DEZEEOW ALS DE LIEFDE RIJPT Wijze miniglieid: Méér Zuivelgerechten f TWEEDE BLAD Staten-Generaal. De oproeping voor 't examen thuis gekregen? Uit de Provincie Minister v. Lldth de Jeude's bezoek aan Duitschland. FEUILLETON VAN VRIJDAG 29 MEI 1936, Nr 202. TWEEDE KAMER. BESTRIJDING PARTICULIERE WEERKORPSEN. Het ontwerp is niet tegen be paalde partijen gericht, al heb ben sommige gebeurtenissen het accuut gemaakt. Zender hoofdelijke stemming aangenomen. De Tweede Kamer behandelde gisteren het wetsontwerp voorziening omtrent de weerkorpsen. De heer Duymaer van Twist (A. R.) juicht het ontwerp toe, maar hij meent, dat het niet ver genoeg gaat. Spr. is er niet gerust op, dat de regeering vol komen op de hoogte is van hetgeen plaats vindt bij de N. S. B., wijst op de geheime circulaire aan leden van de N. S. B. en is niet gerust, dat machtsvorming door dit ontwerp kan worden tegengegaan. Wat doet de regeering tegen de jeugdstorm en de gilden? Rechtstreeks gevaar dreigt van weer korpsen in dienst van politieke organisa ties. Zal de regeering haar doel met dit ontwerp bereiken? De weerafdeelingen van de N. S. B. zijn officieel ontbonden, maar is deze ofheffing niet formeel, en zijn deze weerkorpsen inderdaad al geli quideerd? Spr. wijst op het Uniformver- bod, hetwelk niet belet dat N. S. B.-ers op de vergaderingen in uniform verschij nen. De heer T i 1 a n u s (G. H.) vestigt de aandacht op de toenemende sympathie voor de uniform zoowel bij jongeren als bif ouderen. De petten- en mutsenmanie van eenige jaren geleden, na-aperij van het buitenland, is plotseling weer verdwe nen. Ons volk neemt deze dingen op, maar stoot ze weer uit, als een gezond lichaam zieke deelen. Maar waakzaamheid is in middels toch geboden. Dit ontwerp acht Spr. noodig. Het heeft al preventief ge werkt, men heeft wijziging in weer-afdee- lingen gebracht. De wet worde niet al te zachtzinnig ge hanteerd. Spr. heeft er geen al te groote verwachtingen van, hecht meer aan terug keer van evenwichtige gedachten bij ons volk, doch zal gaarne zijn stem aan het ontwerp geven. Ook de heer A 1 b a r d a (Soc.-dem.) zal gaarne zijn stem aan dit ontwerp ge ven, al vindt hij het vaag. Spr. gelooft dat de N. S. B. haar plan nen zorgvuldig camoufleert. In Amster dam is een strooibiljet verspreid waarin gesproken wordt van het hoofd van den afweerdienst, Jhr v. de Goes van Naters. Hoe kan dat, als die dienst is opgeheven? Spr. betwijfelt of dit ontwerp zijn doel bereiken zal. Hij dringt aan op krachtige toepassing. De heer W esterman (voorheen Nat. Herst., thans N. S. B.?) acht dit een hoogst eigenaardig wetsontwerp, teeken des tijds in den meest ongunstigen zin van het woord. De weerkorpsen, die het ontwerp be strijden wil, zijn er niet. De afweerdienst van de N. S. B. is een voudig wat een andere politieke partij den dienst van ordecommissarissen noemt. Van een werkelijk gevaar is geen spra ke. D'e zinsnede uit de memorie van ant woord, dat de regeering op het oogen- Maakt Ge U bewust of onbewust*een beetje ongerust? Voelt Ge een gejaagdheid bij U opkomen? Voelt Ge U wal dof in Uw hoofd? Komt er wat hoofdpijn op, neem 'n „AKKERTJE", het maakt U rustig en kalm. Uit het Engelsch. 12) O' „Ja, ongelukkig genoeg wel", zei hij. „Maar ik geef het nog niet op. Ik heb ook iets van de familietrek van aanhouden, als het namelijk op poëzie aankomt. Daar in hen ik wel een echte zoon van mijn vader. Ik zal mijn eigen pad wel door het leven zien te banen." Hij sprak met de verwaandheid van zijn overmoedige jeugd, maar Sylvia lach te. Wanneer zij in conflict kwam met haar oudere broer, gaf zij' altijd toe, want, al wilde zij thet zichzelf niet bekennen, ze was bang voor Rupert. Maar Romney en zij hadden hun pril ste jeugd te zamen doorgebracht, zonder moederliefde te kennen. Samen hadden ze gespeeld, gekibbeld, elkander geholpen. Ze waren teen 