DEZEEOW
ALS DE LIEFDE RIJPT
Wijze miniglieid: Méér Zuivelgerechten f
TWEEDE BLAD
Staten-Generaal.
De oproeping voor 't
examen thuis gekregen?
Uit de Provincie
Minister v. Lldth de Jeude's
bezoek aan Duitschland.
FEUILLETON
VAN
VRIJDAG 29 MEI 1936, Nr 202.
TWEEDE KAMER.
BESTRIJDING PARTICULIERE
WEERKORPSEN.
Het ontwerp is niet tegen be
paalde partijen gericht, al heb
ben sommige gebeurtenissen
het accuut gemaakt.
Zender hoofdelijke stemming
aangenomen.
De Tweede Kamer behandelde gisteren
het wetsontwerp voorziening omtrent de
weerkorpsen.
De heer Duymaer van Twist
(A. R.) juicht het ontwerp toe, maar hij
meent, dat het niet ver genoeg gaat. Spr.
is er niet gerust op, dat de regeering vol
komen op de hoogte is van hetgeen plaats
vindt bij de N. S. B., wijst op de geheime
circulaire aan leden van de N. S. B. en
is niet gerust, dat machtsvorming door
dit ontwerp kan worden tegengegaan. Wat
doet de regeering tegen de jeugdstorm en
de gilden?
Rechtstreeks gevaar dreigt van weer
korpsen in dienst van politieke organisa
ties. Zal de regeering haar doel met dit
ontwerp bereiken? De weerafdeelingen
van de N. S. B. zijn officieel ontbonden,
maar is deze ofheffing niet formeel, en
zijn deze weerkorpsen inderdaad al geli
quideerd? Spr. wijst op het Uniformver-
bod, hetwelk niet belet dat N. S. B.-ers
op de vergaderingen in uniform verschij
nen.
De heer T i 1 a n u s (G. H.) vestigt de
aandacht op de toenemende sympathie
voor de uniform zoowel bij jongeren als
bif ouderen. De petten- en mutsenmanie
van eenige jaren geleden, na-aperij van
het buitenland, is plotseling weer verdwe
nen. Ons volk neemt deze dingen op, maar
stoot ze weer uit, als een gezond lichaam
zieke deelen. Maar waakzaamheid is in
middels toch geboden. Dit ontwerp acht
Spr. noodig. Het heeft al preventief ge
werkt, men heeft wijziging in weer-afdee-
lingen gebracht.
De wet worde niet al te zachtzinnig ge
hanteerd. Spr. heeft er geen al te groote
verwachtingen van, hecht meer aan terug
keer van evenwichtige gedachten bij ons
volk, doch zal gaarne zijn stem aan het
ontwerp geven.
Ook de heer A 1 b a r d a (Soc.-dem.)
zal gaarne zijn stem aan dit ontwerp ge
ven, al vindt hij het vaag.
Spr. gelooft dat de N. S. B. haar plan
nen zorgvuldig camoufleert. In Amster
dam is een strooibiljet verspreid waarin
gesproken wordt van het hoofd van den
afweerdienst, Jhr v. de Goes van
Naters. Hoe kan dat, als die dienst is
opgeheven?
Spr. betwijfelt of dit ontwerp zijn doel
bereiken zal. Hij dringt aan op krachtige
toepassing.
De heer W esterman (voorheen
Nat. Herst., thans N. S. B.?) acht dit een
hoogst eigenaardig wetsontwerp, teeken
des tijds in den meest ongunstigen zin
van het woord.
De weerkorpsen, die het ontwerp be
strijden wil, zijn er niet.
De afweerdienst van de N. S. B. is een
voudig wat een andere politieke partij den
dienst van ordecommissarissen noemt.
Van een werkelijk gevaar is geen spra
ke. D'e zinsnede uit de memorie van ant
woord, dat de regeering op het oogen-
Maakt Ge U bewust of onbewust*een
beetje ongerust? Voelt Ge een gejaagdheid
bij U opkomen? Voelt Ge U wal dof in Uw
hoofd? Komt er wat hoofdpijn op, neem
'n „AKKERTJE", het maakt U rustig en kalm.
