waaier. De zijkant van den bank- zetel draagt het wapen van H. M. de Koningin-Moeder. Een opschrifttafel te gen den rug van den zetel krijgt oan inscriptie waaruit zal blijken hoe dit beeld door gaven van Zeeuwen uit heel de provincie opgericht is kunnen wor den. Het voetstuk van het beeld zet zich voort in eenige treden welke voeren naar een grasgazon hetwelk deze mid denpartij omgeeft. Dit grasgazon wordt omsloten do-or een bloemenrand en vev- der door een muurtje, waarvan de zes hoekpunten geaccentueerd zijn door 4 bloembakken en, vooraan, 2 plastische dierenmo'tieven, onderscheidenlijk eeni- germate gestyleerde -honden en lamme ren figuren, symboliseerende de trouw en de opoffering. Rondom het muurtje nog een grasstrook en daarna volgt het wandelpad. Naar wij vernemen komt als plaats voor het op te richten monument ernstig in aanmerking het plantsoen op -den Dam. Ingezonden Mededeeling. graag willen leeren." Sylvia liet even haar lip hangen, maar Paul's moeder zag het niet. Op dat oogen- blik kwam haar zoon de kamer in en er kwam een blijde glans in zijn oogen, toen hij zijn vrouw -en zijn moeder zag zitten, hand in hand. D'at was juist wat hij zoo verlangd had, toen hij zijn nieuw tehuis binnengetreden was. Het was een tevre den en gelukkig man, die zich liet vallen in een andere armstoel en glimlachend zijn vrouw aanzag. Philippa vólgde hem op den voet met de zilveren theepot en de warme koeken, die ze op d~en haard neerzette. „Nu, mevrouw Scriven junior, jij moet de honneurs waarnemen in je eigen huis" zei ze. En ze trok een stoel bij en nam plaats. Sylvia heesch zich moeizaam uit haar stoel op. Plots besefte ze ten volle, dat het waarheid was, wat Philippa zeide. Er was geen dienstbode in het huis. „Zijn er werkelijk in het geheel geen dienstboden?" vroeg ze op klagen- den toon. „En waarom niet, Philippa?" „Wel, zie je", begon Philippa, „toen zijn Hoogheid, je echtgenoot mij uit Pa- rijs- schreef, dat jij1 gemeend had. dat je liever één beslist volmaakte dienstbode had, dan twee minderwaardigen, waren er reeds twee minderwaardigen aangeno men. Museum voor Zuid- en Noord-Beveland. Zaterdag had te Goes de algemeene vergadering van do leden der „Vereeni ging „Museum voor Zuid- en Noord-Beve land", onder voorzitterschap van den heer Joh, Pilaar plaats. De rekening van ontvangsten en uit gaven werd goedgekeurd. De voorzitter dankte den heer J. M. van Bommel van Vloten als penning meester en den heer A. M. Wessels als conservator voor hetgeen zij in het af- geloopen jaar in het belang der vereeni ging hebben verricht. De heeren E. C. van Dissel en A. L. van Melle werden als bestuursleden her kozen. In de vacature van bestuurslid ont staan door het vertrek van den heer Mr Goedbloed werd voorzien door de verkie zing van den heer Mr R. M. van Dussel- dorp, burgemeester van Goes. De voorzitter drukte zijn leedwezen uit, dat de prachtgevel van het aan de Ver eeniging „Hendrick de Keyser" te Amster dam toebehoorende Gothische Huis, dat van die vereeniging door het Museum wordt gehuurd, nog steeds in denzelf den verwaarloosden toestand verkeert. Hij deelde mede, dat in afwachting van de restauratie van den gevel, die toch einde lijk wel eens zal geschieden, het Bestuur het Museum niet kan inrichten zooals het dat voor de goede tentoonstelling der voor werpen gewenscht acht en dat zeer ten onrechte soms verwijten over den toe stand van den gevel tot Bestuursleden van het Museum gericht worden, terwijl deze bij de eigenares, de Vereeniging „Hendrick de Keyser" thuis behooren. Ernstig auto-ongeluk. Zondagmiddag werd de wielrijder C. uit Heille te St.-Anna ter Muiden aangereden door een auto, bestuurd door een arts uit Utrecht. De man was volgens ooggetui gen zonder richting aan te geven den weg overgestoken en werd tegen den grond geslingerd. Met een groote gapende wonde aan het hoofd werd C. per taxi naar het ziekenhuis te Oostburg vervoerd. Nader vernamen we, dat de toestand van C. hoogst ernstig is. (Midd. Crt.) Nieuwe spoorbrug bij Vlake. Nauwelijks heeft men- kennis genomen van het feit, dat de gro-otsche verbinding over den Moerdijk een feit is geworden, of een nieuw stukje ingenieurskunst voor de Spoorwegen vraagt de aandacht. In verband met de verbreeding van het kanaal door Zuid-Beveland mo-e-t bij Vla ke een nieuwe spoorbrug worden gelegd. De Nederlandsche Spoorwegen hebben plannen Ontworpen en uitgewerkt voor een balans-bascule-brug voor dubbel spoo-K Het 350,000 K.G. wegende ge vaarte werd bij de N.V. Kon. Mij. „De Schelde" te Vlissingen- gebouwd en uitge balanceerd. Het laatste was een uiterst nauwkeurig werkje, waarvoor op het fa brieksterrein boven een der afloophellin gen -drie, zware en ongeveer 8 meter hoo- Ige stallen ondersteuningen werden ge bouwd, waarop de brug is gemonteerd en afgesteld. Op deze wijze heeft men ook het uitbalanceeren in geopenden stand, iets wat bij' bruggen van dit type een bij zonder ho-oge mate- van nauwkeurigheid vereischt, kunnen controleeren. Dezer dagen werd het gevaarte, dat in twee gedeelten zal worden vervoerd, met behulp va-n vijzels op stalen draagcon structies neergelaten en gistermorgen is de brug naar de- plaats van bestemming vertrokken. Polderbenoemingen. Biji Koninklijk besluit zijn benoemd: a. met ingang van 22 Juli 1936. tot dijkgraaf van den Jongepolder, G. Steen- dijk Gz.