Oe Dochtervan den Opperrechter
zoo goed
voor 't leer!
Dr Van Schelven over
Abessynië.
Als de H.Z. wasch ophangt is zij zoo
prachtig helder, dat het werkelijk een
genot is om er naar te kijken. En bovendien gaat het
wasschen verrassend gemakkelijk en kost bijna niets meer.
Kerknieuws
krijgt ©en plaquette an wie de xeeste pun
ten weet te bereiken een groote zilveren
beker.
Elke gemeente geldt voor een punt. Wie
Den Helder, Vaals, Sluis en Delfzijl heeft,
krijgt 20 punten extra.
De deelname geldt van 1 April 1930—
31 Maart 1937. Meer dan 1000 gemeente
besturen hebben medewerking toegezegd.
Verschillende deelnemers zijn al aan het
rijden voor dezen wedstrijd.
Zóó wil de K. N. A. G. eigen land beter
loeren kennen,
Ingezonden Mededeeling.
rood-en zwart merk.
Vlissingen. V estigingseischen.
Over bovenstaand onderwerp werd voor
de Chr. Middenstandsvereeniging alhier
gisteravond door den heer J. de Poorte,
accountant te Middelburg, een rede ge
houden.
Om over te gaan tot het oprichten van
een zaak, aldus Spr., behoort in dezen
tijd een flinke dosis moed. Allereerst be
hoort men te zijn een goed zakenman. Al
erft men de zaak van vader, dat is niet
genoeg. Men moet ook bezitten een flinke
vakkennis.
Vooral in dezen crisistijd wordt hier
niet voldoende aandacht aan geschonken.
Velen uit het leger der werkloozen begin
nen het een of ander zaakje, en worden
„aankomend middenstander",, doch de
vakkennis ontbreekt in de meeste geval
len.
Spr. wees op het in den manufacturen-
handel bestaande stelsel, dat aan bedien
den en chefs een bekwaamheidsbrevet
wordt uitgereikt. Dit geschiedt door sa
menwerking van werkgevers- en werk
nemersbonden. Dit stelsel juicht spr. toe.
Vervolgens wees spr. op de moeilijkhe
den, die vaak doorworsteld moeten wor
den, indien men een zaak begint zonder te
beschikken over voldoende bedrijfskapi
taal. Dit is juist het gevaar voor velen,
die probeeren zich op te werken van be
diende tot patroon.
Een andere vraag van gewicht is de
plaats der vestiging van een bedrijf- De
middenstander moet ter dege uitkijken,
waar hij' zijn zaak zal vestigen. De men-
schen komen over het algemeen daar,
waar de meeste winkels zijn. Een feit
is ook, dat een winkel meestal het best
floreert in de onmiddellijke nabijheid van
een grootbedrijf.
Ook het behoefte-lplement speelt een
voorname rol. In ons land zijn op een
bevolking van 8 millioen zielen 152.000
winkels, w.o. 12.000 manufacturen, 36.000
kruideniers en 11.000 slagers. Op elke 52
inwoners is er één handeldrijvende mid
denstander.
Ook dient rekening gehouden te wor
den met het verplaatsen van groote groe
pen der bevolking, b.v. ontstaan van
nieuwe woonwijken.
Spr. drong aan op nauwe samenwer
king tusschen de middenstanders, om de
moeilijkheden zoo goed mogelijk het hoofd
te bieden.
Spr. besprak vervolgens het ingediend
wetsontwerp betreffende vestigings-
eischen. Het is niet de bedoeling van de
regeering zelf de normen vast te stellen,
waaraan een candidaat-middenstander
zal moeten voldoen. Dit zou ook onmoge
lijk zijn. Dit zal de taak zijn der ver
schillende vakgroepen uit de midden-
t Btandsvsreenigingen, waarbij de regee
ring steun zal veiieenen.
