Land- en Tuinbouw
Het Vrouwenhoekje
Voor de jeugd.
EERST
Sterk slinken
en ver
Buite
De oorlog i
xxvn.
MAANDAG 21 OC'
Dad. Bestuur der Z. L M.
(Slot)
Urgentieprogramma tuinbouw. Behou
dens enkele kleine opmerkingen heeft het
Dagel. Bestuur, gehoord het advies van
de Tuinbouwcommissie zich vereenigd met
het urgentieprogramma voor den tuin
bouw, dat door het Landbouw-Gomité is
opgesteld.
Urgentieprogramma Landbouw. Uitvoe
rig werd van gedachten gewisseld over 't
ontwerp-urgentie-programma 1935, zoo
als dit is vastgesteld in een vergadering
van de Dagel. Besturen der drie Centrale
Landbouworganisaties en de F. N. Z.
Besloten werd het Landbouw-Comitó te
verzoeken met kracht aan te dringen op
handhaving van de verhoogde monopolie
heffingen, daar deze de basis vormen
voor een loonend akkerbouwbedrijf.
Pachtvraagstuk. Aan de Tweede Kamer
der Staten-Generaal werd een adres ge
zonden waarin de bezwaren der Z.L.M.
tegen het aanhangig gemaakt ontwerp-
Pachtwet werden uiteengezet.
Verzocht werd het onderhavig ontwerp
pachtregeling in te trekken of desnoods
het te verwerpen met verzoek aan de re
geering zoo spoedig mogelijk een nieuw
ontwerp in te dienen dat rekening houdt
met de bezwaren en wenschen in het ver
zoekschrift geuit, dan wel door amendee
ring op het huidige ontwerp dit grondig
te veranderen in den vereischten zin.
Export consumptieaardappelen. De af-
deeling B[oek heeft verzocht te willen be
vorderen dat de vastgestelde minimum-
maat van 50 mM voor export van con
sumptie-aardappelen naar België komt te
vervallen, daar deze maatregel funest is
voor den export.
Uit ingewonnen advies is gebleken dat
deze maatregel die door de Nederlandsche
Akkerbouwoentrale in overleg met de Bel
gische instanties is genomen, vooralsnog
niet zal kunnen worden gemist, daar de
belangen der pootgoedtelers door ophef
fing van dezen maatregel ten zeerste zou
den worden geschaad.
Grondbelasting. Kennis werd genomen
van een schrijven dat de drie Gentr. Land
bouworganisaties hebben gezonden aan
den Minister van Financiën waarin wordt
verzocht om de werking en toepassing der
Grondbelasting, welke onbillijk wordt ge
acht, in studie te nemen en ten spoedigste
te komen met voorstellen tot afschaffing
of althans ten minste tot herziening en
vermindering van deze belasting.
Hoofdbestuurs- en algemeene vergade-
ring. Besloten werd de e.v. Hoofdbe
stuursvergadering te houden op Maandag
18 November 1935 en de algemeene ver
gadering op Dinsdag 3 Dec. 1935 beide
te Goes.
Verlichting boerenwagens. Het Dagel.
Bestuur was van meening dat de nieuwe
voorschriften der Motor- en Rijiwielwet,
waarbij is bepaald dat voertuigen, waar
onder ook boerenwagens vallen, moeten
zijn voorzien van een drietal lantaarns
van V2 uur na zonsondergang tot A uur
voor zonsopgang, groote practische be
zwaren meebrengen voor het landbouw
bedrijf, inzonderheid ten tijlde van het
bietenvervoer.
Besloten werd het Landbouw-Comité te
verzoeken pogingen aan te wenden om
wijziging van dit voorschrift te verkrijgen
in dien zin dat deze bepaling eerst van
kracht wordt gedurende het tijdvak van
1 uur na zonsondergang tot 1 uur voor
zonsopgang.
Beperking melksteun. Algemeen was
men van oordeel dat het niet meer dan
billijk kon worden geacht dat degenen
die gedupeerd zijn door het uitstel tot in
voering van de beperking melksteun op
een of andere wijze worden schadeloos ge
steld, 't zij1 door een financieele tegemoet
koming, 't ziji door een vergrooting der
toewijzing van kalveren of extra-steun
melkkoeien. Een schrijven werd tot het
Landbouw-Comitó gericht met verzoek
een zoodanige regeling bij de betreffende
instantie te willen bevorderen.
