Op elke wond Purol DE ZEEUW De Dochter van den Opperrechter TWEEDE BLAD HET ADRES A. WILKING LOOP DER BEVOLKING. 1 X Uit de Provincie Voor den Zondag FEUILLETON Wat er deze week voorviel GEMEENTE 1 Januari 1935 M. V. TotaBl Kruidingen Krabbendijke Cadzand Oud-Vossemeer Arnemuiden Breskens Zaamslag. Hontenlsse Hoek 2054 1173 1189 1642 1813 2715 1358 1953 1090 1176 1604 1827 2754 1328 4007 2477 957 2263 2365 3246 3640 5469 2686 Geboren M. Vr. T. 36 33 6 21 27 24 23 47 24 37 16 10 25 31 26 23 58 15 73 49 16 46 58 50 46 105 39 Gevestigd M. 73 39 24 23 47 84 44 96 21 Vr. 103 38 20 35 41 85 45 113 30 Tot. 176 77 44 58 88 169 89 209 51 34 10 24 22 29 Overleden M. Vr. Tot 19 10 5 8 9 14 15 26 12 18 13 10 11 10 17 23 25 19 37 23 15 19 19 31 38 51 31 Vertrokken M. Vr. Tot, 86 50 19 34 30 65 37 95 28 108 53 18 36 37 78 59 132 29 194 103 37 70 67 143 96 227 57 1 Januari 1936 M. Vr. Totaal 2058 1227 502 1175 1224 1671 1828 2737 1363 1967 1250 463 1103 1201 1620 1813 2768 1325 4025 2477 965 2278 2425 3291 3641 5505 2688 „noodlot" op, welke luidde: „Schicksal, Gesohick, Vorhangnis, Fatum". Een en ander was, dunkt ons, voldoende recht vaardiging voor de volgens „men" van hetPersbureau „zeer slechte vertaling". Dit alles is niet zoo erg belangrijk. Want in welke bochten „men" zich ook wringt, het is nu eenmaal een niet te ontkomen feit, dat de propaganda-minis ter, die de door het Kerstfeest gepredikte gedachte zich vooral ziet openbaren in het verstrekken van warme maaltijden (aan partijgenooten), de hoogste macht benoemt als een „iets". Hoe men dat nu verder aanduidt, maakt al heel weinig verschil. Tusschen dit zich buigen voor een on persoonlijke macht en het zich overgeven aan Gods leiding ligt een afgrond, die niet te overbruggen valt. Zelfs niet door de uitleggingen van 'het Nederlandsöh Christelijk Persbureau. PERSONEELE BELASTING EN AUTO'S. De auto buiten gebruik. De A. N. W. B. schrijft ons Menigeen denkt, dat hij, door zijn auto buiten gebruik te stellen, ook automa tisch vrijgesteld is van de belasting. Dit geldt slechts voor de motorrijtuigenbe lasting (de vroegere wegenbelasting), die inderdaad slechts verschuldigd is, indien men rijdt. Maar de personeele belasting wordt geheven wegens het houden van een auto en daarvan krijgt men slechts vrijstelling indien men den wagen inder daad het geheele jaar niet wenscht te ge bruiken. In dit geval moest de auto tot dusverre voor onmiddellijk gebruik onge schikt worden gemaakt, thans is het mo gelijk den wagen door de belastingambte naren te laten verzegelen; verdere inlich tingen verstrekt de Inspecteur der Dir. belastingen, afd. personeele belasting, bij wien de desbetreffende aanvrage inge diend moet worden vóór 20 Januari a.s. Bij de beslissing inzake de ontheffing worden de voorwaarden medegedeeld, die de belastingadministratie daarbij stelt (o.m. mag het motorrijtuig dan niet zon der voorafgaande goedkeuring van ga rage verwisselen). Dat men bovendien nog maatregelen moet nemen om den in vloed van het „rust roest" op de buiten gebruik gestelde auto te voorkomen, zij hier slechts in het voorbijgaan vermeld. Wie is „houder" van een auto? Het is niet algemeen bekend, dat men geen auto of motorrijwiel in eigendom behoeft te hebben om „houder" te zijn in den zin der personeele belasting: Wie krachtens overeenkomst de beschikking heeft over een motorrijtuig van een an der, onverschillig of dit al dan niet steeds hetzelfde is, wordt geacht een motorrij tuig te