Uit het Engelsch.
12) O'
„Ja, ongelukkig genoeg wel", zei hij.
„Maar ik geef het nog niet op. Ik heb ook
iets van de familietrek van aanhouden,
als het namelijk op poëzie aankomt. Daar
in hen ik wel een echte zoon van mijn
vader. Ik zal mijn eigen pad wel door
het leven zien te banen."
Hij sprak met de verwaandheid van
zijn overmoedige jeugd, maar Sylvia lach
te. Wanneer zij in conflict kwam met haar
oudere broer, gaf zij' altijd toe, want, al
wilde zij thet zichzelf niet bekennen, ze
was bang voor Rupert.
Maar Romney en zij hadden hun pril
ste jeugd te zamen doorgebracht, zonder
moederliefde te kennen. Samen hadden
ze gespeeld, gekibbeld, elkander geholpen.
Ze waren teen 'beiden nog kinderen, wel
ke dartelden met het leven en slechts het
vroolijke ervan begeerden.
De oogen van het meisje volgden die
van haar 'broeder en werden donker. Zij
dwaalden vanaf de halfledige waterkaraf
die op het schrijfbureau stond en die
Romney met zijn adjectieven den voor
bijen nacht had doorgeholpen, naar een
'blik nog geen aanleiding heeft aan de ont
binding van de z.g. weer-afdeelingen van
de N. S. B. te twijfelen acht spr. een be-
leediging van de N. S. B,, die er recht op
heeft evenals elke andere partij geloofd
te worden.
Het ontwerp acht spr. een volmaakt
overbodige legislatieve werkverschaffing.
De 'heer Boon (Lib.) ontveinst zich
niet, dat ook na de wijziging van het
wetsontwerp listige ontduikingen moge
lijk zullen zijn. Maar dat is altijd het ge
val.
Met het oog op de communisten, van
wier zijde een latent gevaar bestaat, is
het verbod een voortreffelijke maatregel.
De N. S. B. is een getrouwe copie van
de Duitsch nationale beweging. Te Berlijn
was er in 1931 een proces, waarin de lei
der der beweging in Duitschland ver
klaarde, dat de S. A.-afdeeiingen geen
stormafdeelingen waren, maar sport- en
Saalschutz -afdeelingen.
D'e heer Westerman verdedigde de
weerafdeeling als noodzakelijk tegen ge
weld, maar zoo hebben de advocaten der
nationaal-socialisten in Duitschland de
S. A.-afdeelingen steeds verdedigd. N. S.
B.-ers lieten in een vergadering te Am
sterdam van Zwart Front witte muizen
los, blijkbaar om de idee te doen over
winnen (gelach).
Het wangedrag in vergaderingen is
speciaal iets van de N. S. B. Spr. zal het
wetsontwerp van harte steunen.
De heer J o e k e s (V. D.) Spr. vindt
den vorm van het wetsontwerp niet ele
gant. Het begint met een algemeen ver
bod en\daarna wordt bepaald, dat bij al-
gemeenen maatregel van bestuur organi
saties worden toegelaten, voor welke het
verbod niet geldt.
De wet en de algemeene maatregel van
bestuur, mitsgaders hun toepassing moe
ten gericht zijn op het hart van het ver
keerde schijnsel en mogen niet door ca
mouflage verijdeld worden. Met het wets
ontwerp gaat spr. mee.
De heer S c h a e p m a n (R. K.) geeft
toe, dat het verbod in het wetsontwerp
ruim gesteld is, maar dit is noodzakelijk,
gezien wat er voorvalt onder het Uniform
verbod, dat aan het uniform-dragen geen
eind maakt. Als het er op aankomt, heeft
spr. nog liever, dat er openlijk weerkorp
sen zijn dan machtsvorming in het ge
heim.
D'e heer De V i s s e r (G. P.) zegt,
dat er maar één middel is om een eind te
maken aan particuliere machtsvorming:
het verbod van de N. S. B. en van haar
organisaties.
