ZEEUW
THEE
YSENDYK
JAVA heeHJn
KARAVANEN
TWEEDE BLAD
J
Plan tot bestrijding der werkloosheid
r de
qoed en toch,
qóecJkoop
Staten-Generaal
Eindelijk vereenigd.
Uit de Provincie
V
IS LEG-
RH. ISL.
at E 178,
KOOP:
•.GEN, de
n mooie
proef ge
worden
gdamme
ï-wagens
een rol-
vagentje.
Smederij,
Middel-
KOOP:
e KRUI-
FLINK
Toosland.
E, A 73,
m. ban-
itb., car-
;ebr. en
7, 32X6,
tr. Smed.
burg.
N,
d. Goes-
of later
iTER,
Oost-
KHUIJS,
VAN
VRIJDAG 25 OCTOBER 1935, Nr 22.
TWEEDE KAMER.
DE SANCTIE-WET '35 AANGENOMEN.
Bij de gisteren voortgezette behandeling
van het sanctie-ontwerp, dat aan de Re-
geering bevoegdheid verleent nadere
maatregelen te nemen, onder meer ter be
vordering der internationale samenwer
king, betoogde de heer Westerman
(i\ at. Berst.;, dat üe Begeering met dit
ontwerp op den verkeerden weg is.
De heer De Geer (G. H.) verdedigde
het ontwerp. Bet gaat hier om wegne
ming van de ongerechtigheid in het in
ternationale leven. Ben oorlog als recht-
scheppende factor is een absurditeit. Wij
moeten niet terugkeer en tot het lugubere
dobbelspel van een oorlog, maar ons hou
den bij de internationale rechtsorganisatie
al staat deze nog in haar kinderschoenen.
Er is nu een stap gedaan als nimmer te
voren. Wij moeten dezen toestand zien als
de barensweeën van een nieuwen tijd en
herdenken, welke opofferingen onze voor
vaderen zich voor ons getroost hebben.
Men zegt, dat de Volkenbond ook bij
vorige gelegenheden het recht niet heeft
gehandhaafd, maar is dit een reden, het
aantal verkeerde precedenten met één te
vermeerderen?
De heeren Boon (Lib.), Roest am
(Gom.), Bongaerts(R. K.) en R u t-
g e r s (A. R.) betuigden eveneens hun in
stemming met dit voorstel.
Laatstgenoemde uitte zijn medegevoel
met de duizenden menschen, die de ellen
de van den oorlog thans weer aan den
lijve gevoelen. Dit medegevoel moet in ons
trillen, al spreekt men hier verstandelijk,
ja, al spreken sommigen zelfs commerci
eel over het wetsontwerp. Men beoordeele
deze zaak niet materialistisch. Nederland
zal zijn verplichting ten volle nakomen,
al moet het daarvoor offers brengen
Minister De Graeff had niet veel
woorden noodig om het ontwerp te ver
dedigen. Een algemeene toezegging voor
schadevergoeding aan wie ernstig schade
lijden door te heffen sancties kan niet ge
geven worden. Overwogen zal worden of
in zeer exceptioneele gevallen iets kan
worden gedaan.
Het ontwerp werd daarna goedgekeurd
met 68 tegen 3 stemmen.
Tegen stemden de heeren Wester
man (Nat. Herst.), Sneevliet (Rev.
Soc.) enVan D i s (S. G. P.).
OPCENTEN OP DE BELASTINGEN.
VcorlGopig verslag der Tweede Kamér.
Aan het voorloopig verslag der Tweede
Kamer over het wetsontwerp: Heffing van
opcenten op enkele belastingen ter ver
sterking van de inkomsten van het Werk-
loosheidssubsidiefonds, ontleenen wijl.
Van verschillende zijden werd de op
merking gemaakt, dat hier een belasting
verzwaring ten bate van de algemeene
middelen wordt voorgesteld onder den
schijn, dat dit geschiedt ten bate van het
Werkloosheidssubsidiefonds.
De leden, die deze opmerkingen maak
ten, zouden er daarom de voorkeur aan
geven, de voorgestelde belastingverhoo-
gingen rechtstreeks aan de algemeene
middelen ten goede te laten komen en de
Rijksuitkeering aan het Werkloosheids
subsidiefonds op f 33 millioen uit te trek
ken.
