DE ZEEDW
ALS DE LIEFDE RIJPT
ZIJN STIJVE NEK
IN 8 UUR GENEZEN
KL00STER3ALSEM
HONIG'S BOUILLONBLOKJES 6 voor (Oct.
TWEEDE BLAD
Voor den Zondag
HET ADRES
A. WILKING
DOOR KLOOSTERBALSEM
Wat er deze week voorviel
FEUILLETON.
Gemeenteraad van Middelburg.
Een stijve nek behoeft Ge
dus niet langer te hebben
VAN
ZATERDAG 27 JUNI 1936, Nr 226.
ZICH BEKLAGENDE.
En het geschiedde als het volk
zich was beklagende.Num. 11: 1.
Op een wonderlijke wijze had God zijn
zwaar verdrukte volk verlost uit Egypte
En nu ging het door de woestijn naar
het beloofde land, veilig geleid door God
zelf, des daags in de wolkkolom en
des naohts in de vuurkolom, opdat ze
niet zouden dwalen.
Op een bijzondere wijze mocht Israël
zich in de gunst des Heeren verheugen
Zóó wou Hij met geen volkren handien!
Het duurde echter niet lang of de vroo-
lijke gezangen der bevrijding verklonken.
Inplaats van dankbaarheid was er onte
vredenheid.
Het volk was zich beklagende.
Het dacht niet meer aan de verdrukkin
gen in Egypte, maar het begon te mar
ren en te zuchten.
Waarom? In Psalm 95 geeft God zelf
het antwoord: Zij zijn een volk dwalende
van hart, en zij kennen Mijne wegen niel.
Zij letten niet op de wondere wegen
die de God des Verbonds met hen wilde
houden en in stede van de lof des Hee
ren te zingen gaven ze zich over aan
ijdel en goddeloos zelfbeklag, zoodat de
toorn des Heeren ontstak en het vuur
des Heeren onder hen ontbrandde.
Zich beklagendel O, ja die houding
kennen we ook wel in onzen tijd.
De weldaden des Heeren zijn groot en
vele over ons; groote zegeningen van
stoffelijken en geestelijken aard zijn ons
deel.
Maar klinken nu de lofzangen?
Is er nu de begeerte om te verschijnen
voor Gods heilige oogen, met offers aan
Hem toegewijd?
Ja, zoo moest het zijn.
Maar de werkelijkheid is vaak zoo an
ders. Er is ook nu het zuchtend morren
en het morrend zuchten, en daarin en
daardoor het smaden van den Naam des
Heeren.
Luisteren we daarom naar de verma
ning: Verhardt u niet; neemt Zijn gena
ootmoedig aan.
Want Hij is onze God, en wij zijn 't volk
van Zijne heerschappij; de schapen die
Zijn hand wil weiden.
Ingezonden Mededeeling.
voor Manufacturen.
Dames- en Kinderconfectie
Tapijten - Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen is
GOES
HULST
MIDDELBURGSCHE BRIEVEN.
Amice,
Het is vermakelijk hoe critisch we ons
vaak gaan instellen als iets nieuws wordt
vertoond of in bestaande toestanden ver
andering wordt gebracht.
Het schijnt een normale menschelijke
eigenschap te zijn om niet direct luidruch
tig te applaudiseeren bij het zien of hoo-
ren van „iets nieuws onder de zon".
Eerst de kat eens uit den boom kijken.
Of bij voorbaat al overdreven afkeuren.
De meer voorzichtigen bepalen er zich
dan toe de afkeurende critiek met een
glimlachend hoofdknikken te ondersteu
nen of te doen alsof.
Met die houding kun je dan altijd nog
twee kanten uit.
Na het stadium van afkeuring volgt de
Uit het Engelsch.
32) o
Maar gedurende de geheele reis naar
Zwitserland waren Paul en Sylvia al
spoedig die 'bijzonderheden vergeten en
namen beiden zich stilzwijgend voor, zich
er niet weer mede te vermoeien, voor ze
weer in Engeland terug waren, althans
het genoegen van hun reis er niet door
te verminderen. En ze hadden bekoring
gevonden zelfs in de nachtelijke overtocht
bij ruw weer naar 't Continent en in de
hortende langwijlige treinreis naar Zwit
serland. Zij hadden had in hand gedwaald
door de schoone omstreken van Thun,
onder de schaduw van het imponeerende
Slot, langs de oevers van het tooverach-
tige meer en overal hadden ze onverwacht
nieuwe heerlijkheden ontdekt, zooals het
landschap daar zoo veel 'biedt aan een
ieder, die slechts oog hdlft voor het
schoone.
