DE ZEEUW De Dochtervan den Opperrechter J, TWEEDE BLAD Zomerdienst ran de KIM. Koe, Een ander systeem van criaisbestrijdino in den landbouw 1 Uit de Provincie O X LOOP DER BEVOLKING. ikte stroo- waaronder rosmolens. Telef. 216, VARKENS, k, Veersche- HEL m), alleen arming, in Turfkade, Langerek- sland. een ge- staat zijn- ij voorkeur eed. L. v. d. Hylkema's ouw Mans- alles met WISSE Jz., Tel. 6. GD: PEN, e schapen, burg. TER, d, bij man Boekhan- ouburg. STER st. kunnen- r M, Boek- ISSE, Mid- VAN DINSDAG 14 JANUARI 1936, Nr 86. Rede van den heer H. D. Louwes. Over het onderwerp: Ia het gewensoht het huidige systeem van crisisbeatryding te vervangen door een stelsel van hooge invoerrechten'!' heeft de heer H. JL). Lou wes, lid van de Tweede Kamer en voorzit ter van de üron. Mij. v. Landbouw, gis teren een inleiding gehouden voor de Vereen, van oud-leerlingen der K.L.W.S. te Sohagen. Jüe weg, waarlangs de landhouworisis- wetgeving zich heeft ontwikkeld, was, al dus Spr., de eenige, die metterdaad be gaanbaar was. Het landbouwcrisisbeleid is er wel in geslaagd den voortgang van Nederland- sche landbouwbedrijven te bewerken en heeft daarmede het algemeen belang ten zeerste gediend, maar het is er niet in geslaagd, voor den Nederlandschen boer- ondernemer een behoorlijk bestaan te be houden. Oorzaken hiervan zijn: a. het te laat en onvoldoende ingrijpen, b. de beneden alle verwachting gedaalde wereldmarkt prijzen, c. het in zoo sterke mate afknij pen van onzen agrarischen export, d. het niet verbreken van den ban der verstarde kosten. De noodzakelijkheid van de landbouw crisiswetgeving wordt door regeering, volksvertegenwoordiging en openbare meening vrij algemeen aanvaard. I)e vraag voor de toekomst is dus niet zoo zeer: zal er een landbouwcrisiswet- geving zijn, maar wel: hoe moet die wet geving zién? De Nederlandsche boerenstand moet streven naar betere prijzen en lagere be drijfskosten, opdat de onbevredigende po sitie van den Nederlandscben boer en tuinder als ondernemer zoo spoedig mo gelijk wordt verbeterd. Het verlies aan bedrijfsvrijheid, de last van de administratieve voorschriften en die van controle worden door den land bouw als een groot ongerief gevoeld, te meer omdat volgens spr. onjuistheden, willekeur en hier en daar corruptie niet te vermijden is, ja, onverbrekelijk ver bonden zijn met een groote overheidsbe moeiing met het bedrijfsleven. Het naaste doel, waarnaar de land bouwcrisiswetgeving moet streven is be houd en verbetering van de prcducten- prij&en bij groot ere bedrijfsvrijheid. Bij het nastreven van deze doeleinden moeten wij1 goed bedenken, dat het eerste doel behoud en verbetering van de prijzen primair, het tweede ver- grooting der bedrijfsvrijheid secundair is en dat het tweede niet moet worden be reikt ten koste van het eerste. Ook moeten wij er ons voor hoeden bij de gerechtvaardigde critiek op het be staande geen bondgenooten te worden van hen, die het crisisbeleid niet willen verbeteren doch ofbreken en ontredderen. Het stelsel dér hoogere invoerrechten het systeem Smid bezit dit juiste fundament, dat het een duidelijk verweer inhoudt tegen de jarenlang in ons land gevoerde onjuiste economische en sociale politiek, die meende bescherming van groote bevolkingsgroepen in ons land te kunnen combineeren met het leggen van allerlei sociale lasten op de bedrijven en het voeren van een vrijhandelspolitiek aan de landsgrenzen. Een stelsel van hoogere invoerrechten zou kunnen brengen: a. de gewenschte prijzen van die ak kerbouwproducten, waaraan wij een te kort hebben. Het is wenschelijk maatre gelen te treffen tegen prijsinzinking na den oogsttijd en eveneeens om de tarwe- regeling te behouden, daar deze een ze kerder prijs brengt dan alleen invoer rechten; b. de gewenschte prijzen voor de vee- F E UILLETON 37.) o— Ongetwijfeld was zij! een spion van haar vader; ongetwijfeld