DE ZEEDW HET ADRES A. WILKING Uit de Provincie Gemengd Nieuws TWEEDE BLAD Voor den Zondag Eindelijk vereenigd. Wat er deze week voorviel FEUILLETON naast de taefaxsBSt van can veroMJcil, iüe van een Iheel beschavingscomplex. Dat is de crisis in Ihaar meest ernstigen vorm." iHet is een crisis van drievoudigen aard, zoo gaat (hij voort: De aantasting der politiek en economi sche wereldhegemonie van Europa. Die van de leidende rol van het blanke ras. en die van de Westersche (beschaving. Trouwens de gang van zaiken zo oak wij die nu beleven is reeds, in 1911 door den bekwamen Duitschen sociaal-democraat Hildebrand in een zeer lezenswaardige studie onder het motto: „Het verval der heerschappij van ona industrieele stelsel en van het daarop steunende socialisme" voorspeld. Alleen, dit proces is door den oorlog verhaast. Merkwaardig is dan ook de wenk van Walther Rathenau in zijn werkje „Die Neue Wirtschaft", waar hij schreef: „Ons geslacht, dat in geen enkel opzicht de gevolgen van den wereldoor log zal te boven komen, zal zich den voor- oorlogschen tijd herinneren als een tijd van hoogen levensstandaard en gemakke lijk bewegen, als die tijd een paradijs was dan is het een verloren paradijs". Laten wij 'dit maar in het oor knoopen. Heel onze beschaving is ingericht op wereldbeheersching. Europa had door zijn beschaving, zijn industrie, zijn bewapeningen, zijn ka pitaal, de overige wereld aan zich schat plichtig gemaakt, en aldus een ongekende machtspositie ingenomen, in het bijzonder tegenover de niet blanke rassen, tegen over de kleurlingen. Europa haalde de benoodigdiheden voor zijn fabrieken overal vandaan, het he- heerschte immers de scheepvaart en ver zond de afgewerkte producten in onge kende en onbegrensde hoeveelheid naar alle oorden der wereld. Zoo verkreeg ons werelddeel zijn over wicht, en andere volken, zij erkenden zulks: Een Europeaan, dat was hoe ver der ook genaamd, sec „Uebarmensr.h", Van 'cue machtspositie is Europa afge slagen. Ieder jaar treedt duidelijker aan den 'dag, wat men zou kunnen noemen, de achteruitgang van Europa. Europa wijkt voor de jongere volken terug. Typeerend, juist nu schrijver dezes be zig is met dit artikel komt een Japanner met zijn waven nota bene op deze afgele gen boerderij venten. Is men zich dat ge vaar bewust. Schijnbaar niet, want velen spreken als hadden we nog dezelfde macht. D!e wereldgeschiedenis, sprak de geleer de Leopold von Ranke, is het wereldge richt. Zoo heeft de geschiedenis alle eeuwen door de wereldoverheerschers zien opko men, die na militair en cultureel de ge- heele wereld te hebben overheerscht, van hun hooge hoogte zijn neergestort, toen de overheerschende volken, zelve wijs ge worden, voor hun slaven althans on dergeschikte, positie bedanken. Ieder regeert op zijn tijd! Nu is de nood onzer 'dagen deze, dat God komt met Zijn oordeelen en dat de mensc'hen daarvan niets willen zien. De menschen zien niet de oorzaak, maar zien alleen op de regeering. Zij mee- nen, dat deze alles kan verhelpen als zij wilde; zij wijten alles wat hokt en stoot aan haar. Zij doen als de zieke, die zijn kwaal vergeet en zijn ongemak toeschrijft aan den dokter, die natuurlijk, evenals thans de regeering, ook buitengewone abnor male dingen moet voorschrijven. Laten wij daar toch voorzichtig mee zijn." Ingezonden Mededeeiing. voor Manufacturen. Dames- en Kinderconfectie Tapijten - Gordijnen Bedden - Ledikanten en aanverwante artikelen is GOES HULST DE WINTERTIJD WORDT 6 OCTOBER INGEVOERD. Wij herinneren er onze lezers aan, dat vannacht de zomertijd eindigt. Men denke er dus aan vanavond, vóór het naar bed gaan, de uurwerken een uur stil te hou-> den of terug te zetten. Om onderdak te krijgen. De gemeentepolitie te Venlo heeft aan gehouden den zwerver J. M. uit M i d - d e 1 b u r g die bij de politie nachtverblijf had genoten en enkele uren later wan delende door de stad met een rijwiel werd aangetroffen. Bij onderzoek bleek, dat de zwerver het rijwiel had gestolen. Bij fouilleering werden op den man enkele steenen gevonden. D'e aangehou dene verklaarde, dat hij voornemens was geweest een ruit in te gooien bij een juwe lier en daarna een greep in de étalage- kast zou hebben gedaan. Dit voornemen zou bij ten uitvoer hebben gebracht in dien een politieman was komen opdagen, om ten minste onderdak te krijgen. Toen de politie echter uitbleef, stal hij in het centrum van de stad een rijwiel en wan delde daarmee rond totdat ten slotte zijn aanhouding volgde. Hij zal naar de straf gevangenis te Roermond worden ge bracht. De „Onderneming" te Vlissingen binnengeloo- pen. Gisteren meldden we, dat van het schip „Onderneming", dat 25 Sept. van Rotterdam naar Breskens was vertrok ken, sindsdien niets meer vernomen was. Gisteravond laat is bij' de Rotterdam- sche rivierpolitie bericht binnengekomen, dat het schipi te Vlissingen is binnenge- loopen. -Opheffing kantoor dir. bel. en accijnzen te Bres kens. De Minister van Financiën heeft goedgevonden met ingang van 1 Jan. op te heffen, bet kantoor der directe belas tingen en accijnzen te Breskens en de 'On der dit kantoor ressorteerende gemeenten Breskens, Groede, Nieuwvliet en Hoofd plaat te voegen bij' bet kantoor der directe belastingen en accijnzen te Oostburg. De werkzaamheden in zake de directe belastingen af te scheiden van het kan toor der directe belastingen, invoerrech ten en accijnzen te Sluis en deze werk zaamheden welke betreffen de gemeen ten Sluis en Retranchement te voegen bij' het kantoor der 'directe belastingen en accijnzen te Oostburg. Kloetinge. Loop der bevolking over Sep tember. IngekomenJ. E. de Ruiter Nagel'kerke, van 's-Heer Arendskerke naar Achterweg A 175g; W. P. Hirdes Versluis, van Wissenkerke naar D 38a. Vertrokken: B. van Liere en vrouw, van 's-Gravenpolderscheweg G 6 naar Con- standza (Roemenië); Ca. Korstanje, van Marktveld A 69 naar Amsterdam, Sarpha- tistraat 111; Aa. Ma. van Strien, van Ka- pelseheweg D 73 naar Wolphaart-sdijk, Nazareth A 173; J. A. Ponee, van Kloe- tinscheweg B 143 naar Heinikenszand, Dorpsstraat A 145a; J. 'GlasToorenaar en 'kind van Abbekindersn A 84a naar Kattendijke A 121c. Kortgene. Donderdag hielden eenige heeren uit Kortgene, Colijnsplaat en Kate een vergadering in verband met de ver- eeni'ging der genoemde gemeenten, welke ten doel had om de voord'eelen van ver- eeniging te bespreken. Er zal getracht worden alle ingezetenen zoo 'goed mogelijk met een en ander op de hoogte te brengen, ten einde eventueele ongemotiveerde tegen-actie te voorkomen. Bruinisse. Ongeluk. Gistermorgen omstreeks 7 uur is er een ernstig ongeluk gebeurd in de Vlucbthaven alhier. Ter wijl de sleepboot „Jo'han" uit Dordrecht 2 Duiteche sleepbooten uit de Vluchthaven took, raakte de 17-jarige Duiteche ma troos, aan boord van het eleepschip „Jan Block X", Antwerpen, met