Buitenland.
EERSTE BLAD De oorlog in Abessynië.
Ongegronde beschuldiging.
Belangrijkste Nieuws
WOENSDAG 8 JANUARI 1d36
DAGBLAD VOOR DE PROVINCIE ZEELAND
50 e JAARGANG JSo. 83
Uitg.: N.V. Uitgevers Maatschappij „Luctor et
Emergo" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw".
Bureaux Lange Vorststraat 70, Goes.
Telefoonnummer 11.
Postchèque en Girorekening 44455.
Bijkantoor Middelburg: Fa BOEKHANDEL
J. J. FANOY, Lange Burg B 16, Tel. 28.
Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA.
2)eZeeuw
Abonnementsprijs f2.50 per kwartaal,
weekabonnementen voor Middelburg, Goes en
Vlissingen f 0.30. Losse nummers 5 cent.
Advertentiën 30 cent per regel. Ingezonden
mededeelingen 60 cent per regel. Kleine
Advertentiën Dinsdags en Vrijdags f0.75, bij
vooruitbetaling. Onder letter of motto f0.85.
Bij contract belangrijke korting.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
De vrijzinnige pers is nog steeds niet
uitgepraat over de houding van de rech
terzijde in de Tweede Kamer bij de be
handeling van het wetsontwerp inzake
■de bezuiniging bij het onderwijs.
Men schijnt niet te kunnen begrij
pen, dat het bij de rechtsche partijen niet
was een centenkwestie zooals het tel
kens wordt voorgesteld maar dat het
ging om de vrijheid en het recht van het
bijzonder onderwijs.
Zoo schrijft b.v. de „Haagsche Post",
na gewezen te hebben op de opmerkelijke
samenwerking, die er bij de bezuinigings
plannen was tusschen Regeering en parle
ment:
„Reeds het gebeurde met het vaste-
lasten-ontwerp heeft doen zien, dat er
grenzen zijn aan de volgzaamheid van
een deel der Tweede Kamer en dat die
grenzen zelfs niet heel ruim zijn getrok
ken. In nog sterker mate is dit de Re
geering onlangs gebleken bij de behan
deling van de voorgestelde onderwijsbe-
zuiniging. Daarbij heeft de gansche rech
terzijde getoond, dat de belangen van
het bijzonder onderwijs haar boven die
van de bezuiniging gaan. Er was al een
stemming van rechts tegen links geweest
de figuur uit den ouden antithese-
tijd! die voor de Regeering een waar
schuwing ten aanzien van de gezindheid
van rechts inhield en die ze dan ook als
zoodanig heeft opgevat.
Het groote verzet van rechts ging tegen
paragraaf 12, die net zulk een concen
tratie van bijzondere scholen beoog
de als voor de openbare is voorgeschreven
en uitgevoerd. Het was duidelijk, dat de
rechterzijde het op dit punt tot een con
flict zou laten komen en de Regeering,
die niet om een betrekkelijk kleine be
zuiniging (maar toch altijd eene van bijna
een millioen!) het land opnieuw aan een
politieke crisis wilde wagen, heeft de
paragraaf voorloopig maar teruggenomen
en zal de zaak commisoriaal maken. En
natuurlijk wordt nu ook de concentratie
van openbare scholen voorloopig ge
staakt. Een wijs besluit naar het ons
lijkt.
Welke qualificatie verdient nu de hou
ding van de rechterzijde? Wij willen er
geen zoeken, maar merken op, dat het
gebeurde weer eens een staal is van de
oude kwaal, die een der oorzaken is ge
weest van het parlementaire discrediet:
het stellen van partijbelangen boven die
van het land. Want wat is het anders
wanneer men een kabinetscrisis aandurft
omdat de Regeering dezelfde
lijn wil trekken voor het bij-
zonder als voor het openbaar
onderwijs? Zoo kweekt men wrevel
tegen het Parlement en speelt men in
de kaart van dictatortjes."
Deze beschouwing is er glad naast.
De rechterzijde heeft niet getoond, zoo
als hier wordt voorgesteld, dat de be
langen van het bijzonder onderwijs haar
boven die van de bezuiniging gaan.
