DE ZEEDW ALS DE LIEFDE RIJPT ZIJN STIJVE NEK IN 8 UUR GENEZEN KL00STER3ALSEM HONIG'S BOUILLONBLOKJES 6 voor (Oct. TWEEDE BLAD Voor den Zondag HET ADRES A. WILKING DOOR KLOOSTERBALSEM Wat er deze week voorviel FEUILLETON. Gemeenteraad van Middelburg. Een stijve nek behoeft Ge dus niet langer te hebben VAN ZATERDAG 27 JUNI 1936, Nr 226. ZICH BEKLAGENDE. En het geschiedde als het volk zich was beklagende.Num. 11: 1. Op een wonderlijke wijze had God zijn zwaar verdrukte volk verlost uit Egypte En nu ging het door de woestijn naar het beloofde land, veilig geleid door God zelf, des daags in de wolkkolom en des naohts in de vuurkolom, opdat ze niet zouden dwalen. Op een bijzondere wijze mocht Israël zich in de gunst des Heeren verheugen Zóó wou Hij met geen volkren handien! Het duurde echter niet lang of de vroo- lijke gezangen der bevrijding verklonken. Inplaats van dankbaarheid was er onte vredenheid. Het volk was zich beklagende. Het dacht niet meer aan de verdrukkin gen in Egypte, maar het begon te mar ren en te zuchten. Waarom? In Psalm 95 geeft God zelf het antwoord: Zij zijn een volk dwalende van hart, en zij kennen Mijne wegen niel. Zij letten niet op de wondere wegen die de God des Verbonds met hen wilde houden en in stede van de lof des Hee ren te zingen gaven ze zich over aan ijdel en goddeloos zelfbeklag, zoodat de toorn des Heeren ontstak en het vuur des Heeren onder hen ontbrandde. Zich beklagendel O, ja die houding kennen we ook wel in onzen tijd. De weldaden des Heeren zijn groot en vele over ons; groote zegeningen van stoffelijken en geestelijken aard zijn ons deel. Maar klinken nu de lofzangen? Is er nu de begeerte om te verschijnen voor Gods heilige oogen, met offers aan Hem toegewijd? Ja, zoo moest het zijn. Maar de werkelijkheid is vaak zoo an ders. Er is ook nu het zuchtend morren en het morrend zuchten, en daarin en daardoor het smaden van den Naam des Heeren. Luisteren we daarom naar de verma ning: Verhardt u niet; neemt Zijn gena ootmoedig aan. Want Hij is onze God, en wij zijn 't volk van Zijne heerschappij; de schapen die Zijn hand wil weiden. Ingezonden Mededeeling. voor Manufacturen. Dames- en Kinderconfectie Tapijten - Gordijnen Bedden - Ledikanten en aanverwante artikelen is GOES HULST MIDDELBURGSCHE BRIEVEN. Amice, Het is vermakelijk hoe critisch we ons vaak gaan instellen als iets nieuws wordt vertoond of in bestaande toestanden ver andering wordt gebracht. Het schijnt een normale menschelijke eigenschap te zijn om niet direct luidruch tig te applaudiseeren bij het zien of hoo- ren van „iets nieuws onder de zon". Eerst de kat eens uit den boom kijken. Of bij voorbaat al overdreven afkeuren. De meer voorzichtigen bepalen er zich dan toe de afkeurende critiek met een glimlachend hoofdknikken te ondersteu nen of te doen alsof. Met die houding kun je dan altijd nog twee kanten uit. Na het stadium van afkeuring volgt de Uit het Engelsch. 32) o Maar gedurende de geheele reis naar Zwitserland waren Paul en Sylvia al spoedig die 'bijzonderheden vergeten en namen beiden zich stilzwijgend voor, zich er niet weer mede te vermoeien, voor ze weer in Engeland terug waren, althans het genoegen van hun reis er niet door te verminderen. En ze hadden bekoring gevonden zelfs in de nachtelijke overtocht bij ruw weer naar 't Continent en in de hortende langwijlige treinreis naar Zwit serland. Zij hadden had in hand gedwaald door de schoone omstreken van Thun, onder de schaduw van het imponeerende Slot, langs de oevers van het tooverach- tige meer en overal hadden ze onverwacht nieuwe heerlijkheden ontdekt, zooals het landschap daar zoo veel 'biedt aan een ieder, die