Werk voor onzen scheepsbouw.
EERSTE BLAD
De kosten van het Lager
Onderwijs.
Buitenland.
De oorlog in Abessynië.
Belangrijkste Nieuws
DONDERDAG 16 JANUARI 1936
DAGBLAD VOOR DE PROVINCIE ZEELAND
50 e JAAROABSQ «3. 90
Uitg.: N.V. Uitgevers Maatschappij „Luctor et
Emergo" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw",
Bureaux Lange Vorststraat 70, Goes.
Telefoonnummer 11.
Postchèque en Girorekening 44455.
Bijkantoor Middelburg: Fa BOEKHANDEL
J. J. FANOY, Lange Burg B 16, Tel. 28.
Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA.
De Zeeuw
A b o n n e m 0 b t s p r s 12,50 per kwartaa!t
weekabonnementen voor Middelburg, Goes en
VlistiïJÊ?" J 0,20, Lost-e surnswrfc ot&L
Advertentiën 30 cent per regel. Ingezonden
mededeelingen 60 cent per regel. Kleine
Advertentiën Dinsdags en Vrijdags f 0.75, bij
vooruitbetaling. Onder letter of motto f 0.85.
Bij contract belangrijke korting.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
In ons nummer van 7 Januari hebben
■wij melding gemaakt van een door „een
alleszins bevoegd persoon" in de „Maas
bode" ontwikkeld plan om te komen tot
verlaging van de onderwijsuitgaven.
Discussie over dit plan, schreven wij
toen, zal wel niet uitblijven. Deze mee
ning is juist gebleken.
De „Maasbode" bevat thans een arti
kel van W. v. d. Heuvel te Eindhoven,
waarin verschillende bezwaren tegen het
plan van den deskundigen inzender wor
den ontwikkeld.
De kernfout ligt, naar hij meent, in
het feit, dat de salarieeringskosten der
leerkrachten gevonden moeten worden uit
een vergoeding per leerling, terwijl de
groote dezer 'kosten door geheel andere
factoren beheerscht wordt.
Op de vraag hoe het dan wel zou
kunnen geeft hij het volgende stelsel
in overweging
Er kome in iedere gemeente waar een
of meer openbare scholen bestaan een
door den gemeenteraad benoemd be
stuursorgaan voor het openbaar lager on
derwijs, dat een taak en bevoegdheden
heeft als het schoolbestuur bij het bijzon
der onderwijs.
De ten laste der overheidskassen ko
mende kosten, verbonden aan het lager
onderwijs worden onderscheiden in
a. kosten van bouw, eerste inrichting
en uitbreiding
b. de jaarwedden van het wettelijk ver
plicht personeel
c. overige kosten.
De kosten genoemd onder a en c, en
geen andere, komen ten laste der ge
meenten, die genoemd onder b, en geen
andere, ten laste van het Rijk.
Met volkomen doorvoering van het be
ginsel der financieele gelijkstelling wor
den voor het openbaar onderwijs aan
bovengenoemde bestuursorganen en voor
het bijzonder onderwijs aan de schoolbe
sturen door de gemeente beschikbaar ge
steld
a. de stichtingskosten, omvatten de
kosten van grond, bouw, eerste inrichting
en bij stijging van het aantal leerlingen
de kosten van noodzakelijke uitbreiding.
Het beschikbaar te stellen bedrag worde
van rijkswege voor het geheele land vast
gesteld en dient toereikend te zijn voor
een sobere, doch voldoende bouw
en nrichting. Met het oog op de uiteen-
loopende grondprijzen in verschillende
gemeenten zou meer dan één norm kun
nen worden vastgesteld. De meerdere kos
ten tengevolge van luxe uitvoering of uit
gebreider en meer kostbare inrichting
zouden zoowel bij het openbaar als bij
het bijzonder onderwijs uit particuliere
middelen moeten worden gefinancierd.
