DE N.S.B. EN DE KERKEN EERSTE BLAD Buitenland De oorlog in Abessynië. Belangrijkste Nieuws DINSDAG 12 NOVEMBER 1935 DAGBLAD VOOR DE PROVINCIE ZEELAND 50 e JAARBANG No. 37 Abonnementsprijs f2,50 per kwartaal, weekabonnementen voor Middelburg, Goes en Vllsslngon i 0,20, Loss© nummers 5 cent, Uitg.: N.V, Uitgevers-Maatschappij „Luctor et Emergn" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw". Bureaux Lange Vorststraat 70, Goes. Telefoonnummer 11. Postchèque en Girorekening 44455, Bijkantoor Middelburg: Fa BOEKHANDEL J. J. FANOY, Lange Burg B 16, Tel, 28. Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA. Advcrtcntiün 30 cent per regel, Ingezonden mededeelingen 60 cent per regel, ltieine Advertentiën Dinsdags en Vrijdags fö.75, bij vooruitbetaling. Onder letter of motto f 0.85. Bij contract belangrijke korting. Dit nummer bestaat uit 2 bladen. „Reeds hebben wij, aldus Prof. Schil der in „De Reformatie", enkele malen ge sproken over de kwestie van de kerkelijke tuchtoefening over leden van de N.S.B. en daarbij gezegd, dat volgens mededeelingen van N.S.B.-zijide, en volgens brieven, die ik van kerkeraadszijde kreeg, alsmede uit andere gegevens, telkens de stellige mede- deeling naar voren trad, dat een bepaald Gereformeerd predikant advies gaf, hoe men zich N.S.B.-er en tevens lid eener Geref. Kerk zijinde, moest uitspreken te genover Gereformeerde kerkeraden. Thans geeft men mijl inzage van een brief, geschreven aan een predikant van onze kerken, waarin dezelfde mededee- ling, nu van officieele N.S.B.-zijide, ge schiedt. Het papier, waarop de brief ge schreven is, is voorzien van een gedrukt hoofd. Bovenaan staat: Nationaal Socia listische beweging in Nederland. Links daarvan ziet men het bekende N.S.B.-in- signe in officieele kleuren. Rechts daar van het monogram dat van ouds de chris telijke kerken gevoerd hebben, de Griek- sche letters XR, d.w.z. Christus, en daar naast de letters Alfa en Omega. Wij zijn dus al zóóver, dat officieel op N.S.B.- papieren de eenheid van Christus en de N.S.B. in drukwerk uitgesproken is. Daarunder staat, eveneens gedrukt: „Raad voor kerkelijke aangelegenheden". Daar onder, ook nog weer gedrukt: Taak: 1. Voorlichting van de kerken over het wezen der N.S.B. 2. Advies en leiding aan leden der N. S.B. Wijl hebben dus hier een officieel be wijs, dat de N.S.B. een raad heeft inge steld, die de kerken voorlichten moet (als- y of de kerken niet meer mans genoeg wa ren, om uit eigen oogen te zien), en die meteen aan de leden leiding geeft inzake kerkelijke handelingen. Nu is reeds dit hoofd op het N.S.B.- briefpapier een treurig teeken van verval. Het kan immers niet nóódig zijn, dat men de kerken inlicht. Wanneer de N.S.B. of ficieele brochures geeft, en verlangt, dat men daarnaar de beweging zal beoordee- len, dan behoeft geen enkele nadere ver klaring meer gegeven te worden. De hee- ren spraken immers van „verantwoording in laatste instantie"? Gelijk een belijdende kerk moet kunnen beoordeeld warden uit haar officieele papieren, zoo moet bet ook met deze beweging kunnen gebeuren. In den zooeven bedoelden brief, onder teekend door den secretaris van den raad voor kerkelijke aangelegenheden, wordt zonder eenig verzoek van geheimhou ding ter inzage aan den bovenbedoel den predikant een „verklaring" overge legd, welke de gereformeerde leden der N. S. B., zoo noodig kunnen teekenen. Deze verklaring heet dan (volgens bedoelden secretaris zelf) opgesteld door denzelfden predikant, wiens naam reeds 'in gelijk verband zoo vaak genoemd is. De verkla ring luidt aldus: „Ondergeteekende, wonende te lid der Gereformeerde Kerk aldaar, verklaart bij deze, dat hij niets voor zijn rekening neemt, wat in officieele of offi cieuze geschriften der N.S.B. zou voorko-- men in strijd met Gods Woord en de Ge reformeerde Belijdenis en dat zijn lid maatschap der N. S. B. dit ook niet eiseht of onderstelt. Tevens verklaart hij, dat zijh belofte als N. S. B.