Verscheidene leden wilden er met na
druk tegen waarschuwen, het fonds voor
zijn inkomsten afhankelijk te maken van
de opbrengst van bepaalde heffingen, wel
ke bovendien slechts een tijdelijk karakter
dragen.
Door een aantal leden werd in over-
FEUILLETON.
J Een verhaal uit het vroegereRusland
48)
o-
„Ik rekende op uw raad", zeide hij.
„Raadgevingen beletten ons dikwijls de
zaken in het rechte licht te zien. Vraag
God u den weg te wijzen. Hij zal het ze
ker doen."
Maar Serge verlangde tot eiken prijs
raad. Aan den eenen kant teleurgesteld
richtte hij zich tot zijn jonge vrienden,
deelde hen zijn verlegenheid mede en vroeg
hun wat zij in zijn plaats doen zouden.
Bibleisky wilde evenals de heer Istinef
zijn meening niet uitspreken. D'e anderen
aarzelden.
„Men kan den Heer in elke betrekking
dienen", zeide de een.
„Er waren ten tijde der apostelen zelfs
dienstknechten van Jezus Christus in hei.
huis des keizers", zeide een ander.
„Generaal N. heeft verkeerd gedaan
den grootvorst t9 willen misleiden aan
gaande uw leeftijd", hernam de eerste,
„maar dat is te herstellen."
„De hoofdzaak is voor de waarheid
pal te staan, in welke betrekking God ons
ook moge geplaatst hebben", zeide nog
iemand.
„Maar", waagde Dimitri Bronitzky er
bescheiden bij te voegen, „wijt moetor. ze
ker zijn dat het God is, die ons de ar in
geplaatst heeft."
W6ging gegeven, alle in dit ontwerp voor
gestelde heffingen te vervangen door een
heffing van 25 opcenten op de invoerrech
ten.
Andere leden deden het denkbeeld aan
de hand, naast een heffing van opcenten
op de dividend- en tantième-belasting, 15
opcenten te heffen op de invoerrechten,
de inkomstenbelasting en de vermogens
belasting, met schrapping van alle overige
in dit ontwerp gedane voorstellen.
Tegen de voorgestelde verhooging der
successier echten als middel tot
dekking van consumptieve uitgaven, nog
kort geleden door den Minister van Fi
nanciën als uiterst bedenkelijk geschotst,
hadden vele leden ernstig bezwaar. Wij
leven thans in een periode van zeer ster
ke intering. Het is nu minder dan ooit de
tijd, zoo betoogden zij, de restanten van
ons nationaal vermogen nog verder aan
te spreken ter financiering van onze da-
gelijksohe 'behoeften.
Bij de algemeene beschouwingen over
hoofdstuk I der Rijksbegrooting bleek al
reeds, dat vele leden tegen een verhoo
ging der zegel- en registra
tierechten bezwaar 'hadden, omdat
deze rechtstreeks op het zwaar getroffen
Nederlandsche bedrijfsleven zal drukken.
Ook is reeds uiteengezet, dat zeer vele
leden tegen de heffing van opcenten
op de omzetbelasting ernstig
bezwaar hadden, zoowel met het oog op
de moeilijkheden van het bedrijfsleven als
in verband met de stijging van de kosten
van het levensonderhoud, welke daaruit
zou voortvloeien.
Bespreking op het Departement van
Sociale Zaken.
Uiteenzetting van Minister Slingenberg.
Onder leiding van den minister van
Sociale Zaken, mr M. Slingenberg, voor
zitter van de Rijkscommissie van advies
inzake het vraagstuk van de werkloosheid
onder de jeugd, is op het departement
van Sociale Zaken de reeds aangekondig
de bespreking met de vertegenwoordigers
van de provinciale besturen gehouden om
trent de mogelijkheid, om een nieuwe ac
tie te ontplooien inzake het opnemen van
werklooze jongeren in het bedrijfsleven.
Alle elf provinciale besturen hadden een
vertegenwoordiger afgevaardigd, terwijl
in de vergadering tevens aanwezig waren
de heer Meyer de Vries, algemeen secre
taris van de hierbovengenoemde Rijks
commissie, en de heer mr Diepenhorst,
adj.-secretaris.