Spr. leest uit een circulaire voor, dat
bij de relletjes 'bij „Heldenkermis" N. S.
B.-ers geen lidmaatschapskaart in hun
zak mochten steken. Tot den heer Wes-
terman zegt spr.: U hebt waarschijnlijk
uw lidmaatschapskaart ook niet in uw
zak! (Gelac'h).
De heer S n e e v 1 i e t (R. S.) be
schouwt het ontwerp als een uiting van
bankroet der burgerlijke democratie, die
haar eigen grondslagen niet meer ver
trouwt en sterkere bevoegdheden noodig
heeft voor het centrale gezag.
De heer Arts (K. D. P.) stemt met de
algemeene strekking van het wetsontwerp
in, maar gelooft niets van de werkelijke
resultaten. Men fulmineert nu tegen de
N. S. B., maar in de Zuidelijke streken
van ons land groeit „Zwart Front", een
'beweging, die even gevaarlijk is als de N.
S. B.
De Minister van Justitie,
de heer Van S c h a i k, zal zich be
perken tot het centrale punt. Dit is, dat
het alleen op den weg der overheid ligt,
de orde te handhaven.
Het wetsontwerp is zeker niet gericht
tegen een bepaalde fysieke machtsvor
ming, maar wel hebben verschijnselen,
die zich bij de nationaal-socialisten heb
ben voorgedaan, de zaak voor de regee
ring acuut gemaakt. De organieke opzet
van diensten als van de N. S. B. geeft
aanleiding tot het vermoeden, dat er toch
iets meer aan de hand is dan de bedoe
ling, zich tegen geweld te beschermen.
Zulke korpsen kunnen in revolutionaire
tijden gevaarlijk zijn. Welke partij' er ooit
aan de macht zal komen, altijd zal alleen
de overheid de machtsmiddelen mogen
hanteeren. Geen partij zal met behulp van
eigen machtsmiddelen aan de macht mo
gen komen. De politie kan de menschen
beschermen en beschermt hen ook.
portret, een foto van een meisjesgelaat,
niet zoo 'bijzonder schoon als wel ernstig
en bekoorlijk, met een weelde van raven
zwart haar, doch met iets in haar ver
schijning, dat niet paste in de wereld, die
Foxelwood's kasteel omsloot.
Sylvia wees naar het donkere vocht
in de karaf.
„Geen wonder, dat je je niet onder de
menschen wilt begeven, als je dat goed
drinkt", zei ze dan openhartig. „En waar
om he'b je dat meisje op je bureau ge
plaatst", vervolgde ze met een stem, waar
in minachting klonk. „Beslist, Romney,
je kunt het niet ernstig meenen. Ik heb
er reeds over hooren babbelen, maar na
tuurlijk geloofde ik het niet. I'k dacht, dat
het maar een grap van je was. Maar om
nu ook reeds met haar portret in je ka
mer te pronken".
Hët volgend oogenblik was ze de kamer
uit en holde de trap af, naar buiten, waar
haar lievelingspaard ongeduldig stond te
trappelen, aan den teugel van een rij
knecht.
Zij reed de groote poort uit om zioh te
voegen bij de groep, die op het dorpsplein
wachtte, met een nog onheilspellend vuur
in de oogen, maar bemerkte noch kapi
tein Beaulieu noch Paul Schriven, welke
beide onmiddellijk hadden vernomen, dat
zij haar broeder zou vergezellen.
Paul voegde zich bij de groep, waarvan
Sylvia het centrum uitmaakte.
Dten heer Duymaer van Twist zegt spr.,
dat de regeering op de hoogte is van wat
er in de onderscheidene volksgroepen om
gaat, maar zij kan niet nader hierover
mededeelingen doen.
De regeering meent, dat het verbieden
van de N. S. B. een uiterste middel is en
dat men gewoonlijk met vrijheid verder
komt. Moc'ht het noodig zijn, de N. S. B.
te verbieden, dan zullen ook an
dere groepen verboden wor
den, want dan valt er nog wel wat meer
te doen dan wat de N. S. B. aangaat.
