De Dochter van den Opperrechter
Staten-Generaal
FEUILLETON
De Indische begrooting.
Uit de Provincie.
TWEEDE KAMER.
JHR RUYS IN DE TWEEDE KAMER
HERDACHT.
Redevoeringen van de heeren Van Dijk en
Minister Colijn.
In een plechtige zitting heeft gisteren
de Tweede Kamer zijn zoo plotseling
overleden voorzitter herdacht.
Voor een oogenblik scheen in dit poli
tiek college alle partijschap weggevallen.
Zoo goed als alle leden waren aanwezig
en luisterden in groote stilte naar de rede
voeringen. Alleen de Staatkundig Geref.
afgevaardigden (Ds Kersten vertoeft bui
tenslands) schenen het niet noodig te
achten door hun aanwezigheid de nage
dachtenis van den overleden voorzitter te
eeren.
In een sympathieke rede heeft de
waarn. voorzitter de heer J. J. G. v. D ij k
den overledene herdacht.
Nadat eerst de loopbaan van Jhr. Ruys
was geschetst, vervolgde spreker:
Het voorzitterschap wij weten het
allen, ook nog uit het jongste verleden
bekleedde hij op een wijze, die moeilijk te
evenaren is.
Alle partijdigheid bleef verre van hem
en voor overwegingen, die afweken van
de zijne had hij steeds een open oor.
Twee dingen waren er waaraan hij niet
geraakt wenschte te zien. Dat waren de
goede toon bij de beraadslagingen en de
juiste verhouding tusschen de Regeering
en de Kamer.
Wij onderwierpen ons gaarne aan zijn
leiding, omdat wij gevoelden dat die lei
ding een eerlijke was, waarbij niemand
werd ontzien en niemand met opzet werd
belast en omdat wij wisten, dat die leiding
gericht was op het hoog houden van het
parlement.
Ruys is van ons genomen. Wij hebben
ons te buigen voor Gods wil. Zijn beeld
blijft ons voor den geest staan en dan zien
wij hem als een oprecht christen, diep
belevend het geloof, dat zijn plechtanker
was in leven en in sterven, daarnaast ten
volle eerbiedigende de levensovertuiging
van anderen.
Dan zien wij' hem als trouw dienaar van
het Vorstelijk Huis, dat hij vereerde, en
van het vaderland, dat hij liefhad.
Dan zien wij- hem als toegewijd strijder
voor de beginselen, die hij met zijn volle
hart en zijn groote gaven diende.
Dan zien wij hem als een eenvoudig,
edel en grootmoedig mensch.
Ruys is van ons genomen; wij hebben
God te danken, dat hij' dit vruchtbare,
rijke leven aan land en volk heeft ge
schonken. De herinnering aan deze nobele
figuur lichte over onzen gemeenschappe-
lijken arbeid. Moge aan zijn nabestaanden
Gods rijke vertroosting worden geschon
ken.
De voorzitter van den ministerraad, de
heer Col.ïjn, hield daarna een rede,
waarin hij o.m. opmerkte:
Slechts weinigen kunnen bogen op zulk
een grooten staat van dienst voor de pu
blieke zaak als het geval was met den nu
overleden staatsman. Ruim 30 jaren lang
heeft Ruys de Beerenbrouck in een of
anderen vorm aan het parlementaire
leven deelgenomen en daarvan heeft hij
niet minder dan 11 jaren de leiding gehad
van een kabinet, een grooter aantal jaren
dan ten onzent ooit een voorzitter van den
raad van ministers ten deel gevallen is.
Niet ieder van de 3 perioden, waarover
die 11 jaren verdeeld waren, was even
belangrijk, maar in geen van die 3 perio
den bleven de moeilijkheden gespaard.
Onder zulke omstandigheden gedurende
11 jaren werkzaam te zijn op de meest
in het oog vallende plaats, eischt meei
dan gt rone geestkracht en is, zonder
het bezit van regentenkwaliteiten, niet tot
een goe einde te brengen.
Dat d-.c leven vroeg, te vroeg werd af
gesneden, mag naar menschelijk oordeel
worden getuigd, met 't oog op wat van een
gerijpte levenservaring nog te verwachten
viel. Maar de Almachtige God oordeelt
andrvs. Hij' roept den mensch op zijn tijd
weg, ook van de meest verantwoordelijke
posten. En Zijln doen is wijsheid.