De minister heeft uiteengezet hoe de be
moeiingen van de Overheid, ten aanzien
van de werkloosheid onder de jeugd zich
geleidelijk hebben ontwikkeld. Naarmate
de moeilijkheden grooter werden, moesten
Rijk en gemeenten op dit terrein meer
doen. Een en ander heeft er toe geleid, dat
een coördinatie van verschillende bemoei
ingen moest komen, hetgeen tot uiting is
gebracht in de Rijkscommissie van advies
voor de jeugdwerkloosheid.
Die 'commissie, zoo zeide de minister,
heeft een plan voorgelegd, dat beoogt
plaatselijk en provinciaal alle krachten te
ontwikkelen om jonge menschen geplaatst
te krijgen bij1 werkzaamheden, die door
allerlei omstandigheden thans niet op
normale wij'ze ter hand worden genomen.
De algemeene gedachte is, dat deze plaat
selijke commissies, daarbij voorgelicht
door het provinciaal bestuur en het de
partement van Sociale Zaken, werkgevers
bewegen, arbeid, die wel voor het bedrijf
nuttig is, doch tot nu toe bleef liggen,
door jongeren te laten aanpakken. Aan de
Naast de alom bekende z.o.Genever^
thans een nieuw type_
(extra droog)
ZWART MERK
jongeren zal, waar voor hen voorop staat
vakbekwaamheid te verkrijgen en zich
weer een plaats in het productie-proces te
verzekeren, geen loon worden uitgekeerd,
doch een zekere vergoeding. Het desbe
treffend bedrijf, dat door den arbeid van
den jongeman eenigermate gebaat wordt,
vergoedt in elk voorkomend geval weke
lijks een vast te stellen bedrag aan het
plaatselijk comité.
Naar aanleiding van deze uiteenzetting
werden verschillende inlichtingen ge
vraagd, waarhij bleek, dat de moeilijkhe
den die aan dit algemeen toegejuichte
plan ongetwijfeld ook kleven, niet worden
onderschat. De vergadering was evenwel
van den grooten nood waarvoor men
staat zoodanig overtuigd, dat aan den Mi
nister de verzekering werd gegeven, dat
van de zij'de der provinciale besturen al
het mogelijke zal worden gedaan om het
slagen van het plan te verzekeren.
Het ligt nu in de bedoeling, dat zeer
binnenkort de Gedep. Staten zich tot de
provinciale besturen zullen wenden om
deze op te wekken plaatselijk de zaak
ter hand te nemen.
Er wordt nog de aandacht op gevestigd,
dat het geenszins in de bedoeling ligt, dat
door de instelling van de nieuwe plaatse
lijke commissies ook maar op eenigerlei
wijze het vele werk dat in tal van plaat
sen op zoo uitnemende wijze door allerlei
commissies ten behoeve van de jonge
werkloozen geschiedt gedacht is hierbij
aan het cursorisch- en vakonderwijs, de
centrale werkplaatsen, de plaatselijke
werkverschaffingen, enz. ten ongunste zal
worden beïnvloed.
Integendeel, het is de bedoeling van den
Minister van Sociale Zaken, dat deze ar
beid, die niet te missen is, met groote
voortvarendheid wordt voortgezet. Wel zal
er nauwe samenwerking tot stand moeten
kooien tusschen de nieuwe plaatselijke co-
mité's en het bestaande werk voor jonge
werkloozen.
Het ligt verder in de bedoeling van den
Minister van Sociale Zaken, om binnen
kort een aanschrijving te richten tot alle
organisaties van werkgevers en werkne
mers, middenstandsorganisaties, vereeni-
gingen op het gebied van den landbouw,
coöperaties, enz. teneinde de medewerking
van al deze organen te verkrijgen voor
het welslagen van het plan.
„Dat is juist de vraag", prevelde Serge,
„wij zouden daarvan zeker moeten zijn".
Bibleisky, die nog niets gezegd had, na
derde de groep jongelieden. „Ik geloof",
zeide hij, „dat wij zekerheid hebben kun
nen."
