EERSTE BLAD
0e schoolstrijd is niet uit.
Buitenland.
KLEINE ADVERTENTIËN
Belangrijkste Nieuws
Binnenland
ZATERDAG 12 OCTOBER 1935
DAGBLAD VOOR DE PROVINCIE ZEELAND
50 e JAARGANG - No. 11
Uitg.: IN.V. Uitgevers-Maatschappij „Luctor et
Emergo" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw".
Bureaux Lange Vorststraat 70, Goes.
Telefoonnummer 11.
Postchóque en Girorekening 41155.
Bijkantoor Middelburg: Fa BOEKHANDEL
J. J. FANOY, Lange Burg B 16, Tel. 28.
Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA.
De Zeeuw
Abonnementsprijs f2.50 per kwartaal,
weekabonnementen voor Middelburg, Goes en
Vlissingcn f 0.20. Losse nummers 5 cent.
AdvortcntlOn 30 cont por regol, Ingezonden
mcdcdcclingcn 00 cent per regel. Kleine
Advertentiën Dinsdags en Vrijdags f 0.75, bij
vooruitbetaling. Onder letter of motto f 0.85.
Bij contract belangrijke korting.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
Telkens weer worden we er aan her
innerd, dat de schoolstrijd, ondanks de
pacificatie, nog volstrekt niet tot het ver
leden behoort.
Wie neiging mochten gevoelen op de
behaalde lauweren te gaan rusten, wor
den steeds weer uit den dommel opge
schrikt en er aan herinnerd, dat het nog
altijd noodig is wakker te blijven en
waakzaam.
Nu weer is er een rapport van het Ne-
derlandsch Onderwijzers Genootschap, dat
een waarschuwend geluid laat hoeren.
Aan bedoeld rapport, waarin de denk
beelden van het Genootschap omtrent de
O. L. school en haar positie zijn neerge
legd, is het volgende ontleend:
De uitwerking der pacificatie in de L.
O.-wet 1920 heeft het mogelijk gemaakt,
dat elke richting haar eigen school kan
krijgen. Daardoor wordt het onderwijs
meer en meer uit de handen der Overheid
genomen.
Van dit stelsel is een groote verbrokke
ling van ons onderwijs het gevolg ge
weest. Het onderwijs werd daardoor on-
noodig duur, terwijl een ecoomisch beheer
en een goede distributie van scholen niet
mogelijk is.
De verbrokkeling van ons onderwijs,
de voortgaande ontwikkeling van ons on
derwijs in particuliere richting zijn niet
bevorderlijk voor de nationale eenheid en
ondermijnen de volkstucht.
Met inachtneming der vrijheid van rich
ting bestuurt de overheid het geheele on
derwijs. Openbaar en bijzonder onderwijs
worden volgens gelijke normen door de
overheid bekostigd.
De overheid, het onderwijs in zijn ge
heel besturend, heeft den plicht, de orga
nisatie van het onderwijs zoo in te rich
ten, dat aan de eischen van goed onder
wijs, economisch beheer en juiste distri
butie der scholen voldaan wordt.
Bijzondere scholen kunnen worden ge
sticht op verzoek van ouders, die zich te
recht bezwaard gevoelen hun kinderen
naar de openbare school te zenden.
Voor de stichting van 'bijzondere scho
len met 3, 4, 5, 6 of meer leerkrachten
gelden als criteria: a. aantallen leerlingen
volgens de geldende leerlingenschaal; b.
de ouderverklaring van beide ouders of
wettige verzorgers; c. hun lidmaatschap
der vereeniging of van het kerkgenoot
schap, die (dat) de school aanvraagt; d.
het storten van een waarborgsom; e. de
aanvragen voor 'bouw van bijzondere scho1-
len moeten bovendien beoordeeld worden
door centrale instanties, gekozen door de
overheid uit de organisaties van ouders,
voorstanders van bijzonder onderwijs, als
mede door Gedep. Staten, met zoo noo
dig beroep op de Kroon.
Het instituut oudercommissie en ouder
avonden moet in de wet gehandhaafd blij-
ven. Een uitbreiding voor die gemeenten,
waar meer openbare scholen zijn, in den
geest van centrale oudercommissies, is
gewenscht.
