DE ZEEDW TWEEDE BLAD Staten-Generaal FEUILLETON. Eindelijk vereenigd. Stukken voor den Gemeenteraad van Goes. Trad de Volkenbond nu niet op, hij hadde zijn reden van bestaan verloren. Maar voorzichtigheid is noodig. De regeering meent terecht, dat Neder land zich ten deze niet op den voorgrond moet stellen. Maar heeft de regeering naar deze opvatting altijd gehandeld? Het valt te betwijfelen. Dat zoovele staats lieden invloed hebben geoefend op den minister om de commissie te presidee- ren, was wel heel doorzichtig. Niemand wilde de kastanjes uit het vuur halen. Waarom heeft de minister te Genève niet het initiatief aan anderen gelaten met betrekking tot het amendement in zake loopende contracten? Ware het voorts niet tactisch juister geweest, als de regeering zich er toe had bepaald, de bevoegdheden te vragen, die zij aan stonds noodig heeft7 Als het werkelijk mogelijk ware, via den Volkenbond de Statenanarchie te be teugelen, zou spreker dit van harte toe juichen. Spreker hoopt, dat wat nu ge schiedt, een stap is in de goede richting, maar hij kan zich met den besten wil niet opwerpen tot de uitbundige geest drift, in de Tweede Kamer en in de pers getoond. De heer Briët (A.R.) zal voor het wetsontwerp stemmen, omdat het in het belang van ons land is. Spr. hoopt, dat het niet ongeoorloofd is, zich door het belang van ons land te laten leiden. Spr. zal stemmen voor het wetsontwerp maar zonder geestdrift en zonder groote verwachtingen. De heer Van Lanschot (R.-K.) merkt op, dat wij ons niet moeten laten: influenceeren door sympathie of anti pathie jegens het fascisme. Wij moeten niet den schijn op ons laden, van de sancties te willen gebruiken als wapen tegen het fascisme. Anderzijds kant de N.S.B. zich tegen elke sanctie omdat het gaat tegen een fascistischen staat. Da zaak worde behandeld naar haar eigen, merites. Nederland heeft, door tot den Volken bond toe te treden, een offer gebracht, maar het heeft er iets voor in de plaats gekregen, n.l. collectieve veiligheid. Da Volkenbond wordt nu aan een kracht proef onderworpen. Zou hij nu niet op treden, dan zou het gedaan zijn met d.e collectieve veiligheid. Nu er zooveel over het benzineverbod te doen is geweest, vraagt spreker, of het niet wenschelijk is, dat bekend wordt, wat er ten deze is geschied, opdat de ver keerde indruk worde weggenomen? Ziet spreker goed, als hij constateert, dat de doorvoer vrij blijft? De heer Van Citters A.-R.) zegt, dat wij gelukkig nog behooren tot de landen, die de waarde van hun hand- teekening beseffen. Wij moeten onze ver plichtingen nakomen, al zal het gevolg der sancties misschien slechts zijn een beperking van onrecht en niet een har- stel van het recht. De heer A n e m a (A.R.) zegt, dat als een zwak volk wordt overvallen door een groot land, de gedachte rijst, dat er een macht moet klaar staan om 'het onrecht goed te maken. Bekijkt men de zaak van dit standpunt, dan is de vertooning wei nig verkwikkelijk. Bij' het conflict Japan- China stelde de Volkenbond zich tevre den met een protest. Nu doet hij een daad. Maar Amerika laat de zaak blauw- blauw en Japan en Duitschland zien het gebeurde eerder met plezier aan dan met afkeuring. Wat Genève nu doet, is een mengsel van eigenbelang en rechtsbesef. Dit alles is misschien niet verkwikkelijk. Wij zou den allen wel militaire sancties willen, maar als zij ontaarden in een wereldoor log, zou de toestand ng erger worden dan. hij nu is. Maar men vergelijke eens de stemming, die nu te Genève besrtaat, met die van de eerste vredesconferentie. Ook toen werd een kleine staat door' een groo'ten overvallen. Ook toen brieschte de wereld van onrecht. Maar men hoorde slechts kreten in de pers. Thans gorden zich vijftig staten aan om gezamenlijk maatregelen te nemen. Dan is er geen reden om sceptisch te zijn. Men moet de dingen zien in de lijn der 'historie., Dan begrijpe men, dat misschien nog nooit in zoo korten tijd een zoo groote vooruit gang is verkregen. Driehonderd