„Eh onze vriend K. beeft ons getoond",
zeide een derde, „dat men een getrouw
getuige van den Meester zijn kan temid
den van de grootheid van het hof."
„Hoe dan?" vroegen eenige stemmen.
„Door Gods wil te vragen met een een
voudig oog."
„Wat meent giji?" vroeg Serge.
„Slechts éen ding te zien, éen ding ten
doel hebben."
Bibleisky opende zijn Nieuw Testament
en las: „De kaars des lichaam» ia liet
oog; indien dan uw oog eenvoudig is, zoo
zal uw geheele lichaam verlicht wezen."
„Het komt mij1 voor", vervolgde hij,
„dat wij een voorbeeld aan den apostel
Paulus hebben, toen hij tot de Filippen
sen zeide: „Een ding doe ik, vergetende
hetgeen achter is, en strekkende mij1 tot
'hetgeen vóór is, jaag ik naar het wit."
Serge zat met de kin op de hand ge
leund en scheen na te denken. Bibleisky
sloeg nog eenige bladen van zijn boek om,
en las het 5de, 6de, 7 de en 8ste vers van
het eerste hoofdstuk van Jakobus: „In
dien iemand van u wijsheid ontbreekt, dat
hij ze van God begeere, 'die een iegelijk
mildelijk geeft, en niet verwijt, en zij' zal
hem gegeven worden. Maar dat hij ze
begeere in geloof, niet twijfelende; want
die twijfelt, is een baar der zee gelijk, die
van den wind gedreven en op en neder
Is uw spatbord werkelijk wit?
Men maakt er ons op attent, dat vele
spatborden van rijwielen wel met witte
lak bewerkt zijn, maar daarom nog niet
voldoen aau het bepaalde, dat zij* „helder
wit" moeten zijn. Bij! velen komt de zwarte
ondergrond reeds weer door bet wit heen.
Bouw van onderzeeërs.
D'e werf van Wilton-Feijenoord te Rot
terdam beeft thans van bet departement
van defensie opdracht ontvangen tot den
bouw van de onderzeebooten de K XIX en
K XX, die bestemd zijn voor den dienst
in Ned. Indië.
Zooals bekend, worden de motoren van
deze schepen vervaardigd bij de Kon. Mij
„De Schelde" te Vlissingen.
Het geldt hier, wat de werkgelegen
heid betreft, een belangrijke opdracht. D'e
onderzeeërs zullen over 2 jaar in dienst
worden gesteld. De K XIX en K XX wor
den van een ander type dan de K XVH
en de K XVIII. Zij' zullen n.l. mede wor
den ingericht voor het leggen van mijnen.
Uitlevering gevraagd.
Door de Belgische regeering is de
uitlevering gevraagd van R. D. Ch. V,,
makelaar te Terneuzen, terzake van een
vonnis der Rechtbank te Gent, wegens
valschheid in geschrift.
Wegenverbetering enz. te Vlake.
Enkele dagen geleden zijn de twee dee-
len van den Rijksweg langs de oostzijde
van het kanaal door Zuid-Beveland,
welke zijn ontstaan doordat het oostelijk
deel van de nieuwe brug over genoemd
kanaal bij1 het spoorwegstation Vlake
over dien weg is gebouwd, en welke dee-
len tijdens den brugbouw met elkaar wa
ren verbonden door een om de brug heen
geworpen wordt. Want die mensch meene
niet, dat hij iets ontvangen zal van den
Heer. Een dubbelhartig man is ongesta
dig in al zijn wegen."
Serge had de oogen neergeslagen; toen
hij weer opkeek ontmoette hij den blik
van Bibleisky, die hem met teedere be
zorgdheid aanzag.
„Ik dank u", zeide Serge half luid,
hem de hand reikende.
Zij hadden elkander begrepen. Schijn
baar 'had de beraadslaging met zijn
vrienden Serge geen licht bezorgd over
het voor hem zoo gewichtig onderwerp.
Hij had van geen hunner rechtstreeks
raad gekregen. Eh toch was zijn besluit
genomen. Hij moest alles met een een
voudig oog bezien, met eigen gezichtspunt
ter zijde stellen, en de zaak alleen uit
het goddelijk oogpunt beschouwen. Die
waarheid was Serge duidelijk geworden.
