De les der historie. EERSTE BLAD Jhr Mr Ch. i. M. Ruys de Beerenbrouck. f Buitenland. De oorlog in Abessynië. Belangrijkste Nieuws ZATERDAG 18 APRIL 1938 DAGBLAD VOOR DE PROVINCIE ZEELAND 50 e JAARGANG No. 188 Ajüzoteren, tt oUdt/ot en cdléen &erid$,Orvfrotwveder hfo doLn wordt je een Binnenland (Jitg.: N.V. Uitgevers Maatschappij „Luctor et Emcrgo" ter exploitatie van hot blad „Do Zeeuw". Bureaux Lange Vorststraat 70, Goes. Telefoonnummer 11. Postcheque en Girorekening 44455 Bijkantoor Middelburg: Fa BOEKHANDEL J. J. FANOY, Lange Burg B 16, Tel. 28. Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA. Abonnementsprijs f2.50 per kwartaal, weekabonnementen voor Middelburg, Goes en Vlissingen f 0.2.0. Losse nummers 5 cent. Advertentiën 30 cent per regel. Ingezonden mededeelingen 60 cent per regel. Kleine Advertentiën Dinsdags en Vrijdags f 0.75, bij vooruitbetaling. Onder letter of motto fö.85. Bij contract belangrijke korting. Dit nummer bestaat uit 2 bladen. De gebeurtenissen in het revolutietijd- perk van nu ruim een eeuw geleden, zijn voor onzen tijd vol van rijke leering. Dezelfde beginselen van toen zij1 't dan eenigszins anders toegepast wer ken ook nu. Het< waren de theorieën van ongeloo- vige wijisgeeren die eerst in Frankrijk en daarna ook in ons land ingang vonden Evenals nu werd ook toen aan de eene zijde de volkssoevereiniteit gepredikt, en aan den anderen kant de staatsalmacht verheerlijkt Beide leerstellingen waren vruchten van denzelfden revolutionairen wortel. De leer dat alle gezag van God afdaalt, werd verworpen. Er was een pogen, zich van de goddelijke inzettingen te emanci- peeren en den mensch op den troon te plaatsen. Dit gold en geldt zoowel van hen die opkwamen voor een sterk overheids gezag, als van hen die van het gezag der Overheid niet wilden weten. Het eerste schijnt op het eerste gezicht een weinig vreemd, zooals er ook nu nog wel zijn, die maar niet kunnen begrijpen, dat een beweging die roept om krachtige geziagshandhaving als „revolutionair" wordt betiteld. De gedachtengang waarvan men daar bij1 uitging was deze. Aanvankelijk leefden de menschen zon der maatschappelijk verband. Het was een periode van barbaarschheid en on gebreideld egoisme. Ieder zocht zijn eigen belang en vocht voor dat belang. Zoo was het een voortdurende strijd, een oorlog van allen tegen allen. Een ieder had het recht te doen en te laten wat hij wensche- lijk achtte en handelde daarnaar. „JJi® natuurmenschen, hoe onbeschaafd overigens ook, kwamen ten langen leste tot het inzicht, dat het in aller belang gewenscht moest worden geacht, aan dergelijke toestanden een einde te maken. Dat zou mogelijk zijn door het maken van een bindende afspraak, voor 't hand haven waarvan er een zeker gezag moest zijn, dat het recht had en de macht om hen die de gemaake afspraak schonden, te straffen. Welnu, om dat doel te bereiken heeft men op zekeren tijd een contract aange gaan. Er werd een verdrag gesloten waarbiji de menschen van hun onbegrens de rechten afstand deden en die over droegen aan een hunner of aan enkelen, die nu voortaan alle macht en recht in zich vereenigden. Op deze wijze is het collectief gezag der burgers, eens en voor altijd in de macht der vorsten of andere heerschers geraakt. De opdracht en over dracht van het gezag was toch o n - voorwaardelijk; de overheid kon over eigendom en leven, over alle lichaams-i en zielskrachten naar welge vallen beschikken, terwijl alle tegenstand en afkeuring als misdadig moest worden bestempeld. De plichten der onderdanen en de ab solute macht van den souverein berustten dus uitsluitend op een gesloten verdrag, of wil men, op menschelij'k inzicht. De machten, die er zijn, ze zijn niet door God verordend zooals de Bijbel leert, maar van zuiver menscbe- 1 ij k e n oorsprong. Het behoeft Wel geen nader betoog, dat de aanhangers van deze leer, zij mochten dan opkomen voor handhaving van het gezag, toch inderdaad