DE ZEEDW
ping!
nopjes
De Dochter van den Opperrechter
eren-
ng.
iping
TWEEDE BLAD
Voor den Zondag
HET ADRES
A. WILKING
Gemengd Nieuws.
De reis van den heer
van Dijk naar Indië.
Wat er deze week voorviel
wstraat
vanaf
walltelt
leturen,
tvoile
eeding.
Dames-
en
kmans-
de Fa
ag 11,
ig 13,
ï-8 uur.
36.
opgeld
Zeeland,
HTER
nderen,
als huis-
B. W.
BER '35,
1 te Krui-
Inbeurs",
D. v. d.
en over-
J. VAN
JIS EN
gen, a/d
c.A. (1
ferhuurd
Ipr ƒ2,50
[JIS EN
gen, aJ&
E.A. (201
lerhuurd
|l,50 per
I en II.
Aanvaar
de huur
Ibetaling
llJKE te
1935,
sweert,
1 heer C.
de Erf-
In heer
publiek
Schuren
Atraat C
lot 2
/d Oude
groot
I en II.
Igen ge-
li de be-
jan, doch
136.
ld. Am-
Jore en
■den erf-
litzonde-
1 gelegen
Inaal en
Ipoorlijn
Vlake-
lldijk.
aan op-
it geld:
ken Lin-
jlekastje,
bureau-
fcrkisten,
len, De-
|10 nieu-
jgels en
pen net-
Kruis-
|ken en
igen en
loop zal
J
VAN
ZATERDAG 7 DEC, 1835, Nr 59.
DE KNECHT DES HEEREN.
En Ik zal u geven tot een ver
bond des volks. Jee. 42: 6.
Hier is de profetie van den knecht des
Heeren.
Welk een heerlijke en troostrijke din
gen zegt de profeet hier van Hem. Het
is alsof in vers na vers Zijn naam ge
speld wordt: Jezus, dat is Zaligmaker.
De Heere zelf geeft Zijn knecht tot een
verbond des volks,
Hij zai zijn de Middelaar des ver-
honds, in Hem zijn Gods beloften ja en
ze zijn in Hem amen.
Hij is de waarborg, de zekerheid en
de vastheid van het verbond der genade.
Hij is in dat verbond de eerste en de
laatste, het begin en het einde.
Hij is het verbond zelf; inniger en rij
ker kan Gods arbeid voor en aan den
zondaar niet geteekend worden. Wij heb
ben in ons eerste verbondshoofd Adam
het verbond moedwillig gebroken. Maar
in Christus is van een wankelen of wij
ken van het verbond der genade zelfs
geen sprake. In Hem is dat verbond vast
en onbewogen.
W ij maken Christus niet tot een ver
bond des volks.
Wij, och arme, wat zouden wij, die
onzen weg verderven van dag tot dag.
Maar hier staat: Ik, Jehovah, zal het
doen. Hij stelt den Middelaar voor zon
daren.
En dat stellen van den Middelaar is
een gave; Christus is de gave des Va
ders voor verlorenen.
Als er zaligheid voor zondaren moge
lijk zal zijn, dan moet het Gods werk
zijn. En nu is God gekomen: alzoo lief
heeft God de wereld gehad, dat Hij Zij
nen eeniggeboren Zoon gegeven heeft,
opdat een iegelijk, die in Hem gelooft,
niet verderve, maar het eeuwige leven
hebbe.
Er is maar één weg en die weg is
Christus.
Hij is het verbond des volks.
Zonder Hem geen zaligheid, buiten
Hem geen zaligheid.
Maar bij Hem alles, wat voor het le
ven en de godzaligheid van noode is.
MIDDELBURGSCHE BRIEVEN.
Amice,
Vandaag, Zaterdag 7 D'ecember 1935,
gaan onze gedachten onwillekeurig terug
naar Zaterdag 7 December 1929. Het is
vandaag precies zes jaar geleden, dat een
ware ramp (al was het dan alleen maar
een materieel©, in dien zin, dat geen men-
sclienlevens te betreuren vielen) onze oude
mooie stad trof. Wie herinnert zich niet,
dat op dien Zaterdagavond tegen vijven
het gerucht van: brand in de Fransche
■bazar! in een ommezien was verspreid.