Wel heeft zij blijk gegeven, dat zij de
vrijheid van het bijzonder onderwijs niet
wenscht prijs te geven, ook niet in dagen
van bezuiniging.
Als alle linksche bladen tracht ook de
„Haagsche Post" de gedachte ingang te
doen vinden, dat voor het bijzonder onder
wijs een bevoorrechte financiëele positie
wordt gevraagd. Het tegendeel is echter
het geval. Wat de financiën betreft geeft
nog altijd het openbaar onderwijs den
toon aan. Werden de uitgaven voor het
bijzonder onderwijs als maatstaf genomen,
dan zouden millioenen bezuinigd kun
nen worden.
Weke qualificatie de houding van de
rechterzijde verdient?
Geen andere, dat zij ook tegenover de
Regeering het landsbelang in het
oog heeft gehouden.
En ook het belang van bet paTlemen-
taire stelsel.
Aspirant-dictatortjes krijgen de beste j
kansen, wanneer de grondwettelijke vrij
heid van een bepaald volksdeel in ge
vaar wordt gebracht.
Dat heeft ook de Regeering gevoeld.
Vandaar, dat zij het te kwader ure
ontworpen voorstel zonder veel moeite
heeft teruggenomen.
DE PROVINCIE OGADEN DOOR DE
ITALIANEN GEHEEL ONTRUIMD?
De buitengewoon hevige regenval der
laatste dagen maakt, naar uit Addis Abe
ba wordt gemeld, op bet oogenblik alle
krijgsoperaties aan het Noordelijk front
onmogelijk. In het Abessijnsohe hoogland
regent het nu al zeven dagen achtereen,
een verschijnsel, dat zich sedert 1907
niet meer heeft voorgedaan. De regentijd
begint anders eerst midden Maart.
De Italianen benutten ieder regenvrij
uur om de beschieting der Abessijnsche
plaatsen aan het Noordelijk front voort
te zetten. In het bijzonder worden de
plaatsen Wolkait en Kafta, in het Sjire-
gebied, ten Zuiden van de rivier de Setit,
onder vuur genomen. Zes Italiaansche
vliegtuigen hebben bommen geworpen op
de stad Amba Bircotta, waaronder ook
g i f g a s'bommen.
Bij het bombardement van het Egypti
sche Roode Kruis te Daggaboer zijn, in
tegenstelling met vroegere berichten, 20
personen gewond.
De provincie Ogaden is door de Itali
anen geheel ontruimd. De frontlijn loopt
thans van Oeal Oeal, over Gerlogoe'bi, Go-
rahai, Goeban en dan direct in Zuidelijke
richting naar Dolo. Ten Zuiden van Dölo
zetten de Italianen hun troepenconcentra
ties voort.
Een dezer dagen zal te Addis Abeba een
afdeeling van het Finsche Roode Kruis
aankomen. Voor de aanvulling en het her
stel der door de beschietingen vernielde
lazaretinrichtingen komen uit alle deelen
der wereld groote sommen gelds in Abes
synië binnen.
Volgens bericht uit Dessie hebben Itali
aansche vliegtuigen vaatjes omlaag ge
worpen, waaruit een gas opsteeg, dat ge
leek op Witten rook. Het gas is nog niet
geanaliseerd.
Gisteren werd in Abessynië het Kop-
tische Kerstfeest gevierd, dat een einde
maakte aan de vasten van 14 dagen. De
keizerin en de kroonprins woonden de
nachtmis bij in de basiliek van St George.
Na de plechtigheid keerde de keizerlijke
familie onmiddellijk naar het paleis te
rug, waar de aankomst door een kanon
schot werd aangekondigd. Hier had een
uitgebreide maaltijd plaats.
De negus woonde te Dessie de gods1-
dienstoefening bij, tezamen met zijn leger-
aanvoeders. Behalve de kerkelijke plech
tigheden hebben gelen feestelijkheden
plaats gehad.
IN HET HOOFDKWARTIER VAN DE
ITALIAANSCHE OLIEVOORZIENING.
„Blokkade beteekent oorlog!"
