DE ZEEUW
De Dochtervan den Opperrechter
J,
TWEEDE BLAD
Zomerdienst ran de KIM.
Koe,
Een ander systeem van criaisbestrijdino
in den landbouw
1
Uit de Provincie
O
X
LOOP DER BEVOLKING.
ikte stroo-
waaronder
rosmolens.
Telef. 216,
VARKENS,
k, Veersche-
HEL
m), alleen
arming, in
Turfkade,
Langerek-
sland.
een ge-
staat zijn-
ij voorkeur
eed. L. v. d.
Hylkema's
ouw Mans-
alles met
WISSE Jz.,
Tel. 6.
GD:
PEN,
e schapen,
burg.
TER,
d, bij man
Boekhan-
ouburg.
STER
st. kunnen-
r M, Boek-
ISSE, Mid-
VAN
DINSDAG 14 JANUARI 1936, Nr 86.
Rede van den heer H. D. Louwes.
Over het onderwerp: Ia het gewensoht
het huidige systeem van crisisbeatryding
te vervangen door een stelsel van hooge
invoerrechten'!' heeft de heer H. JL). Lou
wes, lid van de Tweede Kamer en voorzit
ter van de üron. Mij. v. Landbouw, gis
teren een inleiding gehouden voor de
Vereen, van oud-leerlingen der K.L.W.S.
te Sohagen.
Jüe weg, waarlangs de landhouworisis-
wetgeving zich heeft ontwikkeld, was, al
dus Spr., de eenige, die metterdaad be
gaanbaar was.
Het landbouwcrisisbeleid is er wel in
geslaagd den voortgang van Nederland-
sche landbouwbedrijven te bewerken en
heeft daarmede het algemeen belang ten
zeerste gediend, maar het is er niet in
geslaagd, voor den Nederlandschen boer-
ondernemer een behoorlijk bestaan te be
houden.
Oorzaken hiervan zijn: a. het te laat
en onvoldoende ingrijpen, b. de beneden
alle verwachting gedaalde wereldmarkt
prijzen, c. het in zoo sterke mate afknij
pen van onzen agrarischen export, d. het
niet verbreken van den ban der verstarde
kosten.
De noodzakelijkheid van de landbouw
crisiswetgeving wordt door regeering,
volksvertegenwoordiging en openbare
meening vrij algemeen aanvaard.
I)e vraag voor de toekomst is dus niet
zoo zeer: zal er een landbouwcrisiswet-
geving zijn, maar wel: hoe moet die wet
geving zién?
De Nederlandsche boerenstand moet
streven naar betere prijzen en lagere be
drijfskosten, opdat de onbevredigende po
sitie van den Nederlandscben boer en
tuinder als ondernemer zoo spoedig mo
gelijk wordt verbeterd.
Het verlies aan bedrijfsvrijheid, de last
van de administratieve voorschriften en
die van controle worden door den land
bouw als een groot ongerief gevoeld, te
meer omdat volgens spr. onjuistheden,
willekeur en hier en daar corruptie niet
te vermijden is, ja, onverbrekelijk ver
bonden zijn met een groote overheidsbe
moeiing met het bedrijfsleven.
Het naaste doel, waarnaar de land
bouwcrisiswetgeving moet streven is be
houd en verbetering van de prcducten-
prij&en bij groot ere bedrijfsvrijheid.
Bij het nastreven van deze doeleinden
moeten wij1 goed bedenken, dat het eerste
doel behoud en verbetering van de
prijzen primair, het tweede ver-
grooting der bedrijfsvrijheid secundair
is en dat het tweede niet moet worden be
reikt ten koste van het eerste.
Ook moeten wij er ons voor hoeden bij
de gerechtvaardigde critiek op het be
staande geen bondgenooten te worden
van hen, die het crisisbeleid niet willen
verbeteren doch ofbreken en ontredderen.
Het stelsel dér hoogere invoerrechten
het systeem Smid bezit dit juiste
fundament, dat het een duidelijk verweer
inhoudt tegen de jarenlang in ons land
gevoerde onjuiste economische en sociale
politiek, die meende bescherming van
groote bevolkingsgroepen in ons land te
kunnen combineeren met het leggen van
allerlei sociale lasten op de bedrijven en
het voeren van een vrijhandelspolitiek
aan de landsgrenzen.