-er hem geen \eiplich tingen op legt, die in strijd zouden zijn met Schiift en Belijdenis voornoemd en dat, indien dit zou voorkomen, bijl zijn belofte vervallen zou achten. Hij betuigt het recht van den Kerke- raad te erkennen, om hem te ondervragen, te onderwijzen en uitspraak te doen over zijn leer en leven op grond als boven, waarbijl hij zich aan het oordeel van den Kerkeraad belooft te 'onderwerpen met be houd van beroep op meerdere vergaderin gen." Wie deze verklaring inziet, zal moeten toegeven, wat wij enkele weken geleden schreven, dat hier met een passe-partout gewerkt wordt. De kérken worden ver maand, elk geval speciaal te bezien, maar de kerkeraden, die dat doen willen, wor den schaakmat gezet met dergelijke ver klaringen." Tot zoover de „Reformatie". De leiding van de N. S. B. is waar schijnlijk van meening, dat door een alge- meene verklaring als deze, de bezwaren tegen de N.S.B. voor ben die wenscben vast te houden aan Gods Woord, als weg genomen kunnen worden beschouwd. Dit is evenwel een misvatting. Een beweging als de N.S.B. moet naar haar eigen beginselverklaring worden be oordeeld. En wie zulk een beweging door zijn lidmaatschap' steunt, verklaart daar mede, met die beginselen in te stemmen en de toepassing daarvan te willen bevorde ren. Dat is toch iets wat vanzelf spreekt. Een verklaring dat men betgeen in de geschriften der N! S. B. in strijd is met Gods Woord niet voor zij'm rekening neemt ook al is die dan door een pre dikant der Geref. Kerken gedicteerd verandert daaraan niets. Welnu, in de beginselverklaring van de N.S.B. wordt o.m. duidelijk uitgespro ken dat ziji de vrijheid van de kerken om Gods Woord te prediken en het recht van de ouders om hunne kinderen naar den eisoh van Gods Woord te onder wijzen niet erkent, maar dat zij die vrijheid slechts wil eerbiedigen voorzoover de eenheid van den Staat, zoo als de N.S.B. die wensebt, daardoor niet in gevaar wordt gebracht. Voor de propageering en de eventueele toepassing van dit beginsel zijn alle le den van de N.S.B. mee verantwoordelijk. Een verklaring, dat het lidmaatschap zulks niet eischt of onderstelt, verandert hierin niets. De opmarsch der Italianen in het Zuiden. Rust in het Noorden. Men is te Addis Abeba, niet minder dan elders verrast door den snellen op- mansch van de troepen van generaal Graziani in het Zuiden. De Italianen zijn blijkbaar, toen zij door bet slechte weer opgehouden werden, verontrust door de mogelijkheid die daardoor voor de Abes- syniërs ontstond om hun bewapening eenigszins op peil te brengen en hebben op eens grooten haast gemaakt. Indien de verdedigingswerken van Daggaboer niet gereed zijn, zoodat de Italianen ook deze stad zonder grooten tegenstand kunnen nemen, ziet bet er voor de Abessyniërs inderdaad wel zeer pijnlijk uit, want dan zal Harrar nauwe lijks meer te houden zijn. Hiermede zou het gëheele Abessynsche plan voor de verdediging van het Zuiden te niet ge daan zijn. Reuter meldt uit Rome: De snelle opmarsch van de Italiaan sche troepen wordt verklaard door bet feit, -dat zij 'den vijand achtervolgen. D'eze achtervolging wordt bewerkstel ligd door kleine detachementen, onder