DE ZEEUW
MKKIH
TWEEDE BLAD
as, het para-
.nh. 740 veer-
ins, met 15 j,
een succes.
lNUS, Lange-
ddelburg.
Di N.S.B. en hel Staatsabsolutismi.
Eindelijk vereenigd.
Uit de Provincie.
VOOR
Een zeldzaam voordeel! Maar nog slechts korte tijd
kunt U hiervan profiteren. Uw winkelier geeft U bij
aankoop van 2 pakken Presto, 7^2 ct een derde
pak geheel gratis tegen inlevering van onderstaande
courantenbon. Dus voor slechts 15 ct. ontvangt U 3
pakken Presto, het bekende voortreffelijke zeeppoeder.
n v. wascholinefabriekTï
ze Manteltjes
edjes, Pakjes,
s en mooie
jpjes. Mejuffr.
313, Middel-
le Singel, Tel,
dt den hoog-
uiden en vel-
snaren 15 ct.
TANEN: Mais
le transacties
Beurs. Inlich-
Lange Gist-
urg.
KRIJGBAAR:
boterspecu-
:ent en bruin
ons. P. J.
Delft, Mid-
h. hospitaal
versch wit-
ct. per pond,
peculaas, wit
er ons.
ffSVLEESCH.
d. Coteletten
ipjes 5 pond
A. J. DE
istraat L 77,
614.
ent per K.G.
ent per K.G.
GTER, Korte
lelburg. Tele-
;epol. stoelen
eiken legst.
v.a. ƒ22,50,
Ires v. mooie
faut. en st.
lerdijk, Midd.
ima nieuwe
sdan '30, pr.
1932 Sedan
ïbowielen m.
AS, Ierseke,
ille Keuken-
it, als nieuw,
2,50, mooi
VAN LOO,
Middelburg.
nieuwe en
gebr. Huard
dmachine, 2
voorwielen
rteerder en
Brigdamme.
V ZIJNDE
r,
Middelburg.
Metselaar,
ruil:
ONNY'S,
JANSE, Gr.
WOONHUIS
in, aan den
urg. Adres:
211, Middel-
IJWIEL,
schitterend.
vTE, Rijwiel-
V.)
rriepaard, 5
"ouwd; Cap-
.rdkach eitje,
Biggekerke.
ENWAGEN
DEN.
rij, Groote
de Juliana-
en Zeeuw-
ppelen, kl B
Grijpskerke.
LEERLING
OY, Bureau
Jurg B 16,
r a.s.
STBODE,
's-Graven-
Heinkens-
ig mogelijk
STBODE
oor het in-
en suiker-
1. Aaru te
chen 7 en
VAN
DINSDAG 24 SEPT. 1833, Nr 301.
Gelijk men weet, wordt er van de zijde
der N. S. B. staande gehouden, dat deze
politieke partij' geen staatsabsolutisme
beoogt en dat haar staatsleer geen staats-
absolutistisch karakter draagt.
Erg overtuigend is die bewering niet.
Want de officieels geschriften van de
N. S. B. leggen haar staatsabsolutistische
karaktertrekken zonneklaar bloot.
Uitdrukkingen als deze: „dat de mach
tige werkzame staatsidee haar zelfver
werkelijking tot betere vormen met geweld,
doorzet", indien de tegenwoordige macht
hebbers zich mochten verzetten; dat de
Staat de verwerkelijkte zedelijkheid is,
waarin het algemeen menschelijke zich
doet gelden en de hoogste vrijheid ligt
in de eenheid van den bijzonderen en al-
gemeenen wil; dat wat de rechte Staat
doet vanzelf zedelijk en redelijk is; dat de
Staat een eigen leven heeft, waartegenover
het leven van de enkele, afzonderlijke in
dividuen in het niet verzinkt; dat niet
toegelaten zal worden, dat de godsdienst
va or politieke doeleinden wordt misbruikt;
dat de Staat zich bij! de opvoeding van de
jeugd niet op zijde moet laten schuiven
en zich moet keeren tegen de „schotjes-
zetterij!" op schoolgebied enz.; dergelijke
en andere principiëele en karakteristieke
uitspraken in het boekje, gewijd aan de
Nationaal-Socialistische Staatsleer en in
de officieele toelichting van het N. S. B.-
progr.m, zijn zulke zuivere staaltjes van
éér,. s< -Ctaabsolutisüsche wereldbeschou
wing, dat men zich verwonderen moet
over de vrijmoedigheid, waarmede van de
zijde der N. S. B. dit punt later weer
disputabel is gesteld.