Een stelsel van hoogere invoerrechten
zou kunnen brengen:
a. de gewenschte prijzen van die ak
kerbouwproducten, waaraan wij een te
kort hebben. Het is wenschelijk maatre
gelen te treffen tegen prijsinzinking na
den oogsttijd en eveneeens om de tarwe-
regeling te behouden, daar deze een ze
kerder prijs brengt dan alleen invoer
rechten;
b. de gewenschte prijzen voor de vee-
F E UILLETON
37.) o—
Ongetwijfeld was zij! een spion van
haar vader; ongetwijfeld verlustigde zij
zich in zijn daden van wreedheid, en
toch, toen hij' haar in de oogen gezien
had, hadden deze hem een vriendelijk
meisje leeren kennen, die haar jeugd ge
noot en er een genoegen in smaakte om
te doen wat vriendelijk en echt-vrouwelijk
was. Maar zijl was de dochter van Jef
freys en dus slecht. Gedurende hun reis
had Donald Stewart nog vele dingen,
haar betreffende, medegedeeld, die Henry
Dugdale hèm verteld had en die duidelijk
in het licht stelden, welk een boosaardig
schepsel zij was, dat zich verlustigde in
de goddelooze daden van haar vader.
Toch, niettegenstaande dat alles trilden
zijn lippen, als hij aan haar dacht, terwijl
zifn hart kookte als hij1 zich de blikken
herinnerde en de woorden die zij tot hem
bad gesproken. En terwijl bij' tandenkner
send zwoer zich op haar en haar vader te
wreken, verlangde hij haar terug te zien,
haar zachte stem te hooren.
GEMEENTE
1 Januari 1935
Geboren
Gevestigd
Overleden
Vertrokken
1 Januari 1936
M.
V.
Totael
M.
Vr.
T.
M.
Vr.
Tot,
M.
Vr.
Tot.
M.
Vr.
Tot.
M.
Vr.
Totaal
Ierseke
's-Heerenhoek
Westkapelle
IJzendijke
2153
675
2176
663
4329
1338
2210
2794
34
20
25
23
32
15
12
24
66
35
37
47
40
17
9
81
53
15
15
62
93
32
24
143
29
5
20
11
9
11
22
9
11
12
42
20
20
23
67
23
11
87
90
20
15
110
157
43
26
197
2140
678
1169
1441
2149
664
1056
1324
4289
1342
2225
2765
houderijproducten, mits men de gelden
heeft en de exportmogelijkheden om ons
teveel aan zuivel, vleesch en eieren uit
te voeren en mits men de 'productie weet
te heheerschen;
c. de gewenschte prijzen voor export
producten van den akkerbouw b.v. za-
derijen, aardappels onder het voor
behoud bij' b. gemaakt.
Zoolang Nederland is een z>oo dicht be
volkt land met allerlei verspreide be
staansmogelijkheden, waardoor een te
veel aan ingezetenen in den landbouw een
bestaan moet vinden, zullen ook bij hoo
gere invoerreohten op landbouwproduc
ten de toewijzingen van varkens en koeien
en de bemoeiingen met de pluimveehou
derij moeten worden gehandhaafd. Ge
beurt dit niet dan is het te vreezen, dat
de veehouders, bij den strijd voor bet be
houd van bun veestapel, door te groote
productie de handhaving van een rede
lijk prijspeil onmogelijk zullen maken.
Biji een stelsel van hoogere invoerrech
ten zullen:
a. de rogge-, gerst- en boonenverbou
wers, die hun productie in eigen bedrijf
opvoeren, den denaturatiebijslag missen
en daardoor een geregelde inkomst, wel
ke inkomst dan alleen in het eindproduct
zal worden genoten;
b. meer bedrijfsmiddelen noodig zijn,
daar b.v. voordat een varken, gevoerd van
het duurder graan, kan worden verkocht,
er meer geld In is gestoken, terwijl de
denaturatiebijslag niet wordt ontvangen;
c. de prijsregelingen voor de akker
bouwproducten aanmerkelijk vereenvou
digd kunnen worden;
d. prikkels ontstaan om de productivi
teit van den eigen bodem, met name die
van het grasland, aanmerkelijk op le
voeren.
