inkelhuis
DE ZEEUW
II bespaart tijd en geld
De LantUjouwdagen te Middelburg.
um
R v#l 1 zo° goed
ALS DE LIEFDE RIJPT
TWEEDE BLAD
Ilechte
hnd.
monce
krant.
Adm. van „De Zeeuw" Goes
LyrUCll voor ft leer!
38 - Goes.
LOOPING
Ie partij
Jerkleeding.
[estedingen
Hoofdbestuursvergadering Zeeuwsche Landbouw-MaatschappiJ.
AkkcrtJc(p*ujme*ti
hfrüdfóxlm. cdüwe+i/
CylctAt/jk cpisiaAqd/
Groote doos 10 cent. Extra groote doos 15 cent.
Ichten, resp.
óverleg met
IE BANK n.v.
Iranje,
1 Goes.
[rkpopen voor
2EN,
Jgenjas
25,enz.
vanaf ƒ5,50.
[2,50, Kinder-
1)0 cent,
facturen, Vi-
Mode artike-
le keuze in
Damesman-
forte Dames-
andere ar
ia ats:
lag 18, Vrij-
20 Juni, van
pr a.s.
opgeld.
van Dissel
Juni 1936,
banje'' voor
lubliek ver
tin aan do
1 70 c.A.
J. A. v.d.
17 c.A.
pwezen als
Looij te
Iceel 2 aan
jor f6200.
alhier door
|iek geveild
een huis,
grootte van
prijs van
lier.
*1
VAN
WOENSDAG 17 JUNI 1936, Nr 217.
door uw advertentiën In
andere bladen te plaatsen
door bemiddeling van de
Gisteravond werden de jaarlijksche
landbouwdagen der Z.L.M. geopend met
een hoofdbestuursvergadering der Z.L.M.
in do Middelburgsche Raadzaal, onder
voorzitterschap van dhr Mr P. Dieleman.
Daaraan ging vooraf een officiëele ont
vangst in de burgemeesterskamer.
De burgemeester, de heer M. Fern-
hout, verwelkomde hier de vele aan
wezigen. Met den burgemeester, de beide
wethouders en den gemeente-secretaris
waren verschillende Raadsleden aan
wezig.
Aan de rede van den burgemeester
ontleenen wij het volgende:
Spr. wees er op, dat Middelburg als
midden van het vruchtbare Eiland als
marktplaats sedert eeuwen bijzondere be-
teelcenis heeft gehad voor en belang bij
den landbouw. De oudstbekende regeling
ten aanzien van het Marktwezen, dateert
van 1338, toen de marktdag, tot dien ge
houden op Zondag, gesteld werd op Dins
dag. In 1532, toen er twee marktdagen
waren, n.l. Maandag en Donderdag, werd
bepaald, dat er op die dagen bijzondere
zitting van de vierschaar zou zijn. Dit
moet niet als een ongunstig testimonium
voor de marktbezoekers van die dagen
worden beschouwd. Nadat de Maandag
als marktdag was vervallen, bleef de
i Donderdag, nu dus reeds eeuwen lang, de
Middelburgsche Marktdag.
In 1618 moesten de graankoopers, die
de Goesche maat gebruikten, naar de Goe-
sche korenmarkt, die de Middelburgsche
maat gebruikten naar de Pottenmarkt.
In 1693 stond de graanbeurs reëds op
den Dam en in 1767 werd zij van een
dak voorzien, in 1846 kreeg zij haar tegen
woordige gedaante. De botermarkt werd
eerst gehouden op 't Zuidel. deel van de
Groote Markt, zijnde het daar het koelst.
Sinds ongeveer 1855 is ze gehuisvest op
de tegenwoordige plaats, de v.m. heeren-
beurs, die in 1592 werd gesticht.