op revoluti onairen bodem stonden. j ndere wijsgeeren, spraken ook van een gesloten contract, maar hun opvatting daarvan was toch een andere. Volgens hen was de natuurstaat der menschen een soort paradijstoestand. Die gelukkige en onbedorven natuurmenschen hebben ook door overdracht van rechten een staat gevormd, maar die overdracht beteekende geen afstand. Het volk dat de macht en het gezag aan een of meer souvereinen overdroeg, had ook het recht, die soiuvereiniteit te beperken of geheel terug te nemen. Zooals dan ook in ons land, toen „de oppermachtige Bataven" hun vrijheid en recht hernamen, gedaan werd, naar men meende althans. Het is duidelijk, dat er tusschen beiclc stelsels een niet onbelangrijk vei schil is. Maar óók, dat ze beiden op revolutionai ren grondslag staan, en dat, zcoals Groen van Drinsterer het uitdrukte, de een het recht der volken, en de ander het recht der overheid vernietigde. Die revolutionaire theorieën nu hebben onder ons volk ingang gevonden, doordat een deel van ons volk door het revolutio naire gif bedwelmd werd en ook, doordat het Christenvolk, inplaats van ook in het publieke leven op te komen voor de eere van den Christus en de ordinantiën des Heeren, zijn roeping verzaakte en zich in „vroom gepeins" terugtrok. Dezelfde revolutionaire beginselen van toen worden ook nu weer gepredikt. De klank is een andere en de schijn is an ders, maar de inhoud is dezelfde. Prin- cipiëel is er geen verschil. En nu zal het er op aankomen if ens Christenvolk zijn roeping verstaat, of het getrouw zal zijn aan het bevel van den op- gestanen Heiland, om, op elk gebied des levens Zijtae getuigen te zijn. Moge de les der historie niet zouder meer aan ons voorbijgaan. GISTERMIDDAG OP 62-JARIGEN LEEFTIJD TE UTRECHT OVERLEDEN. In de ongesteldheid van Z. E. Jhr Mr Ch. J. M. Ruys te Beerenbrouck, minis ter van Staat, voorzitter van de Tweede Kamer, was de laatste dagen een dusda nige verergering ingetreden, dat observa tie in een ziekenhuis noodig werd geacht. Do zieke werd Vrijdagmiddag naar het St Anthonius Gasthuis te Utrecht over gebracht, alwaar hij na korten tijd kalm en zacht is ontslapen. Zijn levensloop. Jhr Ruys de Beerenbrouck is op 1 De cember 1873 als oudste zoon van Jhr Mr G. L. M. H. Ruys de Beerenbrouck, die van 1888'91 minister van Justitie in het Kabinet-Mackay en van 1893'1918 Commissaris der Koningin in de provin cie Limburg is geweest, te Roermond geboren. Na zijn promotie in 1895 oefende hij eerst eenigen tijd te Maastricht de advoca tuur uit, maar weldra werd hij ambtenaar bij' het openbaar ministerie bij' het Kanton gerecht aldaar. Reeds in 1905 kreeg hij zitting in de Tweede Kamer voor het Kiesdistrict Gulpen en sedert zag hij zijn mandaat telkens hernieuwd. Toen zijn vader in 1918 zijn ambt neer legde en Jhr Ch. Ruys de Beerenbrouck diens plaats innam, moest hij als Kamer lid bedanken. Maar nog geen half jaar was hij Commissaris der Koningin in Limburg, of hij werd naar Den Haag ge roepen om een Kabinet, steunende op de rechterzijde, samen te stellen, hetgeen leidde tot het optreden van het eerste mi nisterie Ruys de Beerenbrouck, waarin hijzelf het departement van binnenland- sche zaken voor zijn rekening nam. Hij was de jongste premier, dien ons land ooit heeft gehad. Toen de algemeene verkiezingen in 1922 de reohtsche meerderheid in de Tweede Kamer bestendigden, bleven Jhr Ruys en zijn meeste ambtgenooten in hun func tie. Dit tweede ministerie Ruys vroeg ech ter in October 1923 ontslag wegens de ver werping van het ontwerp-vlootwet door de Tweede Kamer. Daar het na een Kabi netscrisis van eenige maanden niet mo gelijk bleek, een ander ministerie te doen optreden, willigde de Koningin het ver zoek om ontslag niet in, zoodat 'n eenigs zins gereconstrueerd kabinet-Ruys tot September 1925 de teugels der regeering in handen hield. Nadat Jhr Ruys zeven jaren minister president was geweest, kreeg hij in 1925 opnieuw zitting