De Dochter van den Opperrechter
Staten-Generaal
FEUILLETON
Verdere inpoldering van de
Wieringermeer.
Uit de Provincie
KERSTGAVEN AAN ONDERSTEUNDE
EN TEWERKGESTELDE WERK-
LOOZEN.
De minister van sociale zaken keurt
goed, dat indien derden (vereenigingen
of bijzondere personen) uit andere dan
openbare of daarmee gelijk te stellen kas
sen aan ondersteunde of tewerkgestelde
werkloozen voor de Kerstdagen een uit-
keering, hetzij in geld, dan wel in natura,
wenschen te verstrekken, deze uitkeering
bij de berekening van den steun, dan wel
bij de beoordeeling van de plaatsing bij
de werkverschaffing, buiten beschouwing
kan worden gelaten.
NIEUWE TARIEFWET.
Bij K. B. is bepaald, dat de nog niet
in werking getreden artikelen van de
Tariefwet 1934 van kracht worden met
ingang van 1 Januari 1936, op welk
tijdstip de Tariefwet 1924 vervalt.
College van toezicht Ziektewet.
Bij Kon. Besluit is aan den heer J. R.
Snoeck Henkemans, te 's Gravenhage, op
zijn verzoek, eervol ontslag verleend als
lid en voorzitter van het College van
Toezicht, bedoeld in artikel 120 der Ziek
tewet, en ia tot voorzitter van dat col
lege benoemd mr G. M. J. F. Goseling te
Amsterdam, lid van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal, lid van het college
voornoemd; tot lid van dat college mr
A. M. Joekes te 's Gravenhage, lid van
de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Contingenteering triplexhout.
Bij Kon. besluit is bepaald, dat gedu
rende het tijdvak van 4 maanden, aan
vangende 1 December 1935 en eindigen
de 31 Maart 1936, de invoer uit ieder
land is verboden van triplex en multiplex,
met uitzondering van elzen-, berken- en
oregontriplex of -multiplex, voor zoover
deze meer bedraagt dan 50 ten honderd
van het bruto-gewioht, hetwelk gemid
deld per 4 maanden in het jaar 1934
uit dat land is ingevoerd.
De minister is bevoegd om boven de
hiervoren bepaalde contingenten bijzon
dere contingenten vast te stellen voor
den invoer uit nader door hem aan te
wijzen landen.
TWEEDE KAMER.
Algemeene beschouwingen over de
begrooting van Onderwijs en het
Bezuinigingsontwerp.
De Kamer heeft gisteren een begin ge-'
maakt met de algemeene beschouwingen
over de begrooting van Onderwijs en het
Bezuinigingsontwerp Het ontwerp zelf
wordt afzonderlijk behandeld.
De heer T i 1 a n u s (C.H.) zegt, dat
het eindcijfer der begrooting 150 mill,
bedraagt. Er is een stijging met ruim
2Vï mill. Spreker is er niet zeker van,
dat ook deze begrooting niet te optimis
tisch is geraamd. D'e stijging met 2 Yi
millioen kan wel eens blijken aan den la
gen kant te zijn geweest.
Wat het bezuinigingsont
werp betreft, vraagt spreker, of men
het uitgehold mag noemen. Het aanvan
kelijke wetsontwerp is inderdaad uitge
hold, omdat er allerlei punten uit zijn
verwijderd, maar bij alle is de bezuini
ging niet of nauwelijks betrokken. Zal
eindelijk de beoogde bezuiniging van 14
mill, worden bereikt?
Voorloopig worden 1350 onderwijs
krachten gepensionneerd. Anderzijds
wordt het leerlingental verhoogd, waar
door 428 leerkrachten afvloeien bij het
lager onderwijs en 470 bij het U.L.O. Er
is een tegenstelling tusschen de vervroeg
de pensionneering en de maatregelen,
waarvan grootere werkloosheid het ge
volg is. Beter is een algemeene regeling
met allerlei variaties, waarbij b.v. onder
wijzeressen in de eerste en tweede klas
sen lager worden bezoldigd dan andere
onderwijskrachten, gehuwden hooger dan
ongehuwden.
Inzake de spelling vraagt Spr. of het
aangaat, dat de ambtenaren van het rijks-
sehooltoezicht een andere spelling ge
bruiken dan de regeering zelve?
