DE ZEEDW
HET ADRES
A. WILKING
Uit de Provincie
Gemengd Nieuws
TWEEDE BLAD
Voor den Zondag
Eindelijk vereenigd.
Wat er deze week voorviel
FEUILLETON
naast de taefaxsBSt van can veroMJcil, iüe
van een Iheel beschavingscomplex. Dat is
de crisis in Ihaar meest ernstigen vorm."
iHet is een crisis van drievoudigen
aard, zoo gaat (hij voort:
De aantasting der politiek en economi
sche wereldhegemonie van Europa.
Die van de leidende rol van het blanke
ras. en die van de Westersche (beschaving.
Trouwens de gang van zaiken zo oak wij
die nu beleven is reeds, in 1911 door den
bekwamen Duitschen sociaal-democraat
Hildebrand in een zeer lezenswaardige
studie onder het motto: „Het verval der
heerschappij van ona industrieele stelsel
en van het daarop steunende socialisme"
voorspeld.
Alleen, dit proces is door den oorlog
verhaast. Merkwaardig is dan ook de
wenk van Walther Rathenau in zijn
werkje „Die Neue Wirtschaft", waar hij
schreef: „Ons geslacht, dat in geen enkel
opzicht de gevolgen van den wereldoor
log zal te boven komen, zal zich den voor-
oorlogschen tijd herinneren als een tijd
van hoogen levensstandaard en gemakke
lijk bewegen, als die tijd een paradijs was
dan is het een verloren paradijs". Laten
wij 'dit maar in het oor knoopen.
Heel onze beschaving is ingericht op
wereldbeheersching.
Europa had door zijn beschaving, zijn
industrie, zijn bewapeningen, zijn ka
pitaal, de overige wereld aan zich schat
plichtig gemaakt, en aldus een ongekende
machtspositie ingenomen, in het bijzonder
tegenover de niet blanke rassen, tegen
over de kleurlingen.
Europa haalde de benoodigdiheden voor
zijn fabrieken overal vandaan, het he-
heerschte immers de scheepvaart en ver
zond de afgewerkte producten in onge
kende en onbegrensde hoeveelheid naar
alle oorden der wereld.
Zoo verkreeg ons werelddeel zijn over
wicht, en andere volken, zij erkenden
zulks: Een Europeaan, dat was hoe ver
der ook genaamd, sec „Uebarmensr.h",
Van 'cue machtspositie is Europa afge
slagen. Ieder jaar treedt duidelijker aan
den 'dag, wat men zou kunnen noemen,
de achteruitgang van Europa.
Europa wijkt voor de jongere volken
terug.
Typeerend, juist nu schrijver dezes be
zig is met dit artikel komt een Japanner
met zijn waven nota bene op deze afgele
gen boerderij venten. Is men zich dat ge
vaar bewust. Schijnbaar niet, want velen
spreken als hadden we nog dezelfde
macht.
D!e wereldgeschiedenis, sprak de geleer
de Leopold von Ranke, is het wereldge
richt.
Zoo heeft de geschiedenis alle eeuwen
door de wereldoverheerschers zien opko
men, die na militair en cultureel de ge-
heele wereld te hebben overheerscht, van
hun hooge hoogte zijn neergestort, toen
de overheerschende volken, zelve wijs ge
worden, voor hun slaven althans on
dergeschikte, positie bedanken.
Ieder regeert op zijn tijd!
Nu is de nood onzer 'dagen deze, dat
God komt met Zijn oordeelen en dat de
mensc'hen daarvan niets willen zien.
De menschen zien niet de oorzaak,
maar zien alleen op de regeering. Zij mee-
nen, dat deze alles kan verhelpen als zij
wilde; zij wijten alles wat hokt en stoot
aan haar.
Zij doen als de zieke, die zijn kwaal
vergeet en zijn ongemak toeschrijft aan
den dokter, die natuurlijk, evenals thans
de regeering, ook buitengewone abnor
male dingen moet voorschrijven.
Laten wij daar toch voorzichtig mee
zijn."
Ingezonden Mededeeiing.
voor Manufacturen.