jaren heeft men beproefd een stelsel om den vrede te bewaren door handhaving van een staatkundig evenwicht. Dit stelsel is ■vastgeloopen in den wereldoorlog. Een 'verkeerde leer, het machtsevangelie, heeft de wereld geruïneerd. Zij moet plaats maken voor een rechtsorde. Er is reden tot geestdrift voor die rechtsorde. Geen champagne-geestdrift. Maar geestdrift, omdat het hier de schep ping betreft van een internationale orde, die ons voeren zal op den weg naar recht en gerechtigheid. (Applaus en bravo's.) De Minister van Buiten- landsche Zaken, de heer D e G r a e f f, dankt voor den ondervonden steun en huldigt den heer Anema voor zijn rede. Hij wijst er op, dat het lidmaatschap van den Volkenbond ons verplichtingen oplegt, waaraan wij ons niet mogen ont trekken. Het is allerminst Genève's bedoeling met de sanctiemaatregelen te traineeren. Het benzinebesluit 'was al ge nomen, voordat spr. naar Genève was ver trokken. Het had met Italië niets te ma ken. Ten onrechte meent de heer Briët, dat spr. te Genève zou hebben te kennen ge geven, dat wij van onze historische rech ten op eenigerlei wijze afstand zouden willen doen. Spr. begrijpt niet, hoe men dit uit zijn rede te Genève heeft kunnen afleiden. Men heeft de vaste bedoeling om op 31 October te Genève een datum voor in werking treding van sancties vast te stel len. Dat steenkool niet onder de sancties valt komt, omdat landen, niet tot den Vol kenbond behoorende, zooveel steenkool produceeren. Transitoverkeer blijft vrij. Het benzinedrama. De Minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, de heer G e 1 i s s e n, bespreekt het ben- zine-uitvoerverbod. Aanstonds is vermeld dat het geen sanctie was. Bovendien valt benzine niet onder de artikelen, waarvoor volgens de coördinatie-commissie uitvoer verboden moeten worden geheven. Op 8 October deelde de minister van Defen sie aan spr. mee, dat er nog maar voor eenige weken benzine voor onze vliegtui gen in ons land was. Er was een partij onderweg, maar die had het Suezkanaal nog niet bereikt en men wist niet, of zij snel door de Middellandsche Zee zou kun nen komen. Toen is de uitvoer verboden van alle benzine, omdat de douane geen vliegtuigbenzine van andere kan onder scheiden, al zou spr. dit zelf nog wel kunnen. (Hilariteit.) Toen is twee dagen overleg gepleegd met de B. P. M. en de A. P. G. en was de zaak in orde. Wat het vasthouden van schepen aan de grens be treft, twee schepen zijn maar een half uur aangehouden bij Lobith. Dit is het heele benzinedxama. (Vroolijkheid). De Kamer neemt het wetsontwerp zon der hoofdelijke stemming aan. Een kleine advertentie in de rubriek „Vraag en Aanbod" kost slechts 75. cent bij vooruitbetaling. VERLAGING UITKEERING ZIEKENGELD. De Regeering wijzigt haar voorstellen. Gelijk men zich zal herinneren werd bij de behandeling in de Tweede Kamer van het wetsontwerp tot verlaging van de openbare uitgaven teruggenomen, para graaf 52 van dat wetsontwerp. Deze pa ragraaf bevatte een drietal voorstellen tot wijziging van de Ziektewet, de Ongeval lenwet 1921 en de Land- en Tuinbouw-on- gevallenwet 1922, welke voorstellen be oogden het bedrag van het ziekengeld en van de daarmede overeenkomende tijde lijke uitkeering terug te brengen van 80 ten honderd van het dagloon van den verzekerde tot 70 ten honderd van dat dagloon. Dle minister achtte er termen voor aan wezig om deze aangelegenheid nader te overwegen, nu bleek, dat tegen de voor stellen groote bezwaren bestonden, deels van formeelen, deels van materieelen aard en dat vooral in hoofdzaak de materieele bezwaren gericht waren tegen de verla ging van de uitkeering bij de allerlaagste loonen, een bedenking, welke ook bij de Regeering werd gevoeld. Het thans aan den Hoogien Raad ge- VAN MAANDAG 28 OCTOBER 1335, Nr 24 EERSTE KAMER. Het Sanctie-ontwerp door den Senaat aangenomen. Het benzine uitvoerverbod. Zaterdag kwam aan de orde het wets ontwerp houdende voorbehoud der be voegdheid tot het nemen van maatregelen ter