commando van kolonel Maletti. De achtervolging begon onmiddellijk na de inneming van Gorrahei; hierheen leidt een goed begaanbare weg en de Abessynen vluchten met auto's. Vermoedelijk zullen de Abessynen geen tegenstand bieden vóór de lijn Harrar Djiboeti. Volgens te Asmara ontvangen berich ten van het front zijn de Italiaansche troepen van generaal Graziani de laatste week meer dan 100 K.M. in de richting van Jijiga, „de eerste étappe op den weg naar Harrar" opgerukt. De voorhoede van het Italiaansche leger heeft 240 K.M afgelegd in drie dagen. Langs het geheele Tigre-front worden op het O'Ogenblik de verkenningen voort gezet, teneinde het terrein te zuiveren en een nadering van den vijand te beletten. Van het Noordelijk front worden geen groote bewegingen gemeld. D'e Italianen gaan daar blijkbaar voort hun stellingen te consolideeren. Verder worden er nog tal van kleine gevechten gemeld met Abessynsche troepen in bet Tigré-g'ebied. Uit Asmara wordt door D. B. N. ge meld: Van bevoegde Italiaansche zijde en door buitenlandsche journalisten die uit Makalle te Asmara zijn aangekomen, na den geheelen opmarsch tot voorbij Ma- kalle te hebben meegemaakt, wordt ver^ klaard, dat alle in de buitenlandsche bla den gepubliceerde berichten uit Addis Abeba over bloedige gevechten bij Ma- kalle en over de herovering van 'deze plaats door de Abessynen, geheel verzon nen zijn. Slechts twee botsingen hebben tijdens den opmarsch plaats gehad, de eerste op 5 November ten Zuiden van Hausien, j waar de troepen van Pirzio Biroli opruk ten en waar bij een hevig gevecht met ongeveer 500 Abessynen twee Askari- onder-offieieren werden gedood, en een hr tenant zoo ernstig werd gewond, dat hij korten tijd daarna overleed. Bij dit gevecht, dat eindigde met de vlucht der Abessynen werden 9 man ge regelde en 61 man ongeregelde troepen gevangen genomen. De tweede botsing had dicht bij Ma- kalle plaats, aan 'den vooravond van den intocht der Italiaansche troepen. Ras Goegsa, die aan de zijde der Ita lianen mede oprukte had een kleine pa trouille vooruit gezonden, welke in ge vecht geraakte met Abessynen. Bij dit ge vecht zijn aan elk der beide zijden twee dooden en eenige gewonden gevallen. De bezetting van Makalle geschiedde zonder eenigen tegenstand. Te Addis Abeba concludeert men uit een aantal feiten, dat de Italianen hun opmarsch op bet Noordelijk front voort zetten. Blijkbaar is Antoia thans het eer ste doel. Hoewel de verbinding tusschen de hoofdstad en het Zuidelijk front voEedig is verbroken, omdat tengevolge van de bezetting van Gorahai het radiostation buiten werking is gesteld, heeft men in de Abessynsche hoofdstad den indruk, dat de Itatiaansehe divisies haar op marsch naar Jijiga in zeer snel tempo voortzetten. Mussolini aan het woord. Geen wonder, dat na de Italiaansche sucessen der laatste dagen Mussolini zichzelf niet meer is. Hij heeft gisteren ter gelegenheid van den 66sten verjaar dag van koning Victor Emanuel EU, een troepenparade geïnspecteerd. Alle wa pens waren vertegenwoordigd en in het geheel waren ongeveer 20.000 man op de been. Na de parade hield de duce van het balcon van (Het Palazzo Venezia de vol gende korte toespraak: „Gij ziet slechts een klein deel van de Italiaansche" strijdmacht in het begin van bet 14e fascistische jaar. D'eze strijdmacht is met al haar wapen- soorten, doch vooral met haar geest, be reid om de belangen en de waardigheid van Italië in Europa, Afrika en overal waar het noodig mocht zijn, te verdedi gen. In één maand zijn twee oude rekeningen vereffend. D'e