Op alle punten in de stad en al spoedig
heel ver daar buiten, kon men zich van
de waarheid van dat gerucht overtuigen
Het 'hooge gebouw, midden in de Lange
Delft staande, brandde als een fakkel die
van boven was aangestoken. En de ge-
weldige stormwind wakkerde 't vuur aan,
speelde 'n fantastisch spel eerst boven in
Ingezonden Mededeeling.
voor Manufacturen.
Dames- en Kinderconfectie
Tapijten - Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen is
GOES
HULST
FEUILLETON.
12)
HOOFDSTUK IV.
Het huis van den Puritein.
„Wie zijt gij?" vroeg de jongeling plot
seling. „Ik zou wel willen weten, hoe gij
heet. Ook zou ik uw gelaat wel willen
zien."
„Waarom, heer Ridder?"
„Een man is 't altijd aangenaam 't ge
laat an een vriendin te zien en haar
naam te kennen. Ik twijfel er aan of ik
zonder u wel ontsnapt zou zijn. Ik geloof
we1, dat ik die kerels in de greppel had
k 'nnen wer, en, maar daar mijn handen
geboeid waren zou ik mij' niet hebben
kunnen verdedigen."
Leeren riemen, ba!"
„Ja, maar ze zaten stevig om mijn pol
sen. Misschien had ik ze kunnen kapot
scheuren, maar ik denk 't niet. Maar gij
hebt ze net op tijd stuk gesneden. En ik
moet zien mijn zwaard ook weer terug te
krijgen."
de bazar, dreef en perste als het ware het
vernielend© vuur met enorm geweid door
het geheele gebouw. Wij «tonden opeenge
pakt ia diepe verslagenheid met ernstige
gezichten in de Lange Delft ter hoogte van
de Segeerstraat en zagen het wreede spel
aan. Geweldige meterslange steekvlammen
uit al de ramen van de bazar, dan vuur-
tongetjes langs het hotel Verseput, dan
opeens vlammen en nog eens vlammen
in Middelburgs mooiste hotel, een van
Middelburgs prachtigste gevels een prooi
van het vuuxmonster. De zware versierin
gen aan den gevel met de zware kroon
lijst, eens de trots der bouwers en later
onvoldoende gewaardeerd door do bur
gera, sloegen met donderend geweld op de
straat en nog gretiger greep bet vuur om
zich heen, links en rechts radicaal ver
woestend.
Rechts moesten het de zaken van Oos
terhuis en Wiener ook weldra ontgelden
en steeds groeide de machtige vlammen
zee maar aan, steeg op en werd een drei
gende wolk van vuur en rook en vonken.
Over een breede strook in Noordoostelijke
richting over de stad gaande, waren deze
laatste een onophoudelijke bedreiging,
overal nieuwe prooi zoekend. En honder
den kijkers naar het imponeerend schouw
spel, schoten dan weer plotseling weg,
naar huis, denkend aan het gevaar der
verraderlijke vonkjes, die zich thuis wel
eens op een brandbaar plekje konden
vasthechten.
En al wat brandweer was, of dacht dit
te zijn, zoowel uit Koudek.erke en Vlissin-
gen, beijverde zich dit geweldige monster
te bedwingen. Ondanks de moedige pogin
gen leek het op een afstandje meer op het
plagen van een ©normen reus, die zich
daardoor niet liet weerhouden zijn een
maal grootsch opgevatte taak met groote
intensiviteit te volvoeren.
Een staanplaats op de Markt gaf later
een beter overzicht. Met auto's en trams
aangevoerd, groeide het publiek steeds
aan. Ik herinner me nog de stilte die er
soms minuten lang onder de duizenden
toeschouwers heerschte, allen onder den
indruk van eigen machteloosheid tegen
zulke verwoestende elementen: vuur en
storm. En het klonk alc een kreet van pijn
de massale zucht, die opging toen de in
middels volvretende vuurzee ook de fa
briek van Kaan had overmeesterd, en
straks de brandende stukken voorgevel in
de straat ploften om aan de overzijde der
straat nieuwen buit te maken.