Dames- en Kinderconfectie
Tapijten - Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen is
GOES HULST
DE WINTERTIJD WORDT 6 OCTOBER
INGEVOERD.
Wij herinneren er onze lezers aan, dat
vannacht de zomertijd eindigt. Men denke
er dus aan vanavond, vóór het naar bed
gaan, de uurwerken een uur stil te hou->
den of terug te zetten.
Om onderdak te krijgen.
De gemeentepolitie te Venlo heeft aan
gehouden den zwerver J. M. uit M i d -
d e 1 b u r g die bij de politie nachtverblijf
had genoten en enkele uren later wan
delende door de stad met een rijwiel werd
aangetroffen. Bij onderzoek bleek, dat de
zwerver het rijwiel had gestolen.
Bij fouilleering werden op den man
enkele steenen gevonden. D'e aangehou
dene verklaarde, dat hij voornemens was
geweest een ruit in te gooien bij een juwe
lier en daarna een greep in de étalage-
kast zou hebben gedaan. Dit voornemen
zou bij ten uitvoer hebben gebracht in
dien een politieman was komen opdagen,
om ten minste onderdak te krijgen. Toen
de politie echter uitbleef, stal hij in het
centrum van de stad een rijwiel en wan
delde daarmee rond totdat ten slotte zijn
aanhouding volgde. Hij zal naar de straf
gevangenis te Roermond worden ge
bracht.
De „Onderneming" te
Vlissingen binnengeloo-
pen. Gisteren meldden we, dat van het
schip „Onderneming", dat 25 Sept. van
Rotterdam naar Breskens was vertrok
ken, sindsdien niets meer vernomen was.
Gisteravond laat is bij' de Rotterdam-
sche rivierpolitie bericht binnengekomen,
dat het schipi te Vlissingen is binnenge-
loopen.
-Opheffing kantoor dir.
bel. en accijnzen te Bres
kens. De Minister van Financiën heeft
goedgevonden met ingang van 1 Jan. op
te heffen, bet kantoor der directe belas
tingen en accijnzen te Breskens en de 'On
der dit kantoor ressorteerende gemeenten
Breskens, Groede, Nieuwvliet en Hoofd
plaat te voegen bij' bet kantoor der directe
belastingen en accijnzen te Oostburg.
De werkzaamheden in zake de directe
belastingen af te scheiden van het kan
toor der directe belastingen, invoerrech
ten en accijnzen te Sluis en deze werk
zaamheden welke betreffen de gemeen
ten Sluis en Retranchement te voegen
bij' het kantoor der 'directe belastingen en
accijnzen te Oostburg.
Kloetinge. Loop der bevolking over Sep
tember. IngekomenJ. E. de Ruiter
Nagel'kerke, van 's-Heer Arendskerke
naar Achterweg A 175g; W. P. Hirdes
Versluis, van Wissenkerke naar D 38a.
Vertrokken: B. van Liere en vrouw, van
's-Gravenpolderscheweg G 6 naar Con-
standza (Roemenië); Ca. Korstanje, van
Marktveld A 69 naar Amsterdam, Sarpha-
tistraat 111; Aa. Ma. van Strien, van Ka-
pelseheweg D 73 naar Wolphaart-sdijk,
Nazareth A 173; J. A. Ponee, van Kloe-
tinscheweg B 143 naar Heinikenszand,
Dorpsstraat A 145a; J. 'GlasToorenaar
en 'kind van Abbekindersn A 84a naar
Kattendijke A 121c.
Kortgene. Donderdag hielden eenige
heeren uit Kortgene, Colijnsplaat en Kate
een vergadering in verband met de ver-
eeni'ging der genoemde gemeenten, welke
ten doel had om de voord'eelen van ver-
eeniging te bespreken.
Er zal getracht worden alle ingezetenen
zoo 'goed mogelijk met een en ander op de
hoogte te brengen, ten einde eventueele
ongemotiveerde tegen-actie te voorkomen.