bevordering der internationale sa menwerking tot het voorkomen of het be ëindigen van vijandelijkheden. De Minister van Buiton land s c h e Z a k e n, de heer D' e G r a e f f, beantwoordt mondeling het juist verschenen eindverslag. Spr. zet naar aanleiding van gemaakte opmerkin gen, de strekking van het ontwerp uiteen. Nederland moet zich in Genève niet op den voorgrond stellen; daarom heeft spr. ook terug gewezen den aandrang van verschillende zijden om als voorzit ter op te treden van de coördinatie-com missie en van de Commissie van Acht. Er is gevreesd voor groote economische schade voor ons land. Dit is overdreven. Vele landen hebben een levendiger han delsverkeer met Italië dan wij. Er is voor ons land gesproken van 77 millioen gul den, dat moet zijin 77 millioen lire. "Wat betreft het verieenen van scha devergoedingen, daaromtrent zijn uiteenloopende opvattingen tot uiting gekomen. Spr. verwijst naar zijn desbe treffende verklaring in de Tweede Kamer. Zonder overleg toe te zeggen heeft spr. beloofd, de commissie van Buitenland- sche Zaken uit de Tweede Kamer op de hoogte te houden. Het ligt niet in de bedoeling ten aan zien van den doorvoer verder te gaan dan de coördinatie-commissie. Te Genève zal ten behoeve van de sancties-toepassende landen een permanent advies-comité wor den gevormd, zoowel voor inlichting als controle. De strafbepalingen mogen niet verzwakt worden. De heer V a n E m b d e n (V. D.) brengt opnieuw hulde aan het beleid der Regeering. Met vreugde en trots heeft spr.'s fractie het optreden van Minister de Graeff te Genève gevolgd. Spr. hoopt, dat deze wet er toe zal bijdragen om spoe dig tot een resultaat te komen. Spr. is te gen elk uitstel van sancties. De aanvallen de mogendheid heeft voortdurend gespe culeerd op de zwakte van den Volkenbond. De justitie mag ook niet transigeeren en het is gelukkig, dat de moeilijke vraag stukken nu niet beslist worden door de sterkst 'bewapende mogendheden, doch door den Volkenbond. De heer Knottenbelt (Lib.) is verheugd, dat Nederland bij het toepas sen der sancties niet vooraan gaat. Doch door de maatregelen tegen uitvoer van benzine na twee dagen weer ingetrok ken is in het buitenland een andere meening gevestigd. Het is dus goed, dat de minister uit drukkelijk verklaarde, dat Nederland niet vooraan zou gaan. "Wat de strafbepalingen betreft is spr. van oordeel, dat die wel wat en bagatelle zijn behandeld. De heer De Savornin Lohman, C.-H., zegt, dat dit wetsontwerp geba seerd is op „een man een man, een woord een woord". Abessinië is minder beschaafd, maar het spot met alle rede lijkheid, een land te willen beschaven door een onrechtvaardigen en wreeden oorlog. Spr. komt er tegen op, dat een be weging in ons land Italië verdedigt,' zeg gende, dat het expansie noodig heeft. Dit is het rechtsgevoel van den struikroover. Wie een optreden als van Italië goed keurt, meent, dat een staat autonoom en ongebonden is. Wie in Nederland de rechtsinbreuk van Italië in bescherming neemt, stelt zich op een door en door onchristelijken grondslag. Een verhaal uit het vroegere Rusland. 50). o Deze geleek volstrekt niet op zijn waar dige echtgenoote. Hij was een man van rijpen leeftijd, 'groot, mager, met regelma tige trekken en een verstandige uitdruk king. Hij had in zijn gelaat iets, dat on willekeurig aan een kerkschilderij deed denken. Hij| was welbespraakt, en zijh gemakkelijke manieren bewezen, dat hij gewoon was zich in de groote wereld te bewegen. Hij! had wat meer geleerdheid dan de meesten zijner ambtgenooten en al gaf hij! zich nu en dan over aan be schouwingen, 'die zeer kwetsend voor rechtzinnige ooren waren, de volgelingen van den Lord Apostel kon hij niet uit staan. Toen dus de zuster van den heer Marline ondeugend aanmerkte: „En uw vriend de Lord Apostel is weer versche nen," fronste hij de wenkbrauwen en zeide: „Indien hijl weer verschenen is, Anna Kirilovna, dan is dat de schuld onzer schoone dames." „Men kan hem toch de