Aan de overzijde der straat, werden
ondanks hopelooze brandweerpogingen
de zaken van de Jager, de tweede van
Wiener en Simon de Wit in de ca'ei
st rophe betrokken.
Behalve de brandweer te Goes en te
Bergen op Zoom, werden die van Rotter
dam en Den Haag ook gevraagd hulp te
verleenen, Eti ouder buitengewoon on
gunstige omstandigheden vertrekt een
zware auto-motorspuit 's avonds om half
tien uit Rotterdam. Ondanks storm, re
gen en slechte wegen wordt Middelburg
kort na middernacht bereikt, alhoewel
toen reeds 't grootste gevaar geweken
werd verklaard. De te middernacht uit
Den Haag per trein verzonden spuiten,
konden per keerende trein teruggezonden
worden.
Men was dus wel zeer sterk onder den
indruk van eigen machteloosheid op
brandweergebied. Gritiek op eigen brand
weer en lof over de Bergen op Zoomsche
en Rotteidamsche bracht al direct iets
positiefs, n.l. een brandweerfonds. Dit
fonds door de burgers gevormd zou
straks de brandweer een moderne spuit
aanbieden. E'er 1929 ten einde spoedde
was er ruim f 3000 bijeengebracht.
Even voor Kerstdag kwam de Raad
nog bijeen om zijn hart eens te luchten
over den brand. Een der raadsleden le
verde een felle critiek op de brandweer
organisatie en vertolkte daarmee veler
gevoelens.
Later werd de brandweer georganiseerd
en kwam er beter materiaal. Bewees
nadien meermalen werkelijk brandweer
te zijn.
Heel langzaam aan verrezen op de plat
gebrande plaatsen, nieuwe forsche ge
houwen, maar nog zijn er leelijke open
plekken. Weldadig deed het kort geleden
ontstane gerucht aan, dat de firma Kaan
nu ook gaat herbouwen. Niet alleen ter
verfraaiing van onze hoofdstraat, maar
in het belang ook van onze stad wen-
schen we deze firma met dit plan geluk.
Als steeds Uw vriend,
STENTOR.
„Uw zwaard?"
Ja, 't werd me vanmorgen in Guild-
holl afgenomen. Ik moet het terug heb
ben, wat er ook gebeure! Niet, omdat 't
zoo kostbaar is, maar omdat 't al zoovele
geslachten in onze familie geweest is. Ik
moet 't terug hebben, al zou ik in de
Fleetgevangenis moeten inbreken."
Hij sprak op kalmen toon, maar met
zulk een gerustheid, dat de maagd, of
schoon wat hij noemde onmogelijk scheen,
niet lachte.
„Maar zeg mij', wie gij zijt," ging hij
voort, „en zie, hier vlak bij is een licht.
Laat mij uw gelaat zien."
„Waarom toch?"
„Opdat ik u later herkennen kan. Gij
hield uw gelaat verborgen langs „The
Strand", zoodat ik 't slechts zeer vluchtig
gezien heb. Ik ben blij, dat gij 't gedaan
hebt, want ik zou niet gaarne gezien heb
ben, dat die ruwe kerels u onbeschaamd
aangestaard hadden. Maar vertel me nu,
hoe gij: heet."
„Maria", zei zij.
„Maria. Wel dat is de lieflijkste naam
die er bestaat, ofschoon 't ons aan een
wreede Koningin doet denken. Maar ook
de moeder des Heeren droeg dien naam
en zoo doet hij' ons ook denken aan rein
heid en heiligheid. Maar hoo meer?"
Ingezonden Mededeeling.
Jecovltol levertraan
wetenschappelijk de
beste levertraan
voor U en Uw kind.
Verkrijgbaar bij
apothekers en dro»
gisten 6 f 0.75 per flacon.
Geheime distilleerde-
r ijl a n t d e k t. Bij' den dienst der Belast-
tingen, Invoerrechten en Accijnzen be
stond reeds geruimen tijd het vermoeden,
dat er zich te Hillegersberg een geheime
distilleerderij bevond.