verlustigde zij zich in zijn daden van wreedheid, en toch, toen hij' haar in de oogen gezien had, hadden deze hem een vriendelijk meisje leeren kennen, die haar jeugd ge noot en er een genoegen in smaakte om te doen wat vriendelijk en echt-vrouwelijk was. Maar zijl was de dochter van Jef freys en dus slecht. Gedurende hun reis had Donald Stewart nog vele dingen, haar betreffende, medegedeeld, die Henry Dugdale hèm verteld had en die duidelijk in het licht stelden, welk een boosaardig schepsel zij was, dat zich verlustigde in de goddelooze daden van haar vader. Toch, niettegenstaande dat alles trilden zijn lippen, als hij aan haar dacht, terwijl zifn hart kookte als hij1 zich de blikken herinnerde en de woorden die zij tot hem bad gesproken. En terwijl bij' tandenkner send zwoer zich op haar en haar vader te wreken, verlangde hij haar terug te zien, haar zachte stem te hooren. GEMEENTE 1 Januari 1935 Geboren Gevestigd Overleden Vertrokken 1 Januari 1936 M. V. Totael M. Vr. T. M. Vr. Tot, M. Vr. Tot. M. Vr. Tot. M. Vr. Totaal Ierseke 's-Heerenhoek Westkapelle IJzendijke 2153 675 2176 663 4329 1338 2210 2794 34 20 25 23 32 15 12 24 66 35 37 47 40 17 9 81 53 15 15 62 93 32 24 143 29 5 20 11 9 11 22 9 11 12 42 20 20 23 67 23 11 87 90 20 15 110 157 43 26 197 2140 678 1169 1441 2149 664 1056 1324 4289 1342 2225 2765 houderijproducten, mits men de gelden heeft en de exportmogelijkheden om ons teveel aan zuivel, vleesch en eieren uit te voeren en mits men de 'productie weet te heheerschen; c. de gewenschte prijzen voor export producten van den akkerbouw b.v. za- derijen, aardappels onder het voor behoud bij' b. gemaakt. Zoolang Nederland is een z>oo dicht be volkt land met allerlei verspreide be staansmogelijkheden, waardoor een te veel aan ingezetenen in den landbouw een bestaan moet vinden, zullen ook bij hoo gere invoerreohten op landbouwproduc ten de toewijzingen van varkens en koeien en de bemoeiingen met de pluimveehou derij moeten worden gehandhaafd. Ge beurt dit niet dan is het te vreezen, dat de veehouders, bij den strijd voor bet be houd van bun veestapel, door te groote productie de handhaving van een rede lijk prijspeil onmogelijk zullen maken. Biji een stelsel van hoogere invoerrech ten zullen: a. de rogge-, gerst- en boonenverbou wers, die hun productie in eigen bedrijf opvoeren, den denaturatiebijslag missen en daardoor een geregelde inkomst, wel ke inkomst dan alleen in het eindproduct zal worden genoten; b. meer bedrijfsmiddelen noodig zijn, daar b.v. voordat een varken, gevoerd van het duurder graan, kan worden verkocht, er meer geld In is gestoken, terwijl de denaturatiebijslag niet wordt ontvangen; c. de prijsregelingen voor de akker bouwproducten aanmerkelijk vereenvou digd kunnen worden; d. prikkels ontstaan om de productivi teit van den eigen bodem, met name die van het grasland, aanmerkelijk op le voeren. Het stelsel van hoogere invoerrechten kan geleidelijk worden ingevoerd vooreerst met behoud van de teeltre gelingen naarmate men de prijzen der veehouderijs-producten beheerscht. De strijd om de twee systemen hoeft al lerminst tweedracht te brengen in de ge lederen van den Nederlandschen boeren stand. In zakelijk overleg moet het beste worden gezocht. NA DE DEVALUATIEKOORTS EN DEN TENTOONSTELLINGSROES. Wat Belfiiië ons leert. In de „Vlissingsche Courant" worden nu en dan brieven uit het naburige Bel- gi opgenomen, die een goed inzicht ge ven in den toestand, hij onze Zuider buren. Wij ontleenen aan een dezer brieven het volgende: „Het is voor Brussel en voor België in het algemeen, na de devaluatiekoorts en den tentoonstellingsroes, een zwaar ont waken. Het publiek wist, dat de omme keer komen zou, maar bet weet niet wan neer het einde komt van den economi- schen terugslag en de steeds aanhouden de prijsstijging. Deze prijsstijging treft ge heel België en de regeering