c. overige kosten, omvattende
1. de kosten van verlichting, verwar
ming, schoonhouden en onderhoud van
het gebouw, en verdere kosten van in
standhouding. Het bedrag hiervan worde
van rijkswege bepaald en evenredig ge
steld aan het aantal verplichte leerkrach
ten. Met het oog op de uiteenloopende
kosten in diverse gemeenten kunnen deze
m klassen worden ingedeeld
2. de kosten van aanschaffing en on
derhoud van schoolbehoeften, leermidde
len en meubilair (hieronder ook te reke
nen de kosten van vernieuwing) en de
overige kosten ter verzekering van den
goeden gang van het onderwijs. Deze ver
goeding kan over het eeheele land velijk
zijn en evenredig gesteld worden aan het
aantal leerlingen. Waaruit deze versoe-
ding vernieuwingskosten van meubilair
en leermiddelen moeten worden bestreden,
dient hiervoor reservevorming tot een be
paald maximum of verdeeling van kosten
over meerdere jaren te worden toege
staan.
Het gemeentebestuur behoude ten aan
zien van de aanwending der door de ge
meente beschikbaar gestelde gelden zoo
wel bij het bijzonder als bij' het openbaar
onderwijs een controleerende functie.
c. de jaarwedden van het wettelijk
verplicht onderwijzend personeel. Deze
worden door het rijk gecontroleerd en
vergoed. Zoowel bij het openbaar als bij
het^ bijzonder onderwijs warden boven
tallige leerkrachten alleen aangesteld, in
dien hun wedden uit particuliere bijdra
gen kunnen worden voldaan.
Wil men nu gemeentelijk, gewestelijk
of landelijk een financieele belangenge
meenschap mogelijk maken voor scholen
van gelijke richting, dan is daarvoor on
getwijfeld een vorm te vinden. Zouden de
scholencombinaties gewestelijk of lande
lijk zijn, dan dienen de gemeentelijke bij
dragen via een centraal verrekeningsbu
reau, eventueel het Departement, aan de
schoolbesturen te worden uitgekeerd. In
dat geval zou ook de controle gecentrali
seerd kunnen worden."
Ook deze „proeve" zal geen algemeene
instemming vinden.
Toch is het verblijdend, dat er een
voortdurend zoeken is om tot een bevre
digende oplossing te komen.
Voorts ook, dat de geest van het ge
wijzigd Unie-rapport nog altijd merk
baar is.
Offensief van de Italianen in
het Zuiden. Van het Noorden
geen nieuws.
Volgens berichten uit Italiaansche bron
is Zondag j.l. in de omgeving'van Doio
(in het Zuiden dus) een nieuwe Italiaan
sche opmarsch begonnen.
De opmarsch wordt gesteund door tanks
vliegtuigen en pantserwagens
Gedurende de eerste dager- na den aan
vang van dezen opmarsch zouden de Ita-
liaansche troepen alleen Abessynische
voorposten hebben aangevallen, welke zich
daarna terug trokken.
Berichten uit Asmara maken gewag
van het feit, dat een Italiaansch vliegtuig
Dinsdag de stad Savate heeft gebombar
deerd.
Men neemt aan, dat de Abessynische
verliezen bij dit bombardement vrij aan
zienlijk zijn. Munitie-depots, welke in de
nabijheid der stad waren opgericht, zou
den eveneens door bommen zijn- getroffen
en geheel zijn verwoest.
De Italiaansche troepen zouden op het
zuidelijke deel van het Somalifront 60 km
zijn voortgerukt.
De streek van Dolo is sedert eenigen
tijd het doelwit van een groot aantal bom
bardementen. Met het oog op de moeilijk
heid om de Abessyniërs, die door 't struik
gewas worden beschermd, op te sporen, is
men overgegaan tot een stelselmatige ver
nietiging van het vee, dat voor de levens
middelenvoorziening dient.
Het schijnt, aldus nog steeds de Itali
aansche berichten, dat de Abessyniërs
krachtig weerstand bieden aan den Itali-
aanschen opmarsch, want de strijd duurt
voort, doch zij verliezen terrein aan de
troepen van generaal Graziani.
Uit deze berichten zou men kunnen op
maken, dat de Italianen de bedreiging
van Ras Desta hebben afgewend en zelf
tot den aanval zijn overgegaan.
De eerste twee dagen van den strijd
hebben de Abessyniërs zich langzaam te
ruggetrokken, waarbij zij veel dooden op
het slagveld achterlieten, doen waarbij zij
er in slaagden, ook den aanvaller verschil
lende vrij groote verliezen toe te brengen.
