BIRTILS Onze taak in de toekomst. Kippen nog niet aan den leg? EERSTE BLAD ZATERDAG 16 NOVEMBER 1935 DAGBLAD VOOR DE PROVINCIE ZEELAND 50e JAARGANG No. 41 De begrooting van Justitie. Binnenland Staten-Generaal. Belangrijkste Nieuws „Bertels' kunstkorrel"! (Jitg,: h,V. Uitgevers-Maatschappij „Luctor et Emergo" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw". Bureaux Lange Vorststraat 70, Goes. Telefoonnummer 11. Postchèque en Girorekening 44455. Bijkantoor Middelburg: Fa BOEKHANDEL J. J. FANOY, Lange Burg B 16, Tel. 28. Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA. Ve Zeeuw Abonnementsprijs 12.50 per kwartaal, weekabonnementen voor Middelburg. Goes en Vlissingon f 0,20. Losse nummers 5 soni. Advcrtcntiün 30 cent por regel, Ingozondon mcdcdcclingcn 60 cent per regel. Kleins Advertentiën Dinsdags en Vrijdags J 0.75, bij vooruitbetaling. Onder letter of motto f 0.85. Bij contract belangrijke korting. Dit nummer bestaat uit 2 bladen. "Wij hebben de vorige week stilgestaan bij de gewijzigde politieke verhoudingen, die grond geven voor de verwachting, dat de vorming van een regeerkrachtig par lementair Kabinet in de naaste toekomst niet waarschijnlijk moet worden geaciht. Deze indruk is bij het thans geëindigde politiek debat versterkt. Minister Goiijn heeft er daarbij aan herinnerd, dat het dezer dagen juist tien jaar geleden was, dat een parlementair Kabinet ten val werd gebracht en dat het sindsdien niet mogelijk is gebleken zulk een Kabinet te vormen. En bij voegde daaraan toe, de uitzichten daarop ook voor de toekomst niet rooskleurig te ach ten. De 'heer Colijn oordeelde, dat deze on- gewensohte toestand voor een niet gering deel te wijten is aan ons huidig kiesrecht systeem met de evenredige vertegenwoor diging, dat tot steeds verder gaande ver splintering zal leiden. Met deze opvatting van Minister Colijh zijn wij het niet geheel eens. Er zijn andere, diepere oorzaken. Toen in 1925 het Kabinet-Galijn ten val werd gebracht, waa er een 'behoorlijke rechtsche meerderheid. Na de verkiezin gen van 1929 was dit eveneens het geval. Bij de verkiezingen in 1933 werden door de vroeger samenwerkende rechtsche par tijen 52 zetels bezet. Wel geen groote meerderheid, maar in normale tijden toch sterk genoeg tegenover een sterk verbrok kelde linkerzijde, plus een viertal leden die geacht kunnen worden tusschen de rechter- en de linkerzijde in te staan. Daar zit dus niet de oorzaak van de verzwakking van het parlementaire Stel sel. De hoofdzaak is hier, dat de rechtsche partijen elkaar niet meer verstaan, dat de noodige eensgezindheid ontbreekt, dat er niet is de noodige samenwerking, 'die een reohtsch Kabinet mogelijk maakt. Verandering van kiesreohtsysteem zal hierin -naar het ons voorkomt weinig ver andering brengen, evenmin als het een eensgezinde linksc'he meerderheid moge lijk zal maken. Doch. hoe dit ook zij, het feit is er nu eenmaal dat de uitzichten op de vorming van parlementaire Kabinetten in de toe komst niet rooskleurig zijn, en als ge volg daarvan de verwachtingen voor de normale werking van het constitutioneel- parlementaire stelsel niet gunstig. Waartoe dit zal leiden valt niet te zeg gen, maar in elk geval is hier voor opti mistische verwachtingen geen plaats. Het kan toch niet als een ideaal worden beschouwd dat we, als in de vorige peri ode, een Kabinet hebben dat zijn kracht ontleent aan de onmacht van het parle ment of dat we als thans een Ka binet hebben, dat, hoe uitnemend overi gens