Onze bijzondere V.P.B.-correspondent te
Rome, Karei E. Rimbach, schrijft d.d. 7
Januari 1936:
Sinds weken en maanden houdt de
wereld zich nu al met het vraagstuk van
het embargo op petroleum bezig en de
journalisten, die hier in Rome verblijf
houden, trachten de vraag te beantwoor
den: Hoe staat het nu eigenlijk met de
olievoorziening van, Italië. In hoeveel tijd
zou Italië voor een olie-embargo het hoofd
moeten buigen? Maar geen van deze vra
gen heeft men tot nog toe kunnen beant
woorden.
Het volk zelf weet van het geheele olie
probleem zoo goed als niets af. Wel is
de benzineprijs intusschen tot 3,67 lire
per liter gestegen, doch men kan nog bem
zine krijgen, zooveel als men maar wil.
In de desbetreffende corporatie schijnt
men ook al slecht met de oliekwestie op
de hoogte te zijn. Men kent wel de cijfers
van het oliegebruik in de laatste jaren,
maar men is zelfs hier meestal op bet
materiaal van buitenlandsche Kamers van
Koophandel aangewezen.
„En de olie-invoer van de laatste maan
den?" Men haalt de schouders op. „Wij
weten niets!", en met een beleefd lachje
worden wij naar het nieuwe bureau voor
kolen- en brandstofvoorziening verwe
zen. „Misschien kan men U daar wat ver
tellen."
Doch daar, in het mooie groote paleis
in de Via Vittorio Veneto, kan men wel
veel vertellen, doch men zwijgt: men
werkt daar achter gesloten deuren, dag
en nacht... en de agenten van de groote
olie-maatschappijen loopen hier in en uit.
En slechts de betaling is het, die
beide partijen heel wat hoofdbrekens kost.
In de havens komen dagelijks nieuwe
voorraden benzine en petroleum binnen.
Geen havenstad, die op het oogenblik niet
over reusachtige oliehouders beschikt.
Toch gelooft hier eigenlijk
niemand dat Engeland het zou
durven wagen den olietoevoer
naar Italië te blokkeeren en
zoodoende den Europeeschen
vrede in gevaar te brengen. En
zou Engeland daar toch toe
overgaan, dan zou het gehee
le Italiaansche volk dit
is mij duidelijk geworden in
gesprekken met lieden uit al
le standen zulks als een
daad van oorlog beschouwen.
Daar men ons in de „Uffico Speziale
Combustibile", het hoofdkwartier van de
olievoorziening, over dit „brandend" punt
niets zeggen kan of wil, probeeren wij het
eens met een bezoek aan de AGIP, de
staats-petroleummaatschappij.
Wij werden vriendelijk ontvangen
maar dat is dan ook alles. Men weigert
elke inlichting te geven.
De AGIP zorgt voor de olievoorziening
van leger, marine en luchtvloot. Deze
maatschappij heeft aandeelen in buiten
landsche bronnen, b.v. in Irak, Roemenië
en Albanië. En juist van de oliewinning
in Albanië, die langs den kortsten weg
per schip naar Italië kan worden ge
transporteerd, belooft men zich bijzondere
voordeelen.
Bovendien controleert de AGIP de bei
de particuliere olie-maatschappijen, de
Italiaansche dochter-ondernemingen van
het Amerikaansche Standard en het En-
gelsche Shell-concern, die beide in Ge
nua gevestigd zijn. De voornaamste van
deze maatschappijen is voor Italië de
Standard, die bijna een derde van den
gezamenlijken Italiaanschen invoer voor
haar rekening neemt.
De Engelsche Shell-maatschappij is
door de politieke gebeurtenissen van het
laatste jaar wat op den achtergrond ge
raakt.
Uit deze constellatie ontstond ook het
gerucht, dat indertijd door de internatio
nale pers de ronde deed en ondanks tal
rijke dementi's niet wil verstommen, dat
de Standard Oil Company of New Jer
sey een monopolie-overeenkomst voor
dertig jaar met Italië zou hebben afge
sloten ondhr de uitdrukkelijke voorwaar
de, dat de Standard ook in geval van een
embargo op petroleum aan Italië zou blij
ven leveren. Het verdrag zou in werking
treden op den eersten dag van een even
tueel embargo, en de Standard-vertegen-
woordiger, Mr W. F. Hawkins te Genève,
zou de Italiaansche regeering zelfs een
crediet van 1 milliard goud-lire hebben
toegezegd.