'beiden nog kinderen, wel ke dartelden met het leven en slechts het vroolijke ervan begeerden. De oogen van het meisje volgden die van haar 'broeder en werden donker. Zij dwaalden vanaf de halfledige waterkaraf die op het schrijfbureau stond en die Romney met zijn adjectieven den voor bijen nacht had doorgeholpen, naar een 'blik nog geen aanleiding heeft aan de ont binding van de z.g. weer-afdeelingen van de N. S. B. te twijfelen acht spr. een be- leediging van de N. S. B,, die er recht op heeft evenals elke andere partij geloofd te worden. Het ontwerp acht spr. een volmaakt overbodige legislatieve werkverschaffing. De 'heer Boon (Lib.) ontveinst zich niet, dat ook na de wijziging van het wetsontwerp listige ontduikingen moge lijk zullen zijn. Maar dat is altijd het ge val. Met het oog op de communisten, van wier zijde een latent gevaar bestaat, is het verbod een voortreffelijke maatregel. De N. S. B. is een getrouwe copie van de Duitsch nationale beweging. Te Berlijn was er in 1931 een proces, waarin de lei der der beweging in Duitschland ver klaarde, dat de S. A.-afdeeiingen geen stormafdeelingen waren, maar sport- en Saalschutz -afdeelingen. D'e heer Westerman verdedigde de weerafdeeling als noodzakelijk tegen ge weld, maar zoo hebben de advocaten der nationaal-socialisten in Duitschland de S. A.-afdeelingen steeds verdedigd. N. S. B.-ers lieten in een vergadering te Am sterdam van Zwart Front witte muizen los, blijkbaar om de idee te doen over winnen (gelach). Het wangedrag in vergaderingen is speciaal iets van de N. S. B. Spr. zal het wetsontwerp van harte steunen. De heer J o e k e s (V. D.) Spr. vindt den vorm van het wetsontwerp niet ele gant. Het begint met een algemeen ver bod en\daarna wordt bepaald, dat bij al- gemeenen maatregel van bestuur organi saties worden toegelaten, voor welke het verbod niet geldt. De wet en de algemeene maatregel van bestuur, mitsgaders hun toepassing moe ten gericht zijn op het hart van het ver keerde schijnsel en mogen niet door ca mouflage verijdeld worden. Met het wets ontwerp gaat spr. mee. De heer S c h a e p m a n (R. K.) geeft toe, dat het verbod in het wetsontwerp ruim gesteld is, maar dit is noodzakelijk, gezien wat er voorvalt onder het Uniform verbod, dat aan het uniform-dragen geen eind maakt. Als het er op aankomt, heeft spr. nog liever, dat er openlijk weerkorp sen zijn dan machtsvorming in het ge heim. D'e heer De V i s s e r (G. P.) zegt, dat er maar één middel is om een eind te maken aan particuliere machtsvorming: het verbod van de N. S. B. en van haar organisaties. Spr. leest uit een circulaire voor, dat bij de relletjes 'bij „Heldenkermis" N. S. B.-ers geen lidmaatschapskaart in hun zak mochten steken. Tot den heer Wes- terman zegt spr.: U hebt waarschijnlijk uw lidmaatschapskaart ook niet in uw zak! (Gelac'h). De heer S n e e v 1 i e t (R. S.) be schouwt het ontwerp als een uiting van bankroet der burgerlijke democratie, die haar eigen grondslagen niet meer ver trouwt en sterkere bevoegdheden noodig heeft voor het centrale gezag. De heer Arts (K. D. P.) stemt met de algemeene strekking van het wetsontwerp in, maar gelooft niets van de werkelijke resultaten. Men fulmineert nu tegen de N. S. B., maar in de Zuidelijke streken van ons land groeit „Zwart Front", een 'beweging, die even gevaarlijk is als de N. S. B. De Minister van Justitie, de heer Van S c h a i k, zal zich be perken tot het centrale punt. Dit is, dat het alleen op den weg der overheid ligt, de orde te handhaven. Het wetsontwerp is zeker niet gericht tegen een bepaalde fysieke machtsvor ming, maar wel hebben verschijnselen, die zich bij de nationaal-socialisten heb ben voorgedaan, de zaak voor de regee ring acuut gemaakt. De organieke opzet van diensten als van de N. S. B. geeft aanleiding tot het vermoeden, dat er toch iets meer aan de hand is dan de