Hij voelde dat zijn besluiteloosheid uit
dubbelhartigheid voortkwam. Wanneer
hij de zaak met een eenvoudig oog be
schouwde werd alles 'hem helder. Hij zou
weigeren.
Terwijl Serge bij de Istinefs was, zat
Tatiana tevergeefs te wachten, vol her
senschimmige angsten. Het nachtelijk uit
gaan van den jongen man moest, dacht
zij, in verband staan met den grooten
brief met roode zegels, dien zij in zijn
hand gezien had. Na de onwaarschijn
lijkste gissingen gemaakt te hebben, was
zij tot het besluit gekomen, dat het een
tweegevecht gold. Zij snelde dus met een
hevig kloppend hart naar het venster,
toen het gerinkel van schellen haar aan-
gelegden hulpweg, weer in rechte lijn met
elkander verbonden door het aanleggen
van een verbindingsweg onder door het
oostelijk brugdeel. Gebleken is echter, dat
het wegdek van het nieuwe weggedeelte
nog niet voldoende weerstand biedt. Kort
na de ingebruikneming zakte reeds een
auto door de verharding heen, terwijl in
den nacht van Dinsdag op Woensdag
een vrachtauto eerst na drie uren hard
werken van het begin tot het einde van
dit enkele tientallen meters lange wegge
deelte was gevorderd. Bedoelde weg iB
dus nog niet heelemaal in orde.
Vlissingen. Een afscheids
avond bij1 de Marine. In de
cantino dgr Marine had gisteravond een
afscheidsavond plaats, aangeboden door
de matrozen der oudste afdeeling, welke
zeer binnenkort Vlissingen gaan verlaten.
Tegen acht uur was het ruime cantine-
gebouw geheel gevuld met heeren officie
ren, onderofficieren met hun dames en
verdere marineschepelingen en genoodig-
den. D'e zaal was keurig versierd.
Nadat de oudste commandant der Ma
rine, overste Sonnenberg en de overige
officieren met hun dames waren gearri
veerd, speelde een ensemble het Wilhel
mus, hetwelk door alle aanwezigen staan
de werd aangehoord.
Hierna nam de luitenant ter zee 2e kl.
dhr A. P. Smitt, het woord, die zeide, dat
zij nu wederom staan aan het einde van
een opleidingsjaar. De schuchtere jonge
tjes van een jaar geleden, gaan nu als
jonge matrozen Vlissingen verlaten om te
gaan dienen op Hr Ms „Gelderland".
Spr. heette vervolgens alle aanwezigen
welkom, in het bijzonder de autoriteiten.
Hierna werd een zeer geanimeerd pro
gramma afgewerkt, hetwelk bij de aan
wezigen zeer in den smaak viel.
Goes. Alg. Wetensch. Belan
gen. De Vereen, voor Alg. Wetensch. Be
langen heeft dit seizoen voor haar ieden
ingezet met een interessante lezing van
den bekenden folklorist D. J. v. d, Ven te
Oosterbeek. Aan de hand van een groot
aantal lichtbeelden uit binnen- en bui
tenland zette Spr. uiteen, hoe noodig het
is, dat we in Nederland komen tot de
samenstelling van een atlas der Neder
landsche volkskunde. Vergeleken met
sommige landen hebben wij' hier een ach
terstand in te halen en dat, terwijl er toch
hier te lande ook genoeg levende folk
lore is.
Om tot bedoelden atlas te komen, is
veel voorbereidend werk noodig. Een
groot aantal medewerkers over het ge
heele land verspreid, moet daartoe gere
geld elk jaar gelijkluidende vragenlijsten
invullen, om op de hoogte te blijven. Deze
vragenlijsten moeten centraal worden on
derzocht en gerangschikt.
Ook Zeeland zal hiertoe worden aange
spoord. Vragen over gewestelijke kleeder
drachten, oogstgebruiken, woningbouw;
gebruiken bij' trouwen zoowel als bijl be
grafenissen, enz. dienen beantwoord te
worden. Spr. besloot met een woord tot
opwekking tot steunen van dien arbeid,
als Zeeland aan de beurt komen zal.