oo'k, zich er zorgvuldig voor moet wachten, geen punten van principieelen aard aan de orde te stellen. In de gegeven omstandigheden valt zulks nog eenigszins te verdedigen. Wij leven in een noodtoestand, die bij zondere noodmaatregelen noodzakelijk maakt, welke in meer normale tijden ais hoogst ongewenscht moeten worden be schouwd. De vraag dringt zich op, hoe wij als Antirevolutionairen in deze omstandighe den onze taak hebben te zien. Het antwoord is niet moeilijk. De bedoeling van de A. R. partij is mee te arbeiden aan de doorwerking en de toepassing van de Christelijke, en in het bijzonder van de Antirevolutionaire begin selen. Echter niet zóó, dat wij' daarbij alleen rekening houden met het partijbelang, maar dat ook gerekend wordt met het algemeen belang en met de verantwoorde^ lijkheid die in een Land als het onze, een partij van eenigen omvang heeft. Voor de A. R. partij zou het waarschijn lijk meer profijtelijk zijn geweest als onze mannen, inplaats van in een Kabinet zit ting te nemen, zich afzijdig hadden ge houden, om vanuit den Anti-revolutionai ren gezichtshoek de handelingen van an deren te critiseeren. Er was dan meer vrijheid van beweging, men behoefde geen verantwoordelijkheid te dragen voor on aangename maatregelen, waarvan som mige maar moeilijk te verantwoorden zijn, en de met veel animo gewekte ontstem ming tegen de A. R. partij en hare voor mannen, zou zeker minder groot zijn, dan nu vaak het geval is. Dergelijke overwegingen mochten hier evenwel niet den doorslag geven en zoo gezien valt het toe te juichen dat mannen als Dr Colijn en Mr de Wilde zich be schikbaar hebben gesteld om in deze zwa re tijden Vorstin en Vaderland te dienen, ook al is het wel zoo goed als zeker, dat wij daarvan bij de verkiezingen in 1937 geen voordeel zullen hebben. Dit is echter niet het voornaamste. Het verandert niets aan onze taak. Onder alle omstandigheden blijft het onze roeping de beginselen, die zijn naar Gods Woord, uit te dragen en tot gelding te brengen. Eerste voorwaarde daarvoor is, dat wij naar het woord van Groen van Prinsterer kracht zoeken in isolement, in het kennen van en het vasthouden aan onze beginse len. Dat is een zaak van de eerste orde. Als er niet is kennis van de beginselen, dan ontbreekt ook de liefde; dan is er geen fundament waarop we kunnen staan en blijven staan. Studie van de beginselen moet daarom voorop gaan. Dit geldt in het bijzonder voor onze jonge mensehen, die 't ook hier om zoo zwaar te verantwoorden hebben in dezen tijd, dat zij dreigen onder den invloed te komen van allerlei wind van leer. Daarom is jeugdorganisatie, de vor ming van studie- en propagandaclubs dringend noodig. En daarom is het ook noodig, dat we al meer aandacht schen ken aan onze eigen pers en dat de z.g. neutrale of vrijzinnige bladen, die, wat ze overigens ook mogen zijn, in elk geval van het A. R. pad afvoeren, uit onze woningen worden uitgebannen. Da'arnaast is bet noodig, tot in de klein ste en meest afgelegen plaatsen, onze or ganisatie te versterken en het meeleven te ■bevorderen van allen, die zich scharen onder het Anti-revolutionaire vaandel. Als we zoo, gezamenlijk, georganiseerd, kracht hebben gezocht in isolement, dan staan we sterk, onder alle omstandig heden en dan zal ook, hoe de politieke verhoudingen dan ook mogen zijn, met onze partij en onze beginselen rekening worden gehouden. MINISTER VAN SCHAIK GISPT DE ACTIE DER N.S.B. De Regeering veroordeelt ten scherpste het optreden van