Bruinisse. Ongeluk. Gistermorgen
omstreeks 7 uur is er een ernstig ongeluk
gebeurd in de Vlucbthaven alhier. Ter
wijl de sleepboot „Jo'han" uit Dordrecht
2 Duiteche sleepbooten uit de Vluchthaven
took, raakte de 17-jarige Duiteche ma
troos, aan boord van het eleepschip „Jan
Block X", Antwerpen, met zijn beenen
verward in een sleeptros, met het gevolg,
dat het eene been gebroken werd en het
andere ernstig gekwetst De inmiddels ont
boden arts-, Dr de Koek, heeft hem voor-
loopig verbonden, waarna de gekwetste
onmiddellijk naar het ziekenhuis te
Noordigouwe werd vervoerd.
Een geslaagde list. Den
laatsten tijd kwamen er op het politie
bureau te Rotterdam herhaaldelijk klach
ten over het feit, dat op stukken onbe
bouwd terrein, in het Museumpark dooi
jongelui om geld werd gekaart. Telkens
weer trok de politie er op uit, maar het
lukte nooit de jongens op heeterdaud te
betrappen, om de eenvoudige reden, dat
de kaarters onmiddellijk ophielden met
spelen, zoodra zij' hun onbekende perso
nen het terrein zagen opwandelen. Agen
ten in uniform konden uiteraard niets
uitrichten, maar rechercheurs hadden on
der deze omstandigheden evenmin suc
ces. Toen verzon de politie een list.
Woensdag verschenen er op het terrein
vijf werklieden en een opzichter. De werk
lieden sloegen rood-wit-rood geverfde pi
ketpaaltjes, zij1 legden lange meetlinten uit
en de opzichter schreef ijiverig in een
groot notitieboek. De landmeters vingen
hun werkzaamheden aan op de grens van
het terrein en langzamerhand trokken zij1
naar het middengedeelte, waar de kaar
ters hun spel speelden. Toen de landme
ters onder oorbereik van de spelers wa
ren, hielden dezen met kaarten op, om
vol belangstelling de werkzaamheden van
opzichter en arbeiders gade te slaan. De
zen gingen onverstoorbaar voort met me
ten en schrijven. Zij' passeerden de groep,
die daarna het spel opvatte. Toen de land
meters het eind^ran het veld bereikt had
den, gingen zij' wat zijwaarts en daarna
begonnen zijl in de tegenovergestelde rich
ting aan het meten. Weer passeerden zij
de spelers, die opnieuw hun spel staakten
en naar de landmeters keken. Deze mest
ten voort, totdat zij weer bij het punt van
uitgang waren aangekomen. Opnieuw
deden zij een paar passen zijwaarts, om
voor de derde maal het terrein in de
lengte op te nemen. Toen waren de
kaarters aan de aanwezigheid van de
landmeters gewend. Zij speelden verder,
maar de landmeters staakten hun werk.
Eén, twee, drie lomringden zdji de kaarters
en zij! maakten zich als politieagenten be
kend. De geheele troop van 20 kaarters
werd daarop meegenomen naar het poli
tiebureau, waar proces-verbaal tegen hen
is opgemaakt.
Geheime distilleerderij
ontdekt. Een rechercheur heeft in ge
zelschap van twee rijksambtenaren een
inval gedaan in een perceel aan den Pa
rallelweg te Schiedam, bewoond do'or den
27-jarigen W. K., die reeds lang verdacht
werd een geheime distilleerderij1 te exploi-
teeren.
De man, die afwezig was, bleek in den
kelder een volledige installatie tot het
vervaardigen van gedistilleerd, verstopt
te hebben.
Er was geen gedistilleerd voorradig,
daar het bedrijf juist gereed gekomen
was, om in werking gesteld te worden.
De attributen zij'n in beslag genomen.
G i f ,t i g e besproeiing. Na
het eten van druiven, die ter bescherming
tegen plantenziekten besproeid waren
met vitriool en arsenicum hebben zich te
Pirmasens bdj 30 schoolkinderen vergif
tigingsverschijnselen voorgedaan. Twee
kinderen zijn gestorven, De overige zullen,
naar men verwacht, herstellen.
Brand in Wieringer-
meerpolder. Gisteravond is brand
uitgebroken in de groote ontginningsboer
derij', gelegen in de buurt van Medemblik
in de Wieringftrmeerpolder.
De boerderij was bewoond door den be
drijfsleider der landbouwcultuur-Miji. „Da
'YYieringermeer".