Toewijzing mestvarkens aan de pro
vincie Zeeland. Het Dagel. Bestuur ver
nam met voldoening dat de drie G.L.O. be
sloten om er bij de Ned. Veehouderiji-Cen-
trale op aan te dringen de toewijzing van
mestvarkens aan de provincie Zeeland te
verhoogen en dat zij zich kunnen vereeni
gen met het voorstel o.a. van de Z.L.M.
lom bijl de toewijlzing van mestvarkens
eerst de huisslachtingen en de kleine be
drijven veilig te stellen en op de over
blijvende varkens eventueel een aftrek toe
te passen.
Het werd onmogelijk geacht de aan
Zeeland toegewezen varkens van 37.810
stuks te verdeelen over de varkenshou
ders van onze provincie. Het aantal var
kens dat Zeeland is toegewezen dient aan
zienlijk te worden verhoogd.
Toewijzing kalveren 1936. Ten aanzien
van de kalvertoewijzing 1936 werd het ge-
wenscht geoordeeld om geen onderscheid
te maken tusschen een toewijzing van
vaars- en van ongeregistreerde stierkalve
ren. Een afzonderlijke toewijzing van
vaars- en stierkalveren brengt groote
practische bezwaren met zich. Voor lang
niet alle bedrijven is het b.v. mogelijk
ossen te weiden, terwijl zijl bij' het houden
van vaarskalveren de mogelijkheid heb
ben deze vet te weiden 'of als kalfvaars
te verkoopen naar België. In verband
met de mededeeling van den Minister van
Landbouw en Visscherij dat de melk-
steunbeperking in elk geval begint werd
een afzonderlijke toewijzing van vaars- en
stierkalveren ook niet noodig geoordeeld.
Verplichte castratie van stier kalveren.
In geval bij de kalvertoewijzing 1936 toch
onderscheid! zou worden gemaakt tus
schen vaarskalveren en 'ongeregistreerde
stierkalveren was het Dagel. Bestuur van
de Z.L.M. van oordeel, dat een verplichte
castratie van ongeregistreerde stierkalve
ren voor de Zeeuwsche toestanden niet
kan worden aanvaard.
Lid Commissie van Toezicht R. L. W. S.
Besloten werd als lid der commissie van
Toezicht op de Rijks Landbouw Winter-
school te Goes in de vacature van wijlen
den heer W. P. Verplanke ter benoeming
voor te dragen de heeren: 1. Joh. Ie Clercq
te Retranchement, 2. Iz. Luteijn-Leen-
houts te Zuidzande.
Tewerkstelling landarbeiders. Bespro
ken werd de regeling welke is getroffen
voor de tewerkstelling van landarbeiders
met loontoeslag in de bedrijven.
Alhoewel van deze regeling betrekkelijk
weinig gebruik is gemaakt, werd besla
ten nadere informaties in te winnen, ten
einde voor het volgend jaar een betere
regeling te verkrijgen en er op aan te
dringen dat deze vroeger dan dit jaar be
kend zal worden gemaakt, opdat men tij
dig gereed kan zijn.
Wandversiering.
Bijl het inrichten van een vertrek is
het juiste hangen van schilderijen, teeke-
ningen enz. een probleem op zichzelf.
Grootere schilderijen worden liefst zoo
gehangen dat men, ervoor staande met de
oogen ongeveer 1020 cM boven den
onderkant van de lijlst is. Bij1 kleinere
schilderijen is het 't beste de hoogte van
het oog in het midden te nemen.
Het boven elkaar hangen van de schil
derijlen is zooveel mogelijk te vermijden.
Kan het niet anders, dan het grootste
schilderij1 beneden plaatsen. Voldoende
ruimte om ieder doek blijft echter altijd
aan te bevelen. Heeft een schilderij: een
sterk uitgesproken lichtval zooals dikwijls
bij1 stillevens het geval is, dan kieze men
er een plaats voor, waar het licht juist zoo
binnenvalt.