slechts oog hdlft voor het schoone. Wellicht hadden de alpenbloemen nooit eerder zulk een weelderig tapijt gespreid voor jonggehuwden als ze thans voor Syl- v 7 en Paul hadden gedaan. Poen ze de rand vein een bergkloof be- periode van verzoening met het veran derde. (De mensch heeft nu eenmaal een groot aanpassingsvermogen. (Daarom zal de politiek van „aanpassen" het op den duur ook gaan winnen.) Maar ter zake. Ik wilde eigenlijk een paar opmerkin gen spuien over en naar aanleiding van de laatste nieuwe aanwinst op de markt. De door de jeugdige werkloozen vervaar digde verplaatsbare muziektent. Een mooie tent. Nee, zeggen anderen, een afschuwelijke tent. Staat daar keurig op de Markt. Nee, zeggen anderen, een slechter plaatsje op dat marktplein is niet denkbaar, want als je d'r achter gaat staan, zie je niets van ons mooie stadhuis. Ik zou zoo zeggen, ga er dan voor staan Maar dat kan ook niet, want als Middel burger of niet-Middelburger heb ik er recht op, om, zoodra ik uit de Gort- of Gravenstraat, uit de Lange Viele of Lange D'elft kom, het volle, vrije uitzicht op ons schitterende Stadhuis te hebben. En noch vrachtwagens, telefooncellen of muziek tenten mogen dat heerlijke uitzicht op dat magnifieke Stadhuis belemmeren. Ziezoo, een nieuw onderwerp voor cri tiek. Critiek in de courant, een ingezon den stuk, verontwaardiging in club, vrien denkring of visite. Ik meen, dat toen de telefooncel op de Markt zou worden gebouwd iemand sprak van een bedreiging van de belangen van de Marktsche middenstanders. En thans let niemand meer op dat ding. Zoo gaat het in den regel. Krijgt de bewuste en reeds veel 'bespro kene een volgende maal een andere plaats, dan zal het weer precies zoo gaan. De komst van die tent heeft ook nog ander stof doen opwaaien. Ergerniswek kend. Zoo las ik het tenminste, want ik was geen ooggetuige. Bij de overdracht van de tent aan de Gemeente is natuurlijk ons volkslied ge zongen, met ontblootte hoofden en in fiere houding. Met eerbied en gevoel en van ganscher harte. En een opgeschoten slun gel heeft toen gelachen. Spottend gelachen Dat is inderdaad ergerniswekkend. Verdient sterke afkeuring en, ik zou haast zeggen: bestraffing. Maar.nu een klein maart je. Veronderstel eens dat deze opgeschoten slungel een product is van zijn opvoeding, onderwijs en omgeving. Veronderstel vervolgens eens, dat de opvoeding en de omgeving van die opge schoten slungel niet hebben meegewerkt om den verschuldigden eerbied voor ons volkslied bij uitnemendheid aan te kwee ken en dat op de inrichting (en) van on onderwijs, door dezen opgeschoten slun gel bezocht, de eerbied en de kennis van het Wilhelmus niet 'tot de christelijke en maatschappelijke deugden werd gere kend, is dan het doen van dien slungel niet een ergerniswekkend gevolg van een nog veel ergerniswekkender oorzaak? Ik vraag maar. Ge weet het nog wel, amice, dat er on derwijzers zijn geweest (of zijn ze er nog?) die 't eenvoudig vertikten 't Wilhelmus te zingen, die weigerden Koninginnedagen mee te vieren, die geen eerbied hadden voor onze vlag en geen vrijaf wilden ge ven, dan op last van hoogere autoriteiten, om de kinderen, aan hun zorgen toever trouwd, het mogelijk te maken nationale feesten mee te vieren. Welnu, wat kunnen die kinderen van toen, de opgeschoten slungels van nu er dan aan doen, dat ze thans met hun ge zicht in een windje van oplevend nationa lisme komen te staan, zooals er de laat ste jaren een is gaan waaien over onze lage landen? Na iedere zaaiing komt de oogst. Wind gezaaid storm geoogst. Dat is op de Markt van Middelburg zoo, dat is in België zoo, in Frankrijk, en ga zoo maar door. Oorzaak en