DE ZEEDW
Optimistische klanken uit Indië.
AKKERTJES
ALS DE LIEFDE RIJPT
Sterk dalende geboortecijfers.
0! die zenuwhoofdpijn!
TWEEDE BLAD
AKKER.CACHETS
FEUILLETON
ajpl
De algemeene toestand gunstiger dan tevoren.
De eerste etappe op den weg naar herstel afgelegd.
Uit de Provincie
HONIG'S VERPAKTE VERMICELLI - Bijzonder goed van kwaliteit.
I
VAN
DINSDAG 16 JUNI 1936, Nr 216,
ZEELAND OP ÉÉN LIJN MET
NOORD-HOLLAND.
Ds G. Lindeboom schrijft in „De Ba
zuin":
In bijna alle landen is het bevolkings
cijfer dalende. Niet alleen in Frankrijk
en Duitschland, maar ook in Engeland.
Laatstgenoemd land moest in 1933 een
geboortecijfer noteeren van 14,4 per dui
zend inwoners. Oostenrijk en Zweden
kwamen nóg lager, n.l. op resp. 14,3 en
13,7.
En ons land?
De cijfers over 1935, door het Maand
schrift van het Centraal Bureau voor de
Statistiek gepubliceerd, zijn weinig be
moedigend.
Op 1 Jan. 1936 had Nederland
8.474.409 inwoners, tegen 8.392.026 op
1 Jan. 1935. Het jaar 1935 gaf dus een
vermeerdering van 82.383, of 0,98 °/o.
Maar deze „vermeerdering" doet
zien, hoe sterk dalend de lijn is, waarop
zich ons bevolkingscijfer beweegt.
Men vergelijke slechts. Van 1920 tot
1930 nam onze bevolking toe met gemid
deld 1,46 per jaar. De „vermeerde
ring" van 1935 is dus feitelijk een ver
mindering van 0.48 °/o, of van 39.281 per
sonen.
Het totaal aantal levend geborenen be
droeg in 1935 slechts 170.000, tegen
172.214 in 1934, of, in vergelijkende cij
fers per 10.000 zielen: 202 geboorten in
1935, tegen 205 in 1934. Voor de jaren
1900—1920 was het gemiddelde cijfer nog
284. De daling gaat dus snel!
Bij het bovenstaande houde men in het
oog, dat het aantal huwelijken niet noe
menswaard is verminderd, 't Bedroeg in
de jaren 19001930 per 10.000 zielen: 76,
in 1934: 72, en in 1935: 73. 't Sluiten van
huwelijken is door de crisis blijkbaar niet
in die mate beïnvloed als meestal gedacht
wordt.
Het verdient onze opmerkzaamheid, dat
de onderscheidene provincies een bedui
dend verschil in geboortecijfers te zien ge
ven. We laten hier volgen het overzicht
over 1935:
Aant. inw. Huw. p. Geb. p.
op 1 Jan. '36 10.000 z. 10.000 z.
Nederland 8.474.409 72 202
N.-Brabant 975.094 62 260
Gelderland 891.250 69 214
Z.-Holland 2.078.735 77 183
N.-Holland 1.614.388 78 171
Zeeland 253.024 70 173
Utrecht 452.157 69 199
Friesland 415.171 72 208
Overijsel 553.561 69 209
Groningen 413.199 78 192
Drente 238.377 75 231
Limburg 589.453 65 243
Er is, gelijk men ziet, beduidend ver
schil wat het aantal der gesloten huwe
lijken, maar vooral wat dat der geboorten
betreft.
Zoo geven Noord-Brabant en Limburg
de hoogste geboortecijfers, maar, en dit
is heel eigenaardig, de huwelijkscijfers
zijn in beide provincies het laagst. Hoe
dit te verklaren?
Aannemelijk lijkt wat „De Maasbode"
dienaangaande opmerkt. Beide provincies
hebben een overwegend roomsche bevol
king. De lage cijfers der gesloten huwelij-
maar daartegen zijn immers die
"AKKERTJES" een ware uitkomstl
Ondervindt 't zelf en neem 1 of 2
Volgens recept van Apotheker Dumorrt
Uit het Engelsch.
24.) o—
Juffrouw Waggitt trok de roode over
gordijnen dicht en schoof oom Samuel's
armstoel bij het vuur. Hugo gevoelde zich
alsof hiji thuis gekomen was en de grijze
stad, die hij dien morgen verlaten had,
gleed langzaam en onopgemerkt weg naar
den achtergrond van zijn bewustzijn.