Een vrij' groot doek van breed formaat
hangt gewoonlijk het beste boven een
dressoir, een divan, een lage kast, die dan
als 't ware de ondersteuning vormt.
Een rustige muurbekleeding of kleur is
meestal de prettigste achtergrond voor de
schilderijen.
Teekeningen en grafisch werk (etsen,
litho's, houtsneden) worden liefst niet
tusschen de schilderijen gehangen. Trou
wens het zwart-wit werk doet 't meestal
het beste in hall, vestibule of serre. Voor
portret- en andere foto's is een intiem
hoekje de aangewezen plaats.
Om gerechten van kippenvleesch smake
lijker en voordeeliger te maken.
Het is zonderling, dat in ons land, waar
viermaal zooveel kippen als menschen le
ven, en elk jaar alleen aan oude hennen
circa 8 millioen stuks voor de slacht wor
den opgeruimd, 't eten van kippenvleesch
toch zóó weinig populair is, dat het aller
grootste deel daarvan voor consumptie
naar het buitenland wordt uitgevoerd.
De reden ervan? Men schijnt in het al
gemeen hier te lande van een kip niet die
lekkere hapjes te kunnen maken, waar
van b.v. de Fransche keuken de knepen
kent.
Toch zijn, door iedere huisvrouw met
eenvoudige middelen verschillende sma
kelijke gerechten van deze dieren te ma
ken, die hetzij ze iets meer of minder
vet zijn, als braad- of als soepkip ver
kocht worden.
Thans is het de tijd dat deze hennen,
die met leggen opgehouden zijn, voor de
slacht worden verkocht en het groote aan
bod maakt ze goedkoop daarom is het nu
ook tijd om kippen te gaan eten.
Nu is het de vraag, hoe maken we deze
kip smakelijk klaar.
Oude, taaie kippen zijn minder geschikt
om gebraden te worden en we koken er
dus soep van, die heel smakelijk kan zijln,
wanneer niet door de grootte van het ge
zin „de spoeling te dun" gemaakt moet
worden. In dit geval, en ook als men voor
2 of meer dagen kippensoep wil hebben,
kan men met behulp van een paar Mag-
gi's Bouillonblokjes op voordeelige wijze
den slappen smaak van de soep verle
vendigen.
Met hetzelfde hulpmiddel wordt het
gekookte kippenvleesch, dat altijd eenigs-
zins flauw is, wat smaak bijgebracht.
Het is dan ook niet aan te bevelen om
dit betrekkelijk smakelooze vleesch, waar
van de geur in de soep is achtergebleven,
zonder meer te eten. Het eiwit, de belang
rijkste voedingsstof, is er vrijwel geheel
in achtergebleven en het loont dus zeker
de moeite, om er met een klein beetje
werk iets smakelijks van te maken.
De recepten, die hier volgen, hebben
dan ook alle betrekking op kippenvleesch,
waarvan vooraf soep1 gekookt is.
zaohtjes gaar gedurende 8 Uren. Voeg,
wanneer de kip 2 A uur gekookt heeft, de
gewasschen en in stukjes gesneden prei,
de selderij1 en de gewasschen rijst toe en
ook de in het water opgeloste Maggi's
Bouillonblokjes. Kook alles samen nog V»
'A uur. Neem de kip er dan uit, snijd
eenige stukjes vleesch van het borstbeen
en doe dit weer in de soep. Roer er ook
de zeer fijngehakte peterselie door.
Kippensoep. (1012 pers.) 1
oude kip, 4 L. water, 6 Maggi's bouillon
blokjes, 2 preien, een bosje selderij en
peterselie, 2 kopjes rijst, 1 groote eetlepel
vol zout.
Snijd de schoongemaakte kip in stuk
ken en kook ze in het water met zout
Gehakt van gekookte kip
(68 pers.) (Aan te bevelen, waunee- de
kip taai is.) 1 gaar gekookte soepkip, 2
sneden olud wittebrood, 2 Maggi's bouillon
blokjes, 12 eieren, 1 kopje kokend wa,
ter, peper, zout, noot, vet of boter om te
bakken, een beetje paneermeel of bloem.