Wellicht hadden de alpenbloemen nooit
eerder zulk een weelderig tapijt gespreid
voor jonggehuwden als ze thans voor Syl-
v 7 en Paul hadden gedaan.
Poen ze de rand vein een bergkloof be-
periode van verzoening met het veran
derde. (De mensch heeft nu eenmaal een
groot aanpassingsvermogen. (Daarom zal
de politiek van „aanpassen" het op den
duur ook gaan winnen.)
Maar ter zake.
Ik wilde eigenlijk een paar opmerkin
gen spuien over en naar aanleiding van
de laatste nieuwe aanwinst op de markt.
De door de jeugdige werkloozen vervaar
digde verplaatsbare muziektent.
Een mooie tent. Nee, zeggen anderen,
een afschuwelijke tent.
Staat daar keurig op de Markt. Nee,
zeggen anderen, een slechter plaatsje op
dat marktplein is niet denkbaar, want als
je d'r achter gaat staan, zie je niets van
ons mooie stadhuis.
Ik zou zoo zeggen, ga er dan voor staan
Maar dat kan ook niet, want als Middel
burger of niet-Middelburger heb ik er
recht op, om, zoodra ik uit de Gort- of
Gravenstraat, uit de Lange Viele of Lange
D'elft kom, het volle, vrije uitzicht op ons
schitterende Stadhuis te hebben. En noch
vrachtwagens, telefooncellen of muziek
tenten mogen dat heerlijke uitzicht op dat
magnifieke Stadhuis belemmeren.
Ziezoo, een nieuw onderwerp voor cri
tiek. Critiek in de courant, een ingezon
den stuk, verontwaardiging in club, vrien
denkring of visite.
Ik meen, dat toen de telefooncel op de
Markt zou worden gebouwd iemand sprak
van een bedreiging van de belangen van
de Marktsche middenstanders. En thans
let niemand meer op dat ding. Zoo gaat
het in den regel.
Krijgt de bewuste en reeds veel 'bespro
kene een volgende maal een andere plaats,
dan zal het weer precies zoo gaan.
De komst van die tent heeft ook nog
ander stof doen opwaaien. Ergerniswek
kend. Zoo las ik het tenminste, want ik
was geen ooggetuige.
Bij de overdracht van de tent aan de
Gemeente is natuurlijk ons volkslied ge
zongen, met ontblootte hoofden en in fiere
houding. Met eerbied en gevoel en van
ganscher harte. En een opgeschoten slun
gel heeft toen gelachen.
Spottend gelachen
Dat is inderdaad ergerniswekkend.
Verdient sterke afkeuring en, ik zou
haast zeggen: bestraffing.
Maar.nu een klein maart je.
Veronderstel eens dat deze opgeschoten
slungel een product is van zijn opvoeding,
onderwijs en omgeving.
Veronderstel vervolgens eens, dat de
opvoeding en de omgeving van die opge
schoten slungel niet hebben meegewerkt
om den verschuldigden eerbied voor ons
volkslied bij uitnemendheid aan te kwee
ken en dat op de inrichting (en) van on
onderwijs, door dezen opgeschoten slun
gel bezocht, de eerbied en de kennis van
het Wilhelmus niet 'tot de christelijke
en maatschappelijke deugden werd gere
kend, is dan het doen van dien slungel
niet een ergerniswekkend gevolg van een
nog veel ergerniswekkender oorzaak?
Ik vraag maar.
Ge weet het nog wel, amice, dat er on
derwijzers zijn geweest (of zijn ze er nog?)
die 't eenvoudig vertikten 't Wilhelmus te
zingen, die weigerden Koninginnedagen
mee te vieren, die geen eerbied hadden
voor onze vlag en geen vrijaf wilden ge
ven, dan op last van hoogere autoriteiten,
om de kinderen, aan hun zorgen toever
trouwd, het mogelijk te maken nationale
feesten mee te vieren.
Welnu, wat kunnen die kinderen van
toen, de opgeschoten slungels van nu er
dan aan doen, dat ze thans met hun ge
zicht in een windje van oplevend nationa
lisme komen te staan, zooals er de laat
ste jaren een is gaan waaien over onze
lage landen?
Na iedere zaaiing komt de oogst.
Wind gezaaid storm geoogst.
Dat is op de Markt van Middelburg zoo,
dat is in België zoo, in Frankrijk, en ga
zoo maar door.
