i
Smelta
Qf fg
l
bmeita
Smell a
Smelta
w
EERSTE BLAD
VRIJDAG 10 JANUARI 1936
DAGBLAD VOOR DE PROVINCIE ZEELAND
50 e JAOGANG «o. 85
-#»
Katholieken en Socialisten.
Buitenland
De oorlog in Abessynië.
Belangrijkste Nieuws
zó in de melk,
zó opgelost
vlug oplossende
anijsblokjes
kou-verdrijvend
Uitg,: N.V. Uitgevers Maatschappij „Luctor et
Emergo" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw".
Bureaux Lange Vorststraai 70, Goes.
Telefoonnummer 11.
Postchèque en Girorekening 44455.
Bijkantoor Middelburg: Fa BOEKHANDEL
J. J. FANOY, Lange Burg B 16, Tel. 28.
Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA.
Zeeuw
Abonnementsprijs f2.50 per kwartaal,
weekabonnementen voor Middelburg, Goes en
Vüssjngjn i 0.29, Losse nummers 5 cent,
Advertentiën 30 cent per regel. Ingezonden
mededeelingen 60 cent per regel. Kleine
Advertentiën Dinsdags en Vrijdags f0.75, bij
vooruitbetaling. Onder letter of motto f0.85.
Bij contract belangrijke korting.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
De S.D.A.P. hengelt voortdurend naar
de gunst van de R.-K. Staatspartij1.
Tot nu toe zonder veel resultaat. Er
moge dan by de R.-Katholieken al een
vrij! sterke fractie zijn die van een combi
natie rood-roomsch niet afkeerig is, de
leiding blijft bij! haar standpunt, dat al
leen bij uiterste noodzaak van samen
gaan sprake kan zijn.
Nog onlangs sprak de Amsterdamsche
wethouder, de heer Kropman, zich in de
zen geest uit.
In verband hiermede vroeg „Het Volk"
met verwijzing naar de samenwerking
van R.-Katholieken en Socialisten in de
colleges van B. en W.: „Is deze katholiek
zóó kleinmoedig, dat hiji het katholiek
geestesleven zoo licht bedreigd ziet?"
Het antwoord luidde:
„Neen, kleinmoedig niet, doch als
het gaat om wat „Het Volk"
zeer goed begrijlpt „het kathoi-
lieke geestesleven", dan toch wel zéér
voorzichtig.
Inderdaad werken sinds tal van jaren
niet alleen in Amsterdam, doch in bijna
alle groote gemeenten in de colleges van
B. en W. de katholieken samen met de
socialisten, -doch de katholieken niet
alléén met de socialisten, maar tegelijk
met anderen van christelijken huize.
Deze positie was echter niet in het ge
ding. In de gemeenten tracht iedere partij
een zoo groot mogelijke fractie in den ge
meenteraad te brengen, en de gemeente
raad kiest zijn wethouders. Dit gaat bui
ten de kiezers om.
Maar samengaan van katholieken met
socialisten in den lande teneinde een
zwart-roode Ictndsregeering mogelijk te
maken, beteekent geheel iets anders. Een
dergelijke regeering staat geregeld in de
publieke attentie; haar aanhangers zul
len door middel van de pers, meetings,
kiezersvergaderingen etc. onophoudelijk
in het geweer moeten zijn, om haar te
verdedigen. Daardoor ontstaat een „unio",
een samengaan, een samenwerking, een
zekere eensgezindheid tusschen katholie
ken en socialisten, welke ons nu juist be
denkelijk voorkomt.
Natuurlijk zullen katholieke ministers
tezamen met b.v. vrijzinnige ministers
wel behoorlijk samenwerken met socia
listische ministers, gelijk dit ook het
geval is met wethouders in de colleges
van B. en W.
Het gevaar ligt echter niet in de ka
binetten of in de colleges van B. en W.,
doch in de samenwerking van kiezers-
groepen, welke geestelijk zeer verschil
lend en zelfs vijandig tegenover elkaar
georiënteerd zijn.