Het stelsel van hoogere invoerrechten
kan geleidelijk worden ingevoerd
vooreerst met behoud van de teeltre
gelingen naarmate men de prijzen der
veehouderijs-producten beheerscht.
De strijd om de twee systemen hoeft al
lerminst tweedracht te brengen in de ge
lederen van den Nederlandschen boeren
stand. In zakelijk overleg moet het beste
worden gezocht.
NA DE DEVALUATIEKOORTS EN
DEN TENTOONSTELLINGSROES.
Wat Belfiiië ons leert.
In de „Vlissingsche Courant" worden
nu en dan brieven uit het naburige Bel-
gi opgenomen, die een goed inzicht ge
ven in den toestand, hij onze Zuider
buren.
Wij ontleenen aan een dezer brieven
het volgende:
„Het is voor Brussel en voor België in
het algemeen, na de devaluatiekoorts en
den tentoonstellingsroes, een zwaar ont
waken. Het publiek wist, dat de omme
keer komen zou, maar bet weet niet wan
neer het einde komt van den economi-
schen terugslag en de steeds aanhouden
de prijsstijging. Deze prijsstijging treft ge
heel België en de regeering staat er mach
teloos tegenover. Het is niet meer alleen
een prijsstijging der levensmiddelen, maar
van alle levensbehoeften, met het gevolg,
dat loonconflicten niet uitblijven. Vandaar
staking in de steenindustrie, in tal van
metaalbedrijven, dreigende staking in de
mijnen, in de hoogovenbedrijven en in de
havens. Indien bet bijna onvermijdelijke
havenconflict te Antwerpen een feit wordt,
zal 'het zich uitbreiden over de andere
Belgische havens, als Gent, Zeebrugge,
Oostende en Brussel.
Het feest van de verwachte „opleving in
zaken" heeft niet lang mogen duren. De
voorstanders der devaluatie beginnen bun
dwaling te erkennen en zien met bewon
dering naar Nederland en Zwitserland, de
twee zeldzame landen van Europa, waar
„Wij hebben een wonderlijke reis ge
had," herhaalde de Schot, „en over twee
uren zullen wij1 in Amsterdam zijn. De
dag des Heeren is nabij."
Benedictus Trelawney zwoeg.
„Wel man, je bent treurig van hart,"
ging de Schot voort. „Je hebt al spoedig
berouw."
„Neen, ik heb geen berouw," sprak
Trelawney, „ik zou 't zelfde weer doen
als 't moest."
„De hand Gods, de Heere der Heir-
scharen, is met ons."
„Ja, dat geloof en vertrouw ik ook,"
antwoordde Benedictus, „ofschoon ik er
de man niet naar ben, om daar zoo vrijL
moedig over te spreken."
„Ik geloof, dat de geest der bisschop
pelijke kerk nog te zeer over je beerscbt.
Hoe kan 't ook anders, waar je oom bis
schop is? Maak je er I03 van, man. De
Episcopaalsche Kerk is niet anders dan
de dochter van de Roomsche. Alleen on
der een presbyterium kan de ware kerk
tot openbaring komen."
„Van die dingen weet ik weinig af,"
zei Benedictus, „maar dit weet ik wel,
als je onder die leuzen Jacobus II wilt
onttronen, zul je niet slagen. Je kunt 't
Engelsche volk nooit wijsmaken, dat
mannen als mijn oom, verkapte Room-
nog geen waardevermindering der munt
noodig waa, België paste devaluatie toe,
naar van regeeringswoge verluide: „ter
vorhooging der koopkraoht en om groote
openbare werken te kunnen financieren".
De ruim drie milliard francs, welke waar
devermindering der Belgische munt aan
goud opleverde, zouden aan de uitvoering
van groote werken „ter leniging der werk
loosheid besteed worden. Maar men heeft
het geld voor andere doeleinden moeten
gebruiken en er is zoo min van „groote
openbare werken" als van verhooging der
koopkracht iets kunnen komen.