staat er mach teloos tegenover. Het is niet meer alleen een prijsstijging der levensmiddelen, maar van alle levensbehoeften, met het gevolg, dat loonconflicten niet uitblijven. Vandaar staking in de steenindustrie, in tal van metaalbedrijven, dreigende staking in de mijnen, in de hoogovenbedrijven en in de havens. Indien bet bijna onvermijdelijke havenconflict te Antwerpen een feit wordt, zal 'het zich uitbreiden over de andere Belgische havens, als Gent, Zeebrugge, Oostende en Brussel. Het feest van de verwachte „opleving in zaken" heeft niet lang mogen duren. De voorstanders der devaluatie beginnen bun dwaling te erkennen en zien met bewon dering naar Nederland en Zwitserland, de twee zeldzame landen van Europa, waar „Wij hebben een wonderlijke reis ge had," herhaalde de Schot, „en over twee uren zullen wij1 in Amsterdam zijn. De dag des Heeren is nabij." Benedictus Trelawney zwoeg. „Wel man, je bent treurig van hart," ging de Schot voort. „Je hebt al spoedig berouw." „Neen, ik heb geen berouw," sprak Trelawney, „ik zou 't zelfde weer doen als 't moest." „De hand Gods, de Heere der Heir- scharen, is met ons." „Ja, dat geloof en vertrouw ik ook," antwoordde Benedictus, „ofschoon ik er de man niet naar ben, om daar zoo vrijL moedig over te spreken." „Ik geloof, dat de geest der bisschop pelijke kerk nog te zeer over je beerscbt. Hoe kan 't ook anders, waar je oom bis schop is? Maak je er I03 van, man. De Episcopaalsche Kerk is niet anders dan de dochter van de Roomsche. Alleen on der een presbyterium kan de ware kerk tot openbaring komen." „Van die dingen weet ik weinig af," zei Benedictus, „maar dit weet ik wel, als je onder die leuzen Jacobus II wilt onttronen, zul je niet slagen. Je kunt 't Engelsche volk nooit wijsmaken, dat mannen als mijn oom, verkapte Room- nog geen waardevermindering der munt noodig waa, België paste devaluatie toe, naar van regeeringswoge verluide: „ter vorhooging der koopkraoht en om groote openbare werken te kunnen financieren". De ruim drie milliard francs, welke waar devermindering der Belgische munt aan goud opleverde, zouden aan de uitvoering van groote werken „ter leniging der werk loosheid besteed worden. Maar men heeft het geld voor andere doeleinden moeten gebruiken en er is zoo min van „groote openbare werken" als van verhooging der koopkracht iets kunnen komen. Bij de schoone beloften der Belgische plan-regeering vestigt men hier de aan dacht op de Nederlandsche werkelijkheid, die zonder goudwinst of muntafbraak de giganteske Zuiderzeewerken voortzet en nog pas, alléén voor den aanleg van één der Zuiderzeepolders, 160 millioen gulden of drie milliard 200 millioen francs voteerde, een bedrag grooter dan België voor alle uit te voeren werken „ter leniging van de werkloosheid" in totaal docht te kunnen besteden en.dat niet meer voorhanden is. Dergelijke vergelijkingen maakt men ook in Belgische regeeringskringen, waar men, zonder veel hoop, de devaluatiepoli- tiek nog voortzet. Alleen de socialistische ministers blijven optimistisch en wijzen op het „Plan van den Arbeid", bet gedul dig papier, dat in één der laden van het schrijfbureau van minister De Man stil te wachten ligt, op de milliarden voor de uit voering benoodigd. Dat ministerieel opti misme kost geen geld, hetgeen nog een ge luk is. Maar de zakenman fronst de wenk brauwen en op de beurs is het wacht woord „baisse". De kleine spaarder koopt met een beklemd gevoel zijn dagblad, vree- zend er in te zullen lezen, dat er weer een nieuwe rente-conversie op til is, dan wel, dat ook de bank, die zijn laatste spaarcentjes 'bewaart op springen staat. De winkelier ziet zijn dehiet onrustbarend verminderen en de gedevalueerde loo- nen der arbeiders 'blijken zelfs voor bet al lernoodzakelijkste levensonderhoud ontoe reikend. Een steuntrekker in Nederland ontvangt meer dan een volslagen vakman in België