Toegegeven, de tegenstelling is niet
meer zóó sterk als voorheen; de officieele
socialistische partij! en de officieele so
cialistische pers heeft geleerd niet alleen
zich te matigen, maar zelfs respect te
hebben voor het christelijk geloofsleven.
Doch nu: de socialistische massa, de
socialistische kiezers
Daar bestaat tusschen hen en ons een
tegenstelling, welke zich geregeld ont
laadt in hoon en minachting voor wat
juist vo-or ons het hoogste en het dier
baarste is. Wie dit zou willen betwijfe
len, moet onze eigen menschen op kan
toren en in fabrieken maar als getuigen
oproepen!
En nu is dit niet onze kleinmoedigheid
mair toch wel onze ernstige vrees: dat
samenwerking tusschen Roomsch en
Rood het geestesleven, het zieleleven der
onzen, dat sterk en teer is tegelijk, zal
doen schade lijden door de practijk van
het samengaan.
En zoo lang die vrees reden van be
staan heeft, zeggen wij': niet samengaan."
Een sterke afwijzing is dit niet.
Wanneer de heer Kropman hier het of
ficieele standpunt van de R.K. Staatspar
tij aangeeft, dan zouden we zeggen da*
de zaak voor de S.D.A.P. niet hopeloos
staat.
De tegenstelling die beide partijlen
scheidt, wordt toch niet beoordeeld naar
hare beginselen, maar naar het meer of
minder gematigde optreden van de socia
listische partij1 en hare pers.
En als bezwaren tegen het samengaan
van beide partijen wordt ook niet ge
noemd de vrincipieele tegenstelling, maar
de vrees dat „het zieleleven der onzen"
zal worden geschaad.
Met wat meer gematigdheid bij! de so-
c; ïstische massa, zou dus al veel in de
goedé richting zijn bereikt.
Dit schijnt ons een zwak standpunt, dat
voor een goede ontwikkeling van de po
litieke verhoudingen nu niet bepaald
moedgevend kan worden genoemd.
Spanning aan het Noordelijk
front. Offensief der Abessy-
nen In het Noorden. Toe
stand in het Zuiden niet dui
delijk.
Te Addis Abeba gelooft men, dat de
Abessynische legeraanvoerders van de
heerschende weersomstandigheden ge
bruik willen maken voor een voortgezet
offensief aan het noordelijk front. Zij
zouden willen trachten op te rukken naar
Aksoem en de heilige stad te nemen,
om daarna Adoea van drie zijden in te
sluiten. Terwijl zij' Aksoem zeker niet on
neembaar achten, ontveinzen zij zich niet,
dat bijl een aanval op de stelling van
Adoea zeer groote moeilijkheden zullen
zijn te overwinnen.
Uit alles is wel op te maken, dat er
aan het Noordelijk front een hevige span
ning heerscht.
De situatie wordt van dag tot dag gun
stiger voor de Abessyniërs, doordat de
toenemende regenval het gebruik der mo^
derne wapenen voor de Italianen, zooals
tanks, gas en vliegtuigen, zeer veel moei
lijker, zoo niet onmogelijk maakt. Daar
door zal het meer tot gevechten van man
tegen man komen, waarin de Abessyniërs
betere kansen hebben.
Boven Addis Abeba ontlasten zich on
ophoudelijk zware onweersbuien, gepaard
gaande met hevigen regenval, waardoor
de wegen onbegaanbaar worden. Daar 't
in de hoofdstad voor het eerst sedert der
tig jaar in dit gedeelte van het jaar re-
genij, is het begrijpelijk, dat het volk
daarin een gebedsverhooring ziet. Zelfs
de geplaveide straten van Addis Abeba
lijken op modderpoelen.
Men verwacht niet, dat de regen in de
komende weken weer voor langeren tijd
zal ophouden. Veeleer is men in de omge
ving van den negus te Dessie de meening
toegedaan, dat de zoogenaamde kleine
regenperiode, die in normale omstandig
heden pas medio Februari begint, reeds
thans een aanvang heeft genomen.
De regens zijn zoo hevig, dat verschil
lende streken reeds in moerassen zijn
veranderd.