„Neen," zei hij' opgewekt. „U hebt geen
vergissing begaan, juffrouw Waggitt.
„Neen, dat dacht ik al, dat bestaat
niet," zei ze.
„Ik ben met vacantie geweest," ging
Hugo voort, en voor de eerste maal vloog
er een sombere schaduw over zijn gelaat.
„Die eindigde een dag eerder als ik
verwacht had. En dus werd ik genood
zaakt eerder te komen dan ik verwacht
werd. Maar ik meende, dat u miji het niet
kwalijk zoudt nemen,"
Hiji zette zich in oom Smiles' armstoel
en keek de kamer eens rond, naar de por
tretten van de overleden heer en juffrouw
Smiles, die daar hingen ter dankbare na
gedachtenis, naar de kopergravures
ken hangen samen met het feit, dat daar
vele personen niet trouwen, n.l. geestelij
ken, religieusen, en de talrijke bevolking
der vele roomsche gestichten. „En de ver
klaring der hooge geboortecijfers voor die
provinciën is wel dat de r.-katholieke be
volking het best weerstand biedt of
schoon niet voldoende tegen het
moordend systeem der geboortebeperking
in deze tijden."
Dat Noord-Holland het laagste geboor
tecijfer heeft, houdt stellig verband met
de hier toenemende ontkerstening. Heele
streken, bijzonder boven 't IJ, zijn totaal
van het Woord en den dienst Gods ver
vreemd. De onlangs overleden Ds Heynes
maakte eens een ietwat bittere opmerking:
„de godsdienst der Noord-Hollanders is
verwant aan het Christendom". En hoe
sterk in Amsterdam waar ongeveer de
helft der provinciale bevolking woont
de revolutionaire partijlen van allerlei
schakeering zijn, is genoegzaam bekend
Noord-Holland is de provincie, die bij1 de
volkstelling van 1930 het hoogste cijfer
gaf van hen, die verklaarden tot geen
kerkelijke gezindte te behooren, n.l. 28.51
of in 't geheel 430.406 personen.
Maar nu Zeeland!
Hier komt het geboortecijfer maar even
uit boven dat van Noord-Holland. Zee
land telde op 1 Jan. j.l. 14.647 meer in
woners dan Drente, en desondanks was
over 1935 't aantal geboorten 1098 kin
deren lager.
Deze gegevens zijh ontrustend. Zeker,
hier en daar moge de bevolking in de
macht der vrijzinnigen zijn op Schou-
wen-Duiveland en in W. Zeeuwsch-
Vlaanderen overigens is de provincie
„orthodox". Men moet dus wel consta-
teeren, dat het belijdend deel der bevol
king aan de practijk der geboortebeper
king geen weerstand biedt, maar zich
daarmee vertrouwd heeft gemaakt. Dit
verschijnsel moge de aandacht vragen van
de kerk des Heeren, van de ambtsdragers.
Ons orthodoxe Zeeland op één lijn met
Noord-Holland! Het is wel erg.
Dat ook in andere provinciën de kerk
er uit leere! 't Kwaad vreet voort, overal.
Er moet, in den naam des Heeren, ge
waarschuwd en bestraft. Tot de Wet en tot
de Getuigenisl
DE K. L. M.-DIENSTEN OP INDIE.
Stijging van het passagiersvervoer
met 139 pet.
De K. L. M. meldt: Den 12den Juni was
het een jaar geleden, dat de K. L. M. haar
wekelijkschen dienst op Indië verdubbel
de. De resultaten kunnen tot tevredenheid
stemmen, wat blijken mag uit een verge
lijking der vervoercijfers over de tijdvak
ken 12 Juni 1934>12 Juni 1935 (hieron-
■der aangemerkt met A) en 12 Juni 1935
12 Juni 1936 (hieronder gemerkt als B).
ïRtRïS.
O N «V WOON
■EJ, 00 os o\ "S fO cd
.SS Os N O O uo
J f* t"«
a o N n q N
CQ urS CO <\j VO CO
r-v
vo *-«
Tl O CM n N VO
H VO N Oi fO t
CO N; C\ rH co -O
CO 00 oi rH Os
ton N H 00
bo
v G
U U rt
A CÜ
S
u.
flj
f S|
U O
v bfl
u P
O fi
bo S
CO
tn G
H'e't gemiddelde aantal vlieguren van
de vluchten in de periode 1934>1935 be
droeg 74 uur, gedurende den halfweke-
lijkschen dienst 58 uur.
