Op elke wond Purol
DE ZEEUW
De Dochter van den Opperrechter
TWEEDE BLAD
HET ADRES
A. WILKING
LOOP DER BEVOLKING.
1
X
Uit de Provincie
Voor den Zondag
FEUILLETON
Wat er deze week voorviel
GEMEENTE
1 Januari 1935
M. V. TotaBl
Kruidingen
Krabbendijke
Cadzand
Oud-Vossemeer
Arnemuiden
Breskens
Zaamslag.
Hontenlsse
Hoek
2054
1173
1189
1642
1813
2715
1358
1953
1090
1176
1604
1827
2754
1328
4007
2477
957
2263
2365
3246
3640
5469
2686
Geboren
M. Vr. T.
36
33
6
21
27
24
23
47
24
37
16
10
25
31
26
23
58
15
73
49
16
46
58
50
46
105
39
Gevestigd
M.
73
39
24
23
47
84
44
96
21
Vr.
103
38
20
35
41
85
45
113
30
Tot.
176
77
44
58
88
169
89
209
51
34
10
24
22
29
Overleden
M. Vr. Tot
19
10
5
8
9
14
15
26
12
18
13
10
11
10
17
23
25
19
37
23
15
19
19
31
38
51
31
Vertrokken
M. Vr. Tot,
86
50
19
34
30
65
37
95
28
108
53
18
36
37
78
59
132
29
194
103
37
70
67
143
96
227
57
1 Januari 1936
M. Vr. Totaal
2058
1227
502
1175
1224
1671
1828
2737
1363
1967
1250
463
1103
1201
1620
1813
2768
1325
4025
2477
965
2278
2425
3291
3641
5505
2688
„noodlot" op, welke luidde: „Schicksal,
Gesohick, Vorhangnis, Fatum". Een en
ander was, dunkt ons, voldoende recht
vaardiging voor de volgens „men" van
hetPersbureau „zeer slechte vertaling".
Dit alles is niet zoo erg belangrijk.
Want in welke bochten „men" zich ook
wringt, het is nu eenmaal een niet te
ontkomen feit, dat de propaganda-minis
ter, die de door het Kerstfeest gepredikte
gedachte zich vooral ziet openbaren in
het verstrekken van warme maaltijden
(aan partijgenooten), de hoogste macht
benoemt als een „iets". Hoe men dat nu
verder aanduidt, maakt al heel weinig
verschil.
Tusschen dit zich buigen voor een on
persoonlijke macht en het zich overgeven
aan Gods leiding ligt een afgrond, die
niet te overbruggen valt.
Zelfs niet door de uitleggingen van 'het
Nederlandsöh Christelijk Persbureau.
PERSONEELE BELASTING EN
AUTO'S.
De auto buiten gebruik.
De A. N. W. B. schrijft ons
Menigeen denkt, dat hij, door zijn auto
buiten gebruik te stellen, ook automa
tisch vrijgesteld is van de belasting. Dit
geldt slechts voor de motorrijtuigenbe
lasting (de vroegere wegenbelasting), die
inderdaad slechts verschuldigd is, indien
men rijdt. Maar de personeele belasting
wordt geheven wegens het houden van
een auto en daarvan krijgt men slechts
vrijstelling indien men den wagen inder
daad het geheele jaar niet wenscht te ge
bruiken. In dit geval moest de auto tot
dusverre voor onmiddellijk gebruik onge
schikt worden gemaakt, thans is het mo
gelijk den wagen door de belastingambte
naren te laten verzegelen; verdere inlich
tingen verstrekt de Inspecteur der Dir.
belastingen, afd. personeele belasting, bij
wien de desbetreffende aanvrage inge
diend moet worden vóór 20 Januari a.s.
Bij de beslissing inzake de ontheffing
worden de voorwaarden medegedeeld, die
de belastingadministratie daarbij stelt
(o.m. mag het motorrijtuig dan niet zon
der voorafgaande goedkeuring van ga
rage verwisselen). Dat men bovendien
nog maatregelen moet nemen om den in
vloed van het „rust roest" op de buiten
gebruik gestelde auto te voorkomen, zij
hier slechts in het voorbijgaan vermeld.
Wie is „houder" van een auto?