Van drie kanten rukken de Abessynen
in het Noorden op, wat weer eens laat
zien, hoe knap het Abessynische com
mando op het juiste moment strate
gisch te werk weet te gaan.
De situatie aan het Noordelijk front is
dan ook zeer critiek voor de Italianen en
het is wel aan geen twijfel onderhevig,
dat de groote hoeveelheden nieuwe troe
pen, die de laatste dagen naar Oost-Af-
rika zijin vertrokken, daar zeer noodza
kelijk zijn.
Men moet niet vragen, welke enorme
bedragen deze oorlog aan Italië kost.
Men is te Rome van meening, dat de
Italianen nog voor het begin van het
groote regenseizoen een nieuw offensief
willen openen. Het gebied tusschen Amba
Aladji en Makalle, waar het om gaan zou,
is echter zeer moeilijk begaanbaar. De
Abessynen zijn hier strategisch zeer sterk
in het voordeel. Het is dus de vraag of
de Alpenjagers nog op tijd zullen komen.
Men kan er wel zeker van zijn, dat de
Abessyniërs er alles op zullen zetten, om
den Alpenjagers voor te zijn.
In het Zuiden.
is de toestand minder duidelijk.
Nog niet bevestigde berichten melden,
dat Ras Besta, die zich met 60.000 man
onhoudt in de streek van Dolo aan bet
Zuidelijk front, waar hij' in drie colonnes
oprukt, er in geslaagd is een Italiaan-
sche poging om door te dringen in de
provincie Sidamo te verijdelen.
Ook wordt gemeld, dat de troepen van
den gouverneur van Balé een Italiaan-
sche afdeeling hebben aangevallen bij
Kerelle, waarbij tal van Italianen en in
landers zijn gesneuveld en de Abessy
niërs een draadloos veldstation buit-
maakten.
Anderzijds heet het, dat het sinds eeni-
gen tijd verwachte offensief van generaal
Graziani op het Zuidelijk front begonnen
is. Italiaansche troepen zouden namelijk
bij' Dolo over een breed front tot den aan
val zijn overgegaan.
Nadere bijzonderheden omtrent deze
actie zijn evenwel nog niet bekend.
De vlootbewegingen.
Betreffende de vlootbewegingen van
Frankrijk en Engeland wordt van gezag
hebbende Italiaansche zijde verklaard,
dat Italië deze bewegingen als volkomen
normaal beschouwt, en ze met de grootste
kalmte aanziet. Italië, zoo zegt men,
heeft geen aanleiding aan deze maatrege
len een politiek karakter toe te kennen.
Deze opvatting wordt slechts bevestigd
door de verklaring van het Fransche mi
nisterie van marine, volgens welke de
vlootbewegingen geheel los staan van den
huidigen toestand. De gebeurtenissen in
quaestie laten derhalve Italië volkomen
onverschillig.
De Italiaansche pers noemt de Fran
sche gestie echter „weinig gelukkig",
De Britsche militaire autoriteiten heb
ben aanwijzingen gegeven tot het houden
Van manoeuvres voor vloot ien lucht
macht.
Bij deze oefeningen wordt veronder
steld dat een aanval op Alexandrië wordt
gedaan, terwijl tevens troepen aan de kust
in de nabijheid landen.
DE GIFGAS-BARBAARSCHHEID
VANGT AAN.
Nieuwe methode der Italianen.
Men meldt ons uit Makalle:
Maarschalk Badoglio 'telegrafeert se
dert eenige dagen den stereotypen vol
zin naar huis: „Van heide fronten geen
nieuws te melden".
Dat is natuurlijk slechts een relatieve
waarheid. Wanneer de 'bevelhebbers niets
nieuws hebben mede te deelen, geschiedt
altijd nog zooveel, dat opmerkzame toe
schouwers er nog boeken over zouden
kunnen schrijven. Men zal in de oude en
de nieuwe wereld spoedig genoeg erva
ren, waarom de Italianen in de dagen,
waarin „niets nieuws te melden valt",
bun ongelukkigen oorlog hebben moeten
opgeven.