Oorzaak en gevolg.
Een stevige handdruk en sterkte van
je vriend,
STENTOR.
Gisteravond vergaderde de Gemeente
raad van Middelburg. Afwezig met ken
nisgeving dhr Portheine.
Het adres van den Chr. Besturenbond
om verlaging van den gasprijs gaat naar
B. en W. om prae-advies.
Een circulaire van den Minister van
Binnenl. Zaken inzake plaatselijke pro
tectie woidt voor kennisgeving aangeno
men.
Eveneens de mededeeling inzake na
zien van de motoren der brandspuiten.
De beslissing op het beroepschrift van
den heer P. Boone inzake een door B.
en W. geweigerde bouwvergunning aan
den Ouden Vlissingschen weg wordt voor
een maand verdaagd.
School G.
Weth. Boasson stelt voor de beslis
sing inzake het eervol ontslag van een
vak-onderwijzer aan school G te verda
gen, omdat de mogelijkheid bestaat, dat
een ander vrijwillig op wachtgeld kan
worden gesteld.
D'hr v. d. F e 11 z heeft vernomen, dal
aan deze school onderwijs zal worden ge
geven door iemand, die met pensioen
gaat. Dit is toch geen gezonde toestand
De Raad heeft destijds besloten tot op
heffing van de 5e klasse aan deze school,
maar de Kroon beschikte anders, waar-
rIk had. den geheelen dag doorregen
achtig weer geloopen met een sner
penden wind. Toen ik s'avonds thuis
kwam, kon ik mijn hoofd niet meer
bewegen, zoo stijf waren de spieren
van mijn nek. Ik ging vroeg naar bed
maar liet mij tevoren eens stevig wrij
ven met Kloosterbalsem, 's Morgens
was ik verrast te bemerkendat er
van mijn stijve nek niets meer te be
speuren was. De Kloosterbalsem had
mij in een enkelen nacht, of in 8 uur
van m'n hevige stijve nek af geholpen.
S. Sch. te den H.
UK KFD'C ORIGINEEL TER INZAGE
„Geen goud zoo goed"
Onovertroffen bij brand- en snij wonden
Ook ongeëvenaard als wrfjfmiddel bij
Rheumatlek, spit en pijnlijke spieren
Schroerdoos 35 ct. Potten: 62'/j ct. en f 1.04
MWWVMMNHVVWIVMMi
schijnlijk omdat de bezuiniging toen ge
ring was. Is het nu niet beter, de op
heffing dier 5e klasse alsnog onder 't oog
te zien? De animo voor die klas is niet
groot.
Weth. Boassan antwoordt, dat de
leerlingen voor die 5e klas ontbraken
door de onzekerheid, die er omtrent die
klas bestond. Nu zijn 12 leerlingen aan
gegeven. Mej. de Cleijn Brem gaat met
pensioen omdat de wet dat eischt. Zij wil
nu graag haar leerlingen tot het eind van
den cursus les geven. Bovendien moeten
nog enkele leerkrachten zich bekwamen
om haar op te volgen. Spr. stelt het op
prijs, dat Mej. de Cleijn Brem nog een
jaar gratis les geeft. Van B. en W. is
geen voorstel te verwachten tot opheffing
der 5e klas
Het voorstel tot aanhouding wordt aan
genomen.
Nieuwe verordening op het L. 0.
Aan de orde komt de nieuwe verorde
ning op het L.O. Verschillende amende
menten zijn of worden ingediend.
Dhr Kögeler wil vastgelegd zien,
dat de Commissie van toezicht minstens
één keer per jaar moet vergaderen.
Weth. B o a s s o n merkt op, dat de
commissie weinig adviezen heeft uit te
brengen. Het vorig Jaar had ze niets te i
rapporteeren. B. en W. hebben echter geen
bezwaar en nemen het amendement over.
Dit wordt aangenomen.
Dhr Kögeler wil verder vastleggen,
dat de commissie de scholen bezoekt.
De voorzitter leest voor, wat de
L.O.-wet zooal van de commissie vordert.
(Gelach.)
Dhr Kögeler begrijpt dan niet, dat
de commissie niets te rapporteeren heeft.
Weth. Boasson merkt op, dat het
zeer deprimeerend werkt, als men de
vele gebreken bij het onderwijs ziet, waar
aan in den tegenwoordigen tijd niets is
te verhelpen. De moed gaat er uit.