Neem al het vleesch van de goed gaur-
gekookte kip en draai dit door den
vleeschmolen of hak het goed fijn. Las
de Maggi's bouillonblokjes op in het ko
kende water, week in deze bouillon het
wittebrood en doe het dan biji het vleesch.
Voeg de geklopte eieren toe, peper, zout
en noot, en maak er met de hand een
groote gehaktbal of kleine balletjes van.
Wentel deze door paneermeel of bloem.
Maak een stuk vet of boter goed warm in
een braadslee of diepe pan en bak hierin
de gehaktbal aan alle kanten bruin en
gaar. Snijd hem daarna in plakken.
Jus bij' bovenstaand ge
hakt. Een stukje boter of vet een eet
lepel vol bloem AL. kokend water, 2
Maggi's Bouillonblokjes.
Doe in de braadslee of pan, waarin het
gehakt gebraden is nog een stukje boter
of vet en voeg de bloem toe. Laat deze,
onder roeren lichtbruin worden. Los de
Maggi's Bouillonblokjes op in een A L.
kokend water en do© dezen bouillon, on
der roeren bijl de gebrande bloem. Laat
het sausje nog even doorkoken. Is de
saus niet bruin genoeg geworden, voeg
dan een A lepeltje koffiestroop toe.
Gestoofde kip (6 pers.) 1 gaar-
gekookte soepkip, Vs L. kokend water, 2
Maggi's bouillonblokjes, 40 gram boter
of vet van de kip (vet dat op de soep
drijft), 2 eetlepels bloem, wat zout en fijn
gehakte peterselie.
Snijld de gaargekookte kip in stukken,
verwijder het karkas. Smelt de boter of
het vet van de kip en roer er de bloem
door. Los de Maggi's bouillonblokjes op in
het kokende water en giet deze bouillon,
roerende bijl de bloem. Laat het sausje
even doorkoken. Stoof hierin de stukken
kip nog plm. 10 minuten. Voeg, indien
noodig nog een beetje zout toe en roer er
de fijngehakte peterselie door.
Beste Nichtjes en Neefjes!
Eindelijk Zaterdag, en daar is de krantl
Nu maar gauw lezen wie een prijsje
ontvangt
Breistertje, Groetje, Parker „Stugkop";
Ford „Hein Konijn"; Tom „Een echte
vriend"; Boomklimmer „Legspel", Schrijf-
stertje „Kaja"; Juffertje „Legspel";
Blondjes „Een levende brief"; Moeders
kleinste „Inktlap"; Snatertje „Inktlap";
Zwartje „Inktlap"; Smid „Een moeilijk
jaar"; Nelleke „Zoo'n fijne dag"; Mei
bloem „D'at was 't echte"; Blondine „Toen
de ster verscheen"; Blauwoogje „D'e vijf
de"; Moeders Oudste „Inktlap"; Gras
klokje Boerenbontj es en Kralenhandwerk.
De oplossingen van de prijsraadsels
zijn:
31 Augustus 1: Wij vierden allen blij
van zin, bet kroonfeest van de Konin
gin. Onderd.: beginnen, St. Fillans, wed
strijden, Vlissingen, haven, boot, water,
koren, Iki, ijver; 2. Goed begin is 't halve
werk. Onderd.: dahlia, vlinder, breien,
orgel, westen, gans, dik.
14 September. 1: Te Gèneve zijn dus do
besprekingen over oorlog of vrede aan
gevangen. Onderd.: Negus, keizer, Italië,
Suez, soldaten Oost-Afrika, Genève,
vrede, oorlog, bloed, gevangenen, spion,
vijand. 2. Dinsdag is het prinsjesdag.
Onderd.: Dinsdag, hars, jager, gist, spin,
haas, Drente.
28 September. 1: Beter altijd rapen aan
eigen disch, dan elders vleesch of visch.
Onderd.: signaal, schare, herberg, vijver,
belendend, lading, respect, schol, traditie,
straf. 2. Storm en regenvlagen, deden de
zomer verjagen. Onderd.: mos-, redders,
vlag, trommel, regenjas, zegel, grendel,
verdorren, gonzen.
