E53HH3E EERSTE BLAD Niets nieuws onder de zon. Él Geen economisch defaitisme. Binnenland ZATERDAG 2 MEI 1936 DAGBLAD VOOR DE PROVINCIE ZEELAND 50e JAARGANG Ne. 180 Niet Contra maar Anti-revolutionair. Ji&us Acnoteren, cxLti/d en alleen goede Legkip dan u/ordt je een Buitenland. De oorlog in Abessynië. Belangrijkste Nieuws Zomer sproeten SPRUTOL Uitg.: N.V. Uitgevers Maatschappij „Luctor et Emergo" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw". Bureaux Lange Vorststraat 70, Goes. Telefoonnummer 11. Postcheque en Girorekening 44455 Bijkantoor Middelburg: Fa BOEKHANDEL J. J. FANOY, Lange Burg B 16, Tel. 28. Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA. De Zeeuw Abonnementsprijs f2.50 per kwartaal, weekabonnementen voor Middelburg, Goes en Vlissingcn f0.20. Losse nummers 5 cent. Advertentiön 30 cent per regel. Ingezonden mededeelingen 60 cent per regel. Kleine Advertentiën Dinsdags en Vrijdags f 0.75, bij vooruitbetaling. Onder letter of motto f 0.85. Bij contract belangrijke korting. Dit nummer bestaat uit 2 bladen. Het was een droeve tijd toen nu ruim een eeuw geleden de revolutiebeginselen in ons land zegevierden. Droef, omdat heillooze beginselen als Ook nu weer worden gepropageerd maar al te gemakkelijk ingang vonden bij een groot deel van ons volk, en de pre dikers daarvan met open armen werden ontvangen, maar droef ook, omdat alle innerlijke weerstand bij ons volk bleek te ontbreken. He't was wel snel 'bergaf gegaan met het Nederlandscbe volk. Eenmaal had het op elk gebied aan de spits gestaan. Op het stuk van de negotie stond het vooraan in Europa, maar ook op het stuk van de religie nam het volk dat door het Calvinisme gestempeld was, een eerste plaats in. Helaas die gouden dagen waren voorbij. Be reformatorische beginselen, waarbij ons volk groot geworden was werden in geruild voor de alweer als nu uit het buitenland geïmporteerde revolutio naire theorieën, waarvan velen de eigen lijke 'beteekenis niet begrepen en waarvan het gevaarlijke niet tot hen doordrong. En van hen, die zich nog hielden bij de oude waarheid, ging niet de minste kracht uit. Zij interesseerden zich weinig voor wat er in 'het publieke leven gebeurde. Zij verstonden niet, dat zij ook daar een taak hadden, dat zij ook op dat terrein hun God hadden te dienen. Zij trokken zich in stille overpeinzing, met een boekje in een hoekje uit de on heilige wereld terug, wel bekommerd over het heil van hun ziel, maar niet veront rust door de vraag, hoe de ordinantiën Gods tot toepassing 'konden worden ge bracht, hoe de glorie van des Heeren Naam in deze landen kon worden uitge roepen. Zij verstonden niet, dat het hun roeping was tegenover de boodschap van de revolutie, het Evangelie te stellen. Maar hoe donker het ook was in ihet laatste gedeelte van de 18de eeuw en het 'begin van de volgende eeuw, het licht ont brak toch niet geheel. Er was althans één man, die openlijk weigerde mee te zingen in het koor, dat lofliederen deed hooren ter eere van de goden van dien tijd. Die man was de bekende dichter, Mr Willem Bilderdijk, die, zooals Dr Rull- mann terecht heeft getuigd, de eerste was die de revolutie teekende in haar 'heilloos beginsel en die allen voorgegaan is in den moed oin haar manlijk weerstand te bie den. Bilderdijk was niet wat wij' in onze da gen een 'anti-revolutionair zouden noe men. Maar het anti-revolutionaire begin sel ontbrak toch bij hem niet. Met al de kracht waarover bij be schikte, stelde hij zich tegen de doorwer king van de revolutiebeginselen. Toen in 1795 van hem gevraagd werd onder eed© te verklaren, dat hij wensohte te erkennen en te eerbiedigen de onver vreemdbare rechten van den Mensoh en van den