De reistijd was in de eerste periode ge
middeld voor de heenvluohten 8.8 dagen
en voor de thuisvluchten 8.5 dagen, bij
den dubbelen weekdienst bedroegen deze
resp. 6.5 en 6.2 dagen.
van vroegere koninginnen en 'n plaat van
Garibaldi.
De kamer was zoo helder als twee ruste
loos bezige handen haar maar konden
krijgen. Hugo zou zich hier ongetwijfeld
wel op zijn gemak gevoelen, zelfs met de
portretten aan den wand.
„Kwalijk nemen?" riep juffrouw Wag
gitt. „Kwalijk nemen? Heelemaal niet
hoor. U mag zich gelukkig prezen, mijn
heer, dat ik reeds een week geleden alles
in orde had, behalve dan, dat de tafel
nog niet gedekt is, wat ik nu gauw zal
doen. Het is heusch niet prettig, als men
van de reis komt en je vindt de haard
bijna uitgebrand en de tafel nog ongedekt.
Maar we zullen dat gauw even verhel
pen."
„Die jongen zal wel geen kwaad in zijn
schild voeren," zei Jacob, toen juffrouw
Waggitt de deur openwierp en bedrijvig
de keuken binnenstapte om het avondeten
van den predikant te halen.
„D'at is iemand, die zijn weetje heeft,"
zei ze warm. „Het is vast nog niet zoo'n
verkeerde; uit zijn woorden heb ik reeds
opgemerkt, dat het een verstandige jon
gen is, die veel ervaring heeft, hij! heeft
een paar heldere oogen en dan moet je
zijn gelaat zien. Ik zeg maar, dat is het
voorkomen van een goede prediker, of
mijn naam is geen Sarah Waggitt. Wacht
Gouverneur-Generaal jhr mr B. G. de
Jonge, opende gisteren de zitting van den
Indischen Volksraad.
Spreker ving zijn rede aan met er op
te wijzen, dat de begrooting voor 1937
een minder somber beeld vertoont dan
aanvankelijk verwacht werd. Maar wat
zegt: „minder somber"? Het zegt weinig,
aldus Z.E., omdat nog geen verder lig
gend doel kon worden bereikt dan „geen
toeneming van schuld". De belastingen
zijn nog op een te hoog peil. Wat meer
armslag kon nog niet worden verkregen.
De bezuiniging en versobering moest on
verbiddelijk worden voortgezet.
Maar toch zegt deze lichte verbetering
veel, alè men daarin werkelijk een keer
punt mag zien. Voor het eerst na een
reeks van jaren wordt verkregen dat de
bezuiniging op de uitgaven niet teniet
wordt gedaan of ver wordt overtroffen
door den teruggang van de inkomsten.
De cijfers zijn nog niet overweldigend,
doch wijzen in de goede richting.
De belastingen zijn voor het dienstjaar
1937 4.500.000 gunstiger geraamd dan
de herziene raming over 1936.
De landsbedrijven geven een grooter
uitkeering van 8.700.000, waartegen
over de overschotten van de overige
landsbedrijven echter 1.400.000 lager
moeten worden gesteld. De diverse mid
delen werden 1.200.000 hooger geraamd
terwijl de buitengewone dienst een gun
stiger aspect van l.OOO.OOO vertoont.
Na de versobering gedurende de laatste
jaren viel van een bezuiniging op de uit
gaven niet veel meer te verwachten. Toch
slaagden dciviele departementen er in
te komen tot een vermindering van de
gewone uitgaven met 3.800.000, zonder
dat daarbij wordt overgegaan tot nieu
we maatregelen ten aanzien van de be
zoldigingen en zonder bezuiniging door
een verdere doorvoering van salarismaat
regelen.
De landsverdediging vraagt 3.300.000
aan hoogere gewone uitgaven.
Voorts valt te rekenen op een hoogere
betaling aan rente en aflossing van de
vaste schuld en op vermindering van de
uitkeeringen wegens rente van landsbe
drijven, waardoor alles bijeen de uitgaven
4.500.000 hooger moeten worden ge
steld.
Alles tezamen bleek het mogelijk een
bedrag van 12.000.000 te overbruggen,
met welk bedrag de begrooting voor 1936
door verschillende oorzaken verwijderd
bleef van den eisch, dat geen schuldver
meerdering meer zou plaatsvinden.
De eerste etappe op den weg naar
een evenwicht in de landshuishouding is
thans afgelegd, dank zij1 de groote
krachtsinspanning, de bereidheid tot me
dewerking en het taaie uithoudingsver
mogen van alle groepen der bevolking.