Ook voor het bijzonder onderwijs wordt
rekening gehouden met voldoenden ouder
invloed. De schoolbesturen, die het karak
ter hebben van vertegenwoordigers der
ouders, moeten gekozen worden uit ouders
van schoolgaande kinderen".
Hoewel in gematigden toon gesteld,
spreken deze conclusies toch van feilen
tegenstand tegen de bijzondere school.
De financieele gelijkstelling, zoo heet
het, bevordert de verbrokkeling en maakt
het onderwijs onnoodig duur. Hier
wordt dus feitelijk al het bestaansrecht
van de bijzondere school ontkend. Het is
onnoodig.
Maar hierbij blijft het niet.
D'e verbrokkeling en de voortgaande
ontwikkeling van ons onderwijs in parti
culiere richting zijn niet bevorderlijk aan
de nationale eenheid en ondermijnen de
volkstucht.
Een oer-oude beschuldiging, maar die
den laatsten tijd steeds krachtiger wordt
geuit. Het zijn klanken, die ook in het
program van den N. S. B. worden be
luisterd. Daar spreekt men ook, in navol
ging van de Nat. Socialistische practijken
in Duitschland, van eenheid en volks
tucht, waaraan de bijzondere school moet
worden opgeofferd.
Men bemerkt, er zit in deze uitspraken
een zekere climax.
Eerst heet het bijzonder onderwijs on
noodig en dan gaat men verder en stem
pelt het tot een gevaar voor de volkstucht.
Geen wonder dan ook, dat men verlangt
dat de stichting van bijzondere scholen
zal worden bemoeilijkt.
Ouders, die een bijzondere school voot
hun kinderen wenschen, moeten zich t e-
recht bezwaard gevoelen. Dit zal dus
moeten worden onderzocht. De bezwaren
moeten worden gekeurd en blijken ze
niet „gegrond", dan zullen de kinderen
naar de openbare school verwezen moeten
worden.
En dan 'heeft men nóg een rem ontdekt.
De ouderverklaring, noodig voor de
stichting van een bijzondere school, zal
door beide ouders onderteekend moe
ten worden. Als er dus verschil van mee
ning moe ut zijn bij de ouders, dan moet
alwéér de openbare school de voorkeur
hebben.
Maar ook een verklaring van de beide
ouders is nog niet voldoende. Zij zullen
bovendien lid moeten zijn van de school
of de kerk die de school aanvraagt, ter
wijl dan voorts de aanvragen nog door
zekere instanties beoordeeld zullen moe
ten worden.
Een dubbele keur wordt alzoo noodig
geacht.
Eerst moeten de motieven van de ouders
worden gewogen en dan moet nog de
noodzakelijkheid van de stichting worden
beoordeeld.
Het is wel duidelijk, dat er op deze
wijze van de v r ij h e i d en van het
r e c 'h t van de bijzondere school bitter
weinig overblijft.
Wij willen intusschen niet nalaten ook
het goede in dit rapport te waardeeren.
Men wenscht als eisch gesteld te zien,
dat de besturen van bijzondere scholen
gekozen moeten worden uit de ouders van
schoolgaande kinderen.
Hieruit zou men kunnen lezen, dat de
bedoeling voorzit de keus te beperken en
tal van mannen, die met groote kennis en
toewijding de belangen van het onderwijls
hebben gediend terzijde te stellen, maar
wij willen hierin liever zien een bewijs,
dat ook in de kringen van het N. O. G.
wordt erkend, dat er een nauwe band be
hoort te zijn tusschen de ouders en de
school.
Waaruit zou kunnen volgen, dat men
ook daar het openbaar onderwijs toch
eigenlijk niet als een ideaal 'beschouwt.
Maar hoe dit ook zij, de stormvlag is
weer eens geheschen.
De schoolstrijd is niet uit.
Weest op uw hoede!
AKSOEM DOOR DE ITALIANEN
OMSINGELD.
De opmarsch der Italianen ondervindt
vertraging.
