Gemengd Nieuws.
Onderwijs.
Land- en Tuinbouw
Het Vrouwenhoekje
Staten-Generaal.
Uit de Provincie.
EERSTE KAMER.
Oprichting Mij. voor Industrie
financiering.
De Kamer heeft gisteren voortgezet de
behandeling van het wetsontwerp oprich
ting van de N.V. Maatschappij voor In
dustrie-financiering".
De heer Blomjous (R.K.) aöht
voortzetting van industrialisatie voor ons
land noodzakelijk en wijst er op, dat,
hoewel jaarlijks 40.000 jonge menschen
op de arbeidsmarkt komen, de behoefte
aan arbeidskrachten door de mechanisa
tie vermindert.
Spr. vraagt wat denkt de regeering te
bereiken met deze industriefinanciering,
wanneer zij voortgaat onze nijverheid op
te offeren aan het buitenland, door in
voer van vreemde producten toe te staan?
Verhooging van invoerrechten is drin
gend noodig.
De heer De Marchant et d'An-
sembourg (N.S.B.), heeft bezwaar
tegen het voornemen van den minister,
om in alle provincies oeconomisch-tech-
nologische instituten te vestigen. Men
late vestiging van nieuwe industrieën
aan het particulier initiatief over.
De heer Werker (V.D.), heeft be
zwaren tegen dit ontwerp, omdat niet
vaststaat, dat de industriefinanciering
een tijdelijke maatregel is. Het pad, dat
men thans door den nood der tijden in
slaat, is niet zonder perikelen. Men ver
late dit pad bij opleving van het bedrijfs
leven zoo spoedig mogelijk.
De Minister van Handel,
N ij! verheid en Scheepvaart
de heer Gelissen, wijst op de toene
mende bevolking van ons land, die elk
jaar met 100.000 vermeerdert. 40.000
nieuwe arbeidskrachten melden zich elk
jaar aan. 40 pet. der bevolking vindt haar
bestaan in de industrie, of 1,2 millioen.
Ook bijl den uitvoer speelt de industrie de
grootste rol: 415 millioen aan industrieele
producten, 260 aan agrarische. De waar
de van onzen invoer heeft zich gehand
haafd, n.l. 318 millioen in het eerste half
jaar zoowel van 1935 als 1936.
Naar de quantiteit is hij dit jaar geste
gen.
De werkloosheid is afgenomen tot
378.000, van wie 45000 in werkverschaf
fing werken; geheel werkloos zijn er dus
333.000 menschen. Doch dit getal is nog
zeer hoog en het legt de regeering den
plicht op de werkgelegenheid zooveel mo
gelijk te stimuleeren.
Biji industrialisatie moet een onderzoek
plaats hebben naar de bestaansmogelijk
heden van de bestaande en de op te rich
ten industrieën.
De Staat heeft daarbij1 wel een subsi
diaire rol, doch zijn hulp kan niet worden
gemist. Zekerheid dat een bedrijf zal flo-
reeren heeft men niet. De taak van
den Staat is zod gunstig
mogelijke voorwaarden te
scheppen.
Waqj protectiemaatregelen noodig zijh
ter bescherming van onze eigen markt,
zal spr. die gaarne voorstellen.
Onze uitvoer naar verschillende landen,
als Rusland, Noorwegen, Zweden, Oos
tenrijk, Zuid-Slavië, Egypte, Argentinië
en Palestina, is gestegen. Spr. verwacht
ook veel van de bindendverklaring van
ondernemersovereenkomsten, de Vesti
gingswet, de vergemakkelijking van ex-
portcredieten.
Het doel is industrialisatie die blijvend
is. Of de middelen het moeten zijn, zal
van de omstandigheden afhangen.
Spr. zet uitvoerig uiteen dat de indu
strie vooral behoefte heeft aan lang geld.
In kort geld voorzien de bestaande ban-'
ken. Vandaar de oprichting van indu-
striebanken in verschillende landen; di
rect of indirect is de Staat daarbij betrok
ken. Het ware spr. liever ge
weest indien bij1 Ons parti
culieren het initiatief
daartoe hadden genomen;
het is genomen door de commissie Fente-
ner van Vlissingen, doch niet geslaagd.
