De Dochtervan den Opperrechter
HONIG'S BOUILLONBLOKJES 6 voor lOct.
N.V. Zeepfabriek v/h. De Haas v. Brero, Apeldoorn
Uit de Provincie
Staten-Generaal.
F EU IL LETO N
De fascistische staatsleer.
plaats van aan behoeftigen te worden
gegeven.
De moeilijkheid schuilt in de distribu
tie. Spr. houdt zich met deze zaak bezig.
Hoe de toekomst zal zijn? Spr. weet
het niet. Wij hebben hier 21 sprekers
gehoord. „Le choc des opinions". Na
tuurlijk is hieruit de waarheid te voor
schijn gekomen. Maar er is geen
systeem uit te voorschijn ge
komen.
De tegenwoordige gecentraliseerde
landbouwcrisiswetgeving kan geen jaren
duren. Vandaar de instelling der com
missie-Van Loon, die spoed betracht.
Spr. kan den heer Van Dis, die een
systeem van niets-doen wil, op zijn weg
niet volgen.
Regeering en volksvertegenwoordiging
zijn de geneesheeren, die het ziektepro
ces, dat crisis heet, aandachtig hebben te
volgen.
Voor den minister van Landbouw is
het een versterkende wetenschap, dat ook
bij de grootste moeilijkheden bij het ge-
loovige landvolk het vertrouwen in de
Voorzienigheid niet ontbreekt.
Bij de bespreking van de afdeelingen
der begrooting betoogt de heer L o u w e s
(Lib.), dat de richtprijzen van de gra
nen te laag zijn.
De heer v. d. W e y d e n (R.K.) ver
dedigt een stelsel van hooge invoerrech
ten.
De heer Ebels (V.D.) waarschuwt
tegen verlaging van de richtprijzen voor
peulvruchten.
De heer Vervoorn (platteland)
vraagt een toeslag voor pootaardappelen
bij export.
Dat de suikerbietenteelt wederom met
5 pet. is verminderd, betreurt spr., even-
Die Sneeuwwit-gioor zorgt
toch maar goed voor U
Ongekend goede kwaliteit:
niets bleekt zóó blank als
Sneeuwwit-gloor.
Bovendien bij elk pak nog
zoo'n aardig cadeautje voor
de kinderen.
Gebruik dus voor het
bleeken nooit anders dan:
Hat Zeeuwsche Landschap.
In een dezer dagen onder voorzitter
schap van den Commissaris der Konin
gin in Zeeland gehouden vergadering,
welke werd bijgewoond door porsonen
uit verschillende deelen der provincie is,
na een inleiding van Mr P. G. van Tien
hoven, voorzitter der Vereeniging tot
behoud van Natuurmonumenten, besloten
tot de oprichting van een stichting „Het
Zeeuwsche Landschap".
De stichting stelt zich, evenals soort
gelijke, in andere provinciën reeds be
staande stichtingen, ten doel het bevor
deren van het behoud van natuur- en
landschapsschoon in den meest ruimen
zin van het woord. Het is niet de bedoe
ling, dat reeds onmiddellijk wordt over
gegaan tot den aankoop van natuurmo
numenten, al zal dit, wanneer de gele
genheid er voor bestaat, zeker niet wor
den nagelaten, in de eerste plaats zal
het streven der stichting er op gericht
moeten zijn, het bewustzijn van de waar
de van hetgeen ons op het gebied van
natuur- en landschapsschoon is overge
leverd, bij de bevolking op te wekken en
levendig te houden en haar te overtuigen
van de noodzakelijkheid om dit erfgoed
van onvervangbare waarde zoo ongerept
mogelijk voor het nageslacht te bewaren.
Bij de gehouden besprekingen bleek bij
alle aanwezigen het besef levendig te zijn,
zoowel van het nut eener zoodanige stich
ting, als van het groote arbeidsveld, dat
voor haar in het bijzonder in een pro
vincie als Zeeland, open ligt. Door ver
schillende sprekers werd reeds onmid
dellijk gewezen op het gevaar dat de, ook
hier hand over hand toenemende, lint
bebouwing oplevert, zoowel voor het be
houd, als voor het ongestoord genot van
het natuurschoon, terwijl anderen wezen
op de telkens weer opduikende plannen
tot afdamming van het Zwin. Vrijwel
eenstemmig was men te dien aanzien van
oordeel, dat ook al zou het verkeer ter
plaatse den aanleg van een behoorlijken
verbindingsweg met België vorderen, die
aanleg toch zou moeten en zou kunnen
geschieden op zoodanige wijze, dat het
natuurschoon van het Zwin ongeschon
den behouden blijft.