Spreker pleit niet voor een imperatief
voorschrift van de spelling-De Vries en
Te Winkel, maar wil wel een opschorting
van de indirecte verplichting om de spel-
ling-1934 te gebruiken.
15.) o—
Gedurende de weinige uren, die hij in
de gevangenis had doorgebracht, had hij
op bijna niets acht geslagen, maar van
het oogenblik, dat hij voor den Koning
werd gebracht, was hij vol hoop geweest.
Hij had zeker gedacht, dat Jacobus II het
onrechtvaardig vonnis van Jeffreys zou
vernietigen, en had gehoopt genade te
vinden in de oogen van den Koning, den
man, dien God had verkoren, die den
troon had beklommen na een wonderlijke
levensloop. Maar zijn ervaringen voor
Jakobus en Jeffreys hadden zijn geliefde
droomen verdreven en hij begreep, dat
die onbekende vrouw hem bewaard had
voor een vreeselijk lot.
Niet, dat hij bang was. Vrees was iets
bijna geheel onbekends voor Benedictus
Trelawney. Hij was opgegroeid in woeste,
wilde landstreken. Zijn kinderjaren had
hij doorgebracht in de schaduw van Rou
ter en Brown Willy, de hoogste toppen
van Corn wallis. Er omheen lagen uitge
strekte heidevelden en die vrije, woeste
natuur had haar invloed doen gelden in
het leven van den jongeling. Als afstam
meling van een der oudste geslachten van
Dd heer Coops (lib.) merkt op, dat
de Troonrede grootsche wetten beloofde,
maar dat er niets van belang tot stand
komt. De Memorie van Antwoord is zoo
negatief mogelijk.
De heer Z ij 1 s t r a (A. R.) is het eens
met den minister, dat de gemeenten zich
niet moeten bemoeien met voorbereidend
onderwijs. Gemeenten, die daarmee zijn
begonnen zijn er door in moeilijkheden ge
komen. Dat de minister den leerplichtigen
leeftijd niet verhoogt, waardeuren wij, ook
om andere dan bezuinigingsoverwegingen.
Intusschen wijst de garantie van 20.000
gld. voor de jamboree erop, dat de
minister den aandrang naar nieuwe uit
gaven niet heeft kunnen weerstaan. Het
zelfde geldt voor den steun aan de Cité
Universitaire. Tegen deze beide posten
hebben wij bezwaren.
Inzake de spelling benoeme de minis
ter een nieuwe commissie en volsta hij
niet met een uitbreiding der commissie-
Van Haeringen, die niet geheel onbevan
gen tegenover de zaak staat.
Spr. heeft bezwaren gevoeld tegen de
medische keuring van onderwijskrachten,
als gevolg waarvan hij een medische dic
tatuur vreesde. Deze vrees is niet geheel
ongegrond gebleken. De keuring dreigt
bovendien de vrijheid van onderwijs aan
te tasten.
De heer M o 11 e r (R.K.) acht het vol
komen juist, dat de regeering zich niet
rechtstreeks wil bemoeien met de paeda
gogie, want daarbij zijn vragen van levens
beschouwing betrokken.
De minister schrijft eerst, dat hij de
spelling-1934 niet zal veranderen.
Dit vindt spr. goed. Maar daarna schrijft
de minister, dat hij in overleg met de
Belgische regeering de commissie-Van
Haeringen wil uitbreiden, en haar eenige
vragen wil voorleggen, welke door die
spelling wel degelijk zijn opgelost. De mi
nister begeve zich liever niet op glad ijs.
De heer Ketelaar (V. D.) verheugt
zich, dat de minister niet een bepaalde
paedagogie dwingend wil voorschrijven.
Verkeerd acht spr., dat de minister het
kwfcokschoolontwerp niet wil behandelen.
De aanhangige wijziging der lager on
derwijswet wil de minister tot stand bren
gen, maar spr. betwijfelt of dit gelukken
zal. De medewerking van gemeenten aan
de oprichting van bijzondere scholen is
in de lager onderwijswet 1920 uitputtend
behandeld. Toen art. 185 gemeentewet ge
maakt werd, heeft niemand er aan ge
dacht, dat het gebruikt zou worden bij
medewerking aan oprichting van bijzon
dere scholen. De minister zie deze zaak
nog eens onder de oogen met zijn collega
van Binnenlandsche Zaken.