Burger en trouw te_beloven den vo'lke van Holland, in welks boezem de eigenlijke oppermacht berustte, weigerde Bilderdijk zonder meer. Hij verklaarde, dat hij de „rechten van den Mensoh en den Burger" niet kon erkennen en dat hij aan 'dat oppermachtige volk van Hol land niet geloofde. Hij ging liever in ballingschap, dan, zooals zoovele Christenen van zijn tijd, laf te berusten in de heerschappij van de Re volutie. Maar hij was kind van zijn 'tijd toch niet genaderd tot het Anti-revolutio naire standpunt. Voor het goede, dat de revolutietijd bracht had Bilderdijk geen oog. Zelfs de invoering van het tegenwoordige maten- en gewichtenstelsel veroordeelde hij als een uitvinding van den Duivel. Een grondwet beschouwde hij als een verfoeilijke vinding. Voor de rechten en vrijheden des volks had hij geen oog. 'De Koning beschouwde hij als: heersoher onder God, verbonden door 't geweten, die bijraad vordren mag, bezwaar en wensch verstaan, Maar.handlen y r ij als Godi en niemand onderdaan. Als bekend kan worden ondersteld, dat Groen van Prinsterer, hoezeer ook een leerling van Bilderdijk, diens staatkun dige opvattingen volstrekt niet in alles deelde. Groen droeg Bilderdijk de grootste ach ting toe; bij eerde hem als een der groot ste dichters en als een zeldzaam genie en nog meer, „omdat bij zich der waarheid niet geschaamd en, op grond zijner chris telijke overtuiging, met bewonderenswaar dige veerkracht en zelfopoffering, tegen de afgoden dezer eeuw getuigenis afge legd heeft". Maar hij onderschreef niet alles wat „de groote voorganger in een plichtmati- gen strijd" omtrent geschiedenis en staatsrecht leerde. Voor Bilderdijk was het ware begin sel van 'den Staat, door God zelf onmid dellijk gegeven, m o n a r c h i e, en de hoogste ontwikkeling van den staat, te rugkeer tot dat beginsel. D'aarin kon Groen hem niet volgen. „Bilderdjjk, zoo zegt hij in „Ongeloof en Revolutie", heeft te weinig, bijkans zou ik zeggen, ganschelijk niet, het ver schil, het contrast erkend tusschen we zenlijke monarchie gelijk zij op eigen en veelszins beperkt gezag der vorsten berust, en de autocratie, welke, on der den naam'van monarchaal bewind, uit de anarchie, als onvermijdelijk gevolg ontspruit. Vergramd over den telkens terugkee renden geest van Godverzaking en op stand, heeft hij inzichten en wenschen gekoesterd, en zou hij tot bedwang van het kwaad naar middelen hebben kunnen grijpen, die ik althans van revolu tionairen oorsprong en strekking niet gaarne vrij pleit e n zou. Aldus verlangde hij in 1787 de verhef fing van Willem V tot Souverein, op een wijs, die meer aan den wensch naar een krachtig bestuur, dan aan den eisch van eigenaardige hervorming en historische terechtbrenjging beantwoord zou hebben. Aldus was hij voor Napoleon (omdat hij in hem den revolutietemmer en niet tevens den zoon en levensbehouder der omwen teling zag) in 'de eerste jaren van zijn glansrijk beheer, met een geestdrift be zield, aan welke men een der voortreffe lijkste proeven van zijn meesterschap in het lierdicht te danken beeft gehad. Aldus zou hij naderhand door ingeno menheid tegen de beginselen der grondwet te ver afgeleid, misschien aan het vorste lijk gezag een vrijheid van handelen toe gekend hebben, meer overeen komstig met de dwalingen die h ij bestreed, dan met de beginselen die hij voor sten d". v Wij brengen deze dingen in herinne ring, omdat wij dankbaar willen erken nen wat een man als Bilderdijk, als voor- looper der A. R. partij deed. Maar ook om er de aandacht op te ves tigen hoe bij Bilderdijk de waarheid met dwaling gemengd 'was. Dit is niet geheel overbodig, omdat in Christelijken kring meer dan eens staatkundige en sociale