Daarvoor buigt de regeering ootmoedig
het hoofd en dankt slechts, namens Kroon
98.) o—
Trelawney zweeg een oogenblik en zag
naar Ferguson. Gaarne zou hij' Stewart
hebben willen mededeelen, wat hij van
plan was te doen, maar Ferguson was
iemand, dien hij in weerwil van zijln
vrome praatjes, of liever daardoor, niet
vertrouwde.
„De Schotten worden nog steeds vree-
selijik verdrukt, Stewart," sprak hij, zoo
de vraag trachtende te ontwijken, door
een andere te doen; „zult ge rustig blijL
ven toezien na één mislukking?"
„De hand des Heeren is tegen ons",
antwoordde Ferguson, aldus de vraag
tot Stewart gericht, beantwoordende. „En
geland moet zijn straf ondergaan voor
het terughalen van een Stuart, vóór het
van zijn zonden gereinigd is. Denkt gij,
dat ik niet beproefd heb tot Willem toe
gelaten te worden? Of ikl Hij is de eeni-
ge, van wien Engeland iets te hopen heeft.
Maar Willem blijft rustig en doet niets."
„Heeft hij u een audiëntie toegestaan?"
vroeg Trelawney.
„Heb ik u niet gezegd, dat hij geen
vinger wil uitsteken?" zei Ferguson boos.
„Denkt gij, dat hij zou geweigerd hebben,
en volk, voor al den openbaren arbeid,
door Ruys verricht. Eh zij' voegt daaraan
de bede toe, dat God de zwaar getroffen
familie, inzonderheid de weduwe en de
kinderen, zal schragen in het dragen van
dit zware verlies.
HULDE AAN HET BELEID VAN DEN
GOUVERNEUR-GENERAAL
Weitschelijkheid van een nauwer verband
tusschen Nederland en Indië.
Aan het voorloopig verslag van de Eer
ste Kamer over de Indische begrooting
voor 1936 wordt het volgende ontleend:
Vele leden brachten den G.G., wiens
ambtstermijn weidra ten einde loopt, hul
de voor zijn beleid, met name waar dit
betreft de financieele en economische po
sitie van Ned.-Indië en de gezagshand-
baving in dat gebiedsdeel.
Eenigen hunner meenden de wijze,
waarop bij zich van de laatstbedoelde
taak heeft gekweten als o n o v e r t r o f-
f e n te mogen 'kenschetsen.
Sommige leden gaven als bun meening
te kennen, dat op het stuk van bezuiniging
in Indië thans de uiterste grens was be
reikt.
Eenige leden verklaarden, niet te kun
nen instemmen met de hulde den G.G. ge
bracht voor de wijze, waarop deze het
gezag zou hebben gehandhaafd. H.i. is
het Indische regeeringsbeleid te dier zake
in de afgeloopen vijf jaren al te zeer ge
kenmerkt geweest door een noodeloos
streng beperken van het recht op vrije
meeningsuiting, van vereeniging en ver
gadering, hetgeen de natuurlijke staat
kundige ontwikkeling van de inlandsche
bevolking kunstmatig heeft belemmerd.
Zeer vele leden vestigden de aandacht
op den onvoldoenden staat, waarin de
weermacht, en met name de vloot,
in Ned.-Indië verkeert.
Enkele leden brachten de houding ter
sprake, welke de G.G. aanneemt ten op
zichte van de N. S. B., welke houding
wel afwijkt van die, welke de regeering
hier te lande tegenover die partij heeft
aanvaard.
Sommige leden oefenden critiek op de
financieele politiek in Indië
gevoerd.
Voor deze politiek mag intusschen niet
zoo verklaarden deze leden, de Indische
regeering verantwoordelijk gesteld wor
den,daar die h.i. het noodlottige gevolg is
van het feit, dat de regeering in het moe
derland het voorbeeld in dezen geeft.
Zij waren van oordeel, dat radicaal het
roer moet worden gewend en dat, om uit
de impasse te geraken, naar devalu
atie moet worden gestreefd, vermits
vooral het belang van Indië zulks eischt,
doch dat Nederland hier zal moeten voor
gaan.