Bij de spelling is veel overdrijving. De
spelling 1934 werkt nu anderhalf jaar.
De kinderen, de onderwijzers en de leera
ren zijn er aan gewend. Over een jaar is
zij ingeburgerd.
D'e heer W ij n k o o p (C. P.) bestrijdt
den heer Tilanus, die de toch reeds lage
onderwjjzerssalarissen nog verder wil
verlagen.
De geheele paedagogie, hoe men ze ook
zie, berust op sociale grondslagen en al
leen op die grondslagen kan zij worden
verbeterd. De groei der N. S. B. is te wij
ten aan het slechte onderwijs en de werk
loosheid der jeugd.
D'e heer Van D ij k e n (A. R.) sluit
zich aan bij de heeren Suring, Ketelaar
en Tilanus, met betrekking tot vernieti
ging en schorsing van raadsbesluiten.
De heer Vervoorn (Platt.) klaagt,
dat het onderwijs in vele opzichten nog te
royaal is ingericht.
De minister trekke de landbouwverlo-
ven niet in. De ouders hebben de kinde
ren in zekere tijden van het jaar noodig.
De kinderen kunnen -het verzuim op school
later inhalen.
De heer W i e I i n g a (A. R.) 'betoogt,
dat het onderzoek van de spelling-kwesties
als de minister nu weer wil laten instellen
een oplossing bemoeilijkt. Voorstanders
van de spelling 1934 worden verdacht ge-
Naast de alom bekende z.o.Genevei^^B
thans een nieuw
(extra 1
R \i 1
Y /nuR'ln vl
a J* 1 V
pioóee/it U eens.'
Engeland, bezat hij al den trots van dat
geslacht; maar, opgegroeid temidden der
ruwe heidevelden van Altarnum, wist hij
niets van de intrigues van het hofleven.
Al zijn boekenkennis had hij opgedaan
bij' den predikant van Altarnum, die, of
schoon weinig geteld, een ontwikkeld
man was. De jongeling had iets geleerd
van de geschiedenis van Engeland en hij
had het pausdom leeren haten met een
doodelijken haat. De predikant van Al
tarnum, Polzeath, was een vurg aanhan
ger van de beginselen der Reformatie en
had zijn catechisanten grondig onderwe
zen.
Maar tegelijkertijd had hij hen gewe
zen op hun plicht als onderdanen om den
Koning te gehoorzamen.
Meer dan dat: in Da Polzeath was het
devies van 't geslacht der Trelawneys
vleesch en bloed geworden. Dit devies, in
de landstaal overgezet, kan in 'tkort al
dus samengevat worden: Vrees God. Ver
dedig de Protestantsche religie. Strijd
voor den Koning. Alle Koningen zijn
door God verkoren, maar als een Koning
op onkoninklijke wijze handelt, houdt hij'
op Koning te zijn. (De laatste stelling
was ontleend aan de geschiedenis der
Joden.) Spreek altijd de waarheid. Duld
nooit, dat deugd en eer verdrukt wor
den, Verdelg den verdrukker. Wees nooit
bevreesd, en wijk nooit. Ontwijk den strijd
maakt. De minister wil een nieuwe com
missie instellen. Hij breide de bestaande
commissie uit. Hij stelle ze zoo samen, dat
niemand kan zeggen, dat zij niet onpar
tijdig is. En hij make Prof. Wille er lid
van.
De heer S n e e v 1 i e t (R. S.) bestrijdt
de afschaffing van overheidsbemoeiing
met het voorbereidend onderwijs en
vraagt verlenging leerplicht.
De heer Westerman (N. H.) zegt,
dat er 9 millioen bezuiniging is tot stand
gekomen van de 15 millioen, door den vo-
rigen minister voorgespiegeld. Er moeten
dus nog 6 millioen worden gevonden. Dit
ziet er niet bemoedigend uit.
De minister duwe het normale acres
zoo veel mogelijk naar beneden. Hij ziet
den ernst van den financieelen toestand
nog niet genoeeg in.
