Oe Dochtervan den Opperrechter zoo goed voor 't leer! Dr Van Schelven over Abessynië. Als de H.Z. wasch ophangt is zij zoo prachtig helder, dat het werkelijk een genot is om er naar te kijken. En bovendien gaat het wasschen verrassend gemakkelijk en kost bijna niets meer. Kerknieuws krijgt ©en plaquette an wie de xeeste pun ten weet te bereiken een groote zilveren beker. Elke gemeente geldt voor een punt. Wie Den Helder, Vaals, Sluis en Delfzijl heeft, krijgt 20 punten extra. De deelname geldt van 1 April 1930— 31 Maart 1937. Meer dan 1000 gemeente besturen hebben medewerking toegezegd. Verschillende deelnemers zijn al aan het rijden voor dezen wedstrijd. Zóó wil de K. N. A. G. eigen land beter loeren kennen, Ingezonden Mededeeling. rood-en zwart merk. Vlissingen. V estigingseischen. Over bovenstaand onderwerp werd voor de Chr. Middenstandsvereeniging alhier gisteravond door den heer J. de Poorte, accountant te Middelburg, een rede ge houden. Om over te gaan tot het oprichten van een zaak, aldus Spr., behoort in dezen tijd een flinke dosis moed. Allereerst be hoort men te zijn een goed zakenman. Al erft men de zaak van vader, dat is niet genoeg. Men moet ook bezitten een flinke vakkennis. Vooral in dezen crisistijd wordt hier niet voldoende aandacht aan geschonken. Velen uit het leger der werkloozen begin nen het een of ander zaakje, en worden „aankomend middenstander",, doch de vakkennis ontbreekt in de meeste geval len. Spr. wees op het in den manufacturen- handel bestaande stelsel, dat aan bedien den en chefs een bekwaamheidsbrevet wordt uitgereikt. Dit geschiedt door sa menwerking van werkgevers- en werk nemersbonden. Dit stelsel juicht spr. toe. Vervolgens wees spr. op de moeilijkhe den, die vaak doorworsteld moeten wor den, indien men een zaak begint zonder te beschikken over voldoende bedrijfskapi taal. Dit is juist het gevaar voor velen, die probeeren zich op te werken van be diende tot patroon. Een andere vraag van gewicht is de plaats der vestiging van een bedrijf- De middenstander moet ter dege uitkijken, waar hij' zijn zaak zal vestigen. De men- schen komen over het algemeen daar, waar de meeste winkels zijn. Een feit is ook, dat een winkel meestal het best floreert in de onmiddellijke nabijheid van een grootbedrijf. Ook het behoefte-lplement speelt een voorname rol. In ons land zijn op een bevolking van 8 millioen zielen 152.000 winkels, w.o. 12.000 manufacturen, 36.000 kruideniers en 11.000 slagers. Op elke 52 inwoners is er één handeldrijvende mid denstander. Ook dient rekening gehouden te wor den met het verplaatsen van groote groe pen der bevolking, b.v. ontstaan van nieuwe woonwijken. Spr. drong aan op nauwe samenwer king tusschen de middenstanders, om de moeilijkheden zoo goed mogelijk het hoofd te bieden. Spr. besprak vervolgens het ingediend wetsontwerp betreffende vestigings- eischen. Het is niet de bedoeling van de regeering zelf de normen vast te stellen, waaraan een candidaat-middenstander zal moeten voldoen. Dit zou ook onmoge lijk zijn. Dit zal de taak zijn der ver schillende vakgroepen uit de midden- t Btandsvsreenigingen, waarbij de regee ring steun zal veiieenen. Hieruit blijkt, dat er voor de midden standsorganisaties nog heel wat te doen valt. Voorloopig wordt door de overheid niet ingegrepen in het aantal gevestigde zaken. Er zal gelet worden op crediet- waardigheid en vakbekwaamheid voor die zich als middenstander vestigen willen. Spr. wees er op, dat het wetsontwerp geen bescherming geeft tegen de zuig kracht der groote bedrijven, die zich ves tigen kunnen waar ze willen, en verwacht dan ook voor den middenstand niet veel van deze wet. Op deze rede volgde nog eenige be