OE ZEEUW TWEEDE BLAD HET ADRES Uit de Provincie Wat er deze week voorviel Voor den Zondag Letterkundige Kroniek. Eindelijk vereenigd. A. WILKING aan de onderneming moet worden op genomen, dat credieten, onder welken vorm ook door leveranciers verstrekt of afkomstig, niet in aanmerking komen voor de geëischte credietwaardigheid. Een der andere sprekers was van oor deel, dat we er met deze twee: crediet waardigheid en vakbekwaamheid niet komen. Anders ziet spr. er van komen, dat we over eenigen tijd niets meer heb ben, dan grootwarenhuizen en filiaal bedrijven. Het behoefte-element kan niet gemist worden bij de vestigingseischen. Want met. credietwaardigheid en vak bekwaamheid zetten we de deur wijd open voor de uitbreiding van het waren huis, het filiaalbedrijf en de coöporatie. Middelburg, Teraardebestel ling deurwaarder Vervalt Gistermiddag ie 'het stoffelijk overschot van den deurwaarder bij de rechtbank te Middelburg, wijlen F. A. Vervaal, op do R.-K. begraafplaats ter aarde besteld Ten teeken van rouw waren de gor dijnen aan den voorgevel van het ge rechtsgebouw aan het Hofplein neerge laten. D'e lijkstoet heeft voor dat ge rechtsgebouw eenige oogenblikken stil gehouden. Op de begraafplaats waren vele leden van het college der rechtbank en van do balie, alsmede een groot aantal ambtena ren aanwezig. Verscheidene bloemstukken en kransen dekten de baar. Nadat de kist met bet stoffelijk over schot de kapel was binnengedragen heeft Pastoor Brügeman de gebeden gezegd, en de vereischte ceremoniën verricht, waarna de teraardebestelling plaats vond. D'e zoon van den overledene beeft de aanwezigen dank gebracht, ook namens de familie, voor alle blijken van belang stelling. Ontwikkeling van werk- loozen. De commissie voor vakoplei ding en ontwikkeling van werkloozen te Middelburg, heeft het voornemen in den a.s. winter, wederom cursussen te ope nen voor de werkloozen te Middelburg en de buitengemeenten. Op het program ma staan: 1. vakteekenen. voor smeden, bankwerkers, enz.; 2. vakteekenen, voor bouwvakarbeiders; 3. motorenkennis, 4. autotechniek; 5. autobesturen; 6. auto geen en electrisch lassen (alleen voor me taalbewerkers); 7. metselen; 8. Ned. taal; 9. rekenen; 10. Fransch; 11. Düitsch; 12. Engelsch; 13. machinesehrijven; 14. ste nografie. In het voorm. Mil. Hospitaal zijn in lichtingen verkrijgbaar. Baarland. Brand. In den nacht van Donderdag op Vrijdag is brand ontstaan in de woning van schipper Huizen. Daar na sloegen de vlammen over op de ach ter gelegen woning bewoond door dhr Ha- rinck. D'e woning van dhr Huizen brand de tot den grond toe af. D'oor nathouden kon de woning van den heer Harink gespaard blijven. De inboedel van dhr Huizen werd geheel een prooi der vlam men, daar schipper Huizen ongeveer een uur te voren met zijn schip op weg was gegaan naar Rotterdam. Dhr Harink vond zijn varken gestikt door de rook en kreeg veel waterschade in zijn woning. Verzekering dekt de schade. Oorzaak on bekend. Zierlkzee. Donderdagmiddag is op het bouwterrein aan het Janne Wekke de eerste steen gelegd voor het nieuwe wijk- gebouw van het Groene Kruis. Do voor zitter dr C. J. M. Boogerd hield een korte rede waarna zijn dochtertjes de 'hande ling verrichtten. Volgend voorjaar hoopt men met dit gebouw klaar te zijn waar na het met eenige feestelijkheid zal wor den geopend. Oud-Vossemeer. Was hot vorig jaar nog gerechtvaardigd de steunregeling en werkverschaffing stop te zetten van 5 Aug. tot half Oct., dit jaar blijkt dat niet mogelijk te zijn. Zoomin op bet hoogte punt van den oogst als thans, de drukste periode van het aardappelrooien, zijn alle werkzoekenden in het vrije bedrijf ge plaatst kunnen worden. Dankbaar zijn vre, dat H. M. de Ko ningin «a H. K. H. Prinses Juliana weer behouden in het vaderland zijn terugge keerd. Dinsdag a.a. zuilen we D.V. de stem van onze Vorstin weer door middel van de radio kunnen hoeren, als ze de troonrede in de vereenigde