Eerlang zal officieel tot oprichting der
stichting worden overgegaan; het secre
tariaat is voorloopig gevestigd ter Pro
vinciale Griffie.
De werkloosheid in Zeeland.
De stand der werkloosheid in het dis
trict der districts-arbeidsbeurs te Middel
burg per 29 Februari j.L, was als volgt:
Middelburgl034; Vlissingen 826; Aagte-
kerke 16; Arnemuiden 224; Baarland 58;
Biggekerke 32; Borsselen 60; Colijnsplaat
151; Domburg 77; Driewegen 26; Elle-
woutsdijk 27; Goes 282; 's-Gravenpolder
54iGrijpskerke 23's-Heer Ahtskerke
7; 's-Heer Arendskerke 163; 's-Heerenhoek
62; Heinkenszand 96; Hoedekenskerke 50;
Ierseke 231; Kapelle 53; Kats 24; Katten-
dijke 18; Kloetinge 39; Kortgene 34; Kou-
dekerke 108; Krabbendijke 89; Kruiningen
177; Meliskerke 15; Nieuwland 49; Nisse
14; Oostkapelle 32; Oudelande 45; Ove-
zande 66; Rilland-Bath 71; Ritthem 20;
Schore 22; Serooskerke 38; St.-Laurens
14; Souburg 226; Veere 36; Vrouwenpol
der 28; Waarde 45; Wemeldinge 57; West-
kapelle 266; Wissenkerke 158; Wol-
phaartsdijk 68; Zoutelande 35.
Totaal stonden per 29 Februari als
werkzoekende ingeschreven 5346 per
sonen.
De werken bij Vlake.
MAATREGELEN TEGEN POLITIEKE
ACTIE VAN VREEMDELINGEN.
Strengere controle noodlg gebleken.
In antwoord op de vraag van den heer
G o s e 1 i n g betreffende het nemen van
maatregelen van regeeringswege tot be
ëindiging van alle politieke activiteit van
buitenlanders hier te lande, wijst de re
geering er op, dat zij reeds geruimen tijd
geleden haar standpunt ten aanzien van
.de organisaties van Duitsche onderdanen
hier te lande heeft uiteengezet.
Dit standpunt brengt mede, dat in Ne
derland alleen worden toegelaten naast el
kaar staande, plaatselijke vereenigingen
van ingezetenen van Duitsche nationali
teit, welke noch onderling in hiërarchisch
verband staan, noch in zulk verband
staan tot een Duitsche centrale organisa
tie. Deze vereenigingen mogen geen par
tijnaam dragen en geen partij- of staat
kundig karakter bezitten.
Voorts is aan vreemdelingen op straffe
van uitzetting verboden, zich op eeniger-
lei wijze in binnenlandsche politieke ver
houdingen te mengen, naar buiten politiek
actief te zijn en met name in dit verband
pressie op eigen landgenooten uit te oefe
nen.
EERSTE KAMER.
De begrooting van Handel en
Scheepvaart.
Het stelsel der contingenteeringen.
Evenredige vrachtverdeeling.
In de gisteren voortgezette vergade
ring der Eerste Kamer was aan de orde
de behandeling van de begrooting van
Handel en Scheepvaart voor 1936.
De heer De la Bella (S.D.) zet de
beteekenis van de vakvereenigingen uit
een, in verband met opmerkingen in het
voorloopig verslag, dat de invloed van de
vakvereenigingen zou moeten worden
verminderd. Blijkbaar bedoelt men een
gelijkschakeling om de arbeiders, even
als in sommige andere landen, rechte
loos te maken en hun levenspeil zoo laag
mogelijk te drukken.
Spreker betoogt verder, dat loonsver
laging niet het juiste middel is om tot
verlaging van productiekosten te komen.
De productiekosten zijn naar verhouding
tot den detailprijs gering. Het grootste
gedeelte zit in de verschillende
schakels tusschen producent en con
sument.
De heer Ter Haar (G.H.) erkent, dat
belangrijke bezwaren zijn verbonden aan
het stelsel der contingenteerin
gen. Toch is dit stelsel beter dan ver
booging van invoerrechten.
Verder critiseert spreker de evenre
dige vrachtverdeeling in de bin
nenvaart. De binnenschippers zijn er
slechter aan toe dan voorheen.