De ervaringen met het Werkfonds wij
zen op een bestaande behoefte. Men
spreekt van een berg, die een muis baart,
doch muizen vermenigvuldigen zich zeer
spoedig (vroolijkheid).
Spr. hodpt dat particu
lieren dit initiatief zul
len overnemen, als blijkt dat
deze bank geen stroppenbank is.
De wet is blijvend en de regeering ver
dwijnt. Naar sommigen meenen spoe
dig (gelach), doch de Staten-Generaal
■blijven medezeggenschap behouden bij
deze credietfinanciering.
Het ontwerp wordt aangenomen
met 214 tegen 8 stemmen, (liberalen, N.S.
B. en de C.H. heeren Van der Hoeven, De
Gijselaar, Ter Haar).
Middelburg. De Zondagsluiting.
Naar men aan de Midd. Crt. meldt, heeft
het bestuur der vereeniging „Handelsbe
lang", naar aanleiding van de in de
laatstgehouden algem. vergadering dier
Vereeniging naar voren gekomen bezwa
ren inzake de algeheele sluiting op Zon
dag van diverse zaken in souvenir-arti
kelen etc. gedurende het zomerseizoen,
deze aangelegenheid ©ogenblikkelijk met
kracht ter hand genomen.
(Dit bestuur handelt dus ook uit naam
van die leden, welke wat betreft de Zon
dagsrust een geheel andere meening zijn
toegedaanl Red. Z.)
Go»#. De Hoofd-Conuniasari» van Po
litie te Amsterdam, geeft in overwegini
bij zijn dienst inlichtingen in te winnen
alvorens in te gaan op de aanbiedinge
van Ghr. G, C. (M. Brandenburg, Wavei
"'-aat 34III te Amsterdam, en J, van
Voort, die onder den handelsnaam
-.^emische Pharmaceutische Industrie
„Vobra" ruitenwas aan den man trach
ten te hrengen.
Hans weert. De heer F. Dronkers, sluis-
knecht alhier, wordt met ingang van i
Augustus a.s. bevorderd tot sluiswachter
en overgeplaatst naar Vlissingen.
De heer J. J. P. Stuyk, assistent
der directe belastingen enz. te Wolvega,
is met ingang van 16 Juli overgeplaatst
naar Hansweert.
De heer Th. Hemelaar te Vlissin
gen is met ingang van 16 Juli benoemd
tot tijdelijk hulpkommies te 'Hansweert.
's-Heer Arendskerke. A.s. Woensdag
morgen vergadert de Gemeenteraad. Aan
de orde komen o.a.:
Voorstel B. en W. om aan mej. M. G.
de Houdt op haar verzoek eervol ontslag
te verleenen als onderwijzeres aan de
openbare lagere school te Nieuwdorp,
met ingang van 1 'September 1936.
Voorstel B. en W. tot het in beroep
gaan van door Ged. Staten dezer pro
vincie goedgekeurde besluiten tot heffing
van een geschot voor gebouwde eigen
dommen.
Aanbieding gemeenterekening dienst
jaar 1935.
Idem rekening Burgerlijk Armbestuur
te 's-Heer Arendskerke en rekening Groot
Armbestuur te "s-Heer Hendrikskinde
ren, dienstjaar 1935.
'Afgrij selijike kindermis
handeling. De gemeentepolitie te Mill
in samenwerking met de maiechaussee
heeft in een ergerlijk geval van kinder
mishandeling en verwaarloozing ingegre
pen. In een kleine boerderij woont het ge
zin van G., bestaande uit man, vrouw en
9 kinderen van 1 tot 18 jaar oud. Of
schoon het boerderijtje ©enigszins afge
legen ligt, gingen er in de buurtschap
reeds geruimen tijd geruchten, dat er zich
op de hoeve een drama zou afspelen,
waarvan een jongetje van 314 jaar het
slachtoffer zou zijn. Deze geruchten zijn
ook de politie ter oore gekomen en toen
een onderzoek werd ingesteld bleken de
beweringen allerminst overdreven te zijn
en dat hier sprake was van een geval
van kindermishandeling, dat elke be-
sch rij ving tart.