Vandaag is de Minister aan het woord.
SPOEDIG BEGIN N. 0. POLDERS.
AANLEGKOSTEN 124 MILLIOEN.
EERSTE OBJECT
EEN WERKHAVEN BIJ URK
Verschenen is de Memorie van Ant
woord betreffende de begrooting van het
Zuiderzeefonds voor 1936.
De Minister verklaart, dat de aanne
ming van het wetsontwerp tot verlaging
der openbare uitgaven de financieele si
tuatie niet zoodanig heeft verbeterd, dat
thans zonder zorgen voor de toekomst
met de voortzetting der inpolderingen
kan worden begonnen.
Het ligt in het voornemen op korten
termijn een begin van uitvoering te ma
ken; als vaststaand mag worden aange
nomen, dat de werkverruiming niet op
één plaats zal geconcentreerd blijven.
Het eerste werk, dat in verband met
het maken van den Noord-Oostpolder
in uitvoering zal moeten komen, is het
maken van een werkhaven bij
U r k.
Intusschen is in het oorspronkelijk plan
voor den Noord-Oostpolder wijziging ge
bracht voor zooveel betreft de bemaling
van het westelijk deel van den polder. Het
zuidelijk gemaal met schutsluis zal niet,
zooals vroeger werd aangenomen, worden
gebouwd tusschen Urk en Schokland,
maar bij eerstgenoemd eiland en wel aan
de te maken werkhaven.
Overwogen zai worden, gelijktijdig een
aa.nsluitend dijkvak van beperkte lengto
uit te voeren.
Verwacht wordt, dat de aanbesteding
zal kunnen geschieden, zoodra dit wets
ontwerp door de Eerste Kamer is aan
genomen.
De Minister stelt zich voor, binnenkort
een nota inzake de uitgifte van gronden
en de staatsexploitatie in de Wieringer
meer in te zenden.
Aan de Memorie is toegevoegd een uit
voerige nota betreffende den Noord-Oos
telijken polder. Daarin wordt o.a. het vol
gende medegedeeld:
Het in cultuur brengen der gronden zal
bijzondere zorg vereischen. Aangezien het
uit financieel oogpunt onmogelijk bleek,
om den polder in gedeelten droog te leg
gen, zal na het droogmalen een opper
vlakte van rond 48.000 h.a. in cultuur
zijn te brengen. Het is uitgesloten, met
de werkzaamheden voor het ontwateren
en het in cultuur brengen der geheele
oppervlakte aanstonds te beginnen.
Aangenomen is, dat niet meer dan vier
complexen, dus in totaal 24.000 h.a. bru
to, overeenkomende met ongeveer 22.000
h.a. netto, gelijktijdig voorloopig in ex
ploitatie zijn.
Zoodra de gronden voldoende vastheid
hebben verkregen, zal een begin moeten
worden gemaakt met den bouw van boer
derijen.
Na voltooiing van den Ringdijk zal met
het droogmalen worden begonnen, dat in
het vijfde jaar geëindigd zal zijn.
In het zesde jaar worden de ontwate-
ringswerken begonnen.
Gedurende het zevende en achtste jaar
zullen telkens twee complexen in cultuur
worden genomen ter gezamenlijke opper
vlakte van 22.000 h.a. netto.
Omtrent de kosten wordt geraamd:
Waterbouwkundige werken, totaal uit
gaven f 97 millioen; ontginning enz. to-
niet en geef u nooit aan de wanhoop
over. Eer de vrouwen en help allen, die
hulp behoeven. Bezoedel uw eer nooit.
Weliswaar waren eenige leden van zijn
geslacht ontrouw aan het devies geweest,
maar Benedictus wist weinig van hen af.
Het devies der Trelawneys was hem hei
lig en hij geloofde er volkomen in. Zijn
leven was trouwens bijzonder rein ge
weest. Ver weg op de heidevelden van
Cornwallis wonende wist hij niets af van
het bederf en de zedeloosheid van het hof.