Spr. meent, dat deze wet zoo spoedig
mogelijk dient te worden ingetrokken. De
goed geouttilleerde schippers hebben deze
wet niet noodig en voor de overigen
dient een overgang naar andere bestaans
middelen te worden gevonden.
De heer De Marchant et d'An-
sembourg (N.S.B.) acht dezen minis
ter, die getoond heeft een bekwaam man
te zijn, in het kabinet-Golijn niet op zijn
plaats. In dit kabinet kan minister Gelis-
sen weinig goeds tot stand brengen. Hij
adviseert hem het voorbeeld van zijn
ambtsvoorganger te volgen.
De heer Andriessen (R.K.) komt
op tegen de aanvallen, welke op de vak
beweging zijn gedaan. Hij neemt in het
bijzonder de Katholieke vakbeweging in
bescherming, die veel heeft gedaan en
veel doet om het economische peil te ver-
li oogen.
De heer Knottenbelt (Lib.) waar
schuwt tegen maatregelen, die het be
drijfsleven kunnen belemmeren.
'Spr. sluit zich aan bij de critiek, ge
oefend op de evenredige vrachtverdee
ling en hij betreurt de onjuiste samen
stelling van de commissie van onder
70.) —o
Hij nam hem mee naar den hoek van
de cel waar de stralen der maan
vielen, en in hun licht onderzocht hij
nogmaals het schrift, maar hij kon niets
duidelijk onderscheiden. 'Hij1 trachtte een
overeenkomst op te sporen tusschen 'het
handschrift voor zich en dat tot hem ge
bracht werd vóór den slag bij Sedge-
inoor, maar tevergeefs.
„Hoe laat denkt gij, dat 't nu is?"
„Miji dunkt, dat 't reeds na tienen is."
„Nog twee urenl O, denk eens, binnen
twee uren zal ik mijn Martha terugzien.
Is er nog iets voor ons te doen?"
„Neen, niets; wij moeten geduldig
wachten."
„Ja, wachten. Dat valt nu' gemakkelijk,
na alles wat wij doorgemaakt hebben.
Hebt gij! er eenig begrip van, wie die
tralies losgemaakt heeft?"
„Het moet door een man, een sterken
man gedaan zijln, terwijl wij in de rechts
zaal waren."
„Ja, maar mijn Martha heeft dat alles
bewerkt. Ik wil rustig zijn en over dit
zoek naar de werking dezer wet.
De tegenwoordige wet doet niets voor
de binnenvaart; zij verdeelt eenvoudig de
armoede.
Van „ordening" van boven af ver
wacht spreker geen resultaat.
De heer Kropman (R.K.) sluit zich
bij deze critiek aan. Uit de cijfers blijkt,
dat de vrachtprijzen door de werking der
wet zijn opgedreven en de concurreeren-
de vervoermiddelen de vruchten verkrij
gen; zooals spoor, vrachtauto en Rijn
vaart.
Intrekking van de wet op de evenredige
vrachtverdeeling ware wenschelijk, tenzij
een ingrijpende wijziging tot stand kome.
Tenslotte dringt spr. aan op de ver
dere rationaliseering en op ordening van
het bedrijfsleven.
De heer Van Vessem (N.S.B.) be
pleit maatregelen in het belang van de
middelgroote scheepsbouwbedrijven, cen
tra van nationale industrie, waar een
goede verhouding tusschen ondernemers
en arbeiders heerscht.
De heer Gelderman (lib.) is voor
stander van industrialisatie, onder ze
kere voorwaarden. Wat de contingentee-
ring betreft, welke ons 100 150 mil-
lioen kost, spr. waarschuwt tegen de ver
starrende gevolgen daarvan.
Vandaag voortzetting.
TWEEDE KAMER.
MINISTER DECKERS VERDEDIGT
HET LANDBOUWCRISISBELEID.
De richtprijs voor tarwe. Een dienst
voor kleine boeren.
Bij de voortzetting van de behandeling
van de begrooting voor het Landbouw
crisisfonds, besprak Minister Dec
kers verder den z u i v e 1 p o t, waarin
zekere heffingen worden gestort en waar
van de inhoud kan worden gebruikt ten
bate van den zuivelproduceerenden land
bouw.
Toen spr aan het bewind kwam, trof
hem de ingewikkeldheid en ook het
eenigszins bureaucratische karakter van
den landbouwcrisisdienst. Onderzocht
wordt, hoe het stelsel het beste kan wor
den ingericht.