Den derden dag schijnt de Abessyiüscue
tegenstand echter goeddeels gebroken te
zijn, in een bijzonder feilen uitval van de
Italianen met tanks en pantserauto's. De
troepen van Ras Desta trokken zich nu
zeer snel en vrijwel zonder verband terug,
om zich vervolgens te verspreiden uit
vrees voor verdere aanvallen uit de lucht.
Aan het Zuidelijk front zijn de komende
dagen ongetwijfeld nieuwe bewegingen te
verwachten, want de Italianen zullen als
ze inderdaad wat bereiken willen, haast
moeten maken. Straks komen ook hier de
regens.
In het Noorden duurt de strijd
om Makalle en Aksoem voort. Een bericht
uit Addis Abeba zegt, dat de Abessyniërs
Makalle thans inderdaad van Adoea heb
ben weten te isoleeren. Het is echter de
vraag, of de omstandigheden in het Noor
den, nu de regen weer is opgehouden, zich
niet zullen wijzigen in het nadeel der
Abessijnen.
Opstand in de provincie Godjam.
Van den oorlogscorrespondent van het
D. N. B.:
Te Asmara is Woensdag het opzienba
rend bericht ontvangen, dat in de pro
vincie Godjam een opstand tegen de regee
ring van Addis Abeba zou zijn uitgebro
ken.
Vluchtelingen vertelden dat de troepen
in Godjam in opstand tegen de regeerings
troepen zijn gekomen en deze bij Debra
Marko-s, de hoofdstad van Godjam, een
zware nederlaag hebben toegebracht.
De situatie zou voor den Negus zóó
hachelijk zijn, dat hij betrouwbare troe
pen naar Godjam zou hebben gedirigeerd
om dezen opstand te onderdrukken.
Weer een Roode Kruls-afdeeling
gebombardeerd.
De thans in Abessynië verblijvende
vertegenwoordiger van het Roode Kruis
heeft volgens een AbessynisCh bericht
pertinent tegen gesproken eenige voor
stellen te hebben gedaan of eenige ver
klaring te hebben afgelegd, dat de afdee-
lingen van het Internationale Roode Kruis
uit Abessynië zouden worden teruggetrok
ken, totdat Italië veiligheid tegen bom
aanvallen zou garandeeren.
Volgens berichten uit Abessynische
bron zouden drie Italiaansche bommen
werpers de Roode Kruis-afdeeling, welke
bij Waldia op ongeveer 150 K.M. ten
Noorden van Dessie i's gestationneerd met
bommen hebben bestrooid; twee verpleeg
sters zijn gewond, alle ziekententen zou
den zijn vernield.
De ambulance is gedurende een uur
hevig gebombardeerd, hoewel het Roode
Kruisteeken duidelijk zichtbaar was.
14 personen werden gedood en 35 ge
wond; vooral vrouwen, kinderen en grijs
aards, van de bevolking van Waldia.
Ook brandbommen werden geworpen,
welke een aantal branden veroorzaakten,
die, aangewakkerd door den hevigen
wind, ernstige schade veroorzaakten.
Op het terrein van de ambulance werd
de tent van majoor Burgoyne vernield,
de instrumenten en levensmiddelen ver
brandden.
Een Britsche ambulance is in den nacht
langs moeilijke paden vertrokken om hulp
te bieden.
In het telegram, waarin majoor Bur
goyne het bombardement meldde zeide hij.
„Maakt Genève wakker. Het is duidelijk,
dat de Italianen van het Roode Kruis hun
speciaal doel maken".
Beschouwing van Italiaansche zijde.
Het agentschap Stefani publiceert de
volgende beschouwing:
Den laatsten tijd legt de buitenlandsche
pers op kwaadwillige wijze den nadruk
op den z.g. stilstand der operaties in Oost-
Afrika. Nu is het alleen reeds voldoende
de kaart te bekijken om zich zonder moei
te er van te overtuigen dat geen enkele
stilstand ingetreden is, maar te dien aan
zien zijn bovendien uit militaire bron de
tails en preciseeringen -ontvangen, die het
beste bewijs vormen voor de onwaarheid
van de buitenlandsche insinuaties.