extremistische groepen. Aan de memorie van antwoord op de begrooting van Justitie ontleenen wij: De regeering kan bezwaarlijk toegeven, dat er reden is om te spreken van een zwakke houding harerzijds tegenover de actie van de N.S.B. Verschijnselen als „machtsvorming" zijn van den beginne af nauwlettend gadegeslagen. De regeering hoopt nu eerlang gevolg te geven aan haar voornemen, een wets ontwerp ter voorkoming van machtsvor ming op het terrein van de overheidstaak aanhangig te maken. Het is inderdaad mogelijk, dat het uniformverbod in den aanvang in twijfelachtige gevallen niet overal geheel uniform is toegepast. Een soortgelijk ver schijnsel doet zich echter bij iedere straf bepaling voor, welke voor haar grensge bied nog een nadere vaststelling in de rechtspraak behoeft. Het dragen van het officiëele costuum der N.S.B. in quasi-besloten bijeenkom sten dier partij is anderzijds naar onze rechtspraak zeker wel strafbaar. Onjuist is de meening van eenige leden, dat de inbeslagneming van de persen der „Tribune" onrechtmatig zou zijn ge weest. Tot in het hoogste ressort is door den rechter beslist, dat inbeslagneming van persen niet in strijd met de wet is, indien deze gediend hebben tot het be gaan van een strafbaar feit. Evenmin is juist, dat een strafvervol ging tegen de „Tribune" nog immer niet is ingesteld, al heeft behandeling ter te rechtzitting tot dusverre niet plaats gehad. De regeering veroordeelt ten sterkste de critiek, die in geschriften en in ver gaderingen van extremistische partijen wordt gevoerd en die allengs is gezonken tot een dusdanig peil, dat zij ook door den meest weiwillenden beoordeelaar al leen kan worden verklaard als een voort gezet streven om door het verbreiden van halve waarheden, leugens en laster en door het geven van een tendentieuze voorstelling van zaken het bestaand ge zag in de oogen van de massa aan te randen, zulks ten bate van een eng be grepen partijbelang. Dat de regeering tegenover het hier bedoelde verschijnsel niet werkeloos staat, is uit talrijke strafvervolgingen reeds ge bleken en kon nog dezer dagen blijken uit de strafvervolging ter zake van een aantal uitlatingen in het weekblad „Volk en Vaderland" van 26 October j.L, door den officier van justitie te Utrecht in geleid. Men kan zich verzekerd hoeden, dat de regeering zich zal inspannen, het ge signaleerde kwaad zoo krachtig mogelijk te onderdrukken. Grond wetsherzi en i ng. Het laat zich intusschen aanzien, dat met de thans bestaande grondwettelijke en wettelijke bevoegdheden niet kan wor den volstaan. De regeering zal dan ook, gelijk reeds is medegedeeld, bij de ko mende voorstellen tot herziening van en kele grondwettelijke bepalingen ruimere bevoegdheden vragen om de ongebonden heid in woord en geschrift sterker te kun nen inperken. De regeering ontveinst zich de verre strekking van een ander en van de reeds genomen maatregelen niet. Zij hoopt echter hierdoor bepalingen, welke de vrij heid nog meer inperken, te kunnen voor komen. Het zou, gezien ons volkskarak ter en onze nationale traditie, zeer te betreuren zijn indien de vrijheid van meeningsuiting, tegelijk een der beste waarborgen voor een goed openbaar be stuur, hier te lande ernstig zou moeten worden aangerand. Ook in dit opzicht kan het tegenwoor dig optreden der extremisten, hetwelk het nationaal belang ten zeerste schaadt, niet genoeg worden veroordeeld. Bat de Nationaal-Socialistische bewe ging in een tijd van groote internationale spanning meent de