Het is niet algemeen bekend, dat men
geen auto of motorrijwiel in eigendom
behoeft te hebben om „houder" te zijn
in den zin der personeele belasting: Wie
krachtens overeenkomst de beschikking
heeft over een motorrijtuig van een an
der, onverschillig of dit al dan niet steeds
hetzelfde is, wordt geacht een motorrij
tuig te houden, tenzij de overeenkomst
korter duurt dan een en twintig dagen.
Wie een auto bezit, welke geheel gede-'
monteerd is, doch de bedoeling heeft het
voertuig na herstelling weder-te gaan ge
bruiken, is „houder" in den zin der wet,
evenals 'hij, die zijn auto eenige maanden
opbergt, doch er in den zomer weer mee
gaat rijden; men kan dus „houder" zijn
en blijven, ook al gebruikt men dé auto
niet! Aangifte van het houden van een
motorrijtuig moet gedaan worden door
het -gezinshoofd.
ONDERGRONDSCHE OPSLAG VAN
BENZINE.
Bij het verleenen van 'hinderwetvergun
ningen voor de oprichting van benzinebe
waarplaatsen plegen de gemeentebesturen
een aantal voorwaarden te stellen, strek
kende ter voorkoming van brand- en ont
ploffingsgevaar. Zoodanige voorwaarden
zijn vervat in het rapport der Benzine
commissie 1923. Intusschen is gebleken,
dat de daarin vervatte voorwaarden wij
ziging en aanvulling behoeven. In verband
daarmede heeft thans de Benzinecommis
sie 1927 nieuwe vooi^chriften opgesteld.
De nieuwe voorwaarden zijn opgenomen
in het dezer dagen, verschenen rapport
der Benzinecommissie 1927.
In een circulaire aan de gemeentebestu
ren heeft de minister van Binnenlandsohe
zaken de aandacht op dit laatste rapport
gevestigd.
Ingezonden Mededeeling.
Actie voor de Vrije Universiteit.
Onder leiding van <Ds Heij te Koude-
kerke werd in het Schuttershof te Goes
een vergadering-gehouden van het Prov.
Comité voor de V. U. met corresponden
ten en andere belangstellenden om de
actie voor contributieverhooging in deze
provincie voor te bereiden.
De vergadering, die flink bezocht was,
o.a. door een aantal predikanten, werd
namens directeuren bijgewoond 'door den
heer J. J. C. van Dijk.
Nadat Ds Heij de vergadering had ge
opend werd het woord gegeven aan den
heer van Dijk, die de behoeften van de
V. U. blootlegde en een overzicht gaf
van de plannen, die beraamd zijn om het
dreigende tekort voor 1936 weg te wer
ken.
Van de geboden gelegenheid om vra
gen te stellen enz. werd een druk gebruik
gemaakt. In zijn antwoord vond de heer
van Dijk gelegenheid misverstanden weg
te nemen en de groote beteekenis en de
onmisbaarheid van een inrichting voor
H. O. op Geref. 'Grondslag opnieuw in
het licht te stellen.
De vergadering droeg een opgewekt
karakter. Het woord is nu aan de plaat
selijke comité's.
W<iz is ctie niewute HONIG'S KALFSSOEP
VAN
ZATERDAG 11 JANUARI 1936, Nr 86.
DE BLIJDE BOODSCHAP.
Ik verkondig u groote blijd
schap die ai den volke wezen
zal. Lukas 2:10.
Een blijde boodschap 1 En dat in deze
tijden!
Er zijn er, dio er mee spotten of wier
wrevel vermenigvuldigd wordt, als zij
deze woorden in deze dagen hooren of
lezen!
Er zijn er, wier ziele schreit van te
leurstelling en bedrogen verwachting, als
zij van „groote blijdschap'''hooren op het
feest der geboorte van Hem, aan Wiens
verschijning en prediking zij' gansch an
dere idealen hadden vastgeknoopt!
Is soms aan de ellende, aan allerlei
nood een einde gemaakt?
Worden de kanonnen en mitrailleurs
soms door den „Vredevorst" tot zwijgen
gebracht?
Neen, „Blijde Boodschap" en „Groote
Bijdschap" zijn woorden, niets dan
w o o r d e n 1
We kunnen die gedachten verstaan.
Wie zichzelf een Christus heeft gescha
pen naar de overleggingen van eigen ver
stand wordt met zulk een Christus diep
teleurgesteld.