De vermoedens werden sterker en gis
teren was de dag gekomen waarop men
besloot een afdoend onderzoek in te stel
len. Vier belasting-ambtenaren zouden
een bezoek brengen aan de boerderij- van
L., een perceel dat sterk onder verden
king stond. Wijselijk besloot men het on
derzoek te verrichten in samenwerking
met eenige ambtenaren van de gemeente
politie.
L. had op zulk een ongewenscht bezoek
niet gerekend, zoodat de ambtenaren
reeds aanstonds de aanwezigheid consta
teerden van 4 flesschen, gevuld met de
verboden vloeistof, die aanstonds in be
slag zijn genomen, terwijl in de nabijheid
een distilleerketel stond.
Aanvankelijk scheen het, dat het on
derzoek geen verdere resultaten zou op
leveren, doch men besloot het onder
zoek uit te strekken over de koestal en
den zich daar bevindenden inventaris.
Serieus gingen de ambtenaren te werk
en zoo besloot men dan ook een groote
hoeveelheid hooi om te woelen en ge
deeltelijk te verwijderen.
Dit geschiedde met succes. Er kwam
namelijk een vat te voorschijn dat niet
minder dan plm. 200 liter gistende vloei
stof bevatte.
L„ die het onderzoek volgde, werd woe
dend. In zijn verbijstering over de ont
dekking wendde hij nog pogingen aan
om het vat weg te werken, en toen een
der ambtenaren deze poging verhinderde,
ontstond er plotseling een handgemeen,
waaraan spoedig een einde is gemaakt.
Tegen L. werd proces-verbaal opge
maakt, ook wegens mishandeling van een
ambtenaar in functie.
De buit is daarna in beslag genomen.
P„s e u d o-k ommiezen in
actie. Donderdagmorgen zijn te Nieuw-
stad vier smokkelaars uit Sittard, die
Belgische margarine vervoerden, aange
houden door enkele personen, die zich
in een arbeiderskeet verscholen hadden
en zich voor rijksambtenaren uitgaven.
Twee smokkelaars gingen aan den haal.
De beide anderen bleven staan doch zij
bemerkten spoedig, dat zij- bedrogen wa
ren. Een der pseudo-kommiezen werd
zelfs door hen herkend.
In den loop van den dag hebben mare
chaussees in verband daarmee de gebr.
P. en zekeren G. B., zijnde de vermoede
lijke pseudo-kommiezen, aangehouden.
Vleeschvergiftiging. Als
gevolg van het nuttigen van .blikvleesch
heeft zich vermoedelijk een geval van
vleeschvergiftiging voorgedaan hij- de fa
milie P. te Winssum. Het resteerende
vleesoh is onmiddellijk ter onderzoek op
gezonden.
Trouwlustige weduwe
opgelicht. De politie te 's Gravenhage
heeft een 44-jarigen bankwerker gearres
teerd die een weduwe heeft opgelicht
voor ongeveer f 750, onder trouwbeloften.
Hij! had haar a.m. verteld, dat hij: officier
ter koopvaardij was.
Ingezonden Mededeeling.
Naast de alom bekende z.o.Genevem
thans een nieuw type
(extra droog)
„Dat zeg ik u niet."
„Waarom niet?"
„Mijn naam beteekent niets voor u.
Waarom ook? Ik zal u naar een veilige
plaats leiden en dan ziet gij mij' nooit
terug."
„Neen, dat is onmogelijk."
„Daar kunt gij niets aan doen. Boven
dien, ik kan nooit iets voor u heteekenen.
Gij zijt een bloedverwant van den bis
schop van Bristol. Zelfs zulken als wij
hebben van de Trelawneys van Cornwal-
lis gehoord. Wat beteekent dus een arm
meisje als ik ben voor u?"
„Dat is voor mij het raadselachtige.
Soms sp-reekt u als een voorname dame
en dan weer alsof u de dochter van een
winkelier waart."
„En wat, als ik de 'dochter van een
winkelier was?"