De 39-jarige moeder G.S. schijnt een
bijzonderen haat te koesteren tegen haar
3%-jarig zoontje Hendrik. Het kind, dat
geheel normaal is en zelfs vlug van be
grip, was doodsbang van zijn moeder
en werd voortdurend door haar geslagen
en getrapt. In de felste koude werd het
kind door de moeder op zolder opge
sloten, waar het dan den geheelen dag
moest blijven.
Wanneer het kind dorst had en omi
water vroeg, werd ook dit door de moeder
geweigerd, terwijl zijl zich zelfs niet ont
zag haar oudere kinderen tegen 'het kleine
broertje op te zetten Meermalen is dan
ook gezien, dat de kleine jongen om zijh
dorst te lesschen regenwater uit de kar-
resporen van den weg dronk. Het knaap
je kreeg nagenoeg geen voedsel en was
wel genoodzaakt de rauwe veldvruchten
die hij! van den akker wegnam, op te eten.
Talrijk zijn de keeren, dat hij op ruwe
wijlze werd mishandeld. Toen het kind
eens ondeugend was geweest, heeft de
ontaarde moeder zich niet ontzien haar
14-jarigen zoon te dwingen zijh broertje
met een gloeiende pook de handjes te be
werken, waardoor het ernstige brandwon
den opliep.
Het is eigenaardig, dat de vader van
deze kwellingen geheel onkundig was. Hij
ging des ochtends vroeg naar de werkver
schaffing en keerde 's avonds laat terug,
De mishandelingen werden alleen ge
pleegd als de vader afwezig was en de
oh'dere kinderen waren zoo bevreesd
voor bun moeder,, dat zij' 'hun vader nooit
iets hebben durven zeggen. Zoo heeft het
dan kunnen zijh, dat de moeder met haar
schandelijke practijken geruimen tijld
heeft kunnen voortgaan. Thans is hier
aan door de politie paal en perk gesteld.
'Marechaussee gedooid.
Gistermiddag is de 30-jarige marechaus
see P. Dam, gestationeerd bijl de brigade
Yenlo, terwijl hij! zich met verlof in
Duitschland bevond, bijl Geldern, toen hij
met zijn motorfiets uit een zijweg kwam,
tegen een vrachtauto gereden. Met een
ernstige schedelfractuur is hij in het
ziekenhuis te Geldern opgenomen en later
aan zijh verwondingen bezweken.
'Brand te Puttershdek.
'Gistermorgen is brand uitgebroken in de
woning van den korenhandelaar J. Leeu
wenburg te Puttershoek. Door uit het zol
derraam te springen wist L. zijn kind en
zichzelf in veiligheid te stellen. Door an
deren werd de vrouw, die nog in nacht
gewaad was, uit het brandende gebouw
gered.
De woning brandde geheel uit.
Van den inboedel van Leeuwenburg
kon niets worden gered. Zelfs geld en
boeken gingen verloren.
R. H. B. S. te Goes.
Na gehouden examen toegelaten tot de
le klasse der R.H.B.8. te Goes:
Ma. Ha. Bedet, J. M. v. d. Ende, F. M.
Franken, P. Groenendijk, F, H. Jonkers,
W. Koning, J, J. van de Sande, Marle
Steketee, P. v. d. Wege, A, A. J. Zwijsen,
allen te Goes: P. A. Abrahamse. W, F.
IC. Lenshoek, beiden te Xloetlnge; J. van
Burg, Waarde; J. L. Elsacker, Krabben-
dijke; D. J. Glas, J. C. v. d. Have, Mach.
Nieuwenhuize, Maatje Sta. Snoep, allen
te Kapelle; J. A. Glerum, WemeJdinge;
J. Chr. Glerum, J. Chr. M. Glerum, C. P.
J. van Iwaarden, Joh. Proper, allen te
Kruiningen; L. J. de Graaf, 's-H. Arends
kerke; P. E. van Huisstede, Wilhelmina-
dorp; M. Kribbe, 's-Heer Abtskerke; C.
Louwerse, Kattendijke; Eth. Ma. Oele,
's-Gravenpolder; Eth. Ja. Ca. v. d. Velde,
Wolfertsdijk; H. J. de Vos, Wolfertsdijk;
P. K. M. Verwijs, Ierseke; W. H. A. Griep,
Hansweert.
Herexamen: 3. Afgewezen: 2.
U.L.O.-examen.