theorieën verkondigd worden, die duide lijk 'hun verwantschap met de cou tra-re volutionaire uitspraken van een Bill er- dijk verraden. Wij moeten echter niet zijn contra- maar anti- revolutionair. In onze dagen zien we het verschijnsel dat allerlei revolutionaire theorieën, waarvan de gevaren in het buitenland el- ken dag worden gedemonstreerd, door zoo velen in ons land gretig worden aan vaard. Zelfs door menschen, waarvan men verwachten mocht dat z ij toch wel in staat zijn het revolutionaire, het on christelijke, het gevaarlijke van die theo rieën te onderkennen. O'ok wat dit betreft is er echter niets nieuws onder de zon. In 1795 toen Oranje met hulp van de Fransche revolutie-makers verjaagd was, sprak op het feest der alliantie tusschen de Fransche en de Nederlandsche repu bliek, D1 s J. H. v. d. Palm in de Oost- kerk te Middelburg: „Wij zijn vrijl, want wiji kennen geen trotsche gebieders meer; wij! kennen geen gezag dan 't geen uit onzen boezem is ont leend; geen wet dan het algemeen belang. Zij bestaan niet meer, die dwaze onder scheidingen, die gehate rangen om den troon des gewelds te onderschragen. Wij zijln vrij', want wij zijn gelijk; de waardijl, de eer der menschelijfcheid is weer her steld en gewroken: wiji zijn allen burgers, allen broeders!De Almachtige gebood de elementen en zij gehoorzaamden, de wateren vloeiden niet meer, zij verstijf den tot ijs en werden een gebaande weg, waarlangs de verlossers en de overwin naars der tirannen, tot in het hart onzes Vaderlands doordrongen." Zóó verschrikkelijk verblind was men in 1795. Waarlijk, er is niets nieuws onder de zon. Ingezonden Mededeeling. t AMSTERDAM. O. De regen belemmert den opmarsch der Italianen. Te Addis Abeba worden maatregelen getroffen tot sluiting van het radio-sta tion, hetgeen waarschijnlijk beteekent, dat de keizer en de regeering de stad zullen verlaten. De strijd zou echter daarom nog niet worden opgegeven. De keizer van Abessynië heeft tal van besprekingen gevoerd. Hij ontving o.a. ook verschillende leden van 'het diploma tieke corps. Tot den grooten icrugtocht der Abes- sijnsche troepen is uit strategische over wegingen bevel gegeven. De keizer gelooft nog steeds aan het welslagen van zijn taa'k. Hij. wees er op, dat hij „Abessynië tot zijn laats ten druppel bloeds" zou ver dedigen. Te Addis Abeba gelooft men, dat de keizerin en de koninklijke familie binnen kort naar Jerusalem zullen vertrekken. De negus en de troonopvolger zullen even wel in 'het land blijven met de regeering en vermoedelijk naar een plaats in het Westen van Abessynië de wijk nemen. In een specialen oproep wordt allen lichamelijk ge schikte mannen dringend ver zocht, vandaag met mond voorraad voor vijf dagen, naar het Noorden op te-rukken, ten einde den I'taliaanschen op marsch naar de hoofdstad te stuiten. Deze mannen zullen worden aangevoerd door -ras Getatsjoe. Een correspondent van Reuter meent te weten, dat de keizer nog niet besloten heeft, wat te doen. Hij zou na zijn lange afwezigheid zeer vermoeid zijn en het valt hem moeilijk een 'besluit te nemen. Alle lichamelijk geschikte Abessijnen hebben van hun regeering opdracht ge kregen vandaag naar Abessynië terug te keeren, om zich voor den militairen dienstplicht te melden. Een der 'berichten meldt, dat de han den van den keizer met zwachtels zijn bedekt wegens brandwonden, welke hij, naar verluidt, heef't opgeloopen bij een vijandelijken aanval met gifgassen. Maarschalk Badoglio is met zijn gene- j ralen staf op een punt, 100 K.M. ten Zui- den van Dessie aangekomen. De Italiaansche opmarsch naar Addis j A'beba wordt zeer sterk door den hevigen 1 regenval belemmerd, ofschoon de Ita- lianen nog steeds