„Dan zou ik toch altijd met een dank
baar hart aan u blijven denken; maar
laat mij uw gelaat zien en dan kan ik u
zeggen of ik gelijk heb."
„Zoo," antwoordde zij1 lachend. „Kunt
u mij vertellen of ik een voorname dame
ben door enkel "mijn gelaat te zien?"
„Laat mij1 uw handeen en uw gezicht
zien en ik zal 't u zeggen."
„Nu, ik zal er de proef van nemen.
Hier is licht en er is niemand in de na-
De heer J. J. G. van Dij-k, lid van de
Tweede Kamer, ia van zijn reis naar
Ned.-Indië in het Vaderland terugge
keerd en heeft hier zijn werkzaamheden
weer hervat.
Omtrent de Indische reis lezen wij nog
in „De Banier":
Maandag 28 Oct. j.l. is Exc. van Dijk
naar Singapore, waar hij eenige dagen
vertoeven wilde vertrokken, om dan
met de Johan van Oldenbarneveldt naar
Nederland terug te keeren.
Namens de G.S.P. heeft Mr v. Helsdin-
gen hem uitgeleide gedaan en hem nog
eens bedankt voor de prettige kennisma
king persoonlijk, maar niet het minst met
de G.S.P.
Want hij! heeft deze -partij Z8er aan
zich verplicht door de bereidwilligheid,
waarmede hij: zich leende voor het hou
den van „praat-avonden", causerieën
naar aanleiding van hem gestelde vragen,
Zulke praatavo-nden heeft hij gehouden
in de afdeelingen Medan, Batavia, Djocja,
Solo en Soerabaja. Ook in Singapore
waar echter geen afdeeling G. S. P. be
staat.
Wij! zeggen niet te veel met deze cau
serieën „zeer geslaagd" te noemen. Z'ijln
persoon en de wij-ze van optreden, van
toespreken, zijn gemakkelijke omgang
worden overal zeer geroemd en er is één
roep over zijn kennis van politieke vraag
stukken, en de gemakkelijkheid, waar
mede hij! de kern der vraagstukken óók
der Indische vraagstukken wist te be
naderen.
Zijn „vacantie-reis" is uitgegroeid tot
een „studie-reis", zooals hij zich die wel
niet zal hebben gedroomd.
De lust om allerlei wetenswaardigs te
zien, door autoriteiten zich te laten voor
lichten, met allerlei instanties conferen
ties te houden, was zóó groot, dat vele
dagen één aaneenschakeling van confe
renties werden.
De wijze waarop hij zich over de defen
sie-aangelegenheden, c-ver vloot en ma
rine liet voorlichten, deel weieens de
gedachte opkomen, of hij wellicht be
stemd zal zijn voor de nóg steeds vacante
Ministers-zetel van Defensie. Wel is waar
heet deze voor een R.-Kath. te zijn gere
serveerd, maar in een Ministerie is
altijd wal verschuiving mogelijk.en
het zou volstrekt niet zóó verwonderlijk
zijü als men op een oud-Minister van
Oorlog, die bovendien door zijn jongste
reis door Indië zich zóó grondig mogelijk
heeft georiënteerd in de toestand van le
ger en vloot van Ned.-Indië en van de
defensie-mogelijkheden als men op
zulk een man beslag legt, voor deze
vooral in deze tij-den zoo belangrijke
functie.
Maar dit ter zijde.
Wij wilden in deze asterisk slechts
uiting geven aan onze veldoening en
dankbaarheid voor het versterkte con
tact met de A. R. Partij-.
Hjet is al weer geruimen tijd geleden
dat Dr van Boetselaar van Dubbeldam in
ons midden was. Wanneer mogen we
weer een vertegenwoordiger der Chr.-
Historische Unie in ons midden zien?
Wij) zullen het zeer op prijs stellen
indien het persoonlijk contact met onze
geestverwante partijen op deze wijze
wordt voortgezet.
Exc. Van Dijk wenschen wij- een goe
de reis, een behouden aankomst in Ne
derland, waar hij1 midden in de begroo-
tingsbehandeling valt.