spreking. Gces. Herhaaldelijk komt het voor, dat personen of corporaties inzamelingen van gelden organiseeren, zonder voorzien te zijn van een vergunning van B. en W.. In het belang van het publiek vestigen wij er de aandacht op, dat voor al deze inzamelingen, waaronder mede worden verstaan verkoop van voorwerpen van ge ringe waarde (zooals bloempjes of speld jes), aanbieden van ongeadresseerde cir culaires, inteekenlijsten, voedsel- en steunbons en soortgelijke stukken, een vergunning noodig is van B. en W. Aanvraagformulieren zijn kosteloos ver krijgbaar ter secretarie of aan het politie bureau. Maandagavond vergaderde de Chr.- Hist. Jongeren Groep Goes en Omstreken. Na opening door den voorz., dhr J. J. v. d. Dries en afhandeling der huishoude lijke zaken, hield het lid, dhr L. van der Hiele, een inleiding over: „Het recht van vereeniging en vergadering". O r a n j e-v ereeniging, De feestelijkheden op Juliana- en Koninginnedag. Gisteravond vergaderde in het Schuttershof het be stuur der Oranje-vereeniging met de afge vaardigden van acht buurtvereenigingen en de hoofden der scholen ter bespreking van de viering van Juliana- en Koningin nedag. De voorzitter de heer Van Balie- goyen de Jong deelde mede, dat kort na de vorig jaar hier vertoonde Oranje film een nieuwe Oranjefilm, getiteld „Oranje en volk" is vervaardigd, die nog mooier is dan de eerste. Alles wat daar in vertoond wordt, is van recenten datum. Met algemeen goedvinden werd tot ver tooning van deze film besloten. Betreffende de financiën deelde de pen ningmeester, de heer J. Donner, mede, dat de uitgaven over 1935 bedroegen f 1054, de ontvangsten (inclusief een ba tig saldo over 1934) f 1287, alzoo een batig saldo van f 233. Men is in 1935 f 73 ingeteerd. De voorz. bracht de oude kwestie weer ter tafel, dat de buurtvereenigingen meer aan het bestuur der Oranjevereen. zouden kunnen afdragen. Maar sommige vereenigingen gaan liever nu en dan over tot potverteren. Een nieuwe regeling tusschen Oranjevereen. en buurtvereeni gingen is wel gewenscht. Betreffende de filmvertooning op 30 April bepleitten enkele heeren de kinde ren óf gratis toegang te verleenen óf van hen, die het betalen kunnen, een klein entree te heffen, b.v. 5 cent. De buurt vereenigingen kunnen hiervoor wel bij springen. De afgevaardigde van Bouwplan I deelde mede, dat deze buurtvereen. zelf voor een filmvertooning zorgt, wat de secretaris, de heer Rothuizen, zeer betreurde. Het organiseeren van filmvertooningen moet aan de Oranjevereeniging worden over gelaten. Geantwoord werd, dat men te Ingezonden Mededeeling. EEN HZ WASCH IS EEN GENOT ÖM TE ZIEN i/.srCT$, ZELFWERKEND WASGHMIDDEL Ir p."-groot pak 51 hzz21b FEUILLETON. 99.) o— Hij zag er niet gelukkig uit, zijn oogen noch zijn gelaat drukten vroolijkheid uit; maar alles sprak van wilskracht en moed. Hier was een man, wiens verstand en ontembare wil over lichaamszwakte zege vierden, waardoor hij één van de groot ste mannen van zijn tijd werd. „Benedictus Trelawney?" „Om u te dienen, Uwe Hoogheid." De Prins zag den jongen man onafge broken aan. Hij beschouwde diens fiere, moedige houding, zijn vrijmoedigen oog opslag, en zijn fijngevormd hoofd, öm- geven door krullende lokken. „Waarom wlldet ge mij spreken?" Die vraag trof hem air de kogel uit een muskot, terwijl de Prins zijn doordrin gende oogen onafgebroken op Trelawney gevestigd hield, alsof hij in diens ziel wilde lezen. „Omdat Engeland u noodig heeft." 