Met een onbegrijpelijke trouwhartigheid
hebben zij de Ethiopische ras', die zich
aan hen onderwierpen, in hun overwin-
naarsarmen gesloten. Zij hebben rijkelijk
geld, goederen en proviand verdeeld, doch
daardoor hebben zij1 zich meer vijanden
op den hals gehaald, dan dat zij de over
wonnenen hadden genegeerd. Triomfan
telijk hebben zij naar 'huis gemeld, dat
„opnieuw een geheel gebied aan de Ita
lianen was onderworpen". Dat „opnieuw
een geheele stam tot hen overliep". En
aan de gevolgen werd niet gedacht.
Deze onbegrijpelijke naiviteit zou hen
duur te staan komen. Zwarte menschen
zijn listiger dan blanken. Eerstgenoemden
namen wel het geld aan, doch met een
innerlijk voorbehoud, n.l. dat geld voor
het vaderland te bestedenDe volge
lingen der schijnbaar onderworpen vazal
len worden door de Italianen zelf inge
deeld bij de Askard's. Daar echter had
den zij niets anders te doen, dan hun
rassenbroeders voor de Abessijnsche idee
te winnen.
Sedert enkele weken nemen de Et'hio-
piërs iedere troepenbeweging van Ita
liaansche zijde waar. 'Geen tank kan wor
den uitgezonden, geen eskader kan op
stijgen, zonder dat de vijand het ter
zelfder tijd te weten komt. De spionnage
geschiedt hoofdzakelijk door optische sig
nalen. En 'het is voor de Italianen niet
gemakkelijk hier tegen op te komen.
Het is voorgekomen, dat de Askari's
plotseling de machine-geweren omwend
den en de blanke troepen beschoten, die
hen waren nagezonden. Door zulke
schietpartijen, waarop niemand had ge
rekend, heeft het expeditiekorps meer
dere honderden verloren.
Men kan zich indenken, dat de Gene
rale Staf over deze resultaten verre van
verheugd is. In Oudejaarsnacht heeft de
staf een half dozijn dnlandsohe hoofden,
welke men voor de wandaden verant
woordelijk achtte, terecht laten stellen.
Daarmee is de 'kwestie evenwel nog niet
afgehandeld en daarom oo'k heeft de Staf
aangekondigd, dat de oorlog van nu af
zonder mededoogen zal worden voort
gezet.
Gasbommen kunnen echter voor b e i -
d e partijen gevaarlijk zijn. De gassen
drijven een bepaalde windrichting uit en
daarom verwonderde het mij niet, toen
mij 'het bericht gewerd:* Noordwestelijk
van Makalle is een troep jonge Italiaan
sche fascios door gassen, afkomstig uit
Italiaansche vliegtuigen, verrast. Meer
dan driehonderd zouden door de gassen
met blindheid zijn geslagen". Dat zijn de
„moderne methoden", waarmee men een
land „civiliseeren" wil.
Een andere methode, welke thans aan
het Italiaansche front wordt toegepast, is
de volgende. Bij de vele gevechten van
man tegen man in de laatste weken heb
ben de ItaldaanscHé bevelhebbers be
merkt, dat de Ethiopische soldaten de
hunnen de baas zijn. 'Om te vermijden,
dat altijd weer opnieuw jonge soldaten
do'or messteken om het leven komen,
heeft men achter het Italiaansche front
Jiu-Jitsu-cursussen geopend. Vooral den
voorposten wordt deze kunst bijgebracht
en de nieuw verworven 'kennis op dit
gebied zou reeds eenige mannen het leven
hebben gered.
Wat 'heeft dit alles echter voor nut, als
de besliste overwinning ontbreekt? Mus
solini moet zich geen illusie maken; een
overwinning, zooals de duce deze had ge
droomd, zal niet worden bereikt! Tot een
grooten slag behooren tenslotte twee par
tijen. En wat zal men met een vijand
aanvangen, die niet en massa durft op
treden, doch altijd slechts in kleine groe
pen? Wat 'kan men doen tegen nachte
lijke overvallen van naakte wilden? D e
Abessijnen weten dat hun
sterkste bondgenoot niet En
geland of de Volkenbond is,
doch het weer, het klimaat en
het la n d. Duizenden Italianen zijn
reeds wegens ziekte naar hun vaderland
teruggekeerd. Geen gasaanval, geen bom
menregen is daartegen bestand. Iedere
'kilometer, die men vooruit dringt, ver
groot het gevaar: de terugtocht wordt
afgesneden. Mussolini moet ab
soluut verkeerd zijn ingelicht.