12 October. 1: Een doode vlieg doet do
zelf des apothekers stinken. Onderd.: delf
stof, venster, zeil, noodsein, meel, kei,
kapot, kadet. 2. October wijnmaand.
Onderd.: Coba, wijn, motor, wand, bord,
ben.
Goes. „Rozeknopje". D'e verlichting
was prachtig en het weerkaatste zoo mooi
in het donkere water. Weet je wat ik ook
zoo leuk vond, een watervalletje met een
schoen er in. „Schrijfstertje". Jij bent de
eerste die er over schrijft, dus was het
verhaal nog nieuw. Ja, zoo'n middag valt
er heel wat te lachen, maar ik ben er niet
geweest. „Nelleke". Het was nog een ge
lukje dat je het prijsraadsel niet kwijt
was. Hoe is het Moeder, al weer wat op
geknapt? „Blondine". Doe maar flink je
best, je hebt er zelf plezier van en voor
Moeder is het ook gemakkelijk.
Baarland. „Maurits". 'tWas: wel
wat erg dat ik jou brief niet gezien heb,
en dan nog wel de eenigsta heer bij al die
dames. De tentoonstelling was prachtig
hé. Ik heb er ook van genoten.
N.- en St. J 0 0 e 1 a n d. „Moeders
Jongste". Bij jullie maken ze nu weer
eens iets anders dan op andere scholen.
Wordt het voor een echte baby? Je was
nu heel wat vlugger klaar.
Borsselen. „Mappie". De raadsels
heb je goed opgelost en nu maar niet
meer het briefje vergeten. Fijn dat je weer
een vriendinnetje hebt. Het zou wel gezel
lig zijn als ze ook nichtje werd. „Zus".
Dlat was dus weer een echte feestdag, nog
hartelijk gefeliciteerd. Maken jullie die
gezellige handwerkjes op school? Zijn de
kousen netjes geworden? „Smid". Het
verhaal is nog niet zoo gauw uit, dus dat
is zeker naar je zin. En jij bent ook al
weer aan 't zagen. Ik moest zoo lachen
om „het katje".
Oudeland e. „Herfstaster". Vind jij
het nog niet koud, nu dan ben ik het niet
heelemaal met je eens. Heb je de nieuwe
pullover ai aan gehad? Nee je had het nog
niet verteld. „Blondkopje". Een heele
verandering bij jullie, bevalt het goed?
Fijn hé, om jarig te zijn. Veel geluk ge-
wenscht. „Spring in 'tVeld". Hoe bevalt
de verandering op school, is het naar je
zin. Een hoed uit Goes, die zal wel mooi
zijn.
St. Laurens. „Meibloem". Nog har
telijk gefeliciteerd met je verjaardag. Wat
hadden ze weer een mooie cadeaux uitge
zocht Als je het raadsel klaar hebt, stuur
het dan maar, ik kan het wel gebruiken.
„Kernoffel". Ja, nu de avonden zoo lang
zijn komt er veel meer van handwerken.
Wat St. Nicolaas betreft ik zal er eens
over denken. Heb je al gauw weer een
inleiding? „Ford". Dat zou een buiten
kansje zijn als je mee mocht naar B.
Hebben jullie nog herfstvacantie?
Bergen op Zoom. „Corn, de Witt".
E.en echte verrassing, die kuikentjes. Er
was voor jou weer heel wat te beleven.
Kent het paard je al? Jammer dat jullie
niet alle raadsels instuurden. „J. P.
Coen". De gymnastiekles duurt wel wat
erg kort, een kwartier is niet veel. Ik
lees je verhalen over school toch wel
graag. De groeten van mij aan L.
Arnemuiden. „Dikkertje". Bpt
briefje had ik Dinsdagmorgen dus prach
tig op tijd. Jullie hoeft niet zoo heel veel
te leeren, maar zoo'n Zondag valt lang
niet altijd mee.
„Snatertje." Je hebt nu dus langer
school dan in het begin. Zoo'n kinder
jukje is wel een prettig werkje. Mogen
jullie er een patroontje op borduren?
„Bobby." En nu waren er nog wel die
het raadsel voor de grooteren het gemak
kelijkst vonden. De brief was nog op tijd.