't Was niet zijn bedoeling geweest, om dèt antwoord te gtven, maar de vraag van den Prins scheen het antwoord uit hem te persen. Willem lachte droevig, half spotachtig. „Ja, Engeland heeft mij noodig", sprak hij. „Ik weet het. Maar waarom, waar om?" „Omdat het een Koning heeft, die niet weet, hoe. hij moet regeeren en een verra der is van waarheid, recht en godsdienst", antwoordde Trelawney stoutmoedig. Een toornige blik schoot uit 's Prinsen oogen; maar hij achtte een moedig man, en hij was reeds bij zichzelf overtuigd, dat Trelawney een eerlijk man was. „Neem mij niet kwalijk Uwe Hoogheid" ging Trelawney voort, „ik weet, hoe na gij aan hem verwant zijt, maar waarheid moet waarheid blijven". „Maar Engeland is krankzinnig", zei de Prins. „Het volk handelt zonder over leg. Waarom hadt gij u bij Monmouth aan gesloten?" „Omdat ik gek was", antwoordde Tre lawney, „gek, omdat ik had kunnen weten dat Monmouth een zwakkeling was en de slaaf van iedere opkomende 'hartstocht". „Dus niet omdat 'het verraad was?" „Verraad? tegen wien?" „Tegen den Koning!" „Maar als de Koning zelf een verrader is?" „Gij spreekt vrijmoedig, jonge man!" „Wilt gij de goedheid hebben, naar mij te luisteren, Uwe Hoogheid?" „Spreek", zei de Prins; „ik weet, dat gij geen leugens zult vertellen". Trelawney, bijna vergetend de nauwe laat van het besluit der Oranjevereen. af wist. Besloten werd op voorstel van den heer Simons om de kinderen gratis toegang te verleenen tot de filmvoorstel ling. Daarna kwam in bespreking de viering van Koninginnedag. Het Bestuur heeft gedacht aan volks feesten op het sportterrein, waaraan ook ouderen kunnen deelnemen. Hier mede werd instemming betuigd. Be heeren v. d. Rest en A. M. Simons wilden na afloop daarvan ook in de stad iets feestelijks organiseeren, b.v. volks zang op de Markt. Het bestuur zal dit nader overwegen en in een volgende vergadering met een afgerond voorstel komen. Gisteren werd alhier in het Slot Oostende de jaarvergadering gehouden van de Goöp. Alg. Vee-ass. voor Z.-Bev. G.A. gevestigd te Heinkenszand. De voor zitter de heer J. de Baar Cz. te Lewedorp herdacht met eenige woorden den over leden oud-directeur der Mij'., nu wijlen den heer J. v. d. Dries. De rekeningen en balansen der drie afdeelingen over het jaar 1935 werden goedgekeurd. De rekening afd. i aarden in ontvang op f 8217,06, in uitgaaf op f 7755,01, ba tig slot f 462,05. De balans in actief en passief op f 11363,51. Afd. Rundvee in ontvang op f 4979,23, in uitgaaf op f 4751,34, batig slot f 227,89. De balans in actief en passief op f 3437,16. Afd. Veulenverzekering in ontvang op £252^29, in uitgaaf op f206,66, batig slot f 45,63. De balans in actief en pas sief op f 13 81,91. Het ledental bedroeg op 31 Dec. 1935 van de afd. paarden 165, afd. rundvee 170 en afd. veulenverzekering 22 leden. In het afgeloopen jaar waren verzekerd 566 p&l&rden en veulens, voor een totale waarde van f 130.860,862 koeien en runders, verzekerde waarde f 82.849, Bij inschrijving werden verkocht we gens afkeuring of opruiming 21 paarden en veulens, met een verzekerde waarde van f 53CO, waarvan werd uitgekeerd 80 pet. of f 4240. In de afdeeling rundvee 22 stuks verkocht, met een verzekerde waarde van f2997, waarvan werd ver goed eveneens 80 pet. of een bedrag van f 2397,60. Als bestuurslid werd herkozen de heer M. Vermue Jz. te Lewedorp. lerseke. De Franse he zaai- oesters. Gistermorgen is dan eindelijk de Nederlandsche motorboot Gilence van Rotterdam gearriveerd met de door de Nederlandsche regeering aangekochte Fransche zaaioesters. Ruim 4.000.000 stuks waren aan boord. Oesters van 20- 30 en 40 kg. per 1000. Laten we den wensch uitspreken dat deze mooie oesters veel zaad mogen geven en de Zeeuwsche oestercultuur wederom mogen voorzien van jonge gezonde oesters. Met de kreeftenvangst gaat het niet best; dit komt vooral door het koude stormachtige weer der laatste week. De prijs is 10 ct. per kg gezakt en bedraagt