Dhr den Hollander heeft o.a. voor
gesteld, vrij te geven op den jaardag van
de(n) regeerende(n) vorst of vorstin en
op nationale gedenkdagen en gebeurtenis
sen in het Vorstelijk huis, die openbaar
gevierd worden.
Weth. Boasson antwoordt, dat het
eerste reeds in het leerplan vastligt en
het tweede aan de bevoegdheid van den
burgemeester is overgelaten.
Dhr den Hollander kan zich hier
mede niet vereenigen. Het leerplan kan
gewijzigd worden. Het is beter dit in de
verordening vast te leggen. Spr. heeft
de ervaring opgedaan, dat de hoofden
van scholen weigerden medewerking te
verleenen.
Weth. Boasson antwoordt, dat B. en
W. niet de bevoegdheid hebben een
hoofdonderwijzer te dwingen tot hande
lingen in zijn vrijen tijd.
Dhr den Hollander wil dit ook
niet. Ieder is vrij in zijn politieke over
tuiging. Het gaat hier om het vrij-af
geven.
Weth. Boasson komt er tegen op,
dat op de hoofden van scholen een smet
wordt geworpen. Het ging hier niet om
de politiek, maar om samenwerking met
een bepaalde instantie.
Dhr Jeronimus vindt alles beter
verankerd in een verordening.
De voorzitter gelooft niet, dat die
bepaling uit het leerplan zal wegvallen.
Dhr v. d. Fel tz wil vrij af geven
op 31 Aug. en 30 April. Dit moet vast
gelegd worden in een verordening en
moet niet afhangen van het inzicht van
een burgemeester.
Dhr M,o n d e e 1 komt op tegen de lang
durige debatten over deze verordening.
Er ontstaat nu verschil van meening
over de redactie van het voorstel-den
Hollander.
Dhr den Hollander handhaaft
ten slotte zijn voorstel.
De Raad heeft 'het recht deze dingen
vast te leggen. Dit geschiedt niet uit wan
trouwen. Eindelijk wordt het amende
ment-den Hollander overgenomen.
De verordening wordt z. h. st. aange
nomen.
Dhr M o n d e e 1Daar is nu een uur
over gepraat. Wat is er nu veranderd
Dhr v. d. F e 11 z Als 't maar over
boekhouding gaat 1
Verandering huisnummering.
Dhr Paul juicht het voorstel toe. Spr.
wil nummers van 6 c.M. in plaats van
4 c.M.
Dhr den 'Hollander wil een vaste
plaats voor de nummers, hetzij rechts
of links van de deur.
Weth. 0 n d e r d ij k neemt het voor-
stel-Paul over. B. en W. overwegen de
nummers niet aan de deurposten, maar
op de muren aan 'te brengen. Ook wordt
overwogen deze nummers te laten ver
vaardigen en aanbrengen in werkver
schaffing, omdat er zoo weinig werk
verschaffing kan worden gevonden voor
werklooze schilders.
Dhr H a rt hoorn wil voor het aan
leggen van een nieuw woningregisteT
werklooze administratief onderlegde per
sonen gebruiken. In andere plaatsen ge
beurt dat ook.
De voorzitter: Dat zou alleen kun
nen voor het maken van de persoons
kaarten. Het andere werk geschiedt ter
secretarie.
Het voorstel wordt z.h.st. aangenomen.
Ingezonden Mededeeling.
reikt hadden, plukte Paul zijn bloemen
en bevestigde ze op Sylvia's witte toil-
let je.
Zij, op haar beurt, plukte bloemen, die
groeiden aan de kant van den weg en
bracht hem een aardig ruikertje voor
zijn knoopsgat, van purperen bloesems,
die haar smaak hadden getroffen.
Paul aanvaardde ze met dankbare
blik.
„Dit is de edelste van alle alpenbloe
men", riep hij uit.
„Je weet het groeit in de sneeuw, lie
veling. Het heft zijn teere kopje in de
sneeuw op en dringt dit weg, om een
plaats voor zichzelf te banen. Men vindt
het zelden zoo laag. Het is het dapperste,
kranigst bloempje van de geheele flora.''
Sylvia bevestigde ze in Paul's knoops
gat.
„Je moet mij maar heel veel van zulke
dingen vertellen'', zei ze. „Want jij weet
zooveel en ik ben zoo geweldig dom.
Het is anders niet eens zulk een vreese-
lijk, aardige bloem, maar wel forsch in
zijn soort en in staat op zich zelf te
staan. Weet je, Paul, die bloem herin
nert me onwillekeurig aan Philippa."