De landbouwcrisismaatregelen zijn in
dertijd genomen toen men nog hoopte,
dat zij slechts voor korten tijd zouden
behoeven te dienen. Nu duren zij al eeni-
ge jaren. Daarom moeten zij worden
veranderd.
Ons doel zij, het landbouwbedrijf in
stand te houden, onder redelijke voor
waarden. Wil men verder gaan en zoo
steunen, dat de landbouwers geld op zij
kunnen leggen, dan is dit niet in over
eenstemming met den geest van den wet
gever.
Men klaagt over de verlaging van den
richtprijs voor tarwe, maar spr.
vertrouwt, dat wij er met de negen gul
den wel zullen komen. De moeilijkheid
schuilt in het vinden van een juist ge
middelde tusschen groote en middelbe-
drijven.
De uitkeering aan de kleine
boeren is geheel in overeenstemming
met de landbouwcrisiswet. Er is geen
sprake van, dat zij' moest worden be
taald uit de verlaging van den tarwe-
richtprijs. Deze beide zaken zijn heele-
maal niet aan elkaar gekoppeld.
Binnen niet al te langen tijd zal aan
spr.''s departement in het leven worden
geroepen een dienst voor de kleine boe
ren, die zal komen te ressorteeren onder
de directie van den landbouw, die bij dit
crisiswerk over de geheele lijn zal wor
den betrokken.
Spr. heeft op het oog de kleine zelf
standige boeren. Helpt de landbouw-
dienst hen, dan komt vanzelf te vervallen
hun tewerkstelling op het eigen bedrijf
vanwege Sociale Zaken.
De heeren Krol en Hiemstra wensch-
ten aanstelling van een bepaald aantal
landarbeiders door de boeren als voor
waarde voor steun, maar daaraan zit te
veel controle vast.
Dat den consument zijn crisiswinst
wordt ontnomen of onthouden, is niet
hard, maar wel is hard, dat kostelijke
levensmiddelen worden vernietigd in
als, dat uit het landbouwcrisisfonds sui
ker uit Suriname wordt gesteund.
De heer Bakker (C.H.) prijst de
goede werking van de regeling voor ge
denatureerde aardappelen en waarschuwt
tegen den aandrang des heeren Vervoorn
inzake toeslag voor consumptie-aardap
pelen wat fraude in de hand zou werken.
Vandaag zal de Minister antwoorden.
De nieuwe onderdoorgangen en dui
kers in den spoorweg bij Vlake, zijn thans
zoover gevorderd dat men reeds u>?t het
proefrijden is aangevangen. He; ligt in
de bedoeling in het begin van den zomer
met het omhoog brengen van den spoor
weg aan te vangen.
Waterschappen. Bij Kon. be
sluit zijn benoemd: met ingang van 5
April, tot dijkgraaf van den Hollarepol-
Hebben de politie-agenten nog getracht
hem in handen te krijgen?"
„In elk geval, 't mag dan verraad hee-
ten of niet, ik ben blij', dat zij! hem niet
gekregen hebben. Jeffreys zou hem zeker
laten ophangen, als hij! gegrepen werd."
„Ja, dat denk ik ook."
„Wel, alles schijlnt rustig."
„Ja, niemand kan ontsnappen. Overal
soldaten. Het zal wel haast twaalf uur
zijn en dan kan ik naar bed gaan."
„En ik ook. Wie lost ons af?"
„John Gorry."
„Ha, John is een vurig aanhanger des
Konings. Hij! haat de Dissenters."
Hun stappen stierven weg in de verte.
De gevangenen hadden ieder woord ge
hoord, maar niets kon Willem Ridgeway
in zijn vertrouwen doen schokken.
„Ik zeg u, Martha is bezig; zijl zal ons
redden," zei hij' tot Trelawney.
Daar sloeg de klok het middernachte
lijk uur. Het hart der beide mannen
stond bijna stil. Beiden wendden de oogen
naar het venster, maar niemand zag of
hoorde iets.
„Als er niets komt, zullen wijl zonder
hulp trachten te ontsnappen," sprak Tre
lawney. „Het venster is slechts vijftien
voet van den grond en die afstand zal ons
niet hinderen."
„Neen, neen, wij willen wachten. Als
Martha laat is, dan heeft zij daarvoor een
Van verschillende kanten o.a, ook in
ons blad, is indertijd scherpe critiek. gt-
oefend op den inhoud van de bekende
brochure 3 van de N.S.B. bevattende de
proeve van een fascistische staatsleer.