Wameidinge. Gisteravond is de Duit-
sche matroos K. L. van het sleepschip
„D'amco 24", schipper Geffer, gedomici
lieerd te Rotterdam, tijdens het meeren in
de buitenhaven alhier, terwijl hij' aan het
stuurrad stond op het moment dat het
schip door een ander schip aangevaren
werd, met het stuurrad in het rond ge
slingerd. Hij is met gebroken arm en
kneuzingen aan het bovenlichaam opge
nomen. Onmiddellijk is geneeskundige
hulp ingeroepen, welke werd verleend
door Dr Gnirrep van hier en D'r Ffeiffer
van Kapelle, op wier advies de getroffene
per ziekenauto naar 'het ziekenhuis te
Goes is vervoerd.
Ierseke. Gemeenteraad. Demeer-
derheid wil niet bezuinigen.
Donderdag vergaderde de Raad. Medege
deeld wordt, dat blijkens een circulaire
van den Minister van Sociale Zaken vanaf
27 Oct. 1935 tot 28 Maart 1936 een brand-
stoffenbijslag aan de werkloozen mag
worden verleend van maximum f 1 per
week; dat met het schoonmaken van
oesterperceelen met steun van het Rijk
op 21 October wederom een aanvang is
gemaakt; dat de 18 woningen In de
Emmastraat thans alle zijn verhuurd,
Dr Gerritsen vraagt een schoollokaal
aan tot het houden van een cursus vooi
eerste hulp bij ongelukken, hetwelk hem
wordt toegestaan.
Voor het huis aan den Steeweg is het
hoogst ingeschreven voor f 1855 door den
heer P. Hoogstrate, De raad besluit met
alg. stemmen tot verkoop.
Verbetering Vierstraat en Langeviele.
B. en W. stellen voor de overige kei
bestrating in het dorp te vervangen door
klinkerbestrating, daar de dienst 1035
eenige meevallers heeft en om daar dit
jaar reeds mee aan te vangen. Zij stellen
daarom voor hen te machtigen om in
gemeentebeheer to verbeteren de Vier
straat, de Langeviele vanaf de Vierstraat
tot de Wed, Rijk en een klein gedeelte
van de Oude Torenstraat, aansluitende
aan de Vierstraat. De totale kosten hier
van worden begroot op f2450.
Dhr J. C. Cornelisse kan zich met dit
plan niet vereenigen. Hij wil dat geld op
een andere manier gebruiken of anders,
gelijk de heer Mol opmerkt, de 10 pet,
fondsbelasting niet innen, Dit wordt door
de heeren Hirdes en Bom nog eens onder
schreven. Zij achten deze uitgave vooral
met het oog op don zworen tijd voor
Ierseke, niet gewenscht. Bezuiniging is
eerste eisch. De voorz. bepleit het voor
stel van B. en W. Het is nu nog moge
lijk om het geld te vinden. Dit zal wel
licht in jaren niet kunnen gebeuren. In
stemming gebracht wordt het voorstel
van B. en W. aangenomen rnet 6 at. voor
en 5 tegen. (Tegen de heeren Hirdes,
Mol, Bom, Cornelisse en Daane.)
Voorgesteld wordt om door B. en W.
te benoemen een controleur voor de
steunverleening en werkverschaffing,
Voorgesteld wordt hem met ƒ40 per
maand te salariëeren. De heer Cornelisse
wil, dat de raad hem benoemt. Besloten
wordt zulks aan B. en W. op te dragen.
Begrooting 1936 Burg. Armbestuur.
Voorgesteld wordt om deze begrooting
niet goed te keuren, maar de oude win
sten op den verkochten bouwgrond eens
te gaan aanspreken.
Dhr Hirdes vraagt of het geringe ver
schil (f 522) nu wel de moeite waard is
om daarvoor een begrooting niet goed t9
keuren. Dhr Ossewaarde vindt een prin
cipieel krachtig Burg. Armbestuur zeer
gewenscht. Daarom zou hij de begrooting
maar willen goedkeuren. Ook dhr Bom
is geen bewonderaar van het voorstel van
B. en W.
Dhr Mol is bang, dat de begrooting
van het Burg. of Alg. Armbestuur wel
gewijzigd kan worden, maar meest ten
koste van de bedeeling der armen en
dit wenscht hij niet. Dhr Kooman is een
groot voorstander van het reserve's aan
spreken. Een werklooze moet ook zijn
spaarcenten eerst opeten. Uitvoerig licht
de voorz. nog eenmaal dezen post toe.