Naar spr.'s meening heeft het uniform
verbod zijn doel bereikt. Dit doel was, de
uniformen van de straat te weren en niet
door opzichtige onderscheidingsteekenen
aanstoot te laten geven.
Komt de B. V. L. onder de wapenen,
dan is hij een overheidsinstituut, maar
zoo lang hij niet onder de wapenen staat,
is hij een zuiver particuliere instelling en
daarom valt hij onder de wet.
Spr. is overtuigd, dat het wetsontwerp
aan ongewenschte particuliere machts
vorming een eind zal maken, en beveelt
'het bij de Kamer aan,
Het ontwerp werd z. h. s. aangenomen
met verklaring, dat de Communisten en
de heer Sneevliet tegen zijn.
KON ZIJN ARM NIET OPBEUREN.
Nu vrij van alle pijn.
„Ik kan niet dankbaar genoeg zijn voor
hetgeen Krusehen Salts vo.or mij gedaan
heeft. Ik neem iederen morgen op mijn
nuchtere maag de dagelijksche dosis te
gen rheumatiek. In mijn werkkring hen
ik blootgesteld aan weer en wind, terwijl
ik bovendien bijna 20 K.M. per dag moet
fietsen. Het was zoo erg, dat ik mijn
arm niet meer kon opbeuren; mijn beenen
deden mij ontzettend pijn als ik een kleine
afstand gereden had. Nadat ik vrijwel
alles 'geprobeerd had. en zelfs alle tanden
had laten trekken, raadde een vriend mij
eens een proef met Krusehen Salts te
nemen. In korten tijd verminderden toen
de pijnen en heden ten dage blijf ik vol
komen gezond door mijn dagelijksche do
sis Krusehen Salts." D. G. T. te B.
Rheumatisc-he pijnen hangen samen
met een overmaat van urinezuur in het
bloed. D'it gevaarlijke zuur ontstaat als
gistingsproduct van afvalstoffen, die zich
m het lichaam hebben opgehoopt. Kru
sehen Salts nu spoort de afvoerorganen:
ingewanden, nieren en lever aan tot
krachtiger werking, waardoor de afval
stoffen langs de natuurlijke kanalen zacht
en volkomen uit het lichaam zullen wor
den verwijderd. Het bloed wordt gezui
verd, waardoor de pijnen afnemen om ten
slotte geheel te verdwijnen.
Krusehen Salts is uitsluitend verkrijg
baar bij alle apothekers en erkende dro
gisten a 0.90 en 1.60 per flacon, om
zetbelasting inbegrepen. Let op, dat op
het etiket op de flesch, zoowel als op de
buitenverpakking, de naam Rowntree
Handels Maatschappij, Amsterdam, voor
komt. (Adv.)
MINISTER VAN LIDTH DE JEUDE IN
ZEELAND.
Een rondreis door Zeeuwsch-
Viaanderen en Zuid-Beveland.
Donderdagavond kwam de Minister van
Waterstaat, jhr ir O. C. A. van Ladth de
Jende te Middelburg aan en nam zijn
intrek ten huize van den Commissaris der
Koningin in Zeeland, jhr mr J. W. Quar-
les van Ufford.
Heden (Vrijdag)morgen begaf de Mi
nister zich met het college van Gedep.
Staten, de hoofdingenieurs van den Rijks-
en Prov. Waterstaat, de heeren Ir J. P.
Walland en Ir J. J. van Leeuwen, naar
Vlissingen, om aldaar naar Breskens over
te steken.
Het eerste doel van het bezoek was de
omgeving van het den laatsten tij'd veel
besproken Zwin, doch niet om over al of
niet indijken te oordeelen, maar wel over
de kwestie van de wegverbinding met bet
aangrenzende deel van Belgie.
Van het Zwin ging het in de richting
van Oostelijk Zeeuwsch-VlaaDderen en
wel om bij' de Isabellaslms inlichtingen te
verkrijgen naar aanleiding van de klach
ten over de waterloozing ook voor de aan
grenzende polders van Belgisch Vlaan
deren.