zijn beenen verward in een sleeptros, met het gevolg, dat het eene been gebroken werd en het andere ernstig gekwetst De inmiddels ont boden arts-, Dr de Koek, heeft hem voor- loopig verbonden, waarna de gekwetste onmiddellijk naar het ziekenhuis te Noordigouwe werd vervoerd. Een geslaagde list. Den laatsten tijd kwamen er op het politie bureau te Rotterdam herhaaldelijk klach ten over het feit, dat op stukken onbe bouwd terrein, in het Museumpark dooi jongelui om geld werd gekaart. Telkens weer trok de politie er op uit, maar het lukte nooit de jongens op heeterdaud te betrappen, om de eenvoudige reden, dat de kaarters onmiddellijk ophielden met spelen, zoodra zij' hun onbekende perso nen het terrein zagen opwandelen. Agen ten in uniform konden uiteraard niets uitrichten, maar rechercheurs hadden on der deze omstandigheden evenmin suc ces. Toen verzon de politie een list. Woensdag verschenen er op het terrein vijf werklieden en een opzichter. De werk lieden sloegen rood-wit-rood geverfde pi ketpaaltjes, zij1 legden lange meetlinten uit en de opzichter schreef ijiverig in een groot notitieboek. De landmeters vingen hun werkzaamheden aan op de grens van het terrein en langzamerhand trokken zij1 naar het middengedeelte, waar de kaar ters hun spel speelden. Toen de landme ters onder oorbereik van de spelers wa ren, hielden dezen met kaarten op, om vol belangstelling de werkzaamheden van opzichter en arbeiders gade te slaan. De zen gingen onverstoorbaar voort met me ten en schrijven. Zij' passeerden de groep, die daarna het spel opvatte. Toen de land meters het eind^ran het veld bereikt had den, gingen zij' wat zijwaarts en daarna begonnen zijl in de tegenovergestelde rich ting aan het meten. Weer passeerden zij de spelers, die opnieuw hun spel staakten en naar de landmeters keken. Deze mest ten voort, totdat zij weer bij het punt van uitgang waren aangekomen. Opnieuw deden zij een paar passen zijwaarts, om voor de derde maal het terrein in de lengte op te nemen. Toen waren de kaarters aan de aanwezigheid van de landmeters gewend. Zij speelden verder, maar de landmeters staakten hun werk. Eén, twee, drie lomringden zdji de kaarters en zij! maakten zich als politieagenten be kend. De geheele troop van 20 kaarters werd daarop meegenomen naar het poli tiebureau, waar proces-verbaal tegen hen is opgemaakt. Geheime distilleerderij ontdekt. Een rechercheur heeft in ge zelschap van twee rijksambtenaren een inval gedaan in een perceel aan den Pa rallelweg te Schiedam, bewoond do'or den 27-jarigen W. K., die reeds lang verdacht werd een geheime distilleerderij1 te exploi- teeren. De man, die afwezig was, bleek in den kelder een volledige installatie tot het vervaardigen van gedistilleerd, verstopt te hebben. Er was geen gedistilleerd voorradig, daar het bedrijf juist gereed gekomen was, om in werking gesteld te worden. De attributen zij'n in beslag genomen. G i f ,t i g e besproeiing. Na het eten van druiven, die ter bescherming tegen plantenziekten besproeid waren met vitriool en arsenicum hebben zich te Pirmasens bdj 30 schoolkinderen vergif tigingsverschijnselen voorgedaan. Twee kinderen zijn gestorven, De overige zullen, naar men verwacht, herstellen. Brand in Wieringer- meerpolder. Gisteravond is brand uitgebroken in de groote ontginningsboer derij', gelegen in de buurt van Medemblik in de Wieringftrmeerpolder. De boerderij was bewoond door den