De brand is ontstaan doordat een veu
len een petroleumlamp omtrapte.
Het booi en ongeveer 2000 mud tarwe
verbrandden, terwijl het veulen en een
merrie in de vlammen omkwamen.
De brandweer uit Medemblik en Mid-
denmeer was spoedig ter plaatse en had
het vuur binnen korten tijd onder de knie.
De landbouwschuur brandde geheel uit,
doch een groot gedeelte van het woonhuis
en inboedel kon worden gered.
VAN
ZATERDAG 5 OCTOBER 1935, Nr 5.
EEN LEVENDE HOOP.
Maar indien wij hopen het
geen wij niet zien. Rom. 8 25.
Indien één zaaik duidelijk is in dezen
moeitevollen tijd, dan is het zeker wel dit,
dat heit leven dezer aarde vol is van teleur
stellingen.
Wie het van de goederen dezer aarde
verwacht, 'komt bedrogen uit.
Wie de hope des eeuwigen levens mis
sen, zijn wanhopig in den dag van tegen
spoed of verharden zich in onverschillig
heid tegen al wat hen tegenkomt. Zij gaan
ledig het leven door, zij ihehben geen 'hoop.
Maar wie vertrouwd op die beloften Gods
in Jezus Christus, hoopt, hetgeen 'hij niet
ziet, die wordt getroost in alle omstandig
heden des levens.
Het moge n'og zoo moeilijk worden, ja
het 'leven moge van allen uitwendigen
glans worden beroofd, hij weet, dat dit
hem niet kon schaden, omdat hij een hope
koestert in het hart, die eens heerlijk zal
worden vervuld.
Die hope geeft kracht tot volharding.
Die hope sterkt 'tot het getroost dragen
van de moeiten van het leven, omdat er
een uitzicht is op een zalige toekomst, die
door 'Gods genade rijkelijk vergoeden zal,
wat op aarde om des geloofs wille moest
worden ontbeerd.
De 'kinderen Gods mogen zingen met
den dichter, dat het 'rood voor hen was
verdrukt te zijn geweest.
De hope is een rijke gave Gods. Zij
geeft kracht om alle leed geduldig te dra
gen, om getroost te zijn in alle droefheid,
om psalmen te zingen 'bij de graven en om
te midden van druk en vervolging het
hoofd op te heffen. Dat wij; ons toch hoe
den voor verslapping of inzinking van die
hope.
Ieder geloovige bedenke telkens weer,
dat aan de kinderen 'Gods de heerlijkste
en onvergankelijke goederen zijn toegezegd.
Want wij zijn in hope zalig geworden.
De hoop nu, die gezien wordt, is geen
hoop; want hetgeen iemand ziet, waarom
zal hij' het ook hopen?
Maar indien wij hopen, hetgeen wij- niet
zien, zoo verwachten wij het met lijdzaam
heid.
WERKELIJKHEIDSZIN.
Eeni'gen tijd geleden waarschuwde de
heer J. Weitkamp in het Chr. Hist. Week
blad „Koningin en Vaderland", om toch
bij' he't stellen van eischen aan de Regee
ring, de werkelijkheid niet uit het oog te
verliezen.
„Laat men, zoo schreef hij, toch be
daard zijn, er is immers geen ijzer met
banden te breken, terwijl een groot deel
van het geroep over industrialisatie be
denkelijk veel op struisvogelpolitiek gaat
gelijken.
Industrialisatie toch is niet eens de
hoofdvraag, primair en alles beslissend is
de vraag: boe krijgen wij weer afzetge
bied voor o>nze reeds bestaande nijver
heid.
Niemand is verlegen om werk, wij zijn
verlegen om verdienste, en kunnen in de
gegeven omstandigheden geen maatschap
pelijk kapitaal meer vastleggen in niet
ren'dieerende ondernemingen. Wiji, 'die met
handen en voeten gebonden zijn overge
leverd aan de buitenlandsclhe afnemers
onzer producten, moeten absoluut niet
spreken, alsof wij1 het maar voor he't zeg
gen hebben.
