DeMatchVos-Raichenbach om 't Openbare Verkoopinp en Verpachtingen Ingezonden Stukken Het aantal Motorrijtuigen in Nederland. 18. nit den wagen werd geslingerd. Bij aan komst in het militaire hospitaal te Amersfoort bleek hij te zijn overleden, De wagen reed met vrij groote snelheid. Schrik van het Beverwijk- ache Villapark gesnapt. De po litie te Beverwijk heeft een goede vangst gedaan met de arrestatie van een per soon, die eenige weken achtereen het Villapark aldaar onveilig maakte. Deze man deed zich voor als venter in alle mogelijke krameiijen en vervoegde zich daarmede bij voorkeur aan de keuken ingangen van villa's. Menig dienstmeisje miste na het ver trek van den koopman de portemonnaie met huishoudgeld, die zij een oogenblik onbeheerd had achtergelaten. Wanneer de „koopman" de dienstbode aantrof in de keuken bood hij zijn snuisterijen te koop aan en maakte den indruk van een fatsoenlijken venter. Tientallen porte- monnaies moeten in de zakken van den man zijn verdwenen, soms wel met een inhoud van f25. Dag aan dag surveil leerden politie, rijks veld wacht en mare chaussee in het Villapark en omgeving, de Villabewoners zelf waren op hun hoede, maar zij hadden met een gladden vogel te doen. Hij bleef zijn „bedrijf" uit oefenen en maakte steeds meer slacht offers. Zaterdagmorgen waren in het Villapark twintig politiemannen op recherche, waar van een aantal in de villa's zelf post had gevat Het net scheen nu wel zoo nauw gespannen te zijn, dat het onmogelijk moest zijn door de mazen te ontsnappen. Toch was er zoo'n maas, want terwijl de politiemannen geduldig op hun post bleven, sloeg de brutale indringer zijn slag in een villa aan den Zeeweg in de onmiddellijke nabijheid van het door de politie „bezette" gebied. De indringer ging er met een welgevulde portemonnaie van door, achtervolgd door omwonenden, die hem zagen vluchten. De brutale dief zag echter kans op de fiets een goed heen komen te zoeken. De politie beschikte nu echter over een vrij goed signalement en met behulp daarvan slaagde zij er in den man Zaterdagavond in gezelschap van zijn verloofde te arresteeren. Hij legde, nadat hij door eenige gedu peerde villabewoners was herkend, een volledige bekentenis af. Hij verklaarde een Amsterdammer te zijn, die eerst kor ten tijd in Beverwijk woonde. Uit het verhoor bleek ook op welke wijze hij er in geslaagd was telkens aan de handen der politie te ontkomen. Hij had namelijk gewoonlijk op zijn fiets een koffer, waarin zich verscheidene jassen bevonden. Daardoor kon het gebeuren, dat men den „koopman" steeds in een andere kleeding zag verschijnen. De kindermishandeling te Megen. Het onderzoek op last van den minister van justitie, ingesteld naar de kindermishandeling door de 61-jarige mej. v. W. te Megen, heeft aan het licht gebracht, dat zdj reeds een achttal jaren geleden mishandeling heeft gepleegd op een paar jongens, die indertijd als voog dijkinderen aan haar waren toever trouwd. Voor een achttal jaren vestigde zich mej. W., afkomstig uit Wamel te Megen en wilde daar een pension openen. Toen zdj! met verhuren niet slaagde, stelde ziji zich in verbinding met een R.K. Vereeniging voor Kinderbescherming tot verkrijging van voogdijkinderen. Haar werd toen een tweetal jongens toegew'ezen. Na deze jongens een paar jaar te hebben gehad deed mej. W. po- gingen om den oudste elders geplaatst te krijgen, omdat, zooals