De leider van de N.S.B. nam echter de
brochure tegen „een horde van critici" in
bescherming en tot op dit oogenblik werd
zij dan ook als een officieele uitgave
van de N.S.B. verkrijgbaar gesteld.
Thans echter is de brochure ingetrok
ken.
Mussert is blijkbaar tot de ontdekking
gekomen dat de critici gelijk hadden. Of
wordt )hdt misschien beter geacht de
brochure voor dit oogenblik terug te
nemen
Hoe dit zij, de Leider blijkt niet onge
voelig voor de leiding van politieke tegen
standers.
Met belangstelling wachten we af de
richtlijnen waarvan nu de uitgifte is
aangekondigd.
der, S. J. Polderman, te Oud-Vossemeer;
met ingang van 14 Maart, tot dijkgraaf
van den Stad Philippinepolder, A. F. van
Hijfte, te Philippine; tot plaatsvervanger
van den dijkgraaf van den Alte-kleinpol-
der (Noord-Beveland), M. de Regt te
Kats; en is aan A. de Waal te Honte-
nisse, met ingang van 1 Maart, op zij'1
verzoek eervol ontslag verleend als dijk
graaf van den Kruispolder.
Koken van mosselen.
Men schrijft uit Ierseke aan de N.R.G.:
De ouderen herinneren zich nog goed
wat een drukte het mosselenkoken en
pellen in den oorlogstijd in onze gemeen
te gaf. In sommiger verbeelding is die
toestand al teruggekeerd. Wat toch is
het geval
Een bekende firma hier ter plaatse is
met een veertigtal jongens en meisjes
weer aan het koken van mosselen begon
nen. Het mosselvleesch wordt in belang
rijke hoeveelheden naar het buitenland
vervoerd. Echter niet voor de gewone
consumptie, maar daar wil men trach
ten uit deze grondstoffen een bepaald
praeparaat te bereiden. Wat dit precies
is komt men nog niet te weten. Mocht
de proef echter slagen, dan wordt hier
van voor de Zeeuwsche mosselenplaatsen
een groote werkverruiming verwacht.
Een groot voordeel is ook, dat hiertoe de
pokmosselen kunnen dienen, die wegens
het onooglijk uitzicht der schelp niet kun
nen worden verzonden, maar die toch
puik van visch zijn.
Onze correspondent te Ierseke meldt
ons, dat de bedoelde firma is de N.V.
Oester- en mosselcultuur v.h. Bom-Pikaar
aldaar.
Middelburg. Gevonden voorwerpen.
Wollen Handschoen, Klein, Noordweg R
29; Huissleutel, Labruijere, Begraaf
plaats; Stempelschaar, Gornelisse, Bel-
linkstr.; Mantelband, Koene, Lange Viele
K 234; Knipmes, J. v. d. Berge, Seisweg
R 79c; Halsdoekje, Moens, Schuttershof
straat K 119; Doos inh. Schoenmakers-
tang, Van den Berge, Jasmijnstr. W 127;
Heerenhandschoen, Hubrechtse, Arn.pad
T 168; Belastingmerk, L. v. d. Hiele, Gra
venstr. I 275; Wollen Handschoen, M. de
Rijke, Singelstr. N 205; Broche, N. Buijs,
Arn.pad T 160; Klein Kamerhondje, Wil
lem Biezen, Hoogstraat I 137; Kosteloos
belastingmerk, v. d. Ouden, B. v. P.; Me
daille, Steketee, Hofplein E- 222; Belas
tingmerk, S. Contant, Brakstraat O 273;
Notitieboekje, Gilde, N. Vliss.weg E 176,
T'abakzak, A. D'avidse, Varkensmarkt I
182; Puntenslijper, P. Boon, Eigenh.str.
P 210; Koperen Huissleutel, Toos Ma-
cheels, Korte Delft F 22; Bruine D'as,
Mej. Rozemond, Gravenstraat I 198; Port.
met inh., Hackenberg, L. Burg B 3; Scha
kelarmband, Simpelaar, Penninghoek L
49; Pijp, Rogge, L. Noordstr. 1 (sigaren
winkel); Portemonnaie, Kortekaas, Seis-
straat M 59; Kosteloos Belastingmerk,
Geljon, Oude Vliss.weg V 29; Klein
hondje, P. L. Snoep, N. Vliss.weg E 82;
D'amesport. met inh., Tollenaar, Lelie
straat S 149f; Sigarettenpijp in étui, L.