be drijfsleider der landbouwcultuur-Miji. „Da 'YYieringermeer". De brand is ontstaan doordat een veu len een petroleumlamp omtrapte. Het booi en ongeveer 2000 mud tarwe verbrandden, terwijl het veulen en een merrie in de vlammen omkwamen. De brandweer uit Medemblik en Mid- denmeer was spoedig ter plaatse en had het vuur binnen korten tijd onder de knie. De landbouwschuur brandde geheel uit, doch een groot gedeelte van het woonhuis en inboedel kon worden gered. VAN ZATERDAG 5 OCTOBER 1935, Nr 5. EEN LEVENDE HOOP. Maar indien wij hopen het geen wij niet zien. Rom. 8 25. Indien één zaaik duidelijk is in dezen moeitevollen tijd, dan is het zeker wel dit, dat heit leven dezer aarde vol is van teleur stellingen. Wie het van de goederen dezer aarde verwacht, 'komt bedrogen uit. Wie de hope des eeuwigen levens mis sen, zijn wanhopig in den dag van tegen spoed of verharden zich in onverschillig heid tegen al wat hen tegenkomt. Zij gaan ledig het leven door, zij ihehben geen 'hoop. Maar wie vertrouwd op die beloften Gods in Jezus Christus, hoopt, hetgeen 'hij niet ziet, die wordt getroost in alle omstandig heden des levens. Het moge n'og zoo moeilijk worden, ja het 'leven moge van allen uitwendigen glans worden beroofd, hij weet, dat dit hem niet kon schaden, omdat hij een hope koestert in het hart, die eens heerlijk zal worden vervuld. Die hope geeft kracht tot volharding. Die hope sterkt 'tot het getroost dragen van de moeiten van het leven, omdat er een uitzicht is op een zalige toekomst, die door 'Gods genade rijkelijk vergoeden zal, wat op aarde om des geloofs wille moest worden ontbeerd. De 'kinderen Gods mogen zingen met den dichter, dat het 'rood voor hen was verdrukt te zijn geweest. De hope is een rijke gave Gods. Zij geeft kracht om alle leed geduldig te dra gen, om getroost te zijn in alle droefheid, om psalmen te zingen 'bij de graven en om te midden van druk en vervolging het hoofd op te heffen. Dat wij; ons toch hoe den voor verslapping of inzinking van die hope. Ieder geloovige bedenke telkens weer, dat aan de kinderen 'Gods de heerlijkste en onvergankelijke goederen zijn toegezegd. Want wij zijn in hope zalig geworden. De hoop nu, die gezien wordt, is geen hoop; want hetgeen iemand ziet, waarom zal hij' het ook hopen? Maar indien wij hopen, hetgeen wij- niet zien, zoo verwachten wij het met lijdzaam heid. WERKELIJKHEIDSZIN. Eeni'gen tijd geleden waarschuwde de heer J. Weitkamp in het Chr. Hist. Week blad „Koningin en Vaderland", om toch bij' he't stellen van eischen aan de Regee ring, de werkelijkheid niet uit het oog te verliezen. „Laat men, zoo schreef hij, toch be daard zijn, er is immers geen ijzer met banden te breken, terwijl een groot deel van het geroep over industrialisatie be denkelijk veel op struisvogelpolitiek gaat gelijken. Industrialisatie toch is niet eens de hoofdvraag, primair en alles beslissend is de vraag: boe krijgen wij weer afzetge bied voor o>nze reeds bestaande nijver heid. Niemand is verlegen om werk, wij zijn verlegen om verdienste, en kunnen in de gegeven omstandigheden geen maatschap pelijk kapitaal meer vastleggen in niet ren'dieerende ondernemingen. Wiji, 'die met handen en voeten gebonden zijn overge leverd aan de buitenlandsclhe afnemers onzer producten, moeten absoluut niet spreken, alsof wij1 het maar voor he't zeg gen hebben. Een bekend Frans oh publicist schreef onlangs: „.Na een lange periode van over- b.eersch'ing der wereld, die, naar het den tij'dgenooten scheen, wel altijd zou blijven duren, ziet de oude wereld nu voor 't eerst haar hegemonie ('haar overheersoher's- positie) bedreigd. Maar wat er daarmee meteen op 'ti spel komt te staan, dat is, Een verbaal uit het vroegere Rusland. 