Paul keek haar verrast aan.
„Ja, inderdaad", zei hij. „Ze lijkt in-
i derdaad op die goede oude Phil. Ze is
de beste makker die iemand kan bezit
ten zelfs als zijn vrouw. Het zal me
benieuwen hoe ze bet maakt, met het
aannemen van onze dienstboden, jij
ook niet, lieveling?"
Sylvia haalde haar schouders slechts
op.
„Ik denk liever op het oogenblik niet
aan zooiets alledaagsch", zei zij.
„Zooals Philippa", lachte Paul. „Ja,
de oude Phil, is een practisch mensch"
zei hij. „Weet je, vrouwtje, ik heb me
soms er wel eens over verwonderd, dat
mijn moeder niet wilde hebben dat ik
Philippa trouwde."
Sylvia opende haar blauwe oogen wij
der.
„Alleen maar over verwonderd?''
vroeg ze. „Ik weet het wel zeker, dat je
moeder dat wenschte. Ik heb die zeker
heid reeds langer dan een jaar, mis
schien vanaf het eerste oogenblik, dat ik
baar ken. En ze zal ook wel nooit heele-
maal met mij genoegen nemen. Ik ben
niet niet zoo dwaas om mijn heele
leven achter de kachel te zitten en kou
sen te stoppen."
„Ik geloof ook niet, dat ze zooiets van
Philippa verwachtte", antwoordde Paul.
„Philippa is nu juist ook niet iemand,
die te vinden zou zijn voor zulk een saai
leventje. Kan jij je haarvoorstellen
onder deze hoornen, met een of ander ge
lukkig man, verloren in liefdesdroo-
men?"
Voor de eerste maal dien dag keek
Sylvia peinzend, zelfs eenigszins ernstig
„Ja", zei ze, „ik zou het me heel goed
kunnen voorstellen Paul. Als Dr Tan-
cred niet zulk een talmer was, zou hij
baar allang het hof hebben gemaakt."
„George Tancred?" riep Paul ten zeer
ste verbaasd uit. Hiji is toch te oud!"
„Niet voor Philippa. Jij had niet bij
haar gepast, Paul. Jij deed beter het
maar met mij te probeeren. Maar ik zou
toch wel willen, dat zij met Dr Tancred
trouwde en hem gelukkig maakte. Ze
zou het kunnen.''
„Ben je misschien al bezig ze aan elkaar
te koppelen, zooals men zegt, dat elke ge
lukkige vrouw doet?" riep hij uit. „Maar
George en Philippa
Paul zweeg. Soms, temidden van zijn
liefde voor Sylvia, voelde hij zijn vaste,
vertrouwelijke vriendschap met Philippa
als zijn grootste genoegen. Hij had altijd
aan haar gedacht, zooals ze hem steeds
had gewacht in het Steenen Huis en hem
had geholpen als hij moeilijkheden had.
Het was daarom alsof het een teleur
stelling voor hem was, dat er een ander
kwam, die de liefde van haar hart voor
zich opeischte. Hij trachtte zich wijs te
maken, dat hij er niet om gaf en toch
voelde hij in zijn hart een weemoedig ge
voel over iets, dat altijd als iets moois
in zijn leven geweest was, doch dat nu
Op luisterrijke wijze is deze week fees
telijk het 300-jarig bestaan der Utrecht-
sche Universiteit gevierd, Zóó uitbundig
was de feestvreugde, dat men zich onwil
lekeurig afvraagt of ieder wetenschappe
lijk man zich steeds wel der wetenschap
waardig heeft gedragen. Dat neemt niet
weg, dat we dankbaar mogen zijn voor
den zegen, ons land en volk zoovele eeu
wen in onze Universiteiten geschonken, al
moet daarbij betreurd, dat zoo geheel
anders dan 300 jaar geleden de zooge
naamde wetenschap, die het zonder God
wil wil stellen, gelijke rechten heeft ge
kregen met de geloovige, ja zelfs den bo
ventoon heeft gekregen. We zijn er in dit
opzicht in ons land lang niet op vooruit
gegaan.
Met dankbaarheid nemen wij' er echter
nota van, als ook onze regeeringsperso-
nen in hun beleid wenschen te rekenen
met Gods geboden. Zoo weigerde Minister
de Wilde de nieuwe studio van de AVRO
te openen, omdat de Zondagsfeestviering
één geheel met de opening uitmaakt. Hul
de aan dezen Minister! Dat al onze Chris
telijke Overheidspersonen dit kloeke voor
beeld navolgen! Overigens blijkt ook hier
weer, wat men bij een „algemeene" orga
nisatie onder neutraliteit heeft te ver
staan. Heeft dat niets te zeggen tot die
Christenen, zelfs predikanten, die deze
organisatie steunen?