bwitenlandsche poli tiek van de regeering te magen aanvallen op de wijze als zij doet, kan door ieder weldenkend vaderlander niet anders dan ten zeerste worden afgekeurd. Deze methode verwondert te meer bij een partij, die zegt zich op nationaal standpunt te plaatsen. AVONDVERGADERINGEN DER TWEEDE KAMER. Tot Kerstmis zal de Tweede Kamer alle Dinsdag- en Donderdagavonden ook vergaderen met uitzondering van Sinter klaas,, maar dien avond moet de Kamer den dag te voren inhalen. Dinsdagavond a.s. is de begrooting van Buitenlandsche Zaken aan de orde. NIEUWE GROOTE VLIEGTUIGEN VOOR SOESTERBERG. Twee-motorige gevechtsvliegtuigen. Naar gemeld wordt, zal binnenkort aan den minister van defensie een contract ter teakening worden voorgelegd voor twee twee-motorige meerpersoona gevechts vliegtuigen. Bereids 21 Juli 1934 heeft de directeur van het luchtvaartbedrijf te Soesterberg een omzendbrief gezonden aan vliegtuig fabrieken in binnen- en buitenland, waar in om. prijsopgaaf werd gevraagd voor zrulk een „multiplace de oombat". De specificatie luidde; tweemotorig ge vechtsvliegtuig, ingericht voor ten min ste 4 personen, in hoofdzaak bestemd voor langdurige actie tusschen 4000 en 6000 m. Gerekend moest worden op een bewape ning van drie mitrailleurs, t.w. een zware mitrailleur achter (dit zijn eigenlijk klei ne kanonnen), een lichte bodemmitrail leur. Bovendien werd gevraagd een in richting voor het meevoeren van 10 tijd bommen van 25 k.g. welke in één bom- menrek worden meegevoerd. Het volbe- laste, volledig uitgerusten en bewapende vliegtuig moest voldoen aan de volgende eisohen: maximale snelheid op 4000 m. 400 fcm./h. landingssnelheid 100 km. be- drijfsstoffen voor 4 uur vliegen op 4000 m. hoogte. Dö levering van deze toestellen zal, wanneer de minister het goedkeurt, ge schieden door de Ned. vliegtuigenfabriek. DE NIEUWE STROOMLIJN- LOCOMOTIEF. Tegen Kerstmis in den dienst? Naar wij' vernemen, is men met de aan- 'kleeding van de nieuwe etroomlijh-iloco- motief voor onze spoorwegen itihans zoo ver gevorderd, 'dat zij: over zes weien klaar zal zijn. 'Omstreeks Kerstmis zal zij' dus te voorschijn komen. Zooals be kend is, vindt de bekleeding plaats in de werkplaatsen te Tilburg. De machine zal, na eenige proefritten, die waarschijnlijk op het traject TilburgVlissingen gehou den zulten worden, in den snel treindienst worden ingelascht. Invoerrechten in Ned.-lndië. Aan het voorloopig verslag der Tweede Kamer betreffende het wetsontwerp tot wijziging van 'het tarief van invoerrech ten in Nederlandsch-Indië, en afwijking van de Indische Comptabiliteitswet is het volgende ontleend Sommige leden betreurden, dat de re geering een door haar noodig geoordeel de wijziging van het Indische belasting systeem, waaraan vermoedelijk 'geen be langrijke geldelijke consequenties voor de schatkist verbonden zullen zijn, tegen bet inzicht van den Volksraad, in, wensc'ht door te zetten. Sommige andere leden waren van oor deel, dat de voorgestelde maatregelen den export van cigaretten en gekorven tabalk van Nederland uit naar Indië zullen doen verminderen, terwijl bovendien de Ne- derlandsche fabrikanten nog schade zul len kunnen ondervinden van den export van 'zeer goedkoope Indische cigaretten uit Indië naar Nederland. Verscheiden andere leden meenden zich te moeten aansluiten bij de meening van de regeering. Verhooging bieraccijns In Ned.-lndië. Blijkens het verslag der Tweede Kamer inzake het wetsontwerp tot goedkeuring van twee besluiten van den G.