Hieruit blijkt, dat er voor de midden
standsorganisaties nog heel wat te doen
valt. Voorloopig wordt door de overheid
niet ingegrepen in het aantal gevestigde
zaken. Er zal gelet worden op crediet-
waardigheid en vakbekwaamheid voor die
zich als middenstander vestigen willen.
Spr. wees er op, dat het wetsontwerp
geen bescherming geeft tegen de zuig
kracht der groote bedrijven, die zich ves
tigen kunnen waar ze willen, en verwacht
dan ook voor den middenstand niet veel
van deze wet.
Op deze rede volgde nog eenige be
spreking.
Gces. Herhaaldelijk komt het voor, dat
personen of corporaties inzamelingen van
gelden organiseeren, zonder voorzien te
zijn van een vergunning van B. en W..
In het belang van het publiek vestigen
wij er de aandacht op, dat voor al deze
inzamelingen, waaronder mede worden
verstaan verkoop van voorwerpen van ge
ringe waarde (zooals bloempjes of speld
jes), aanbieden van ongeadresseerde cir
culaires, inteekenlijsten, voedsel- en
steunbons en soortgelijke stukken, een
vergunning noodig is van B. en W.
Aanvraagformulieren zijn kosteloos ver
krijgbaar ter secretarie of aan het politie
bureau.
Maandagavond vergaderde de Chr.-
Hist. Jongeren Groep Goes en Omstreken.
Na opening door den voorz., dhr J. J.
v. d. Dries en afhandeling der huishoude
lijke zaken, hield het lid, dhr L. van der
Hiele, een inleiding over: „Het recht van
vereeniging en vergadering".
O r a n j e-v ereeniging, De
feestelijkheden op Juliana-
en Koninginnedag. Gisteravond
vergaderde in het Schuttershof het be
stuur der Oranje-vereeniging met de afge
vaardigden van acht buurtvereenigingen
en de hoofden der scholen ter bespreking
van de viering van Juliana- en Koningin
nedag.
De voorzitter de heer Van Balie-
goyen de Jong deelde mede, dat kort
na de vorig jaar hier vertoonde Oranje
film een nieuwe Oranjefilm, getiteld
„Oranje en volk" is vervaardigd, die nog
mooier is dan de eerste. Alles wat daar
in vertoond wordt, is van recenten datum.
Met algemeen goedvinden werd tot ver
tooning van deze film besloten.
Betreffende de financiën deelde de pen
ningmeester, de heer J. Donner, mede,
dat de uitgaven over 1935 bedroegen
f 1054, de ontvangsten (inclusief een ba
tig saldo over 1934) f 1287, alzoo een
batig saldo van f 233. Men is in 1935
f 73 ingeteerd.
De voorz. bracht de oude kwestie
weer ter tafel, dat de buurtvereenigingen
meer aan het bestuur der Oranjevereen.
zouden kunnen afdragen. Maar sommige
vereenigingen gaan liever nu en dan
over tot potverteren. Een nieuwe regeling
tusschen Oranjevereen. en buurtvereeni
gingen is wel gewenscht.
Betreffende de filmvertooning op 30
April bepleitten enkele heeren de kinde
ren óf gratis toegang te verleenen óf van
hen, die het betalen kunnen, een klein
entree te heffen, b.v. 5 cent. De buurt
vereenigingen kunnen hiervoor wel bij
springen.
De afgevaardigde van Bouwplan I deelde
mede, dat deze buurtvereen. zelf voor een
filmvertooning zorgt, wat de secretaris,
de heer Rothuizen, zeer betreurde. Het
organiseeren van filmvertooningen moet
aan de Oranjevereeniging worden over
gelaten. Geantwoord werd, dat men te
Ingezonden Mededeeling.
EEN HZ WASCH
IS EEN GENOT ÖM TE ZIEN
i/.srCT$, ZELFWERKEND WASGHMIDDEL Ir
p."-groot pak 51
hzz21b
FEUILLETON.