Hij had geleefd in de dappere daden der
oude ridders; zijn geest was vervuld van
de geschiedenis der mannen, die voor
verdrukte jonkvrouwen gestreden had
den, en van liefde voor den Koning ver
vuld waren. Zijn woord breken of zijn eer
bezoedelen was iets afschuwelijks voor
den jongen Trelawney. Hem was geleerd
't gevaar te trotseeren, te sterven des
noods voor een edele zaak, maar leugen
en verraad te beschouwen als een chris
ten een edelman onwaardig.
Zoo was hij naar Londen gekomen om
zijn geluk te beproeven, met den dauw
der jeugd nog op 't voorhoofd en de on
schuld der jeugd in het hart. Hij wist
nog niets van het leven, 'twas voor
't eerst dat hij de Tamar was overgetrok
ken.
Toen hij in Londen gekomen was, was
hij bijna verdoofd door de tooneelen, die
taal uitgaven f 67 millioen; totaal inkom
sten f 37.9 millioen; saldo, uitgaven ont-
ginning enz. f 29.1 millioen; totaal saldo
uitgaven f 126 millioen. In de begrooting
is f 2.3 millioen opgenomen voor werken,
welke niet ten laste van den polder ko
men; deze zal dus volgens de raming uit
eindelijk zijn belast met f 123.8 millioen
voor aanlegkosten.
Aangezien de polder 47.600 H.A. groot
zal zijn, komt dit neer op f 2600 per h.a.
Uit de becijfering van de rente con
cludeert de minister dat bij den tegenwoor-
digen toestand der werkloosheid het gel
delijk voordeel van de te verkrijgen
werkverruiming geacht mag worden op te
wegen tegen den aangenomen rentelast
gedurende de bouwperiode.
De minister besluit de nota met de ver
zekering, dat de raming van kosten met
zoodanige voorzichtigheid is opgezet,, dat
deze als een betrouwbare grondslag voor
de geleverdé financieele en economische
beschouwingen mag worden aanvaard.
Gevaar voor een molen.
Volgens loopende geruchten zouden er
plannen bestaan tot ontmanteling van
den bijna 200 jaar ouden molen De Hoop,
staande aan de Westzijde te Tholen. Er
worden pogingen aangewend om het ge
vaar van ontmanteling te voorkomen door
toepassing van het bekende systeem-Dek
ker. Te hopen is, dat deze prachtmolen en
daardoor het mooie aspect der stad Tho
len zal behouden kunnen blijven.
Ongeschikte materialen voor rook-
geleidingen.
Gedep. Staten van Zeeland hebben ter
kennis van de gemeentebesturen in die
provincie gebracht, dat gebleken is, dat
in sommige gemeenten eterniet wordt ge
bezigd voor het maken van rookgeleidin-
gen in gebouwen, en ook asbest of an
der daarmede overeenkomend en voor die
bestemming ondeugdelijk materiaal.
Vanwege het daaraan verbonden brand
gevaar door aantasting door rookgassen
en het sterke warmte-geleidend vermo
gen, zijn genoemde stoffen ontoelaatbaar
voor rookgeleidingen en is hunne toepas
sing ook in strijd met de bouwverorde
ningen.
Damwedstrijd van den Zeeuwschen
Dambond.
Goes IIIerseke I: L. DekkerG. 0.
Veenendaal 02; C. v. d. ZandeA.
Goeman, afgebr.; F. v. d. LooP. Flik-
weert afgebr.; C. KarelseD. v. Boven
02; A. J. H'O'Ogesteger—A. van Spar-
rentak 02; J. de JongeA. Oom 11;
H. SteynmeyerM. Verweys 20; P.
KauffmannJ. de Putter 20; A. Re-
meynseC. v. d. Endt 02; P. W. Bliek
M. Hiuissoon 11.
Ierseke 10, Goes 6; 2 afgebroken par
tijen.
Middelburg. Christelijke Zang-
vereen. Soli Deo Gloria. Onder
leiding van dhr J. C. F. van Kamer gaf
Soli zijn jaarlijksche uitvoering. Gezon
gen werd het Kerstmis-oratorium van H.
F. Müller voor koor, soli en orkest.
't Is een verdienste van dhr van Ka
mer, dat hij: met zijn koor reeds enkele
jaren achtereen, eenvoudige oratoriums
naar voren brengt, die door het koor
met graagte worden gezongen, en door
de aanwezigen met genoegen worden ge
hoord. De goed bezette zaal was daarvan
zeker een bewijs. En al is het stuk een
voudig van opzet, juist daardoor be-
heerscht het koor, wat het zingen moet,
en bovendien de bekende koren als Stille
Nacht e.d. laten, goed gezongen, nooit na
de juiste stemming te wesxen.