„Er is geen woord van waar",
zegt Italië: „Wij denken er
niet aan", verklaart de Stan
dard Oil. Mussolini zelf, die
het precies kan weten, heeft
zich er echter nog niet over
uitgelaten
Hoe lang kan Italië het uithouden?
De meest belangrijke vraag bij dit alles
is: Hoe lang kan Italië een embargo op
petroleum verdragen? Volgens eenige
goed op de hoogte zijnde Italianen, zou
hun land acht maanden van den invoer
van petroleum verstoken kunnen zijn,
zonder daarvan al te veel hinder, behou
dens in de civiele voorziening, te onder
vinden, zoodat de Abessynsche oorlog dan
ook nog een flinken tijd zou kunnen
worden voortgezet.
Gevaar bestaat er slechts
voor de Italiaansche vloot
daar de voorziening van ruwe
olie, die bijna geheel uit Rus
land komt, in geval van een
olieblokkade absoluut niet
veilig is. En dus vreest men
veeleer voor een lamleggen
van de vloot dan een vroegtij
dig einde van den Afrikaan-
schen oorlog.
ITALIË EN DE OLIEBRONNEN IN
ALBANIË.
Bij koninklijk besluit is bepaald, dat
onverwijld een aanvang zal worden ge-
maaikt met den bouw van een petroleum-
raffinaderij in Italië, om de Al'baansohe
petroleum te raffineeren. De raffinaderij
zal 70 millioen lires kosten en onder 'be
heer staan van het Italiaansche staats
monopolie. Tot den bouw is besloten in
de onlangs gehouden kabinetszitting.
Uit Tirana wordt gemeld: Er is een
reusachtige pijpleiding geopend, welke de
petroleumbronnen van Kucova, nabij Be
zet, verbindt met de zeehaven Valona. Een
Italiaansche tankboot heeft aldaar van
daag 4152 ton ruwe olie ingeladen, be
stemd voor de raffinaderijen te Fin me,
Margera en Venetië.
De pijpleiding is 'bijna 75 K.M. lang en
de capaciteit van de hoogdrukpompen be
draagt 1000 ton per dag.
De opbrengst van de petroleumbronnen
van Kucova wordt geschat op 10 millioen
ton ruwe olie.
Albanië krijgt 13.5 pet. van de opbrengt
alsmede de belastingen op de concessie.
De Albaansche regeering denkt hiermede
een jaarlijksch inkomen te verwerven van
ongeveer een millioen goudfrancs.
De exploitatie-rechten der bronnen van
Kncova zijn in bet bezit van de Italiaan
sche maatschappij „Ferrovie dallo Stato".
MILITAIRE SAMENWERKING VAN
ENGELAND EN FRANKRIJK.
Afweer tegen Italië geregeld?
De in Parijs en New York verschijnen
de „New York Herald" publiceert bij
zonderheden, die het blad vernomen zou
hebben over het resultaat van de in Parijs
gevoerde besprekingen der Fransche en
Engelsche militaire deskundigen. Het blad
beweert, dat thans een definitief plan tot
stand is gebracht voor de samenwerking
te land, ter zee en in de lucht tussohen de
Engelsche en Fransche strijdkrachten.
De beide regeeringen leggen er den na
druk op, dat dit plan van samenwerking
niet 't resultaat is van een militair bond
genootschap, maar uitsluitend en alleen
de logische consekwentie vormt van arti
kel 16, paragraaf 3 der Volkenbondsbe
palingen. Men neemt aan, dat Frankrijk
en Engeland thans tegen iederen Italiaan
schen aanval gewapend zijn, onverschillig
of deze op de Middellandsche Zee tegen
de Britsche vloot of te land tegen Frank
rijk op het oude front zou plaats vinden.
Voorts meldt het blad, dat het plan be
palingen bevat omtrent onmiddellijke mo
bilisatie te land, te water en in de lucht in
beide landen en omtrent verdediging en
gebruik van vlootsteunpunten, arsenalen
e.d. Oók zijn bepalingen opgenomen over
de verdediging van Fransche industrie
centra en over de rol, daarbij' eventueel
door Engeland te spelen.