Ook ditmaal wegen de laatste loodjes
het zwaarst. Maar is dit o>p zichzelf nu
zoo verontrustend? Mag een land als
Ned.-'Indië, met zoo gunstige productie
factoren, met producten die altijd voor de
wereldhuishouding noodig zullen zijn, er
niet op rekenen, dat de inkomsten niet op
het allerlaagste punt zullen blijven? Mag
Nieuwe gaszinker nabij Hansweert.
D'e gemeenten Kruiningen, Krabben-
dijke, Waarde en Rilland-Bath worden,
zooals bekend,van gas voorzien vanuit de
gasfabriek te Goes. Het gas wordt aan
gevoerd via den door het kanaal We-
meldinge-Hansweert gelegden zinker.
Bedoelde zinker is nog maar weinige
jaren oud en is destijds gelegd bij de re
organisatie van het gasbedrijf van het
voormalige Oosteinde van Zuid-Beve
land toen de gasfabrieken te Kruinin-
het niet rekenen, ook al zal de oude wel
vaart niet spoedig terugkeeren, dat toch
een toestand zal worden bereikt van een
normaal sluitende begrooting, waardoor
een grondslag zal zijn verkregen voor
een gezonde financiering en een betrouw
bare verdere ontwikkeling?
Voortgaande verklaart spreker, dat
thans voor het eerst weer een stijging van
inkomsten kan worden geraamd.
Spreker noemt het economisch aspect
van Indië minder somber. Dit aspect
wordt helaas meerendeels beheerscht
door den toestand in het buitenland.
Eenerzijds zien wij bemoedigende facto
ren in export en scheepvaart, die allebei
in omvang gelijk bleven. De algemeene
wereldtoestand is nog niet gunstig. Oor
logsgevaar, aanslagen op regeeringen, po
litieke onrust, onzekerheid op monetair
gebied, autarkie en tariefmuren veroor
zaken allerwege schade en onrust.
Toch schijnt de wereldhuishouding
door dat alles hoen meer en meer een weg
te zoeken, en te vinden, tot een meer
normaal handelsverkeer. Nederland en
Ned.-Indië blijven hierbij1 niet achter. In
vele gevallen hebben de onderhandelingen
met verschillende staten geleid tot een
vergrooting van het aandeel van Ned.-In
dië in den uitvoer van het Koninkrijk.
Spr. acht het verblijdend in dit ver
band, dat de scheepvaartbesprekingen
onlangs met een goeden uitslag werden
bekroond.
De binnenlandsche economische toe
stand ondervond de terugslag van de
verbeterde wereldverhouding. Het is ech
ter moeilijk een algemeen oordeel over
den binnenlandschen toestand uit te spre
ken. Wil men het toch doen, dan past
hier de qualificatie: „minder somber".
Het vraagstuk der werkloozen blijft een
bron van zorg. De bedrijvigheid op het
gebied van de nijverheid mist haar gun
stig effect niet. Doch voor de jeugdige
werkloozen en anderen blijven de omstan
digheden moeilijk. Hierop is de volle aan
dacht gevestigd. Spr. uit de diepste sym
pathie en het diepste medelijden met al
len, die de ongunst der tijden te verduren
hadden en nog hebben, doch wijst op de
levenskracht van dit land.
De toestand m geheel Ned.JIndië ziet
Spr. niettegenstaande alle ongunstige om
standigheden, als beter dan tevoren.
Dit is te danken aan de consolidatie en
de opleving in het buitenland, aan de vol
komen rust en orde in het eigen land en
aan het feit, dat ieder vleugje van voor
uitgang hier te lande kan worden opge
vangen en benut, omdat aan den onder-
lingen strijd geen aandacht of kracht
wordt verspild. De gemeenschap staat
klaar om de moeilijkheden dezer tijden te
aanvaarden en te overwinnen.
Tot slot memoreert Z.E. dat Nederland
ons de hand toestak. „Wijl grijpen die
zonder aarzelen en met dankbaarheid, in
de vaste overtuiging, dat die twee handen
ineen hooren."