-G. van Nederlandsch-Indië tot wijziging en aan vulling van afd. III der Indische begroo ting voor 1935 (verhooging bieraccijns en wijziging inkomstenbelasting) merkten verscheidene leden op, dat de verhooging van den bieraccijns van f5 tot f6 per H.L. dus, vermeerderd met 50 opcen ten, van f7.50 tot f9 per H.L. naar hun meening nog een te groote bescher mende. marge voor de binnenlandsche productie laat bestaan. Zij spraken de hoop uit, dat de Regee ring haar aandacht hierop gevestigd zal houden. BEREKENING DER TOELAATBARE GEMEENTELOONEN. Naar aanleiding van het rondschrijven van den minister van Binnenlandsche Zaken d.d. 4 September j.l., hebben ver schillende gemeentebesturen den minister gevraagd, op welke wijze de in genoemd schrijven en in het rapport der oommis sie Schouten bedoelde aanpassing van de loonen der gemeentewerklieden aan bet plaatselijk loonpeil dient plaats te vin den, in verband waarmede de minister besloot, 'hieromtrent eenige nadere richt lijnen te verstrekken. In de eerste plaats dient te worden na gegaan, welke loonen aan de volledige vaklieden in de verschillende takken van bedrijf, beschut of onbeschut, in een ge meente worden uitbetaald. Aangezien de werkman in overheids dienst, wegens 'het pensioenpremie-ver baal 10 pot. van het loon niet ontvangt, acht de minister het billijk, dat met dezen factor rekening wordt gehouden. (Deze loonschaal zal evenals die voor alle overige gemeentewerklieden een verschil tusschen minimum en maximum kunnen vertonnen van 12 cent per uur loon of f 5.76 per weekloon, zoodat het minimum 6 cent per uurloon beneden het vorenbedoelde gemiddelde en het maxi mum 6 cent per uurloon daarboven komt te liggen, voor wat betreft den volledigen vakman. Uit de aldus verkregen loonschaal voor den volledigen vakman kunnen de loon schalen der overige gemeentewerklieden afgeleid woTden. Ten slotte wijist minister de Wilde er uitdrukkelijk op, dat de op vorenomschre- ven wijze berekende loonen echter niet zullen mogen uitgaan boven de loonen, welke do'or de rijkswerklieden van over eenkomstige categorieën ter plaatse wor gen genoten. TWEEDE KAMER. De begrooting van Binnenlandsche Zaken goedgekeurd. De zelfstandigheid der gemeenten. Voortgezet werd 'gisteren de behande ling van d'e begrooting Binnenlandsche Zaken. Zijn rede vervolgende zegt de Minis ter van Binnenlandsche Za ken, de 'heer De Wilde, dat het 'hem leed doet, te worden beschuldigd van aan randing der gemeentelijke autonomie, die hij juist zoo waardeert. Hij zal niet ont kennen, dat 'hij wel eens fouten heeft be gaan, maar er is voor 'het gemeentewezen een pathologische toestand ingetreden, die ernstige maatregelen eischt. Ware niet ingegrepen in den toestand van vele gemeenten, dan zou 'het zelf behoud van den staat 'hebben genoopt, over te 'gaan tot opheffing der gemeente lijke autonomie. ■Deze vooronderstelt financieele zelf standigheid. Heeft een gemeente deze niet meer, dan is het volkomen logisch, dat zij aan autonomie inboet. In hoeverre 'hebben de gemeenten haar buitengewone uitgaven kunnen dekken door haar gewone inkomsten? De ge meenterekeningen gaven daarvan geen duidelijk beeld. Het aantal gemeenten met een reëel nadeelig saldo was in 1934 472, in 1933 597 en in 1932 770. De ge wone uitgaven der gemeenten overtroffen baar gewone inkomsten in 1932 met 54.4, in 1933 met 43.7 en in 1934 met 36.1 millioen. Neemt men in aanmerking, dat de Rijksbijdrage in 1934 29 millioen lager Binnenland. De Tweede Kamer heeft de begroeting van Binnenlandsche Zaken aangeno men. Memorie van Antwoord inzake de begroo ting van Justitie. Opbrengst der rijksmiddelen in October. Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over de begrooting van Landbouw. Buitenland. De oorlog in Abessynië. Azba door de Italianen bezet. De verkiezingsuitslag in Engeland. De onafhankelijkheid van Noord-China geproclameerd. Ingezonden Mededeeling. Neemt dan toch proef met Hiermede verkrijgt U spoedig een hooge elerproductie bij lage voederkosten. Vraagt offerte bij Uw leverancier of direct aan de fabriek. Oliefabrieken N.V. Amsterdam is dan in 1933, dan zou men voor 1934 moeten komen tot een cijfer niet van 36 maar van 7 millioen, tegenover 43.7 mil lioen in 1933. Hieruit blijkt de groote vooruitgang. Wat aangaat de plaatselijke verant woordelijkheid, zij' moet zooveel mogelijk bij de gemeentelijke bestuursorganen blij ven. Maar de moeilijkheid is, de plaatse lijke verantwoordelijkheid te vereenigen met financieele onafhankelijkheid. Voor goedwillende gemeentebesturen is een zekere mate van vrijheid noodig en spr. heeft bij bet toezicht op de gemeen ten voor die verantwoordelijkheid een plaats ingeruimd, die hij voortdurend tracht te vergrooten. Maar van die gemeenten hoor je niets. Die schreeuwen niet. (Vroolijkheid.) Liet men de noodlijdende gemeenten aan haar zelf over, dan zouden zij tot niets meer kunnen komen en ware het met haar autonomie heelemaal gedaan. Nu helpt het Rijk. Er zijn gemeenten, die met honderdduizenden 'guldens worden geholpen. Zijn zij' der regeering dank baar, dat deze baar in het leven laat? Spr. betwist den heer Westerman, dat er geen volkomen overeenstemming zou zijn tusschen de regeering en de provin ciale griffies over het desbetreffende toe zicht op de gemeentebesturen. De één weet precies wat de ander wil. Er bestaat een nauwe samenwerking tusschen regeering en Gedep. Staten. De laatsten kennen ook de correspondentie der regeering met de gemeentebesturen. De heer Groen beeft de positie der Rijksaccountants overschat. Niet alle ge meenten krijgen hen. Spr. overweegt, een accountantsonderzoek in 1936 achterwege te laten, als het in 1935 heeft plaats gehad. Inzake de toepassing der artikelen 125 en 126 van de Ambtenarenwet merkt spr. op, 'dat vele afgevaardigden misnoegd zijn, omdat de regeering zicb h.i. niet aan gedane toezeggingen 'houdt. Men zegt, dat de toepassing der arti kelen beperkt inoet blijven tot enkele ge vallen en dat de regeering zich niet op kleinigheden moet blindstaren. Maar de regeering streeft naar zooveel mogelijke eerbiediging oök op dit punt, van de zelf standigheid der gemeenten. Zij wil het ■georganiseerd overleg voorts zooveel mo gelijk tot zijn recht laten komen. Mis slagen van 'de regeering zijn niet uitge sloten. Concrete klachten zullen worden onderzocht. Men bedenke wel, dat de tijdsomstan digheden biji de salarieering van overwe genden invloed zijn. Dan zal men een juist begrip krijgen van wat in dezen tijd een exces moet worden geacht. Spr. is eens zoo zwak geweest, aan een gemeente toe te staan, dat haar politie tijdelijk f 100 booger bezoldigd zou wor den dan normaal. Toen dit in het ochtend blad had gestaan, belden vier burgemees ters van gelijksoortige gemeenten spr. op en zeiden: „Dat gaat toch niet, als gij! zoo iets aan een ander toestaat!" De heer Drees moet het in zijn hart met spr. eens

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1935 | | pagina 1