Onder de talrijke organisaties van den
meest uiteenloopenden aard, die het ge
meentebestuur begroet, rekent het ook
de Z.L.M. tot de meest belangrijke. Be
langrijk is dat agrarisch deel van het
Nederl. volk, behalve om zijn getal
sterkte, uithoofde van de groote beteeke-
nis, die landbouw en veeteelt voor bloei
en welvaart van het geheele Nederland-
sche leven in den loop van eeuwen heb
ben gehad en door allerlei ups and downs
heen, hebben mogen behouden. Spr. wees
dan op de vele gemaakte winst door
allerlei oorzaken; doch winst, die intus-
schen bijzondere zorgen en nieuwe ver
antwoordelijkheden met zich bracht. Dit
alles was oorzaak, dat ook de Z.L.M.
naast de oude taak van de bevordering
der verder gaande ontwikkeling van
landbouw en landbouwer, zich met in
spanning van uiterste kracht, te richten
had op 't behoud en de redding van levens-
en bestaansmogelijkheid van een van de
meest klassieke bronnen van onze Neder-
landsche volkshuisvesting. Een taak,
zwaar en moeilijk en vol van diepliggen
de en vèrreikende vraagstukken, voor de
landbouwkringen, voor 's Lands overheid
en voor het Nederlandsche volk.
FEUILLETON.
Uit het Engelseh.
25.) —op
vroeg -in den morgen werd Hugo ge
wekt door een hem nog onbekend geluid,
het geklep en geklater van klompen over
de oneffen straatsteenen. Ergens in de
nabijheid hoorde hij een schel gefluit en
het oorverdoovend gehuil van een sirene.
Dan werd alles weer stil, behalve het
gestadig, onafgebroken dreunen van ge
weldige machines in de textielfabrieken.
Juffrouw Waggitt was reeds druk in
de weer en Hugo sprong uit zijn bed. Ze
kon zijn vroolijk gefluit hooren en zijn
zacht neuriën drong tot haar door, onder
wijl hij plaste en plonsde in het koude
water. Daarna ging hij naar beneden,
waar het ontbijt hem reeds wachtte.
,.Ah, dat doet mijn oude hart toch
goed", begon juffrouw Waggitt tegen haar
man, onderwijl ze zijn twaalfuurtje in een
schoone, roode zakdoek bond.
„Die voor het ontbijt zingen, huilen
voor den avond", was alles wat Job ant
woordde, en vulde onderwijl kalm zijn
tabakszakje uit den koperen tabakspot.
Nijdig rukte ze hem de tabakspot uit
de handen en zette die met een bons op
Spr. constateert, dat er, bij alle waar
deering, die men hebben kan en behoort
te hebben voor de wijze, waarop het
Nederlandsche volk In al zijn geledingen,
grosse modo, de beproevingen van dezen
tijd, bereid is te dragen, onderling veel
misvatting is omtrent elkanders positie
en zorgen, nooden en behoeften. Het is
moeilijk hier goede voorlichting te geven.
Dat agrarisch deel van de natie is niet
alleen belangrijk om de beteekenis van
zijn arbeid voor de volkswelvaart, doch
ook om zijn constructieve waarde. Veel
meer dan veeltijds andere bevolkingsgroe
pen, leeft het platteland dicht bij de na
tuur, in het besef van zijn afhankelijkheid
van levenswetten, die het in de natuur
niet maar enkel aanwezig, maar daarin
wijs, doelbewust en almachtig neergelegd
ziet. Het vindt daarachter den Wetgever.
Dit platteland, dat zichzelf niet beter
acht, dan de rest, maar dat nog altijd
zijn eigen sterk typeerende kenmerken
en tradities draagt, op de bewaring waar
van het den hoogsten prijs stelt, heeft
niet altijd de erkenning en waardeering
gevonden waarop de zedelijk-geestelijko
kracht, die het, ook en met name in
Zeeland, in zich draagt, het recht en
aanspraak gaven. Naar spr. meent heeft
het in Zeeland op dit punt niet de meeste
reden van beklag. De Z.L.M. bedoelt o.a.
het de plaats te verzekeren, die het in
verschillende verbanden, ook in het al
gemeen volksoordeel, toekomt. In die taak
ziet zij zich aangevoerd door vele, erkend
bekwame mannen. Aan de spits van die
allen heeft zij een voorzitter, die andere
landbouworganisaties haar zouden kun
nen benijden.