Wonen die neefjes ook in A.?
Krabbend ijl ke. „Heliotrope". Wat
kan jij mooi teekenen. Ik vind het erg leuk
dat jiji er mij1 een stuurde. Nee, het is nu
nog niet koud genoeg, om zoo dicht bij
de kachel te zitten.
Biggekerke. „Moeders Oudste." Wil
je vader van miji ook nog feliciteeren. Ge
zellig dat jullie langs G. haar huis naar
school moeten; nu zal ze je wel niet ver
geten. Is broertje al wat gegroeid? „Ma
deliefje." Het briefje was keurig, je zult
het best leeren hoor. Nu zusje al zoover
is, zal ze wel gauw los loopen. „Ooms
knechtje." Jammer dat de konijnen maar
zoo weinig opbrachten; misschien dat het
met Kerst beter gaat. Ik zal niets verklap
pen. „Blauwoogje." De anderen vragen
ook al of het verhaal nog lang duurt; nu
ik kan je gerust stellen, voorloopig is het
nog niet uit. Heb je moeder flink gehol
pen? „Sneeuwwitje." Wat een mooie plan
ten zijn dat; 't is fijn als ze ook gaan
bloeien hé. 't Is wel gemakkelijk om alles
op de kaart na te kunnen kijken.
Wemeldinge. „Blondjes". Wel ge
makkelijk dat jullie de raadsels in dat
boekje schrijven; dan raken ze niet zoo
gauw weg. Heb je het verhaal ook uitge
knipt? Ik ben benieuwd of de muts nu
goed geworden is. „Zwartje". Met go'ed
weer is zoo'n tochtje op het water wel
mooi. Ben jij' ook wel eens met die boot
mee geweest? Dat raadsel was wel klein,
maar ze vonden het toch niet allemaal
gemakkelijk.
N i s s e. „Fietsertje." Wat een brief vol
verrassingen was dat. Het is een heel
mooi kiekje en ik ben er erg blij mee.
Gaat je zus nog niet meedoen? Je hebt
er een heel werk aan gehad om dat ge
dicht over te schrijven. Wie heeft het ge
maakt?
K a p e 11 e. „Grasklokje." Ik denk niet
dat er iets veranderen zou, als M. er zelf
naar toe ging. Ja, hij! heeft wel heel veel
te verantwoorden. Alle menschen zullen
er ook wel niet mee juichen.
Veere. „Margriet." Ja, dat is voor
ieder kind een verrassing als zijn naam
in de krant staat voor een prijsje. Wel
gezellig hé, zoo eens een paar dagen uit.
Dat foutje heb ik maar 'Over het hoofd
gezien. „Moeders Kleinste." Het is maar
goed dat je dat mooie post niet iedere
week gebruikt, dan zou het wel erg gauw
op zijn. Weet je wat je nu eens doen
moest? In 't vervolg ook de oplossingen
van de groote raadsels inzenden. Het zal
best meevallen. „Voetballer." Eén heele
rust zal het zijn, als al het buitenwerk
klaar is. Als alle jongens er over den
ken als jij', ziet de toekomst er voor ons
land niet slecht uit. „Roosje". Ja, ver
leden week Zondag was het een heerlijke
dag; toen konden we weer eens van het
zonnetje genieten. Hebben jullie ook
herfstvacantie?
Gap in ge. „Sneeuwklokje." Nu de
lange avonden er zijln, wordt er weer heel
wat gehandwerkt. Moet je thuis ook voor
school werken. Wat voor teekeningen
maak je?
Seroo'skerke. „Parker". Het zou
wel fijn zijn als je nu nog examen mocht
doen; in ieder geval was je dan een jaar
eerder. Het spreekwoord begrijp ik nu
wel. Jullie hebt nu flinke wintervoorraad.
„Tom". Jij zult je 's avonds wel niet ver
velen nu je zooveel te knutselen hebt,
Moet dat eerste een verrassing woTden?
dan zal ik het niet verklappen. Hartelijk
dank voor het raadsel. „Zonnebloem." Nu
weet ik al wat meer van 'je. Wat fijn dat
je zelf een tuintje hebt; zijn er 's zomers
veel bloemen in? Is het hondje van alle
maal, en hoe heet het? „Dikkie". Het ge
beurt maar een enkele keer dat iemand
een raadsel instuurt. Het hindert niets
hoor, als je dat niet kunt. Was het
Maandag een prettige dag?