„ te Nieuwerkerk; b. tot dijkgraaf van den Kanaalpolder, A. F. van Hijfte te Philippine; c. met ingang van 11 Juli 1936, tot dijk graaf van het waterschap Hoedeken-s- Sylvia knikte begrijpend en begon, zon der haar gedachten er bij te hebben, sui ker te doen in de kopjes. Ze had een he kel gehad aan wat in dien brief stond, en toch had ze er zelf in toegestemd. Voor P'hilippa was het echter -de meest opge wekte brief geweest, -die haar oude vriend haar ooit geschreven had. Het had haar getoond, dat, nu de nood gekomen was, hij niet versaagde, maar moedig door streed. „Ik heb mij op de beste manier die ik kende van haar afgemaakt", ging Philip pa voort, „en toen ben ik naar juffrouw Waggitt gegaan om advies. En bet toe val wilde-, dat zij juist op het oogenblik 'n nichtje bad, dat heel graag in 'dienst betrekking wilde in Leathergate, maar door familieomstandigheden kon ze niet vo-o-r vanavond hier zijn. Juffrouw Wag gitt verzekerde mij- dat ze een krach! heeft voor tien en ik geloof wel, dat het een vertrouwd en flink meisje zal zijn. In elk geval hebben jullie nu het voordeel, dat ze onder leiding staat van de weergalooze juffrouw Waggitt, want je kunt er zeker van zijin, dat geen bloedverwant van baar zijn eigen gang kan gaan in de keuken". Paul wierp zijn hoofd achteruit en lachte hartelijk. „We zullen best uit zijn als dat bet geval is", zei hij. „Heb maar geen zorg, Sylvia. Juffr. Waggitt als de heerscheres op den troon zal meer waard zijn dan een leger van dienstboden. En als bet eentje van dezelfde soort is, zal baar nicht een reuzen hulp zijn". „D'at geloof ik ook", zei Philippa kort. „Ik heb Emly al gezien en ik kan voor haar instaan. Maar vertel ons nu eens iets van bet bergland tenminste, als twee menscben, -die zoo juist van hun huwelijksreis terugkomen, hun ondervin dingen in woorden kunnen weergeven". Nu deze twee konden bet wel, na do onvergelijkelijke schoonheid te hebben ge zien, bij volmaakt geluk. En met van wee moed trillende stemmen, omdat al dat heerlijke nu weer voorbij was, vertelden ze van hun zoete ervaringen. Philippa luisterde maar, met een glim lach op haar gelaat, terwijl de schaduwen van den vallenden avond de kamer bin nenvielen, het sprankelende haardvuur zijn rossen gloed liet spelen op haar glan zend haar., haar groote, blanke handen en haar eenvoudig blauw japonnetje. To-en het verhaal uit was, nam zij do nieuwe huisvrouw mede om haar bezit tingen te laten zien en haar te zeggen, waar bet geborgen was. Het was bijna -schuchter -dat Philip-pa het haar wees, en ze -zeide niet veel. Ze gevoelde zoo heel diep, wat deze o-ogenblikken voor haar be- teek-enden en ze gevoelde het heel zeker, dat Paul en Sylvia wel wenschten, dat zij vertrok. D'oeh toen ze dit plan o-pperde, klemde j Sylvia zich aan haar vast en verzocht haar te wachten tot de nicht van juffr. Waggitt zou komen om haar taak te aan vaarden. De vrees, die plaats nam in -Sylvia's hart, nu ze zich bewust werd van haar nieuwe verantwoordelijkheid alleen meesteres te worden van 'n haar onbekend gebied, vond Philippa geheel onverklaar baar; zij zou het eerder hebben beschouwd als een bevordering en volle ontplooiing van -haar kracht. En ontplooiing moest ze hebben, anders zou ze sterven, meende ze. En toch, nergens kon ze een nieuw ar beidsveld ontdekken. Zoo spoedig de 'beide vrouwen het ver trek verlaten hadden, stond juffr. Scriven van haar stoel op en legde haar hand op Pauls schouder. „Mijn zoon", zei ze. „Ik wilde nog gaar ne even met je spreken, voor ik vertrek. D-e zaken zijn -den laatsten tijd erg ver anderd en zijn op het oogenblik ingewik kelder als je misschien vermoed. Laai ons naar je kamer gaan. Die wilde ik je ook nog graag even laten zien''. Paul stond onmiddellijk op en volgde zijn moeder. Hij werd bekoord door haai nog veerkrachtigen tred er haar grijze, golvende haar, toen zo door de antiek ge meubileerde gang liepen. Hij was trotsch op haar waardigheid en gratie. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1936 | | pagina 5