verdienste van volharding niet ontzeggen." „Dat is inderdaad een groote verdien ste, wanneer men hem in alles tegemoet komtl Kijk naar Moskou, waar men hem weerstand heeft geboden, heeft hij Let niet lang uitgehouden." „Gelooft gij! heusch, dat het kwaad zoo ernstig is?" „Ernstig? O neen. Zijde en kant begin nen de dames te vervelen, en zij: vinden het verrukkelijk zich in zwart Haken te kleeden, en een preek te gaan hooren, die haar 'doet weenen. Het is een mode, die voorbij zal gaan, zooals alle anderen." Anna Kirilovna glimlachte. „Gij zijt zeer streng, Batuchka."' „O mevrouw! dat komt omda.t ik onze wereld ken; het is alles bombast, anders niet." „Men zegt toch dat die dames zich met goede werken ophouden," merkte een an der aan. Elen heer met een bril en een zwarten baard antwoordde lachend; „Goede wer ken! O wel zeker. Haar vriend de Lord heeft haar verteld, dat er in Engeland havelooze scholen warden gesticht door dames uit den adelijken stand. Zoo ge- zegt, zoo gedaan. Men huurt voor weinig geld een kamer, men plaatst er een meisje in, dat zelf nog wel naar school mocht gaan, en ziedaar een schooi! Opgericht. Dan gaan de dames er beurt om beurt eens in de week uit den Bijbol voorlezen. Het overige gaat zooals het gaat. Het komt er niet op aan of die kinderen in lompen gehuld zijn, indien zij' slechts bij belteksten kunnen opzeggen, en uit het Engelsch vertaalde liederen zingen." Zij! gaan in purper gekleed en maken alle dagen goede sier, en kunnen niet eens een arm mensch kleeden," voegde een officier er bij', terwijl hij' met groote teugen een glas Xeres leegdronk. „Ik heb hooren zeggen," zeide zijn buurman op vertrouwelijken toon, „dat vorst.... mijnheer.... (hoe heet die ook?) zijn boeren mishandelt op een wijze, de donkerste tijden waardig." Serge, die juist luisterde, was veront waardigd. ^Veroorloof mijl hiertegen op te ko men," riep hij! met gloeiend gelaat. „Ik ken verscheidene van die menschen, over welke gijl spreekt, en ik kan niet dulden hen te hooren belasteren." Batuchka kreeg een kleur bijl dat ver wijt, de heer met den zwarten baard wierp Serge door zijn bril een spioftenden blik toe, en de officier zag hem schelm achtig aan; alleen Anna Kirilovna zocht zich te verontschuldigen. „Wordt niet boos, Batourine, het is alles maar van hooren zeggen. Wijl had den vergeten, dat gij! tot dien kring in be trekking staat." „Gesteld dat uw vrienden zeer weldadig zijn," hernam 'de priester, „zoo kunt gij I zonden voorontwerp is het resultaat van dat nader beraad. Voor dagloonen van twee gulden en minder blijft het ziekengeld en de tijde lijke uitkeering ingevolge de ongevallen wet op 80 ten honderd gesteld, waarmede naar het den minister wil voorkomen, te gemoet is gekomen aan het bezwaar, met betrekking tot de uitkeering aan verzeker den met lage loonen. GEEN VERANDERING IN DE SPELLING. Van de meest bevoegde zijde vernam de T e 1 e g r., dat geruchten, als zou mi nister Slotemaker de Bruine een groote commissie willen instellen om opnieuw het spellingvraagstuk te onderzoeken, volkomen onjuist zijn, Be minister heeft reeds eenige malen te kennen gegeven, dat de regeering niet voornemens is wijziging te bevorderen van de tot stand gekomen voorschriften over de schrijfwijze van de Nederland- sche taal bij het onderwijs. Sindsdien heeft prof. Slotemaker de Bruine zijn standpunt niet gewijzigd. Intrekking of ingrijpende wijziging van de spelling- Marchant is dan ook, naar wij met stel ligheid meenen te kunnen zeggen, voors hands niet te verwachten. A.s. Woensdag, des namiddags 7 uur, vergadert de Gemeenteraad. Punten van behandeling zijn; Verzoeken om afschrijving van belas ting. Vaststelling van den pensioensgrond- grondslag van den burgemeester op f 4600 Benoeming van een voorzitter van het Gasthuisbestuur. Verzoek van Ged. Staten om advies met betrekking tot een voorgenomen wijziging der salarisregeling voor burgemeesters, wethouders, secretarissen, ontvangers en ambtenaren van den burgerlijken