Ijverig en gedocumenteerd pleitbezor
ger, man van rijke studie en van veel
levenservaring, bekwaam strateeg, toege
wijd behartiger van hem toevertrouwde
belangen, Zeeuw per excellence en kenner
van Zeeland en Zeeuwsche toestanden en
verhoudingen als weinigen.
Moge, aldus spr., naast dat van andere
landbouworganisaties, het werk van de
Z.L.M. in ruime mate strekken tot be
vordering van de belangen van den
Zeeuwschen landbouw en ook gezegend
worden voor gewest en vaderland.
Moge de jaarlijksche zomervergadering
van de Z.L.M. beantwoorden aan de ver
wachtingen, die het enthousiasme van
den voorzitter daarvan koestert en mogen
de leden aan de in Middelburg en op
Walcheren doorgebrachte dagen, aange
name herinneringen meenemen naar hun
woonplaatsen. (Applaus.)
De voorzitter der Z.L.M., de heer Mr
P. Dieleman, dankte vriendelijk voor
deze hartelijke ontvangst.
Nadat de eerewijn was aangeboden, be
gaf men zich naar de Raadzaal voor de
Hoofdbestuursvergadering.
De voorzitter opende deze vergade
ring en maakte melding van verschil
lende berichten van verhindering. Ver
der verwelkomde spr. den vertegenwoor
diger van den Minister, den heer Voge
laar, lid van Ged. Staten, B. en W. van
Middelburg, eereleden der Z.L.M., de di
verse consulenten, den heer Stofkoper,
vertegenwoordiger van de Kamer van
Koophandel, verschillende commissie
leden, en het bestuur en den eere-voor-
zitter van den kring Walcheren.
Rede Mr Dieleman.
De voorzitter dankte het Gemeen
tebestuur nogmaals voor de hartelijke
ontvangst en voor het verzetten der
paardenmarkt.
Wel is de zetel der Z.L.M. in Goes, maar
de vergaderingen van het Dag. Bestuur
worden vrij regelmatig in Middelburg
den schoorsteenmantel. „Ga jij1 nu naar
de fabriek," zei ze, „en brom daar wat
tegen je kameraden. „Ik zal mij wel met
den dominee bemoeien. Wij hebben van
morgen met elkaar nog een paar dingen
te bezien."
„U zult vanmorgen natuurlijk in de
eerste plaats de kerk willen zien," kon
digde zij aan. „"Welnu, ik ben ter uwer
beschikking. De sleutels hangen aan een
spijker achter de keukendeur, als u ze nog
eens noodig hebt. En als u een stofje op
een van de banken mocht vinden, zeg bet
mij! dan als u wilt, maar dat zal wel niet
gebeuren."
Hugo beëindigde zijn ontbijt, las zijn
brieven en liet het ochtendblad maar eerst
ongelezen liggen, daar zijn hospita reeds
weer verscheen, aan haar vinger benge
lend een groote en belangwekkende
sleutel.
Hiji volgde zijn gids in de groote,
hooggewelfde kerk, welke eens had ge
staan aan de buitenkant van 't indu-
strieele centrum, dat Leathergate gewor
den was. De groote wereld was er aan
voorbijgegaan en het had nimmer de
.scharen der duizenden, die er langs
krioelden kunnen aanroeren, de duizen
den die in en uit de fabrieken gingen, de
fabrieken, die aan alle zijden opgerezen
waren en bet zonlicht bedekten. Schadu-
gehouden en de winter-algemeene-vergade-
ringen bij beurten te Goes en te Middel
burg. Hier werd in 1843 de Maatschappij
geboren. De naam van Middelburg wordt
in de Maatschappij altijd dankbaar her
dacht en met eere genoemd, ook al droeg
het jaren, zoo niet eeuwen lang, een verre
van agrarisch karakter en had het zelfs
wel eens te weinig oog voor de beteeke
nis van het platteland en van dat platte
land voor zich zelf. Daarin is een belang-
ïijke kentering gekomen. Dit blijkt uit
het feit, dat voor het eerst bij het weten
van spr. het hoofdbestuur ten stadhuize
in de schoone raadzaal zal vergaderen.