houden, tenzij de overeenkomst korter duurt dan een en twintig dagen. Wie een auto bezit, welke geheel gede-' monteerd is, doch de bedoeling heeft het voertuig na herstelling weder-te gaan ge bruiken, is „houder" in den zin der wet, evenals 'hij, die zijn auto eenige maanden opbergt, doch er in den zomer weer mee gaat rijden; men kan dus „houder" zijn en blijven, ook al gebruikt men dé auto niet! Aangifte van het houden van een motorrijtuig moet gedaan worden door het -gezinshoofd. ONDERGRONDSCHE OPSLAG VAN BENZINE. Bij het verleenen van 'hinderwetvergun ningen voor de oprichting van benzinebe waarplaatsen plegen de gemeentebesturen een aantal voorwaarden te stellen, strek kende ter voorkoming van brand- en ont ploffingsgevaar. Zoodanige voorwaarden zijn vervat in het rapport der Benzine commissie 1923. Intusschen is gebleken, dat de daarin vervatte voorwaarden wij ziging en aanvulling behoeven. In verband daarmede heeft thans de Benzinecommis sie 1927 nieuwe vooi^chriften opgesteld. De nieuwe voorwaarden zijn opgenomen in het dezer dagen, verschenen rapport der Benzinecommissie 1927. In een circulaire aan de gemeentebestu ren heeft de minister van Binnenlandsohe zaken de aandacht op dit laatste rapport gevestigd. Ingezonden Mededeeling. Actie voor de Vrije Universiteit. Onder leiding van <Ds Heij te Koude- kerke werd in het Schuttershof te Goes een vergadering-gehouden van het Prov. Comité voor de V. U. met corresponden ten en andere belangstellenden om de actie voor contributieverhooging in deze provincie voor te bereiden. De vergadering, die flink bezocht was, o.a. door een aantal predikanten, werd namens directeuren bijgewoond 'door den heer J. J. C. van Dijk. Nadat Ds Heij de vergadering had ge opend werd het woord gegeven aan den heer van Dijk, die de behoeften van de V. U. blootlegde en een overzicht gaf van de plannen, die beraamd zijn om het dreigende tekort voor 1936 weg te wer ken. Van de geboden gelegenheid om vra gen te stellen enz. werd een druk gebruik gemaakt. In zijn antwoord vond de heer van Dijk gelegenheid misverstanden weg te nemen en de groote beteekenis en de onmisbaarheid van een inrichting voor H. O. op Geref. 'Grondslag opnieuw in het licht te stellen. De vergadering droeg een opgewekt karakter. Het woord is nu aan de plaat selijke comité's. W<iz is ctie niewute HONIG'S KALFSSOEP VAN ZATERDAG 11 JANUARI 1936, Nr 86. DE BLIJDE BOODSCHAP. Ik verkondig u groote blijd schap die ai den volke wezen zal. Lukas 2:10. Een blijde boodschap 1 En dat in deze tijden! Er zijn er, dio er mee spotten of wier wrevel vermenigvuldigd wordt, als zij deze woorden in deze dagen hooren of lezen! Er zijn er, wier ziele schreit van te leurstelling en bedrogen verwachting, als zij van „groote blijdschap'''hooren op het feest der geboorte van Hem, aan Wiens verschijning en prediking zij' gansch an dere idealen hadden vastgeknoopt! Is soms aan de ellende, aan allerlei nood een einde gemaakt? Worden de kanonnen en mitrailleurs soms door den „Vredevorst" tot zwijgen gebracht? Neen, „Blijde Boodschap" en „Groote Bijdschap" zijn woorden, niets dan w o o r d e n 1 We kunnen die gedachten verstaan. Wie zichzelf een Christus heeft gescha pen naar de overleggingen van eigen ver stand wordt met zulk een Christus diep teleurgesteld. Maar als we over Christus en over Zijn komst op aarde en over het doel van die komst willen spreken, mogen wij ons niet tevreden stellen met de vrucht van eigen fantasie, maar