Andere leden verklaarden volkomen in
te stemmen met de monetaire politiek van
de regeering; hier te lande en in Indië.
Wat de pensioenen betreft zou
men gaarne vernemen, of het niet wen-
sökelij'k ware hierin op den duur verande
ring te brengen, door den diensttermijn,
welke in Indië recht op pensioen geeft, te
verlengen en het bedrag der pensioenen
meer in overeenstemming te brengen met
de pensioenen van Nederlandscbe ambte
naren en militairen.
Vele andere leden waren van meening,
dat de Indische pensioenen niet met de,
bier te lande genotene, gelijk kunnen wor
den gesteld, al achten zij de mogelijkheid
van vermindering der eerstbedoelde niet
a priori verwerpelijk.
Dat de regeering door verstrekking van
een blanco-crediet aan Indië voor de
voedselvoorziening den nood
der bevolking tracht te lenigen, had bij
zeer vele leden warme instemming gevon
den. Gevraagd werd, tot welk bedrag tot
dusverre van die mogelijkheid gebruik is
gemaakt.
Verscheidene leden waren van meening
dat men voorzichtig moet zijn met de
contingenteering van artike
len, wel'ke de inlandsche bevolking drin
gend noodig heeft, als bijv. de goedkoope
textielartikelen.
Verschillende leden laakten de achter
stelling van de Indische suiker bij de Ne-
derlandsche bietsuiker, welker verbouw
hier te lande van overheidswege kunst
matig wordt gesteund.
Ook de exhorbitante belasting
o p t h e e achtten zij bezwaarlijk te
verantwoorden.
Verscheidene leden drongen tenslotte
nogmaals met nadruk aan op afschaffing
van art. 177 van de Indische staatsrege
ling.
De busdienst Hoedekenskerke-Goes.
Zooals we destijds meldden is bij' Kon.
Besluit aan M. de Bart te Goes de ver
gunning onthouden (Ged. Staten hadden
haar verleend, waartegen de Spoorwegen
in beroep waren gegaan), voor 't in stand
houden van den dienst Hoedekenskerke-
Goes.
De Kroon blijkt haar beslissing als het
volgt te motiveeren:
Op 15 April 1929 is besloten een auto
busdienst Hoedekenskerke-'s Gravenpol-
der-Goes toe te laten en vergunning voor
dien dienst tot 1 Januari 1933 te verlee-
nen, aangezien erkend moest worden, dat
zoolang de aanlegplaats der veerbooten
op vrij grooten afstand van het tramsta
tion Hoedekenskerke was gelegen, de
autobusdienst ook aan de doorgaande rei
zigers gerief bood, hetwelk de tram niet
kon geven. Later werd echter in de on
middellijke nabijheid van het tramstation
een haven aangelegd. Een verlenging van
de vergunning bad nu toegestaan kunnen
worden, indien de ervaring mocht hebben
geleerd, dat de verplaatsing van de aan
legplaats der veerbooten toch niet een
zoodanige verbetering voor de doorgaan
de reizigers zou hebben gebracht, dat er
naast de tramverbinding voor een auto-
busdienst geen plaats meer zou zijn.
Op grond van de overgelegde stukken
moet naar het oordeel van de Kroon wor
den geoordeeld, dat na de verplaatsing
van de aanlegplaats der veerbooten de
tramwegverbinding op bevredigende wijze
in de behoeften aan vervoergelegenheid
op het onderhavige traject voorziet.
Mitsdien bestaat voor verlenging van
de vergunning voor den autobusdienst
geen aanleiding, zoodat de 'besluiten van
Ged Staten niet kunnen worden gehand
haafd.
Klap van een paard tegen het lijf gekregen
Maandagmorgen was de landbouwer V.
te Hoek met zijn paarden aan het werk
toen een van hen plotseling schichtig
werd en naar V. sloeg. Hij trof hem tegen
het onderlijf, waarna V. kermende van
pijm ineenzakte. Op medisch advies is de
ongelukkige naar het ziekenhuis te Ter-
neuzen overgebracht. Zijn toestand is re
delijk wel.