36). o— „Waar spreek je over?" riep Serge. Nauwelijks was die vraag hem over de lippen, of een lichtstraal schoot hem door den geest. Hij had Mila de moeite kun nen besparen hem te antwoorden. Maar hij wilde de waarheid van het meisje zelf hooren. Daar zij weinig gewoon was hare gedachten in woorden over te brengen, kostte het haar moeite te beginnen over hetgeen haar zoo zwaar op het hart woog. Eindelijk hernam zij met nog be vende stem: „Je hebt onlangs gezegd, dat Lord R. dwaasheden vertelde, en ik... geloof, dat hij ons niets dan Gods waar heid verkondigt, zooals die in Gods Woord geschreven staat. Ik geloof opk, dat wij- zelven onze zaligheid niet k, ^en be werken, noch door boete, noch door goede werken... Ik geloof, dat het sterven van Christus ons zalig maakt en dat Hij van ons niets dan geloof vraagt..." De eerste stap is de moeilijkste. Mila keek Serge reeds wat minder schuchter aan, en vervolgde' „Indien je wist welken vrede en welk geluk ik ondervind, sedert ik weet, dat Jezus alles volbracht heeft. Vóór Lord R. had niemand mij dit gezegd..." De blik, dien Mila ontmoette, was vol strekt niet toornig, maar ernstig en be wogen. „Ludmila Andrevna", zeide hij ernstig, terwijl hij de kleine hand greep, die den arm van den leuningstoel vastgeklemd hield, om er op te steunen, „wat je mij daar zegt zal geen strijd tusschen ons zetten. Ik begin ook te gelooven, dat Lord R. niets dan goddelijke waarheid ver kondigt." Er volgde een plechtig zwijgen. Beiden zagen elkaar aan, te zeer bewogen om te kunnen spreken. Mila maakte zich los uit den handdruk van Serge, en verborg het gelaat in de handen. Zij had een storm verwacht en zich voorbereid dien te trotseeren, en zie daar dreven de donkere wolken van zoo even plotseling uiteen, en zij stond voor een helderen hemel. Nu had zij behoefte tot zichzelve in te keeren, en voor God de dankzegging uit te spreken, die in haar hart opsteeg. Het was de tweede keer, dat God haar een droefheid bespaarde, voor welke haar ziel nog niet rijp was. Serge verbrak het eerst de stilte. „Wat is er, Mila?" zeide hij zachtjes, „ben je niet tevreden?" „Ja, volkomen", antwoordde het meisje, het hoofd oprichtende, „maar ik moest even tot mijzelf komen en God danken. Ik dacht, dat je boos zoudt zijn." „Komaan, ben ik ooit boos op je ge weest?" „Maar ik dacht, dat je zeer tegen Lord R. was, en vooral tegen de Russen, die zijn prediking aannemen. Ik dacht, dat je er evenveel tegen hadt als papa." „Het is waar, ik was eerst een tegen stander, maar ik ben van denkwijze ver anderd. Sedert ik bij mijn oom ben, heb ben mij vele dingen getroffen. Het is zeker, dat hij en zijn geestverwanten een ander leven leiden dan de rest van de wereld. Ik heb onlangs een stervenden soldaat gezien, die alleen door het lezen van den Bijbel ook tot hun overtuiging is gekomen. Ik heb gezien wat die over tuiging doen kan voor iemand, die in het aangezicht van den dood staart. Michael Bronitzky is den dood tegemoet getreden, ondersteund door hetzelfde ge loof, door dezelfde verzekerdheid van ge nade en vergeving. Maar toen was ik nog onverschillig. Nu