verdient. Te Brussel vertoont zich de armoede tot midden op de boulevards. De onbarm hartige winter heeft de behoeftigen uit de voorsteden en volkswijken verjaagd en tal van arme vrouwen en hongerende sukke laars steken de hand uit om een aalmoes. Terwijl hier duizenden gebrek lijden gaan we het nieuwe jaar in. Het is voor Brus sel en voor België in bet algemeen, na de devaluatiekoorts en den tentoonstellings roes een zwaar ontwaken Dat ziet er dus weinig rooskleurig uit, voegt „Patrimonium" er aan toe. Reeds vóór de devaluatie waren de Ico nen in België laag. En na de devaluatie is, door de prijsstijging, de toestand der arbeiders nog ongunstiger geworden. Omtrent die prijsstijging, speciaal in het Belgische grensgebied, geeft een corres pondentie in hetzelfde blad uit Sas van Gent nog deze cijfers: Grensgebied, Vóór de devaluatie. Na de devaluatie. Per kg. Per kg. Brood fr. 1.20 fr. 1.70 a 1.80 Rundvl. 12 a 14 16 a 18 Vark. vl. 7 S. 8 16 18 Reuzel S.50k 4 12 Spek 5 4 7 „12 14 Boter 14 16 20 k 23 Margarine 6 8.50 De briefschrijver wijst ook op den nood der kleine ambtenaren, die tusschen de 8 en 9000 francs (f 400450) per jaar ver dienen. Zij zullen nu en dan 5 pet. ver hooging 'krijgen. Maar deze compensatie voor de stijgende kosten van 'het levenson derhoud is nog geheel onvoldoende. Men schenk© ook bijzondere aandacht aan hetgeen de Belgische correspondent schen zijn. Hij: zal 't Pausdom tot zijn dood bestrijden." Donald Steward wond zich op. Zijn lichtgrijze oogen fonkelden van strijdlust en hij1 begon zijn gedachten te ordenen om dit kind der Episcopaalsche Kerk te be- keeren. Maar gelukkig kwam op dat oogenblik de kapitein van het schip op hen af. „Bij bet aan land gaan zullen ons vra gen gedaan worden," zei hij. „Hebt u er al over nagedacht, wat u zult zeggen?" „Neen, man, maar dat komt wel in I orde," antwoordde bijt „Hoe bedoelt u dat?" „Amsterdam is niet Den Haag. Ik weet nog maar zeer weinig van Holland, maar zooveel weet ik er wel van, dat, als wij bij Den Haag landden, de Prins van Oranje eenige aandacht aan ons schen ken zou; maar in Amsterdam is dat iets geheel anders. Daar gaan en komen Schotten en andere Protestanten zonder dat er notitie van genomen wordt. U ziet", voegde Stewart er aan toe, „te Amster dam is hun bevolen aan één oog blind te zijn." „Ik heb gehoord, dat de bestuurders van Amsterdam Koning Jakobus hebben beloofd, alle Engelsche vluchtelingen ge vangen te sullen nemen", sei de kapitein. schrijft over bet beroemde Belgische pap pieren „plan van den arbeid" en over het geen men hier te lande in werkelijkheid doet. In 'het buitenland ziet men vele din gen ten ontzent meer objectief dan de mopperaars in eigen land. Men bewon dert eldere in menig opzicht het hier ge volgde beleid. Besparing van 90 pet. stroomverbruik op het gebied van lichtreclame. Aan den heer A. J. Schipper te K a p e 11 e, Z.-B., van beroep chauffeur, is het gelukt om na 2 jaar zoeken een groote uitvinding te doen op het gebied van lichtreclame, die vooral voor groote zaken een enorme hesparing op het ge bruik van electrisch licht zal bezorgen. De uitvinding beoogt voornamelijk, van een toestel, waarin een of meer electri- scbe gloeilampen de lichtbron vormen, het stroomverbruik te verlagen; volgens de uitvinding kan men daartoe de recla mevoorstelling doen uitvoeren met een chemische stof en te harer bestraling een electrische lamp aanbrengen, die telkens na korte bestraling automatisch geduren de langoren tijd wordt gedoofd. Het is gebleken, dat als men b.v. een glazen ruit met een laag chemische stof behandelt en daar gedurende 2 3 se conden het licht eener electrische lamp door een reflector op laat werpen, zoodat de ruit helder, geelachtig wit licht uit straalt, de uitstraling gedurende 30 a 40 seconden na het dooven van de lamp nog zoo krachtig is, dat ze zich uitnemend voor reclame-doeleinden