S e e,t i e o n d e r z o e k. Maandag
j.l. vertoefde de Justitie uit Middelburg
te Oostburg in bijzijn van Dr Hulst
uit Leiden, teneinde sectie te verrichten
op het lijk van het slachtoffer dat Zater
dag j.l. onder de gemeente Schoondijke
bij' een autoaanrij'ding om het leven is ge
komen.
Faillissementen. Het faillis
sement van L. Dieleman Hzn., bierbotte-
laar te Axel, Curator M.r G. Tichelman,
advocaat en procureur te Terneuzen, is
geëindigd door de verbindend geworden
eenige uitdeelingslijst zonder eenige uit-
keering aan de concurrente schuld-
eischers.
Goes. Fordtentoonstelling.
Gistermiddag werd in twee zalen van de
Prins van Oranje een voor H.H. automo
bilisten zeer belaqgrijke en aantrekkelijke
automobiel-tentoonstelling gehouden, die
ook vandaag en morgen nog geopend is.
Het is voor een excentrisch gelegen
provincie als Zeeland zeker'een goed idee
om een dergelijke tentoonstelling te or-
ganiseeren, daar niet ieder in de gelegen
heid is een expositie te Amsterdam te be
zoeken.
De nieuwste Ford-producten zijn nu te
Goes en vanaf Donderdag te Middelburg
tentoongesteld.
Vóór het tooneel staat opgesteld 'de
Lincoln Zepbir, een pracbtwagen, met 12-
cvlinder motor, waarvan carrosserie en
chassis, in boogvorm gebouwd, een fraai
geheel vormen. Elk onderdeel van den
motor is gemakkelijk bereikbaar.
We zagen verder ook het 8-cylinder
gewone Ford-type, de zevenpersoona wa
gen voor verhuurbedrijven en groote
gezinnen, het nieuwe type bestelwa
gen (gekenmerkt door aantrekkelijk
uiterlijk en groote laadruimte), de
Ford Sedan (gTand luxe) met flinke
aangebouwde kofferruimte, de Ford Ca
briolet met 4-cylinder motor, de Junior
(de Engelsche Ford, een klein 4-persoons-
model, dat echter nog een behoorlijke
ruimte biedt), alles van de nieuwste jaar
klasse.
Uit de prijzen, die ons genoemd werden,
bleek, dat men bij Ford reeds voor f 1200
voor een nieuwe auto van keurde uitvoe
ring en afwerking terecht kan.
Interessant is ook het doorsnede-chas-
sis, waar elk onderdeel van binnen is te
bekijken.
Ook heeft het controle-apparaat, dat de
Ford-dealer, de heer M. de Dreu, reeds in
gebruik heeft, hier een plaats gekregen.
Met behulp, hiervan kan een storing in
een of ander onderdeel gemakkelijk ont
dekt worden, zonder dat alles uit elkaar
behoeft genomen te worden.
In de aangrenzende (buffet)-zaal zagen
we stands van Van Doorne's aanhang-
wagenfabriek („Daf") te Eindhoven,
waarmee Ford samenwerkt, waar een
klein model trailer wordt geëxposeerd,
van de Renault-olie, van de Firestown-
banden, speciaal voor de Fordson-tractor,
van de Auto-onderlinge uit Groningen,
een bekende verzekering mij., van de
N.V. Itma te Amsterdam, met bet door
het Ford-laboratorium ontworpen ge
reedschap, enz.
Gaarne wekken wij belanghebbenden
en belangstellenden op tot een bezoek aan
deze tentoonstelling.
Heinkenszand. De Bond van Hand-
boogsociëteiten op Zuid-Beveland verga
derde alhier. Voorzitter de heer P. A.
Rijk. In plaats van den heer Ganseman
werd gekozen tot secretaris dhr A. Wijk
van O'vezande. Er bleken 14 afgevaardig
den van de 16 aangesloten vereenigingen
tegenwoordig te zijn. De bestuursleden M.
van Schaik en P. v. d. Dries werden her
kozen. D'e loting van de in dit seizoen te
houden kampioenschieting had als uitslag
dat deze gehouden wordt te 'sHeeren-
hoek. De schutters van de liggende wip
hadden aangevraagd om lid van den bond
te worden. Het voorstel van den heer Wijk
tot toelating werd aangenomen.