stand in gemeenten van 5000 zielen en daarboven. Gemeentebegrooting voor het jaar 1935 en wat daarmede verband houdt, t.w.: a. herziening der regeling van de sala rissen van het gemeente-personeel; b. vaststelling eener nieuwe regeling der subsidieering van de bijzondere bewaar scholen; c. vaststelling eener nieuwe verordening op de heffing van schoolgeld voor het lager onderwijs; d. vaststelling eener nieuwe verorde ning op de heffing van schoolgeld voor de openbare bewaarschool; e. wijziging der begrooting van het ge meente-gasbedrijf f. wijziging der begrooting van den vleeschkeuringsdienst en het slachthuis; g. wijziging der begrooting van den keuringsdienst van waren; ■h. wijziging der gemeentebegrooting. Wijziging der gemeentebegrooting voor 1935 in verband met noodzakelijke voor zieningen in het gebouw der Rijksland- bouwwinterschool. Be aanbeveling voor voorzitter van het Gasthuisbestuur luidt: 1. dhr A. Vermaire 2. dhr A. M. G. J. Thomassen. Salarieering personeel. Naar aanleiding van 't ingekomen adres van den Gentralen Bond van Personeel in Overheidsdienst deelen B. en W. het vol gende mede: Ter verkrijging van een extra bijdrage uit het Werkloosheidssubsidiefonds heb ben Ged. Staten in overleg met een door de Regeering ingestelde commissie van overleg inzake de begrootingen bij schrij ven van 2 Augustus 1935, verschillende eischen gesteld, o.a.: „Aanpassing van de loonen der gemeente-werklieden bij het plaatselijk loonpeil". B. en W. hebben zich met de Prov. Griffie in verbinding gesteld, teneinde een aanwijzing te krijgen op welke wijze 'het gestelde doel bereikt kon worden. Me degedeeld werd, dat zij zich met het De partement van Binnenlandsche Zaken, af- deeling Ambtenaarszaken in verbinding moesten stellen. Op 4 September 1935 had een confe rentie plaats ten D'epartemente van Bin nenlandsche Zaken met één der hoofd- toeh niet ontkennen, dat zij' een sterke neiging tot het Protestantisme hebben. Rechtzinnige Christenen zouden nooit zoo als zij: een Engelsch predikant beschermd hebben." „Batuchka," zeide Serge, „ik heb Lord R. meermalen hooren preeken. Hij' doet niets dan de groote waarheden van het Evangelie verkondigen, die den gemeen- schappelijken band moesten vormen tus- schen alle Christenen. Hij verkondigt de verlossing door Jezus Christus. Is dat ook niet de leer van onze kerk?" „Veroorloof mij: u tegen te spreken, Ser ge Petrovitch. De leer onzer kerk omtrent de verlossing is in het geheel niet dezelf de als die van Lord R. De laatste zet de goede werken geheel op zijde. Volgens hem wordt men zalig door het geloof zonder goede werken. Dat leert de recht zinnige kerk niet, en de heilige Schrift ook niet. De heilige Schrift zegt: „Zonder de werken is het geloof door." De laatste woorden werden door den heer Marline op zulk een gebiedenden toon uitgesproken, dat er ©enige dogen- blikken verliepen voordat iemand het ge sprek durfde hervatten. Het was Serge, 'die zich het eerst weer liet hooren. „Vergeef mijl, André Kirilovitch! Lord R. verwerpt de goede werken niet, zooals gijl denkt; hiji geeft hun slechts een an- ambtenaren van het Bureau voor Ambte naarszaken. Bij deze oonferentie ia het volgende aangegeven: 1. Nagegaan moest worden op welke wijze werd aan het gemeentebestuur over gelaten hoe de loonen in het particu lier bedrijf waren, o.a. van schilders, timmerlieden, metselaars, smeden, mon teurs, kleermakers, typografen, kortom uit zooveel mogelijk bedrijven, teneinde een zoo zuiver mogelijk gemiddeld bedrag te krijgen. Het uitgangspunt vormde de groep van volledig vakkundig personeel. Verder moest bij het berekenen van het gemiddeld bedrag het aantal personen in het bedrijf een groote rol spelen. Dit bedrag mag met 5 pet. verhoogd worden in verband met den pensioensaf trek. Het minimumloon voor deze groep ligt daar 6 cent beneden en het maximum bedrag daar 6 cent boven. Het uurloon voor eenvoudige vakarbeid ligt daar 3 cent heneden. Routine-arbeid weer 3 cent