later is gebleken, hjji tegen haar optrad. Beiden werden haar toen ontnomen. Na onthullingen over de mishandelin gen op de meisjes deden geruchten de ronde, als zouden ook genoemde jongens zeer ernstig mishandeld zijn. De burgemeester van Megen stelde zich hierop in verbinding met zijn collega's te Huissen en Appeltern, die daarop de jongens verhoorden. Hierbij zijn zeer be zwarende feiten voor de vrouw aan het licht gekomen. Bovendien is door een buurman van mej. W. medegedeeld, dat de jongens in dertijd herhaaldelijk met bamboestokken en de oudste meermalen zelfs met een waschbord moeten zijn mishandeld. Het voedsel der pleegkinderen bestond voor het meerendeel uit droge aardappelen. Op een vraag, hoe zulk een toestand be staanbaar was, deelde de burgemeester van Megen mede, dat niemand iets wist van de komst van kinderen, terwijl nie mand in Megen controle over voogdijkin deren uitoefende. Wel werd door den inspecteur van de 'kinderbescherming meermalen een be zoek gebracht aan Megen, maar doordat dit bezoek gewoonlijk te voren was aan- gekendigd, werd er steeds voor gezorgd, dat alles bij zijn komst in orde was. Voor de mishandeling van de jongens zal de vrouw zich binnenkort opnieuw voor de rechtbank te verantwoorden heb ben. Jongens op avontuur. Door de Enschedesche politie is van haar collega te Dordrecht overgenomen een tweetal jongelui, S. en K., beiden te En schede woonachtig, wier opsporing en aanhouding door den Officier van Justi tie te Almelo was verzocht, als verdacht van diefstal van een auto. Dit feit werd een viertal weken geleden gepleegd uit een garage te Enschede. Te De Bilt werd deze auto totaal vernield teruggevonden, doch van de inzittenden was geen spoor meer te bekennen. Naderhand is gebleken, dat zij' zich te voet naar Rotterdam hebben begeven, vaar zijl hun kleeding beleenden om er een oud plunje voor in de plaats te stel len. Daarna zijn zij aan het zwerven ge gaan door Belgiö en Frankrijk, waar rij zich aanmeldden voor het Vreemdelingen legioen. Dit leverde niet het gewenschte succes op, omdat hun papieren niet in orde waren. Tenslotte belandde het twee tal weer in Brussel, via welke stad ze over de grens werden geleid. In Dordrecht kwam het einde van hun avontuurlijken tocht, Tragisch gevolg van reddingspoging en. Gisteravond is een zware vrachtauto nabij Amstelveen door den mist van den weg geraakt. De auto zakte met de rechterwielen in den zachten berm. De naast den chauffeur zittende 33-jarige A. VI. uit Langeraar sprong uit de cabine, juist toen de auto kantelde, waardoor hij onder het gevaarte terecht kwam. Met groote moeite wist men den onge lukkige te bevrijden; de dood was toen echter reeds ingetreden. De chauffeur van den vrachtwagen, die in de cabine was blijven zitten, kon zich later gemakke lijk bevrij'den en bekwam geen letsel. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie Geachte Redacteur, In ons blad van j.l. Donderdag las ik in de Leestafel: Dr Mater Salem, als titel van 'n opstel in het gedenkboek der Re formatie van 1886. Mag ik op een klein zetfoutje de aandacht vestigen? Hier toch is geen sprake van Dr Mater Salem, maar van D' Mater Salem, een anagram (om zetting) van Amstelredam, wegens haar kerkzuivering, omstreeks 1619, van re monstranten. Onze vaderen hielden zich vaak met dergelijke letterkundige kunststukjes be zig. Ziji hadden er trouwens den tijd voor, meer