gevolg. Een stevige handdruk en sterkte van je vriend, STENTOR. Gisteravond vergaderde de Gemeente raad van Middelburg. Afwezig met ken nisgeving dhr Portheine. Het adres van den Chr. Besturenbond om verlaging van den gasprijs gaat naar B. en W. om prae-advies. Een circulaire van den Minister van Binnenl. Zaken inzake plaatselijke pro tectie woidt voor kennisgeving aangeno men. Eveneens de mededeeling inzake na zien van de motoren der brandspuiten. De beslissing op het beroepschrift van den heer P. Boone inzake een door B. en W. geweigerde bouwvergunning aan den Ouden Vlissingschen weg wordt voor een maand verdaagd. School G. Weth. Boasson stelt voor de beslis sing inzake het eervol ontslag van een vak-onderwijzer aan school G te verda gen, omdat de mogelijkheid bestaat, dat een ander vrijwillig op wachtgeld kan worden gesteld. D'hr v. d. F e 11 z heeft vernomen, dal aan deze school onderwijs zal worden ge geven door iemand, die met pensioen gaat. Dit is toch geen gezonde toestand De Raad heeft destijds besloten tot op heffing van de 5e klasse aan deze school, maar de Kroon beschikte anders, waar- rIk had. den geheelen dag doorregen achtig weer geloopen met een sner penden wind. Toen ik s'avonds thuis kwam, kon ik mijn hoofd niet meer bewegen, zoo stijf waren de spieren van mijn nek. Ik ging vroeg naar bed maar liet mij tevoren eens stevig wrij ven met Kloosterbalsem, 's Morgens was ik verrast te bemerkendat er van mijn stijve nek niets meer te be speuren was. De Kloosterbalsem had mij in een enkelen nacht, of in 8 uur van m'n hevige stijve nek af geholpen. S. Sch. te den H. UK KFD'C ORIGINEEL TER INZAGE „Geen goud zoo goed" Onovertroffen bij brand- en snij wonden Ook ongeëvenaard als wrfjfmiddel bij Rheumatlek, spit en pijnlijke spieren Schroerdoos 35 ct. Potten: 62'/j ct. en f 1.04 MWWVMMNHVVWIVMMi schijnlijk omdat de bezuiniging toen ge ring was. Is het nu niet beter, de op heffing dier 5e klasse alsnog onder 't oog te zien? De animo voor die klas is niet groot. Weth. Boassan antwoordt, dat de leerlingen voor die 5e klas ontbraken door de onzekerheid, die er omtrent die klas bestond. Nu zijn 12 leerlingen aan gegeven. Mej. de Cleijn Brem gaat met pensioen omdat de wet dat eischt. Zij wil nu graag haar leerlingen tot het eind van den cursus les geven. Bovendien moeten nog enkele leerkrachten zich bekwamen om haar op te volgen. Spr. stelt het op prijs, dat Mej. de Cleijn Brem nog een jaar gratis les geeft. Van B. en W. is geen voorstel te verwachten tot opheffing der 5e klas Het voorstel tot aanhouding wordt aan genomen. Nieuwe verordening op het L. 0. Aan de orde komt de nieuwe verorde ning op het L.O. Verschillende amende menten zijn of worden ingediend. Dhr Kögeler wil vastgelegd zien, dat de Commissie van toezicht minstens één keer per jaar moet vergaderen. Weth. B o a s s o n merkt op, dat de commissie weinig adviezen heeft uit te brengen. Het vorig Jaar had ze niets te i rapporteeren. B. en W. hebben echter geen bezwaar en nemen het amendement over. Dit wordt aangenomen. Dhr Kögeler wil verder vastleggen, dat de commissie de scholen bezoekt. De voorzitter leest voor, wat de L.O.