bedoe ling, zich tegen geweld te beschermen. Zulke korpsen kunnen in revolutionaire tijden gevaarlijk zijn. Welke partij' er ooit aan de macht zal komen, altijd zal alleen de overheid de machtsmiddelen mogen hanteeren. Geen partij zal met behulp van eigen machtsmiddelen aan de macht mo gen komen. De politie kan de menschen beschermen en beschermt hen ook. portret, een foto van een meisjesgelaat, niet zoo 'bijzonder schoon als wel ernstig en bekoorlijk, met een weelde van raven zwart haar, doch met iets in haar ver schijning, dat niet paste in de wereld, die Foxelwood's kasteel omsloot. Sylvia wees naar het donkere vocht in de karaf. „Geen wonder, dat je je niet onder de menschen wilt begeven, als je dat goed drinkt", zei ze dan openhartig. „En waar om he'b je dat meisje op je bureau ge plaatst", vervolgde ze met een stem, waar in minachting klonk. „Beslist, Romney, je kunt het niet ernstig meenen. Ik heb er reeds over hooren babbelen, maar na tuurlijk geloofde ik het niet. I'k dacht, dat het maar een grap van je was. Maar om nu ook reeds met haar portret in je ka mer te pronken". Hët volgend oogenblik was ze de kamer uit en holde de trap af, naar buiten, waar haar lievelingspaard ongeduldig stond te trappelen, aan den teugel van een rij knecht. Zij reed de groote poort uit om zioh te voegen bij de groep, die op het dorpsplein wachtte, met een nog onheilspellend vuur in de oogen, maar bemerkte noch kapi tein Beaulieu noch Paul Schriven, welke beide onmiddellijk hadden vernomen, dat zij haar broeder zou vergezellen. Paul voegde zich bij de groep, waarvan Sylvia het centrum uitmaakte. Dten heer Duymaer van Twist zegt spr., dat de regeering op de hoogte is van wat er in de onderscheidene volksgroepen om gaat, maar zij kan niet nader hierover mededeelingen doen. De regeering meent, dat het verbieden van de N. S. B. een uiterste middel is en dat men gewoonlijk met vrijheid verder komt. Moc'ht het noodig zijn, de N. S. B. te verbieden, dan zullen ook an dere groepen verboden wor den, want dan valt er nog wel wat meer te doen dan wat de N. S. B. aangaat. Naar spr.'s meening heeft het uniform verbod zijn doel bereikt. Dit doel was, de uniformen van de straat te weren en niet door opzichtige onderscheidingsteekenen aanstoot te laten geven. Komt de B. V. L. onder de wapenen, dan is hij een overheidsinstituut, maar zoo lang hij niet onder de wapenen staat, is hij een zuiver particuliere instelling en daarom valt hij onder de wet. Spr. is overtuigd, dat het wetsontwerp aan ongewenschte particuliere machts vorming een eind zal maken, en beveelt 'het bij de Kamer aan, Het ontwerp werd z. h. s. aangenomen met verklaring, dat de Communisten en de heer Sneevliet tegen zijn. KON ZIJN ARM NIET OPBEUREN. Nu vrij van alle pijn. „Ik kan niet dankbaar genoeg zijn voor hetgeen Krusehen Salts vo.or mij gedaan heeft. Ik neem iederen morgen op mijn nuchtere maag de dagelijksche dosis te gen rheumatiek. In mijn werkkring hen ik blootgesteld aan weer en wind, terwijl ik bovendien bijna 20 K.M. per dag moet fietsen. Het was zoo erg, dat ik mijn arm niet meer kon opbeuren; mijn beenen deden mij ontzettend pijn als ik een kleine afstand gereden had. Nadat ik vrijwel alles 'geprobeerd had. en zelfs alle tanden had laten trekken, raadde een vriend mij eens een proef met Krusehen Salts te nemen. In korten tijd verminderden toen de pijnen en heden ten dage blijf ik vol komen gezond door mijn dagelijksche do sis Krusehen Salts." D. G. T. te B. Rheumatisc-he pijnen hangen samen met een overmaat van urinezuur in het bloed. D'it gevaarlijke zuur ontstaat als gistingsproduct van afvalstoffen, die zich m het lichaam hebben opgehoopt. Kru sehen Salts nu spoort de afvoerorganen: ingewanden, nieren en lever aan tot krachtiger werking, waardoor de afval stoffen langs de natuurlijke kanalen zacht en volkomen uit het lichaam