Uit Parijs wordt gemeld, dat de Fran
sche officieele kringen de sensationeele
geruchten van Amerikaansche bladen
over de resultaten der besprekingen tus
schen de Britsche en Fransche militaire
en vlootdeskundigen fantastisch noemen
Men legt er den nadruk op, dat de tech
nische overeenkomsten haar grondslag
vinden in ar!;kei 16 par 3 en dat het nic-
in het belang van beide landen is bijzon
derheden te publiceeren. Voorts wordt er
op gewezen, dat de overeenstemming uit
sluitend en alleen betrekking heeft op de
tegenwoordige crisis.
AAN DE LYBISCH—EGYPTISCHE
GRENS.
Legers, die elkaar bespieden van achter
een vijf meter dikke prikkeldraad
versperring
De correspondent van Reuter in de
Suezikanaal-zone seint, dat een ononder-
bioken linie van prikkeldraad, vijf meter
dik en meer dan een meter hoog, sinds
eenigen tijd Lybië van Egypte scheidt.
Wie zonder verlof de grens over
schrijdt, wordt neergeschoten. Aan Ita
liaansche zijde wordt voortdurend ge
patrouilleerd tusschen de grensposten,
waar verdekt machinegeweren zijn op
gesteld.
De troepen aan weerskanten van de
grens bespieden elkaar onafgebroken en
boven de prikkeldraad-versperring cirke
len vliegtuigen, welke echter nimmer de
scheidingslinie overschrijden.
Een belangrijke kwestie voor deze
grenstroepen is de watervoorziening. De
Italiaansche grenspost Ramla bevindt
zich vlak tegenover den Engelsch-Egyp-
tisehen grenspost van Solloem, waar aan
Egyptische zijde de voornaamste water
put gelegen is. Den Italianen wordt even
wel toegestaan, onder escorte van een
Egyptische patrouille, zich hier van wa
ter te voorzien.
FRANSCHE CREDIETVERLEENING
AAN RUSLAND.
Den laatsten tijd doen te Parijs hard
nekkige geruchten de ronde dat van
Fransche zijde binnenkort een crediet ten
bedrage van 800 a 1000 millioen fres. aan
Sovjet-Rusland zou worden verleend.
D'eze geruchten hebben een zoodanigen
vasten vorm aangenomen, dat aan de
juistheid ervan nauwelijks kan worden
getwijfeld.
LOOPT HET VAST MET DE VLOOT-
CONFERENTIE?
In Japan stijgen de aandeelen der zware
industrie.
D'e woordvoerder van het Japansehe
ministerie van marine verklaarde, dat
zelfs indien alle gedelegeerden ter vloot-
conferentie de Fransche voorstellen inza/-
ke de wederkeerige uitwisseling van de
vlo'otprogramma's aannemen, de Japan
ners zich zullen verzetten, aangezien het
plan in den 'grond gelijk is aan het Brit
sche voorstel en geen werkelijke ontwapen
ning verzekert.
De woordvoerder voegde hieraan toe,
■dat Japan liever de conferentie zal verla
ten ,dan een plan aan te nemen, dat zelfs
in principe niet overeenkomt met de Ja
pansehe opvatting van een gemeenschap
pelijke maximum-limiet.
Men is in Japansehe kringen algemeen
van oordeel, dat de wederkeerige uitwis
seling van de vlootbouw-programma's zoo
als door de Fransche en Italiaansche ge
delegeerden is voorgesteld, geen vlootver-
drag in den eigenlijken zin des woords
vormt. Door een dergelijke uitwisseling
van programma's worden de sterkeren
Binnenland.
Onze ambulance in Abessynië.
De Koningin bij de werkloozen.
Minister Deckers in Denemarken.
De Eerste Kamer over beperking cumu
latie.
Eerste oefentijd van diestplichtigen.
Buitenland.
De oorlog in Abessynië.
Militaire samenwerking tusschen Enge
land en Frankrijk.
Zware stormen in de Ierscbe Zee.
bevoordeeld, meent men te Tokio.
Aangezien sommige bladen reeds een
spoedig mislukken van de vlootconferen-
tie hebben voorspeld, zijn de aandeelen
van de zware industrie, instructiewerk-
plaatsen en scheepswerven van 1 tot 5
pet. gestegen.