Spr. stelt dit bijzonder op prijs.
Walcheren is een der krachtigste krin
gen en vindt in Middelburg zijn centrum,
zijn markt. En al moge dan niet van Mid
delburg gezegd kunnen worden als van
Goes, drie Goessenaars, twee Bouluy,
doch 3 Middelburgers, twee kooplui, dit
Middelburg is genoegzaam kwiek om juist
daardoor het belang der stad en bevolking
bij de welvaart van den landbouw be
trokken te achten. Spr. herinnerde aan
hetgeen de geleerde, in de historie buiten
gewoon bekwame en door spr. ook om
zijn helder inzicht en kundigen betoog
trant zoo gewaardeerde archivaris van
Middelburg eens schreef in 1917 over een
700-jarige. Dat was toen Middelburg.
Middelburg kreeg toen 700 jaren
geleden stadsrechten, maar het was toen
nog klein en ingesloten binnen de Noord
straat, Langedelft, St.-Pieterstraat, Wage-
naarstraat en Hofplein, maar er werden
vele kooplieden gevonden, die zich in de
bescherming der Abdij veilig gevoelden.
Men was ontgroeid aan de rechtsrege
len van het platteland. Waar economisch
verandering was gekomen, moest de land
heer wel een ander recht geven. De vrij
heid van den persoon was noodig. Mid
delburg kreeg stadsrecht. Het werd Mid
delburg verleend door Willem van Hol
land en Johanna van Vlaanderen, beiden
pretendeerden toen rechten op Zeeland,
doch ook afgeleid, daar Middelburg zijn
stadsrecht aan Vlaanderen ontleende.
Toen de stad zich al spoedig uitbreidde
in de Arnestroom, kwamen er nieuwe pri
vilegiën van Graaf Willem II. In 1537
kwam de nieuwe haven naar Welsingen;
Arnemuiden werd Arme Muyden, al was
het na den val van Haarlem nog de
woonplaats van Kenau Simons Hasselaar.
Middelburg won eerst en kwam tot groo-
ten bloei in de dagen der republiek.
De oorspronkelijke bloei van Middel
burg ging niet buiten den landbouw om,
want naast den handel in zout, uit de
darinck eerst gewonnen, was zeer be
langrijk de handel in wol en laken. Het
zwaartepunt van het economisch leven
lag, vóór Amsterdam opkwam, in de
Noord-Nederlandsche gewesten, dan ook
hier op Walcheren en in het bijzonder
in Middelburg, dat, vrijgesteld ook van
het stapelrecht van Dordrecht, tot groo-
ten bloei kwam. Daaruit is geboren het
schitterend pronkjuweel van een stad
huis. Hoe is het stadhuis de tolk van
een rijk verleden, en een rijke cultuur,
evenals de Abdij prijkte in den tijd van
haar glorie, waarvan alleen nog een scha
duw rest. Hier bloeide Middelburg ook
later, toen vele Hugenoten er hun intrek
hadden gedaan, en met de oude Zeeu
wen vermaagschapt, een nieuw geslacht
krachtig zich ontwikkelde en het wit,
geel, rood, wapperde naast het Oranje,
blanje, bleu op verre zeeën. Eigenaardig
doet het aan, dat met name nog in het
laatste der 18e eeuw de advertenties in
de „Middelburgsche Courant" van dien
tijd bewijzen het ook er nog zooveel
slavenhandel hier was. Het is voor spr.
zoo geweldig verleidelijk om in de ge
schiedenis van zoo'n heerlijke stad, nog
de schoonste der Nederlanden van het
Noorden, zich te verdiepen. Maar hij mag
dat niet doen, nu men voor een heel
ander doeleinde te samen is gekomen.
Spr. herinnert en citeert uit een ro
mance, destijds in Middelburg geschre
ven onder het motto „Doen U de raven
overlast, Roei dan hun nest maar uit".
Spr. doet dit al kent hij te goed de
vriendelijkheid van burgemeesters, wet
houders en raden, dan dat hij vreezen
zou, dat zij nu de boeren overlast zouden
aandoen, en zij zich zouden opmaken hun
nest uit te roeien en hen te verdrijven.