-wet zooal van de commissie vordert. (Gelach.) Dhr Kögeler begrijpt dan niet, dat de commissie niets te rapporteeren heeft. Weth. Boasson merkt op, dat het zeer deprimeerend werkt, als men de vele gebreken bij het onderwijs ziet, waar aan in den tegenwoordigen tijd niets is te verhelpen. De moed gaat er uit. Dhr den Hollander heeft o.a. voor gesteld, vrij te geven op den jaardag van de(n) regeerende(n) vorst of vorstin en op nationale gedenkdagen en gebeurtenis sen in het Vorstelijk huis, die openbaar gevierd worden. Weth. Boasson antwoordt, dat het eerste reeds in het leerplan vastligt en het tweede aan de bevoegdheid van den burgemeester is overgelaten. Dhr den Hollander kan zich hier mede niet vereenigen. Het leerplan kan gewijzigd worden. Het is beter dit in de verordening vast te leggen. Spr. heeft de ervaring opgedaan, dat de hoofden van scholen weigerden medewerking te verleenen. Weth. Boasson antwoordt, dat B. en W. niet de bevoegdheid hebben een hoofdonderwijzer te dwingen tot hande lingen in zijn vrijen tijd. Dhr den Hollander wil dit ook niet. Ieder is vrij in zijn politieke over tuiging. Het gaat hier om het vrij-af geven. Weth. Boasson komt er tegen op, dat op de hoofden van scholen een smet wordt geworpen. Het ging hier niet om de politiek, maar om samenwerking met een bepaalde instantie. Dhr Jeronimus vindt alles beter verankerd in een verordening. De voorzitter gelooft niet, dat die bepaling uit het leerplan zal wegvallen. Dhr v. d. Fel tz wil vrij af geven op 31 Aug. en 30 April. Dit moet vast gelegd worden in een verordening en moet niet afhangen van het inzicht van een burgemeester. Dhr M,o n d e e 1 komt op tegen de lang durige debatten over deze verordening. Er ontstaat nu verschil van meening over de redactie van het voorstel-den Hollander. Dhr den Hollander handhaaft ten slotte zijn voorstel. De Raad heeft 'het recht deze dingen vast te leggen. Dit geschiedt niet uit wan trouwen. Eindelijk wordt het amende ment-den Hollander overgenomen. De verordening wordt z. h. st. aange nomen. Dhr M o n d e e 1Daar is nu een uur over gepraat. Wat is er nu veranderd Dhr v. d. F e 11 z Als 't maar over boekhouding gaat 1 Verandering huisnummering. Dhr Paul juicht het voorstel toe. Spr. wil nummers van 6 c.M. in plaats van 4 c.M. Dhr den 'Hollander wil een vaste plaats voor de nummers, hetzij rechts of links van de deur. Weth. 0 n d e r d ij k neemt het voor- stel-Paul over. B. en W. overwegen de nummers niet aan de deurposten, maar op de muren aan 'te brengen. Ook wordt overwogen deze nummers te laten ver vaardigen en aanbrengen in werkver schaffing, omdat er zoo weinig werk verschaffing kan worden gevonden voor werklooze schilders. Dhr H a rt hoorn wil voor het aan leggen van een nieuw woningregisteT werklooze administratief onderlegde per sonen gebruiken. In andere plaatsen ge beurt dat ook. De voorzitter: Dat zou alleen kun nen voor het maken van de persoons kaarten. Het andere werk geschiedt ter secretarie. Het voorstel wordt z.h.st. aangenomen. Ingezonden Mededeeling. reikt hadden, plukte Paul zijn bloemen en bevestigde ze op Sylvia's witte toil- let je. Zij, op haar beurt, plukte bloemen, die groeiden aan de kant van den weg en bracht hem een aardig ruikertje voor zijn knoopsgat, van purperen bloesems, die haar smaak hadden getroffen. Paul aanvaardde ze met dankbare blik. „Dit is de edelste van alle alpenbloe men", riep hij uit. „Je weet het groeit in de sneeuw, lie veling. Het heft zijn teere kopje in de sneeuw op en dringt dit weg, om een plaats voor zichzelf te banen. Men vindt het zelden zoo laag. Het is het dapperste, kranigst bloempje van de geheele flora.'' Sylvia bevestigde ze in Paul's knoops gat. „Je moet mij maar heel veel van zulke dingen vertellen'', zei ze. „Want jij weet zooveel en ik ben zoo geweldig dom. Het is anders niet eens zulk een vreese- lijk, aardige bloem, maar wel forsch in zijn soort en in staat op zich zelf te staan. Weet je, Paul, die bloem herin nert me onwillekeurig aan Philippa." Paul keek haar verrast aan. „Ja, inderdaad", zei hij. „Ze lijkt in- i derdaad op die goede oude Phil. Ze is de beste makker die iemand kan