Souburg. „Boomklimmer." Dat over
komt mijl ook wel eens als ik een brief
moet schrijven. Je was wel laat, maar
nog niet te laat.
Déze week geef ik een raadsel voor al
lemaal.
De gevraagde woorden onder elkaar
plaatsen (het cijfer er achter beteekent
uit hoeveel letters het woord moet be
staan).
De eerste letters vormen een bekende
plaats uit de Vad Geschiedenis.
Een plaats in Friesland (10), een jon
gensnaam (5), blauwe vloeistof (4), een
hoofdstad van een provincie (10), weer do
vloeistof (4), niet klein (5), plaats in
Drente (5), niet vierkant (4), een vracht
(6), een soort noot (5), een getal (3).
Ingezonden door „Tom".
DE TWEELING VAN HET BOSCHHUIS
Als Dik er nu maar was; het kon eigen-
genlijlk best van niet; stel je voor dat
tante niet was gaan rusten; hè, daar had
den ze heelemaal nog niet aan gedacht.
Moeder zat aan het tuintafeltje te
naaien, Jannie had een handwerkje; Iki
speelde met haar pop en zelf had ze een
boek, waar ze maar niet verder mee
kwam.
„Wat zou Dik nu doen?"
Hè, Han voelde haar gezicht heet wor
den toen moeder dat vroeg; zou ze het
weten?
Ssst, kwamen ze daar aan?
Han hoorde fietsen, maar nee, het
waren andere menschen.
EVen later weer en meteen herkende ze
Hen's stem; moeder had het ook gehoord.
Een beetje verwonderd keek ze op.
„Daar heb je de jongens al weer terug;
het is toch nog vroeg, ze zullen.Ver
der kwam ze niet, haar naaiwerk gleed
op den grond en voor ze goied wist wat er
gebeurde, was Dik aan komen rennen,
sloeg z'n armen om haar hals en zoende
haar zoo stijf, dat ze haast geen adem kon
halen.
„Maar Dik, waar kom je opeens van
daan? Tante heeft je toch niet wegge
stuurd, en wisten jullie er van, Hen?"
Nu kwam het heele verhaal, dat Dik
het zoo saai had gevonden en naar huis
verlangde.
„Wat zal tante vreeselijk ongerust zijn,
nu je zoo maar weggeloopen bent; je had
het toch eerst wel kunnen vragen."
Tot groot vermaak van de anderen ver
telde Dik dat hiji een brief op tafel had ge
legd.
„Hoe kwam je op- dat idee?" vroeg moe
der verbaasd.
„O, in de krant stond een verhaal van
een juffrouw die weggeloopen was en die
had het ook gedaan."
Moeder had moeite om ernstig te blie
ven, maar ze wou niet lachen, omdat ze
wel een beetje boos was op Dik, die tegen
over oom en tante toch wel erg raar had
gedaan.
Toen vader even later thuis kwam, was
hij, er niets over te spreken.
Hij! zou dadelijk schrijVen en Dik moest
er ook een briefje Dij doen.
Dat vond Dik niet zo'o heel erg, want
bij was veel te blijl dat hij weer thuis
was.
„Als het niet zooveel geld kostte",
dreigde vader met een lachend gezicht,
„zouden we je zoo weer terug sturen."
Voor het eerst in z'n leven was Dik blij'
dat ze niet veel geld hadden.
Hen bedacht dat het toch wel erg ake
lig voor Dik was, nu hij gedacht had heer
lijk uit te gaan, terwijl hijl het zoo saai had
gehad.
Stel je voor, op reis! Ze hadden hier
ook wel veel plezier en 't was hier erg
mooi; toch zou hij' 't wat prettig vinden in
de vacantie echt op reis te gaan; maar
dan niet bijl tante Leida, of ze moesten
met z'n tweeën zijn.