Deze romance, dateerend uit 1846, ein
digt met een couplet, dat vermeldt, dat
wen gleden achter elkaar langs de weid-
sche gewelven. Er hing een atmosfeer
van ledigheid, die Hugo vreemd aandeed.
Juffrouw Waggitt zag hem verlangend
aan. Ze wou wel gaarne, dat hij' in
Leathergate bleef.
„Het zou niet overbodig zijn, dat een
en ander wat bijgeverfd werd en een flin
ke schoonmaak werd gehouden, meer dan
een paar vrouwenhanden het kunnen
geven'', bekende ze bij zichzelf met tegen
zin.
„Maar ziet u daar de tien geboden op
den muur geschilderd? Ik placht ze vaak
te lezen, toen ik nog maar een meisje was
en Job een plagende jongen, die me niet
met rust liet. Maar de tien geboden zijn
gemakkelijk genoeg te onderhouden. Wie
van ons wenscht te dooden of te stelen?
En wat betreft het begeeren, ik zou die
mensch nog moeten tegenkomen, met wien
ik wenschte te ruilen. Het is het elfde
gebod, dominee, dat behoorde te staan
hoven den ingang van elke kerk en dat
men er toch nooit vindt: den naaste lief
hebben als zichzelf. Ja, zelfs in Park Row
is dat iets onmogelijks. Dhar is genade
voor noodig, dominee, omdat ik een
vrouw ben" 1
„En omdat ik een man ben"
voegde Hugo er zacht aan toe. „U spreekt
daar waarheid, juffrouw Waggitt. Het
was de weg, dien de Meester ons voor
de burgerij in Abrahams schoot zit, geen
schade of slavernij kent en zelfs geen
belasting meer.
De schat is weer zoek, de kas weer
ziek. De wereldcrisis en de landbouw
crisis niet het minst, treft ook de schoone
hoofdstad zeer. In de oude muntpoort
staat: Nervis belli pecjnia. Het geld is de
zenuw van den oorlog. Zoo hartelijk hopen
de Z.L.M.-ers, dat Middelburg spoedig wel
varen zal oip stoffelijk gebied en aan zijln
hooge roeping daardoor ook op gebied
der geesteslevens voor Zeeland zal kun
nen voldoen, want, ook dit staat op de
muntpoort, „Aura inservire nephas". Het
goud dienen is schandelijk.
En Middelburg heeft zoo dikwijls ge
toond het cultureel, het geestelijk leven
des volks te kunnen en te willen dienen,
zich te willen stellen ook in dienst van
het algemeen en de gansche gemeen
schap.
Moge Gods zegen aldus Mr Diele
man op het pogen van U en Uw raad
om Middelburg door de branding heen te
voeren naar gelukkiger tijden, in over
vloedige mate rusten. Middelburg, het al
oude, het blijve, het leve, het groeie en
bloeie tot in lengte van dagen.
De voorzitter van den kring Walche
ren der Z.L.M., Mr M. C. v. d. Min n e,
dankt het Middelburgsche Gemeentebe
stuur hartelijk voor deze ontvangst en
speciaal den burgemeester voor zijn mede
werking.
Het is de kring een groot genoegen
de Z.L.M. te ontvangen. Spr. huldigt voor
al de activiteit van den voorzitter, Mr
Dieleman, met wien spr. dezen winter
op propaganda- en kruistocht naar de
dorpen trok. Mr Dieleman weet de een
voudige menschen te boeien en aan zicli
te binden. Hij spaart moeite noch tijd. Zijn
leven is een en al activiteit ten behoeve
van de gansche provincie en vooral van
den Zeeuwschen boer. Spr. hoopt, dat Mr
Dieleman nog lang de Z.L.M. moge leiden.
De voorzitter huldigt op zijn beurt
Mr v. <j. Minne voor wat hij voor den
kring Walcheren is en doet.
Mededeelingen.