zitting der Staten-Gener&al zal uitspreken. Voor die troonrede on niet minder voor de z.g.n. inillioenennota bestaat ditmaal groots belangstelling. Immers het zal dan pu bliek worden, met welke plannen bet extra-parlementaire kabinet-Colijn tot de volksvertegenwoordiging komt. Zij, dip het wel meenea met land en volk zullen zeker hopen, dat verdere conflicten tus schen regeering en Staten-Generaal zul len uitblijven, want de bekende Julige- beurtenieasn hebben reeds bedenkelijke financieele gevolgen gehad. Het rijkspersoneel heeft deze week de boodschap gekregen, dat het met 1. Jan. aan een nieuwe salarisverlaging van 5 pet. zal moeten, gelooven, een verlaging, die de regeering ook wil uitstrekken tot het personeel van een gToot aantal ge meenten. Men kan de noodzakelijkheid van ver mindering der publieke uitgaven erken nen en tegelijk betreuren, dat bet zeer waarschijnlijk is, dat hier en daar da prijs van allervoornaamste levensbehoef ten als brood en melk zal worden ver hoogd. Zóó komen we niet tot een lageren levensstandaard. Buitenlandsche gebeurtenissen, die deze week de aandacht trokken, waren er verschillende. Wij denken aan den partijdag der Duit- sche nationaal-scoialisten te Neurenberg, waar &4.090 Duitsche arbeiders met de spa op militaire wijze voor Hitier defi- leerden sn aan da bijeenroeptng van unn Duitschen Rijksdag tegen morgen, welks leden weer ja zullen mogen knikken als nieuwe wetten en decreten van den Fiih- rer zullen worden afgekondigd. Wij denken verder aan den gespannen toestand in Griekenland, waar waar schijnlijk de monarchie weer zal worden uitgeroepen. Maar onze belangstelling gaat toch vooral uit naar Genevè, waar de Volken bond vergadert en het conflict tusschen Italië en Abessynia wordt besproken. Het schijnt wel, dat de stroeve, onverzoenlijke houding van Italië vrij algemeen de sym pathie voor Abesaymë, dat zich loyaal naar de uitspraken van den Volkenbond voegen wil, heeft vergroot. Uit de redevoeringen van den Engel- schen minister Hoare en zijn Franschen collega Laval, hoe diplomatiek ook ga- eteld, bleek toch duidelijk. da,t Engeland en Frankrijk handhaving van het Volken bondspact wenschen, een standpunt, dal ook Nederland deelt. Inmiddels schiet de studie-commissie van vijf, 'die zal trachten bemiddelend op te treden in het conflict slecht op, ook weer door de onhandelbare houding van Italië. Zou het inderdaad waar zijn. dat Mussolini voornemens is, de zaken te Ge- nève nog een paar weken slepende te houden en onverwacht zijn slag in Abes- synië te slaan, zoodra de regentijd voor bij is en alle noodige troepentransporten hebben plaats gehad? Het ziet er niet naar uit, dat de Duce, na de geweldig voorbereidselen, die hij in Afrika trof en die reusachtige sommen gelds hebben ge kost, zoo maar het hoofd in den schoot zal leggen. Te vreezen is, dat een oorlog tusschen Italië en Abessynië niet tot Afrika be perkt zal blijven, maar dat de vlammen ook naar ons werelddeel zullen over sla,an. Het zou niet onmogelijk zijn, dat het nu weer bewapend Duitschland van het gunstige oogenblik gebruik zou maken om in het alsdan troebele water een visc'hje te verschalken. Er zijn nu reeds symptomen, dat Italië en Duitscb- land toenadering tot elkaar zoeken. Van de houding van Duitschland zal inderdaad veel afhangen. Het kan zich in den strijd werpen, maar het kan zijn neutraliteit ook zoo duur mogelijk ver- koopen! Het laatste is misschien het meest waarschijnlijk. VAN ZATERDAG 14 SEPT. 1935, Nr 293. SPRAAKVERWARRING. Zou hun niet afgesneden worden al wat zij bedacht hebben te maken? Gen. 11:0. De groote vraag, die het wereldleven beheerscht is: wiens naam groot zal zijn, de Naam van den Schepper van hemel en aarde of de naam van het schepsel. Een van de eerste dingen waarvan na het Zondvloed-verhaal in den Bijbel ge wag wordt gemaakt, is het pogen van den mensch om zichzelf een naam te maken, zichzelf een monument te stich