zullen wor den verwijderd. Het bloed wordt gezui verd, waardoor de pijnen afnemen om ten slotte geheel te verdwijnen. Krusehen Salts is uitsluitend verkrijg baar bij alle apothekers en erkende dro gisten a 0.90 en 1.60 per flacon, om zetbelasting inbegrepen. Let op, dat op het etiket op de flesch, zoowel als op de buitenverpakking, de naam Rowntree Handels Maatschappij, Amsterdam, voor komt. (Adv.) MINISTER VAN LIDTH DE JEUDE IN ZEELAND. Een rondreis door Zeeuwsch- Viaanderen en Zuid-Beveland. Donderdagavond kwam de Minister van Waterstaat, jhr ir O. C. A. van Ladth de Jende te Middelburg aan en nam zijn intrek ten huize van den Commissaris der Koningin in Zeeland, jhr mr J. W. Quar- les van Ufford. Heden (Vrijdag)morgen begaf de Mi nister zich met het college van Gedep. Staten, de hoofdingenieurs van den Rijks- en Prov. Waterstaat, de heeren Ir J. P. Walland en Ir J. J. van Leeuwen, naar Vlissingen, om aldaar naar Breskens over te steken. Het eerste doel van het bezoek was de omgeving van het den laatsten tij'd veel besproken Zwin, doch niet om over al of niet indijken te oordeelen, maar wel over de kwestie van de wegverbinding met bet aangrenzende deel van Belgie. Van het Zwin ging het in de richting van Oostelijk Zeeuwsch-VlaaDderen en wel om bij' de Isabellaslms inlichtingen te verkrijgen naar aanleiding van de klach ten over de waterloozing ook voor de aan grenzende polders van Belgisch Vlaan deren. De volgende halte was Sas vin Geul en van daar ging het langs het kanaal naar Neuzen, om hij' de staalfabrieken te Sluis kil de auto's te verlaten en met een bootje het kanaal over te steken, om den aanleg van de nieuwe Rijkshaven Ier plaatse te bezichtigen. Te Terneuzen aangekomen werden de wethouders aldaar in de gelegenheid ge steld met den minister een onderhoud te hebben o.a. over de h.i. veel te smalle brug in den weg NeuzenAxel. Van Terneuzen ging het over Zaamslag en van daar over den nieuwen Prov. weg naar Hulst en verder naar Clinge. Hier kon het gemeentebestuur het belang van een goeden weg ClingeNieuw-Namen bij den minister bepleiten. D'it was het laatste rustpunt in Z. Vlaanderen, want nu ging het naar Walsoorden om weder de Westerscbelde over te steken, want ook op Zuid-Beve land wilde de minister zich zelf overtui gen van een bepaalde zaak en wel van de verbinding GoesHoedelcenskerke en speciaal van den afstand van de haven naar het station van den locaaltrein in laatstgenoemde plaats en van het cen trum der andere belanghebbende gemeen ten naar de betrokken stations, een en ander met het oog op de aan den heer de Bart te Goes onthouden concessie voor verlenging van den autobusdienst Goes Hoedekenskerke. Biji terugkomst in Middelburg zouden de deelnemers aan den tocht met den mi nister als gasten aanzitten aan het diner ten huize van den Commissaris der Ko ningin, waar dan ook de heer G. J. Ben- sink, bedrijfsdirecteur van de Stoom- vaart-vMij, Zeeland, wier belangen ook zoo nauw met Waterstaat in betrekking staan, zou aanzitten. Zeeuwsch-Vlaamsche Tramweg- Maatschappij. Aan het voorloopig verslag der Twee de Kamer over het wetsontwerp, houden de vermindering van de vordering op de Zeeuwsch-Vlaamsche tramweg maat schappij, gevestigd te Terneuzen, wegens rentelooze voorschotten voor den aanleg en het in exploitatie brengen van tram wegen in Zeeuwsch-Vlaanderen ontleeneu we het volgende: Vele'leden juichten de indiening van dit wetsontwerp toe. Naar hun oordeel kan het tramverkeer in Zeeuwsch-Vlaanderen, in het bijzonder voor het goederenvervoer, niet worden gemist. Opgemerkt werd, dat de coördinatie van het verkeer in Zeeuwsch-Vlaanderen niet alleen door gebrek aan samenwer king met de N.V. stoomtram Breskens- Maldeg'hem, maar ook door de concur rentie van de A.T.O. veel te wenschen overlaat. Provinciale Zeeuwsche Brandweerbond. De Provinciale Zeeuwsche