bezit ten zelfs als zijn vrouw. Het zal me benieuwen hoe ze bet maakt, met het aannemen van onze dienstboden, jij ook niet, lieveling?" Sylvia haalde haar schouders slechts op. „Ik denk liever op het oogenblik niet aan zooiets alledaagsch", zei zij. „Zooals Philippa", lachte Paul. „Ja, de oude Phil, is een practisch mensch" zei hij. „Weet je, vrouwtje, ik heb me soms er wel eens over verwonderd, dat mijn moeder niet wilde hebben dat ik Philippa trouwde." Sylvia opende haar blauwe oogen wij der. „Alleen maar over verwonderd?'' vroeg ze. „Ik weet het wel zeker, dat je moeder dat wenschte. Ik heb die zeker heid reeds langer dan een jaar, mis schien vanaf het eerste oogenblik, dat ik baar ken. En ze zal ook wel nooit heele- maal met mij genoegen nemen. Ik ben niet niet zoo dwaas om mijn heele leven achter de kachel te zitten en kou sen te stoppen." „Ik geloof ook niet, dat ze zooiets van Philippa verwachtte", antwoordde Paul. „Philippa is nu juist ook niet iemand, die te vinden zou zijn voor zulk een saai leventje. Kan jij je haarvoorstellen onder deze hoornen, met een of ander ge lukkig man, verloren in liefdesdroo- men?" Voor de eerste maal dien dag keek Sylvia peinzend, zelfs eenigszins ernstig „Ja", zei ze, „ik zou het me heel goed kunnen voorstellen Paul. Als Dr Tan- cred niet zulk een talmer was, zou hij baar allang het hof hebben gemaakt." „George Tancred?" riep Paul ten zeer ste verbaasd uit. Hiji is toch te oud!" „Niet voor Philippa. Jij had niet bij haar gepast, Paul. Jij deed beter het maar met mij te probeeren. Maar ik zou toch wel willen, dat zij met Dr Tancred trouwde en hem gelukkig maakte. Ze zou het kunnen.'' „Ben je misschien al bezig ze aan elkaar te koppelen, zooals men zegt, dat elke ge lukkige vrouw doet?" riep hij uit. „Maar George en Philippa Paul zweeg. Soms, temidden van zijn liefde voor Sylvia, voelde hij zijn vaste, vertrouwelijke vriendschap met Philippa als zijn grootste genoegen. Hij had altijd aan haar gedacht, zooals ze hem steeds had gewacht in het Steenen Huis en hem had geholpen als hij moeilijkheden had. Het was daarom alsof het een teleur stelling voor hem was, dat er een ander kwam, die de liefde van haar hart voor zich opeischte. Hij trachtte zich wijs te maken, dat hij er niet om gaf en toch voelde hij in zijn hart een weemoedig ge voel over iets, dat altijd als iets moois in zijn leven geweest was, doch dat nu Op luisterrijke wijze is deze week fees telijk het 300-jarig bestaan der Utrecht- sche Universiteit gevierd, Zóó uitbundig was de feestvreugde, dat men zich onwil lekeurig afvraagt of ieder wetenschappe lijk man zich steeds wel der wetenschap waardig heeft gedragen. Dat neemt niet weg, dat we dankbaar mogen zijn voor den zegen, ons land en volk zoovele eeu wen in onze Universiteiten geschonken, al moet daarbij betreurd, dat zoo geheel anders dan 300 jaar geleden de zooge naamde wetenschap, die het zonder God wil wil stellen, gelijke rechten heeft ge kregen met de geloovige, ja zelfs den bo ventoon heeft gekregen. We zijn er in dit opzicht in ons land lang niet op vooruit gegaan. Met dankbaarheid nemen wij' er echter nota van, als ook onze regeeringsperso- nen in hun beleid wenschen te rekenen met Gods geboden. Zoo weigerde Minister de Wilde de nieuwe studio van de AVRO te openen, omdat de Zondagsfeestviering één geheel met de opening uitmaakt. Hul de aan dezen Minister! Dat al onze Chris telijke Overheidspersonen dit kloeke voor beeld navolgen! Overigens blijkt ook hier weer, wat men bij een „algemeene" orga nisatie onder neutraliteit heeft te ver staan. Heeft dat niets te zeggen tot die Christenen, zelfs predikanten, die deze