In België kwam de nieuwgekozen ka
mer voor het eerst bijeen; in Engeland
had de regeering den stormaanval van de
oppositie in het lagerhuis te doorstaan;
in Frankrijk heeft het kabinet-Blum de
met zooveel spanning verwachte verkla
ring over zijn buitenlandsche politiek af
gelegd.
Minister-president van Zeeland heeft
een program afgekondigd wellicht on
der den invloed van de sociale onrust, die
er heerscht waarvan men zich af
vraagt, hoe dit verwezenlijkt kan worden
in de gegeven, moeilijke omstandigheden.
Trouwens de Belgische premier wees er
zelf reeds op, dat er enkele punten bij
zjjn, die op betera tijden moeten wachten.
Vele groepen Belgische arbeiders heb
ben de laatste weken belangrijke verbete
ringen bevochten: een van de gevolgen
van de devaluatie! Ook hier is gebleken,
dat de arbeiders de nadeelige gevolgen
van de devaluatie alleen door strijd kunnen
afwenden. Uit eigen beweging geven de
patroons geen loonsverhoogingl
Men hoopt, dat Maandag het werk al
gemeen zal worden hervat, nu de over
winning is behaald.
Het Ehgelsche lagerhuis heeft, zooal3
overigens te verwachten was, de motie
van wantrouwen, welke tegen het buiten-
landsch beleid der regeering was inge
diend, met een flinke meerderheid ver
worpen.
De rede, welke minister Simon namens
de regeering hield, was inderdaad een
treur-rede over den Volkenbond. Zijn
echèc werd volmondig erkend. Maar in
de rede kwam maar slecht tot uiting,
dat het voor den Volkenbond, en dus ook
voor Engeland, ging om de handhaving
van het recht. En dat recht is juist
verkracht. Dat is het smadelijke ook voor
Engeland. Zal men dit volgende week te
Genève erkennen?
De regeeringsverklaring over Frankrijk's
buitenlandsche politiek kenmerkte zich
door uiterste voorzichtigheid.
Elen krachtig'en indruk maakt dit
Fransche kabinet niet. D'at kan men ook
niet verwachten van een Volksfront-re
geering. Bij de revolutionaire werksta
kingen heeft Blum, de premier, volkomen
lijdelijk toegezien, hoe de arbeiders met
de armen over elkaar onrechtmatig in do
fabrieken bleven en daarop de roode vlag
heschen.
Nu het parlement zijn goedkeuring
heeft gehecht aan de algemeene eischen
der arbeiders een werkweek van veer
tig uren, betaalde vacanties en verhoo
ging van de loonen, en zijn deze als
wet afgekondigd. Had men mogen ver
wachten, dat daarmede de stakingen tot
bet verleden hadden behoord, dit blijkt
echter niet zoo te zijn. Wanneer op één
plaats in het land een staking afloopt,
breekt er elders weer een uit. Dé stakin
gen vertoonen een revolutionair
lement.
voor goed daaruit verdwenen was.
Tegen het eind van de week verlieten
ze Brienz. Ze namen hun weg door de
kleine steden, langs den oever van het
meer, genoten van de heerlijke bergge
zichten en kwamen toen in een plaatsje,
dat lag hoog in de bergen, vlak bij een
diepe vallei.
Het was een gehucht van een aantal
geelbruine alpenhutten. Verder stond er
een klein, primitief kerkje tusschen an
tieke winkeltjes, welke laatste door hun
uitgestald bruin en blauw aardewerk een
levendige en gemoedelijke aanblik gaven
aan het geheel. Paul en Sylvia wandelden
door de-steil-oploopende straat, tusschen
de vriendelijke huisjes met hun roode da
ken en rustten toen een poosje onder hst
dicht gebladerte van een uitspanning.
Vandaar hadden ze een verrukkelijk uit
zicht op de zich tegen den hemel verhef
fende Jungfrau.
Sylvia wees Paul op eenige onregelma-
tig-geverfde woorden boven haar hoofd
en vroeg:
„Wat beteekent dat?''
Paul las en vertaalde:
„D'e jeugd is voor vreugde
De ouderdom voor eerwaardigheid
Doch de smart is voor allen."
(Wordt vervolgd.)