Intusschen Ir Mussert heeft vorig jaar
zijn spreuk opgeheven en in het bekende
bijvoegsel bij' de Nat. Socialistische staats
leer uitdrukkelijk verklaard, dat de be
doeling van de samensteller der „Staats
leer" was niet het propageeren van
„Staatsabsolutisme". En die merkwaar
dige negatieve bedoeling zou ook bij1 hem
zelf hebben voorgezeten bij het uitgeven
van de brochure inzake de staatsleer.
Nu doet het wel wat zonderling aan,
dat de leiders van de N. S. B. ten aanzien
van een zoo principieele zaak zoo ave
rechts hun bedoeling hebben uitgedrukt.
Erg geloofwaardig is die verwerping van
het staatsabsolutisme niet.
Doch hoe dit ook moge zijn, in elk geval
hebben de leiders van de N. S. B. tot op
den huidigen dag niet ontkend hunne
plechtige verzekering (zie brochure III
blz. 4) dat zijl „ernaar streven de groote
beginselen en de hervormingsgedachten,
die beide bewegingen (Fascisme en Nat.
Socialisme) gemeen hebben in Nederland-
schen geest te verwezenlijken"
Wat nu zijn dat voor beginselen en her
vormingsgedachten?
Daaromtrent wordt weer eens opnieuw
licht verspreid door een onlangs versche
nen studie van den bekenden Weenschen
hoogleeraar en staatsrechtgeleerde Dr
Adolf Menzel over „Der Staatsgedanke
des Fascismus".
Dit boek geeft een zeer gedocumenteerd
overzicht van den invloed die de staats
absolutistische theorieën uit het Rome en
Griekenland der oudheid, van middel-
eeuwsche schrijvers als Machiavelli en
van meer moderne staatsrechtgeleerden
als Hebbes en Rousseau op het Fascis
me hebben geoefend. En met name geeft
Dr Menzel ook een duidelijk beeld van de
staatsabsolutistische gedachten, die het
Fascisme aan de staatsleer van Hegel
heeft ontleend.
Wat nu zegt deze schrijver over de ver
houding van Hegels leer en het Fascisme?
In het algemeen constateert hij, dat er
een innerlijke verwantschap tusschen bei-
FEUI LLE TO N
Een verhaal uit het vroegere Rusland.
28) o
„Thuis moeten ze allemaal van mijn
loon bestaan", vervolgde de jongen, ter
wijl hij zijn paard met de zweep sloeg;
„mijn vader is in den oorlog verminkt en
heel ziek. Hij heeft toch naar Petersburg
willen komen, om de moeder van zijtn
luitenant iep te zoeken, die aan zijin zijde
gesneuveld is. Mijn vader beeft iets om
haar te overhandigen; maar in deze groiote
stad zijin de menschen niet gemakkelijk te
vinden en.
Serge begon op te letten. Plotseling
schoot hem een gedachte te binnen.
„Kent gij den naam van dien officier?"
vroeg hij!.
De Russische boer is voorzichtig, en
hoewel Pavlorncha nog zeer jdng was, be
zat hij deze hoedanigheid in hooge mate.
De opgewondenheid van den jongen
man had hem bevreesd gemaakt.
„Waarom moet gijl zijh naam weten?"
vroeg hij, zich omkeerende, en Serge een
wantronwenden blik toewerpend.
„Ik wil dien weten!" riep deze op ge
biedenden toon.
„Misschien hebt gij den jongen officier
gekend," hernam de koetsier met zekere
de bestaat en dat deze verwantschap spe-
ciaal tot uitdrukking komt in de karak-
tertrekken van de fascistische staatsleer,
die het wezen van die leer uilmaken. En
als belangrijkste karaktertrekken noemt
hij de volgende:
a. de opvatting van den Staat als be
lichaming van de idee der zedelijkheid;
b. de total heilsgedachte;
c. het maoMsprincipe;
d. den corporatieven opbouw van den
Staat.