Maar als we over Christus en over Zijn
komst op aarde en over het doel van die
komst willen spreken, mogen wij ons niet
tevreden stellen met de vrucht van eigen
fantasie, maar moeten we gaan tot de
eenige bron, waaruit de kennis van den
waren Ghristus kan worden geput, n.l.
tot de Heilige Schrift.
De Schriften kunnen alleen wijs maken
tot zaligheid.
Ghristus is geen wereldwijze naast of
hoven andere wereldleeraarsl
Ghristus is geen „held der menschheid".
Zijn prediking was geen „nooit-meer-
oorlog' '-propaganda.
D'e vrede, die bij Hem is te vinden, is
veel rijker en voller aan inhoud.
Niet maar aardsche machten worden
door Zijn werk met elkander verzoend,
neen, hemel en aarde, God en
mensch, worden tot elkander gebracht.
Ghristus is de Middelaar Gods en der
menschen. Bij Hem is bèvrijding van zon
den.
Door Hem wordt voor allen, die- Hem
aannemen, de klove gedempt, die er is
tusschen den heiligen God en den schul
digen zondaar!
Jezus, Zaligmaker, is Zijn Naam.
AANBIDDING VAN HET NOODLOT.
Wij 'hebben, zegt de „Nederl.", in ons
blad van 24 December j.l. het slot van de
Kerstrede van den Duitschen propaganda-
minister Dr Goebbels, geciteerd, die den
wensch daarin uitsprak, dat het n o o d-
lot den leider, volk en rijk
ook voortaan in zijn gena
dige bescherming sou mo
gen nemen.
Dr Goebbels sprak van het „Schick
sal", dat wij' blijkens bovenstaand citaat
met „Noodlot" vertaalden.
Het Nederlandsch Christelijk Persbu
reau acht het noodig thans te berichten,
dat „men" er dit bureau opmerkzaam op
heeft gemaakt, dat „hier een zeer slechte
vertaling van het Duitsche woord Schick-
sal aaD de critiek parten speelt". Het zou
moeten worden vertaald door „dat wat
beschikt wordt". Wil de D'uitscher over
noodlot spreken, dan gebruikt hij liever
het Latijnsche woord Fatum of het Duit
sche woord Verhangnis. Aldus de zegs
man van het Christelijk Persbureau.
Toen wij de bedoelde zinsneden neer
schreven, hebben wij, om vergissingen te
voorkomen, eerst nog even ons woorden
boek (Kramer's D'uitsch woordenboek,
uitgave Van Goor en Zonen, Gouda)
geraadpleegd ten aanzien van de 'beteeke
nis van het woordje „Schicksal". Deze
werd omschreven als: „noodlot, lotgeval,
lot'. En wij zochten ook de vertaling van
35) —o—
„Houd u kalm", zei de Schot, toen hij
dit voorstelde, „wij kunnen de riemen nu
beter gebruiken."
„Hoe dan?"
„Houd één gereed. Als 't tijd is, zal ik
't u zeggen."
Benedictus deed wat hem gezegd werd.
Hij moest erkennen, dat de Schot beter
wist hoe te handelen in deze omstandig
heden dan hij.
De kleine boot dreef stil de Theemis af.
Maar ofschoon zij snel door het afloopen-
de water werden meegevoerd, toch kwa
men hun vervolgors steeds nader. Blijk
baar deden de zes mannen hun uiterste
best.
„Kunnen we niet wenden en in de duis-
tenis ontkennen?" vroeg Trelawney.
„Neen, zij hebben ons reeds gezien.
Onze eenige kans bestaat in hen te be
vechten. En dat is een goede kans".
„Hoe is dat mogelijk? Zij zijn met hun
zevenen en wij maar met ons tweeën.''
„D'aarin ligt juist onze kans. Zij be
schouwen ons als een gemakkelijke prooi
en denken de honderd pond te verdienen.
Veracht uw 'vijand nooit, Sir Trelawney,
hoe zwak hij ook schijnen mag."
Maar, maar."