Jhr. De Jonge eindigde zijn rede met
de bede dat onder Hooger Zegen de ar
beid van den Volksraad rijke vrucht moge
dragen, waarna hij de zitting van den
Volksraad voor geopend verklaarde.
gen en Hansweert buiten werking wer
den gesteld en de gasvoorziening van
Oosteinde geschiedde vanuit de gasfa
briek te Krabbendijke. Toen Oosteinde
overging naar Goes is ook laatstgenoem
de gasfabriek stilgelegd. Nu echter bin
nen zeer korten tijd het kanaal wordt
verbreed komt de bestaande zinker bui
ten werking en is aanleg van een nieu
wen en langeren zinker nabij Hansweert
noodzakelijk. In den vroegen ochtend
van Maandag 15 Juni is met het zin
ken begonnen en in den loop van dien
dag is het werk voortgezet en vlot ver-
loopen. Zoodra de aansluitende leidin
gen in orde zijn, zal de nieuwe zinker
in gebruik worden genomen en de oude
zinker buiten werking worden gesteld.
Verbetering van een wegkocht te
Serooskerke.
Op verzoek van den A.N.W.B. heeft
het Bestuur van den Polder Walcheren
een gevaarlijke bocht in den Noordweg
te Serooskerke doen verbeteren, waar
door de gevaarlijke situatie ter plaatse
thans geheel is opgeheven.
In de kosten van deze verkeersverbe-
tering heeft de A.N.W.B. een geldelijke
bijdrage verleend.
Ontvangers-griffiers van polders.
De besturen van alle polders in de ge
meenten Koitgene en Kats hebben in
een gecombineerde vergadering besloten,
adhaesie te betuigen aan een adres van
de heeren W. Kakebeeke en Mr J. A. A.
•Fiansen van de Putte te .Goes, aan Gede
puteerde Staten van Zeeland, inzake wij
ziging van het polder- en polderambte-
naienreglement, speciaal tegen de clau
sule „aftreding van de ontvangers-grif
fiers", ten einde den schijn te vermijden,
dat genoemde functionnarissen het mo
nopolie van oneerlijkheid zouden bezit
ten.
D'e wenschelijkheid werd uitgesproken,
dat meerdere polderbesturen tegen be
doelde reglementswijziging stelling ne
men.
Bij beschikking van den directeur-
gtneraal der P.T.T. is met ingang van
16 Juli 1936 aangewezen als directeur
van het P. T. en T.-kantoor te Vlaardin-
gen, de referendaris der posterijen, tele
grafie en telefonie, D. Edel, thans direc
teur van het P. T. en T.-kantoor te
Hulst.
Vlissingen. Dronkenschap. Nau
welijks is de arbeid in de haven wat her
leefd, of het misbruik van sterken drank
en openbare dronkenschap nemen merk
baar toe.
Het begon hier ter stede langzamer
hand tot de uitzonderingen te behooren,
dat beschonkenen in arrest moeten wor
den gesteld. Daarom geeft het te den
ken, dat in den nacht van Zaterdag op
Zondag 4 personen wegens dronken
schap moesten worden aangehouden en
ter ontnuchtering in arrest gesteld. Ook
Zondag moest de politie enkele malen te
gen dronken of halfdronken personen
optreden, waarbij het noodig bleek twee
hunner ter ontnuchtering in bewaring
te nemen. (VI. G.)
Goes. D'e collecte voor de Commissie
van Samenwerking bracht deze week
f46.80 op.
Kruiningen. Zaterdagmiddag verga
derde de Kring Oostelijk Zuid-Beveland
der Z. L. M. onder voorzitterschap van
den heer P. Scheele-de Putter. Tot vice-
voorzitter (vacature J. J. Mol) werd ge
kozen de heer A. v. Hootegem alhier.
Er werd uitvoerig van gedachten ge
wisseld over de levering van voorgc-
kiemde Eigenheimers, en aangezien hier
nooit geveild is kan men hier niet be
wijzen hoeveel er jaarlijks is afgeleverd.
Deze streek valt buiten de vroege leve
ring. Waarschijnlijk kan er niet geleverd
worden voor 15 Juli.
Daarna hield de heer de Groene uit
den Wilhelminapolder een lezing over
het selecteeren van poot- en zaaigoed,
voornamelijk aardappelen.
Hansweert. D'e heer H. G. Heynings,
assistent der directe belastingen enz. te
Nispen wordt met ingang van 1 Juli a.s.
overgeplaatst naar Hansweert.
Schore. Maandagmiddag vergaderde
de gemeenteraad. Afwezig met kennisge
ving de heer J. Mieras Nzn.
Ingekomen is de rekening 1935 van den
vleeschkeuringsdienst met een ontvang
van f 4956,95, een uitgaaf van f 5489,38
en een nadeelig slot van f 532,42.
