Mcoffie
(LyseNdyk
CEEL merk
DE ZEEUW
DIE HEN BUU
HEEL LEKKER VINDT
TWEEDE BLAD
Uit de Provincie.
FEUILLETON
Eindelijk vereenigd.
hield van hem. Men zou veel voorkomen
hebben, als men hem bijtijds bij zijn jas
had gepakt.
Dhr S t r a u b uit Kloetinge begrijpt
niet, waarom het hoofdbestuur niet aan
Kloetinge, dat voor het nazien der reke
ning was aangewezen, gevraagd heeft of
zij deze al gezien had.
Dhr D i r k s uit Zierikzee meende, dat
er een veel beter contact zou bestaan tus-
schen voorzitter en secretaris, als deze
wat dichter in eikaars buurt woonden en
dan elkaar af en toe toe eens wakker kon
den schudden.
Dbr D u i n -k e r uit Tholen zeide nu al
leen nog afbrekende woorden te hebben
gehoord. Het gaat nu toch om de toekomst
en daarom dringt spr. aan op een verze
kering tegen fraude en diefstal.
Spr. meent, dat men het quotum niet
-moet verho o-gen, maar moet trachten
vrijwillige giften te krijgen en verder
wachten op hetgeen ouders en nabe
staanden zullen willen bijpassen.
De heer Dr Orbaan uit Middelburg,
vertegenwoordiger in het bestuur van de
Provinciale vereeniging tot bestrijding der
l.b.c. zeide, dat men nu toch feitelijk is
gaan spréken over een openingsrede,
waarin toch geenszins alle schuld van
anderen is ontkend. Spr. is het er ook
volkomen mede eens, dat men te goed van
vertrouwen is geweest. Men heeft ten
slotte alles gedaan om den secretaris te
bereiken, maar bet was aanvankelijk on
begrijpelijk dat men niets van hem hoorde
er was ten slotte geen contact meer met
hem te krijgen.
Na nog enkele opmerkingen uit de ver
gadering, zeide de heer B e ij e r m a n,
secretaris der algemeene vereeniging, dat
de Zeeuwsche vereeniging het zelfde heeft
ondervonden als andere provinciale ver-
eenigingen, n.l. het verkeerde van het
stelsel, dat een afdeeling de boeken van
den penningmeester naziet. In Limburg
was er destijds een tekort van f 60.000.
Spr. zelf was destijds penningmeester in
Drenthe en stond met klem op een be
hoorlijke controle. Het afdoende middel
is een accountantsonderzoek van boeken
en kas. Men zal uit 'heti gebeurde een les
trekken en zeggendat zal nooit meer
gebeuren. Men moet nu echter stoppen
met critiek, maar samen opbouwen, op
dat het mooie werk, opgekomen uit het
particulier initiatief kan worden voort
gezet.
De heer Meulenberg uit Ellewouts-
dijtk meende nog, dat als er in Mei ver
gaderd moet worden, het wel eigenaardig
is, dat men wacht tot September om bij
den secretaris aan te kloppen. Spr. be
pleit 'het gescheiden houden van de be
trekking van secretaris en penningmees
ter.
Men stapte nu van het eerste punt af.
Nu was het woord aan den waarnemen-
den secr.-penningmeester, den heer P. L.
Abrahamse uit Vlissingen, die een
uitvoerig rapport uitbracht over hetgeen
hij naar aanleiding van gedrukte jaarver
slagen en van de bescheiden, die de fa
milie toezond te weten is kunnen komen,
't Bleek, dat er reeds geruimen tijd eigen
aardig met name met de reserve is om
gesprongen. Ten slotte bleek er
met geraamde rente een te
kort van f 5525.50.
Een Rijksaccountant, die naast
den heer Abrahamse de 'bescheiden ge
controleerd had verklaarde zich geheel
accoord met het rapport, alleen kwam
hij tot een andere rente-berekening,
en dan tot een tekort van f 5358.84, dat
nu werd aangehouden.