Wat het Zuiden betreft, Mogadiscio ligt
400 km van Dolo en om Gherlogoe'bi te be
reiken moet men een afstand van 600 km
afleggen. Men moet echter niet alleen re
kening houden met de afstanden, maar
ook met den aard van de bodemgesteld
heid en met het ontbreken van wegen. Bij
deze moeilijkheden van aardrijkskundigen
aard moeten nog gevoegd worden die, wel
ke betrekking hebben op de intendance
diensten. Gegeven de hoeveelheid onzer
troepen, die bestaan uit verscheidene tien
duizenden manschappen, moet men be
schikken over een indrukwekkende ravi-
tailleeringsorganisatie, die tevens moet
voorzien in de voeding der bevolkingen,
die door ons onderworpen zijn.
Om bij benadering een idee te krijgen
van de ontzaglijkheid van deze organisa
tie is het voldoende er aan te denken, dat
iedere groep van 10.000 man dagelijks 70
ton levensmiddelen verbruikt, waarvan een
deel bestemd is voor de lastdieren. Daar
bij komt 100 ton munitie voor iederen
dag van oorlogsactie.
Om deze 170 ton te vervoeren heeft men
170 vrachtwagens noodig in verband met
den toestand der wegen en de niveauver
schillen. Het aanleggen van wegen, wat
van kapitaal belang is, is op sommige
terreinen buitengewoon moeilijk. Men
heeft dikwijls de noodige steenen moetpn
halen uit plaatsen, die 50 km verwijderd
lagen. En natuurlijk, hoe grooter het con
tingent manschappen wordt, hoe grooter
ook de moeilijkheden worden. D'at is do
reden, waarom de opmarsch in het begin
gemakkelijker was, terwijl men daarente
gen in dit stadium zorg moet dragen voor
het in orde brengen van het bezette ter
rein.
Niemand, die te goeder trouw is, kan er
zich dus over verbazen, dat wij niet meer
hebben verricht in zoo weinig tijd.
Aan den anderen kant moet ook bedacht
worden, dat koloniale oorlogen altijd lang
durig zijn. Zelfs lord Kitchener heeft voor
zijn campagne in Egypte drie jaar noodig
gehad.
Ten slotte moet men er aan denken, dat
Italië zich bevindt voor een Ethiopië, dat
enorm versterkt is door hulp van buiten.
Geen luchtaanval op Addis Abeba?
In politieke kringen te Parijs is men
van meening, dat de Italianen er zicb nog
wel eens twee maal over zulten bedenken,
alvorens tot een luchtaanval op Addis
Abeba over te gaan. De gronden waarop
men deze meening baseert, zijn de vol
gende: Addis Abeba is een militair geheel
onbeschermde stad met slechts enkele ver
uit elkaar liggende waardevolle gebouwen,
die echter voor bet grootste gedeelte aan
de leden van de ongeveer 7000 koppen tel
lende Europeesche kolonie behooren. Even
als het een voor Italië niet te onderschat
ten ongunstigen indruk op Frankrijk zou
maken, indien het zich in Fransch bezit
bevindende station te Addis Abeba zou
worden vernield, zouden ook de regeerin
gen van andere door een luchtaanval
BELANGRIJKE OPDRACHT VOOR DE
SCHELDE TE VLISSINGEN.
Teneinde op betere wijze te kunnen
blijven voldoen aan de groeiende behoef
ten van de China-Java-Mauritius-Afrika
lijn der N.V. K.P.M., dan met het thans
in die lijn varend materieel mogelijk is,
heeft deze Mij. opdracht gegeven voor
den bouw van 3 motor-passagiersschepen,
resp. aan de N.V. Kon. Mij. De Schel
de te Vlissingen (inclusief voort
stuwingswerktuigen), de N.V. Ned.
Scheepsbouw Mij. te Amsterdam (voort
stuwingswerktuigen te leveren door
Werkspoor Amsterdam) en de Fa. Blohm
en Voss te Hamburg.
De voornaamste bijzonderheden van elk
dezer schepen zijn: lengte over alles 560
voet, breedte 72 voet, holte 40V2 voet, be
laden diepgang 30lVa, draagvermogen
circa 12000 ton.