De grootste militaire bedrijvigheid in
Noord-Abessinië blijkt thans in de omge
ving van Aksoem te heerschen. Naar de
Romeinsche correspondent van „United
Press" van officiëeleItaliaansche zijde
verneemt, is de omsingeling van deze
stad thans zoo goed als voltooid.
De inneming zal wel niet veel moeilijk
heden opleveren, daar de Abessyniërs
bezig zijn hun heilige stad te ontruimen,
om te voorkomen, dat de vele eeuwenoude
obelisken en andere historische bouwwer
ken bij een eventueel bombardement door
de Italianen worden vernield.
Uit Rome wordt gemeld: Aangezien
Aksoem een heilige stad is, hebben de
Italianen deze niet gebombardeerd. Men
wacht, tot de stad in Italiaansche han
den valt tengevolge van operaties elders.
Elders in Noord-Abessynië is, naar de
correspondent van het Duitsche nieuws
bureau meldt, de opmarsch gestaakt, om
dat men eerst den aanvoer van mate
rialen en de aankomst der artillerie-ver
sterking wil afwachten.
In den noodwestelijken hoek, dus daar
waar de grenzen van Italiaansch Eritrea,
Abessynië en Britsch Soedan elkaar raken,
ondervindt de opmarsch vertraging.
Hiervoor zijn verschillende redenen. In
de eerste plaats zijn groote afdeelingen
Abessynische soldaten gesignaleerd, waar
van de sterkte op 40.000 man wordt ge
schat. De Italiaansche troepen nemen
daar een zeer voorzichtige houding aan.
Zoodra het tot een treffen komt, zullen
er hevige gevechten moeten worden ge
leverd, welke bovendien nog bemoeilijkt
worden door het bergachtige terrein. Bo
vendien is het zeer moeilijk de verbin
dingen met het achterland te onder
houden.
De aanval op Adoea.
De tegenaanval op Adoea, aldus meldt
Reuter uit Addis Abeba, was een volko
men verrassing voor het Italiaansche
garnizoen en voordat de Italianen goed
en wel wisten, wat er gebeurde, waren
groote contingenten Abessyniërs onder be
scherming der duisternis direct tot de
Italiaansche linies gekropen.
Naar men zegt, volgde hierop een ver
schrikkelijke strijd van man tegen man.
Aan geen van beide zijden werd om
genade gevraagd of verleend.
De Abssyniërs waren tegenover de
Italianen numeriek iets in de meerder
heid en aangemoedigd door de herinne
ring aan hun overwinning te Adoea in
1896 streden zij als duivels met bajonet
ten, lansen en dolken.
Eenigerlei bevestiging van de berichten
over dezen aanval op Adoea is echter
niet ontvangen. De correspondent van
„Reuter" te Addis Abeba, die deze mede-
deelingen seinde, geeft als nadere toe
lichting, dat hij ze heeft gekregen van
een persoon, die in nauw contact staat
met het hof; een woordvoerder der regee
ring zei bovendien reden te hebben, om
aan te nemen, dat het bericht juist was.
Van Italiaansche zijde wordt betoogd,
dat er van een herovering van Adoea
geen sprake is.
De woordvoerder der Italiaansche re
geering heeft aan United-Press verklaard
dat het Reuterbericht te fantastisch is
om het officiëel tegen te spreken. Hij
wees er op, dat na de verovering van
Adoea duizenden modern uitgeruste sol
daten, artillerie, tanks en machine-
geweer-af deelingen in de stad zijn aan
gekomen. Deze troepen worden gesteund
door vliegtuigeskaders, die de geheele om
geving afzoeken en direct Abessynische
troepenbewegingen melden. Bovendien is
Adoea versterkt.
De Ethiopische legatie te Londen deelt
aan Reuter mede:
„We hebben een bericht ontvangen van
een zijde, welke we als welingelicht be
schouwen, waarin wordt medegedeeld,
dat een hevig gevecht heeft gewoed om
Adoea, waarbij 2000 Italianen zijn ge
wond."
Overloopers.
Rome meldt:
Ras Haile Selassie Koeksa, de com
mandant van de Abessynische troepen in
Oost-Tigre, heeft zich met vele duizenden
mannen aan generaal Santini overgege
ven. Ko'rt daarna gaf Dejao Kassa Araia
zich met zijn mannen Over.