99.) o—
Hij zag er niet gelukkig uit, zijn oogen
noch zijn gelaat drukten vroolijkheid uit;
maar alles sprak van wilskracht en moed.
Hier was een man, wiens verstand en
ontembare wil over lichaamszwakte zege
vierden, waardoor hij één van de groot
ste mannen van zijn tijd werd.
„Benedictus Trelawney?"
„Om u te dienen, Uwe Hoogheid."
De Prins zag den jongen man onafge
broken aan. Hij beschouwde diens fiere,
moedige houding, zijn vrijmoedigen oog
opslag, en zijn fijngevormd hoofd, öm-
geven door krullende lokken.
„Waarom wlldet ge mij spreken?"
Die vraag trof hem air de kogel uit een
muskot, terwijl de Prins zijn doordrin
gende oogen onafgebroken op Trelawney
gevestigd hield, alsof hij in diens ziel
wilde lezen.
„Omdat Engeland u noodig heeft."
't Was niet zijn bedoeling geweest, om
dèt antwoord te gtven, maar de vraag
van den Prins scheen het antwoord uit
hem te persen.
Willem lachte droevig, half spotachtig.
„Ja, Engeland heeft mij noodig", sprak
hij. „Ik weet het. Maar waarom, waar
om?"
„Omdat het een Koning heeft, die niet
weet, hoe. hij moet regeeren en een verra
der is van waarheid, recht en godsdienst",
antwoordde Trelawney stoutmoedig.
Een toornige blik schoot uit 's Prinsen
oogen; maar hij achtte een moedig man,
en hij was reeds bij zichzelf overtuigd, dat
Trelawney een eerlijk man was.
„Neem mij niet kwalijk Uwe Hoogheid"
ging Trelawney voort, „ik weet, hoe na
gij aan hem verwant zijt, maar waarheid
moet waarheid blijven".
„Maar Engeland is krankzinnig", zei
de Prins. „Het volk handelt zonder over
leg.
Waarom hadt gij u bij Monmouth aan
gesloten?"
„Omdat ik gek was", antwoordde Tre
lawney, „gek, omdat ik had kunnen weten
dat Monmouth een zwakkeling was en de
slaaf van iedere opkomende 'hartstocht".
„Dus niet omdat 'het verraad was?"
„Verraad? tegen wien?"
„Tegen den Koning!"
„Maar als de Koning zelf een verrader
is?"
„Gij spreekt vrijmoedig, jonge man!"
„Wilt gij de goedheid hebben, naar mij
te luisteren, Uwe Hoogheid?"
„Spreek", zei de Prins; „ik weet, dat
gij geen leugens zult vertellen".
Trelawney, bijna vergetend de nauwe
laat van het besluit der Oranjevereen.
af wist.
Besloten werd op voorstel van den
heer Simons om de kinderen gratis
toegang te verleenen tot de filmvoorstel
ling.
Daarna kwam in bespreking de viering
van Koninginnedag.
Het Bestuur heeft gedacht aan volks
feesten op het sportterrein, waaraan
ook ouderen kunnen deelnemen. Hier
mede werd instemming betuigd.
Be heeren v. d. Rest en A. M. Simons
wilden na afloop daarvan ook in de stad
iets feestelijks organiseeren, b.v. volks
zang op de Markt.
Het bestuur zal dit nader overwegen
en in een volgende vergadering met een
afgerond voorstel komen.
Gisteren werd alhier in het Slot
Oostende de jaarvergadering gehouden
van de Goöp. Alg. Vee-ass. voor Z.-Bev.
G.A. gevestigd te Heinkenszand. De voor
zitter de heer J. de Baar Cz. te Lewedorp
herdacht met eenige woorden den over
leden oud-directeur der Mij'., nu wijlen
den heer J. v. d. Dries. De rekeningen
en balansen der drie afdeelingen over
het jaar 1935 werden goedgekeurd.