■Op een vraag van mej. Callenfels
uit Middelburg, waar betaald kan worden
door den afdeelingspenningmeester, luid
de het antwoord, dat nog vele afdeelin-
gen betalen moeten en dat dit kan gebeu
ren bij den heer Abrahamse.
Uit de begrooting voor den tijd 1 Oct.
tot 31 December 1935 bleek er ontvangen
te zullen worden f2030 en uitgegeven
f 1547.
Onder applaus 'bracht de voorzitter
hulde aan den heer Abrahamse voor zijn
vele arbeid om licht in de zaak te bren
gen.
Het derde punt, n.l. om een kasgeld-
leening aan te gaan, werd toegelicht door
Dr Orbaan. Deze wees er op, dat de
loopende dienst ook volgende jaren wel
zal kunnen doorgaan zonder verlies. Het
gaat dus feitelijk alleen om verlies van
kapitaal. Als het kapitaal geen bestem-
Ingezonden Mededeellng.
ming had, dan kon men wellicht afwach
ten wat het contact met de familie, die
alles zal doen wat zij kan, zal opleveren.
Men 'kan dit niet vooruit zeggen, omdat
er'ook andere schulden zijn, maar er is
waarschijnlijk ook ten deele dekking voor.
Men zal dan ook alleen leenen als het
beslist noodzakelijk is. Maar de f 2000
voor den ontsmettingsdienst te Vlissingen
moet worden betaald. Verder is er direct
niet veel meer noodig. Verder kan men
bet aanzien en er is dan ook geen ver
hooging van het quotum dor afdeelingen
noodig.
De vergadering keurde goed, dat het
hoofdbestuur zal trachten ook zondor het
aangaan van een leening de zaken te
regelen.
Bij de nu volgende bestuursvergadering
kwam eerst aan de orde voorziening in
de vacature-Plugge, dus iemand uit Wal
cheren. Gekozen werd Dr G. Orbaan met
78 van de 83 stemmen.
Op een vraag van den voorzitter
zeide Dr Orbaan na eenige aarzeling een
candidatuur te hebben aanvaard. Het zou
niet juist zijn nu te weigeren het nau
wer contact met de vereeniging aan te
nemen.
De voorzitter wenschte niet alleen
Dr Orbaan, doch ook de vereeniging ge
luk met het nauwer aan zich verbinden
van een kracht als Dr Orbaan.
In de vacature van den secr.-penningm.
moest iemand uit Zuid-Beveland benoemd
worden. Bij 'de eerste stemming verkregen
de beeren mr van Dusseldorp 37, J. Nieu-
wenhuijse 27, A. de Lange 11 en J.
Straub 6 stemmen, bij de tweede vrije
stemming Mr van Dusseldorp 47, Nieu-
wen'huijse 23 en de Lange 5, zoodat Mr
R. M. van Dusseldorp, burgemeester van
Goes, gekozen was.
De voorzitter zeide ifc© weten, dat Mr
van Dusseldorp de benoeming zal aan
nemen.
Ds Beijerman wilde tegen het einde
van deze moeilijke vergadering nog eens
aandringen, evenals hij vroeger met wij
len Dr Plugge besprak, op meer samen
werking tusschen hoofdbestuur der Pro
vinciale vereeniging en de afdeelingen en
ook deze onderling. Dit is noodig.
Bij de rondvraag heeft Dr Ittman er
i nog op gewezen, dat men heit scbool-
artsen-instituut op het platteland nog
weer ter hand moet nemen.
Men bleef er bij, dat de vergadering in
1936 in Zierikzee moet plaats hebben en
zal rekening houden met de opening van
het nieuwe wijkgebouw aldaar in April
vermoedelijk.
Het quotum voor 1935 werd bepaald op
8 cent par lid, dus als vroeger.
Dr Ittman bracht ten slotte onder
applaus dank aan den voorzatter voor de
wijze, waarop hij deze vergadering had
geleid.
De heer D i e 1 e m a n dankte van zijn
zijde voor 'de wijze waarop de aanwezi
gen hem de leiding van de werkelijk niet
gemakkelijke vergadering hebben verge-
makkelijkst. Spr. hoopte ten -slotte allen
in Zierikzee weer -terug te zien.