ten. Inplaats dat er een zoeken is om groot te maken den Naam des Heeren, Wiens oordeelen over de aarde geweest waren en Wiens zegeningen het aardrijk ver kwikten, begint men een stad te bouwen en een toren, opdat de naam van den mensch genoemd zou worden. Maar d'Opperheer, die zijn geduchten stoel op starren sticht en grondvest op de wolken, Hij lacht met den trotschen waan der dwaze volleen. De Heere beziet het werk van de kin deren der menschen en in Zijn toorn zegt Hij: Zou hun niet afgesneden wor den al wat zij bedacht hebben te maken? En dan is het gedaan met het pogen van den mensch om zich een naam te maken en een monument te bouwen, dat, over Ie gehesia aarde gezien ken wor den, De spran k wordt ver ward. De samen werking is verbroken. Het bouwwerk ligt stil. Nog altijd is daar het pogen om monu menten te stichten, die den naam van den mensch moeten hoog houden. En nog altijd is er ook de spraakver warring, die alle samenwerking onmoge lijk maakt en alle welvaart bedreigt. De oordeelen Gods zijn over de aarde geweest. En toen is de Volkenbond ge sticht, een organisatie, die van veel be- teekenis zou kunnen zijn, maar die dit gebrek heeft, dat zij poogt voor het schepsel een naam te maken. De naam van God wordt daar niet genoemd. En daarom behoeft het geen verwondering te wekken als zooveel van wat de Volkenbond bedacht heeft te maken, afgesneden wordt. Dat er is een grenzenlooze spraakverwarring, die voor de toekomst het ergste doet vreezen. Toch moeten wij in dit verband niet alleen en niet in de eerste plaats aan den Volkenbond denken. Vragen wij liever: wat doen w ij Wat is ons levensideaal? Is het ons bedoelen voor ons zelf een naam te maken? Of is het ons ernst met de bede: Uw Naam worde geheiligd, Uw Koninkrijk kome, Uw wil geschiede? DE HECHTE BAND TUSSCHEN VORSTENHUIS EN VADERLAND. Er is in den loop der jaren over den band tusschen bet buis van Oranje en de Nederlanden 'heel wat 'geschreven. Er speelde zich ook aooveel af sedert den tijd waarin Juliana van 'Stolberg - de stam moeder van het geslacht haar zonen verliezen moest aan het land, waarmede de geschiedenis van haar huis in de vol gende eeuwen 'ten nauwste verbonden zou zijn! Met Willem I begon de lijn; en al is het ideaal dat hij zich voor oogen stelde: de eenheid van de Dietsche Nederlanden nimmer in vollen omvang tot werkelijk heid geworden, wat 'groeide en behou den bleef, ondanks teleurstelling en tegen stand, 'groeide en handhaafde zich voor een groot deel toch uit de kracht van zijn FEUILLETON. Een verhaal uit het vroegere Rusland. 22.) _qu_ Toen was Serge gekomen aan het oogenblik, dat hij; in den laatsten nacht door de stem van Michael wakker was geworden. „Slechts eenige onsamenhan gende woorden heb ik kunnen opvangen; verscheidene malen stamelde hij!: „O moe der, arme,, lieve moeder!" Een hevige angst scheen hem te overmeesteren, hij was erg onrustig. Plotseling ging hij overeind zitten en riep: „O Heer, wees mij arme zondaar, genadig!" „Ga voort!" riep zij dringend uit. „Vervolgens zag ik, hoe hij uit den zak van zijn uniformjas een boekje nam en daaruit las bij1 het licht van de maan. Dit scheen hem rust te geven. Hij deed het boek weer dicht, en knielde op den grond neer. Zonder twijfel bad hijik hoorde hem zeggen: „Heere Jezus, tot U kom ik." Het duurde lang voor hij1 weer 'opstond en daarna nam hij1 zijn boek en streepte eenige regels met potlood aan. Toen hij .weer sliep was een vreemde uitdrukking op zijn gelaat verspreid, een uitdrukking van vrede, die ik bij hem nooit tevoren bad gezien. Ik heb u alles gezegd, prin- geest. Willem Vader heeft een werk van de grootste beteekenis verricht, wijl 'hij de grondslagen legde voor het gebouw der Nederlandache vrijheid; een werk dot on der Gods zegen door Maurits werd voort gezet en onder Frederik Hendrik in een overwinning zijn rustpunt mocht vinden, Zooals Vondel in zijn „Zegesang" getuigt: „Prins Welhem heeft den