rest zal nog komen." Het is wel merkwaardige taal op den zelfden dag, waarop in vele andere lan den de wapenstilstand van 1918 werd herdacht. Italië protsteert tegen de sanctie maatregelen der Volkenbondsstaten. D'e Italiaansche regeering heeft een nota doen toekomen aan haar diploma tieke vertegenwoordigers in alle staten, die deel nemen aan de sanctiemaatrege len. In deze nota, die reeds in het bezit der verschillende regeeringen is, wordt zeer uitvoerig geprotesteerd tegen de toe passing der sancties. Op grond van particuliere berichten uit Italië verwacht men te Londen, dat op den dag van het in werking treden van de sancties, dat de regeering te Rome niet alleen een embargo zal uitvaardigen op de producten uit de „sanctie-landen", doch ook dat de bestaande handelsver dragen met die landen zuUen worden opgezegd. Ook te Parijs zijn dergelijke be richten ontvangen. Het verluidt daar, dat de door ItaHë beoogde represailles zeer scherp zullen zijn. De diplomatieke besprekingen. In welingelichte kringen acht men het mogelijk, dat de Britsche ambassadeur te Rome, Sir Eric Drummond, binnenkort opnieuw een onderhoud met Mussolini zal hebben. Het Italiaansche gezantschap te Berlijn spreekt officieel het bericht tegen, bewe rend dat Aloisi zich dezer dagen naar München zou hebben begeven. WAPENSTILSTANDS-HERDENKING. Te Parijs. Parijs vierde den verjaardag van den wapenstilstand met bijzondere geestdrift. Om 9 uur werd het défilé geopend. Oudstrijders, reserve-officieren, de leerlin gen van de verschillende scholen, leden van vereenigingen enz. defileerden voor bij het graf van den Onbekenden Soldaat. De steen op het graf was geheel bedolven onder de bloemen. Vervolgens kwamen het diplomatieke corps in groot uniform, de militaire atta- ché's enz. de laatste eer bewijzen. Tenslotte arriveerden nog de president der republiek, de ministers en de voor zitter van de kamer. Om klokslag elf uur roffelden de trom men, als voorspel voor het hoornsignaal „Aux Mortas", na een kanonschot. Dan volgde de minuut stilte. De vanen groetten, allen stonden onbeweeglijk, de troepen presenteerden het geweer. Een tweede kanonschot kondigde het einde van de minuut aan. Vervolgens de fileerden de troepen. De dag is in geheel Frankrijk zonder incidenten verloopen. Te Brussel. De verjaardag van den wapenstilstand is te Brussel met de gebruikelijke plech tigheid herdacht. De herdenking speelde zich in hoofdzaak af bij het graf van den Onbekenden Soldaat. Uit alle deelen des lands en zelfs uit den Congo en uit Parijs, waren door oud strijders brandende fakkels aangebracht als symbool, dat de herinnering aan hen, die voor het vaderland zijn gesneuveld, onverflauwd blijft voortleven. Oudstrijders defileerden langs den Con greskolom, waar tal van bloemstukken werden neergelegd. Om elf uur werd één minuut stilte in acht genomen en kwa men de koning en prins Karei even eens bij het graf, waar zij een eere-saluut brachten. De Vlaamsche oud-strijders onthielden zich in de meeste gevallen van deel neming aan de ceremoniën. „De Schelde" schreef dat de dag van den wapenstilstand voor de Vlamingen geen dag is van onvermengde vreugde; zeker, er werd op 11 November 1918 een einde gemaakt aan het weergaloos bloed vergieten, doch de Vlamingen hadden ge hoopt, dat dit zou geschieden door een vrede bij vergelijk, zonder overwinnaar en zonder overwonnenen. „In plaats daarvan", aldus zoo vervolgt het blad, „is Versailles gekomen. Er heerscht geen vrede in Europa; de jong ste gebeurtenissen hebben duidelijk doen zien, dat vroeg of laat