Middelburg. Woensdagavond vergader
de de afd. Middelburg van den Ned. Ghr.
Vrouwenbond onder presidium van Mevr.
Brouwer. Dr A. Hijmans, arts te Rotter
dam, sprak over: „Huwelijk en Kinder
zegen".
Hoofdzaak in onze houding is, aldus
Spr., dat wij in ideplistischen zin het hu
welijk veel te hoog stellen; n.l. het huwe
lijk in de werkelijkheid van allen dag,
VAN
VRIJDAG 1 NOVEMBER 1935, Nr 28.
DE DEFENSIE-BEGROOTING.
Versohenen is het Voorloopig Verslag
der Tweede Kamer betreffende Hoofd
stuk VIII (Defensie) der Rijksbegrooting
1936. Wij lezen er o.a. in:
Verscheiden leden vroegen, welke rede
nen hebben geleid tot het ontslag van
minister Deckers als minister van De
fensie. Zij vreesden dat door dit ontslag
de continuïteit in heit defensiebeleid is
geschaad, wat naar zij meenden in
deze begrooting tot uitdrukking komt.
Het had de instemming van vele le
den, dat de regeering, blijkens de Troon
rede en de Memorie van Toelichting tot
dit ontwerp, in de gewijzigde internatio
nale toestanden aanleiding vindt tot het
treffen van bijzondere voorzieningen in
zake de verdediging van het koninkrijk.
Andere leden wilden er niet toe mede
werken, dat de minister m den waan zal
komen te verkeeren, dat de geheele volks
vertegenwoordiging en het geheele volk
roepen om meer bewapening.
Ten aanzien van de vraag, of het ge-
wenscht is over 'te gaan tot stichting van
een fonds om spoedig verbetering te bren
gen in den toestand, waarin het mate
rieel van de weermacht hier te lande ver
keert, gaven verscheiden leden voorshands
als hun meening te kennen, dat met de
stichting van zulk een fonds de juiste weg
niet zou worden bewandeld.
Verscheidene leden betreurden, dat de
voorzieningen in de maritieme defensie,
'voornamelijk ten behoeve van Ned.-Indië,
wellicht nog geruimen tijd op zich zullen
laiten wachten.
Verscheidene leden achtten de stijging
van 'de uitgaven voor de militaire lucht
vaart onrustbarend.
Afgezien van het voor de inspectie der
militaire luchtvaart uitgetrokken bedrag
over de noodzakelijkheid waarvan ook zij
gaarne nauwkeurig zouden worden inge
licht, had -de verhooging der uitgaven
voor de militaire luchtvaart de instem
ming van verscheiden andere leden.
Verscheiden leden drongen er op aan,
den aanmaak van materiaal zooveel mo
gelijk door de Nederlandsche nijverheid
te doen geschieden.
Verscheiden leden vestigden er de aan
dacht op, dart de regeering heeft toege
zegd, een onderzoek te doen instellen naar
den omvang van de particuliere
wapenfabricage hier te lande; zij
vroegen of dit onderzoek inmiddels heeft
plaait's gehad.
Gaarne zal men vernemen, welke
maatregelen zijn getroffen voor de ver
dediging van onze Zuidelijke en Ooste
lijke provinciën tegen vijandelijke inval
len.
Men vestigde wederom de
aandacht op het betreurens
waardige feit, dat zekere par
ticuliere werkgevers 'hun per
soneel plegen te ontslaan, wan
neer dit voor herhalingsoefe
ningen ond.er de wapenen
moet komen.
Verscheiden leden wezen op den groe
ten achterstand in den aanbouw van
nieuwe -schepen, zoowel voor de Indische
vloot als den algemeenen dienst. Deze
leden meenden, dat de ge
vechtskracht der vloot niet
zoo sterk is als ze 'behoort te
zijn. Inmiddels zien zij met belangstel
ling de nadere voorstellen van -den minis
ter inzake materieelverbetering -'tegemoet.