organisatie steunen? In België kwam de nieuwgekozen ka mer voor het eerst bijeen; in Engeland had de regeering den stormaanval van de oppositie in het lagerhuis te doorstaan; in Frankrijk heeft het kabinet-Blum de met zooveel spanning verwachte verkla ring over zijn buitenlandsche politiek af gelegd. Minister-president van Zeeland heeft een program afgekondigd wellicht on der den invloed van de sociale onrust, die er heerscht waarvan men zich af vraagt, hoe dit verwezenlijkt kan worden in de gegeven, moeilijke omstandigheden. Trouwens de Belgische premier wees er zelf reeds op, dat er enkele punten bij zjjn, die op betera tijden moeten wachten. Vele groepen Belgische arbeiders heb ben de laatste weken belangrijke verbete ringen bevochten: een van de gevolgen van de devaluatie! Ook hier is gebleken, dat de arbeiders de nadeelige gevolgen van de devaluatie alleen door strijd kunnen afwenden. Uit eigen beweging geven de patroons geen loonsverhoogingl Men hoopt, dat Maandag het werk al gemeen zal worden hervat, nu de over winning is behaald. Het Ehgelsche lagerhuis heeft, zooal3 overigens te verwachten was, de motie van wantrouwen, welke tegen het buiten- landsch beleid der regeering was inge diend, met een flinke meerderheid ver worpen. De rede, welke minister Simon namens de regeering hield, was inderdaad een treur-rede over den Volkenbond. Zijn echèc werd volmondig erkend. Maar in de rede kwam maar slecht tot uiting, dat het voor den Volkenbond, en dus ook voor Engeland, ging om de handhaving van het recht. En dat recht is juist verkracht. Dat is het smadelijke ook voor Engeland. Zal men dit volgende week te Genève erkennen? De regeeringsverklaring over Frankrijk's buitenlandsche politiek kenmerkte zich door uiterste voorzichtigheid. Elen krachtig'en indruk maakt dit Fransche kabinet niet. D'at kan men ook niet verwachten van een Volksfront-re geering. Bij de revolutionaire werksta kingen heeft Blum, de premier, volkomen lijdelijk toegezien, hoe de arbeiders met de armen over elkaar onrechtmatig in do fabrieken bleven en daarop de roode vlag heschen. Nu het parlement zijn goedkeuring heeft gehecht aan de algemeene eischen der arbeiders een werkweek van veer tig uren, betaalde vacanties en verhoo ging van de loonen, en zijn deze als wet afgekondigd. Had men mogen ver wachten, dat daarmede de stakingen tot bet verleden hadden behoord, dit blijkt echter niet zoo te zijn. Wanneer op één plaats in het land een staking afloopt, breekt er elders weer een uit. Dé stakin gen vertoonen een revolutionair lement. voor goed daaruit verdwenen was. Tegen het eind van de week verlieten ze Brienz. Ze namen hun weg door de kleine steden, langs den oever van het meer, genoten van de heerlijke bergge zichten en kwamen toen in een plaatsje, dat lag hoog in de bergen, vlak bij een diepe vallei. Het was een gehucht van een aantal geelbruine alpenhutten. Verder stond er een klein, primitief kerkje tusschen an tieke winkeltjes, welke laatste door hun uitgestald bruin en blauw aardewerk een levendige en gemoedelijke aanblik gaven aan het geheel. Paul en Sylvia wandelden door de-steil-oploopende straat, tusschen de vriendelijke huisjes met hun roode da ken en rustten toen een poosje onder hst dicht gebladerte van een uitspanning. Vandaar hadden ze een verrukkelijk uit zicht op de zich tegen den hemel verhef fende Jungfrau. Sylvia wees Paul op eenige onregelma- tig-geverfde woorden boven haar hoofd en vroeg: „Wat beteekent dat?'' Paul las en vertaalde: „D'e jeugd is voor vreugde De ouderdom voor eerwaardigheid Doch de smart is voor allen." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1936 | | pagina 5