grond geheyt, Sijn nasaert. vrydoms muur geleyt In rood ciment van 't Moed der helden; Niet sonder raedsman, dienmen selden Ter weereld als een Phoenix socht Maer Fredrick heeft het werek volwrocht, En d'Opperoverwinningskroone Geset voor Ohristenrijck ten toone Op 't spite der vryheyt, 't oorloghs wit." Aan behoud en bevestiging van dit goed hebben de Oranje-vorsten, die volgden naar inzicht en gaven hun leven gewijd. Niet zelden stond een verkeerd begrijpen de zoo 'gewenschte eenheid tusschen vorst en volk in den weg; maar als angst en nood tot het hoogst waren gestegen, toon de het volk toch een zuiver besef van den weg dien het moest inslaan! In die 'don kere uren is de eenheid vaak ongemeen versterkt; als de hechte band zijn span kracht moest bewijzen, stelde bij nooit te leur! „Oranje kende het volk, waarover het de souveredniteit uitoefende, en heeft dat volk bestuurd naar de behoeften van zijn voortdurend zich wijzigend gemeen schapsleven", zegt Knuvelder in zijn stu die over Oranje en Nederland; en Struyc- ken roemde het in de Oranjes van de vorige eeuw, dait zij het beleid van 's lands zaken op zoo rustige en geleidelijke wijze hebben weten te ontwikkelen van de dualistische regeeringsvorm (de beperkte monarchie) tot een practisch monistische, democratische. Zoo is de verhouding niet altijd dezelfde 'gebleven; maar bij het wis selen der omstandigheden bleven liefde en trouw ongeschonden- Van die 'liefde en trouw wordt verteld i;rt sou ftsyfupüfcc-'Y, iöï? legenheid van den 55-sten jaardag van Koningin Wilhelmina. Liefde en trouw, die aan beide kanten ten duidelijkste wordt betoond: door Vorstenhuis en volk beide. Zoo mag met alle reden gesproken wor den van „de hechte band" tusschen vors tenhuis en vaderland, een band die zich sedert den grooten Vader des Vaderlands steeds heeft doen gevoelen. Er is alle reden om een blik te slaan op het verleden van vorstenhuis en volk, een oogenblik stil te staan bij den zegen rijken arbeid dien het huis van Oranje- Naseau voor Nederland heeft verricht. Als wij zoo, van den oorsprong af, den ont wikkelingsgang volgen, wordt het ons dui delijk, dat dit Vorstenhuis op allerlei ter rein zijn werk heeft verricht, onder alle omstandigheden zijn taak heeft aan vaard. Nog is de tijd niet rijp voor een her- eeniging van de landen, die de grondleg ger van onze vrijheid als een eenheid zag. Nog gelooven niet allen in de eenheid zoo- als hij die zag, de eenheid die zich wel door willekeurig getrokken grenzen iets op den achtergrond laat 'bannen, maar die nimmer verloren gaat en zichzelven nooit verloochent. Niet alleen tusschen Rijks- Nederland en Vorstenhuis zijn de banden hecht; zij'zijn het immers ook tusschen de Dietsche Nederlanden en het heldenge slacht, dat naar de mogelijkheden, die er ongetwijfeld bestonden en nóg bestaan, den weg heeft gewezen en daarvoor den grond slag 'gelegd. In het boek, dat den lezer een blik gunt op het arbeidsveld der Oranjes, moet ech ter wel allermeest de na-druk vallen op Rijks-Nederland. Daarmee bleef de band ook wel het sterkst, de eenheid op het allerzuiverst bewaard; de lijn van verleden naar heden ziet zich alleen binnen onze landsgrenzen in vollen omvang -doorge trokken. Wat Nederland, en het Dietsche volk binnen de grenzen van -dat land, aan het Huis van Oranje te danken hebben, wil het geden'khoek „De 'hechte band" den lezer voor oogen stellen. Daarbij sluit zich, min of meer rechtstreeks, aan een onder werp als: „Oranje en zijn buitenlandsche bezittingen"; „Oranje en Luxemburg"; „Oranje en Amerika"; „Batavia en Oran je'", onderwerpen, die respectievelijk -door Marie van Zeggelen, J. Steur, A. J. Barnouw en Tine Bonnema in dit boek ter spra'ke worden gebracht (al komt „de ses. Den volgenden dag werd hij' doodelijk gewond; ik voerde o-p een anderen vleu gel het bevel; wij! verloren elkander uit het oog; het was te laat, toen ik hem weer vond. Het overige weet u." XI. Dten