„Houd op met uw „maren"' en houd
uw hoofd koel en de handen gereed. Kent
ge uw bijbel niet, man? In het EërSte
Boek der Kronieken, het twaalfde hoofd
stuk en het twee en dertigste vers lezen
wij over de mannen van Issaschar, die de
teekenen der tijden verstonden en wisten,
wat Israël had te doen. Wel, ik denk dat
deze tweehonderd mannen evenveel
waard waren als al de overige mannen
van Istraël samen. Nu deze zeven mannen
weten niet, wat te doen. Hun is gezegd,
ons gevangen te nemen, en zij denken, dat
dit gemakkelijk zal gaan. Maar dit zal hun
tegenvallen, als ik mij niet in u vergis.
Kunt gij zwemmen, Sir Trelawney?"
„Als een eend."
„D'at is voldoende, ofschoon ik denk,
dat het niet noodig zal zijn. Hoorl zij
roepen ons toe, dat wij ons moeten over
geven, in naam des Konings. Zijn de
pistolen in orde?"
„Ja".
„Kunt gij' de roeiers duidelijk onder
scheiden?"
„Ja.
„Zij zijn zoo dadelijk bij ons. Vuur de
pistolen af op de roeiers aan deze zijde
voor Manufacturen.
Dames- en Kinderconfectie
Tapijten - Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen is ui
GOES HULST 8
Ingezonden Mededeeling.
van die boot, als ik het u zeg. Ik denk,
dat wij op deze wijze wat verwarring kun
nen aanbrengen."
„En dan?"
„Wel, in mijn leven heb ik geleerd een
boot te doen kantelen en deze lijkt er mij
zeer geschikt voor. Zij: is lang en smal.
Let er nu goed op; wij wachten tot zij
vlak naast ons zijn,en vuren dan. D'an zal
er verwarring ontstaan. En gedurende die
verwarring zal ik hun een bad geven."
„Kan ik niets doen om u te helpen?"
„Ja, hond uw riem gereed. Hij is lang
en sterk. Steek hem daar- waar ik hem
steek en duw dan met alle macht."
Benedictus Trelawney kon niet nalaten
den kalmen moed van den Schot te be
wonderen. Hij' zat rustig in de boot, alsof
er geen gevaar was, maar iedere zenuw
was gespannen. Op dit oogenblik was
Donald Stewart een gevaarlijk tegenstan
der.
„Stopt, in naam des Konings."
„Is de Koning bij1 u?" vroeg de Schot.
„Stopt, of 't zal slecht met u afloopen.
Stopt, of wij schietenl"
„Schiet maar."
Het had wel een spel kunnen zijn, zoo
berekend scheen hij, toch wisten beiden,
dat hun leven op het spel stond.
De boot, waarin hun vervolgers zaten,
was nauwelijks zoo groot als hun eigen.
Afd. Zeeland Chr. Boeren- en
Tulndersbond.
Woensdag vergaderde te Goes het Be
stuur van de afd. Zeeland van den.G. B.
T. B, De voorzitter, dhr G. de Putter te
Axel, sprak, in deze eerste vergadering
in 1936 den wensch uit, dat de organi
satie kracht zal mogen ontvangen, om
haar zoo omvangrijk werk te kunnen
voortzetten.
Dok herinnert de voorzitter aan de be
spreking van het landbouwfonds in de
Prov. Staten. Niet om financieel gewin,
maar wel om het onrecht tegenover an
dere organisaties, is deze beslissing te
betreuren.
De Minister van Waterstaat deelde aan
het Bondsbureau mede betreffende ver
lichting boerenwagens, dat om veilig
heidsreden niet van dit wetsartikel af
geweken kan worden.
Schrijven van de Z. L. M., gericht aan
de afd. Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen, om
nogmaals samen te verzoeken, niet ovor
te gaan tot instelling van een bedrijfs-
raad voor den landbouw. Besloten werd
het Bondsbureau in dezen nog op enkele
punten te wijzen. Tot afgevaardigde naar
een vergadering in het belang van het
Huishoudonderwijs; werd benoemd dhr
W. J. de Hullu. Schrijven van Ged. Sta
ten, dat Mr van der Minne te Middel
burg is benoemd tot lid van de Prov.
Regelingscommissie voor de paardenfok
kerij in Zeeland. Deze benoeming wordt
betreurd, aangezien het hier een nieuwe
'benoeming betreft, en de G. B. T. B. een
ander persoon had voorgedragen.
Verzoek tot het zenden van een afge
vaardigde naar de vergadering van den
Keuringsdienst Zeeland (N.A.K.). Aange
wezen wordt hier voor dhr A. L. Louws.