in de Tweede Kamer, welke hem No. 1 plaatste op de voor dracht, waaruit de Koningin den Kamer voorzitter benoemt. Van 1925 tot 1929 heeft hij de vergaderingen der Kamer ge leid. In November 1925 volgde hij baron van Wijnbergen op als voorzitter van de Roomsch-Katholieke Staatspartij. In 1929 werd Jhr. Ruys de Reeren- brouck opnieuw met de vorming van het Kabinet belast. Dit is aan het bewind ge bleven van 10 Augustus van genoemd jaar tc t 26 Mei 1933. Sedert 31 Mei 1933 was Jhr Ruys we der Kamervoorzitter. In 1927 erkende de regeering zijn ver diensten door hem tot Minister van Staat te benoemen. Vele hooge onderscheidin gen, ook buitenlandsche, zijn hem ten deel gevallen. Hij was o.a. kamerheer in bui tengewonen dienst van H, M. de Konin gin, commandeur in de Orde van den Ne- derlandsohen Leeuw en hij droeg 't groot kruis in de orde van het Legioen van Eer van Frankrijk. Jhr Ruys was ook voorzitter van den Mijnraad en lid van den Bosohraad. Eenige jaren geleden heeft hij een ern stige operatie ondergaan, waardoor hij zijn kracht niet ten volle heeft kunnen be houden. Desondanks heeft hij zijn arbeid ten bate van het land voortgezet. Ook voor Zeeland heeft wijlen Jhr Ruijs de Beerenbrouck groote belangstel ling getoond. Wij herinneren ons hem meermalen bij officieele gelegenheden te hebben gezien en dan denken wij op dit oogenblik aan een drietal ge vallen tijdens het tweede Ministerie Ruys de Beerenbrouck, dus tusschen 1922 en 1925, toen vanaf 1 Januari 1923 ook landbouw bij binnenlandsche zaken was ondergebracht. Toen in 1924 de land bouwtentoonstelling te Sluis geopend werd, was het de thans ontslapene, die daarbij van zijn medeleven met den Zeeuwschen landbouw kwam getuigen en enkele maanden later was hij te Sas van Gent aanwezig toen de Eerste Coöpera tieve Suikerfabriek aldaar haar 25-jarig bestaan herdacht. Ook bij de tentoonstelling van den kring Oostelijk-Zuid-Beveland te Krui- ningen in 1925 was Minister Ruys aan wezig en hield daar een openingsrede. Maar ook in minder opwekkende da gen heeft de Minister getoond met de Zeeuwen mede te leven. Toen op 7 Dec. 1929 ook tot Den Haag de mare door drong van den grooten brand in de Langedelft te Middelburg, bedacht de overledene zich geen oogenblik en op 8 December kwam hij naar Middelburg om zich persoonlijk te overtuigen van den omvang van den ramp, en om o.a. den heer Asselbergs en zijn mannen van de Bergen op Zoomsche brandweer dank te brengen voor wat zij hadden gepresteerd. Waar is de Negus? Na langen tijd niets meer van den Ne gus te hebben vernomen, is gister een ge ruststellende mededeeling van den keizer te Addis Abeba ontvangen. De mededeeling begint met de woor den: „alles is in orde!" Verder wordt verzekerd, dat de Negus vergezeld is van 20.000 goed bewapende loyale krijgers. De Abessynische regeeringsambtenaren zien in de verklaring van den Negus een bewijs voor de juistheid van hun opvat ting, dat de herhaalde geruchten uit D'ji- boeti, volgens welke de Negus zou hebben gelast, dat een vliegtuig in gereedheid zou worden gehouden, teneinde hem, in geval van nood, in staat te stellen zich zoo snel mogelijk naar Britsch Kenya te kunnen begeven onjuist en zelfs belachelijk zijn. In welingelichte kringen, welke in nau we betrekking staan tot Mussolini, verluidt dat de negus zou hebben verklaard, dat hij bereid is afstand te doen van den troon ten gunste van den kroonprins en dat hij eveneens bereid is, onvoorwaardelijk over de vredesvoorstellen van Italië te onder handelen.. Dit bericht klinkt wel zeer onwaarschijn lijk, vooral als men let op de houding van Abessynië te Genève. Aan de fronten. Wat de toestand aan de fronten betreft kan opgemerkt, dat die aan het Noorde lijk front voortdurend onoverzichtelijker wordt. Het lijkt, alsof de Abessijnsche le gers zich terugtrekken naar het westen van Abessynië, waarschijnlijk in de hoop daar betere verdedigingsmogelijkheden te vinden. Dat