Ras Selassie Koeksaj is volgens het
Italiaansche communiqué, een directe af
stammeling van den Negus Johannes, die
in de laatste helft van de 19de eeuw tot
aan zijn dood de kroon van Tigre en ook
de keizerskroon van Abessynië droeg. Zijta
vader, die drie jaar geleden is gestorven,
was, zoo wordt verder gezegd, den Italia
nen altijd zeer goed gezind geweest.
De komende velslag.
In Addis Abeba nemen de geruchten
over een veldslag aan het noordelijk front
vaster vorm aan. De Italianen zouden in
Wolkait, Tigré en Agamé trachten de
Abessynische posities, die goed ver
schanst zijn, met artillerievuur en aan
vallen uit de lucht, rijp te maken voor
[bestorming. Het zwaartepunt van den
veldslag zou in het gebied rondom Ak
soem liggen. Ook ten Zuiden van Adigrat
zou de strijd heviger zijn geworden.
Een bevestiging van deze berichten kon
nog niet worden verkregen, daar de tele
foonleiding AdoeaAddis Abeba ver
nield is.
Uit de telegrammen der oorlogscorres
pondenten in de Romeinsche bladen van
gistermiddag blijkt, dat de Italiaansche
troepen in Noord-Abessynië nieuwe stel
lingen hebben bezet, die van groot strate
gisch belang worden geacht.
Zeer waarschijnlijk is, dat de Italianen
tegelijk met hun aanval in het Noorden,
ook in het Zuiden zullen trachten op te
marcheeren, teneinde het geheele Abes-
synsche leger in te sluiten. De Italianen
willen zooveel mogelijk een guerilla voor
komen, waarin de Abessyniërs zoo bedre
ven zijn.
De Romeinsche correspondent van de
„Matin" schrijft, dat men zich te Rome
bewust is van de moeiliikheden, die de
onderneming in Afrika onlevert. De cor
respondent vestigt de aandacht op de
woorden van den minister van pers en
propaganda Alfieri, die verklaai heeft,
dat de oorlog ongetwijfeld nog niet is be
gonnen. „Wat tot dusverre in Abessynië
is voorgevallen, is van geen bijzondere be-
teekenis geweest. De eigenlijke gevechten",
aldus de minister, „en de groote veldsla
gen moeten nog komen."
Reuter meldt uit Addis Abeba, dat het
Italiaansche Zuidelijke leger Donderdag
den opmarsch is begonnen door het ge
bied van Ogaden naar het Noorden, in de
buurt van Britsch Somaliland, zij het op
zekeren afstand van Somaliland.
De Italiaansche stormtroepen worden
door tanks, artillerie en vliegtuigen ge
steund.
Rome publiceert verliescijfers.
Na twee dagen is thans weer een Ita
liaansch officieel leger-bericht uitgege
ven, waarin voor het eerst verliercijfers
worden genoemd.
De verliescijfers, welke door eenige
buitenlandsche kranten worden gepubli
ceerd, zijn leugenachtig. Voor zoover over
het uitgestrekte front na een opmarsch
van vier dagen kon worden vastgesteld
De kleine advertentiën, die
Dinsdag en Vrijdag werden
opgenomen, kosten slechts
75 cent bi] vooruitbetaling.
bedragen deze: 30 dooden, waaronder 25
inlanders, 70 gewonden, waaronder 50
inlanders, terwijl 33 inlanders worden
vermist.
Aan het front in het Zuiden zijn tal
rijke gevallen van desertie in de Abessijn-
sche troepen te constateeren, de berichten
der buitenlandsche bladen van desertie
van Italiaansche Askaris zijn onjuist.
De gezondheidstoestand en het moreel
van de troepen zijn uitstekend.
(Vermoedelijk zal wel niemand aan
deze cijfers geloof hechten. Vier dagen
oorlog voeren met 30 dooden is te gek om
los te loopen. Red.)
GEEN WAPENS NAAR ITALIË.