De voorzitter doet hierna de volgende
mededeelingen:
Arbeidsgeschillen. Het Da
gelijksch Bestuur heeft het Landbouw-
Comité verzocht maatregelen te nemen om
te bereiken dat art. 3 van het Grisis-orga-
nisatiebesluit zoodanig gewijzigd zal wor
den, dat dit alleen van kracht is voor ge
organiseerde arbeiders en voorts te be
werkstelligen, dat bij een voorkomend ge
schil zooveel mogelijk getracht wordt eerst
partijen onderling tot overeenstemming te
brengen, alvorens arbitrale uitspraak op
gelegd wordt.
Urgentieprogramma voor
den tuinbouw. De Z. L. M. heeft
de aandacht van het Landbouw-Gomité
gevestigd op 'de in het urgentieprogramma
voor den tuinbouw opgenomen impopu
laire heffing aan de bron. Inzonderheid
geldt dit voor die artikelen, welke voor
het grootste gedeelte worden geëxporteerd
zooals b.v. de sluitkool.
Urgentieprogramma voor
den landbouw. Het Dagelijkscb
Bestuur heeft zich vereenigd met den in
houd van het urgentieprogramma voor
den landbouw 1935, dat door de 3 cen
trale landbouworganisaties en de F. N.. Z.
was samengesteld.
Voorts werd verzocht bij de steunrege
ling voor fijne zaden eveneens op te ne
men het blauwmaanzaad en het mosterd
zaad.
Afzet vroege aardappe-
1 e n. D'e Z. L. M. heeft tot het Land-
bouw-Comité en de Landbouwcrisisorga-
nisatie voor Zeeland het verzoek gericht,
pogingen in het werk te stellen, opdat de
voorgekiemde Eigenheimers in elk geval
zullen mogen worden gerooid vóór 15 Juli.
Invoerrechten op voeder-
granen. Het Dagelijksch Bestuur is
UITSCHAKELING KAMERS VAN
KOOPHANDEL?
„De Standaard" juicht het toe, dat in
het ontwerp-Vestigingswet voor den Mid
denstand, het behoefte-element niet
werd opgenomen.
Met het systeem van het ontwerp
kan het blad zich zeer wel vereenigen;
de grondslagen moeten niet wor
den gewijzigd.
Daaruit volgt echtei niet, dat elke
amendeering op onderdeelen moet wor
den ontraden.
„Ongetwijfeld zijn er enkele zwakke
plekken in de voorgestelde regeling.
Tot die zwakke plekken rekenen wij
de regeling, die het verleenen van ver
gunning geeft in handen van de Kamers
van Koophandel en Fabrieken,
Alleszins begrijpelijk is het, dat tegen
deze regeling verzet rees.
Het valt niet te ontkennen, dat de Ka
mers van Koophandel in ons bedrijfs
leven zich niet zoodanige plaats wisten
te veroveren, dat het opdragen van dezo
nieuwe functie aan dit instituut alge
meen met vertrouwen wordt tegemoet
gezien.
Reden voor twijfel bestaat ook of de
Kamer van Koophandel geschikt kan
heeten op behoorlijke wijze, met kennis
van zaken, deze taak te vervullen.
Met den kleinhandel moge zij wellicht
in ietwat nauwer contact staan, bij ver
schillende bedrijfstakken evenwel ont
breekt nagenoeg alle voeling.
Meer verkieselijk ware het daarom in
dien in deze materie aan den Economi
schen Raad een rol werd toebedeeld en
door baar tusschenkomst voor de ver
schillende bedrijfstakken zelfstandige in
stanties werden geschapen, die over de
vestiging van nieuwe bedrijven haar
oordeel laten gaan.
Handhaving van de monopolistische
positie van de Kamer van Koophandel
en Fabrieken schijnt ons onredelijk."
van oordeel, dat de prijzen der .akker
bouwproducten zooveel mogelijk door hef
fingen aan de grens op een loonend peil
moeten worden gebracht, met aanvullen
de regelingen voor producten als tarwe,
suikerbieten, vlas enz. en beffingen op
vetten e.d.
Landbouwcrisisfonds. Een
der bij bet Landbouw-Comité aangesloten
organisaties heeft verzocht de kosten van
het aanbrengen van oormerken, het ver-
leenen van vrijstelling van huisslach tin
gen, van mestvergunningen en het kalver-
schetsen niet meer ten laste der vee
houders te brengen, maar van het land
bouwcrisisfonds.