Goes. Geslaagd voor U.L.O.-diploma A:
J. Louwerse, H. W. Lenselink, J. Lampert,
W. Janse, P. L. den Hollander, C. de
Visser, P. Riemens, F. J. Sivart, J. Wat-
tel, P. v. d. Kreeke, C. J. Pouwer, P.
Nieuwdorp, W. Leijnse, S. Leijnse, A.
Jasperse, N. M. de Jonge, J. Kribbe, W.
W. Langendijk, M. A. van Liere, J. Pad
mos, J. v. d. Repe, G. M. Ruissen, J.
Pluijmers, E. J. Kuiler, P. van Slooten,
C. P. Thomassen, E. B. Minderhoud, C.
Keller, H. L. den Boer.
Vlissingen. DeRuyterschool. Ge
slaagd voor stuurmansleerling, diploma
B: F. van Anraad, J. M. Dielis, P. L.
Meijboom, D. J. van der Wiel en voor
diploma A: A. D. Mookhoek en J. F.
Wieneke. Afgewezen is één leerling.
Aan het St. Norbertus Lyceum te
Roosendaal werden bevorderd: van
de le naar de 2e kl.: N. Duinker te Tho-
len; W. Gunning te Yerseke; A. de Beleir
te Westdorpe; O. Geerts, H. Stieger, bei
den te Goes; W. Smeets te Oostburg; van
de 2e naar de 3e: C. Pijls en F. Langen-
horst, beiden te Hulst; J. Dnooge te Phi
lippine, A. Glaenboudt te Sluis en H.
v. Goethem te Sas van Gent; van de 5e
naar de 6e kl. afd. Gymnasium: K. Remijn
te 's-Heerenhoek en H. v. Wesemael te
Hengstdijk; van de 3e naar de 4e kl. afd.
H.B.S.: G. de Beleir te Westdorpe; A.
Jongenelen te Vlissingen en J. v. d. Vel
den te Terneuzen.
STAND DER LANDBOUWGEWASSEN
OP 13 JULI.
Aan het overzicht met betrekking tot
den stand van de landbouwgewassen op
13 Juli 1936, dat onder medewerking
van de rijkslandbouwconsulent is samen
gesteld naar gegevens, verstrekt door de
correspondenten van de directie van den
landbouw, is 'het volgende ontleend.
De stand van de meeste gewassen is
beter dan op bet overeenkomstige tijd
stip van het vorige jaar.
Dit geldt in het bijzonder voor gra
nen, peulvruchten, aardappe
len, suikerbieten, voederbie
ten, uien, klavers, karwij, mos
terdzaad en suikerbietenzaad.
Helaas zijn als gevolg van het optreden
van zware regens en van voetziekte vele
graanperceelen gaan legeren. Blijft het
weer regenachtig, dan zullen de granen
hiervan ongetwijfeld veel schade onder
vinden.
De wintertarwe vertoont over het
algemeen een goeden stand.
In Zeeland heeft de tarwe een goe
den, niet te zwaren stand, zoodat legering
dus weinig voorkomt. Sommige velden
hebben hier evenwel te lijden van aan
tasting door bruine roest.
De stand van de rogge is over het
algemeen goed.
De stand van de wintergerst is
in het algemeen goed. Ook de stand der
zomergerst is bevredigend. In Gelder
land komt echter vrij veel stuifbrand
voor, in Utrecht heeft de zomergerst op
de hoogere zandgronden kort stroo, ter
wijl in Noord-Holland en Zeeland van
legering sprake is.
De veldboonen staan vrij goed. In
de provincies Utrecht, Noord- en Zuidhol
land, Zeeland, Noordbrabant en Lim
burg zijn ze echter nogal door bladlui
zen aangetast.
De erwten vertoonen een goeden
stand. In Noordholland wordt op sommi
ge plaatsen van een niet onbelangrijke
aantasting door knopmade gesproken.
De stand der stamboonen is vrij
goed tot goed.
Ook 'het vlas toont een vrij goed ge
was. In Groningen ia het korter gebleven,
dan aanvankelijk werd verwacht, daarna
heeft de regen legering veroorzaakt. In
Friesland heeft het vlas hier en daar van
de langdurige droogte geleden. InZ se
la n d is het voor het grootste gedeelte
reeds getrokken. De stand was hier zeer
uiteenloopend, doch gemiddeld vrij goed.