Bij de schoone beloften der Belgische
plan-regeering vestigt men hier de aan
dacht op de Nederlandsche werkelijkheid,
die zonder goudwinst of muntafbraak de
giganteske Zuiderzeewerken voortzet en
nog pas, alléén voor den aanleg van één der
Zuiderzeepolders, 160 millioen gulden of
drie milliard 200 millioen francs voteerde,
een bedrag grooter dan België voor alle
uit te voeren werken „ter leniging van de
werkloosheid" in totaal docht te kunnen
besteden en.dat niet meer voorhanden
is.
Dergelijke vergelijkingen maakt men
ook in Belgische regeeringskringen, waar
men, zonder veel hoop, de devaluatiepoli-
tiek nog voortzet. Alleen de socialistische
ministers blijven optimistisch en wijzen
op het „Plan van den Arbeid", bet gedul
dig papier, dat in één der laden van het
schrijfbureau van minister De Man stil te
wachten ligt, op de milliarden voor de uit
voering benoodigd. Dat ministerieel opti
misme kost geen geld, hetgeen nog een ge
luk is. Maar de zakenman fronst de wenk
brauwen en op de beurs is het wacht
woord „baisse". De kleine spaarder koopt
met een beklemd gevoel zijn dagblad, vree-
zend er in te zullen lezen, dat er weer een
nieuwe rente-conversie op til is, dan
wel, dat ook de bank, die zijn laatste
spaarcentjes 'bewaart op springen staat.
De winkelier ziet zijn dehiet onrustbarend
verminderen en de gedevalueerde loo-
nen der arbeiders 'blijken zelfs voor bet al
lernoodzakelijkste levensonderhoud ontoe
reikend. Een steuntrekker in Nederland
ontvangt meer dan een volslagen vakman
in België verdient.
Te Brussel vertoont zich de armoede
tot midden op de boulevards. De onbarm
hartige winter heeft de behoeftigen uit de
voorsteden en volkswijken verjaagd en tal
van arme vrouwen en hongerende sukke
laars steken de hand uit om een aalmoes.
Terwijl hier duizenden gebrek lijden gaan
we het nieuwe jaar in. Het is voor Brus
sel en voor België in bet algemeen, na de
devaluatiekoorts en den tentoonstellings
roes een zwaar ontwaken
Dat ziet er dus weinig rooskleurig uit,
voegt „Patrimonium" er aan toe.
Reeds vóór de devaluatie waren de Ico
nen in België laag. En na de devaluatie
is, door de prijsstijging, de toestand der
arbeiders nog ongunstiger geworden.
Omtrent die prijsstijging, speciaal in het
Belgische grensgebied, geeft een corres
pondentie in hetzelfde blad uit Sas van
Gent nog deze cijfers:
Grensgebied,
Vóór de devaluatie. Na de devaluatie.
Per kg. Per kg.
Brood fr. 1.20 fr. 1.70 a 1.80
Rundvl. 12 a 14 16 a 18
Vark. vl. 7 S. 8 16 18
Reuzel S.50k 4 12
Spek 5 4 7 „12 14
Boter 14 16 20 k 23
Margarine 6 8.50
De briefschrijver wijst ook op den nood
der kleine ambtenaren, die tusschen de 8
en 9000 francs (f 400450) per jaar ver
dienen. Zij zullen nu en dan 5 pet. ver
hooging 'krijgen. Maar deze compensatie
voor de stijgende kosten van 'het levenson
derhoud is nog geheel onvoldoende.
Men schenk© ook bijzondere aandacht
aan hetgeen de Belgische correspondent
schen zijn. Hij: zal 't Pausdom tot zijn
dood bestrijden."
Donald Steward wond zich op. Zijn
lichtgrijze oogen fonkelden van strijdlust
en hij1 begon zijn gedachten te ordenen om
dit kind der Episcopaalsche Kerk te be-
keeren. Maar gelukkig kwam op dat
oogenblik de kapitein van het schip op
hen af.