De volgende halte was Sas vin Geul en
van daar ging het langs het kanaal naar
Neuzen, om hij' de staalfabrieken te Sluis
kil de auto's te verlaten en met een bootje
het kanaal over te steken, om den aanleg
van de nieuwe Rijkshaven Ier plaatse te
bezichtigen.
Te Terneuzen aangekomen werden de
wethouders aldaar in de gelegenheid ge
steld met den minister een onderhoud te
hebben o.a. over de h.i. veel te smalle
brug in den weg NeuzenAxel.
Van Terneuzen ging het over Zaamslag
en van daar over den nieuwen Prov. weg
naar Hulst en verder naar Clinge. Hier
kon het gemeentebestuur het belang van
een goeden weg ClingeNieuw-Namen
bij den minister bepleiten.
D'it was het laatste rustpunt in Z.
Vlaanderen, want nu ging het naar
Walsoorden om weder de Westerscbelde
over te steken, want ook op Zuid-Beve
land wilde de minister zich zelf overtui
gen van een bepaalde zaak en wel van
de verbinding GoesHoedelcenskerke en
speciaal van den afstand van de haven
naar het station van den locaaltrein in
laatstgenoemde plaats en van het cen
trum der andere belanghebbende gemeen
ten naar de betrokken stations, een en
ander met het oog op de aan den heer de
Bart te Goes onthouden concessie voor
verlenging van den autobusdienst Goes
Hoedekenskerke.
Biji terugkomst in Middelburg zouden
de deelnemers aan den tocht met den mi
nister als gasten aanzitten aan het diner
ten huize van den Commissaris der Ko
ningin, waar dan ook de heer G. J. Ben-
sink, bedrijfsdirecteur van de Stoom-
vaart-vMij, Zeeland, wier belangen ook
zoo nauw met Waterstaat in betrekking
staan, zou aanzitten.
Zeeuwsch-Vlaamsche Tramweg-
Maatschappij.
Aan het voorloopig verslag der Twee
de Kamer over het wetsontwerp, houden
de vermindering van de vordering op de
Zeeuwsch-Vlaamsche tramweg maat
schappij, gevestigd te Terneuzen, wegens
rentelooze voorschotten voor den aanleg
en het in exploitatie brengen van tram
wegen in Zeeuwsch-Vlaanderen ontleeneu
we het volgende:
Vele'leden juichten de indiening van dit
wetsontwerp toe. Naar hun oordeel kan
het tramverkeer in Zeeuwsch-Vlaanderen,
in het bijzonder voor het goederenvervoer,
niet worden gemist.
Opgemerkt werd, dat de coördinatie
van het verkeer in Zeeuwsch-Vlaanderen
niet alleen door gebrek aan samenwer
king met de N.V. stoomtram Breskens-
Maldeg'hem, maar ook door de concur
rentie van de A.T.O. veel te wenschen
overlaat.
Provinciale Zeeuwsche Brandweerbond.
De Provinciale Zeeuwsche Brandweer-
hond vergaderde te Middelburg onder
voorzitterschap van den heer M. Fern-
hout, burgemeester van Middelburg, die
gelegenheid vond dank te brengen voor
de medewerking, die verleend is bij de
voorbereiding van de luchtbeschermings
oefening in het bijzonder door den heer
Bierman, die op verschillende plaatsen
een lezing over deze materie hield.
Het hoofdpunt der agenda was de sta
tutenwijziging der Kon. Nederl. Brand
weer vereeniging, waarvan nu alleen de
Provinciale Bonden lid kunnen zijn, die
dan rechtspersoonlijkheid moeten bezit
ten. Juist bij de punten, waartegen uit
de vergadering eenige bezwaren naar
voren werden gebracht, bleek, dat deze
zich absoluut niet voor verandering leen-
Een toelichting ter voorkoming van
misverstand.
Het bezoek, door Jhr Ir van Lidth de
Jeude, minister van Waterstaat, verge
zeld van den hoofdingenieur-directeur
der wegenverbetering Dr Ir Wentholt,
kortelings aan Duitschland gebracht,
heeft aanleiding gegeven tot commentaar
in de pers, waaruit blijkt, dat er mis
verstand heerscht omtrent de beteekenis
van deze reis.