De rekening afd. i aarden in ontvang
op f 8217,06, in uitgaaf op f 7755,01, ba
tig slot f 462,05. De balans in actief en
passief op f 11363,51.
Afd. Rundvee in ontvang op f 4979,23,
in uitgaaf op f 4751,34, batig slot
f 227,89. De balans in actief en passief op
f 3437,16.
Afd. Veulenverzekering in ontvang op
£252^29, in uitgaaf op f206,66, batig
slot f 45,63. De balans in actief en pas
sief op f 13 81,91.
Het ledental bedroeg op 31 Dec. 1935
van de afd. paarden 165, afd. rundvee 170
en afd. veulenverzekering 22 leden. In
het afgeloopen jaar waren verzekerd 566
p&l&rden en veulens, voor een totale
waarde van f 130.860,862 koeien en
runders, verzekerde waarde f 82.849,
Bij inschrijving werden verkocht we
gens afkeuring of opruiming 21 paarden
en veulens, met een verzekerde waarde
van f 53CO, waarvan werd uitgekeerd 80
pet. of f 4240. In de afdeeling rundvee
22 stuks verkocht, met een verzekerde
waarde van f2997, waarvan werd ver
goed eveneens 80 pet. of een bedrag van
f 2397,60.
Als bestuurslid werd herkozen de heer
M. Vermue Jz. te Lewedorp.
lerseke. De Franse he zaai-
oesters. Gistermorgen is dan eindelijk
de Nederlandsche motorboot Gilence van
Rotterdam gearriveerd met de door de
Nederlandsche regeering aangekochte
Fransche zaaioesters. Ruim 4.000.000
stuks waren aan boord. Oesters van 20-
30 en 40 kg. per 1000. Laten we den
wensch uitspreken dat deze mooie oesters
veel zaad mogen geven en de Zeeuwsche
oestercultuur wederom mogen voorzien
van jonge gezonde oesters.
Met de kreeftenvangst gaat het niet
best; dit komt vooral door het koude
stormachtige weer der laatste week. De
prijs is 10 ct. per kg gezakt en bedraagt
nu f 1,40 per kg.
Waarde. Vergadering van Ingelanden
van het Waterschap Waarde. Voorzitter
de dijkgraaf M. H. J. Weststrate. Het be
stuur stelt voor, voor de te heffen belas
ting op het gebouwd drie procent.
De heer L. Overbeeke van Wolf aarts
dijk wil evenals in 1935 ook voor 1936
weer vier procent heffen. Bij stemming
over 'het voorstel-Overbeeke werd door
13 Ingelanden voor en door 4 ingelanden
tegen het voorstel gestemd, zoodat tot
4 pet. is besloten.
Machtiging werd verleend aan het be
stuur om den uitweg van Chr. Louise©
naar zijn eigendom te verkoopen.
Wolphaartsdijk. D'e Emmabloemcollecte
heeft alhier f 69.50 opgebracht. (Belange
loos bericht.)
Oost- en West-Souburg. Het zwem
men. Maandagavond heeft de heer D.
W. Toussaint uit Vlissingen alhier
voor de Zwemvereeniging „Luctor
Et E'mergo" een lezing met licht
beelden gehouden over „Het doel en stre
ven der Reddingsbrigade''.
Spr. bracht allereerst dank aan het
Bestuur dat in 1935 bereid was een red
dingsbrigade op te richten, waarvan reeds
familiebetrekking tusschen Willem van
Oranje en Jakobus II, verdiepte zich ge
heel in zijn eigen lotgevallen. Hij vertelde
alles wat hij gezien en gehoord had.