Het suikerbietenzaad staat er
goed voor.
Deconsuxnptie-aardappe-
1 e n, welke in den beginne in vrij ernsti
ge mate van de ongunstige weersomstan
digheden en vooral van de nachtvorsten
hadden te lijden, vertoonen thans in het
algemeen een goede ontwikkeling. De re
genval der laatste weken 'heeft een her
nieuwden groei ten gevolge gehad, waar
door wel niet alle, maar toch de meeste
perceelen den achterstand hebben kunnen
inhalen.
De stand van deroode klaver
is vrij goed. In Ze e 1 a n d komt in som
mige perceelen vrij veel bremraap voor. De
ontwikkeling van dewiite klaver
is in het algemeen nog beter, n.l. goed
tot zeer goed.
Koude schoteio.
Gemengde sla (4 pers.) Een stuk
bloemkool, 1 klein bosje wortels, 1 pond
doperwten, resten gekookt of gebraden
vleesch, 4 eetlepels slaolie, 1 2 eetlepels
azijn, 2 theelepels Maggi's Aroma, eetr
lepel zout, 1 hardgekookt ei.
Maak de groenten schoon, wasch ze en
snijd bloemkool en wortels in kleine stuk
jes. Zet daarna alle groenten op met een
beetje kokend water en het zout en kook
ze zachtjes gaar gedurende uur. Laat
ze uitlekken op een vergiet en koud wor
den. Snijd het vleesch in zeer kleine
dobbelsteentjes. Maak het hardgekookte
ei fijn met een vork, vermeng het met de
slaolie en de azijn. Roer er vervolgens
de Maggi's Aroma door. Vermeng de
koud geworden groente nu eerst voor
zichtig met het vleesch en daarna met de
slasaus.
Tomaten en komkommersla
(4 pers.). 1 kleine komkommer, 1 pond
tomaten, peterselie, 1 hardgekookt ei, 2
eetlepels slaolie, 1 eetlepel azijn, 2 thee
lepels Maggi's Aroma, wat fijngehakte
peterselie, 1 of 2 zeer fijngehakte rauwe
uitjes, 1 theelepel zout.
Schil de komkommer, snijd het puntje
eraf en proef of het bitter is, snijd er dan
nog meer af. Snijd ze met een schaaf of
een mes in fijne schijven. Leg de tomaten
even in kokend water, haal er vervolgens
het schilletje af, snijd ze in dunne schij
ven. Wasch en hak de peterselieblaadjes
fijn, hak ook het uitje fijn. Wrijf het
hardgekookte ei fijn, vermeng het met de
slaolie, de azijn, het zout en de Maggi's
Aroma. Meng vervolgens komkommers,
tvmaat, peterselie en ui goed dooreen met
het slasausje.
Gemengde aardappel sla (4
pers.). 1 Kg. aardappelen, Va komkom
mer, een paar tomaten, een paar uitjes,
3 eetlepels slaolie, 1 a 2 eetlepels azijn,
2 theelepeltjes Maggi's Aroma, wat fijn
gehakte peterselie, wat augurkjes.
Wasch de aardappelen flink schoon,
kook ze in de schil gaar. Trek er dan het
schilletje af, terwijl ze nog warm zijn.
Snijd ze in dunne schijfjes evenals de to
maten en de geschilde komkommer. Hak
uitjes, augurkjes en peterselieblaadjes
fijn. Meng nu alles dooreen met het zout,
de Maggi's Aroma, olie en azijn.
Slasaus. 4 eetlepels slaolie, 2 eet
lepels azijn of 1 eetlepel azijn en het sap
van 1 citroen, 2 theelepels Maggi's Aro
ma, 1 fijngeraspte ui, wat fijngehakte
peterselie en een mespunt zout.
Klop de slaolie eenigen tijd in een
schaaltje, doe er dan langzaam de azijn
of citroensap bij1, de Maggi's Aroma, de
geraspte ui, de fijngehakte peterselie en
het zout. Men kan deze saus eenige dagen
bewaren. Ze is ook zeer smakelijk bij
koude gekookte visch of resten daarvan.
Pikant rijstgerecht (4 pers.)
2 ons rijst, 2 ons geraspte kaas, 2 thee
lepels Maggi's Aroma, ruim Va L. water,
1 Maggi's Justablet, wat fijngehakte pe
terselie.