Deze geschiedde, naar de Regeerings-
persdienst meldt, op uitnoodiging van den
Generalinspektor für das Deutsche Stras-
senwesen, Dr Ir Todt en beoogde, den
Nederlandschen autoriteiten de gelegen
heid te bieden, zioh van de vorderingen
der techniek op het gebied van auto-
wegenaanleg in Duitschland op de hoogte
to stellen, waarvoor de autowegen Keu
lenDusseldorp en FrankfortMann
heim werden bezichtigd. Het gold dus
een bezoek in den geest van dat, hetwelk
kort geleden aan Parijs werd gebracht ter
bestudeering van de koppelleidingen van
electrische centrales.
De bijwoning van de opening van den
autoweg KeulenDusseldorp, waarvan
vooraf niet eens bekend was, dat deze
door minister Goebbels zou geschieden,
vormde -dan ook uiteraard niet het doel
van de reis.
In tegenspraak met hetgeen vermeld is,
kan worden meegedeeld, dat de minister,
zooals trouwens vanzelf spreekt, geen
enkele redevoering heeft gehouden en
evenmin is toegesproken.
Waardeer ende uitlatingen van den
minister over het werk en over de geest
drift waarmede dit verricht werd, moe
ten uiteraard beschouwd worden in het
kader van een louter technische excursie.
den, omdat men dan met de statuten der
K.N.V.B. in strijd zou komen.
Ten slotte werden de statuten z.h st.
vastgesteld zooals zij waren voorgesteld.
De beschrijvingsbrief voor de op 21 en
22 Juni te Amsterdam te houden alge
meene vergadering van de K.N.B.V., gaf
geen aanleiding tot 'besprekingen. Wel
werd 'besloten er een afgevaardigde heen
te zenden. Het bestuur wees den heer H.
Bierman aan.
Bij de rondvraag kwam de vraag naar
voren waarom er in Axel en omgeving
geen cursus voor de brandmeesters is ge
houden zooals was toegezegd. Uit de ant
woorden bleek, dat het aantal deelnemers
niet voldoende was en de kosten niet ge
dekt konden worden, wat ook in Schou
wen en Duiveland het geval was.
Ziekenhuisverpleging op het eiland
Tholen.
Gisteravond werd te Tholen een ver
gadering gehouden van doktoren en be
sturen van Groene Kruis-vereenigingen
op het eiland Tholen, teneinde te be
spreken de mogelijkheid van het oprich
ten van een vereen, voor ziekenhuisver-
pleging voor dit eiland. De voorzitter, de
heer Hanssens, burgemeester van Sta-
venisse, verwelkomde in het bijzonder de
heeren J. H. Klooster te Ellewoutsdijk en
A. de Lange te Goes, resp. penningmees
ter en secretaris van de Vereen, voor Zie
kenhuisverpieging op Z.- en N.-Beveland,
die waren uitgenoodigd aanwezig te wil
len zijn tot het verstrekken van de noo-
dige inlichtingen.
Nadat beide heeren een kort inleidend
woord hadden gesproken, werden tal van
vragen in een vorige en deze vergade
ring gesteld, beantwoord, zoodat het nut
en de werking van een dergelijke veree
niging duidelijk werden aangetoond.
Uit de besprekingen bleek wel, dat men
algemeen voelde voor de oprichting van
een zoodanige vereeniging en het risico
van kleine, plaatselijke vereenigingen in
zag. Daarom zal nader de mogelijkheid
onder het oog worden gezien van aan-
Ingezonden Mededeeling.
NEERLANDS ZUIVEL VOEDT U GOEDl
Toen hij dat deed, reed hij voorbij een
aantal voetgangers, die vanuit Leather-
gate gekomen waren om 't bonte schouw
spel gade te slaan. Plots blikte hij in het
gelaat van Philippa, die daar stond in
haar keurig wandelcostuum en de hooge
wandellaarzen. Haar gelaat straalde en
ze blikte hem aan met een lach in haar
oogen. Ze zou hem graag een compliment
gemaakt hebben om zijn middeleeuwsch
uiterlijk, toen hij voor haar zijn hoed
lichtte.