begin ik eerst te be grijpen, wat ik toen gezien en gehoord heb. Nu lees ik den Bijbel, en naarmate ik lees, kom ik hoe langer hoe meer tot de overtuiging, dat de leerstellingen van Lord B. noch dwaas, noch nieuw, noch strijdig met ons geloof zijn, want zij komen volkomen met Gods Woord over een. Mijn oom legt de Schrift zoo een voudig en duidelijk uit, dat het bijna onmogelijk is hem niet te gelooven. In de laatste dagen heb ik iets van mijn eigen hart leeren kennen, en iets van hetgeen God voor mij gedaan heeft. Maar... Mila", vervolgde hij, het meisje ernstig aanziende, „ik wenschte te ge looven zooals jij'.het is alles zoo nieuw voor mij! Tot nog toe heb ik mij zoo weinig met godsdienst opgehouden. Bid God, dat Hij mij de geheele waarheid doe kennen." Mila knikte bevestigend. Haar peinzen de uitdrukking zeide: Ik bid nu reeds. Op dit oogenblik hoorde men aan het andere einde der kamer papier ritselen. Serge keerde zich haastig om, en zag, dat Nikolaas zijn courant opvouwde. Serge had hem geheel en al vergeten. „Ik moet vertrekken", zeide hij zach tjes; „ik vrees dat Nicolaas ons gesprek erg lang vindt. Maar voordat ik ga, wilde ik je één vraag doen", zeide hij opstaande. „Geloof je, dat ik je gevoelens niet zou geëerbiedigd hebben, indien de mijne on veranderd waren gebleven? Dacht je, dat ik boos op je zou geweest zijn, en dat ik de hand van mijn lief viooltje zou losgelaten hebben, alleen omdat zij an ders dacht dan ik?" „Ik weet niet wat je zou gedaan heb ben", zeide het meisje, „maar", vervolgde zij op beslisten toon, „hoe zou ik mijn hand in de jouwe hebben kunnen leg gen, terwijl jij de leer, die mij dierbaar- Wat gevreesd werd, is geschied. Mus solini /heeft den teerling geworpen. Zijn troepen trokken op en hebben volgens den Negus van Abessynië de grenzen van dit land reeds overschreden. Adoea. is reeds gebombardeerd '(bij vergissing zeg gen de Italianen) en het is wel 'te voot- zien, dat deze plaats door de Italianen, die in een geregelden veldslag sterk in de meerderheid zijn, zal worden bezet. Een forme el o oorlogsverklaring schijnt Italië niet eens noodig te achten. Het geld!) Abessyniö maar. Intusschen luidt de ooriogsklok over 'de wereld en zijn zelfs vrouwen en kinderen ten slachtoffer van de hebzucht van een dictator gevallen. 'Bijna tegelijkertijd is in Abessynië de algemeene mobilisatie afgekondigd en is nogmaals een beroep op den Volkenbond gedaan. De leidende groote mogendheden confereeren en confereeren maar en Mussolini geeft den eersten klap, die aar dig aankomt. Het onrecht boe)kt zijn eerste succes. We beleven wel een ernstigen tijd, want het gevaar is zeker niet uitgesloten, dat de vlammen van dezen Oost-Afriikaan- schen strijd naar andere 'koloniale gebie den; en zelfs naar Europa overslaan. Men vrage zich slechts af, wat Engeland, hetzij alleen, hetzij in combinatie met Frankrijk zal doen. Men schijnt in Volkenbondsikrinigen voor- loopi'g alleen aan economische sancties te denken. We willen niet ontkennen, dat die misschien op den langen duur uit werking zullen hebben, maar voorloopig zal Mussolini er weinig last van ondervin den. Hij' heeft zijn maatregelen wel geno men. Ook is bet de groote vraag, welke 'houding de niet-Volfeenbondsleden in de zen zullen aannemsn, Wat de oorlog betreft, groote veldslagen zijn niet 'direct te verwachten. We zien nu nog slechte de gevechtsaanraking door de lichte