moeten we gaan tot de eenige bron, waaruit de kennis van den waren Ghristus kan worden geput, n.l. tot de Heilige Schrift. De Schriften kunnen alleen wijs maken tot zaligheid. Ghristus is geen wereldwijze naast of hoven andere wereldleeraarsl Ghristus is geen „held der menschheid". Zijn prediking was geen „nooit-meer- oorlog' '-propaganda. D'e vrede, die bij Hem is te vinden, is veel rijker en voller aan inhoud. Niet maar aardsche machten worden door Zijn werk met elkander verzoend, neen, hemel en aarde, God en mensch, worden tot elkander gebracht. Ghristus is de Middelaar Gods en der menschen. Bij Hem is bèvrijding van zon den. Door Hem wordt voor allen, die- Hem aannemen, de klove gedempt, die er is tusschen den heiligen God en den schul digen zondaar! Jezus, Zaligmaker, is Zijn Naam. AANBIDDING VAN HET NOODLOT. Wij 'hebben, zegt de „Nederl.", in ons blad van 24 December j.l. het slot van de Kerstrede van den Duitschen propaganda- minister Dr Goebbels, geciteerd, die den wensch daarin uitsprak, dat het n o o d- lot den leider, volk en rijk ook voortaan in zijn gena dige bescherming sou mo gen nemen. Dr Goebbels sprak van het „Schick sal", dat wij' blijkens bovenstaand citaat met „Noodlot" vertaalden. Het Nederlandsch Christelijk Persbu reau acht het noodig thans te berichten, dat „men" er dit bureau opmerkzaam op heeft gemaakt, dat „hier een zeer slechte vertaling van het Duitsche woord Schick- sal aaD de critiek parten speelt". Het zou moeten worden vertaald door „dat wat beschikt wordt". Wil de D'uitscher over noodlot spreken, dan gebruikt hij liever het Latijnsche woord Fatum of het Duit sche woord Verhangnis. Aldus de zegs man van het Christelijk Persbureau. Toen wij de bedoelde zinsneden neer schreven, hebben wij, om vergissingen te voorkomen, eerst nog even ons woorden boek (Kramer's D'uitsch woordenboek, uitgave Van Goor en Zonen, Gouda) geraadpleegd ten aanzien van de 'beteeke nis van het woordje „Schicksal". Deze werd omschreven als: „noodlot, lotgeval, lot'. En wij zochten ook de vertaling van 35) —o— „Houd u kalm", zei de Schot, toen hij dit voorstelde, „wij kunnen de riemen nu beter gebruiken." „Hoe dan?" „Houd één gereed. Als 't tijd is, zal ik 't u zeggen." Benedictus deed wat hem gezegd werd. Hij moest erkennen, dat de Schot beter wist hoe te handelen in deze omstandig heden dan hij. De kleine boot dreef stil de Theemis af. Maar ofschoon zij snel door het afloopen- de water werden meegevoerd, toch kwa men hun vervolgors steeds nader. Blijk baar deden de zes mannen hun uiterste best. „Kunnen we niet wenden en in de duis- tenis ontkennen?" vroeg Trelawney. „Neen, zij hebben ons reeds gezien. Onze eenige kans bestaat in hen te be vechten. En dat is een goede kans". „Hoe is dat mogelijk? Zij zijn met hun zevenen en wij maar met ons tweeën.'' „D'aarin ligt juist onze kans. Zij be schouwen ons als een gemakkelijke prooi en denken de honderd pond te verdienen. Veracht uw 'vijand nooit, Sir Trelawney, hoe zwak hij ook schijnen mag." Maar, maar." „Houd op met uw „maren"' en houd uw hoofd koel en de handen gereed. Kent ge uw bijbel niet, man? In het EërSte Boek der Kronieken, het twaalfde hoofd stuk en het twee en dertigste vers lezen wij over de mannen van Issaschar, die de teekenen der tijden verstonden en wisten, wat Israël had te doen. Wel, ik denk dat deze tweehonderd mannen evenveel waard waren als al de overige mannen van Istraël samen. Nu deze zeven mannen weten niet, wat te doen. Hun