Na zijn kennismaking met Indië zal
de Indische begrooting hem in het ver
volg meer interesseeren dan tot nog toe.
En al zal hij1 waar Dr Rutgers voor
de A.R. Partij: als koloniale specialiteit is
aangewezen vermoedelijk wel niet in
openbare vergadering der Staten-Gene-
raal het woord voeren, hij zal niet nala
ten bij aankomst het door hem waarge-
nomene door te geven aan Dr Rutgers en
wat nog méér zegt: aan Dr Colij-n.
En deze zal de scherpzinnigheid
van zijn zegsman kennende wel veel
waarde hechten aan de gegevens die hem
door zijn bemiddeling zullen wo-rden ver
strekt.
En daarmede kan Indië alleen maar
gebaat zijn.
Excellentie van Dijk, wij wenschen U
Gods zegen toe op Uw arbeid, en voor Uw
persoon en gezin.
bijheid."
Zij schoof den doek naar achteren en
stond in het licht van een venster. De
kaarsen, die in de kamer brandden,
gaven geen schitterend licht; maar toch
genoeg om den jongen Benedictus Tre-
lawney haar gelaatstrekken te onthullen.
Ook merkte hij op, dat zij slank was,
zoodat hij, ofschoon zes voet lang, zich
nauwelijks behoefde te buigen, om zijn
gelaat op één hoogte met het hare te
brengen.
Zoover hij er over oordeelen kon was
zij niet ouder dan achttien of negentien
jaar en had zij een gelaat, dat, eens ge
zien, niet spoedig weer vergeten werd.
Ook scheen 't telkens te veranderen, ter
wijl de jonge Trelawney er naar zag.
Toen hij 't voor 't eerst zag, leken het
de trekken van een zorgeloos, gelukkig
meisje. Hij zag een paar groote, grijze
oogen, vol dartelen spot, een paar roode
lippen, half-open door den helderen lach,
zoodat een dubbele rij helder-witte tan
den zichtbaar werden. Hij zag een gelaat,
blozend door de opwinding van het avon
tuur en gekroond door een overvloed van
glanzend bruin haar, dat, in weerwil van
al haar pogingen, in weelderige lokken
over haar schouders golfde.
„Een eigenzinnig meisje, dat uit het
Terwijl het Fransche parlement zoo
ongeveer de geheele week in rumoerige
stemming bijeen is (terwijl we dit schrij
ven is de positie van den bekwamen mi
nister Lavai nog steeds niet zeker) ver
gadert onze Tweede Kamer om rustig de
diverse begrootingen voor 1936 af te doen,
Hier gelukkig niets van opwinding of
sensatie. Het eene hoofdstuk na het an
dere komt onder het mes en verschillende
zijn reeds afgehandeld.
De dagen en avonden bleken zelfs voor
de Kamer nog geen uren genoeg te tel
len. In den nacht van Woensdag op Don
derdag werd tot vier uur doorvergaderd
en Minister Coiijn was genoodzaakt zijn
defensie-begrooting in dit vroege morgen
uur te verdedigen. Opmerkelijk was, -dat
riu ook enkele vrijz.-democraten vóór deze
begrooting stemden. Blijkbaar hebben do
gebeurtenissen der laatste maanden hen
tot andere en meer nuchtere gedachten
gebracht. Ook de heer Duys, die zich kort
geleden van de soc.-dem, Kamerfractie
■heeft losgemaakt, liet zijn vóór hooren.
We gaan vooruit I
Eenige opschudding bracht, vooral te
Amsterdam, de opvoering van het too-
neelstuk „De Beul". De N.S.B. sloeg er
zelfa een politiek slaatje uit en liet o.a. te
Goes Donderdagavond een biljet ver
spreiden, waarin gelaakt werd dat „De
Zeeuw" de toelating van dat stuk niet
afkeurde, terwijl juist in het nummer, dat
enkele uren tevoren was versohenen, een
dergelijke afkeuring voorkwaml Naieve-
ling-en beweren, dat de N. S. B.'ers
nu zullen erkennen, vóór hun beurt
gepraat te hebben! Intusschen blijft
het te betreuren, dat dit schandelijk stuk
in de hoofdstad des lands, nog wel met
subsidie der gemeente werd vertoond. In
Amsterdam is blijkbaar veel mogelijk!