volgenden Maandagavond, tusschen zeven en acht uur, stond de tramwagen stil op den hoek van de Mikhaïlowkaïa. De conducteur schelde met de eene hand, om aan te kondigen, dat er nog plaats was; en hield in de andere een boek, waarin hij! las bij' het gaslicht. Geheel in het lezen verdiept, schrok hij toen een hand op zijn schouder werd ge legd,, en een vroolijke stem riep: ,,'tls Zotoff, en niemand anders!" Een twintigjarige jongen met zwarten hoed, gedoken in een bonten mantel, stond op de trede van de omnibus. Op diens stem kleurde de aangesprokene. „Ja, ik ben het, Zotoff," antwoordde hij1 uit het raam. „Uw gezicht bedriegt u niet, heer Bibliesky, ofschoon gijl mij' veranderd ziet in den voerman van de omnibus. Men moet geld verdienen, als men het niet heeft. Daarbij! is dit vak al even goed als een ander." „Zeker," hernam de jongen glimla chend. Hij begon van zijn verbazing te be komen; de aangesprokene was zijn mede- hechte band" naar onze meening diüdr niet sterker aan den dag dan in de andere ge bieden). In een verzamelwerk als het onder havige spreekt de liefde voor het huis van Oranje èn de trouw van het volk wan heit Vorstenhuis op schier iedere bladzijde- Veel, 'dat in. dit verband op even gelijke wijze recht op bespreking kon dt:»en gel den, bleef onbehandeld, waardoor „de hechte band" weliswaar breed, doch niet algemeen en allee-omva tten d werd geteekend. Het minder-belangrijke (van algemeen standpunt bezien)! kreeg daardoor te gemakkelijk en te dik'wijle de voorkeur. Toch verdient meer dan éón onderwerp in ruime mate de belangstelling, óók om de wijze waarop de schrijver de Mof be handelt. Daarop hopen wij in een volgend artikel de aandacht te vestigen. A. L. VAN O YEN. Ingezonden Mededeellng. voor Manufacturen. Dames- en Kindereonf<uotfe Tapijten - Gordijnen Bedden - Ledikanten en aanverwante artikelen Is GOES HULST VESTIGINGSEISCHEN VOOFÜ DEN MIDDENSTAND. Het z.g. behoefte-element. To de "Woensdag gehouden ziUting van het Congres van den R.-K. Middenstands bond kwam o.m. aan de orde het door den heer drs H. L. Jansen, adjuinct-direc- teur van het Bureau van den Rl.-K. Mid denstandsbond, uitgebrachte pr ae-advies over „vestigingseischen voor klein-nijver- heid, 'ambacht en detailhandel". In dit prae-advies komt de prae-advisc.ur tot de conclusie, dat in de eerste plaats noodig is, dat aan den persoon van d 'Sn onder nemer meerdere eischen worde n gesteld. Men mag van dengene, die zich. in detail handel, klein-nijverheid of am bacht wil vestigen, vorderen: Vooreerst, dat hij beschikt over dat inzicht, hetwelk noodig moet worden ge acht om een kleine onderneming behoor lijk te kunnen leiden. Daartoe behooren een elementaire ken nis van de gebruiken en verhoudingen in het handelsverkeer, voldoende be kwaamheid tot het opzetten, bijhouden en afsluiten van een eenvoudige boek houding en het maken van kostprijs berekeningen, alsmede een elementaire kennis van de moderne verlkoopkunde. Op deze algemeene kennis zmu dan de bijzondere vakbekwaamheid moeten zijn gebouwd, welke vakbekwaamheid kan blijken uit een zekere opleiding en vol doende tijd van practische werkzaam heid, in het bedrijf doorgebracht. Aan de onderneming zal mem den eisch moeten stellen van de besch ikking over een minimum aan bedrijfskapitaal, op dat de toestand van thans, 'welken zoo veel zaken kennen, die uitfluitend op crediet van leveranciers best,aan, worde beëindigd. De vraag, of in die vestifj;ingseischen ook het z.g. behoefte - element moet worden opgenomen, moet ontken nend worden beantwoord, w anneer men hierbij denkt aan het juiste begrip van het behoefte-element: het vaststellen van de behoefte aan winkels. Dit is in de practijk vrijwel uitgeslo ten en zou zoodanige moeilijkheden met zich brengen, dat bijna nimitner van een objectief oordeel kan worden gesproken. Men zou de vaststelling van het aantal winkels moeten overlaten man een be trekkelijk willekeurig