leent. Weliswaar is de lichtsterkte der ruit na het dooven der lamp kleiner dan tijdens de belichting en weliswaar treedt er ook een zekere kleursverandering van geelachtig wit naar geelachtig groen op, maar in vergelijking van het voordeel van zeer aanzienlijke stroombesparing is dit nauwelijks als nadeel aan te mer ken. Oe wijze waarop de stroom der lamp (lampen) periodiek wordt verbroken is van bijkomstig belang. Men kan daarvoor b.v. van een electrisch of ander uurwerk gebruik maken. Hoewel het gebruik van electrische lampen bij een toestel vol gens de uitvinding aangewezen is, kan men b.v. ook gasgloeilampen of aectyleen- lampen gebruiken door een in de gastoe- voer leiding geplaatste afsluiter, die automatisch telkens gedurende kortere tijd gas doorlaat en daarna gedurende langere tijd de gastoevoer afsnijdt. Voor de ontsteking kan dan b.v. een lokvlam dienen. Het is bekend, dat lichtreclametoestel len met electrische gloeilampen in het al gemeen zeer veel stroom verbruiken. Met het oog daarop gaat men meer over tot het gebruik van neonbuizen. Deze zijn echter vóór de meesten te duur in aan schaffing. Deze uitvinding echter opent voor el- ken fabrikant en winkelier, wegens het gering stroomverbruik de mogelijkheid om op hun zaken of artikelen door mid del van lichtreclames de aandacht te ves tigen. Liefhebber van ganzebout. Zaterdagavond j.l. werden ten nadeele van den landbouwer D., wonende onder de gemeente Waterlandkerkje een vijftal ganzen van diens erf ontvreemd. De po litie bij1 wie aangifte was gedaan, stelde een onderzoek in, en kreeg vermoeden op een landbouwersknecbt, die bij' D. in dienst was geweest doch sinds korten tij'd was ontslagen. Het onderzoek werd voortgezet in Watervliet (België), alwaar men ten huize van den landbouwers- knecht de 5 ganzen, netjes ingezouten, „Zooiets is mij ook verteld", zei de Schot, „maar te Amsterdam is de dis cipline buitengewoon, man, buitenge woon. Daarom zou 't me ook volstrekt niet verwonderen, als Robert Ferguson zelf ons afhaalde." „Robert Ferguson!" riep de kapitein verrast. „Ja zeker, zoo heet hij." „Maar men heeft mij meegedeeld, dat hij zich schuil houdt, dat hij zijn leelijke tronie nergens durft laten zien, daar de koning een prijs op zijn hoofd heeft ge zet en hij door spionnen overal gezocht wordt." „Heb ik u niet gezegd, dat de disci pline te Amsterdam buitengewoon is?" „Nu, 't is een zaak, die jullie aangaat," antwoordde de kapitein, twijfelend. „Mij werd bevolen, u bierheen te brengen, en ofschoon 't een gevaarlijk karweitje was, heb ik het gedaan." „Ja, en u zult er goed voor betaald worden," merkte Stewart op. „Dat komt wel goed," antwoordde de kapitein. „Maar voor dat geld heb ik mijn leven niet gewaagd. Te Mastonmoor streed ik onder Olivier Cromwell en daar ben ik bekeerd; daarom wil ook ik mijn best doen, om een paapschen Koning uit Engeland te verdrijven." AmsterdamKopenhagen doorgetrokken naar Stockholm. Sterk verhoogde frequentie op de lijn naar Berlijn. Naar men verneemt zal de zomerdienst van de K. L. M. dit jaar over het alge meen hetzelfde zijn als in 1635. Intus- achen zuilen toch enkele nieuwe maatre gelen ten uitvoer worden gebracht, al thans voor zoover het 't Europeesche luchtnet betreft. Zoo is thans definitief besloten met ingang van 1 Juli de luchtlijn Amster damKopenhagen door te trekken naar Stockholm. Alsdan ia in elk geval het nieuwe vliegveld van de Zweedsche hoofdstad gereed. Voorts ligt het in de bedoeling met het oog op de Olympische Spelen een zeer verhoogde frequentie op de lijn naar Ber lijn in te voeren. Zulks in samenwerking met de Deutsche Lufthansa. Met ingang van den zomerdienst zal de K.L.M. ook weer de lijn naar Milaan in exploitatie nemen, welke het vorige jaar begonnen werd in samenwerking met de Deutsche Lufthansa en die na de ernstige ongelukken, welke de K.L.M. in den loop