is gezegd, ons gevangen te nemen, en zij denken, dat dit gemakkelijk zal gaan. Maar dit zal hun tegenvallen, als ik mij niet in u vergis. Kunt gij zwemmen, Sir Trelawney?" „Als een eend." „D'at is voldoende, ofschoon ik denk, dat het niet noodig zal zijn. Hoorl zij roepen ons toe, dat wij ons moeten over geven, in naam des Konings. Zijn de pistolen in orde?" „Ja". „Kunt gij' de roeiers duidelijk onder scheiden?" „Ja. „Zij zijn zoo dadelijk bij ons. Vuur de pistolen af op de roeiers aan deze zijde voor Manufacturen. Dames- en Kinderconfectie Tapijten - Gordijnen Bedden - Ledikanten en aanverwante artikelen is ui GOES HULST 8 Ingezonden Mededeeling. van die boot, als ik het u zeg. Ik denk, dat wij op deze wijze wat verwarring kun nen aanbrengen." „En dan?" „Wel, in mijn leven heb ik geleerd een boot te doen kantelen en deze lijkt er mij zeer geschikt voor. Zij: is lang en smal. Let er nu goed op; wij wachten tot zij vlak naast ons zijn,en vuren dan. D'an zal er verwarring ontstaan. En gedurende die verwarring zal ik hun een bad geven." „Kan ik niets doen om u te helpen?" „Ja, hond uw riem gereed. Hij is lang en sterk. Steek hem daar- waar ik hem steek en duw dan met alle macht." Benedictus Trelawney kon niet nalaten den kalmen moed van den Schot te be wonderen. Hij' zat rustig in de boot, alsof er geen gevaar was, maar iedere zenuw was gespannen. Op dit oogenblik was Donald Stewart een gevaarlijk tegenstan der. „Stopt, in naam des Konings." „Is de Koning bij1 u?" vroeg de Schot. „Stopt, of 't zal slecht met u afloopen. Stopt, of wij schietenl" „Schiet maar." Het had wel een spel kunnen zijn, zoo berekend scheen hij, toch wisten beiden, dat hun leven op het spel stond. De boot, waarin hun vervolgers zaten, was nauwelijks zoo groot als hun eigen. Afd. Zeeland Chr. Boeren- en Tulndersbond. Woensdag vergaderde te Goes het Be stuur van de afd. Zeeland van den.G. B. T. B, De voorzitter, dhr G. de Putter te Axel, sprak, in deze eerste vergadering in 1936 den wensch uit, dat de organi satie kracht zal mogen ontvangen, om haar zoo omvangrijk werk te kunnen voortzetten. Dok herinnert de voorzitter aan de be spreking van het landbouwfonds in de Prov. Staten. Niet om financieel gewin, maar wel om het onrecht tegenover an dere organisaties, is deze beslissing te betreuren. De Minister van Waterstaat deelde aan het Bondsbureau mede betreffende ver lichting boerenwagens, dat om veilig heidsreden niet van dit wetsartikel af geweken kan worden. Schrijven van de Z. L. M., gericht aan de afd. Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen, om nogmaals samen te verzoeken, niet ovor te gaan tot instelling van een bedrijfs- raad voor den landbouw. Besloten werd het Bondsbureau in dezen nog op enkele punten te wijzen. Tot afgevaardigde naar een vergadering in het belang van het Huishoudonderwijs; werd benoemd dhr W. J. de Hullu. Schrijven van Ged. Sta ten, dat Mr van der Minne te Middel burg is benoemd tot lid van de Prov. Regelingscommissie voor de paardenfok kerij in Zeeland. Deze benoeming wordt betreurd, aangezien het hier een nieuwe 'benoeming betreft, en de G. B. T. B. een ander persoon had voorgedragen. Verzoek tot het zenden van een afge vaardigde naar de vergadering van den Keuringsdienst Zeeland (N.A.K.). Aange wezen wordt hier voor dhr A. L. Louws. Schrijven van het Departement van Sociale Zaken, betreffende opname van jeugdige werkloozen in het bedrijfsleven. Waar mogelijk zal medewerking worden