Weet je wat, Dik moest vanavond maar
met Boudewijn gaan fietsen; hij was nog
niet zoo vaak op z'n nieuwe fiets geweest,
en hij kon dan onderwijl zelf even naar
Oom Kees gaan.
Moeder was wel een beetje geschrokken
toen ze hoorde wat er gebeurd was. Oom
had z'n enkel verstuikt, een jongen had
hem aangereden en nu mocht hij heele
maal niet loopen.
Het was gelukkig niet zoo heel erg aan
gekomen, maar oom was al oud en dan
beterde het niet zoo vlug meer.
Hen vond Oom op een gemakkelijke
stoel in de voorkamer; hij was wat blij
hem te zien; Oom hield wel van een
praatje en Ben had heel wat te vertellen.
'tViel Hen wel een beetje mee, want
O'om zag er zoo gewoon uit.
„Wanneer is het gebeurd met uw been;
is het al lang?"
„Laat eens kijken; het was geloof ik in
den avond dat je moe thuis kwam; er
kwam een jongen voorbij' op de fiets, juist
toen ik den weg overstak: hij' reed erg
hard, maar maakte wel gauw dat hij' weg
kwam. Dat was niet erg netjes. Maar ge
lukkig kwam even later de dokter voorbij,
die heeft me overeind geholpen en me
naar binnen gebracht."
(Wordt vervolgd.)
Uitg.: N.V. Uitgeven
Emergn" ter exploitati
Bureaux Lange
Tcicfooi
Postchèquo cn
Bijkantoor Middelb
J. J. FANOY, Lani
Directeur-Hoofdrec
Dit nummer best
SPREKEND
Er zijn er, die ot
van de uitvoering v«
de S.D.A.P. in uitzii
nununer van j.l. Zat
timistisch denken.
Het geld is er wel
Als men 't maar hat
Voor hen, die zoo
kan het goed zijn k<
de volgende cijfers:
„Volgens de statist
vermogen te R o 111
ver inkomen, dat
in 1914 geleidelijk ste
in 1921/22, daarna w
millioen in 1926/27,
te stijgen tot 394.8 m
1934/35 gedaald tot
In vier jaren tijds
achteruit geloopen rr
den of mot bijna
komen in het
30.28 daalde.
Het aantal aanges
duizend, in 1930/31
draagt over 1934/35
De inkomens bove
maal gevoelig achtei
Bij de groep van
is in vier jaren tijd
70 verminderd.
Het totaal aantal
159.996 bedragende,
daald tot 108.858.
Het te Rotterdam
dat sedert 1925/26 we
vertoonde, is na
achtereenvolgens 61,
lioen gulden, zcv?dat
is teruggevallen met I
is gedaald tot 667 m
Vergeleken met
gen te Rotterdam
millioen of met rui:
in het geheele
met 25.94
Dit zijn sprekend
wel tot eenige voo
stemmen.
31
ge
11
Weinig ni<
Van het oorlogs;
nieuws.
Uit Asmara meldt
marsch der Italiane:
zonder strijd zal verl<
sa aanzienlijke strijd
geving verzamelt. Df
kalm aan, geleidelijl
en ravijnen rond Adi
Kleine Abessynsch
met het den Italiaa
die zich nog langzaai
Makallé voortbeweg
Naar verluidt zoude:
door gisteren weer
leden hebben.
D'e toestand aan
kalm.
De Ethiopiërs heb
pur te versterken
Italiaansche opmarsc
houden.
Versterkingen zijn
Onder de Abessyni
rar moet scheurbui
uit Berbera zijn me
gezonden.
D'e correspondent
in de Suez Kanaal
behalve dat de Ita
ondervinden met de
der de Italiaansche
elephantiasis is uitg
wordt gekenmerkt d'
in de beenen, maar
nezen worden. Ook
len van longontsteki
doeningen, hoewel h
ria is, die vooral ov
Naar Reuter uit P
neraal de Bono ee:
vaardigd, waarin
maakt aan de slave:
lianen bezette gebied
heid worden gesteld.
t
ADD'IS ABEBA,
perley schrijft in di
dat de Italianen ind:
in 'het tegenwoordig
waarschijnlijk minst
zullen hebben om
ken, daar hun van
droge maanden ter I