Van verschillende zijden werd lof ge
bracht aan de opvarenden van de K
XVIII.
Verse hei-den leden betreur
den de opheffing van het voor
oefeningsinstituut. Sommige
leden vestigden de aandacht op de rnede-
deeling van den Minister in de Tweede
Kamervergadering van 1 October dat het
corps onderofficieren van onze leger
macht ten eenenmale verouderd is. Zij
achtten de vraag gewettigd, of niet onver
wijld in het euvel van een vergrijsd corps
onderofficieren -moet worden voorzien.
Een verhaal uit het vroegere Rusland.
53) —O--
„Is dat alles!" zeide hij. op- spottenden
toon. „Ha, ha, ha! Dat was inderdaad
wel de moeite waard, om er zulk een
aanbod voor te weigeren, en dat nog wel
op een oogenblik, dat je van trouwen
sprak. Wees niet zoo kinderachtig. Neem
de pen op en schrijf aan den generaal, dat
je je bedacht hebt."
„Dat kan ik niet doen," zeide Serge met
vastberadenheid, „want ik zou de-zen post
niet aannemen, al was het mogelijk dien
zonder bedrog te verkrijgen. Ik zal tevre
den zijn met een plaats als onderwijzend
officier in een militaire school."
„De zoon van admiraal Batourine on
derwijzend officier!" riep zijn vader. „Dat
zal niet gebeuren, zoolang ik leef. Denk je
misschien dat -de oude Marline zijn doch
ter zal laten opsluiten in een militaire
school, nadat hij voor haar het vooruit
zicht heeft gehad van de schitterende za
len van het paleis?"
„Ge weet, vader," hernam Serge, „dat
de heer Marline de man niet is oan
Verscheiden leden vestigden er weder
om de aandacht op, -dat sedert het jaar-
lijksdh contingent dienstplichtigen werd
vastgesteld, de omstandigheden wel zeer
gewijzigd zijn. Is het tegenwoordig vast
gesteld contingent zoo vroegen deze
loden wel voldoende om te voorzien
in de behoeften der oo-rlogsorganisatóes?
Verscheiden leden vestigden de aan
dacht op de aanzienlijke uitbreiding van
het corps politietroepen. Zij konden niet
inzien, waarvoor deze uitbreiding noo
dig is.
Eenige leden vroegen of niet een aan
tal militaire hospitalen kan. worden op
geheven.
Verscheiden leden drongen er wederom
op aan, het loodswezen van het departe
ment van Defensie over te brengen naar
Waterstaat.
PROV. ZEEUWSCHE VEREENIGING
„HET GROENE KRUIS".
Een tekort van ruim f5350.
Benoeming van twee bestuurs
leden.
Donderdagmiddag heeft in de bovenzaal
van de Sociëteit „De Vergenoeging" op
de Markt te Middelburg een buitenge
wone vergadering plaats gehad van de
Provinciale Zeeuwsche Vereeniging „Het
Groene Kruis", voornamelijk in verband
met de gebeurtenissen der laatste
maanden.
De vice-voorzitter, de heer C. D i e 1 e-
man uit Tholen, heette in het bijzonder
welkom den inspecteur der Volksgezond
heid, Dr Bantjes en den secretaris-gene
raal der Alg. Ned. Ver. „Het Groene
Kruis", Ds Beijerman, en wees er op, dat
wij hier missen den jovialen toon, waar
mede immer nu wijlen de voorzitter zijn
openingswoord kruidde. Nu is dat voor
altijd verstomd, Dr Plugge is niet meer
Wij willen nog een stille hulde brengen
aan hem, die gedurende ruim 19 jaar de
leider der vereeniging is geweest.
Nadat de aanwezigen als teeken van
eerbiedige hulde eenigen tijd waren op
gestaan, wees de voorzitter er op, dat het
leven nu eenmaal zijn eischen stelt en
dus ook een vereeniging moet voortgaan,
al bracht de piëteit mede, dat de oor
spronkelijk bepaalde datum voor het hou
den van de algemeene vergadering eeni
gen tijd werd verschoven.