Toen hij gekomen was tot zijn onder
houd met Monmouth te Amsterdam, de
plannen van Argyle en hun landing in
Engeland, scheen de Prins zijn bezwaren
tegen Monmouth te vergeten bij de be
schrijving van het veldtochtsplan. Toen
Trelawney hun tocht naar Bristol be
schreef, de lafhartige houding van Mon
mouth en eindelijk de totale nederlaag,
barstte hij toornig uit:
„Ha, de dwaas had een reden, en hij
had mannen, maar hij miste wat Olivier
Cromwell bezat. Zelfs na een nederlaag
zou hij Londen hebben kunnen vermees
teren, als hij niet zoo'n dwaas geweest
was",
Toen Trelawney daarop Jeffreys' bloe-
digen tocht beschreef en de onmensche-
lijke wreedheden, daarbij bedreven, riop
de Prins uit: „Dat is duivelswerk. Dio
Jeffreys moet het werktuig van den dui
vel geweest zijn".
„Hij was het werktuig des Konings!"
riep Trelawney uit. „Als de Koning klaag
de, dan was het, omdat Jeffreys nog niet
wreeder was. Nu heeft hij hem Kanselier
gemaakt en met geschenken overladen".
„Wel, ga voort", zei de Prins. „Vertel
mij, als gij kunt, wat er sindsdien is voor-
12 leden het practische gedeelte met
goed gevolg hebben afgelegd en thuus
bet medische gedeelte trachten deel te
worden door het volgen van een cursus in
Eerste hulp bij ongelukken.
Al is er te Souburg reeds veel be
reikt, men is er evenwel nog niet.
Het zwemmen verdient, ook vooi kin
deren, groote belangstelling. Zwemm.u
is lager-reddend zwemmen is hooger on
derwijs.
In de 16e en 17e eeuw werd tegen bet
zwemmen hevig geageerd. Stadhouder
Maurits mocht niet leeren zwemmen
't Was in strijd met de goede mankmn
en zeden, 't Lichaam moest zooveel mo
gelijk verborgen blijven. In Engeland
zwommen alleen menschen, die niet van
standing waren.
Zelfs in het begin van de 20e eeuw
noemden de moeders het zwemmen van
hun kinderen vies en volgde straf bij bet
overtreden van het verbod.
Nederland is bekend om zijn zindelijk
heid. Minder prettig is het te weten, uat
bij al het schrobben, schuren en dweilen,
het lichaam minder goed wordt gerei
nigd.
Hiervan vertelde spreker eenige steilte
staaltjes. 0.a. van een landbouwer op
Walcheren, die spr. vertelde, dat hij nog
nooit zijn voeten in het water had ge
had. De man was 73 jaar.
Ook in andere provincies van Neder
land doen zich dergelijke dingen voor. Het
zwemmen is nog niet populair genoeg
en de propaganda er voor niet voldoenue.
Spr. bepleitte het zwemmen van school
gaande kinderen op den lesrooster van
alle scholen te krijgen.
Het zwemmen behoeft niet te ontaar
den in excessen. Het verafgoden van de
sport is af te keuren.
Reddend zwemmen heeft nog hooger
waarde. Het heeft daarentegen vele moei
lijkheden en brengt bovendien gevaren
mede.
Omdat het zwemmen nog lang geen
mode is en er nog vele menschen den ver
drinkingsdood sterven, zijn er reddings
brigades noodig. Iedereen, moet leeren
zwemmen, zoodat brigades overbodig
worden.
Gedurende een tijdvak van 7 jaren ver
dronken er in Nederland niet minder dan
6578 personen, waaronder ongeveer 2700
mannen, 2300 jongens, 875 vrouwen en
700 meisjes. Wat een verdriet ligt er in
deze cijfers besloten.
Leert dus uw kinderen zwemmen en
leert reddend zwemmen.
Grijpskerke. Maandagavond is op initi
atief van burgemeester J. J. de Keijzer
een afd. Luchtbescherming opgericht met
aanvankelijk 16 leden.
Koudekerke. De collecte voor jeugdige
werkloozen in Nederland bracht alhier op
f 99,13 en op 't Zand f 44,25. (Belangeloos
bericht.)