Uit Londen wordt gemeld:
Het nieuwe Britsche plan, dat werd
opgesteld, nadat de Fransche en Italiaan
sche delegaties ter vlootcooforentie giste
ren hun standpunt hadden uiteengezet,
bevat:
lo. het Italiaansche voorstel tot het
overleggen der vioolbouw-pro gramma's
bij den aanvang van elk begrootingsjaar;
2o. het Fransche voorstel tot het doen
van mededeeiing betreffende elk oorlogs
schip, dat op stapel wordt gezet.
In het Britsche plan wordt het jaar
lijks overleggen der bouwprogramma's
niet verplichtend gesteld, in het Fransche
plan en het Italiaansche daarentegen
wel.
Ten aanzien van het bericht van de
„Asahi", volgens hetwelk Engeland een
nieuwe politiek tot het brengen van het
evenwicht in het Verre Oosten zou voor
bereiden, voor het geval de vlootconfe-
rentie zou mislukken, door toenadering
te zoeken tot sovjet-Rusland en de spe
ciale positie van Japan te erkennen, ver
klaarde de woordvoerder van het Japan
sehe ministerie van buitenlandsche zaken,
dat het gemakkelijker zal vallen de Brit
sche en Japansehe belangen tot overeen
stemming te brengen dan de Britsche en
Sovjet-Russisobe.
HET HOOGE WATER.
De toestand in Frankrijk.
In geheel Frankrijk breiden de over
stroomingen zich nog uit. Ook de Seine
wast nog, doch er is geen direct gevaar
voor de oeverbewoners. Ook de Garonne
en de Rhone stijgen, doch er is wel ver
mindering in den was waar te nemen.
De hooge waterstand van de Loire wordt
onrustbarend. De overstroomde wijken
van Nantes, waarin de bedrijven zijn stil
gelegd, zijn van het overige deel der stad
afgesloten. De hoofdverkeersweg Nantes-
Bordeaux staat een meter ^onder water.
Het geheele verkeer staat stil.
In het dal van de Loire hebben de 'be
woners van zes dorpen bun woningen
reeds verlaten.
Nader wordt ons uit Parijs geseind:
De Waterstaatsdienst deelt mede, dat
in het departement Boven-Rhone, de da
ling van bet water aanhoudt, hetgeen tot
een verbetering in de omgeving van Lyon
zal leiden. In de streek van Bordeaux
■daalt het peil van de Garonne.
De toestand te Parijs is onveranderd.
In de wijk Passy staan de kelders onder
water.
Daar de regen weder begon te vallen,
is nabij' Tarbes de Adour gestegen, waar
door aldaar schade werd aangericht.
ZWARE STORM IN DE IERSCHE ZEE.
Drie dooden en vier gewonden aan boord
van de Ulysses.
D'e zware storm, die van Zondagavond
tot Maandagmiddag aan de Zuidwestkust
van Engeland heeft gewoed, heeft de
scheepvaart ernstige schade toegebracht.
Vooral in de Iersche Zee was het
slecht weer, hetgeen de bemanning' van
de Ulysses van de Holtlijn heeft onder
vonden. Terwijl de matrozen bezig waren
met het sluiten der luiken, sloegen twee
enorme golven over bet dek, waardoor de
mannen werden neergeslagen. Drie hun
ner werden gedood en vier gewond. D'e
Ulysses, die 130 passagiers aan boord
bad en op weg was naar Brisbane, wilde
de haven van Swansea binnenloopen,
hetgeen eerst na 17 uur gelukte. Het was
ook niet mogelijk, de gewonden eerder
van boord te halen.
Të Falmouth zijn drie kleinere schepen
binneng'eloopen, die eveneens schade
hadden bekomen. Een dezer schepen had
drie gewonden aan boord, onder wie de
eerste officier, die van de brug was ge
slagen. Ook de visschersvloot heeft averij
opgeloo'pen.
Zal Amerika petroleum aan Italië
leveren?
Naar verluidt wordt te Parijs onder
handeld over een plan volgens hetwelk
Italië petroleum zal afnemen van een