Ze worden ingericht voor het vervoer
van ruim 80 le klasse passagiers, en cir
ca 90 Ghineesche kajuit-klasse passagiers.
De voortstuwing zal geschieden door 3
schroeven, gedreven door 3 Sulzer moto
ren van 3600 P.K. elk. Deze zullen den
schepen een dienstvaart van 16 mijl per
uur verzekeren.
De schepen zullen de namen Ruys,
Tegelberg en Boissevain ontvangen en al
dus worden genoemd naar de drie man
nen, die in 1888 het initiatief hebben ge
nomen tot de oprichting van de K.P.M.
schadelijdende vreemde staatsburgers niet
onverschillig kunnen blijven, om van de
desbetreffende openbare meening nog
maar te zwijgen.
Als derde grond voert men aan, dat de
Abessynische hoofdstad, die een opper
vlakte beeft zoo groot als Parijs, slechts
spaarzaam bezaaid is met armoedige hut
ten en toekoels van de inboorlingen, die
nauwelijks eenige waarde hebben.
HET PETROLEUM-EMBARGO.
In de zitting van het Britsche kabinet
van gistermorgen is voornamelijk de
kwestie van bet petroleumembargo ter
sprake gebracht.
Men beeft met belangstelling kennis
genomen van de meeningen van de andere
landen die petroleum ëxporteeren als Ve
nezuela en Mexico.
De meeste ministers waren van mqe-
ning, dat bet op bet oogenblik nog on
mogelijk is om te zeggen hoever een der
gelijke embargo zich moet uitstrekken en
in hoeverre de verschillende landen bier-
in kunnen samenwerken.'
Men neemt algemeen aan, dat het ka
binet voorstander is van een voortzetten
der sanctiemaatregelen, maar dat bet
eerst door een onderzoek wil vaststellen
hoe de internationale situatie is met be
trekking tot het petroleum-embargo.
Dit onderzoek zal "op de komende ver
gadering van den Volkenbondsraad wor
den ingesteld door den minister van bui
tenlandsche zaken.
Het Britsche parlement komt 4 Fe
bruari weer bijeen en zal dan de veelom
vattende wetgevende werkzaamheden
moeten afhandelen, welke thans eveneens
in bet kabinet zijn besproken. Hierbij tre
den vooral de militaire kwesties op den
voorgrond, in het bijzonder die van de
Britsche weermacht in de Middellandscbe
Zee en Egypte en de veiligheidsmaatrege
len voor de Britsche vloot in verband met
de toepassing van de sancties.
Volgens de Daily Telegraph is men al
gemeen van opvatting, dat de financieele
sanctiemaatregelen effect blijken te heb
ben, terwijl een embargo op petroleum
geen praetische uitwerking zou kunnen
hebben, aangezien Italië zeven maanden
in zijn behoeften zou kunnen voorzien.
Italië koopt groote hoeveelheden Roe-
meensche petroleum op waarvoor op
goudbasia wordt betaald.
Uit Hamburg wordt gemeld, dat Italië
uit Duitscbe bronnen geen olie kan be
trekken.
ITALIE'S VRIENDEN ONDER
ECONOMISCH EN DRUK.
Is de liefde aan het bekoelen
Onze V.P.B.-correspondent meldt uit
Parijs.
Slechts enkele staten hebben zich aan de
Engelsche pressie om deel te nemen aan
de sancties tegen Italië, weten te onttrek-
ken. Daartoe behooren in de eerste plaats
Oostenrijk en Hongarije.
Langzaam maar zeker begint zich
thans echter de economische druk te doen
gevoelen, waarmee men dezen beiden uit
den band gesprongen landen aan het ver
stand wil brengen, hoe onaangenaam bet
Binnenland.
Belangrijke order voor onzen scheeps
bouw.
Fraude bij de Rijkspostspaarbank.
De Nederlandsche ambulance in Abes
synië.
Buitenland.
Overwinning der Italianen in Zuid-Abes
synië.
Weer een ambulance gebombardeerd.
Japan heeft de vlootconferentie verlaten.
Engeland beslist nog niet over een olie
embargo.