Maar toen het wat heel lang begon
te duren en eenig nader schrijven van
den secretaris omtrent de te houden ver
gadering maar steeds uitbleef en nie
mand anders iets van zich liet hooren,
heeft spr. zelf den schijnbaar afgebro
ken draad der gemeenschap gehecht.
Het bleek, dat de secretaris een door
spr. gewilde hoofdbestuursvergadering
heeft gesaboteerd, althans, dat hij de sa
botage in scène heeft gezet. Een onder
houd met den heer Abrahamse gaf hem
en spr. aanleiding op 21 September een
spoedeischende vergadering van het
hoofdbestuur te beleggen, waarop de
secretaris, ondanks een aangeteekend
dringende uitnoodiging, afwezig was,
doch in een verontschuldigend schrijven
zeide, dat hij stellig in een volgende
vergadering aanwezig zou zijn, om dan
te komen tot de volledige afwikkeling
der administratie. Als bij ingeving rees
snel de gedachte aan een malversatie
op monetair gebied.
Impulsief vormde zich bij den heer
Abrahamse de gedachte om zich en corps
te begeven naar Krabbendijke om daar
te beproeven den vogel, gelijk men dat
uitdrukt, op zijn nest te verrassen. En
thousiast ging het bestuur er heen, maar
terneergeslagen keerde bet terug, want
hij was gevlogen.
De verdaagde vergadering werd op 28
September voortgezet en ook toen had
de secretaris beloofd te komen met zijn
boeken en bescheiden, maar hij kwam
Ingezonden Mededeeling.
„Ba! bal ba!" viel de admiraal hem
in de rede, „wat doet je eensklaps de
grootheid dezer wereld verachten?"
„Het heeft den Heer behaagd," ant
woordde Serge met een ernstige, schoon
eenigszins bevende stem, „mij den rijkdom
zijner liefde te openbaren, -die kostbaarder
is dan alle aardsche eer. Het is nu mijn
eenige begeerte mijn leven te wijden aan
bet verkondigen van Zijn genade."
Er volgde stilte, een stilte, gelijk aan
die, welke een groote uitbarsting voor
afgaat. De admiraal was sprakeloos van
verbazing.
„Is het zoo?" riep hij eindelijk met een
stem, waaruit evenzeer wanhoop als
toorn sprak. „Ik had het moeten verwach
ten. Ze hebben mijn zoon bedorven, zoo
als vroeger mijn. vrouw!"
Hij stond op en liep een oogenblik heen
en weer door de kamer, met gebogen
hoofd en gebalde vuisten; vervolgens voor
Serge stilstaande, zeide bij:
„'Je zult dadelijk aan generaal N.
schrijven, ofje zult geen nacht
meer onder dit dak vertoeven."
Deze woorden waren met een doffe
stem uitgesproken, waarin zich verkropte
woede liet hooren.
„Vader, ik smeek n!" riep Serge.
„Schrijf nog vanavond," herhaalde de
admiraal, ofen hijl wees naar de
deur.
weer niet. Dr Orbaan had bij informatie
bij een jurist vernomen, dat het bestuur
met het bezoek aan Krabbendijke cor
rect had gehandeld.
Men begreep nu, dat er in de admini
stratie een onregelmatigheid school, al
kende men door het ontbreken van elk
gegeven de juiste toedracht niet. Op ad
vies van Mr Adriaanse werd tot den
secretaris een schrijven gericht, een ul
timatum om hem een laatste kans te
bieden de geheimzinnige zaak tot klaar
heid en het zakelijk beleid tot afwikke
ling te brengen. De meening werd ge
opperd, dat een speciale vriend hem nog
eens op het verkeerde van zijn hande
ling zou kunnen wijzen, en daarom richt
te spr. een privé en confidentiëel schrij
ven tot hem, dat hem echter niet meer
bereikt heeft, doch dat in handen is ge
komen van de familie. Voor den inhoud
heeft de schoonzoon spr. nog zijn erken
telijkheid betuigd.