„Bij bet aan land gaan zullen ons vra
gen gedaan worden," zei hij. „Hebt u er
al over nagedacht, wat u zult zeggen?"
„Neen, man, maar dat komt wel in I
orde," antwoordde bijt
„Hoe bedoelt u dat?"
„Amsterdam is niet Den Haag. Ik weet
nog maar zeer weinig van Holland, maar
zooveel weet ik er wel van, dat, als wij
bij Den Haag landden, de Prins van
Oranje eenige aandacht aan ons schen
ken zou; maar in Amsterdam is dat iets
geheel anders. Daar gaan en komen
Schotten en andere Protestanten zonder
dat er notitie van genomen wordt. U ziet",
voegde Stewart er aan toe, „te Amster
dam is hun bevolen aan één oog blind
te zijn."
„Ik heb gehoord, dat de bestuurders
van Amsterdam Koning Jakobus hebben
beloofd, alle Engelsche vluchtelingen ge
vangen te sullen nemen", sei de kapitein.
schrijft over bet beroemde Belgische pap
pieren „plan van den arbeid" en over het
geen men hier te lande in werkelijkheid
doet.
In 'het buitenland ziet men vele din
gen ten ontzent meer objectief dan de
mopperaars in eigen land. Men bewon
dert eldere in menig opzicht het hier ge
volgde beleid.
Besparing van 90 pet. stroomverbruik op
het gebied van lichtreclame.
Aan den heer A. J. Schipper te
K a p e 11 e, Z.-B., van beroep chauffeur,
is het gelukt om na 2 jaar zoeken een
groote uitvinding te doen op het gebied
van lichtreclame, die vooral voor groote
zaken een enorme hesparing op het ge
bruik van electrisch licht zal bezorgen.
De uitvinding beoogt voornamelijk, van
een toestel, waarin een of meer electri-
scbe gloeilampen de lichtbron vormen,
het stroomverbruik te verlagen; volgens
de uitvinding kan men daartoe de recla
mevoorstelling doen uitvoeren met een
chemische stof en te harer bestraling een
electrische lamp aanbrengen, die telkens
na korte bestraling automatisch geduren
de langoren tijd wordt gedoofd.
Het is gebleken, dat als men b.v. een
glazen ruit met een laag chemische stof
behandelt en daar gedurende 2 3 se
conden het licht eener electrische lamp
door een reflector op laat werpen, zoodat
de ruit helder, geelachtig wit licht uit
straalt, de uitstraling gedurende 30 a 40
seconden na het dooven van de lamp nog
zoo krachtig is, dat ze zich uitnemend
voor reclame-doeleinden leent.
Weliswaar is de lichtsterkte der ruit
na het dooven der lamp kleiner dan
tijdens de belichting en weliswaar treedt
er ook een zekere kleursverandering van
geelachtig wit naar geelachtig groen op,
maar in vergelijking van het voordeel
van zeer aanzienlijke stroombesparing
is dit nauwelijks als nadeel aan te mer
ken.
Oe wijze waarop de stroom der lamp
(lampen) periodiek wordt verbroken is
van bijkomstig belang. Men kan daarvoor
b.v. van een electrisch of ander uurwerk
gebruik maken. Hoewel het gebruik van
electrische lampen bij een toestel vol
gens de uitvinding aangewezen is, kan
men b.v. ook gasgloeilampen of aectyleen-
lampen gebruiken door een in de gastoe-
voer leiding geplaatste afsluiter, die
automatisch telkens gedurende kortere
tijd gas doorlaat en daarna gedurende
langere tijd de gastoevoer afsnijdt.
Voor de ontsteking kan dan b.v. een
lokvlam dienen.
Het is bekend, dat lichtreclametoestel
len met electrische gloeilampen in het al
gemeen zeer veel stroom verbruiken. Met
het oog daarop gaat men meer over tot
het gebruik van neonbuizen. Deze zijn
echter vóór de meesten te duur in aan
schaffing.
Deze uitvinding echter opent voor el-
ken fabrikant en winkelier, wegens het
gering stroomverbruik de mogelijkheid
om op hun zaken of artikelen door mid
del van lichtreclames de aandacht te ves
tigen.