Een bekend Frans oh publicist schreef
onlangs: „.Na een lange periode van over-
b.eersch'ing der wereld, die, naar het den
tij'dgenooten scheen, wel altijd zou blijven
duren, ziet de oude wereld nu voor 't eerst
haar hegemonie ('haar overheersoher's-
positie) bedreigd. Maar wat er daarmee
meteen op 'ti spel komt te staan, dat is,
Een verbaal uit het vroegere Rusland.
36). o—
„Waar spreek je over?" riep Serge.
Nauwelijks was die vraag hem over de
lippen, of een lichtstraal schoot hem door
den geest. Hij had Mila de moeite kun
nen besparen hem te antwoorden. Maar
hij wilde de waarheid van het meisje zelf
hooren. Daar zij weinig gewoon was hare
gedachten in woorden over te brengen,
kostte het haar moeite te beginnen over
hetgeen haar zoo zwaar op het hart
woog. Eindelijk hernam zij met nog be
vende stem: „Je hebt onlangs gezegd, dat
Lord R. dwaasheden vertelde, en ik...
geloof, dat hij ons niets dan Gods waar
heid verkondigt, zooals die in Gods Woord
geschreven staat. Ik geloof opk, dat wij-
zelven onze zaligheid niet k, ^en be
werken, noch door boete, noch door goede
werken... Ik geloof, dat het sterven van
Christus ons zalig maakt en dat Hij van
ons niets dan geloof vraagt..."
De eerste stap is de moeilijkste. Mila
keek Serge reeds wat minder schuchter
aan, en vervolgde'
„Indien je wist welken vrede en welk
geluk ik ondervind, sedert ik weet, dat
Jezus alles volbracht heeft. Vóór Lord
R. had niemand mij dit gezegd..."
De blik, dien Mila ontmoette, was vol
strekt niet toornig, maar ernstig en be
wogen.
„Ludmila Andrevna", zeide hij ernstig,
terwijl hij de kleine hand greep, die den
arm van den leuningstoel vastgeklemd
hield, om er op te steunen, „wat je mij
daar zegt zal geen strijd tusschen ons
zetten. Ik begin ook te gelooven, dat Lord
R. niets dan goddelijke waarheid ver
kondigt."
Er volgde een plechtig zwijgen. Beiden
zagen elkaar aan, te zeer bewogen
om te kunnen spreken.
Mila maakte zich los uit den handdruk
van Serge, en verborg het gelaat in de
handen. Zij had een storm verwacht en
zich voorbereid dien te trotseeren, en zie
daar dreven de donkere wolken van zoo
even plotseling uiteen, en zij stond voor
een helderen hemel. Nu had zij behoefte
tot zichzelve in te keeren, en voor God
de dankzegging uit te spreken, die in
haar hart opsteeg.
Het was de tweede keer, dat God haar
een droefheid bespaarde, voor welke haar
ziel nog niet rijp was. Serge verbrak het
eerst de stilte.
„Wat is er, Mila?" zeide hij zachtjes,
„ben je niet tevreden?"
„Ja, volkomen", antwoordde het meisje,
het hoofd oprichtende, „maar ik moest
even tot mijzelf komen en God danken.
Ik dacht, dat je boos zoudt zijn."
„Komaan, ben ik ooit boos op je ge
weest?"
„Maar ik dacht, dat je zeer tegen Lord
R. was, en vooral tegen de Russen, die
zijn prediking aannemen. Ik dacht, dat
je er evenveel tegen hadt als papa."
„Het is waar, ik was eerst een tegen
stander, maar ik ben van denkwijze ver
anderd. Sedert ik bij mijn oom ben, heb
ben mij vele dingen getroffen. Het is
zeker, dat hij en zijn geestverwanten een
ander leven leiden dan de rest van de
wereld. Ik heb onlangs een stervenden
soldaat gezien, die alleen door het lezen
van den Bijbel ook tot hun overtuiging
is gekomen. Ik heb gezien wat die over
tuiging doen kan voor iemand, die in
het aangezicht van den dood staart.