De winst op de bouwgrondexploitatie van
het Armbestuur bedraagt plm. f 13000.
Wat is nu meer wenschelijk, dat van
dezen post wat wordt afgenomen of dat >de
belastingcenten der burgerij worden aan
gesproken? In stemming gebracht wordt
het voorstel van B. en W. verworpen met
7 tegen 4 stemmen, voor de heeren
Kooman, de Koeijer, Scheele en de Jager.
Ingezonden Mededeeling.
fi
kondigde, dat er een slede voor de deur
stilhield. Zij verwachtte haar Benjamin
bloedend en verminkt terug te zien bren
gen, maar welk een geluk! een vlugge
tred klonk op de trap, en Serge trad ge
zond en wel de kamer in.
„Tatiana", zeide hij verwijtend, toen
hij het betrokken gelaat der oude vrouw
zag, „welk een dwaasheid zoolang op te
blijven! Ik ben geen kind meert"
„Vergeef mij', mijnheer", zeide de oude
vrouw, met een van aandoening bevende
stem. „Sedert God u teruggebracht heeft,
vrees ik altijd u weer te verliezen. Ik
was bang dat gij in de een of andere
slechte zaak betrokken waartwie
weeteen tweegevecht
„Wees gerust, moedertje", zeide Serge
glimlachende, „mijn nieuwe denkwijze
vergunt mij evenmin te duelleeren als den
nacht in losbandigheid door te brengen."
„Goddank!" prevelde Tatiana een kruis
slaande.
In zijn kamer gekomen, wierp Serge
zich in een leuningstoel. Eenige oogen-
blikken bleef hij nog onbewegelijk zitten.
Zijn besluit was nu genomen, hij zou
den generaal een weigering zenden,
doch nu bleef hem nog de moeilijke taak
over 'die o>p te stellen. Hij' ging voor zijn
lessenaar zitten. Na lang nadenken ge
lukte het hem een begin te maken:
„Zeer geachte Generaal!
Ik ben u ten hoogste verplicht voor al
de moeite, die gij' u voor mij gegeven
hebt, en betuig u daarvoor mijn oprech
ten dank. Een maand geleden zou ik den
voordeeligen post, die mij door uw toe
doen aangeboden wordt, gretig hebben
aangenomen, doch thans staat mijn gods
dienstige overtuiging mij niet to13 er ge
bruik van te maken."
De eerste stap is altijd de moeilijkste.
Eenmaal zoover gekomen, zag Serge met
verbazing, dat zijn pen als vanzelf over
het papier vloog.. Hij schreef verder; „Ik
zou niet ten koste van eenig bedrog, hoe
onschuldig u het ook moge toeschijnen,
een betrekking willen machtig worden,
waarop anderen meer aanspraak hebben
dan ik. Sedert de Heer mij de genade
bewezen heeft, mij zijn liefde en zijn
heerlijkheid te openbaren, acht ik de eer
dezer wereld gering. Het is mijn wensch
mij voortaan geheel te wijden aan den
dienst van mijn g'oddelijken Meester, dat
zal mij gemakkelijk vallen in de nederige
betrekking, die ik thans bekleed. Wil mij
dus niet ten kwade duiden, dat ik uw
welwillend voorstel van de hand wijs; en
ontvang nogmaals de verzekering mijner
achting en dankbaarheid."
Toen hij zijn brief geëindigd had, las
Serge hem hardop. Hij was eenvoudig en
beleefd. Serge noemde openhartig de be
weegredenen, die 'hem zoo deden hande
len. Waarschijnlijk zou de generaal die
niet begrijpen, en er zelfs den spot mee
drijven. Maar wat nood! Serge voelde dat
hij volgens zijn geweten gehandeld had,
en sliep met een verruimd hart in.
(Wordt vervolgd.)