Schrijven van het Departement van
Sociale Zaken, betreffende opname van
jeugdige werkloozen in het bedrijfsleven.
Waar mogelijk zal medewerking worden
verleend.
De voorzitter doet mededeeling van een
door hem bijgewoonde conferentie, voor
het vaststellen van loonnormen voor het
werken met loontoeslag. De nieuwe loon
normen zijn voor vele bedrijven aan den
hoogen kant.
Ingekomen was ook een schrijven van
de afd. Holland-Brabant van den C. B.
T. B. inzake de verlaging van den richt
prijs der tarwe. Verzocht werd om met
de andere Prov. organisaties samen een
adres te zenden aan de 3 Centrale land
bouworganisaties.
De crisiscommissie uit de Zeéuwsche
Landbouworganisaties heeft reeds hier
over vergaderd, en een protest-nota op
gezonden. Het bestuur kon zich met dit
adres vereenigen. Ook zal iedere organi
satie nog audiëntie aanvragen bij den
Minister.
Wat betreft de bietengaranties, staat
het vrijwel reeds vast, dat Zeeland ga
rantie zal moeten afstaan.
Aan het Bondsbureau zal een schrij
ven worden gezonden 'betreffende het
persbericht, dat de Akkerbouwcentrale
toezicht zal houden op het „koppen" der
bieten. Dit toezicht geschiedt op voldoen
de wijze door de tarreerder der fabrie-
Zij' was dan ook veel te klein voor zeven
mannen. Ongetwijfeld hadden zij' in hun
ijver om de uitgeloofde belooning te ver
werven, de eerste de beste boot maar ge
nomen.
Een oogenblik later lag de boot vlak
nevens de hunne.
„Vuur!"
Een uitbarsting volgde en daarop een
gil onder de mannen des Konings. Voor
dat zijl zich konden herstellen, schoten
Stewart en Trelawney hun tweede pistool
af, weer gevolgd door een kreet van pijln;
en door verwarring.
„Nu, Trelawneyl"
De Schot greep- zijh riem en sloeg een
der mannen, die op het punt stond te vu
ren. Eb. daarop, vóór men nog tot tien
had kunnen tellen, kantelde de boot en
allen spartelden in het water.
„Nu roeien, zoo hard ge kunt, want ons
leven hangt er van of," riep de Schot, en
de Cornishman gehoorzaamde.
De boot schoot snel de rivier af. Beiden
spanden hun uiterste krachten in en bin
nen weinige minuten waren ze buiten
het gezicht en gehoor van hun vervolgers.
„Het is alleen maar een handigheid,"
zei de Schot daarop, „en even gemakke
lijk als je hand om te draaien, als je 't
maar weet. Natuurlijk is er vrijwat oefe-
ning aan vooraf gegaan, vóór ik zoover
Politiek nieuws valt er weinig te mel
den. Enkele ministers vertoeven buitens
lands, de IVeede Kamer is op recès en de
Eerste Kamer kwam alleen bijleen om het
wetje tot beperking der cumulatie te be
handelen. Eigenaardig, dat juist de N.S.
B.'ers hiertegen stemden. Het wetje gaf
volgens hen niet genoeg. Maar het is toch
wel een zonderling standpunt, om dan,
wat bereikbaar is, maar af te wijzen. Als
de meerderheid der Kamer hun voorbeeld
een had gevolgd, wat zou er een gejoel
in het nat.-soc, kamp zijn opgegaan 1
Zooals te doen gebruikelijk is, hebben
roods verschillende burgemeesters en
voorzitters van Kamers van Koophandel
N ieuwjaarsredevoeri ngen uitgesproken,
Ze wezen alle, voor zoover wij' konden
nagaan, op de zorgvolle omstandigheden,
waaronder we nog steeds leven en die nog
maar weinig beter worden. Ook niet voor
onze landbouwers. Reeds heeft de Minis
ter, om rodenen, die nog wel nader zul
len worden uiteengezet, gemeend den
richtprijs voor de tarwe te moeten verlan
gen. Uit een oogpunt van werkgelegen
heid is het nog meer te betreuren, dat nu
ook de bietengarantie wordt verminderd.