Gisteravond vergaderde de afd. van
den Ned. Chr. Landarb. Bond waar als
sprekers zouden optreden de heeren Vin
gerling, hoofdbestuurder en de burge
meester. Van den laatste was echter in
een schrijven waaruit bleek dat het werk
van den N.G.L.B. door hem zeer op prijs
gesteld wordt, bericht ingekomen, dat bij
door ziekte verhinderd was. Naar aanlei
ding van een circulaire van den G.B.B. be
treffende een collecte voor „Jong Holland
snakt naar werk'' gaven zich vier leden
op, die deze week met een lijst voor dit
mooie doel zullen trachten een bedrag
bijeen te brengen. Daarna kreeg dhr Vin
gerling het woord, die een interne kwes
tie met een der oud-leden uitvoerig toe
lichtte. Allen waren het er over eens, dat
door het Hoofdbestuur daarvan het noo-
dige werk was gemaakt.
Nisse, Brand. Zaterdagmiddag brak
brand uit in een hoop pas gedorscht tar
westroo van den landbouwer T. de Win
ter alhier op plm. 200 M. van zijn land-
bouwschuur in den Nissestellepolder. Het
personeel was gaan eten en er bevond zich
niemand op het teriein. D'oor den feilen
wind had het vuur zich spoedig over het
aldaar staande stroo en tarwegraan uit
gebreid, zoodat alles verbrandde. De
dorschmachine met pers van J. Rijk te
Ovezande en een beladen boerenwageu
met gedorschte tarwe werd eveneens ver
nield, zoodat 15000 tarweschoven met
pl.m. 5000 bosscben stroo, de opbrengst
van 25 gemet bouwland, verloren ging. De
'dorschmachine is verzekerd, ook het
graan en stroo, doch zeer laag; zoodat bet
voor de W. een schadepost is.
Omtrent de oorzaak tast men in het
duister; aan kwaadwilligheid wordt niet
diiect gedacht. (M. C.)
Biezelinge. In het lokaal Algemeen Be
lang kwam de onderafdeeling Kapelle-
Biezelinge van de vereeniging voor Zie-
kenhuisverpleging in Zuid- en Noord-Be
veland in algemeene ledenvergadering
bijeen.
De voorzitter, de heer A. J. van Liere,
heet de 21 opgekomen leden welkom. Spr,
vindt het jammer dat niet meer leden
aanwezig zijn. Ditmaal werd besloten om
de algemeene vergadering te Biezelinge
te houden omdat ook daar zooveel leden
woonachtig zijn. De opnamen in de zie
kenhuizen waren van deze afdeeling tal
rijk.
De penningm. D. Ganseman deed reke
ning en verantwoording. In 1935 werden
71 leden opgenomen in ziekenhuizen tot
een totaal aantal ligdagen van 1195. Het
ledental vermeerderde met 169 waarvan
155 betalende. Het ledental is totaal 2145
waarvan 1939 betalende. De gemeente
Kapelle heeft 2908 inwoners.
Met dank voor het gevoerde accurate be
heer werd de rekening vastgesteld.
Herkozen werden de aftredende be
stuursleden: H. J. Ie Clercq, S. J. v. Dijke,
B. de Jonge en Q. v. d. Vrie.
De bespreking van de agenda voor de te
houden vergadering van de Centrale ver
eeniging leverde geen bijzonderheden op.
Na rondvraag volgde sluiting.
lerseke. Zaterdag geraakte door het
stormweer de sloep van den kreeften-
visscher V., gemerkt YE 33, in het Schaar
van Wemeldinge vol water, is losgeslagen
en daarna gezonken. De sloep, die van
een goede motor is voorzien, is nog niet
opgevischt.
De Fransche oesters, die door de
regeering zij'n aangekocht, zijn Vrijdag 1.1.
in Morbihan in een motorboot geladen en
naar Zeeland verscheept. De oesters zul
len door een stoomboot uit Wemeldinge
en een motorboot uit Tholen worden uit
gezaaid. Te lerseke zijn geen geschikte
booten hiervoor disponibel.
Serooskerke (W). De collecte voor het
oomité „Jong Holland snakt naar werk",
heeft hier opgebracht f 117,35. (Belange
loos bericht.)