Ter toelichting van het eerste punt ver
wijst de schrijver met name naar Hegel's
„Voorlezingen over de Geschiedenis" en
zijn „Recbtsphilo-sophie". Heit loont de
moeite 'hier enkele passages1 te laten vol
gen, die weliswaar niet allen door Menzel
zijn aangehaald, doch die voor ons van
belang zijn, wijl sommigen bijna woorde
lijk overeenstemmen met de terminologie
van den schrijver van de Staatsleer der
N. S. B.
De Staat is zoo schrijft Hegol de
werkelijkheid van de idee der zedelijkheid
(Rechtsphilosophie par. 257), Hij; is de
gang Gods in de wereld: zijn grond is de
macht van de zich als wil verwezenlijken
de rede. Bij de idee Staat moet men niet
bijzondere staten voor oogen hebben, niet
bijzondere instituten, men moet veelmeer
de idee, deze werkelijke God, in beschou
wing nemen (par. 258). En elders; „Nood
wendig is het redelijke, dat wij als wet
hebben ehkend, en vrij zijn wij, wanneer
wij bet redelijke volgen: de objectieve en
subjectieve wil zijn dan met elkander ver
zoend." (Phil. d. Gesch.).
Beluisteren we niet gelijke klanken in
de bovenaangehaalde uitlatingen van den
schrijver van de officieele brochure van
de N. 'S. B., waar deze spreekt van den
Staat als verwerkelijkte redelijkheid en
'zedelijkheid en als vrijheid aanduidt een
opgaan van den individueelen wil in den
alge-meenen wil
Wat betreft de tcialiteltsgedachte: He-
gw .whrcc.;otaa„ vormt tezamen met
alle levensuitingen van een natie een in-
dividueele totaliteitDe Staat is de
■grondslag en 'het middelpunt van alle
zijden van helt volksleven, van de kunst,
van het reCht, van de zeden, van de religie,
van de wetenschap" (Phil. d. Gesch.).
Wat anders is dit dan de eisch van de
N. S. B., dat de groepen en standen moe
ten opgaan in de levende eenheid van den
nationalen staat (brochure III blz. 7).
Het machtsprincipe. Dit bereikt, vol
gens Hegel, zijn 'hoogtepunlt in den oorlog,
welke niet kan worden ontbeerd. Oorlog
wordt, volgens Hegel, onder bepaalde om
standigheden voor de zedelijke gezond
heid van de volken vereisc'ht, wijl hij hen
sterkt, zooals de beweging van den wind
de zee voor de vervuiling bewaart, waarin
een voortdurende rust, evenals een voort
durende of bijna eeuwige vrede de volke
ren, haar zon doen verkeeren (Rechitphil.).
Vergelijk hiermede nu de oorlogzuchtige
actie van het Italiaansehe Fascisme. En
ge zult toestemmen, dat er een merkwaar
dige overeenstemming bestaat. Maar plaats
daarnaast nu ook eens uitlatingen als die
van de N. S. B. ten onzent: „Wat de
rechte Staat doet, zal van zelf redelijk en
■zedelijk zijn" en ge gevoelt, dat er tus
schen de 'grondgedachte van 'het Fascisme
en die van de N. S. B. een even merk
waardige overeenstemming bestaat.
En wat tenslotte den corporatieven op
bouw van den Staat betreft nog het vol
gende
Bekend is, dat Hegel een voorstander
was van een z.g. „standische -gegliedente"
volksvertegenwoordiging. Zulks echter
niet, omdat 'hij langs 'dien weg de zelf
standige rechten van die standen naast die
van den Staat wilde erkennen; doch in
tegendeel omdat hij door middel van zoo
danige vertegenwoordiging de staatsmacht
wilde sterken.
Vandaar dat deze gedachte ook hij
Bismarck, 'die praktisch op het standpunt
van helt staatsabsolutisme stond, even
eens waardeering vond. De Pruisische'
Vol'kswirtschaftsrat, die Bismarck reeds
in 1880 in het leven riep, was een prak
tische poging om deze st-andvertegenwo-o-r-
diging voor 'het geheele Rijk in praktijk te
brengen. En zelfs nog in zijn ,„Gedanken
und Erinnernngen" teekende Bismarck
een z.g. „herufsgenossenschaftliChe Lan-
desver'Oretung" als zijn ideaal.
halsstarrigheid, oon niet rechtstreeks te
antwoorden.
„Heette hij1 Bronitzky?" zeide Serge, om
er een einde aan te maken.
De jongen keerde zich om, keek hem
nogmaals aan en knikte bevestigend.
„Is het mogelijk! en het voorwerp dat
uw vader aan zijn moeder wil brengen is
een klein Nieuw Testament."
„Juist, dat is het."