Ze zou niet de verstandige Philippa van
vroeger zijn geweest als ze een onbezon
nenheid ten zijnen koste had uitgehaald.
Ze staarde hem achterna, toen hij het
veld overreed en zich naar het dames
gezelschap begaf.
Haar gelaat verzachtte, toen zij hein
op Sylvia zag toerijden en deze begroette.
Syjvia keerde zich met een sohuchteren
groet tot hem, en toen hij haar kleine
■hand in de zijne nam en. deze een oogen
blik vasthield, verlangde hij haar te zeg
gen, dat zij waren als twee alpenrozen,
waarop de ochtenddauw nog rust.
Doch inplaats daarvan vroeg hij ietwat
lomp: „Is u blij, me weer te zien?"
„Welja".
„Het schijnt lang te zijn geleden sinds
Juni".
„Sinds Juni? O neen, absoluut niet.
Het is gewoon-voorbij gevlogen".
„Wat is dan gebeurd in Juni?"
„Bent u dat vergeten?" In zijn stem
klonk een zacht verwijt. „Ik zal ze nim
mer vergeten de bloeiende, kastanjeboo-
men in het Kensington Park".
„O ja, de bloeiende kastanjeboomen!"
Een oogenlblik bleven haar oogen in de
zijne rusten. „Ja, ja, ik herinner me de
kastanjeboomen nog heel goed. Ze waren
dit jaar ook buitengewoon mooi, niet? We
hebben er nog thee onder gedronken."
Met verlangenden blik staarde Paul
naar het rooddoorploegde veld, dat grens
de aan het dichte struikgewas, waar,
naar hij hoopte, op een afgezonderd
plekje, Sylvia voor hem alleen zou zijn.
Ta-tara. Taterata-ta-ta. Taterata-ta-ta.
Door de stille, zachte lucht en over de
goudgekleurde struiken kwam plots die
langgerekte, doordringende 'klank.... de
muziek van de hoorn van den jacht
meester.
Het geheimzinnig gezwiep der zwepen
en het laag doordreunende gebas der hon-
dne doorklonken het woud.
„Ze hebben gevangen," fluisterde Paul
•in geestdrift, gereed zijn paard de sporen
te geven.
„Ontsnaptontsnaptontsnapt I"
schreeuwde de jachtmeester, daar de
waldhoorn zijn klank veranderde.
Plots 'kwam op dat oogenblik vanuit
het struikgewas een sluipend roodbruin
heest te voorschijn, dat veel haast scheen
te hebben. Tegen den heuvel aan de over
zijde liep het op, met zijn pluimige staart,
elk oogenblik meer afstand laten tusschen
zich en de achtervolgende honden. Meteen
was het geheele veld vol ruiters, die met
een wilden sprong over de laatste hinder
nis 'zonder haperen heenkwamen en nu
uit het gezicht verdwenen.
Philippa had zich voorgenomen dien
dag niet hard te loopen. Ze overlegde hij
zichzelven dat ze moe was en misschien
ja, dat .moest het wel zijn ze werd
oud, wellicht 'vóór haar tij'd. Daarom be
sloot ze maar tot aan het woud te wan
delen en dan zou ze vandaar zonder om
weg naar het dal terugkeeren, waar
I.eathergate lag, om tijdig voor de lunch
thuis te zijn.
Doch toen ze de waldhoorn hoorde
schallen, vergat ze deze voornemens. Ze
rende tegen de zachtglooiende heuvels op
naar het woud, dat de dichtstbijzijnde
heuveltop 'begrensde.
Ze gaf niet om de belemmerende voren
van het pas-geploegde land. Voort ging
het; nu eens baande ze zich een weg
door open plaatsen in het struikgewas,
dan weer zag zij zich de weg afgesloten
door een moeras, doch voort ging het,
steeds volgend het vroolijk geschal dat
opnieuw klonk door de heldere Novem-
berlucht.
(Wordt vervolgd.)