Brandweer- hond vergaderde te Middelburg onder voorzitterschap van den heer M. Fern- hout, burgemeester van Middelburg, die gelegenheid vond dank te brengen voor de medewerking, die verleend is bij de voorbereiding van de luchtbeschermings oefening in het bijzonder door den heer Bierman, die op verschillende plaatsen een lezing over deze materie hield. Het hoofdpunt der agenda was de sta tutenwijziging der Kon. Nederl. Brand weer vereeniging, waarvan nu alleen de Provinciale Bonden lid kunnen zijn, die dan rechtspersoonlijkheid moeten bezit ten. Juist bij de punten, waartegen uit de vergadering eenige bezwaren naar voren werden gebracht, bleek, dat deze zich absoluut niet voor verandering leen- Een toelichting ter voorkoming van misverstand. Het bezoek, door Jhr Ir van Lidth de Jeude, minister van Waterstaat, verge zeld van den hoofdingenieur-directeur der wegenverbetering Dr Ir Wentholt, kortelings aan Duitschland gebracht, heeft aanleiding gegeven tot commentaar in de pers, waaruit blijkt, dat er mis verstand heerscht omtrent de beteekenis van deze reis. Deze geschiedde, naar de Regeerings- persdienst meldt, op uitnoodiging van den Generalinspektor für das Deutsche Stras- senwesen, Dr Ir Todt en beoogde, den Nederlandschen autoriteiten de gelegen heid te bieden, zioh van de vorderingen der techniek op het gebied van auto- wegenaanleg in Duitschland op de hoogte to stellen, waarvoor de autowegen Keu lenDusseldorp en FrankfortMann heim werden bezichtigd. Het gold dus een bezoek in den geest van dat, hetwelk kort geleden aan Parijs werd gebracht ter bestudeering van de koppelleidingen van electrische centrales. De bijwoning van de opening van den autoweg KeulenDusseldorp, waarvan vooraf niet eens bekend was, dat deze door minister Goebbels zou geschieden, vormde -dan ook uiteraard niet het doel van de reis. In tegenspraak met hetgeen vermeld is, kan worden meegedeeld, dat de minister, zooals trouwens vanzelf spreekt, geen enkele redevoering heeft gehouden en evenmin is toegesproken. Waardeer ende uitlatingen van den minister over het werk en over de geest drift waarmede dit verricht werd, moe ten uiteraard beschouwd worden in het kader van een louter technische excursie. den, omdat men dan met de statuten der K.N.V.B. in strijd zou komen. Ten slotte werden de statuten z.h st. vastgesteld zooals zij waren voorgesteld. De beschrijvingsbrief voor de op 21 en 22 Juni te Amsterdam te houden alge meene vergadering van de K.N.B.V., gaf geen aanleiding tot 'besprekingen. Wel werd 'besloten er een afgevaardigde heen te zenden. Het bestuur wees den heer H. Bierman aan. Bij de rondvraag kwam de vraag naar voren waarom er in Axel en omgeving geen cursus voor de brandmeesters is ge houden zooals was toegezegd. Uit de ant woorden bleek, dat het aantal deelnemers niet voldoende was en de kosten niet ge dekt konden worden, wat ook in Schou wen en Duiveland het geval was. Ziekenhuisverpleging op het eiland Tholen. Gisteravond werd te Tholen een ver gadering gehouden van doktoren en be sturen van Groene Kruis-vereenigingen op het eiland Tholen, teneinde te be spreken de mogelijkheid van het oprich ten van een vereen, voor ziekenhuisver- pleging voor dit eiland. De voorzitter, de heer Hanssens, burgemeester van Sta- venisse, verwelkomde in het bijzonder de heeren J. H. Klooster te Ellewoutsdijk en A. de Lange te Goes, resp. penningmees ter en secretaris van de Vereen, voor Zie kenhuisverpieging op Z.- en N.