De opbrengst der Emmabloemcollec-
te bedroeg alhier f23.25.
Grijpskerke. Ten bate van het interieur
der Herv. Kerk werd 2e en 3e Paasch-
dag een bazaar gehouden. Met de reeds
ingekomen giften mag op een netto
opbrengst van plm. f 550 gerekend wor
den.
Kats. Gemeenteraad. Maandag
vergaderde de raad voltallig. Door Ged.
Staten is ontheffing verleend van onder
wijs in lichamelijke oefening voor twee
jaar. Tot lid der comm. tot wering van
schoolverzuim werd benoemd de heer
M. W. van Arenthals.
Van den Minister van Soc. Zaken was
een schrijven ingekomen aangaande de
exploitatie van bouwgronden bij aanleg
van een nieuwe wijk. Met algemeene st.
wordt deze verordening aangenomen.
B. en W. stellen voor aan een onder
wijzer aan de 0. L. school, volgens art.
28 (1929) ingaande 1 Mei a.s. ontslag te
verleenen en wel aan A. B. Holster. Met
alg. st. alzoo besloten.
Voorstel van B. en W. om art. 5 3e lid
der gemeenteverordening te wijzigen en
de personen die biji den luchtbescher
mingsdienst zijn van den brandweerdienst
te ontslaan wordt aangenomen.
Van de P.Z.E.M. was een prijsopgaaf
ontvangen voor straatverlichting (nacht
lamp). De gemeente zou voor een lamp
van 75 watt f 37,75 en voor een lamp van
40 watt f 20 moeten betalen plus de kosten
van verandering. B. en W. stellen voor
hierop afwijzend te beschikken. Alzoo
besloten.
B. en W. hebben aan den heer P.
de Boer opgedragen het onderhoud van
het uurwerk in den toren voor een jaar
en daarna tot wederopzegging toe.
Rondvraag. Dhr J. Eikenhout vraagt
inlichting over den toestand van de goot
aan den Dijkweg (de goot is 90 c.M.
breed en 38 c.M. diep). In een raadsver
gadering van het vorige jaar was besloten
verandering aan te brengen
Weth. Priester zeide dat de gemeente
opzichter van meening is dat bij' versmal
ling en verhooging de inwoners last zul
len krijgen van het water op hun erf. In
overweging werd gegeven rioleering en op
korte afstanden flinke roosters te leggen.
Een nader onderzoek zal ingesteld wor
den. Hierna sluiting.
gewichtige zaken heeft mede te deelen."
„Ja, ja", antwoordde Willem, „dat zei
die Mordaunt ook. Een handige kerel,
maar een dwaas. Zelfzuchtig tot in
't diepste van zijn hart. Maar ik wil zelf
oordeelen, Burnet. Laat hem binnen
komen."
Toen Benedictus Trelawney voor den
Prins geleid werd, zag hij verrast op. Hij
wist, dat deze nog slechts zes en dertig
jaar oud was, maar hij aanschouwde een
man, die minstens tien jaar ouder scheen.
Ook was hem verteld, dat deze Prins de
stoutmoedigste en meest onversaagde
legeraanvoerder in Europa was en had
zich daarom een sterken, forschen man
voorgesteld. Inplaats daarvan zag hij een
tenger zwak man, en toen hij daar voor
hem stond bemerkte hij, hoe moeilijk hij
ademhaalde. Maar toch was het slechts
voor een oogenblik, dat zijn lichaams
gesteldheid de idee van zwakheid bij hem
opwekte. De jonge Trelawney gevoelde,
dat hij hier met zijn meerdere te doen
had, nog vóór deze sprak. Dat breede
voorhoofd verried den denker; die don
kere arendsoogen vertelden hem, dat daar
een man vóór hem stond, die de dingen
tot op den bodem peilde. Nooit had hij
een zóó scherp, doordringend oog gezien.
(Wedt vervolgd.")
als ik eens tot hem was toegelaten?