Zorgelijk is ook de internationale toe
stand. De vlootconferentie te Londen, is,
als er volgende week geen wonderen ge
beuren, practisch mislukt, wat ook van
groot belang ia voor ons land, omdat we
o.m. zoo nauw zijn betrokken bij de vloot-
politiek van Japan.
Zooala bekend, maakte Japan bet bij
eenroepen van de Vlootconferentie nood
zakelijk, omdat het geen genoegen kan ne
men met de bestaande verhoudingen in
tonnenmaat tusschen Engeland, Amerika
en Japan, n.l. 5: 5: 3. Dit land eischt vol
komen gelijkstelling met de beide Angel
saksische zeemogendheden.
Engeland en Amerika wenscbon hand
having van de beperking in quantitailei
en qualitatief opzicht, want dit beteekent
dat E'ngeland zij het ook met Amerika
de sterkste vloot blijft behouden.
Amerika heeft een reductie van 20 pet.
voor alle vloten voorgesteld. Hierdoor
blijven de van kracht zijnde verhoudingen
gehandhaafd.
Het schijnt vooralsnog niet mogelijk
hierin tot overeenstemming te komen.
Mocht de conferentie onverrichterzake
uiteen gaan, en kreeg Japan nog meer de
handen vrij, dan is dat zeker ook voor
Nederland een ernstige waarschuwing,
want in een strijd tusschen Engeland en
Amerika eenerzijds en Japan anderzijds
zou ook over het lot van Indië worden
beslist.
Zorgelijk is het ook in en om
het ItaiaanschAbessynsch conflict,
vooral voor Italië. D'e hevige regens,
die deze week i vroeger dan ge
woonlijk i gevallen zijn, schijnen tot ge
volg te hebben, dat de Abessiynen, die be
ter tegen het klimaat bestand zijn, zich
gemakkelijker met de Italianen kunnen
meten, 'die nu leelijk in hun bewegingen
worden belemmerd en troep en-versterking
hard noodig hebben.
Het zou wel eens kunnen zijn, dat deze
onderneming Mussolini toch niet meevalt.
En als waar is, dat de stemming in Ita
lië er slechter op wordt en reedis vele ge
vallen van desertie zich hebben voorge
daan, dan wordt het bepaald bedenkelijk
voor den Duce.
Intusschen neemt de spanning in de
Middellandache Zee toe. De nauwere mi
litaire samenwerking tusschen Ehg'eland
en Frankrijk, de manoeuvres, die worden
gehouden, het wijst alles op een rekening
houden met een oorlogsmogelijkheid. E'r
is maar weinig noodig, of de vonk
springt in het kruit.
Ons gebed ga op tot God, dat Hij in
Zijn genade ons werelddeel hiervoor be
ware.
ken. Toezicht van de Akkerbouwcentrale
wordt overbodig geacht.
Ook zal aan het Hoof dbestuur doorge
zonden worden een verzoek om de vlas-
cul'tuur uit te breiden, en de repelpremie
te verhoogen, ten einde te voorkomen dat
veel onafgewerkt vlas wordt uitgevoerd.
Hierna sluiting.
Goes. De financieel e toestand
der gemeente. De (Rijksbelasting-
bijdrage, noodig om de begrooting der
was. Ik denk, dat niet allen vannacht
naar huis zullen terugkeeren."
„Het schijnt wel een wonder," zei
Trelawney.
„Heb ik u niet gezegd, dat de mannen
van Issaschar meer waard waren -dan al
de anderen? Als ik de teekenen dei-
tijden niet verstaan had, zou Claverhouse
mij'n lijk de handen voorgeworpen heb
ben, maar ik wist wat ik doen moest en
raakte zoo weer vrij. Maar ik geloof, dat
wij naar dat schip moeten roeien, Sir
Trelawney. Hebt gij 't wachtwoord niet
vergeten?"
„Recht is macht", antwoordde Tre
lawney.
„Ja, recht is macht, maar zelfs aan het
recht moet wat overleg toegevoegd wor
den."
Trelawney herkende in hem nauwelijks
denzelfden man, dien hij den vorigen
avond in het huis van Henry Dugdale
ontmoet had. Toen scheen hij' bijna fana
tiek in zijn vurigen godsdienstijver en zijh
verlangen naar wraak; maar nu was hij
kalm en berekenend. Bovendien had het
oogenblikkelijk gevaar een soort bittere
spot in hem gewekt.
(Wordt vervolgd.)