van den zomer troffen, alleen door de D. L. H. werd voortgezet. De dienst zal ook thans weer onder houden worden door de K. L. M. in sa menwerking met de Deutsche Lufthansa en zal te Milaan aansluiting geven op Rome. Tenslotte ligt het in de bedoeling vau de K.L.M. in samenwerking met de Tsje chische Luchtvaartmaatschappij op Praag een versnelden dienst te openen. Dit wordt mogelijk, omdat de Tsjechische maat schappij besloten heeft over te gaan tot de aanschaffing van D'ouglas-toestellen. Tot nu toe vlogen de Tsjechen met Fok kers (van het type F 18), doch zij beslo ten tot de Douglassen over to gaan op grond van de gunstige resultaten, welke verscheidene Europeesche luchtvaart maatschappijen met de Amerikaansche machines hebbqn bereikt. aantrof. De dieren werden in beslag ge nomen, terwijl de landbouwersknecbt een bekentenis aflegde. Middelburg. Gevonden voorwerpen, mantelband, Wondergem, N. Poortstr. P 246; parapluie, W. de Kam, Vlasmarkt L 23, helastingmerk, den Hollander, Tramsingel (dokter Simons); scheurka- lenderblok, Stokman,, Penn.singel L 67; belastingmerk, Dijkstra, B. v. P.; witte muts, Pieterse, K. Noordstr. L 108; cape, Caljouw, N. Vliss. weg E 99; leerboekje (piano), Joosse, Jacob Gatsstr. W 90; dameshandschoen, A. Sturm, Weststr., Souburg 8; port. met inh., A. Foiidse, K. Geere K 363, overhemd, Sandberge, Vliss. weg E 115; kinderhandschoen, J. Krijger, Noordsingel R 64, Avro-vlaggetje, Ver duin, Nederstr. O 186; bruine riem, Brugman, Pluimstr. E 159, damesmuts, A. Dribbelaar, 't Zand, Breeweg D 172; bezem, Tazelaar, wal B 107, rozenkrans in etui, J. M. Boer, Segeerstr. H. 70; drie bankbiljetten, W. Bostelaar, Jasmijtastr. W 188. Centuur, A. J. Roskam, Noord weg B 138; Port. met inh., J. Bliek. Stadswegje R 151. Handschoen, Van HiLst, K. Delft, G 15; Dameshandschoen, B. Walraven, Segeerssingel V 60; Belastingmerk, J. Tollenaar, Leliestraat S 149b. Gapinge. Vrijdagavond werd in de Ghr. school alhier de jaarlijksche ouderavond gehouden. Behalve het schoolbestuur en het onderwijzend personeel, waren vele ouders aanwezig. De voorz., de heer J. Louwerse Wz., opende den avond op de gebruikelijke wijze en heette in het bijzon der dr Huizinga, directeur der Ghr. Kweekschool te Middelburg welkom. Na afhandeling van enkele huishoudelijke zaken, verkreeg dr Huizinga het woord tot het houden van een referaat getiteld „Lichtglanzen van het verleden"1. Spr. ging hierbij in den breede na de voor- en tegenspoed die het Christelijk onder wijs in den loop der jaren heeft meege maakt en hoe dat onderwijs zich in den loop der tijden heeft ontwikkeld. In de pauze werd kennis genomen van den door de leerlingen verrichten school- arbeid, waarna door dr Huizinga een uiteenzetting werd gegeven van de wer- „Wel, zijt gij een van Gromwells solda ten? Cromwell kon vechten, maar wat den godsdienst betreft, drong hij' niet tot de kern der zaak door." „Cromwell drong niet tot de kern door?" riep de kapitein uit. „Wel neen, man. Ik wil niets zeggen tegen de Independisten. 't Zijn ongetwij feld eerlijke menschen, maar zij' zitten nog vreeselijk in het donker." Benedictus begreep, dat de Schot ver langde naar een theologisch dispuut, ter wijl 't gelaat van den kapitein rood werd van toorn. Ofschoon jong, vreesde hij op dit oogenblik een theologisch twistge sprek, vooral nu hij' begreep, dat Stewarts theologische „borstels" overeind stonden. „Is dat niet Amsterdam?" riep hij uit, wij'zende naar een toren, die in de verte zichtbaar werd. „Ja, ja! dat is Amsterdam. Ik heb nu geeu tij'd, Sir Stewart, om u duidelijk te maken, dat het Presbyterianisme maar weinig beter is dan het Pausdom, en dat als de Engelschen niet beter gevochten hadden bij Marstonmoor dan de Schotten, de soldaten van Prins Rupert ons in stuk ken zouden gehouwen hebben." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1936 | | pagina 5