Een minnelijke schikking leek de meest
gewenschte oplossing, omdat een gerech
telijke inmenging wel den persoon van
den secretaris zou kunnen treffen, maar
geen waarborg gaf, dat men op de gel
den de hand zou kunnen leggen. En juist
in dit onderdeel dezer zaak lag voor het
bestuur het zwaartepunt.
De ontknooping van de zaak had een
vlugger verloop dan men zich bad voorge
steld, doch bet resultaat was verbijste
rend, toen do tijding werd vernomen, dat
de secretaris op den dag, waarop bet be
stuur hem in conferentie te Middelburg
verwachtte, de wijk bad genomen naar bet
buitenland. Na vele omzwervingen heeft
bij zich tenslotte aan de wrekende hand
der aardsche gerechtigheid onttrokken.
Onwillekeurig gaat bet menschelijk gevoel
met deernis uit naar zijn zwaar beproefde
kinderen en hoog bejaarde ouders, op
wier hoofd de schande neerkomt, -die de
vader en zoon niet beeft durven dragen
en op laakbare wijze van zich beeft ge
worpen.
Intusscben is met volle medewerking
van -den schoonzoon door beschikbaarstel
ling van de gevonden bescheiden een beeld
kunnen geschapen worden, dat vrijwel de
werkelijkheid nabij komt.
Komende tot de schuldvraag zeide spr.,
dat het geheele beleid van den penning
meester werd gevoerd in een sfeer van
vertrouwen. Bij wien is ooit de gedachte
opgekomen aan een monetaire onrecht
matigheid in het beleid van iemand als
de secretaris penningmeester? Er was
geen zweem van wantrouwen, totdat men
opeens op bet aller onverwachts en als
met lamheid geslagen voor het naakte feit
kwam te staan.
Het is wel weer gebleken dat men moet
leven volgens de spreuk: „Wees vertrouwd
en vertrouwt niemand".
Spr. vertrouwde op een rustige en be
zadigde wijze van behandeling der kwes
tie, die een zeer donkere schaduw op de
vereeniging werpt.
Spr. vroeg machtiging om dit jaar geen
bestuursleden periodiek te doen aftreden,
maar daarmee te wachten tot het volgende
voorjaar.
Vanwege de rechtbank is een juridisch
bewindvoerder aangesteld o-m te kunnen
vaststellen welk aandeel tot het deficit aan
de vereeniging kan ten deel vallen.
D'hr F r e 1 i e r uit Krabbendijke ont
kende, dat alleen den secretaris-penning^-
meester schuld treft. Als men zegt, dat
ook reeds voor 1933 de zaak niet in orde
was, dan ligt dit toch ook aan hen, die
dit niet zagen. Spr. betreurde het, dat er
reeds zoo spoedig na het verdwijnen in
een courantenbericht over fraude werd
geschreven. Toen leefde de secretaris nog,
al weet spreker niet of hij bet nog gelezen
beeft. De laatste jaren was hij zichzelf
niet meer.
-Dbr I t t m a n n uit Brouwershaven
zeide, dat men niet voldoende heeft nage
gaan of -het geld overeenkomstig het re
glement rentegevend werd 'belegd. D© se
cretaris was de hoofdschuldige, maar ook
de algemeene vergadering en bet hoofd
bestuur gaan niet vrij uit.
De voorzitter zeide, dat het be
richt in de pers niet van het hoofdbestuur
uitging.
Dhr F r e 1 i e r zeide, dat de secretaris
een zwaar kruis te dragen heeft gehad.
Zoo zag hij zijn school, van een met zes
leerkrachten in 20 jaar tot een éénmans-
school terug lo-open. Dit mag niet alles
vergoelijken, maar ieder te Krabbendijke
„Ik kan niet schrijven," zeide Serge -op
een toon, die van een onwankelbaar be
sluit getuigde.
De generaal schoot woedend met opge
heven hand op zijn zoon toe. Er had een
vreeselijke worsteling in Serge's ziel plaats.