De oorlog tegen deze wereld
van zwarten is niet te winnen!
ITALIË GEREED VOOR DEN OORLOG
IN DE MIDDELLANDSCHE ZEE.
Waarom Engeland zich voordeGrieksche
havens interesseert.
Onze V.P.B.-corxespondent meldt uit
Athene:
De overeenkomst tusschen Engeland en
'Griekenland over het beschikbaar stellen
van 'Grieksche havens en anderzijds de
versterking van de Turksche kust als ant
woord op de militaire voorbereidingen
van Italië op de Dodekanesos, brengen
deze eilandengroep in het middelpunt
der belangstelling.
Het zwaartepunt van de politieke ge
beurtenissen verschuift zich steeds meer
naar het oostelijk gedeelte van de Mid-
dellandsche Zee. In de Grieksche havens
zijn reeds zeven Engelsche torpedojagers
gearriveerd en nog drie slagkruisers,
waaronder de geweldige eenheden
VjHoO'dff! en Renown", zullen hen vol
gen. Daarin mag men met recht een
bewijs zien van het feit, dat de overeen
komst tusschen Engeland en Griekenland
thans geheel zijn beslag heeft gekregen.
Anders zouden de Engelsche oorlogssche
pen zich niet zoo 'huiselijk in de Griek
sche havens kunnen installeeren, gereed,
om van hieruit een aanval op de Itali
aansche kust te ondernemen, zoodra een
conflict in de Middellandsche Zee zou
zijn uitgebroken. In Rome ziet men in
de verplaatsing van de Engelsche vloot
naar 'Griekenland dan ook een waar
schuwende geste. En in Griekenland be
speurt men, hoe ernstig de toestand
reeds geworden is. 'Onder voorzitterschap
van den koning vindt dezer dagen een
zitting van den Oorlogsraad plaats.
Italië versterkt de Dodekanesos.
De sterkste basis van Italië in dit deel
van de Middellandsche Zee blijft de
Dodekanesos, de eilandengroep van 12
groote en ongeveer 40 kleine eilanden,
die zich voor het Zuid-Westelijk gedeelte
van de Klein-Aziatische kust uitstrekt.
Beeds het voor-fascistische Italië heeft
zich hier weten vast te zetten, doordat
het in 1912 de Dodekanesos en 't eiland
Rhodes op de Turken veroverde. Door het
Verdrag van Lausanne werd het Italiaan
sche eigendomsrecht ook door het nieuwe
Turkije in het jaar 1923 erkend.
Al deze eilanden, ook Rhodos, werden
voor het overgroote deel door 'Grieken
bewoond, die met Rome al even weinig
tevreden zijn als vroeger met den sultan.
Aan de Dodekanesos moet een groote
strategische beteekenis worden toegekend.
De Dodekanesos is voor de Italianen
noodt een kolonisatiegebied geweest. Ook
ae beteekenis van deze eilandengroep
voor den handel is slechts gering. Rome
liet zijn oog slechts op de Dodekanesos
vallen, omdat het inzag wélke groote
strategische waarde de eilanden voor zijn
imperialistische plannen hadden. Sinds
den wereldoorlog heeft Rome om de Do
dekanesos een geheimzinnige sluier gewe
ven. Daarachter heeft men oorlogshavens
aangelegd en groote vestingen gebouwd
en zulks vooral in de laatste twee jaren
in een versneld tempo. Het is op het
00'genblik voor een vreemdeling nauwe
lijks mogelijk de eilanden te betreden.