Liefhebber van ganzebout.
Zaterdagavond j.l. werden ten nadeele
van den landbouwer D., wonende onder
de gemeente Waterlandkerkje een vijftal
ganzen van diens erf ontvreemd. De po
litie bij1 wie aangifte was gedaan, stelde
een onderzoek in, en kreeg vermoeden op
een landbouwersknecbt, die bij' D. in
dienst was geweest doch sinds korten
tij'd was ontslagen. Het onderzoek werd
voortgezet in Watervliet (België), alwaar
men ten huize van den landbouwers-
knecht de 5 ganzen, netjes ingezouten,
„Zooiets is mij ook verteld", zei de
Schot, „maar te Amsterdam is de dis
cipline buitengewoon, man, buitenge
woon. Daarom zou 't me ook volstrekt
niet verwonderen, als Robert Ferguson
zelf ons afhaalde."
„Robert Ferguson!" riep de kapitein
verrast.
„Ja zeker, zoo heet hij."
„Maar men heeft mij meegedeeld, dat
hij zich schuil houdt, dat hij zijn leelijke
tronie nergens durft laten zien, daar de
koning een prijs op zijn hoofd heeft ge
zet en hij door spionnen overal gezocht
wordt."
„Heb ik u niet gezegd, dat de disci
pline te Amsterdam buitengewoon is?"
„Nu, 't is een zaak, die jullie aangaat,"
antwoordde de kapitein, twijfelend. „Mij
werd bevolen, u bierheen te brengen, en
ofschoon 't een gevaarlijk karweitje was,
heb ik het gedaan."
„Ja, en u zult er goed voor betaald
worden," merkte Stewart op.
„Dat komt wel goed," antwoordde de
kapitein. „Maar voor dat geld heb ik mijn
leven niet gewaagd. Te Mastonmoor
streed ik onder Olivier Cromwell en daar
ben ik bekeerd; daarom wil ook ik mijn
best doen, om een paapschen Koning uit
Engeland te verdrijven."
AmsterdamKopenhagen doorgetrokken
naar Stockholm.
Sterk verhoogde frequentie op de lijn
naar Berlijn.
Naar men verneemt zal de zomerdienst
van de K. L. M. dit jaar over het alge
meen hetzelfde zijn als in 1635. Intus-
achen zuilen toch enkele nieuwe maatre
gelen ten uitvoer worden gebracht, al
thans voor zoover het 't Europeesche
luchtnet betreft.
Zoo is thans definitief besloten met
ingang van 1 Juli de luchtlijn Amster
damKopenhagen door te trekken naar
Stockholm. Alsdan ia in elk geval het
nieuwe vliegveld van de Zweedsche
hoofdstad gereed.
Voorts ligt het in de bedoeling met het
oog op de Olympische Spelen een zeer
verhoogde frequentie op de lijn naar Ber
lijn in te voeren. Zulks in samenwerking
met de Deutsche Lufthansa.
Met ingang van den zomerdienst zal de
K.L.M. ook weer de lijn naar Milaan in
exploitatie nemen, welke het vorige jaar
begonnen werd in samenwerking met de
Deutsche Lufthansa en die na de ernstige
ongelukken, welke de K.L.M. in den loop
van den zomer troffen, alleen door de
D. L. H. werd voortgezet.
De dienst zal ook thans weer onder
houden worden door de K. L. M. in sa
menwerking met de Deutsche Lufthansa
en zal te Milaan aansluiting geven op
Rome.
Tenslotte ligt het in de bedoeling vau
de K.L.M. in samenwerking met de Tsje
chische Luchtvaartmaatschappij op Praag
een versnelden dienst te openen. Dit wordt
mogelijk, omdat de Tsjechische maat
schappij besloten heeft over te gaan tot de
aanschaffing van D'ouglas-toestellen.
Tot nu toe vlogen de Tsjechen met Fok
kers (van het type F 18), doch zij beslo
ten tot de Douglassen over to gaan op
grond van de gunstige resultaten, welke
verscheidene Europeesche luchtvaart
maatschappijen met de Amerikaansche
machines hebbqn bereikt.
aantrof. De dieren werden in beslag ge
nomen, terwijl de landbouwersknecbt een
bekentenis aflegde.