verleend. De voorzitter doet mededeeling van een door hem bijgewoonde conferentie, voor het vaststellen van loonnormen voor het werken met loontoeslag. De nieuwe loon normen zijn voor vele bedrijven aan den hoogen kant. Ingekomen was ook een schrijven van de afd. Holland-Brabant van den C. B. T. B. inzake de verlaging van den richt prijs der tarwe. Verzocht werd om met de andere Prov. organisaties samen een adres te zenden aan de 3 Centrale land bouworganisaties. De crisiscommissie uit de Zeéuwsche Landbouworganisaties heeft reeds hier over vergaderd, en een protest-nota op gezonden. Het bestuur kon zich met dit adres vereenigen. Ook zal iedere organi satie nog audiëntie aanvragen bij den Minister. Wat betreft de bietengaranties, staat het vrijwel reeds vast, dat Zeeland ga rantie zal moeten afstaan. Aan het Bondsbureau zal een schrij ven worden gezonden 'betreffende het persbericht, dat de Akkerbouwcentrale toezicht zal houden op het „koppen" der bieten. Dit toezicht geschiedt op voldoen de wijze door de tarreerder der fabrie- Zij' was dan ook veel te klein voor zeven mannen. Ongetwijfeld hadden zij' in hun ijver om de uitgeloofde belooning te ver werven, de eerste de beste boot maar ge nomen. Een oogenblik later lag de boot vlak nevens de hunne. „Vuur!" Een uitbarsting volgde en daarop een gil onder de mannen des Konings. Voor dat zijl zich konden herstellen, schoten Stewart en Trelawney hun tweede pistool af, weer gevolgd door een kreet van pijln; en door verwarring. „Nu, Trelawneyl" De Schot greep- zijh riem en sloeg een der mannen, die op het punt stond te vu ren. Eb. daarop, vóór men nog tot tien had kunnen tellen, kantelde de boot en allen spartelden in het water. „Nu roeien, zoo hard ge kunt, want ons leven hangt er van of," riep de Schot, en de Cornishman gehoorzaamde. De boot schoot snel de rivier af. Beiden spanden hun uiterste krachten in en bin nen weinige minuten waren ze buiten het gezicht en gehoor van hun vervolgers. „Het is alleen maar een handigheid," zei de Schot daarop, „en even gemakke lijk als je hand om te draaien, als je 't maar weet. Natuurlijk is er vrijwat oefe- ning aan vooraf gegaan, vóór ik zoover Politiek nieuws valt er weinig te mel den. Enkele ministers vertoeven buitens lands, de IVeede Kamer is op recès en de Eerste Kamer kwam alleen bijleen om het wetje tot beperking der cumulatie te be handelen. Eigenaardig, dat juist de N.S. B.'ers hiertegen stemden. Het wetje gaf volgens hen niet genoeg. Maar het is toch wel een zonderling standpunt, om dan, wat bereikbaar is, maar af te wijzen. Als de meerderheid der Kamer hun voorbeeld een had gevolgd, wat zou er een gejoel in het nat.-soc, kamp zijn opgegaan 1 Zooals te doen gebruikelijk is, hebben roods verschillende burgemeesters en voorzitters van Kamers van Koophandel N ieuwjaarsredevoeri ngen uitgesproken, Ze wezen alle, voor zoover wij' konden nagaan, op de zorgvolle omstandigheden, waaronder we nog steeds leven en die nog maar weinig beter worden. Ook niet voor onze landbouwers. Reeds heeft de Minis ter, om rodenen, die nog wel nader zul len worden uiteengezet, gemeend den richtprijs voor de tarwe te moeten verlan gen. Uit een oogpunt van werkgelegen heid is het nog meer te betreuren, dat nu ook de bietengarantie wordt verminderd. Zorgelijk is ook de internationale toe stand. De vlootconferentie te Londen, is, als er volgende week geen wonderen ge beuren, practisch mislukt, wat ook van groot belang ia voor ons land, omdat