lager en ongeschoolde arbeid weer 3 cent lager. De periodieke verhoogingen zijn jaar- lij'ksch en bedragen 2 cent per uur. Het onderzoek is zoo breed mogelijk opgezet. Het totaal aantal werknemers liep tot 184 met een totaal bedrag ad f 90,23 per uur of gemiddeld f 0,4904 per uur. Aan de hand van het onderzoek zijn B. en W. tot do volgende cijbers gekomen. Groep 1, ongeschoolde arbeid, uurloon van 3749 cent; groep 2, routine-arbeid, uurloon van 4052 cent; groep 3, eenvou dige vakarbeid, uurloon van 4355 cent; groep 4, volledige vakarbeid, uurloon van 46'58 cent. De berekening in het adres aangegeven, achten B. en W. derhalve niet juist, reden waarom zij hun voorstel handhaven. Wijziging der jaarwedden van burgemeesters enz. Ged. Staten wenschen wijziging aan te brengen in de regeling der jaarwedden van de burgemeesters, wethouders, secre tarissen, ontvangers en ambtenaren van den burgerlijken stand in de gemeenten, waarvan het zielental 5000 te boven gaat. Deze wijziging komt neer op een kor ting op de aanvangsjaar wedden, welke, na die van 12.5 pet., toegepast met in gang van 1 Oct. 1934, bedraagt 2.5 pet. B. en W. zijn van meening, dat ook de personen, in aanhef dezes genoemd, zich de nieuwe salariskorting dienen te laton welgevallen, reden waarom zij voorstellen, aan Ged. Stalen mede te deelen, dat de Raad zich met het ontwerp kan vereeni gen. Aan het schrijven van Ged. Staten ont- leenen wij: In verhand met den toestand van de financiën van het land acht de Regeering het noodzakelijk, dat met ingang van 1 Januari 1936 op de wedden en loonen van het Rijkspersoneel een bedrag van plm. f 10 millioen 's jaars wordt bezui nigd. Het ligt in de bedoeling, deze bezuini ging te verkrijgen door toepassing van een algemeene verlaging van plm. 5 pet. op de voor het Rijkspersoneel geldende wed de. en loonbedragen. Hierdoor zal derhalve het Rijkssalaris peil, waaraan ingevolge conclusie 22 van het rapport der Commissie-Schouten de belooningen van het middelbaar en hoo- ger personeel der publiekrechtelijke or ganen behooren te worden getoetst, met ongeveer 5 pet. dalen, zoodat het voor het behoud van de vereischte overeenstem ming noodig is, die 'belooningen met in gang van 1 Januari 1936 in het algemeen een overeenkomstige verlaging te doen on dergaan. In verband daarmede heeft de Minister van Binnenlandsche Zaken ons College uitgenoodigd, ook de jaarweddenregeling van burgemeesters, secretarissen, ontvan gers, wethouders en ambtenaren van den burgerlijken stand aan een herziening te onderwerpen. Na gevoerde correspondentie met ge noemden Minister hebben wij gemeend, daaraan, wat betreft de ge meenten met 5001 en meer zielen gevolg te moeten geven. Overeenkomstig de bepalingen der Ge meentewet verzoeken wij1 hut gevoelen van den Raad hierover in te winnen. dere plaats dan gij'. Indien hij1 met de Hei lige Schrift zegt: „De mensch wordt ge rechtvaardigd door het geloof zonder de goede werken," zoo zegt hijl toch ook met u: „Zonder de werken is het geloof dood." Onze werken hebben met de zalig heid niets te maken, omdat de zaligheid een gave Gods is; maar zij' zijn de vrucht van het geloof, en zijn bestemd om er de echtheid van te bewijzen aan hen, die ons omringen. Het geloof rechtvaardigt den geloovige voor God; de werken rechtvaar digen hem voor de menschen." Serge had met vuur gesproken, en het zij! uit verbazing, hetzij' uit nieuwsgierig heid, men had met aandacht geluisterd. Het was inderdaad iets nieuws, dat een jong krijgsman zich met godgeleerdheid bemoeide. Nikolaas, die naast hem zat, trommelde opi de tafel met een gedwongen uitdrukking. Mila durfde de oogen niet opheffen naar haar vader, die ontevreden de wenkbrauwen fronste. Eindelijk duwde deze driftig zijn bord op zijde, stond 'Op, en wendde zich tot de heiligenbeelden, om het teeken des kruises te maken; daarna zeide hij kortaf: ,,"Wij zullen naar de ge zelschapskamer gaan." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1935 | | pagina 5