Uit Genève wordt gemeld:
De door de coördinatie-commissie be
noemde ondercommissie van zestien,
heeft een eerste bijeenkomst gehouden en
de kwestie van de wapenlevering aan
de oorlogvoerende staten behandeld.
Ten slotte werd een Engelsch-Fransche
resolutie eenstemmig aangenomen. De
resolutie, die daarna ook door de coör
dinatie-commissie zelf in haar voltallige
vergadering werd goedgekeurd, spreekt
uit, dat het wenschelijk is: ten eer
ste, dat eventueel bestaande
verboden van waptenuitvoer
naar Abessynië onmiddellijk
worden ingetrokken; 2e., dat
de v o 1 k e n b o n d s s t a t e n onver
wijld een verbod uitvaardi
gen voor uitvoer, wederuit
voer en doorvoer van wape
nen, munitie en ander oor
logsmateriaal naar Italië en
de Italiaansche bezittingen;
ten derde, dat maatregelen getroffen wor
den, om te verhinderen, dat naar een an
der land dan Italië uitgevoerde wapenen,
munitie of ander oorlogsmateriaal naar
Italië of Italiaansche bezittingen weder-
uitgevoerd zou worden; ten vierde, dat
de bepalingen onder twee en drie ook
van toepassing zijn op loopende contrac
ten; ten vijfde, dat de regeeringen bin
nen een zoo kort mogelijken termijn door
tusschenkomst van den secretaris-gene
raal van den Volkenbond aan de com
missie mede deelen, welke maatregelen
zij genomen hebben, om aan deze reso
lutie gevolg te geven.
De vierde paragraaf is te danken aan
Jhr de Graeff, die deze aanvulling der
Engelsch-Fransche voorstellen heeft in
overweging gegeven.
De commissie heeft ten slotte nog be
sloten, vanmiddag weder bijeen te ko
men voor een eerste bespreking over
economische sancties.
DE MONARCHIE IN GRIEKENLAND
Volgens een Reuter-telegram uit Athene
was tijdens de zitting van de nationale
vergadering een reusachtige menschen-
menigte voor het kamergebouw bijeenge
komen, in groote spanning het beslu.t
afwachtend. Toen dit bekend werd ge
maakt, brak een onbeschrijfelijk gejubel
los. Vooral in het leger en bij' de royalis
ten is de geestdrift zeer groot. Alle stra
ten der hoofdstad zijn vol menschen, die
de jongste gebeurtenissen bespreken en
hun bijval betuigen. Overigens vertoont de
stad echter een zoo volkmen normaal
beeld, dat een advertentie in de bladen
moest geplaatst worden om de bevolking
te doen bemerken, dat de staat van beleg
was afgekondigd.
Men kan slechts hopen, dat deze vol
maakte orde en rust in Griekenland ge
handhaafd kunnen worden. Intusschen
heeft de regeering reeds een waarschu
wing tot Venizelisten, socialisten en com
munisten gericht om zich van onruststo
kerij te onthouden.
De toestand in Griekenland.
De Grieksche ministerraad heeft het
program voor het optreden der regeering
tot den terugkeer van den koning vastge
steld.
De regeering stelt voor, te streven naar
verbetering der nationale verdediging. De
sterkte van het leger zal vergroot worden
en de belasting der arbeidende bevolking
verminderd.
Besloten werd een proclamatie te rich
ten tot het Helleensche en een andere tot
het Kretenser volk, waarin de regeering
een beroep doet op de vaderlandsliefde
der bevolking, en de overtuiging uit
spreekt, dat de bevolking zich zal neerleg
gen bij het besluit van de Nationale Ver
gadering betreffende de afschaffing van
het republikeinsche regime.
President Zaimis zal binnenkort zijn
aftreden officieel bekend maken.
Koning George van Griekenland heeft
tot nu toe nog geen directe mededeeling
van Kondylia ontvangen.
Binnenland.
Wijziging vaste lasten-ontwerp.
Salarieering personeel lagere publiek
rechtelijke organen.
Russische opdrachten voor Nederlandsche
werven.
Buitenland.
Het bericht van den overval op Adoea
niet bevestigd. De opmarsch der Italia
nen vertraagd.