Wasch de rijst flink in telkens weer
schoon water. Kook ze gaar in ruim Va
L. kokend water in Vt uur. Vermeng ze
met de geraspte kaas, de Maggi's Aroma
en de fijngehakte peterselie. D'ruk ze in
kleine kommetjes of kopjes, die met koud
water zijn weggezet en stort ze op een
platte schaal. Bedek ze met pikante saus,
gemaakt van het Justablet. Leg hierom
heen een rand van krop- en tomatensla.
(Zie volgend recept.)
Krop - en tomatensla (4 pers.).
1 krop sla, 3 a 4 tomaten, 2 eetlepels sla
olie, 1 eetlepel azijn, 1 a 2 theelepels Mag
gi's Aroma, 1 theelepel zout.
Maak de kropsla schoon, snijd de toma
ten in dunne schijfjes, vermeng ze goed
met slaolie, azijn, Maggi's Aroma en het
zout.
Het wasschen
van gekleurde zomerjaponnen.
Wollen Mousseline, t o -
bralco enz. Maak hiervoor een vrij
koud sop van vlokkenzeep of bij zeer
sterke kleuren van Sunlightzeep.
Is er kans, dat de kleuren doorloopen,
maak dan van te voren klaar een paar
teilen met lauw spoelwater en leg een
badhanddoek uitgespreid op tafel.
Wasch de japon vlug, knijp en druk
ze door het sop. Wrijf niet, wring niet.
Spoel ze vlug na in het spoelwater. Geeft
de japon erg af, doe dan wat azijn in het
tweede spoelwater. Spoel de azijn er weer
uit. Druk de japon zoo droog mogelijk uit.
Leg ze daarna op een badhanddoek, leg
er nog een doek overheen en sla de doe
ken een keer dubbel. Rol ze zoo stijf mo
gelijk op, rol ze daarna direct uit.
Heeft men dunne stof, dan kan de ja
pon dadelijk opgestreken worden aan den
verkeerden kant.
Dikkere stoffen laat men eerst even
drogen.
Neemt men vrij koud sop, werkt men
vlug en drukt men de japon goed uit, dan
bestaat er weinig kans, dat de kleuren
doorloopen.
Kraagjes worden zoo noodig apart ge-
wasschen.
Effen witte katoenen kraagjes kan men
eenige uren weeken, daarna uitkoken,
wasschen, spoelen, in een doek rollen en
opstrijken.
Effen witte zijden kraagjes weekt men
zoo noodig in een lauw sop van vlokken
zeep. Dan rolt men ze in een doek en
strijkt ze op.
Gekleurde kraagjes worden in een vrij
koud Lux-sop gewasschen.
Kraagjes met plissé's wascht men in
benzine.
HOE BALD DE PLANT VERDIENDE
TOEN MOEDER ZiEK WAS.
X.
Ja 50 zagen het; in de bedstee lag al
leen maar een oude stroozak, de grijze
deken met roode strepen, waar Japie al-
iijd onder sliep, was er ook niet meer,
„Nou," besloot een der jongens," het
„li toch best dat hij een paar dagen op
reis is, en z'n deken heeft hij natuurlijk
meegenomen; dan gaat hij misschien wel
bij een boer in het hooi slapen."
Om vier uur gingen ze tooh weer eens
kijken. Je kon nooit weten. Ze hadden
al van alles bedacht, de jongens. Japie
was altijd geheimzinnig geweest, maar
nu hij weg was.
Hij kon wel verdronken zijn of een
ongeluk hebben gehad; een ander had
weer van gas gehoord, maar dat hadden
ze wel moeten ruiken; nee, wat zo ook
bedachten, ze konden er niet achter ko
men.
En nu1 stonden ze weer voor het huisje,
waar alles precies eender gebleven was.
„Hij1 is er nog niet geweest hoor,"
fluisterde Henk.
Twee jongens morrelden nog eens aan
de deur; ze duwden er tegen, tot ze in
eens, krak, openvloog, zoodat ze samen
in het donkere portaaltje rolden
Ze vochten samen om het eerst er weer
uit te zijn; het was zoo griezelig daar in
het donker, en ze hadden net een gevoel
of Japie zoo uit het kamertje zou komen
en hen beetpakken.