we o.m. zoo nauw zijn betrokken bij de vloot- politiek van Japan. Zooala bekend, maakte Japan bet bij eenroepen van de Vlootconferentie nood zakelijk, omdat het geen genoegen kan ne men met de bestaande verhoudingen in tonnenmaat tusschen Engeland, Amerika en Japan, n.l. 5: 5: 3. Dit land eischt vol komen gelijkstelling met de beide Angel saksische zeemogendheden. Engeland en Amerika wenscbon hand having van de beperking in quantitailei en qualitatief opzicht, want dit beteekent dat E'ngeland zij het ook met Amerika de sterkste vloot blijft behouden. Amerika heeft een reductie van 20 pet. voor alle vloten voorgesteld. Hierdoor blijven de van kracht zijnde verhoudingen gehandhaafd. Het schijnt vooralsnog niet mogelijk hierin tot overeenstemming te komen. Mocht de conferentie onverrichterzake uiteen gaan, en kreeg Japan nog meer de handen vrij, dan is dat zeker ook voor Nederland een ernstige waarschuwing, want in een strijd tusschen Engeland en Amerika eenerzijds en Japan anderzijds zou ook over het lot van Indië worden beslist. Zorgelijk is het ook in en om het ItaiaanschAbessynsch conflict, vooral voor Italië. D'e hevige regens, die deze week i vroeger dan ge woonlijk i gevallen zijn, schijnen tot ge volg te hebben, dat de Abessiynen, die be ter tegen het klimaat bestand zijn, zich gemakkelijker met de Italianen kunnen meten, 'die nu leelijk in hun bewegingen worden belemmerd en troep en-versterking hard noodig hebben. Het zou wel eens kunnen zijn, dat deze onderneming Mussolini toch niet meevalt. En als waar is, dat de stemming in Ita lië er slechter op wordt en reedis vele ge vallen van desertie zich hebben voorge daan, dan wordt het bepaald bedenkelijk voor den Duce. Intusschen neemt de spanning in de Middellandache Zee toe. De nauwere mi litaire samenwerking tusschen Ehg'eland en Frankrijk, de manoeuvres, die worden gehouden, het wijst alles op een rekening houden met een oorlogsmogelijkheid. E'r is maar weinig noodig, of de vonk springt in het kruit. Ons gebed ga op tot God, dat Hij in Zijn genade ons werelddeel hiervoor be ware. ken. Toezicht van de Akkerbouwcentrale wordt overbodig geacht. Ook zal aan het Hoof dbestuur doorge zonden worden een verzoek om de vlas- cul'tuur uit te breiden, en de repelpremie te verhoogen, ten einde te voorkomen dat veel onafgewerkt vlas wordt uitgevoerd. Hierna sluiting. Goes. De financieel e toestand der gemeente. De (Rijksbelasting- bijdrage, noodig om de begrooting der was. Ik denk, dat niet allen vannacht naar huis zullen terugkeeren." „Het schijnt wel een wonder," zei Trelawney. „Heb ik u niet gezegd, dat de mannen van Issaschar meer waard waren -dan al de anderen? Als ik de teekenen dei- tijden niet verstaan had, zou Claverhouse mij'n lijk de handen voorgeworpen heb ben, maar ik wist wat ik doen moest en raakte zoo weer vrij. Maar ik geloof, dat wij naar dat schip moeten roeien, Sir Trelawney. Hebt gij 't wachtwoord niet vergeten?" „Recht is macht", antwoordde Tre lawney. „Ja, recht is macht, maar zelfs aan het recht moet wat overleg toegevoegd wor den." Trelawney herkende in hem nauwelijks denzelfden man, dien hij den vorigen avond in het huis van Henry Dugdale ontmoet had. Toen scheen hij' bijna fana tiek in zijn vurigen godsdienstijver en zijh verlangen naar wraak; maar nu was hij kalm en berekenend. Bovendien had het oogenblikkelijk gevaar een soort bittere spot in hem gewekt. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1936 | | pagina 5