Ditmaal kreeg de vijand de overhand. Het
was te veel voor zijn hoogmoed. Met
een gloeiend gelaat en bewogen stem
riep bijl:
„Gij vergeet, dat ik geen kind meer
ben. Ik ben meerderjarig en bijgevolg
meester van mijn handelingen."
„Het is dus niet genoeg, dat ik bij
mijn onderhoorigen wederspannigheid
ontmoet, mijn zoon zelfs verzet zich tegen
zijn vader. Ga uit mijn oogen!"
Serge ging inderdaad de kamer uit,
maar zooals Petrus naar buiten was ge
gaan, nadat hij zijn Meester verloochend
had. Hij ging naar buiten en weende.
In den gang ontmoette hij Tatiana, die
aan de deur geluisterd had en bevende
naar hem toekwam; maar hij zond haar
met een wenk weg, en liep naar zijn
eigen kamer, waar hij zich opsloot.
Dezelfde jonge man met het driftig
karakter, die zooeven zijn vader in het
aangezicht weerstaan had, wierp zich op
de knieën en schreide als een kind. Hij
was inderdaad diep gevallen. Al had hij
niet zooals Petrus zijn Meester verloo
chend, al had hij zich niet geschaamd
zijn geloof te belijden, hij had toch den
naam, dien hij droeg, bezoedeld door drif
tig te worden en zijn vader niet met den
verschuldigden eerbied te behandelen;
hij had zich een onwaardig discipel ge
toond van een Meester, die zachtmoedig
wa§ en nederig van hart.
De tranen van Serge waren toen als
die van Petrus, tranen van berouw. Na
dat hij zich vernederd had voor zijn
hemelschen Vader, stond hij op, om zich
te vernederen voor den aardschen vader,
dien hij beleedigd had. Deze was niet
meer in de eetzaal. Serge klopte aan de
deur van zijn kamer, en geen antwoord
krijgend, ging hij naar binnen. Zijn vader
zat met den rug naar de deur gekeerd.
Hij schreef een brief.
„Vader", zeide Serge op verlegen toon
„ik ben oneerbiedig jegens u geweest. Ik
vraag er u vergeving voor."
De grijsaard keerde zich om, en wierp
hem een blik toe, waarin verbazing en
ongeloovigheid vereenigd waren. Nog
nooit had zijn zoon hem vergeving ge
vraagd.
„Je bekent dat je ongelijk gehad hebt",
zeide hij op minachtenden toon. „Indien
jij wilt, dat ik aan je berouw gelooven
zal, schrijf dan aan generaal N.; hier is
papier."
„Ik bekend, dat ik ongelijk, ja groot
ongelijk gehad heb, om tegen u te spre
ken, zooals ik gedaan heb. Ik heb er
oprecht berouw over, maar ik kan niet
op mijn besluit terugkomen... ik kan niet
aan generaal N. schrijven."
„In dat geval weet ik niet wat ik van
je berouw denken moet. Een mooie gods
dienst, die je leert ongehoorzaam te zijn
jegens je vader! Pak je goed... je zult
morgen naar Gorochino vertrekken."
Serge boog het hoofd en verliet de
kamer. Het ware nutteloos hiertegen iets
in te brengen. Het besluit van zijn vader
stond vast. Zijn eigen verkeerdheid had
hem zelfs het recht ontnomen zijn mede
lijden in te roepen.
Den volgenden morgen stond hij vroeg
op, kleedde zich, en schelde om Fedor,
Inplaats van deze verscheen Tatiana op
den drempel der deur.
„Laat mijn koffer hier brengen", zeide
hij kortaf.
„Maar", zeide Tatiana met een be
zorgd gelaat, „wat beteekent dit alles?
Zijne Excellentie is gisterenavond erg
boos geweest; men heeft u verdriet aan
gedaan. Daarom wilt gij vertrekken."
„Mijn vader zendt mij naar Gorochino",
antwoordde Serge; „ik kan u niet uit
leggen waarom. Ik moet met den snel
trein van vier uur vertrekken."
(Wordt vervolgd.)