De andere jongens waren nu ook bij de
deur gekomen en met elkaar standen ze
daar te fluisteren. Nu de deur eenmaal
open was durfden ze toch geen van allen
goed naar binnen te gaan. Japie kon er
eens zijn; hij! deed wel nooit iemand
kwaad, maar nu ze niets hoorden of za
gen was het toch wel erg griezelig.
Als er nu toch eens iets ergs gebeurd
was en Japie in do bedstee was?
„Laten we niet zoo flauw zijn," vond
Bald, „als er iets gebeurd is, moeten we
juist naar binnen gaan."
„Waarom doe je bet dan niet?" vonden
de anderen, „zelf blijf je ook buiten; zoo
kun je gemakkelijk praten."
Dat liet Bald er niet op zitten.
„Ga je mee?" En samen met Henk
stapte hij het portaaltje binnen.
De rest van de jongens ging gauw voor
het raampje kijken.
Heel gewoon stapte Bald naar binnen;
hij was niets bang; waarvoor moest hij!
het ook zijn? Het was alleen maar ge
heimzinnig.
Toch schrokken ze een beetje toen er
ineens een muis langs hun beenen wipte.
Even nog bleven ze voor de deur van
het kamertje staan, toen ineens deed Bald
haar resoluut open.
Niets was er te zien, alleen voor de
ruitjes de gezichten van de jongens,
die zich daar nog in spanning verdron
gen.
Henk keek in de bedstee; de oude stroo
zak, verder niets.
Op den grond stonden een paar oude
pannetjes en een ketel hing bijl de schouw,
maar Japie was er niet.
Vreemd stonden ze samen in het leege
kamertje, waar ze alleen maar eens een
enkele keer op een konden winteravond
waren geweest, als het vuur brandde; nu
liet het heldere daglicht alle stof zien.
„Zullen we nog op de vliering kijken?"
vroeg Henk, nog steeds fluisterend.
„Jal" Eén paar treden hoefde Bald
het wankele trapje maar op te gaan, toen
stak z'n hoofd al door het zolderluik.
Door een glazen dakpan viel een licht
plek juist op een groepje glanzend roode
kastanjes, die door Japie waren bijeenge
gaard en daar bewaard; hé, wat had ie ze
mooi opgepoetst, dacht Bald.
Verder lagen er wat bosjes hout en dan
nog een heele stapel doosjes en busjes.
Die stonden anders boven den schoor
steen, wist Bald.
„Hier is ie ook niet, hoor!" riep hij
naar beneden.
Nu moest Henk toch ook nog even kij
ken.
„Jö, wat een fijne kastanjes.zullen
we er een paar meenemen?"
„Niks hoor," schrok Bald, „die heeft ie
daar natuurlijk neergelegd; je blijft er af
Bald stond tegen het tafeltje geleund,
zijn hand raakte een verfrommeld stuk
bruin papier, dat er aldoor gelegen had,
maar dat hij nu pas zag.
Zonder er hij te denken las hij de woor
den die er met potlood op geschreven
waren.
Wat was dat nu?
Hij greep het papier vast. Henk kom
eens gauw hier, en tegen de jongens bui
ten brulde bij: „Ik weet het!"
Hij las de woorden nog eens over. Ja
het stond er duidelijk, en Japie moest
het wel zelf geschreven hebben.
Met een sprong stond Henk naast hem.
De jongens vonden het nog maar veiliger
om huiten te blijven.
„Wat is er?"
„Kijk eens wat hier op staat, dat heflft
Japie zelf geschreven".
„Laat eens zien?"
Bald legde het papier weer op het ta
feltje en streek de kreukels glad.
Samen lazen ze het.
„Japie is weg. Van de winter kom ik
terug. Laat mijn huisje staan".
„Oooh, dan is ie tóch weg. zie je wel
dat ik gelijk had", zei Henk.
„Laat gauw aan de anderen zien".
Met z'n allen stonden ze even later om
de brief van Japie.
„Is 'tie weg?"
„Waar zou d' ie naar toe zijn?"
„Wat zullen we nu doen?"
„Niks natuurlijk", zei Henk. We doen
de deur dicht; als Japie van de winter
komt, moet ie z'n boeltje toch weer terug
vinden.'5