Michael Bronitzky is den dood tegemoet
getreden, ondersteund door hetzelfde ge
loof, door dezelfde verzekerdheid van ge
nade en vergeving. Maar toen was ik nog
onverschillig. Nu begin ik eerst te be
grijpen, wat ik toen gezien en gehoord
heb. Nu lees ik den Bijbel, en naarmate
ik lees, kom ik hoe langer hoe meer tot
de overtuiging, dat de leerstellingen van
Lord B. noch dwaas, noch nieuw, noch
strijdig met ons geloof zijn, want zij
komen volkomen met Gods Woord over
een. Mijn oom legt de Schrift zoo een
voudig en duidelijk uit, dat het bijna
onmogelijk is hem niet te gelooven. In
de laatste dagen heb ik iets van mijn
eigen hart leeren kennen, en iets van
hetgeen God voor mij gedaan heeft.
Maar... Mila", vervolgde hij, het meisje
ernstig aanziende, „ik wenschte te ge
looven zooals jij'.het is alles zoo nieuw
voor mij! Tot nog toe heb ik mij zoo
weinig met godsdienst opgehouden. Bid
God, dat Hij mij de geheele waarheid
doe kennen."
Mila knikte bevestigend. Haar peinzen
de uitdrukking zeide: Ik bid nu reeds.
Op dit oogenblik hoorde men aan het
andere einde der kamer papier ritselen.
Serge keerde zich haastig om, en zag,
dat Nikolaas zijn courant opvouwde.
Serge had hem geheel en al vergeten.
„Ik moet vertrekken", zeide hij zach
tjes; „ik vrees dat Nicolaas ons gesprek
erg lang vindt. Maar voordat ik ga, wilde
ik je één vraag doen", zeide hij opstaande.
„Geloof je, dat ik je gevoelens niet zou
geëerbiedigd hebben, indien de mijne on
veranderd waren gebleven? Dacht je, dat
ik boos op je zou geweest zijn, en dat
ik de hand van mijn lief viooltje zou
losgelaten hebben, alleen omdat zij an
ders dacht dan ik?"
„Ik weet niet wat je zou gedaan heb
ben", zeide het meisje, „maar", vervolgde
zij op beslisten toon, „hoe zou ik mijn
hand in de jouwe hebben kunnen leg
gen, terwijl jij de leer, die mij dierbaar-
Wat gevreesd werd, is geschied. Mus
solini /heeft den teerling geworpen. Zijn
troepen trokken op en hebben volgens
den Negus van Abessynië de grenzen van
dit land reeds overschreden. Adoea. is
reeds gebombardeerd '(bij vergissing zeg
gen de Italianen) en het is wel 'te voot-
zien, dat deze plaats door de Italianen,
die in een geregelden veldslag sterk in de
meerderheid zijn, zal worden bezet.
Een forme el o oorlogsverklaring schijnt
Italië niet eens noodig te achten. Het
geld!) Abessyniö maar. Intusschen luidt de
ooriogsklok over 'de wereld en zijn zelfs
vrouwen en kinderen ten slachtoffer van
de hebzucht van een dictator gevallen.
'Bijna tegelijkertijd is in Abessynië de
algemeene mobilisatie afgekondigd en is
nogmaals een beroep op den Volkenbond
gedaan. De leidende groote mogendheden
confereeren en confereeren maar en
Mussolini geeft den eersten klap, die aar
dig aankomt. Het onrecht boe)kt zijn eerste
succes.
We beleven wel een ernstigen tijd, want
het gevaar is zeker niet uitgesloten, dat
de vlammen van dezen Oost-Afriikaan-
schen strijd naar andere 'koloniale gebie
den; en zelfs naar Europa overslaan. Men
vrage zich slechts af, wat Engeland, hetzij
alleen, hetzij in combinatie met Frankrijk
zal doen.
Men schijnt in Volkenbondsikrinigen voor-
loopi'g alleen aan economische sancties
te denken. We willen niet ontkennen, dat
die misschien op den langen duur uit
werking zullen hebben, maar voorloopig
zal Mussolini er weinig last van ondervin
den. Hij' heeft zijn maatregelen wel geno
men. Ook is bet de groote vraag, welke
'houding de niet-Volfeenbondsleden in de
zen zullen aannemsn,
Wat de oorlog betreft, groote veldslagen
zijn niet 'direct te verwachten. We zien
nu nog slechte de gevechtsaanraking door
de lichte troepen der beide partijen, met
de bedoeling te ontdekken, waar zicb de
groote geveehtsstelling van den tegenstan
der bevindt.