nu f 1,40 per kg. Waarde. Vergadering van Ingelanden van het Waterschap Waarde. Voorzitter de dijkgraaf M. H. J. Weststrate. Het be stuur stelt voor, voor de te heffen belas ting op het gebouwd drie procent. De heer L. Overbeeke van Wolf aarts dijk wil evenals in 1935 ook voor 1936 weer vier procent heffen. Bij stemming over 'het voorstel-Overbeeke werd door 13 Ingelanden voor en door 4 ingelanden tegen het voorstel gestemd, zoodat tot 4 pet. is besloten. Machtiging werd verleend aan het be stuur om den uitweg van Chr. Louise© naar zijn eigendom te verkoopen. Wolphaartsdijk. D'e Emmabloemcollecte heeft alhier f 69.50 opgebracht. (Belange loos bericht.) Oost- en West-Souburg. Het zwem men. Maandagavond heeft de heer D. W. Toussaint uit Vlissingen alhier voor de Zwemvereeniging „Luctor Et E'mergo" een lezing met licht beelden gehouden over „Het doel en stre ven der Reddingsbrigade''. Spr. bracht allereerst dank aan het Bestuur dat in 1935 bereid was een red dingsbrigade op te richten, waarvan reeds familiebetrekking tusschen Willem van Oranje en Jakobus II, verdiepte zich ge heel in zijn eigen lotgevallen. Hij vertelde alles wat hij gezien en gehoord had. Toen hij gekomen was tot zijn onder houd met Monmouth te Amsterdam, de plannen van Argyle en hun landing in Engeland, scheen de Prins zijn bezwaren tegen Monmouth te vergeten bij de be schrijving van het veldtochtsplan. Toen Trelawney hun tocht naar Bristol be schreef, de lafhartige houding van Mon mouth en eindelijk de totale nederlaag, barstte hij toornig uit: „Ha, de dwaas had een reden, en hij had mannen, maar hij miste wat Olivier Cromwell bezat. Zelfs na een nederlaag zou hij Londen hebben kunnen vermees teren, als hij niet zoo'n dwaas geweest was", Toen Trelawney daarop Jeffreys' bloe- digen tocht beschreef en de onmensche- lijke wreedheden, daarbij bedreven, riop de Prins uit: „Dat is duivelswerk. Dio Jeffreys moet het werktuig van den dui vel geweest zijn". „Hij was het werktuig des Konings!" riep Trelawney uit. „Als de Koning klaag de, dan was het, omdat Jeffreys nog niet wreeder was. Nu heeft hij hem Kanselier gemaakt en met geschenken overladen". „Wel, ga voort", zei de Prins. „Vertel mij, als gij kunt, wat er sindsdien is voor- 12 leden het practische gedeelte met goed gevolg hebben afgelegd en thuus bet medische gedeelte trachten deel te worden door het volgen van een cursus in Eerste hulp bij ongelukken. Al is er te Souburg reeds veel be reikt, men is er evenwel nog niet. Het zwemmen verdient, ook vooi kin deren, groote belangstelling. Zwemm.u is lager-reddend zwemmen is hooger on derwijs. In de 16e en 17e eeuw werd tegen bet zwemmen hevig geageerd. Stadhouder Maurits mocht niet leeren zwemmen 't Was in strijd met de goede mankmn en zeden, 't Lichaam moest zooveel mo gelijk verborgen blijven. In Engeland zwommen alleen menschen, die niet van standing waren. Zelfs in het begin van de 20e eeuw noemden de moeders het zwemmen van hun kinderen vies en volgde straf bij bet overtreden van het verbod. Nederland is bekend om zijn zindelijk heid. Minder prettig is het te weten, uat bij al het schrobben, schuren en dweilen, het lichaam minder goed wordt gerei nigd. Hiervan vertelde spreker eenige steilte staaltjes. 