dan wij, die in dezen „nimmer moe gerenden tijd" wel anders te doen hebben. Dergelijke omzettingen in de letters van eigennamen bedoelden een spreuk te vor men in welke de drager van dien naam gekarakteriseerd werd. Zoo werden: Joost van den Vondelen Sot) en vol van de Sonden; lean Calvin le vrai Cain; Carthesius, de vader van het Hu manisme e.d. Sedarius. In elk dezer gevallen was een tegen stander aan het woord. Daarentegen ont dekt men het werk eens vleiers in de om zetting van „Louis Quatorsième, roi de Fransce et de Navarre" het rijmpje: Va, Dieu confondra l'armée Qui osera te résister. (God zal 't leger verstrooien, hetwelk 't zal wagen U te wederstaan.) Niet onaardig is de omzetting, waar mee indertijd zekere Abt Miollan aange duid werd. Hij had zich geïnteresseerd voor de vervaardiging eener luchtballon, die echter, toen zij zou moeten opstijgen, verongelukte. Abt Miollan werd sinds dit teleurstellend moment Ballon abimé. Het is niet gemakkelijk om dergelijke anagrammen zonder fouten saam te stel len. Wie er den tijd voor heeft, beproeve 't maar eens. N. J. B. Kolenprijzen in Zeeland. Zeer geëerde Redactie, Mag ik U voor de tweede maal, maar dan ook voor het laatst, om eenige plaats ruimte verzoeken; reeds bij voorbaat dank ik U hiervoor. Wanneer er nog twijfel mocht bestaan, wil ik k priori vastleggen, dat het geens zins in mijn bedoeling heeft gelegen, den Secretaris of den Voorzitter persoonlijk aan te vallen; zelfs zonder de door mij zeer gewaardeerde medewerking der Re dactie is dit ook niet geschied. Niet iedereen kan het echter weten of begrij pen, dat de Federatie totaal kleurloos is; door het feit, dat zoowel de Secretaris en vooral de Voorzitter het kleurlooze van de Federatie met zooveel nadruk con- stateeren, zal dit punt voor velen thans duidelijker zijn geworden. In de ingezonden mededeelingen mis ik tot mijn spijt een erkenning van het door mij gestelde, n.I. dat een coöpera tief optreden der werknemers slechts dient, om hun bestaan dragelijker te ma ken, maar dat men er gaarne afstand van doet, wanneer het bestaan dragelijker is geworden, of wanneer men inziet, dat de handel geen te hooge winsten maakt. Mag ik daaruit opmaken, dat het Bestuur der Federatie ook dit standpunt inneemt? De publicaties van het Bestuur der Fede ratie vormen strikt genomen een beves tiging van het door mij aangehaalde. Ik heb een waarschuwing doen hooren tegen het gevaar, dat ontstaan kan bij het door drijven van het coöperatieve idee, dat nooit geheel vrij is van politieke tenden- zen. De Voorzitter sluit zich hierbij aan, omdat hij er van overtuigd is, dat het door mij voorgestelde gevaar niet denk beeldig is. Het zou voor den kolenhandel en voor zijn vereenigingen van zeer veel voordeel zijn, wanneer het publiek eens werd ingelicht ook over de toestanden in de andere 10 provincie's, juist om, als er lichtschuwe zaken zijn, deze eens in het volle daglicht te plaatsen. De goede kolen handelaar vreest dit niet. De Voorzitter zou tevreden kunnen zijn, wanneer mijn eerste ingezonden mededeelingen de ver bruikers tot coöperatie samenwerking dreven; geheel zeker schijnt hij hiervan echter niet te zijn, want voor mijn schijn bare medewerking vindt hij dan eigen aardige woorden van dank. De gedocumenteerde beschouwingen van den Secretaris bevatten thans de door mij gewaagde toelichtingen. De kolenhandel ie hier don Secretaris