opnieuw een wereldoorlog moet uitbreken, hetgeen een gevolg is van den geweld-vrede en van de haat-politiek". Te Londen. Overal in Engeland en in de overige deelen van het Britsche rijk is gistermor gen om 11 uur nauwgezet een minuut stilte in acht genomen. Bij de cenotaaf had een aangrijpende plechtigheid plaats. Daar werd door den hertog van York als vertegenwoordiger van den koning een krars neergelegd. De koningin en andere leden van het Koninklijk Huis woonden de plechtigheid bij. De koning was om gezondheids redenen niet aanwezig. President Roosevelt spreekt. In geheel Amerika werden de gevalle nen in den wereldoorlog herdacht door 2 minuten stilte te 11 uur. Roosevelt hield een rede op het mili taire kerkhof van Arlington bij Washing ton. Het was voor de eerste maal sedert 14 jaar geleden, toen het graf van den onbekenden soldaat door president Har ding plechtig aan de natie werd over gedragen, dat weder een president der V.S. op deze plaats uiting gaf aan den vredeswil van het land. „De thans opgroeiende generatie, aldus Roosevelt, kent de verschrikkingen van den oorlog niet en weet niet, wat oorlog beteekent. De atmosfeer eener munitie fabriek en het heldendom op de slag velden schijnt haar een stimuleerende en welkome afwisseling na het dorre droef geestige bestaan, dat de moeilijke tijden van thans met zich brengen. Het Amerikaansche volk zal echter aan deze illusie niet ten offer vallen, want het weet, dat op de geestdrift en de kort stondige welvaart van den oorlogstijd on verbiddelijk de economische en sociale ineenstorting volgt voor hen, die den oor log overleven. Amerika zal daarom zijn werk voor den wereldvrede voortzetten, doch natuurlijk tegelijkertijd zorg dra gen voor een voldoende verdediging zijner grenzen te land, ter zee en in de lucht." Stratosfeertocht. Na een gevaarvollen tocht hebben de Amerikaansche stratosfeervaarders kapi- Albert W. Stevens en kapitein Orvil An derson met bun ballon „Explorer II" een nieuw wereldjhoogterecord gevestigd door in ruim vier uur tot op 22.612 M. hoogte te stijgen. Het vorige record van 22.000 meter werd bereikt door den Russischen ballon „Sirius", welks inzittenden echter bij de daling verongelukten. De „Explorer II" beeft in den namid dag te White Lake in Zuid-D'akota een vlotte landing gemaakt. De staat als huwelijksbemiddelaar. In het tijdschrift van den Bond van Duitsohe geneesheeren verklaart Dr Thiele dat de strijd tegen bet ter wereld bren gen van erfelijk belasten niet alleen nega tief, maar ook positief moet worden ge voerd. De regeering heeft daarvan ook wel blijk gegeven door bet verleenien van huwelijksvoorschotten. Dit is evenwel niet voldoende. Een groot aantal jonge meis jes, die gaarne wiUen trouwen en daartoe ook geschikt zijn, blijven ongetrouwd als gevolg van de buivering, die vele jonge mannen voor bet huwelijk koesteren, en vele jonge mannen, die niet afkeerig van een huwelijk zijn, hebben geen gelegen heid geschikte meisjes te leeren kennen. De beroepsmatige huwelijksbureaux gaan van verkeerde gezichtspunten uit en daar- Binnenland. Minister Colijn verdedigt zijn beleid in de Tweede Kamer. De beteekenia van de zijdeteelt voor ons land. Dé Tweede Kamer over het Perkpolder- plan. Buitenland. Verdere opmarsch der Italianen in Abes synië. Italië protesteert tegen de sanc ties. Schipbreuk bij de Philippijnen. De herdenking van den wapenstilstand van 1918. om moet de staat zelf 'de huwelijksbemid- deüng ter hand nemen. Op de 'bureaux van den burgerlijken stand moesten lijis- ten liggen, waarop trouwlustige