-Beveland, die waren uitgenoodigd aanwezig te wil len zijn tot het verstrekken van de noo- dige inlichtingen. Nadat beide heeren een kort inleidend woord hadden gesproken, werden tal van vragen in een vorige en deze vergade ring gesteld, beantwoord, zoodat het nut en de werking van een dergelijke veree niging duidelijk werden aangetoond. Uit de besprekingen bleek wel, dat men algemeen voelde voor de oprichting van een zoodanige vereeniging en het risico van kleine, plaatselijke vereenigingen in zag. Daarom zal nader de mogelijkheid onder het oog worden gezien van aan- Ingezonden Mededeeling. NEERLANDS ZUIVEL VOEDT U GOEDl Toen hij dat deed, reed hij voorbij een aantal voetgangers, die vanuit Leather- gate gekomen waren om 't bonte schouw spel gade te slaan. Plots blikte hij in het gelaat van Philippa, die daar stond in haar keurig wandelcostuum en de hooge wandellaarzen. Haar gelaat straalde en ze blikte hem aan met een lach in haar oogen. Ze zou hem graag een compliment gemaakt hebben om zijn middeleeuwsch uiterlijk, toen hij voor haar zijn hoed lichtte. Ze zou niet de verstandige Philippa van vroeger zijn geweest als ze een onbezon nenheid ten zijnen koste had uitgehaald. Ze staarde hem achterna, toen hij het veld overreed en zich naar het dames gezelschap begaf. Haar gelaat verzachtte, toen zij hein op Sylvia zag toerijden en deze begroette. Syjvia keerde zich met een sohuchteren groet tot hem, en toen hij haar kleine ■hand in de zijne nam en. deze een oogen blik vasthield, verlangde hij haar te zeg gen, dat zij waren als twee alpenrozen, waarop de ochtenddauw nog rust. Doch inplaats daarvan vroeg hij ietwat lomp: „Is u blij, me weer te zien?" „Welja". „Het schijnt lang te zijn geleden sinds Juni". „Sinds Juni? O neen, absoluut niet. Het is gewoon-voorbij gevlogen". „Wat is dan gebeurd in Juni?" „Bent u dat vergeten?" In zijn stem klonk een zacht verwijt. „Ik zal ze nim mer vergeten de bloeiende, kastanjeboo- men in het Kensington Park". „O ja, de bloeiende kastanjeboomen!" Een oogenlblik bleven haar oogen in de zijne rusten. „Ja, ja, ik herinner me de kastanjeboomen nog heel goed. Ze waren dit jaar ook buitengewoon mooi, niet? We hebben er nog thee onder gedronken." Met verlangenden blik staarde Paul naar het rooddoorploegde veld, dat grens de aan het dichte struikgewas, waar, naar hij hoopte, op een afgezonderd plekje, Sylvia voor hem alleen zou zijn. Ta-tara. Taterata-ta-ta. Taterata-ta-ta. Door de stille, zachte lucht en over de goudgekleurde struiken kwam plots die langgerekte, doordringende 'klank.... de muziek van de hoorn van den jacht meester. Het geheimzinnig gezwiep der zwepen en het laag doordreunende gebas der hon- dne doorklonken het woud. „Ze hebben gevangen," fluisterde Paul •in geestdrift, gereed zijn paard de sporen te geven. „Ontsnaptontsnaptontsnapt I" schreeuwde de jachtmeester, daar de waldhoorn zijn klank veranderde. Plots 'kwam op dat oogenblik vanuit het struikgewas een sluipend roodbruin heest te voorschijn, dat veel haast scheen te hebben. Tegen den heuvel aan de over zijde liep het op, met zijn pluimige staart, elk oogenblik meer afstand laten tusschen zich en de achtervolgende honden. Meteen was het geheele veld vol ruiters, die met een wilden sprong over de laatste hinder nis 'zonder haperen heenkwamen en nu uit het gezicht verdwenen. Philippa had zich voorgenomen dien dag niet hard te loopen. Ze overlegde hij zichzelven dat ze moe was en misschien ja, dat .moest het wel zijn ze werd oud, wellicht 'vóór haar tij'd. Daarom be sloot ze maar tot aan het woud te wan delen en dan zou ze vandaar zonder om weg naar het dal terugkeeren, waar I.eathergate lag, om tijdig voor de lunch thuis te zijn. Doch toen ze de waldhoorn hoorde schallen, vergat ze deze voornemens. Ze rende tegen de zachtglooiende heuvels op naar het woud, dat de dichtstbijzijnde heuveltop 'begrensde. Ze gaf niet om de belemmerende voren van het pas-geploegde land. Voort ging het; nu eens baande ze zich een weg door open plaatsen in het struikgewas, dan weer zag zij zich de weg afgesloten door een moeras, doch voort ging het, steeds volgend het vroolijk geschal dat opnieuw klonk door de heldere Novem- berlucht. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1936 | | pagina 5