Medegedeeld wordt, dat de steunver-
leening voor dit jaar tijdelijk is stopgezet
met ingang van 1 Juni j.l.
Medegedeeld wordt, dat de steunver-
bedoeld in art. 208 der gemeentewet (gel
digheid strafverordeningen) en een wij
ziging van de Politieverordening (sluiten
Ingezonden Mededeeling.
maar eens tot Zondag, dan zal je zien,
dat ik gelijk heb."
Zij stond voor haar buffet en rommelde
er in, om haar beste kopjes te zoeken.
Jacob klopte de asch uit zijn pijp en
stond op om te vertrekken.
„Je hebt een zeldzaam goede kijk op
een predikant, juffrouw Waggitt," zei hij',
„maar mogelijk heb je wel gelijk. Zijn
hartelijke lach kwam uit een ruim hart.
Maar hij zal al zijn krachten wel noodig
hebben voor Leathergate."
„En die zal hij ook geheelgeven,"
knikte ze.
Iljaar fijngevoelig hart had de jonge
predikant reeds gewonnen, en ze had
voor hem daarin ook reeds een plaatsje
ingeruimd, naast diegene, voor wie zij
was als een moeder, ook al had zij' zelf
nooit eigen kinderen gehad.
„Ik vrees, dat hij' nog te jong zal zijn,"
merkte Job op, toen hij' naar de zitkamer
gestrompeld was, om op verzoek van zijn
vrouw den predikant te verwelkomen.
„We moeten ook juist een jonge heb
ben," antwoordde zij', terwijl ze de koffie
pot vulde. „Indien wiji jonge menschen
kunnen vinden, -die het goede willen en
standvastig zijn, wat hebben wij oude, af
geleefde menschen dan nog te klagen. Het
zijn de banierdragers, die deze bedorven
wereld noodig heeft, ook als jij en ik zijn
heengegaan. O, Job, ik wilde, dat je eens
wat meer met je tijd meeleefde. Soms ge
voel ik miji een jong meisje bij jou verge
leken."
Nadat zijn avondeten afgehaald was,
hoorde Hugo voetstappen op de krakende
treden van de trap, die hem vertelden,
dat Job en zijn vrouw zich te bed begaven.
Alleen gelaten zat hij' achterover in zijn
stoel, zijn blonde jongenshoofd te?»n de
rugleuning.
Buiten in den nacht was het woelige
leven van Leathergate verstomd en het
geraas der machines opgehouden.
Nu en dan repten een paar klompe
voeten zich voorbij het venster. Eenmaal
hoorde hij een klankvolle tenorstem gal
men. Hugo luisterde met bewondering. In
zijn hart was hoop en in zijn binnenste
rees een gebed nu hij zich geplaatst zag
midden in een wereld vol vraagstukken
en moeilijkheden, die hij niet gekend
had op de verre, uitgestrekte heidevelden
noch in de sfeer van het universiteits
leven. De jonge man voelde zich zelf te
klein van geest, te beperkt van inzicht
om te kunnen staan midden in het leven,
waarin hij nu zijn intrek genomen had.
De jeugdige uitdrukking op zijn gelaat
verdween en plots scheen het of er ver
moeidheid op te lezen stond. Hij boog
zich voorover naar het vriendelijke dar
telende vuur. Toen wierp hij zich op zijn
knieën in zijn nieuwe tehuis als ten
minste ooit eenige plek ter wereld zon
der Mary met dien heerlijken naam kon
genoemd worden. Hij bad, hij smeekte en
worstelde om kracht om het voorbijgegane
leven als een gouden kleinood in zijn
binnenste te bewaren, maar daarbij de
toekomst met beide handen aan te grij
pen, en dan voorts alles maar over te
laten in de handen van den hemelschen
Vader.
De onzienlijke wereld scheen hem op
dat oogenblik werkelijker dan de zienlijke,
en het was hem alsof zijn Mary naast
hem knielde en met hem bad.
Toen hij den kandelaar ontstak en naar
boven ging naar de smetlooze slaap
kamer, waar het zilveren maanlicht naar
binnen straalde en hem een blik gunde
over de donkere kaden en het zwarte
water, kwam op zijn gelaat weer een
vriendelijken glimlach.
Hugo Lothian was naar Leathergate
gekomen, niet om zijn eigen werk, maar
omdat van Zijn Zender, en hij was vol ver
langen naar den dag van morgen, waarop
hij aan de grauwe stad en hare inwoners
zijn boodschap zou brengen.
(Wordt vervolgd.)