Voor de pauze zong het koor een zeven
tal liederen, met harmonium-begeleiding.
De inzet: God is mijn lied, van Beetho
ven bevredigde wel, maar overigens wer
den de tamelijk eenvoudige liederen vrij
vlak voorgedragen, en zong men wat on
zeker. In: Verlangen naar den hemel, van
Nageli kwam meer teekening en ook in
het Koraal van Mendelsohn gaf het koor
zich.
Bij het Kerstoratorium was dit alles
veel beter. Duidelijk was te merken, dal
het koor zekerder van zijn taak was.
Wat is het toch jammer, dat dergelijke
koren over zoo weinig mannenstemmen
beschikken: vooral de bas was hier zwak
zich daar voor zijn oogen afspeelden,
maar toch hadden ze hem niet doen wan
kelen in zijn besluit om te strijden voor
het goede en het reine.
Dit was de jongeling, die zoo vrijmoe
dig tot Koning Jacobus II gesproken
bad; die den verschrikkelijken Jeffreys
had getrotseerd. Hij besefte niet, dat hij
iets gedaan had, 't welk naar uitdaging
zweemde. Hij had gehandeld naar de in
spraak van zijn hart, hij had gesproken
omdat hij moest.
„U zijt in moeilijke omstandigheden
geraakt, mijnheer Trelawney, maar ik
ben dankbaar, dat ik u in mijn armelijke
woning kan ontvangen".
Trelawney nam zijn gastheer nauw
keurig op, Hij wilde weten, wie hij was,
hij was nieuwsgierig of hij een gezin had.
Wijl kunnen vrijer met elkaar spreken,
als ik u vertel, wie ik ben," zei zijn gast
heer. „Mijn naam is Henry Dugdale. Ik
werd gevangen genomen tijdens de regee
ring van den overleden koning, Ik ben
een Presbyteriaan."
De jonge man hief zijn hoofd op. Hij
begreep niet recht, wat Dugdale met deze
woorden bedoelde, waarop Dugdale voort
ging met hem te vertellen, dat hij uit zijn
huis was gesleept en in de gevangenis ge
worpen, omdat hij God naar de inspraak
van zijn geweten wilde dienen.
„Maar van die dingen heb ik niets
bezet en ook de sopraan was tegenovr
de alt te zwak.
Met groote aandacht werd hel orato
rium gevolgd, het orkest begeleidde zeer
verdienstelijk en het koor .zong met volle
overgave. Het was voor Soli een goede
avond, een spoorslag om op den ingesla
gen weg voort te gaan. De directeur
moest een luid applaus en een mooie
bloemenmand in ontvangst nemen.
Ds Oussoren, die het samenzijn bad ge
opend, bracht de vereeniging dank voor
het ten gehoore gebrachte en eindigde
met dankzegging.
Behandeling derde klas-
s e-p a t i n t e n. B. en W. stellen den
raad voor de regeling nopens de neuro
logische behandeling van derde klasse
patiënten in het Gasthuis, loopende tot 1
Jan. 1936 te verlengen tot 1 Juli 1936 en
een nieuwe arbeidsovereenkomst aan te
gaan met den zenuwarts W. W. de Regt.
De Gemeentebegrooting
1936. Aan het rapport betreffende de be
handeling van de ontwerp-begrooting
1936 in de commissoriale vergadering
van den Raad op Vrijdag 6 Dec. j.l. ont-
leenen wij het volgende:
Een der leden meende, dat er thans
weinig aanleiding is tot het houden van
algemeene beschouwingen.
Een der leden zal bij de openbare be
handeling de verkiezingen en de wethou
dersverkiezing ter sprake brengen. Dit
lid, gesteund door een ander lid, gaf in
overweging te trachten te komen tot een
andere classificatie der gemeente voor de
personeele belasting.
Een lid vroeg of de tijd niet* is geko
men voor een andere wachtgeldregeling
voor het gemeentepersoneel, b.v. volgens
de rijksregeling, al zal dat wellicht in
het nadeel der betrokkenen zijn.