dank baar voor, omdat nu wordt weggenomen een misleidend element, waardoor het publiek verkeerde voorstellingen kreeg. Het heeft geen doel, hierover technische gebreken in den kolenhandel te schrijven, omdat de kolenhandelaren deze maar al te goed en veel langer kennen, boven dien wil het den kolenhandelaren voor komen, dat van de zijde der coöperaties geen hulp verwacht kan worden, om deze gebreken te verhelpen. Dat de kolen handelaren lammeren zouden zijn, heb ik nooit opgemerkt, want indien dit waar was, dan waren zij door de algemeen be kende wolven reeds lang verscheurd. Dat de kolenbonden in hun „historisch" ge groeid bestaan konden worden bedreigd, is, zacht uitgedrukt, overdreven. Een historisch bestaan hebben die kolenzaken, die sinds eeuwen van vader op zoon over gingen, maar die, nu vooral in de laatste tientallen jaren met den ondergang be dreigd worden. Als het de Federatie werkelijk ernst is om mede te werken aan een ordening in den kolenhandel, dan moet zij begrij pen, dat er een basis moet zijn, en dat ieder van de samenwerkende partijen een veer zal moeten laten. Het gaat niet aan, den mond vol te nemen met woorden, en de coöperatieve kolenbonden voor te stel len als instellingen, die voor onze Zeeuw- sche bevolking alleen een nuttig effect opleveren. Ook de kolenhandelaren en hun personeel behooren tot de Zeeuwsche bevolking. De kolenhandel is echter geen object voor het maken van reclame voor het coöperatieve idee. De beoordeeling van de vraag, wat beter zou zijn: een coöperatie, die veel omzet en veel winst uitkeert aan haar leden, of een gezonde toestand in den handel in het algemeen, laat ik aan de beoor deeling van de lezers over. Alleen zij opgemerkt, dat de coöperatie veel over eenkomst bezit met de bank van leening, n.I. zij gaan beiden goed, wanneer het de bevolking in het algemeen slecht gaat. Het Federatie-bestuur verwart den Zeeuwschen kolenhandel maar al te vaak met de Kolenconventie in Nederland, waarmede de kolenhandel slechts heel weinig te doen heeft. Wanneer het Bestuur meent, uit de woorden van mijn eerste mededeelingen te kunnen opmaken, dat er een stok ach ter de deur gehouden wordt, dan is het er misschien van overtuigd, dat het een pak slaag verdiend zou hebben. Dit is echter niet mijn meening; schrijver dezes is tegen dergelijke afstraffingen; hij wenscht geen twist, wel heeft hij een grooten afkeer van het schermen met leuzen en phrasen, die de deelen der be volking tegen elkaar ophitsen. In crisis tijden, zooals deze in de laatste jaren heerschen, moet men elkaar steunen, om niet geheel verloren te gaan of terecht te komen in een chaos. De Federatie moet eens denken aan de leuze „Suum cuique", in goed Nederlandsch: „aan elk het zijne". INSIDER. Middelburg, 17 Februari 1936. Voor het eerst vermindering. Ondanks de ongunstige tijdsomstandig heden is gedurende de jaren, dat de sta tistiek der motorrijtuigen werd bijgehou den, dat is van 1928 af tot en met 1934 het aantal motorrijtuigen vallende onder de motorrijtuigenbelasting (op 1 Aug.) voortdurend en in sterke mate toegeno men. Aan deze toeneming is thans in 1935 een einde gekomen: voor het eerst is 'het aantal motorrij- tuigen in Nederland vermin de r d I Met behulp van de wekelijksche mede deelingen van bet Centraal Bureau voor de Statistiek, waarin enkele cijfers be treffende automobielen zijn opgenomen, geeft het Vaderland