Colijnsplaat. Grap of ernst? De
zer dagen spoelde aan de steenglooiing
een fle-sch aan. Er zat een bruin gekleurd
papiertje in, ruw weg van een grooter
stuk afgescheurd.
Op dat papiertje stond met potlood
geschreven:
Red ons
We zitten vast op de Do-ggersbank.
Het schip heet „The Seal". Het pro
viand dat we hebben is schaars. Ik
vaar als Hollands matroos aan boord
van dit schip.
Gerrit Woesteyne.
De flesch met inhoud is bij den plaat
selijken agent van de Reddings Mij', v. d.
Tak, den heer Adr. Verburg,, bezorgd.
Deze heeft de maatschappij van het ge
vondene in kennis gesteld, Men vermoedt
echter, hier met een ongepaste grap te
doen te hebben.
Colijnsplaat. Maandagavond vergaderde
alhier de Chr. Oranjevereeniging „Bijbel
en Oranje". Voorzitter Ds M. Bons.
Jaarverslag werd uitgebracht door den
secretaris, dhr P. Dourleijn. Het ledental
blijft gestadig toenemen. De penning-
Onjuiste weergave van gezegde.
In het interview, dat Dr Van Schelven
aan een vertegenwoordiger van het A.
N.P. toestond en dat ook wij in ons blad
opnamen, zijn Dr v. Schelven de volgende
zinsneden in den mond gelegd toen hij
sprak over zijn indruk van het Abessyn-
sohe volk:
„Het is een vrijgevochten, tuchtlooze
bevolking. Italiaansch protectoraat zal
zonder twijfel zegenrijk zijn voor dit
volk, maar aan den anderen kant gun
ik niemand, dat hij zijn vrijheid ver
liest."
Het „Handelsblad" heeft zich, naar
aanleiding van deze uitlating, gewend tot
dr Van Schelven en hem verzocht de be
doeling nader te willen aangeven.
„Die regels in heb interview heb ik ab
soluut niet zoo gezegd; ik heb op den
voorgrond gesteld," verklaarde dr Van
Schelven, „dat er niets over politiek in
mocht komen. Ik heb dan ook alle politiek
er buiten gehouden en zeker heb ik niet
gezegd, dat ik een Italiaansch protecto
raat zegenrijk zou achten. Wel zei ik, dat
de Abessynen leiding noodig hebben, om
dat hun organisatie ontbreekt.
Leiding van Europeanen zou goed voor
hen zijin, wanneer de Abessynen gecivili
seerd werden, want het ontbreekt hun
nog aan tucht en orde.
Wat de Negus in een paar jaar tijds
overigens gepresteerd heeft, is eenvoudig
wonderbaarlijk. Ik hoorde dit van ge
loofwaardige menschen, als den direc
teur van de bank van Ethiopië. Op het
gebied van wegenaanleg is er veel ge
beurd. Ook de bestuursorganisatie is er
aanmerkelijk verbeterd."
meester, dhr P. Goulooze, meldde een
goed slot van f 38.12%. Dhr Goulooze
werd bij acclamatie herkozen.
Dhr R. Rollema hield een lezing over
het onderwerp: „De Fransche Overheer-
sching". Besloten werd met den verjaar
dag van Prinses Juliana een filmvertoo
ning te doen plaats hebben voor de kin
deren van alle scholen.
Bond van Nederl. predikanten.
De Bond van Ned. Predikanten heeft
te Utrecht zijn jaarvergadering gehouden.
De voorzitter, Ds M. van Empel te Mid
delburg, hield een openingsrede, waarin
hij o.m. opmerkte, dat de Bond nog steeds
een reden van ergernis is voor conser
vatieve geesten, die vinden zelf wel in
vakvereenigingen te mogen zitten en
daarin een belangrijke plaats in te nemen,
maar halt houden zoodra het gaat over
iets dergelijks voor predikanten.