niet op eenigen tegen- j s'tand stuiten. Hitier betuigt wederom zijn vredeswil. Dhizenden waren gisteren in de Lust- garten te Berlijn samengekomen, om den Führer te 'hooren, bij gelegenheid van het Meifeest. „Duitschland wil vrede'', verklaarde Hitier, vrede in het binnenland om zijn taak te volbrengen, doch ook naar bui ten, aangezien van een door oorlog ver scheurd Europa niets te verwachten is". „Er zijn politici in Europa'', vervolgde Hitier, „die niet gelooven aan dezen vre deswil van D'uitschland. Wij verklaren het evenwel nogmaals; Duitschland wil niets dan vrede en verder verlangt het, dat niemand zich in zijn zaken mengt. Ik zoek niet naar roem en heb niet noodig millioenen mannen te doen dooden, opdat andere millioenen in mij en mijn zen ding gelooven. i De laatste drie jaar heeft Duitschland i niemand kwaad gedaan en heeft'het geen gelegenheid laten voorbijgaan, anderen de hand te reiken. Op hetzelfde oogenblik echter valt men ons aan en beschuldigt men ons, Oosten rijk en Tsjeeho-Slowakije te willen aan vallen. Een kleine internationale groep knoeiers lanceert deze beschuldigingen. Des te meer is het noodig, dat het Duit- sche volk vast aaneengesloten blijft, dan Ter gelegenheid van de herdenking van het 50-jarig bestaan van de Kamer van Koophandel te Amsterdam, heeft Minis ter Gelissen een rede gehouden, waarin hij waarschuwde tegen economisch de faitisme in deze tijden. In de verte, aldus spr., gloren de tee kenen van een oplevende conjunctuur, ook voor ons land. In plaats van lichtpunten te laten schijnen, plaatst men er een domper op en is men somber gestemd. Fout en onverantwoordelijk is het, den toestand beter voor te stellen dan deze is, maar bet is funest de feiten slechter voor te stellen en het economisch defai tisme te bevorderen. zullen de andere volken de hetzers ten slotte afschudden en zullen zij begrijpen, dat de nationale gemeenschap van het Duitsche volk ook een waarachtige Euro- peesche gemeenschap is. De woelingen in Palestina. Nog steeds duren de bloedige onlusten in Palestina voort. T'e Hadera is brand uitgebroken in een fabriek van een Jood- schen eigenaar. De aangerichte schade beloopt tienduizend pond. Door kwaadwilligheid van de zijde der Arabieren zijn in de vlakte van Israël cn te Tel Josef branden uitgebroken, die de oogsten en den aanplant van jonge hoo rnen hebben vernield. Volgens het Joodsche telegraafagent- schap zou de opperste Arabische raad den Britschen hoogen commissaris een ultimatum hebben gesteld, door hem mede te deelen, dat de raad zou weigeren on derhandelingen aan te knoop en of de sta- kingsorder in te trekken, indien de Jood sche immigratie niet zou worden stop gezet. Te Haifa werden vier bommen ge worpen. T'e Ramleh werd een melkwagen aangevallen. Dte chauffeur, die kort ge leden uit Hongarije was aangekomen, werd zoodanig gewond, dat hij spoedig na den aanval overleed. Sedert de onlusten uitbraken, is dit de negentiende Jood, die is gedood. HET ONTWERP REISBELASTING. Vragen in het Belgische Parlement. Het katholieke Vlaamsche Kamerlid, Mr Van Hoeck, burgemeester van Turn hout, heeft aan den Belgischen minister van buitenl'andsche zaken vragen gesteld omtrent de in ons land voorgenomen reisbelasting. Minister Van Zeeland heeft daarop het volgende antwoord gegeven; „Zoodra het ministerie van buitenland- sche zaken en buitenlandschen handel kennis had van het Nederlandsche ont werp van wet tot heffing van een reis belasting, heeft het den Belgischen gezant te 's-Gravenhage gelast de aandacht van de regeering der Koningin te vestigen op het nadeel, dat door de aanneming van den ontworpen tekst aan ons hotel- en toeristenbedrijf, alsmede aan de