Een ander lid constateerde, dat de uit
gaven voor bet gemeentelijk sportterrein
de inkomsten overtreffen. Zijn fractie
beeft overigens groote bezwaren tegen het
meer en meer gebruiken van den Zondag
voor de beoefening van de sport. Ditzelf
de lid zaL namens zijtn fractie komen
met een voorstel tot afschaffing van de
kermis. Waar de gemeentelijke zwemin
richting zich niet kan bedruipen, zou dit
lid willen overwegen maatregelen te ne
men, dat buiten de zweminrichting geen
gebruik kan worden gemaakt van het ka
naal als t,wemgelegenheid. Dit zou ook
goed zijü in verband met minder ge-
wensehte toestanden ter plaatse tijdens
het zwemseizoen. Dit lid vroeg ook of
werken als de rioleering van het Zuid
westelijk stadsdeel, niet geheel door den
eigen staf kunnen worden voorbereid.
Een ander lid zou in tegenstelling met
het vorige, gaarne zien dat de levendig
heid op den Zondag werd vergroot, en
hoopte dat B. en W. een dergelijk streven
zouden willen bevorderen, b.v. door mu
ziekuitvoeringen.
Dit lid vroeg of er geen pogingen kon
den worden aangewend om te komen tot
stichting van een werkloosheidsverzeke-
ringfonds met uitschakeling van de
vakvereenigingen.
Een paar leden vroegen of B. en W.
na het terrein achter het Schuttershof,
nog meer bouwterrein op het oog heb
ben, voor zeer bescheiden middenstands
woningen.
Een lid zou gaarne vernemen of het
niet twenscbelijk is te achten om een
raadscommissie in te stellen die tot taak
krijgt de verschillende verouderde ge
meenteverordeningen te herzien.
Bij de waterleiding meenden een paar
leden, dat de prijs van het water dat
over den meter geleverd wordt, hoog is.
Een lid zei de te zullen overwegen om
te komen met een voorstel tot instelling
van een Commissie om de rechtspositie
van de wethouders te bezien.
Een lid vroeg of het niet mogelijk was
b.v. door jeugdige werkloozen een uit
breiding te maken aan de gemeentelijke
zweminrichting.
Een lid vroeg of het geen aanbeveling
verdient te komen tot de instelling van
een officieuze commissie, die als het
ware de Gezondheidscommissie vervangt.
Bij de bestrating drongen leden aan op
verbetering van Langeviele en Molenberg.
Een lid betreurde het steeds meer ver
vangen van keien door klinkers, aange
zien bierdoor bet stadsbeeld wordt ge
schaad.
geboord", zei Trelawney.
„U woont in een eenzame landstreek",
sprak Dugdale, en hebt daarom niets ge
hoord van de vervolging der heiligen
Gods."
„Ik heb gehoord, dat de Presbyteriaan-
sche geestelijkheid geweigerd heeft in te
stemmen met de Acte van Uniformiteit",
zei hij, „waart gij één van hen?"
„Neen, ik was een eenvoudig landedel
man. Mijn vader was een koopman in
deze stad, maar bij kocht een landgoed in
Surrey en gaf 't mij. Ik hield van de stu
die. Langen tijd waren ik en de mijnen
zonder een tehuis en zonder vrienden.
Toen de Acte van Tolerantie was aange
nomen, ben ik hier komen wonen. Sinds
dien tijd ben ik in staat, mijn ongeluk
kige broederen te helpen. Mij1 dunkt, dat
het meisje, dat u gered heeft, hiervan op
de een of andere wijze kennis heeft ge
kregen en u daarom hierheen gebracht
heeft. Maar ik vrees, dat ik weldra niet
meer in staat al zijn om dit te doen".
„Waarom?" vroeg de jonge man.
„Omdat de nieuwe Koning de Dissen
ters wil straffen en den Roomschen gods
dienst weer invoeren. Hij schijnt de Staats
kerk te begunstigen, omdat hij niet anders
kan, maar hij is vastbesloten alle afwij
kende kerkvormen te vernietigen. Herin
ner u slechts wat hij in Schotland gedaan
heeft", (Wordt vervrlgd-)