Wat de buitenlandsche gebeurtenissen
betreft, kan wel worden opgemerkt, dat
de oorlog in Abessynië, waar de vele dui
zenden inlanders te wapen zijn geloopea,
om den machtigen indringer terug te
dringen, nog weinig opgeschoten is. De
Italianen worden blijkbaar door de re
gens en door de guerilla-benden der
Fthiopiërs zóó gehinderd, dat ze niet ver
der kunnen of durven en de Abessyniërs,
die tijd noodig hadden, om zich wat be
ter te wapenen, haasten zich evenmin. D'e
Negus vertoeft nu al eenige dagen in het
hoofkwartier (hij is bijna het slachtoffer
van een bomaanval geworden) zoodat
misschien een plan de campagne is opge
maakt.
Van Engelsch-Fransche zijde schijnt
men bezig te zijn aan het opstellen van
bemiddelingsvoorstellen.
Wij weten natuurlijk niet, in hoeverre
Rome dergelijke voorstellen aannemelijk
zal achten. Maar het weet wel dat het
zal hebben te kiezen tusschen deze voor
stellen als basis van onderhandelingen
en een petroleum- en benzine-embargo,
dat de reeds bereikte successen in ge
vaar brengt, maar evenzeer het gevaar
oproept, dat in Italië zelf de stemming
zal omslaan.
In Duitschland is de kerkstrijd bijzon
der verscherpt. Wat daar gebeurt, is voor
ons, Nederlanders, wel buitengewoon
leerzaam. Speciaal de orthodoxen, zij, die
zich de Duitsche belijdeniskerk noemen,
moeten het ontgelden. Ze zijn nu geheel
onder controle van den Staat geplaatst.
Gelukkig komt er reactie en verzet te
gen dit schandelijk despotisme van den
nationaal-socialistischen Staat, die alles
wil knechten. Het gebeurde ligt geheel in
de lijn van de nationaal—socialistische
leer van den totaal-Staat: er is voor
Duitschland slechts één levensbeschou
wing, niet alleen op politiek gebied, maar
ook op het terrein der godsdienstige en
kerkelijke opvattingen. Alleen de natio-
naal-soeialistische leer heeft recht van
toestaan. Komt zij in botsing met leer,
dogma of moraal, van de kerk, dan wijkt
niet de partijstaat, maar de kerk. De
kerk heeft eenvoudig te zwij'gen en zich
te onderwerpen en haar leer te verlooche
nen.
In den totaal-Staat moet zoo noodig
ook Christus tot zwijgen gebracht wor
den.
De ernstigste kerkvervolging, welke
men zich kan indenkenl Droeve tijden,
waarin wij leven.
ouderlijk huis is weggeloopen, en uit lou
ter nieuwsgierigheid zich bij den oploop
heeft aangesloten", was de eerste indruk
van Trelawney; maar vóórdat deze ge
dachte voor goed bij hem post gevat had,
zag hij haar oogen schitteren van toorn
en haar gelaatstrekken verwrongen als
van pijn. Daarop volgde weer een uit
drukking van verdriet en wanhoop. Een
blik van onuitsprekelijk verlangen en
diepe droefheid kwam uit haar oogen en
hij zag haar lippen trillen, alsof zij op
't punt stond in tranen uit te barsten.
„Ik weet niet wat ik er van denken
moet", sprak Benedictus half tot zich
zelf, half tot het meisje.
„Goeden avond, heer Trelawney", zei
zij. ,,'kBen dwaas genoeg geweest u de
vrijheid terug te geven. Ga nu heen, vóór
ik berouw krijg en u aan de politie
overlever."
„Heengaan!" riep Trelawney. „En dat,
vóór ik u gezegd heb of gij een voorname
dame zijt of een keukenmeid? Heengaan,
vóór ik weet hoe gij heet en hoe wij
elkaar weer kunnen ontmoeten?"
(Wordt vervolgd.)