Pavloucha liet zijn paard plotseling stil
staan, zoo groot was zijn verbazing bij
het hooren van die opheldering, die hem
toescheen als tooverij.
Serge liet Pavloucha toen alles vertel
len wat hij wist van het boekje en van
hem, wien het toebehoord had.
„Weet gij misschien waar de prinses,
zijn moeder, woont?" vroeg de jongen.
„Zeker, en waar woont jou vader? Ik
moet heni zien."
„Wij wonen ver weg in de Galernaïa
Gavane bij' mijln patroon den stalhouder
Timophéief. Mijh; vader is zeer ziek; moe
der zegt dat hijl niet beter zal kunnen wor
den, omdat wiji te arm zijin om geneesmid
delen te koopen."
„Ik moet uw vader zien," zeide hij,
terwijl hij' het adres van den soldaat in
zijin zakboekje Opschreef, „en ziedaar in
tusschen iets om geneesmiddelen te koo
pen."
Nog nooit had Pavloucha zulk een
groote som bezeten als Serge hem zooeven
in de hand had gestapt. „Zandt gij' nu nog
Het Italiaansehe corporatieve stelsel is
een vrucht van ditzelfde streven om de
middeleeuwsche standenvertegenwoordi
ging, gehuld in een modern staatsabsolu-
tistisch kleed, opnieuw in praetijk te bren
gen. En het is dan ook niet te verwonde
ren, dat een vooraanstaand fascistisch
schrijver als Do Verde Hegel prijst als
dengene, die het eerst het ware wezen
van de beroepscorporatiea erkent en
haar ideëele waarde, evenals die van den
Staat, weder naar voren heeft gebracht.
(Die Lehre vom Staat im neuen Italiën.
1934.)
Ook de N. S. B. wil een z.g. corporatie
ven staat. Bestaat er nu een principieel
verschil tusschen haar streven in deze
richtin gen 't streven van het Fascisme?
Wij meenen van niet. De corporatieve
Staat is een bepaalde vorm van 'het in
praktijk brengen van het staatsabsolutis
me. En ook in dit opzicht beweegt de N.
S. B. zich o. i. geheel in de lijn van He
gels staatsabsolutisme.
I
En de vruohten van dit staatsabsolu
tisme?
Men behoeft wil men deze vruchten
in de praktijk zien niet naar Duitsch-
land of Italië te gaan. Men kan volstaan
met acht te slaan op ons eigen verleden.
Wie kent niet onze 80-jarige worsteling
tegen Spanje's dwingelandij? Wie hoor
de nimmer van het dwangjuk van het
Napoleontische regime? Wie herinnert
zich niet de onderdrukking van de gods
dienstvrijheid in de dagen van Afschei
ding en den bitteren schoolstrijd, die ein
delijk de vrijheid van onderwijs gebracht
heeft?
Welnu, laten we bedenken, dat deze
vrijheidso-nderdrukking in den regel het
gevolg was van onnederlandsche denkbeel
den en practijken, die door betrekkelijk
kleine volksgroepen uit het buitenland ge
ïmporteerd werden en hier werden gepro
pageerd. en bevorderd en die tijdelijk als
•gevoig van innerlijkan nood en verdwa
zing de meerderheid van ons volk gevan
gen hieldenl
De historie heft waarschuwend den
vinger omhoog tegen bewegingen als die
van de N. S. B.
Middelburg. Gevonden voorwerpen.
Doosje scheermesjes, Lorier, Seisweg R
132; bal, J. de Kuyper, Pott.singel P 54;
zilv. kettinkje, 2 ceintuurs en 2 broches,
Zwemschool, Havendijk; zilv. vulpotlood,
Kandel, Sleperssingel Q 316; p. dames-
handschoenen, mej. de Jong, Penn.singel
L 47; gouden ring, Pieters, Vlasmarkt K
150; boodschaptasch, v. d. Wende, Seis
weg R 151; haarstrik, Poelman, Statio-ns-
str. P 268; sleutel, Rockus, Oud Arn. pad
T 135; sigarenaansteker, B. Timmerman,
St. Janstr. H 196; hond, F. Gilde, Kl.
Vlaanderen M 201; halve kinderpullover,
J. Meijer, Noordsingel S 156; huissleutel,
brugwachter, Kanaalbrug; belastingmerk,
Leij'nse, Noordsingel R 55; witte poes, de
valk, Damp. str. 0 205; huissleutel, mej.
v. Meerendonk, winkel Schulte en Thie-
me; kinderschoentje, Luitwieler, Noord-
weg S 234; vischmand, den Hollander,
Domb. Schuitvlot Q 203; belastingmerk,
Kruys, Winterstr. Q 111; oorbelletje,
Lambermont, Dam G 29; spons, de Kui
per, Pott.singel Q 54; damesschoen, A.