Do sancties te Genève.
De toestand in Griekenland.
Aardbevingen in Azië en Bosnië.
CONFERENTIE A. R. PARTIJ.
Het Centraal Comité besloot in zijn
jongste vergadering van 30 September 11..
ook 'dit jaar weer een partijconferentie
te houden ter behandeling van een twee
tal belangrijke en actueele onderwerpen.
Deze conferentie zal gehouden worden
D. V. op Donderdag 31 October en Vrij
dag 1 November e. k. in het hotel „De
Witte Brug" te Den Haag.
Door verschillende omstandigheden
moest worden afgezien voor dit jaar van
het gebruik van het conferentie-oord van
den Zending3-Studieraad te Lunteren.
D'e onderwerpen, welke in behandeling
zullen worden gebracht, zijn:
1. „Natuur en Genade", referent Prof.
D'r F. W- Grosheide, hoogleeraar aan de
V. U. te Amsterdam. Het ligt in de be
doeling 'dit vraagstuk te 'bezien in zijn
beteekenis voor het staatkundig leven.
2. „De tegenwoordige politieke toestand
en de taak der Antirevolutionaire partij",
referent de heer J. Schouten, tijdelijk
voorzitter C. C.
BEZUINIGINGSONTWERP IN DE
EERSTE KAMER.
Woensdag in de afdeelingen.
De Eerste Kamer is bijeen geroepen te
gen Dinsdag 15 October, 's avonds half
9 uur.
Eenige kleine wetsontwerpen staan op
de agenda benevens benoeming van een
griffier.
Ook zal mededeeling woiden gedaan
van het besluit der Centrale afdeeling.
De voorzitter is voornemens aan de cen
trale afdeeling voor te stellen op Woens
dag d.a.v. in de afdeelingen te doen on
derzoeken het wetsontwerp tot verlaging
van de openbare uitgaven.
Utrecht en de spelling Marchant.
Het nieuwe College van B. en W. van
Utrecht heeft besloten, op de openbare
onderwijsinrichtingen de spelling-Mar-
chant te gaan bevorderen. Binnenkort zal
het z.g. Schoolparlement bijeenkomen, om
zich over de eventueele wijziging van het
leerplan te beramen.
Centrale Rogge-organisatïe wordt
opgeheven.
De minister van Landbouw en Visscherij
heeft bepaald, dat de stichting Centrale
Rogge Organisatie opgeheven zal worden
en dat het liquidatie-saldo zal worden ge
stort in het Landbouwcrisisfonds.
Russische opdrachten voor Neder
landsche werven.
Het A.N.P. meldt uit Moskou: Officieel
wordt medegedeeld, dat het volkscommis
sariaat voor transporten langs water
wegen opdrachten voor den bouw van 13
groote op de meest moderne wijze uitge
ruste, houttransportschepen heeft ge
plaatst in Engeland, Nederland en
Denemarken.
Behandeling van de Rijksbegrooting 1936.
Het afdeelingsonderzoek door de Twee
de Kamer van de begrooting 1936 is, naar
de „Telegr." vernam, gisteren beëindigd.
Waarschijnlijk zal de openbare behande
ling met het houden der algemeene be
schouwingen op Dinsdag 5 November
aanvangen.
Salarieering personeel der lagere publiek
rechtelijke organen.
De minister van binnenl. zaken heeft
aan de gemeentebesturen den volgenden
brief gericht:
1. Ik heb de eer uw college te verzoe
ken mijl zoo spoedig mogelijk een opgaaf
te willen verstrekken van de, door de
verschillende bezuinigingsmaatregelen,
over 1935 verkregen totale besparing oip
de salarissen en loonen, welke ten laste
van het budget uwer gemeente komen.
2. Indien bedoelde maatregelen eerst
over 1936 tot besparing machten leiden,
zal ik gaarne met het bedrag, waarop de
besparing over dit jaar geraamd wordt,
worden in kennis gesteld.
3. Bij de vaststelling van bedoelde be
dragen zullen eventueel thans in voorbe
reiding zijnde maatregelen (salarisverla
ging enz.) buiten beschouwing kunnen
blijven.