bet volgende over zicht van het aantal in de motorrijtuigen belasting vallende motorrijtuigen 1 Augustus 1928 111.600 1929 128.884 17.284 1930 143.922 15.038 1931 158.384 14.462 1932 171.248 12.864 1933 180.343 9.095 1934 188.264 7.921 1935 184.592 3.672 Nadat reeds van jaar tot jaar de toe neming kleiner was geworden is nu een afneming van ruim 3600 gekomen. Bezien we deze gegevens in ruimer verband door te letten op de wereldpro ductie van automobielen, dan valt het op, dat de cijfers daarvan een geheel ander verloop hebben. Uitgaande van het crisisjaar 1929 krij gen we het volgende beeld van de wereld productie van automobielen. 1929 6.283.000 1930 4.127.000 1931 3.061.000 1932 1.987.000 1933 2.701.000 1934 3.736.000 1935 (11 mnd)4.903.000 Na het topcijfer voor 1929 zien we een duidelijke inzinking van de wereldpro ductie, met als dieptepunt het jaar 1932, waarna van jaar tot jaar weer een zeer belangrijke stijging valt waar te nemen, zóó zelfs, dat de volledige productie van 1935 niet zoo heel ver af zal liggen van het topcijfer voor 1929 I Ie Nederland alen wc in tegenstelling daarmee voor het eerst oen teruggang van het mo^orrijtutgengebruiV Beienswe^Vend le bet daarnaMt aan dacht te schenken aan het aantal In ge bruik zijnde personenrijuigen, omvattend ongeveer de helft van het aantal motor rijtuigen. Daarbij is sinds den aanvang der statistiek in Nederland in 1928 n.I. van jaar tot jaar het aantal tot 1934 blijven toenemen, maar de kleinste toe neming gaf niet 1934, dooh 1933. Ook daarvoor heeft het jaar 1935 voor het eerst afneming gegeven. Men zie slechts. Toe of afneming sinds vorig jaar. 1929 8.340 1933 4.123 1930 7.583 1934 4.688 1931 7.524 1935 1.795 1932 5.809 De andere helft der afneming in 1935 (1877 wagens) zal wel bijna geheel voor rekening van de vrachtmotorrijtuigen komen. VEERTIENDE PARTIJ. Wit; J. H. Vos. Zwart: M. Raichenbach. 1. 32—28 18—23 2. 33—29 23X34 3. 37X28 19—24 Raichenbach zoekt wederom de tijdelij ke vereenvoudiging om bierdoor in het klassieke spel te geraken. 1218 ging na tuurlijk niet wegens het reeds meermalen aangegeven 2823 en 2924. 4. 39—33 1419 5. 44—39 20—25 6. 29X20 25X14 7. 41—37 12—18 8. 46—41 7—12 9. 37—32 15—20 10. 41—37 20—24 11. 34—30 18—23 12. 30—25 12—18 De analogie met vele voorafgaande par tijen is duidelijk. 13. 40—34 17—21 14. 34—29 Een ruil, die wel eens afgekeurd werd door theoretici, doch die o.i. in deze om standigheden wel volkomen gerechtvaar digd is. 14. 23X34 15. 39X30 18—23 16. 31—27 1—7 17. 50—44 21—26 18. 44—40 Wit's klaverbladstelling op rechts moet straks den dubbelen ruil aan den langen vleugel van Zwart bewerkstelligen, óf Wit moet uit tempi-gebrek de stelling verbreken. 712 gaat nu natuurlijk niet wegens 2520. Zwart speelt: 19. 37—31 20. 42 X31 21. 47—42 22. 40—34 10—15 26X37 8—12 12—18 Wit geeft blijk de klaverbladstelling met 3429 te willen verbreken. Zwart doet het nu echter zelf. 22. 23. 33X24 24. 25X14 25. 35X44 26. 44—40 27. 4035 De stellingen zijn ongeveer gelijk. Toch vereischt een dergelijke partij1 een sub- tielen opbouw om nadeel te voorkomen. 24—29 14—20 9X40 15—20 7—12 20—24 28. 43—39 29. 39—33 30. 49—44 31. 44—40 32. 40—34 33. 31—26 2—8 5—10 4—9 12—17 10—15 Wel wat riskant! Elke andere zet biedt echter weinig aantrekkelijke perspectie ven. Zwart gaat nu vanzelfsprekend op schijf 26 een oombinatiestelling bouwen. 33. 