jonge mannen en vrouwen him namen kunnen zetten. De strijd der Belijdeniskerk in Duitschland. De Berlijnsche correspondent van de Neue Züricher Ztg. meldt, dat de door de Belijdenisbeweging gestichte theologische hoogeseholen te Wupperthal en Berlijn- D'ahlem van staatswege, en wel op bevel van den rijksminister van onderwijs, zijn opgeheven. Dit ingrijpen heeft de spanning tus schen de Belijdeniskerk en de staat aan zienlijk verscherpt en alle geestelijken van de Belijdeniskerk hebben van de leiding opdracht gekregen, elke medewer king aan de provinciale kerkcommissie die minister Kerrl heeft ingesteld, te wei geren. Schipbreuk aan de Philippijnsche kust. Op de rotsachtige kust van het grootste der Philippijnsche eilanden, Luzon, is het Engelsche stoomschip Silver HazeU gisteren op de rotsen geloopen en in tweeën gebroken. Het achterstuk is ver dwenen; op bet voorstuk zitten de 50 man der equipage benevens de 5 passa giers, onder welke zich 4 vrouwen bevin den, te wachten tot zij er kunnen worden afgehaald. Een snelle- Amerikaansche to-r- pedoboot is uit ManiHa vertrokken, maar ook een Spaansch schip is in de nabij heid om de schipbreukelingen op te pik ken als ook bet voorstuk zou dreigen te zinken. Door den hevigen storm moeten de schepen die hulp willen bieden, ten min ste op 500 M. afstand blijven ten einde niet zelf op de rotsen te pletter te wor den geslagen. Voorloopig is er echter geen gevaar dat ook het voorstuk, dat vrijwel klem zit tusschen de rotsen, zin ken zal. Nader wordt gemeld, dat de pogingen om de s'chipbreukeüngen te redden, nog geen succes hebben gehad. Dóór de hoog'e zee was het onmogelijk de opvarenden die zich op een klein rots eiland bevinden af te halen. Het schip is reeds 2V2 dag gèleden gestrand, zoodat de schipbreukelingen zich reeds al dien tijd in deze weinig benijdenswaardige po sitie bevinden. Korte Berichten. Te Goslabr is Zondag de „rijksboe- rendag", het jaarlijksche congres van den boerenstand gehouden. Minister Darré beeft er het woord gevoerd en de voedsel voorziening in bet Duitscbe rijk gepre zen. Ook de bo-tervoorziening? In geheel Italië wordt scherp opge treden tegen onrechtmatige prijsstijgin gen. In talrijke steden zijn winkels ge sloten wegens overtreding van de voor schriften inzake de prijzen. D'e eigenaars van dergelijke zaken worden terstond als lid van de fascistische partij geschrapt. In officieele kringen te Londen wordt ontkend, dat tusschen Rome, Parijs en Londen onderhandelingen zijn geopend inzake een verbond van wederkeerigen bijstand in de Middellandsche Zee. De „Times" meldt dat de editie van Vrijdag te Berlijn in beslag is genomen op bevel van de geheime politie. Als re den werd opgegeven een artikel over ern stige anti-Joodsche maatregelen, welke in Duitschland zijn genomen sedert de goedkeuring van de Neurenbergsche wet ten. In de fabriek van spoorwegrijtui gen van de firma Ganz te Boedapest, heeft bij het vullen van een grooten ketel met vloeibare lucht een ontploffing plaats gehad, waardoor zeven arbeiders ernstig1 werden gewond. Enkelen hunner verkee- ren in levensgevaar. Op een straatweg even buiten DUs- seldorp is een auto tegen een muur gere den, waarbij de drie inzittenden werden gewond. Een achter deze auto rijdende wagen waarin zich elf personen bevon den, kwam tegen een boom terecht, waar bij alle inzittenden werden gewond. De veertien gewonden zijn naar een zieken huis overgebracht. Negen hunner konden intusschen huiswaarts keeren.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1935 | | pagina 1