Volmer, Penninghoek L 50; Muts, B. v. P.,
Kinderport., W. Verhage, Arn.voetpad T
141; Heerenrijwiel, B v. P.
i De brandweer tweemaal
gealarmeerd. Gisterenmorgen was
goede reden. Ik vertrouw haar volko
men."
De minuten gingen langzaam voorbij;,
terwijl Trelawney steeds ongeduldiger
Werd.
„Ik wacht niet langer," riep hij uit,
„nog eenige uren en het is dag en dan is
alle hoop op redding vervlogen."
„Wacht, zeg ik u. Martha zal ons niet
in den steek laten. Kijk, kijk!"
Een kluwen touw viel aan de voeten
van Trelawney.
„Heb ik het niet gezegd?" riep de boer.
„Hoe zal ik God ooit genoeg voor mijn
Martha kunnen danken?"
Trelawney trok het touw naar zich toe.
Eerst ging het heel gemakkelijk, maar hij
gevoelde spoedig, dat er iets zwaarders
aan was vastgemaakt. Jal dat was een
dikker touw!
Hij ging voort met trekken, doch ein
delijk bleef het vastzitten. Hij spande alle
krachten in, maar 'ttouw bewoog zich
niet meer.
„Hal" riep hij uit, „wij kunnen naar
't venster opklimmen, en dan 't touw vast
maken aan de tralie, die nog vastzit. Wilt
gij eerst gaan?"
„Neen. Gij zijt knapper dan ik; maar
toch redt gij ons niet, maar Martha!"
(Wordt vervolgd.)
Ingezonden Mededeeling.
alles nadenken. Ik gevoel behoefte om God
te danken voor Zijn goedertierenheden".
Willem Ridgeway zette zich op het
stroo in den hoek van de cel, terwijl
Trelawney trachtte alles nog eens na te
gaan, wat er gebeurd was, doch zijn
geest weigerde te werken. Niets werd
hem duidelijk. Soms dacht hij er over om
nog vóór middernacht te ontvluchten. Als
het venster slechts vijftien voet van den
grond was, kon hij! dien val best wagen.
Maar de schildwachten? De stad was vol
soldaten des Konings. Neen, hij zou de
instructies, die hem op zoo vreemde
wijze waren toegezonden, wel moeten vol
gen.
Langzaam ging de tijd voorbij. Zij! hoor
den de oude torenklok elf slaan en de
echo's stierven weg in de verte. Toen
werd alles weer stil.
„Hoor! wat is dat?"
Zij hoorden stemmen van mannen in de
nabijheid.
„Dat is Martha niet," fluisterde Willem
„Wees kalm, 'tis nog geen tijd. Luis
ter!"
„Dezen dag zal ik nooit vergeten," zei
de een, „al word ik honderd jaar oud."
„En ik evenmin," hernam de ander.
„Ach, denk 't u eens in, bijha honderd. En
velen kende ik. Met sommigen hunner
heb ik als jongen gespeeld. Goede, god-
vreezende mannen, die rustig hun werk
verrichtten en God trachtten te dienen.
Ik heb hen daar buiten zien hangen met
verwrongen gelaatstrekken. O, die gezich
ten vergeet ik nooit wéér!"
„Neen, ik ook niet; maar toch som
migen van hen vochten tegen den Ko
ning."
„Ja, dat is waar. Maar houdt gij! dan
zooveel van den Koning, Willem Jory?"
„Van een paapschen leugenaar hou
den? Hoe zou ik dat kunnen! Denk maar
eens aan wat hijl gedaan heeft. Ik heb
gehoord, hoe de voorname lords in Lon
den alle moeite hebben aangewend om te
bewerken, dat Lady Alide Lisle niet le
vend verbrand zou worden. En dat Jef
freys zoo onbarmhartig optreedt, is het
werk van den Koning. „Bewijs hun geen
genade, Jeffreys," heeft hijl gezegd, toen
hijl Jeffreys naar hier zond. Bovendien
denk aan wat de mannen des Konings ge
daan hebben. Overal omkooperij en be
derf. Als men geld heeft, kan men ge
makkelijk een gevangene in vrijheid doen
stellen. En dan zijn honderden als slaven
verkocht, nog voor hun zaak gerechtelijk
onderzocht was. En dat in een vrij chris
tenland!"
„Ik heb gehoord, dat de oude Peter
den rechter vreeselijk heeft doen schrik
ken."
„Ja, dat heb ik ook gehoord. Maar zij
hebben den man niet gevangen genomen.