Belgische kolonie in Nederland, zou veroorzaakt worden." Korte Berichten. i Dte Kust van Burma is door een cy cloon geteisterd. Naar wordt gemeld, zijn tot dusverre honderd personen om het leven gekomen. Noord-Westelijk Iowa en het Zuid westen van Minnesota (Am.) zijn door een cycloon geteisterd. Vijf personen kwa men om het leven. Het juiste aantal slachtoffers is evenwel nog niet bekend, aangezien de verbindingen met enkele steden en dorpen werden verbroken. Binnenland. Koninklijk bezoek aan Amsterdam. Uitbreiding marinepersoneel. Electrificatie bij! de spoorwegen. Rotterdam krijgt een luchtvaartgarnizoen. Buitenland. De regen vertraagt den opmarsch der Italianen naar Addis Abeba. De woelingen in Palestina. verdwijnen spoedig door een pot Bij alle drogisten. HET BEZOEK VAN DE KONINGIN AAN AMSTERDAM. Omtrent 'het bezoek, dat de Koningin aan Amsterdam zal brengen, kan worden gemeld, dat Hare Majesteit op 22 Mei des middags te Amsterdam zal aankomen en tot 28 Mei te Amsterdam zal blijven. DE KONINGIN NAAR HET LOO. Dte Koningin is voornemens, aanstaan den Maandag des ochtends per auto naar het Loo vertrekken. Op weg naar het Loo zal Hare Majesteit te Baarn een kort bezoek brengen aan de tentoonstelling van kunstwerken ten bate van de ver- eeniging Kunst in Nood. Hare Majesteit zal omstreeks 12 uur van Baarn naar het Loo doorrijden. DE ECON. BESPREKINGEN MET BELGIE. Onderhandelaars zijn tot overeenstem ming gekomen. Naar men verneemt, zijn de economi sche onderhandelingen met België thans zoover gevorderd, dat de Nederlandsche en Belgische onderhandelaars tot over eenstemming zijn gekomen en dat nu de resultaten dezer besprekingen bij de beide Regeeringen in studie zijn. REGEERING EN DE E1ERPR1JS. Bij zakken van den prijs worden aanzienlijke quanta uit de markt genomen. Naar aanleiding van het bericht van het Ned. "Weekblad voor Kruidenierswa ren, volgens hetwelk de regeering met het oog op de huidige marktprijzen besloten heeft vo'orloopig af te zien van haar voor nemen, in 'het belang van de eierprijzen 40 millioen eieren uit de markt te nemen, deelt men het volgende mede. Uit dit bericht zou men kunnen opma ken, dat 'de houding der Regeering ten aanzien het uit de markt nemen van eieren zou zijn gewijzigd. Dat is niet juist. De bedoeling van het uit de markt nemen van eieren is de prijzen te stimu- leeren. Dte marktprijs van eieren is echter op het oogenblik van dien aard, dat er voor de Regeering thans geen aanleiding is eieren op te koopen. Wanneer de prijs eventueel gaat zakken, zal de Regeering ongetwijfeld aan 'haar aanvankelijke voor nemen gevolg geven en een niet-onaan- zienlijk kwantum eieren uit de markt nemen. OOK ROTTERDAM KRIJGT EEN LUCHTVAARTGARNIZOEN. Naar gemeld wordt, ligt het in de be doeling om met ingang van 1 October 1936 de tweede vliegtuiggroep der Lucht- vaartafdeeling over te plaatsen naar het vliegveld Waalhaven. Het personeel is reeds toegezegd met deze overplaatsing rekening te houden. D'eze afdeeling, welke staat onder com mando van den kapitein-vlieger F. Ra land, telt ongeveer 15 vliegtuigen en 25 man personeel. De vliegtuigen zijn van het type 'C 5, voorzien van Rolls Royce motoren en hoofdzakelijk bestemd voor verkenningsdoeleinden, hoewel zij ook als liohte bommenwerpers dienst kunnen doen. Na Amsterdam dat, gelijk bekend, zijn luchtvaartgarnizoen krijgt door de over plaatsing van de „Java" naar Schiphol, krijgt dus ook Rotterdam op 1 October zijn hiohtvaartgarnizoen. ELECTRIFICATIE BIJ DE SPOORWEGEN. Een werk van dertig millioen. Naar de chef van den dienst van trac tie en materieel, Ir W. Hupkes mededeelt,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1936 | | pagina 1