Zoeken de Italianen naar he't punt, waar
zij den vijand een vernietigende nederlaag
kunnen toebrengen, de Abbessyniërs moe
ten er hun doel vooral op gezet 'hebben
om de Italianen naar de ontoegankelijke
streken te lokken, waar dezen niet meer
in groot verband kunnen opereeren, zoo
dat de kenners van het land vanuit ge
heimzinnige schuilhoeken de meer ver
strooide Italiaansdhe troependeelen en ook
de verbindingen kunnen bestoken.
Een ander feit van groote beteekenis is,
dat (Hitier als gevolg van bet bezoek van
den Hongaarsohen premier Goemboes aam
Dui'tecbland zijn politiek tegenover Oos
tenrijk zou bebben gewijzigd. Hitler zou
pogen 'Oostenrijk voor 'n Duitsöb-Poolsc'h-
- Hongaarscih - Oostenrijksöh Gentraal-
Europeesch blok te winnen door het ver
schillende voorstellen betreffende de we-
derzijdsdhe betrekkingen te doen.
Eén (blik op de kaart is voldoende om te
toonen, welke machtige combinatie een
bondgenootschap van Duitschland, Polen,
Hongarije en Oostenrijk, al dan niet in
stille of openlijke samenwerking met I'talië
zou vormen.
Het spreekt vanzelf, dat deze Centraal-
Europeesöhe activiteit nog slechts in den
aanvang harer ontwikkeling is, maar we
zullen goed 'doen er scherp op te letten.
Hitler voert wat in zijn schild
Als we op al deze onrust wijzen, ver
vult een gevoel van groote dankbaarheid
jegens 'God ons ihart, dat wij tot hiertoe
in ons land zoo rustig leven onder de re
geering van Koningin Wilheimina. Zeker
er 'zijn ook hier zorgen de Tweede Ka
mer moest deze week het bezuinigin'gsont-
werp behandelen, en aan belastin'gver'hO'O-
ging zal ook nu zelfs wel niet te ontko
men zijn maar het bleek ook deze week
weer te Amsterdam, dat ons volk onze
Vorstin, een groote liefde 'toedraagt. En
zeker is 'de 'groote meerderheid der Neder
landers dankbaar, dat de politieke crisis
achter den rug is. Zoo is er weer e;en
betere verhouding gekomen tusschen re-
geering en volksvertegenwoordiging, wat
■zeker in dezen tijd van internationale
spanning wel zeer gewensebt is.
der is dan mijn leven, dwaasheid schat
te? Welke gemeenschap had er tusschen
ons kunnen bestaan, zoolang mijn Hei
land niet de jouwe was?"
Serge antwoordde niet. Zijn gelaat ver
toonde een lichte verwondering. Hij had
niet gedacht, dat er in het hart van het
schuchtere meisje zulk een vastberaden
heid school; maar Mila's oprechtheid
deed haar nog in zijn achting rijzen.
„God geve, dat jou Heiland ook de
mijne worde", zeide hij eindelijk als tot
zichzelven sprekende.
„God wil het", antwoordde Mila, hem
de hand reikende; „maar laat je genegen
heid voor mij niet medewegen in de
weegschaal. De vraag is te ernstig dan
dat er iets van deze aarde mee gemoeid
mag zijn. Vergeet Mila een tijdlang en
maak je rekening op alleen met God."
Nikolaas zag, dat Serge en Mila waren
opgestaan; hij wierp zijn dagblad op zij
en naderde hen onverschillig. Serge wierp
een onderzoekenden blik op hem, zou hij
iets gehoord hebben? Die vraag bleef on
beantwoord; het onbewegelijk gelaat van
Nikolaas gaf niets te raden. Hij bracht
Serge naar beneden zonder de minste
toespeling te maken. Mila vluchtte naar
haar kamer; en dóór bleef zij langen tijd
neergeknield bij haar ledikant, het hoofd
in de dekens verborgen.
(Wordt vervolgd.)