Toch heeft de bond bewezen, bestaans
recht te hebben, en hij heeft dit nog, en
de snelle groei in het begin, voor velen
een oorzaak van vrees voor even spoe-
digen ondergang, gelijk de wonderboom
van Jona, heeft gevoerd tot een zekere
stabiliteit in ledental thans: omstreeks
1000. Jammer is evenwel, dat ook in den
bond velen zijn, die meer donateur ge
noemd dienen te worden dan werkend
lid.
De secretaris, D's Boer uit Den Haag,
bracht het jaarverslag uit en meldde
daarin o.m., -dat men tegen den Raad van
Beheer geen strijd meer voert, doch zich
rechtstreeks tot de Synode wendt.
De quaestie van het hulppredikerschap
voor werklooze candidaten bleek samen
te hangen met de weigerachtigheid van
vele gemeenten om den aanslag te vol
doen. Het beroepingswerk kan daardoor
niet voortgaan, en het aantal candidaten
groeit aan. Het reglement op het hulp
predikerschap biedt te weinig kansen.
Via de classicale vergaderingen zal het
Ingezonden Mededeeling.
Daarop deelde Trelawjiey de pogingen
des Konings -mee om de -Lissenters te ver
pletteren en Engeland onder Rome's juk
te brengen.
Toen hij van den Jezuietischen Cabal
vertelde en het gesprek, dat hij in St.
James park had afgeluisterd, vestigde de
Prins zijn donkere oogen op het gelaat
van den jongen man, opdat geen woord
hem zou ontgaan.
„Het is Gods wil, het is de roepstem
Gods", mompelde hij, „maar het is nog
de tijd niet."
Twee- of driemaal doorschreed hij het
vertrek en Trelawney zag die teere, ma
gere gestalte vóór zich, zulk een scherpe
tegenstelling vormend met den krachti-
gen wil.
Daarna deed de Prins nog vele vragen,
scherp en onderzoekend, waaruit duide
lijk bleek hoezeer hij het belang besefte
van wat Trelawney hem had medege
deeld.
„Dat alles kan wel waar zijn", merkte
hij ten laatste op. „Ongetwijfeld schreeuwt
het volk om verlossing; ongetwijfeld zou
het grootste deel van het volk zich ver
heugen, als Jakobus werd onttroond.
Maar de tijd om te handelen ia nog niet
gekomen."
„En toch, hoewel Engeland een Protes-
tantsch land is, is geen Protestant er
veilig," ging Trelawney voort. „Op aller
lei wijzen worden zij vervolgd en aohter-
uitgezet. Wat den Koning betreft, hij
maakt er volstrekt geen geheim van, dat
hij slechts de zoodanigen aan het hoofd
der zaken wil hebben, die zijn inzichten
volkomen deelen."
„Nog is het geen tijd", herhaalde de
Prins. „Geloof mij, jonge man, ik heb
volstrekt niet het voornemen, om mij in
een Monmouth-avontuur te steken en oor
zaak te worden van een tweeden bloedi-
gen kruistocht van Jeffreys. Het klinkt
heel mooi te zeggen, dat 't volk naar de
wapens zal grijpen, als een Protestantsch
leider zijn standaard slechts ontplooit.
Monmouth had men hetzelfde gezegd;
maar wat geschiedde? Er was slechts
een enkel vooraanstaand man, die zijn
zijde koos, en de eenige Pair van het
rijk, -die de wapenen voor hem opvatte,
bleek eerder schadelijk dan voordeelig
voor hem te zijn. Neen, neen, voor ik
handel, moet ik een smeekschrift ont
vangen, onderteekend door de hoofden
der voornaamste geslachten. Bovendien:
zulk een onderneming vraagt veel voor
bereiding."
De Prins sprak met zulk een overtui
ging, -dat Trelawney er niets tegen in had
te brengen. Hij gevoelde dat diens woor
den wijs en verstandig waren en van zulk
een gezond oordeel blijk gaven, dat hij
niets meer te zeggen had.
(Wordt vervolgd.)