8—12 De stand is nu: 12 8 47 48 49 60 34. 42—37 9—14 Op 38 zou 34 29, 2822, 38—-33 en 32X3 volgen. 35. 37—31 3—8 Wit is nu gedwongen een principieelen zet te doen. 3025 doet een schijf verlie zen, wegens 2430, 19X29, 39 X 37 en 15 X4. Wit speelt nu den tekstzet als mogelijke voorbereiding van 27X22 en 31X22, te vens om Zwart te forceeren zich eerst uit te spreken. 36. 48—42 17—21 37 26X17 12X21 38. 31—20 Op 27—22 k*u 11—17 volgen en Wit doet den tekstzet om geen opsluiting links te anoeptoeron, Reicbenbanh dacht hier langen tijd na; h'j moet hier beslis sen of hij het op tempi zal laten aanko men, of de combinatie, welke de stelling momenteel bevat, zal nemen, door 1520, 26X17» 11X31, 36X27, 10—21, 27X16, 18—22» 28X17, 23—29, 34X23 en 19 X48, 30X10. Hij verkiest het eerste en speelt; 88. 39. 26X17 40. 36X27 41. 42—37 42. 28—221 14—20 11X31 20—25 6—11 Zeer sterk; Vos kan de opsluiting al tijd nog wel verlaten. 42. 8—12 11—17 18X7 24—29 43. 33—28 44. 22X11 45. 27—21 Op 30—24 volgt nu 19X39, 28X17, 3944. 40. 37—31 29X40 47. 45X34 15—20 Dit eindspel is belangwekkend om zijn vele mogelijkheden; bet aantal varianten is zeer groot en het is dan ook in de meeste gevallen een gevoelskwestie welke de beste zetten zijn. Moeilijk is het in ieder geval. 48. 38—33 49. 31—27 50. 28—22 51. 21X12 52. 27—21 20—24 7—11 11—17 18X7 Dit is de eenige zet om kansen te be houden, doch Raichenbach, die minder gunstig staat, heeft een remise-kans en tracht deze te benutten. 52. 53. 32X14 54. 14X23 55. 30X19 Remise gegeven. 23—28 13—19 11—16 16X38 Febr. 18 Goes (Pr. v. Oranje), Woon- en Win kelhuis, Gr. Markt 30, v. Dissel. 19 Vlissingen, (Albion), Afbraakveiling, de Wilde. 19 Kruiningen („Korenbeurs"), Bouw land, v. D'ijke. 19 Goes (Pr. v. Oranje), Verp. 22 perc. Bouw- en Weiland, Jonkers. 19 Nisse (bij Jeronimus), Verp. 18 perc. Bouw- en Weiland, Jonkers. 20 Hansweert (bij Den Boer), Woonhuis a. d. Achterweg, v. D'ijke. 20 's Gravenpolder, Inspan, „Plantlust, v. Dissel. 21 Nisse, (bij Moisson), Bouwland, Ha- melynck. 21 Kortgene (Stadswijnkelder), Hofstede „Dijkzioht", Beker en Jonkers. 22 Westkapelle, (bij Lievense), Huis en Bouwland, Kerkenblok E 23, v. d. Harst. 26 Serooskerke (bij Westdorp), Huis en Erf; inboedel aan A 282, Blaupot ten Gate. 26 Brigdamme (Bloemendaal), Bouw en Weiland; en inspan aan perc. B 187, Terpstra. 26 Ierseke (Nolet), Huizen en Bouw land, Kram. 26 Wolphaartsdijk, Inspan, v. Iwaarden. v. Werkum. 26 Waterlandkerkje, Inspan de Noodt, Mijs. 26 Kattendijke, Inspan, Smit, Jonkers. 27 Kloetinge. Inspan Sinke, de Wilde. 28 Hansweert (in Paviljoen), Woonhuis en Eerfpadhtarecht 2 perc. Dijk, Jon kers. 28 Wissenkerke, Inspan Zuijdweg. Heij- boer. Maart. 2 Waarde, sJd Kerkweg, Woonhuis m. schuurtje en bouwland, v. Dissel. 3 Goes, Rijwielen, de Kok. 5 Baarland, Inspan Huissen, v. Dissel. 11 Wiihelminadorp, Paarden, de Kok. 's Heerenhoek, Hofstede, Hamelynck. April. 29 Oostkapelle, Inspan „Weltevreden", Blaupot ten Gate. TELEGRAFISCH WEERBERICHT. Verwachting tot den avond van 19 Febr.: Krachtige, later afnemende Z.O. tot Z. wind, betrokken met kans op regen, later opklarend, iets zachter. Stormwaarschuwingsdienst. Geseind van De Bilt hedenmorgen aan alle posten: Weest op uw hoedel Stand van hedenmiddag 3 u Stand van gistermiddag 3 u.: 754. Licht op voor fietsen: Woensdag 5 u. 41 min.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1936 | | pagina 6