Middelburg. Gevonden voorwerpen,
mantelband, Wondergem, N. Poortstr.
P 246; parapluie, W. de Kam, Vlasmarkt
L 23, helastingmerk, den Hollander,
Tramsingel (dokter Simons); scheurka-
lenderblok, Stokman,, Penn.singel L 67;
belastingmerk, Dijkstra, B. v. P.; witte
muts, Pieterse, K. Noordstr. L 108; cape,
Caljouw, N. Vliss. weg E 99; leerboekje
(piano), Joosse, Jacob Gatsstr. W 90;
dameshandschoen, A. Sturm, Weststr.,
Souburg 8; port. met inh., A. Foiidse, K.
Geere K 363, overhemd, Sandberge, Vliss.
weg E 115; kinderhandschoen, J. Krijger,
Noordsingel R 64, Avro-vlaggetje, Ver
duin, Nederstr. O 186; bruine riem,
Brugman, Pluimstr. E 159, damesmuts,
A. Dribbelaar, 't Zand, Breeweg D 172;
bezem, Tazelaar, wal B 107, rozenkrans
in etui, J. M. Boer, Segeerstr. H. 70; drie
bankbiljetten, W. Bostelaar, Jasmijtastr.
W 188.
Centuur, A. J. Roskam, Noord weg B
138; Port. met inh., J. Bliek. Stadswegje
R 151. Handschoen, Van HiLst, K. Delft,
G 15; Dameshandschoen, B. Walraven,
Segeerssingel V 60; Belastingmerk, J.
Tollenaar, Leliestraat S 149b.
Gapinge. Vrijdagavond werd in de Ghr.
school alhier de jaarlijksche ouderavond
gehouden. Behalve het schoolbestuur en
het onderwijzend personeel, waren vele
ouders aanwezig. De voorz., de heer J.
Louwerse Wz., opende den avond op de
gebruikelijke wijze en heette in het bijzon
der dr Huizinga, directeur der Ghr.
Kweekschool te Middelburg welkom. Na
afhandeling van enkele huishoudelijke
zaken, verkreeg dr Huizinga het woord
tot het houden van een referaat getiteld
„Lichtglanzen van het verleden"1. Spr.
ging hierbij in den breede na de voor-
en tegenspoed die het Christelijk onder
wijs in den loop der jaren heeft meege
maakt en hoe dat onderwijs zich in den
loop der tijden heeft ontwikkeld.
In de pauze werd kennis genomen van
den door de leerlingen verrichten school-
arbeid, waarna door dr Huizinga een
uiteenzetting werd gegeven van de wer-
„Wel, zijt gij een van Gromwells solda
ten? Cromwell kon vechten, maar wat den
godsdienst betreft, drong hij' niet tot de
kern der zaak door."
„Cromwell drong niet tot de kern
door?" riep de kapitein uit.
„Wel neen, man. Ik wil niets zeggen
tegen de Independisten. 't Zijn ongetwij
feld eerlijke menschen, maar zij' zitten
nog vreeselijk in het donker."
Benedictus begreep, dat de Schot ver
langde naar een theologisch dispuut, ter
wijl 't gelaat van den kapitein rood werd
van toorn. Ofschoon jong, vreesde hij op
dit oogenblik een theologisch twistge
sprek, vooral nu hij' begreep, dat Stewarts
theologische „borstels" overeind stonden.
„Is dat niet Amsterdam?" riep hij uit,
wij'zende naar een toren, die in de verte
zichtbaar werd.
„Ja, ja! dat is Amsterdam. Ik heb nu
geeu tij'd, Sir Stewart, om u duidelijk te
maken, dat het Presbyterianisme maar
weinig beter is dan het Pausdom, en dat
als de Engelschen niet beter gevochten
hadden bij Marstonmoor dan de Schotten,
de soldaten van Prins Rupert ons in stuk
ken zouden gehouwen hebben."
(Wordt vervolgd.)