Het Dagelijksch Bestuur heeft dit ver
zoek gesteund.
Ontwerp-pachtwet. Reeds
meerdere malen heeft de Z. L. M. zich
uitgesproken voor de totstandkoming van
een goede pachtwet, welke bevorderlijk is
voor de goede verhoudingen tusschen den
pachter en verpachter.
Tegen het ingediende wetsontwerp be
stonden echter naar het oordeel van het
Dagelijksch Bestuur talrijke bezwaren.
Een adres met toelichting is aan de leden
van de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal gezonden.
Afslachten melkvee. Het
Dagelijksch Bestuur staat op het stand
punt, dat een gedwongen afslachting van
vee niet het middel moet worden geacht
om de zuivelpositie in het komende jaar
te regelen.
Aan een vrijwillige levering van
Vee aan de regeering moet, wanneer af
slachting noodig wordt geacht, naar de
meening van het Dagelijksch Bestuur in
het algemeen belang der melkveehoudeij
de voorkeur worden gegeven, waarbij in
de le plaats aan het opruimen van min
derwaardig vee aandacht moet worden
geschonken.
Ingezonden Mededeeling.
ging en het bevel, dat Hij ons naliet."
Hugo luisterde al niet meer. Hij' was
naar den kansel gewandeld, waar een
verdwaalde zonnestraal door het gekleur
de venster naar binnen viel. Ze gleed over
de donkere, ouderwetsche banken, die
daar leeg en verlaten stonden, zoo vol
herinneringen aan tijden en personen die
eens gewoond en geleefd hadden rondom
de oude vergeten kerk. Hun waardigheid
zweefde hier nog rond, die zoo geheel
niet meer paste in het jachtige industrie
leven van Leathergate.
Toen dwaalden zijn oogen weer naar 't
venster, dat nu plots in het licht der zon
nestralen begon te glanzen, in schoone
kleuren van rood en smaragdgroen en
blauw. Het boeide hem, omdat het plot
seling als tot hem te spreken begon. Het
venster was er reeds lang geweest. Het
had waarschijnlijk ook veel geld gekost.
De bewerking was ouderwetsch en dege
lijk. Maar hier voor Hugo's benevelde
blik ontvouwde zich een tafereel van een
bof in het beschilderde glas, een hof mot
een ledig graf en cypresboomen, waaron
der een vrouw, jong en schoon, baar ge
laat opgeheven en naast haar een stra
lende figüur, met wonden in zijn ban
den, doch met een aureool van overwin
ning over den dood boven zijn hoofd en
daaronder de woorden: „Jezus zeide tot
haar: „Marial"
Hugo Lothian keerde zich af. Hij had
de tekst voor zijn eerste preek hier in
Leathergate gevonden. Hij had een stern
gehoord, een stem van Boven, die hem
bevolen had zijn Meester te volgen, vast
beraden, zonder aarzeling.
Zoolang die stem niet zweeg temid
den van het gewoel en geraas der we
reld, kon Hugo rustig zijn weg gaan.
HOOFDSTUK VIII.
Toen Hugo Lothian den volgenden Zon
dagochtend den kansel beklom, gevoelde
hij, dat er weinig van hem verwacht
werd, door het handjevol kerkgangers,
dat het schemerig verlichte kerkgebouw
vulde. Slechts juffrouw Waggitt, met wie
hij reeds vriendschap gesloten had, was
er van overtuigd, dat er door dezen
vreemdeling een nieuwe geest was ge
bracht onder de sombere gewelven en tus
schen de koude muren van het oude kerk
je. Hugo zelf was de ontroering en de
inspiratie van dien eersten avond reeds
weer kwijt, en de boodschap die hij had
gemeend te moeten brengen, had voor
hem zijn warmte reeds weer verloren. Hij
gevoelde, 'dat hij verkeerde in een toe
stand, waarin de inspiratie langzaam
weer over hem moest komen.
(Wordt vervolgd.)