0.a. van een landbouwer op Walcheren, die spr. vertelde, dat hij nog nooit zijn voeten in het water had ge had. De man was 73 jaar. Ook in andere provincies van Neder land doen zich dergelijke dingen voor. Het zwemmen is nog niet populair genoeg en de propaganda er voor niet voldoenue. Spr. bepleitte het zwemmen van school gaande kinderen op den lesrooster van alle scholen te krijgen. Het zwemmen behoeft niet te ontaar den in excessen. Het verafgoden van de sport is af te keuren. Reddend zwemmen heeft nog hooger waarde. Het heeft daarentegen vele moei lijkheden en brengt bovendien gevaren mede. Omdat het zwemmen nog lang geen mode is en er nog vele menschen den ver drinkingsdood sterven, zijn er reddings brigades noodig. Iedereen, moet leeren zwemmen, zoodat brigades overbodig worden. Gedurende een tijdvak van 7 jaren ver dronken er in Nederland niet minder dan 6578 personen, waaronder ongeveer 2700 mannen, 2300 jongens, 875 vrouwen en 700 meisjes. Wat een verdriet ligt er in deze cijfers besloten. Leert dus uw kinderen zwemmen en leert reddend zwemmen. Grijpskerke. Maandagavond is op initi atief van burgemeester J. J. de Keijzer een afd. Luchtbescherming opgericht met aanvankelijk 16 leden. Koudekerke. De collecte voor jeugdige werkloozen in Nederland bracht alhier op f 99,13 en op 't Zand f 44,25. (Belangeloos bericht.) Colijnsplaat. Grap of ernst? De zer dagen spoelde aan de steenglooiing een fle-sch aan. Er zat een bruin gekleurd papiertje in, ruw weg van een grooter stuk afgescheurd. Op dat papiertje stond met potlood geschreven: Red ons We zitten vast op de Do-ggersbank. Het schip heet „The Seal". Het pro viand dat we hebben is schaars. Ik vaar als Hollands matroos aan boord van dit schip. Gerrit Woesteyne. De flesch met inhoud is bij den plaat selijken agent van de Reddings Mij', v. d. Tak, den heer Adr. Verburg,, bezorgd. Deze heeft de maatschappij van het ge vondene in kennis gesteld, Men vermoedt echter, hier met een ongepaste grap te doen te hebben. Colijnsplaat. Maandagavond vergaderde alhier de Chr. Oranjevereeniging „Bijbel en Oranje". Voorzitter Ds M. Bons. Jaarverslag werd uitgebracht door den secretaris, dhr P. Dourleijn. Het ledental blijft gestadig toenemen. De penning- Onjuiste weergave van gezegde. In het interview, dat Dr Van Schelven aan een vertegenwoordiger van het A. N.P. toestond en dat ook wij in ons blad opnamen, zijn Dr v. Schelven de volgende zinsneden in den mond gelegd toen hij sprak over zijn indruk van het Abessyn- sohe volk: „Het is een vrijgevochten, tuchtlooze bevolking. Italiaansch protectoraat zal zonder twijfel zegenrijk zijn voor dit volk, maar aan den anderen kant gun ik niemand, dat hij zijn vrijheid ver liest." Het „Handelsblad" heeft zich, naar aanleiding van deze uitlating, gewend tot dr Van Schelven en hem verzocht de be doeling nader te willen aangeven. „Die regels in heb interview heb ik ab soluut niet zoo gezegd; ik heb op den voorgrond gesteld," verklaarde dr Van Schelven, „dat er niets over politiek in mocht komen. Ik heb dan ook alle politiek er buiten gehouden en zeker heb ik niet gezegd, dat ik een Italiaansch protecto raat zegenrijk zou achten. Wel zei ik, dat de Abessynen leiding noodig hebben, om dat hun organisatie ontbreekt. Leiding van Europeanen zou goed voor hen zijin, wanneer de Abessynen gecivili seerd werden, want het ontbreekt hun nog aan tucht en orde. Wat de Negus in een paar jaar tijds overigens gepresteerd heeft, is eenvoudig wonderbaarlijk. Ik hoorde dit van ge loofwaardige menschen, als den direc teur van de bank van Ethiopië. Op het gebied van wegenaanleg is er veel ge beurd. Ook de bestuursorganisatie is er aanmerkelijk verbeterd." meester, dhr P. Goulooze, meldde een goed slot van f 38.12%. Dhr Goulooze werd bij acclamatie herkozen. Dhr R. Rollema hield een lezing over het onderwerp: „De Fransche Overheer- sching". Besloten werd met den verjaar dag van Prinses Juliana een filmvertoo ning te doen plaats hebben voor de kin deren van alle scholen. Bond van Nederl. predikanten. De Bond van Ned. Predikanten heeft te Utrecht zijn jaarvergadering gehouden. De voorzitter, Ds M. van Empel te Mid