de Italianen aan het Zuidelijk front inderdaad een offensief hebben ingeluid, wordt bevestigd door verschillende berich ten. De mededeeling, dat Harrar zou zijn bezet, is echter zeer onwaarschijnlijk. Te Addis Abeba beweert men met na druk, dat hevige regens de actie van de Italiaansohe gemotoriseerde colonnes heb ben stilgelegd en dat generaal Nassiboe alle stellingen, die hij voor den Italiaan- schen opmarsch bezet hield, nog bezet, terwijl men van Italiaansche zijde beweert dat generaal Graziani reeds tal van stra tegische punten heeft bezet. Naar Addis Abeba? Tusschen Addis Abeba en Dessie ligt een weg van 350 kilometer en volgens een Italiaansch bericht hebben de Italianen er hiervan reeds 40 afgelegd in de rich ting van Addis Abeba. In Rome zegt men te hopen en te verwachten, dat de Ita lianen op den 21en April, den jaardag van Rome, de stad zullen binnenrukken. Gemeld wordt, dat alle Erithreesche legercorpsen bij Dessie geconcentreerd zullen blijven en dus niet zullen deel nemen aan den opmarsch naar Addis Abeba. Blijkbaar wenschen de Italianen de eer van de bezetting van Addis Abeba voor de nationale troepen te reserveeren. In tegenstelling met de eerste berich ten, hebben de vliegtuigen, die gisteren boven Addis Abeba hebben gevlogen, geen strooibiljetten uitgeworpen, doch de om geving van het keizerlijk paleis met hun mitrailleurs onder vuur genomen. De Abessijnsche regeering verwacht, dat de vijand nu zal beweren, dat bij Ingezonden Mededeeling. HAAGSH m Jtk u. OLIE FABRIEK EU AMSTERDAM.O. dezen aanval de vliegtuigen beschoten zijn, met het doel, een leugenachtig voor wendsel te fabriceeren, om de stad te kunnen bombardeeren. De Abessijnsche regeering verklaart, dat bij dezen aanval, van Abessijnsche zijde, geen enkel schot op de vliegtuigen is gelost. DE VREDESPOGING TE GENEVE MISLUKT. Ondanks de wijziging, die de Italiaan sche regeering nog op aandringen van Paul Boncour in één der vier voorwaar den van Mussolini had aangebracht, heeft Abessynië gisteren bij zijn afwijzing vol hard. Abessynië blijft er op staan, dat de vredesonderhandelingen zullen plaats vinden, zooals de raadscommissie van dertien op 3 Maart zelf in haar beroep tot de oorlogvoerende partijen verklaar de: binnen het kader van den Volkenbond, d.w.z. onder actieve medewerking van de vertegenwoordigers van den Volkenbond. De raadscommissie zal in haar rapport aan den Volken- bondsraad de mislukking van haar verzoeningspogingen vaststellen. De Volkenbondsraad zal Maandagoch tend in het openbaar bijeenkomen, om het rapport van de commissie van dertien te bespreken. Kans op verscherping van de verhour ding tusschen Engeland en Frankrijk schijnt niet te bestaan. Eden en Boncour schijnen tot een com promis te zijn gekomen, dat voorloopig de volkenbondspolitiek onveranderd zal blij ven; wel is er geen sprake vooralsnog van verscherping der sancties, doch even min zullen de bestaande sancties worden opgeheven. En intusschen laat men Abessynië door den indringer afslachten. Een fraaie Vol kenbondspolitiek! De Engelschen schijnen er nog steeds op te vertrouwen, dat de bestaande sanc ties op den langen duur Mussolini wel tot concessies zullen noodzaken en dat de Abessij'nsche strijdkrachten nog sterk ge noeg zijn om den oorlog nog langen tijd vol te houden, vooral omdat het regen seizoen reeds hier en daar in Abessynië is begonnen. De Franschen hopen blijkbaar dat de gang van zaken op het slagveld vanzelf wel een spoedig einde aan den oorlog zal maken, waardoor de Volkenbond zich niet langer met deze zaak zal hebben bezig te houden. Op het recht kotrnt het minder aan. De terreur in Spanje. Dé monarchistische afgevaardigde Cal- vo Sotelo heeft voor de cortes een felle rede gehouden over de gevolgen van de eerste zes weken roode terreur in Spanje. Dte afgevaardigde toonde, aan de hand van statistieken over de in dat tijdperk gepleegde moorden, bomaanslagen en brandstichtingen aan, hoe