oordeeli van de een of andere instantie. De behoefte toch aan winkels wisselt met de economische om standigheden. Bij de bespreking werd door een der leden betoogd, dat in de eischen, gesteld leerling geweest en hiji bad moeite gebad hem in deze kleeding te heirkennen. „Ge hebt gelijk," ging hij! voort, „het is geen kwaad vak, daar bet ia toelaat de rechtsgeleerdheid te blijven: beoefenen." Intusscben keek hij naar zijn. boek. Nieuwe reizigers braken bet gesprek af, en Bibleisky ging zitten, om plaats te maken, terwijl Zotoff voortla s. De jongeling, die zich in een rijtuig naar de hoogeschool liet briengen, en nu slechts bijl toeval in den tramwagen stapte, dacht niet dat een student d'.it beroep ge durende een gedeelte van tien dag uit oefende; zij' deden het bij buurten, terwijl de anderen de lessen bijwoonden, en ble ven vaak. den nacht op om loet verzuimde in te halen. Rechtschapen en deelnemend als Bi bleisky was, woog hem het verschil tus schen het lot van den kameraad en het zijne zwaar. Hij! wist, hoe hoog zijn vriend sto'nd, en voelde achting voor zijn ijver en doorzettingsvermogen. Toen hiji dit Zotoff vertelt de, deed het hem goed, en versterkte zijn moed, die be gon te wankelen. Dien avond nam Bibleis'iry het besluit, de zaak der ongelukkige stu denten in han den te nemen. „Er bestaan beurzen voo r hen," dacht hij, „maar die zijn als droppels in den oceaan; er is meer noodig,coodra ik mijn fortuin in bezit krijg, zoo God mij' het leven schenkt, zal ik nieuwe beurzen stichten en tevens trachten de hulp van anderen te krijgen." Terwijl Bibleisky over deze dingen dacht, stapten de reizigers binnen; de om nibus zou zich juist in beweging stel len, toen een jongeman in de uniform der kadetten op de treeplank sprong, en vroeg, of er nog plaats was. „Ja, rechts," zei de conducteur, en ver zocht de reizigers, wat in te schikken. De jongeling was middelmatig van lengte, mager en blond. Hij salueerde voor Bibleisky. „Goeden avond, Marline," antwoordde deze, plaats makende. „Waar kom jij! vandaan? Ik dacht, dat je op de krijgs school was; het is toch geen feestdag?" „Neen, ik kreeg een verlof voor zaken; maar de schoolbanken zijd vrij wat aange namer dan dit. Verbeeld je dat ik. van middag vier uren wachten moest in de keizerlijke kanselarij'. Ze vinden het niet de moeite waard, zich met een kadet bezig te houden, en Bibleisky, waar moet jij naar toe?" „Half negen mioet ik op de Hofkade zijn, en ik vrees, dat ik te laat kom. Ik vergat mijn beurs en heb nu te weinig geld. Ik moest een omweg maken, maar dat spijt mij niet, daar ik op die wijze twee aange name ontmoetingen had." Bibleisky verhaalde zijh verrassing en Mijdschap, toen hij in dan tramway-oon- ductcur den schoolmakker had herkend; maar Marline voelde daar weinig helang- stelliug voor. De omnibus was vol, een der reizigers had een nieuwsblad bijl zich, en spoedig 'ontstond er een woordenstrijd tusschen 'n breed gebouwd officier en een adelborst. Nikolaas luisterde en Bibleisky, die achter in het rijtuig zat, bekeek zwijgend zijn medereizigers. Het was een gemengd gezelschap. Een koopman met langen baard zat naast zijn vrouw, in bont gehuld; een rooden doek droeg zij' om het hoofd; daarnaast zat een jong militair, den arm verbonden; voorts een jong meisje, het neusje in de lucht. Naast haar een dienstmeisje, die een groote mand droeg; voorts twee Duit- sohers, die beiden zoo hard praatten, dat men aan wederkeerige doofheid dacht; verder een jong moedertje met een mager kindje op schoot; tegenover haar zaten de officier en de adelborst en daarnaast een lang wezen met jas en manshoed, afge knipt haar en een bril op den neus; moeilijk kon men onderscheiden, of dit wezen een man of vrouw was; de stem was mannelijk, en toch was het een vrouw, die het dagblad in de hand had en druk sprak met haar buren, den zeeman en den officier. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1935 | | pagina 5