Neen, maar Burnet heeft zich bij hem
weten in te dringen en, ofschoon uit Edin-
burg afkomstig, een lid van de Episco-
paalsche kerk. O, ik ken zijn opinies;
hij noemt zich liberaal, maar hij weet
niets van de dogma's af. O, dat Willem
van Oranje wist wat goed voor hem wasl
Dan zou Burnet niet langer zijn ver
trouwde raadsman zijn!"
„Gij bedoelt, dat hij u dan zou nemen",
opperde Trelawney.
„Daarop durf ik mij niet verheffen,
man", zei Ferguson, „maar als deze Hol-
landsche prins zijn ziel slechts aan mijn
zorg wilde toevertrouwen, zouden er won
deren geschieden."
„Dan is Burnet hier een man van ge
wicht?"
„Ja, het is Burnet voor en Burnet na.
Als de prins met zijn vrouw overhoop
ligt, zorgt Burnet weer voor de verzoe
ning. Als hij iets wil ondernemen, zorgt
Burnet voor de uitvoering. O, als de prins
maar verstandig wasl"
„Gij meent, dat hij een anderen Schot
tot raadsman moest kiezen?"
„Ik dring mij-zelf niet op den voor
grond", antwoordde Ferguson. „Maar wat
komt gij in Holland doen?"
„Ik moet een man opsporen, wiens
naam John Beswick is."
„Ik heb nooit van hem gehoord", merk
te Ferguson op. „Waarom i» hij naar
Holland gekomen?"
„Waarom zijn honderdtallen anderen
hierheen gevlucht? Hij kwam naar hier,
omdat hij uit Engeland verjaagd werd."
„Ha, dan zult gij u wel tot Burnet
moeten wenden", zei Ferguson. „Burnet
is met de meeste zaken op de hoogte.
Maar wat moet gij toch met dien Bes
wick?"
„Dat heeft met de politiek niets te ma
ken", zei Trelawney, terwijl hij een waar
schuwenden blik naar Stewart wierp.
„Kent gij dien Burnet, Stewart?"
„Wij bezochten tegelijkertijd de Uni
versiteit te Aberdeen", antwoordde Ste
wart. „Hij was een zeldzaam student.
Hij was nauwelijks de kinderschoenen
ontwassen, toen hij reeds den graad be
haalde."
„Maar in 't geheel geen begrip van de
fundamenteele leerstukken, met al zijn
geleerdheid", merkte Ferguson op.
Kort daarna verliet Trelawney het huis
van Ferguson en vroeg Stewart, of die
hem wilde vergezellen.
Toen zij op straat waren, zei Stewart:
„Bob Ferguson heeft ook zijn goede pun
ten en als de kansen gunstig waren, zou
hij als politieke agitator zeer veel kunnen
doen."
„Stewart", zei Trelawney opeens, „heeft
die Gilbert Burnet werkelijk zooveel in
vloed bij den prins van Oranje?"
„Ja zeker!"
„Zoudt gij hem er toe kunnen over
halen, dat hij bewerkte, dat ik voor een
audiëntie tot den Prins werd toegelaten?"
„Ik zou 't kunnen probeeren", antwoord
de Stewart voorzichtig.
„Vroeger kende hij mijn bloedverwant,
den Bisschop van Bristol."
„Misschien dat dót nog wat helpt."
En zoo geschieedde het, dat twee dagen
later Trelawney tot den Prins werd toe
gelaten.
„Wie is het, zegt gij?" vroeg de Prins
aan Burnet.
„Een Engelschman uit een voornaam
geslacht, Uwe Hoogheid", antwoordde de
geestelijke. „Een van de oudste geslach
ten van Engeland. Zijn bloedverwant is
Bisschop van Bristol, een trotsch man,
maar zoo trouw als goud."
„Ik herinner het mij. Mijn oom Jakobus
haat hem omdat hij de reformatorische
beginselen is toegedaan", antwoordde
Willem.
„Dat is waar", merkte Burnet op. „Toch
is hij trouw koningsgezind en zijn ge
slacht heeft steeds den Engelschen troon
oncn rsteund."
„Maar ik heb ook iets gehoord van een
jongen Trelawney, die deelgenomen heeft
aan den mislukten aanslag van Mon
mouth Is het die?"
„Het is niet een heethoofd, maar een
bedaard jongmensch", zeide Burnet. „Hij
beweert, dat hij Uwe Hoogheid hoogst