delburg, hield een openingsrede, waarin hij o.m. opmerkte, dat de Bond nog steeds een reden van ergernis is voor conser vatieve geesten, die vinden zelf wel in vakvereenigingen te mogen zitten en daarin een belangrijke plaats in te nemen, maar halt houden zoodra het gaat over iets dergelijks voor predikanten. Toch heeft de bond bewezen, bestaans recht te hebben, en hij heeft dit nog, en de snelle groei in het begin, voor velen een oorzaak van vrees voor even spoe- digen ondergang, gelijk de wonderboom van Jona, heeft gevoerd tot een zekere stabiliteit in ledental thans: omstreeks 1000. Jammer is evenwel, dat ook in den bond velen zijn, die meer donateur ge noemd dienen te worden dan werkend lid. De secretaris, D's Boer uit Den Haag, bracht het jaarverslag uit en meldde daarin o.m., -dat men tegen den Raad van Beheer geen strijd meer voert, doch zich rechtstreeks tot de Synode wendt. De quaestie van het hulppredikerschap voor werklooze candidaten bleek samen te hangen met de weigerachtigheid van vele gemeenten om den aanslag te vol doen. Het beroepingswerk kan daardoor niet voortgaan, en het aantal candidaten groeit aan. Het reglement op het hulp predikerschap biedt te weinig kansen. Via de classicale vergaderingen zal het Ingezonden Mededeeling. Daarop deelde Trelawjiey de pogingen des Konings -mee om de -Lissenters te ver pletteren en Engeland onder Rome's juk te brengen. Toen hij van den Jezuietischen Cabal vertelde en het gesprek, dat hij in St. James park had afgeluisterd, vestigde de Prins zijn donkere oogen op het gelaat van den jongen man, opdat geen woord hem zou ontgaan. „Het is Gods wil, het is de roepstem Gods", mompelde hij, „maar het is nog de tijd niet." Twee- of driemaal doorschreed hij het vertrek en Trelawney zag die teere, ma gere gestalte vóór zich, zulk een scherpe tegenstelling vormend met den krachti- gen wil. Daarna deed de Prins nog vele vragen, scherp en onderzoekend, waaruit duide lijk bleek hoezeer hij het belang besefte van wat Trelawney hem had medege deeld. „Dat alles kan wel waar zijn", merkte hij ten laatste op. „Ongetwijfeld schreeuwt het volk om verlossing; ongetwijfeld zou het grootste deel van het volk zich ver heugen, als Jakobus werd onttroond. Maar de tijd om te handelen ia nog niet gekomen." „En toch, hoewel Engeland een Protes- tantsch land is, is geen Protestant er veilig," ging Trelawney voort. „Op aller lei wijzen worden zij vervolgd en aohter- uitgezet. Wat den Koning betreft, hij maakt er volstrekt geen geheim van, dat hij slechts de zoodanigen aan het hoofd der zaken wil hebben, die zijn inzichten volkomen deelen." „Nog is het geen tijd", herhaalde de Prins. „Geloof mij, jonge man, ik heb volstrekt niet het voornemen, om mij in een Monmouth-avontuur te steken en oor zaak te worden van een tweeden bloedi- gen kruistocht van Jeffreys. Het klinkt heel mooi te zeggen, dat 't volk naar de wapens zal grijpen, als een Protestantsch leider zijn standaard slechts ontplooit. Monmouth had men hetzelfde gezegd; maar wat geschiedde? Er was slechts een enkel vooraanstaand man, die zijn zijde koos, en de eenige Pair van het rijk, -die de wapenen voor hem opvatte, bleek eerder schadelijk dan voordeelig voor hem te zijn. Neen, neen, voor ik handel, moet ik een smeekschrift ont vangen, onderteekend door de hoofden der voornaamste geslachten. Bovendien: zulk een onderneming vraagt veel voor bereiding." De Prins sprak met zulk een overtui ging, -dat Trelawney er niets tegen in had te brengen. Hij gevoelde dat diens woor den wijs en verstandig waren en van zulk een gezond oordeel blijk gaven, dat hij niets meer te zeggen had. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1936 | | pagina 2