Joziasse, L. Burg B 5; 2 koperen gewich
ten, Post, Pott.singel, Q 44; huissleutel,
Pitlo, Veerscheweg S 256; band regenjas,
Petiet, N. Oosterschestr. N 83; breekijzer,
Fransimont, Veerschesingel; geldstuk,
VolkeTS, Noordweg B 165; damesport.,
W. Abrahamse, Segeersweg V 107; al
penmuts, Visser, Meidoornlaan W 153;
1 k.g. visch, Bek, Rouaansche kaai, G 132;
jumper, de Rij'ke, Brakstr. O 268; buis
sleutel, Rovers, L. Delft B 152; zakkam
metje, Meertse, Seisweg K 151; zilv. ket-
tingje, de Haas, Looiersingel Q 256.
Kruiningen. Gemeenteraad. Maan
dagmiddag vergaderde de Gemeenteraad.
Afwezig met kennisgeving dhr de Bat. D'e
rekening over '34 wordt voorloopig vast
gesteld.
Vastgesteld wordt het uitbreidingsplan
der gemeente. Bezwaren zijn bij de ter
inzage ligging niet ingekomen.
Ingezonden Mededeeilnp.
zoo goed willen zijn mij te zeggen waar
prinses Bronitzky woont?" vroeg hij be
deesd.
Serge voldeed aan zijn verzoek, en de
kleine man scheen op het toppunt van ge
luk. Een oogenblik later neuriede hijl zelfs
een deuntje van zijn dorp. Wat Serge
betreft, hij dacht na over de vreemde wijze
waarop hij het boek had otntdekt, waar
naar hij zoo lang gezocht had; en hij'
stelde er zich reeds een genoegen van
voor, loon het zelf aan de moeder van zijin
vriend te overhandigen.
Dank zij! zijn aanwijzingen, had zijm
kleine voerman hem eindelijk op de plaats
zijner bestemming gebracht. Een oogen
blik later hield hij stil voor een groot,
somher gebouw.
De dikke portier stond achter de glazen
deur. Toen hiji Serge herkende, vereerde
hijl hem met een groet en hielp hem zijh
pels afdoen.
„Is Nioolaas Andréitch hier?" vroeg
Serge.
„Hij1 is zooeven thuis gekomen," ant
woordde de polrtier.
„En de dames?"
„Die zijn thuis."
Voordat Serge naar boven ging, kon hij
niet nalaten een blik in den spiegel te wer
pen. Hij! was veel veranderd sedert den
laatsten keer, dat hiji deze woning was
binnengetreden. Zou hijl met zijn bolle
wangen en zijn in een doek gebonden arm
nog genade vinden in de oogen van Mila?
3
BON VOOR GRATIS PRESTO
GELDIG TOT EN MET 12 OCTOBER
Uw winkelier verstrekt U tegen deze
bon 3 pakken Presto, 7'/, ct. zeeppoe
der, voor de prijs van 2, dus voor slechts
15 ct. 3 pakken Presto zeeppoeder.
Naam-
Straat
r»1» X'M joeK A'JOI n'n-iotii-wif/A
,X_V_X VQIJ< lOUOOOOÜOC
Neem In plaats van het GRATIS PAK PRESTO geen ander merk zeeppoeder
aanl U heeft recht op PRESTO en wie U Iels anders geeft, benadeelt U.
PRO A-86-091 H
Voorstel om afwijzend te beschikken op
verzoeken om vermindering van perso-
neele belasting door Nienebokos en ver--
schillende caféhouders van Kruiningen
en Hansweert.
De voorzitter zegt, dat B. en W. het
zelfde standpunt innemen als in Februari,
toen de Raad een zelfde verzoek met 9 te
gen 2 stemmen heeft verworpen.
Dhr Burkunk meent, dat de caféhou
ders het zwaarst beproefd worden en nog
al eens beknot worden in hun bedrijf.
Dbr de Gro-of meent, dat als de biljar
ten worden opgeruimd de gemeente nog
minder trekt.
Dhr van Hootegem wil practisch zijn
en de belasting balveeren.
Dhr Kole is ook voor halveeren, gezien
de bezwaren.