Spanje in snelle vaart op weg is naar de bolschewistische ruïne en den ondergang als cultuurstaat In vlugschriften, welke gisteren in de straten van Madrid door de anarcho- syndicalistische arbeidersfederatie wer den verspreid, wordt gezegd, dat de alge meene staking niet voor vier-en-twintig uur, zooals eerst het parool luidde, doch voor onbepaalden tijd is gelast. Men gelooft intusschen niet, dat deze krachtproef der revolutionnairen langer dan Maandag kan worden voortgezet. De straten zijn zoo goed als leeg, er rijden geen trams, geen autobussen, geen taxi's. Bijna alle winkels zijn gesloten. Garantie voor Polen voor 25 jaar. De Berlijnsche correspondent van de „Hlustrowany Kurjer Codzienny'', een regeeringsorgaan, meent te weten dat Von Neurath aan den Poolsehen ambassadeur met het memorandum van 1 April een speciale vërklaring heeft overhandigd tot het geven van de verzekering aan Polen, dat het zal worden behandeld op den- zelfden voet als de Westelijke mogendhe' Binnenland. Minister van Staat Jhr Mr Ruys de Beerenbrouck overleden. Dr van Schelven vertelt aan Prinses Juliana zijn wedervaren in Abessynië. Werkverschaffing en aanbesteding. Buitenland. De verzoeningspoging tusschen Italië en Abessynië te Genève mislukt. De terreur in Spanje. den, d.w.z. dat de duur van het D'uitsch- Poolsehe pact, dat in Januari 1934 voor tien jaren werd gesloten, zou worden uit gebreid tot 25 jaar, indien Duitschland voor het Westen pacten van nonagressie van dezen duur teekende. Korte Berichten. Een groote vloedgolf heeft Venetië onder water gezet. Den geheelen avond bleef de stad in het donker gehuld, bios copen en theaters konden geen voorstel lingen geven. Von Papen, de Duitsche oud-kan selier, is van Belgrado komende te Boe dapest gearriveerd. Hij zal met verschil lende politieke persoonlijkheden een on derhoud hebben. De Britsche vloot is van Gibraltar vertrokken voor het houden van manoeu vres in de Middellandsche Zee. PRINSES VRAAGT Dr VAN SCHELVEN NAAR ZIJN BEVINDINGEN. H. K. H. Prinses Juliana, die ook gis teren nog de gast was van den Commis saris der Koningin mr S. baron van Heemstra en zijn familie, heeft niet al leen Arnhem bezichtigd doch Zij heeft ook een bezoek gebracht aan den Achter hoek. Gistermiddag te drie uur werd uitgere den voor een tocht door den Gelderschen Achterhoek. Op kasteel Ruurlo, waar freule van Heeckeren van Keil de Prin ses ontving, werd de thee gebruikt. 's Avonds vond ten huize van den com missaris der Koningin in intiemen kring een diner plaats waarbij eenige jongeda mes kennissen van de Prinses ge- noodigd waren. Een bijzondere attentie voor de Prinses was, dat de gastheer en gastvrouw tot do genoodigden ook dr Van Schelven en me vrouw Van Schelven uit Velp hadden ge vraagd. Dr Van Schelven, die nauwelijks' twee dagen thuis is had, hoewel hij nog zeer vermoeid is en de gevolgen van de in Abessynië opgeloopen verwondingen nog ondervindt, dankbaar gebruik ge maakt van deze uitnoodiging, omdat hem aldus een officieuze gelegenheid werd ge boden om de voorzitster van het Neder- landsche Roode Kruis van zijn ervarin gen in Abessynië verslag te doen. Met groote belangstelling heeft Prinses Juliana het verhaal van de avonturen van dr Van Schelven aangehoord en de gelegenheid ten nutte gemaakt om uitvoet- rige bijzonderheden te vragen over het verblijf van de Roode Kruis-ambulance in het verre land. Zij wenschte dr Van Schelven geluk met zijn behouden terugkomst en sprak Haar waardeering uit over het feit, dat de Roode Kruis-ambulance onder zoo moei lijke omstandigheden toch nog veel nuttig werk heeft kunnen verrichten. Tot laat in den avond duurde het sa menzijn. Tweede Kamer bijeengeroepen. D'e Tweede Kamer is tegen Maandag a.s. telegrafisch bijeengeroepen in ver band met het overlijden van haar presi dent, den Minister van Staat, jhr Ch Ruijs de Beerenbrouck.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1936 | | pagina 1