Nieuwe eiscben van Duitschland.
is, zicb tegen den wil van het machtige
Albion te verzetten. Voorloopig doet En
geland bet nog voorkomen, of bet op
grond van de Volkenbondsstatuten ge
dwongen is, den aan de sancties deel-
nemenden landen een zekere vergoeding
op de Britsche markt te bieden.
Hierdoor wordt allereerst de Hongaar-
scbe varkens- en pluimvee-uitvoer getrof
fen, die nu al zijn terrein aan Joegosla
vië zal verliezen.
Het is bekend, dat het Oostenrijksohe
vreemdelingenverkeer sinds het wegblij
ven der Duitsche toeristen in sterke mate
van Engeland afhankelijk is.
Tegelijkertijd moet de Italiaansche
markt onder den druk der sancties al
kleiner en kleiner worden. De groote
aankoopen, die Italië in den eersten tijd
na de inwerkingtreding der sancties van
zijn gewone leveranciers op de niet-
sanctiestaten overschakelde, loopen vast
in Italië's onmacht tot betalen.
Engelsche stemmen beweren reeds, dat
in de Oostenrijksche pers een zekere
verkoeling ten opzichte van Italië is te
bespeuren. (Nadruk verboden.)
NAAR DE MILITAIRE DICTATUUR
IN BELGIE?
De politieke partijen kraken in hun
voegen.
Onze V.P.B.-correspondent meldt uit
Brussel
Op 31 Maart a.s. loopt de volmacht
af, welke de regeering van de Kamer
ontving ten einde bare plannen tot sa
neering te kunnen uitvoeren. Naar alge
meen wordt aangenomen zal de regee
ring niet trachten te ontkomen aan de
verplichting rekening en verantwoor
ding voor hare daden af te leggen.
Er schijnen zich echter donkere wolken
boven den parlementairen hemel te wil
len samentrekken. Want bet komt er op
aan nieuwe bevoegdbeden en vooral
nieuwe medewerking van de zijde der
partijen te verleenen aan den minister
president van Zeeland. Doch men schijnt
dit slechts te willen doen onder voor
waarde, dat er een nieuw regeeringspro-
gramma voor den dag zal komen, waar
op een parlementaire meerderheid gevon
den zal moeten worden, vooral voor de
uitvoering er van.
De socialisten zouden wel bereid gevon
den worden aan deze combinatie van de
drie partijen deel te nemen tot begin Oc
tober, ten einde intusschen een meerder
heidsprogram in elkaar te zetten. Maar
dan moeten er nieuwe hervormingen in
het vooruitzicht zijn. De verschillende
partijen en groepen schijnen alle desi
derata te hebben. De socialisten willen
natuurlijk zooveel mogelijk punten van
bet Plan van den Arbeid verwezenlijkt
zien. De liberalen ijveren voor verlenging
van den diensttijd en uitbreiding van de
bewapening; de katholieken verlangen
uitbreiding van bet vrouwenkiesrecht en
de katholieke Vlamingen zouden het aan
tal vertegenwoordigers verhoogd willen
zien.
De socialisten eischen verder hervor
mingen ten gunste van de werkloozen; zij
willen de 40-urige werkweek ingevoerd
zien, de verlenging van den schoolplicht
tot 16 jaar en verplichte verzekering te
gen werkloosheid.
Als de regeering deze eischen niet
wenscht op te nemen en uit te voeren,
zoo schreef dezer dagen de heer Wauters
in „Le Peuple", dan zullen de verkiezin
gen in Mei moeten plaats hebben.
De gevaren en moeilijkheden ïn de
binnenlandsche politiek stapelen zich dus
op. De partijen worden voor groote ver
antwoordelijkheden geplaatst en men ont
veinst zich niet de mogelijkheid, wanneer
de regeering zou uiteenvallen en geen so-
liede basis zou gevonden kunnen worden
voor een parlementair kabinet, dat dan
het spook weer opduikt waarmede men
geschermd heeft 'bij een vorige minister
crisis,- n.l de instelling van een
militaire dictatuur. Want
men weet, dat niemand minder
dan de koning zelf door dit
dreigement tenslotte de hee-
ren rond de groene minister
tafel bij elkaar heeft kunnen
brengen.