De haven van Leros, de voor
naamste vloo'tbasis van de
Italianen, is sinds e enigen
tijd geblokkeerd door een
aantal duikbooten, alsof men
met een onverwachten aanval
rekening hield. De Dodekane
sos bevindt zich in een toe
stand, als ware 'het reeds op
het oogenblik oorlogsgebied.
In Engeland is men er zich volkomen
van bewust, dat de met alle moderne
middelen versterkte eilandengroep een
uitstekend uitgangspunt voor de aanval
len van Italiaansche onderzeebooten en
torpedojagers biedt. Juist daarom heeft
het zich aan de andere zijde van de
Egeïsche Zee de 'Grieksche havens laten
Binnenland.
De Nederlandsöhe ambulance in Abes
synië.
Auto-ongeluk te Gorinchem. Twee dooden.
Vestigingseischen voor den middenstand.
D'e uitvoer van eieren.
Buitenland.
De oorlog in Abessynië. Aanval der Abes
sijnen in het Noorden en van de Itali
anen in het Zuiden.
Muiterij en desertie in Italië?
De vlootconferentie in de impasse.
Storm en hoog water in Engeland.
Ingezonden Mededeeling.
Verkrijgbaar bij Uw winkelier
in aantrekkelijke pakjes d 10
TONNEMA
SNEEK
cents, bevattende 12 tabletten
voor even zoveel koppen melk.
openen. Maar natuurlijk zal Engeland
daarvoor een tegenprestatie moeten bie
den, want door het beschikbaar stellen
van zijn havens loopt Griekenland gevaar
in een Engelsch-Italiaanschen oorlog be
trokken te worden. Men zegt, dat Enge
land als prijs daarvoor aan Athene het
eiland Rhodos, dat op 't oogenblik nog
Italiaansch is, en 't zich in Engelsch be
zit bevindende eiland Cypres heeft aan
geboden, onder voorwaarde echter, dat
de Engelsche vloot zoonoodig ook in de
toekomst van de havens van de beide
eilanden gebruik kan maken. Over de
Dodekanesos schijnt echter niet gespro
ken te zijn. Wil Engeland deze eilanden
misschien zelf hebben?
MUITERIJ EN DESERTIE IN ITALIË?
Tegenspraak in zeventien talen.
De Italiaansche regeering heeft een
officiële tegenspraak gegeven van berich
ten uit Innsbruck over heftige tooneelen,
die zich te Merano zouden hebben afge
speeld, toen 500 Italiaansche soldaten
naar Abessynië moesten vertrekken. De
Italiaansche verklaring deelt mede, dat
alle detachementen in de volmaakste orde
en te midden van de geestdrift der bevol
king zijn vertrokken.
Tevens werd officieel een bericht uit
München 'tegengesproken, volgens het
welk weer een groep Tiroolsche deser
teurs, wier aantal op 200 werd geschat,
de grens was gepasseerd. Op b^et oogen
blik zouden zich ongeveer 3000 van der
gelijke deserteurs in Beieren bevinden,
vooral samengebracht te Bad Ailing en
Dachau, waar zij; leven in barakken en
aan de wegen werken. Zij ontvangen
hiervoor loon en dragen geen uniform.
De Italiaansche regeering spreekt de
gemelde desertie tegen, maar wat 'betreft
de kampen voor Italiaansche deserteurs
in andere landen, verklaarde de woord
voerder van de regeering, dat hij niet
kon zeggen, wat in andere landen ge
beurt. Hij. legde er evenwel de nadruk op
dat de toegangswegen van Italië naar
Oostenrijk en Zuidslavië nauwkeurig
worden bewaakt.
Tevens werd verklaard, dat het ver
spreiden van dergelijke berichten aan de
goede verstandhouding tusschen de vol
keren niet ten goede komt.
De Zuidslavische autoriteiten zouden,
naar Reuter verneemt, voornemens zijn
in Slowenië of Bosnië een concentratie
kamp voor Italiaansche deserteurs in te
richten. Sinds het begin van den
strijd in Abessynië zouden in
Zuid-Slavië ongeveer 2000 de
serteurs uit Italië z ij n ge
ïnterneerd.
De .„Evening Standaard" meldt, dat
het verzet van het Duitsch-sprekende