Dhr Verijzer voelt ook de moeilijkheden
en voelt wel iets voor tegemoetkoming. De
voorzitter zegt, dat B. en W. gaarne het
verzoek zouden willen inwilligen, doch
dat de gemeente-financiën, die door het
Rijk steeds meer worden afgetapt, niet
tolaten om het verzoek in te willigen. D'e
Zijn hart klopte heviger dan bij de be
storming van Plevna, terwijl bij! langzaam
de trap besteeg, die naar de vertrekken
der familie Marline leidde.
Op het portaal gekomen aarzelde hij1 een
oogenblik en ging toen naar de kamer
van Nicolaas.
„Wel,mijnheer Nicolaas, ben je te spre
ken?" riep Serge, de deur van zijn vriend
half openende.
„Kom binnen", antwoordde Nicolaas.
„O, ben jij het!" het hoofd van Serge
gewaar wordende. „Kom binnen. Het spijt
mij, dat ik niet kan opstaan om je te ont
vangen".
Hij zat inderdaad met een groote plank
op de knieën, bedekt met een vel papier,
waarop hij met veel inspanning het ont
werp voor een veldtocht teekende.
„Ik ben dadelijk klaar; als je even wilt
gaan -zitten, zullen wij tezamen naar de
zaal gaan. Mila heeft je sedert Maanda'g
dagelijks gewacht".
„Ik heb gewacht om toonbaar te zijn;
maar ik ben -het nog lang niet", zeide
Serge, zich in een gemakkelijken stoel
werpende.
„Nu wat zou -dat. Mila mag zich ge
lukkig rekenen je met armen en beenen
terug te zien.
Na vijf minuten had Nicolaas zijn werk
af, waarna hij Serge naar de gezelschaps
kamer bracht, waar niemand was. Een
lamp wierp een rood schijnsel op de meu
belen.
raad zal voor 31 December nog wel voor.
zwaardere moeilijkheden komen, terwijl
de caféhouders het werkelijk niet moeilijk
wordt gemaakt op Kruiningen door den
burgemeester.
De Raad kern het verzoek inwilligen,
doch moet dan ook andere inkomsten aan
wijzen.
Weth. Frangoys zegt, dat zijn ziens
wijze dezelfde is als in Februari. De fi
nanciën der gemeente zijn sindsdien niet
verbeterd.
Het voorstel om de belasting van f 20
op f 10 te brengen wordt met 8 tegen 2 st.
aangenomen.
Voorgesteld wordt deleges-verordening
te wijzigen, waardoor niet-inwoners voor
een ventvergunning f 0.15 per dag moe
ten betalen, voor een maand f 1, voor een
half jaar f 3 en voor een jaar f 5.
De voorzitter zegt, dat in alle gemeen
ten moet betaald worden en hier is men
vrij. Dat is onbillijk.
Dhr Burkunk vindt het jammer, dat
de gro-ote firma's, o.a. Albert Hein en De
Gruiter buiten deze regeling vallen.
„Wacht een oogenblik", zeide Nicolaas,
en hij opende een deur die in de kamer
van zijn zusters uitkwam. Zij zaten rond
om de lamp te werken.
„Raad eens wien ik medebreng?" zeide
hij geheimzinnig.
„Ik wed dat het mijnheer Batourine is!"
riep een der jonge meisjes.
„Juist, Katinka. Jij raadt zoo goed als
een waarzegster.
Daarop de deur openende, liet hij zijn
vriend zien. Deze boog en naderde de ka-
napó. Eerst stak hij; zijn hand uit naar
Katinka, toen groette hij de oud
ste, juffrouw Nathalie. Eindelijk was
het de beurt aan de jongste, een meisje
van negentien jaar. Haar kleine gestalte
en zeer -blonde haren, haar ronde gelaats-
vorm en haar groote bedeesdheid gaven
haar nog iets kinderlijks. Haar trekken
waren noch fijn, noch regelmatig, maar
wanneer men haar in de groote grijze
oogen keek, die zoo doorschijnend en
zacht wanen, vond men liaar tenslotte
mooi. Een sterk rood had haar gelaat
gekleurd bijl bet hooren van de vraag van
haar broer, en op haar was Serge's
eerste blik gevallen. Indien hij uit be
leefdheid haar zusters vóór haar gegroet
had, zoo drukte hij toch op geheel andere
wijze de kleine hand van Mila.
(Wordt vervolgd.)