troepen der beide partijen, met de bedoeling te ontdekken, waar zicb de groote geveehtsstelling van den tegenstan der bevindt. Zoeken de Italianen naar he't punt, waar zij den vijand een vernietigende nederlaag kunnen toebrengen, de Abbessyniërs moe ten er hun doel vooral op gezet 'hebben om de Italianen naar de ontoegankelijke streken te lokken, waar dezen niet meer in groot verband kunnen opereeren, zoo dat de kenners van het land vanuit ge heimzinnige schuilhoeken de meer ver strooide Italiaansdhe troependeelen en ook de verbindingen kunnen bestoken. Een ander feit van groote beteekenis is, dat (Hitier als gevolg van bet bezoek van den Hongaarsohen premier Goemboes aam Dui'tecbland zijn politiek tegenover Oos tenrijk zou bebben gewijzigd. Hitler zou pogen 'Oostenrijk voor 'n Duitsöb-Poolsc'h- - Hongaarscih - Oostenrijksöh Gentraal- Europeesch blok te winnen door het ver schillende voorstellen betreffende de we- derzijdsdhe betrekkingen te doen. Eén (blik op de kaart is voldoende om te toonen, welke machtige combinatie een bondgenootschap van Duitschland, Polen, Hongarije en Oostenrijk, al dan niet in stille of openlijke samenwerking met I'talië zou vormen. Het spreekt vanzelf, dat deze Centraal- Europeesöhe activiteit nog slechts in den aanvang harer ontwikkeling is, maar we zullen goed 'doen er scherp op te letten. Hitler voert wat in zijn schild Als we op al deze onrust wijzen, ver vult een gevoel van groote dankbaarheid jegens 'God ons ihart, dat wij tot hiertoe in ons land zoo rustig leven onder de re geering van Koningin Wilheimina. Zeker er 'zijn ook hier zorgen de Tweede Ka mer moest deze week het bezuinigin'gsont- werp behandelen, en aan belastin'gver'hO'O- ging zal ook nu zelfs wel niet te ontko men zijn maar het bleek ook deze week weer te Amsterdam, dat ons volk onze Vorstin, een groote liefde 'toedraagt. En zeker is 'de 'groote meerderheid der Neder landers dankbaar, dat de politieke crisis achter den rug is. Zoo is er weer e;en betere verhouding gekomen tusschen re- geering en volksvertegenwoordiging, wat ■zeker in dezen tijd van internationale spanning wel zeer gewensebt is. der is dan mijn leven, dwaasheid schat te? Welke gemeenschap had er tusschen ons kunnen bestaan, zoolang mijn Hei land niet de jouwe was?" Serge antwoordde niet. Zijn gelaat ver toonde een lichte verwondering. Hij had niet gedacht, dat er in het hart van het schuchtere meisje zulk een vastberaden heid school; maar Mila's oprechtheid deed haar nog in zijn achting rijzen. „God geve, dat jou Heiland ook de mijne worde", zeide hij eindelijk als tot zichzelven sprekende. „God wil het", antwoordde Mila, hem de hand reikende; „maar laat je genegen heid voor mij niet medewegen in de weegschaal. De vraag is te ernstig dan dat er iets van deze aarde mee gemoeid mag zijn. Vergeet Mila een tijdlang en maak je rekening op alleen met God." Nikolaas zag, dat Serge en Mila waren opgestaan; hij wierp zijn dagblad op zij en naderde hen onverschillig. Serge wierp een onderzoekenden blik op hem, zou hij iets gehoord hebben? Die vraag bleef on beantwoord; het onbewegelijk gelaat van Nikolaas gaf niets te raden. Hij bracht Serge naar beneden zonder de minste toespeling te maken. Mila vluchtte naar haar kamer; en dóór bleef zij langen tijd neergeknield bij haar ledikant, het hoofd in de dekens verborgen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1935 | | pagina 5