OE ZEEUW
TWEEDE BLAD
HET ADRES
Uit de Provincie
Wat er deze week voorviel
Voor den Zondag
Letterkundige Kroniek.
Eindelijk vereenigd.
A. WILKING
aan de onderneming moet worden op
genomen, dat credieten, onder welken
vorm ook door leveranciers verstrekt of
afkomstig, niet in aanmerking komen
voor de geëischte credietwaardigheid.
Een der andere sprekers was van oor
deel, dat we er met deze twee: crediet
waardigheid en vakbekwaamheid niet
komen. Anders ziet spr. er van komen,
dat we over eenigen tijd niets meer heb
ben, dan grootwarenhuizen en filiaal
bedrijven. Het behoefte-element kan niet
gemist worden bij de vestigingseischen.
Want met. credietwaardigheid en vak
bekwaamheid zetten we de deur wijd
open voor de uitbreiding van het waren
huis, het filiaalbedrijf en de coöporatie.
Middelburg, Teraardebestel
ling deurwaarder Vervalt
Gistermiddag ie 'het stoffelijk overschot
van den deurwaarder bij de rechtbank te
Middelburg, wijlen F. A. Vervaal, op do
R.-K. begraafplaats ter aarde besteld
Ten teeken van rouw waren de gor
dijnen aan den voorgevel van het ge
rechtsgebouw aan het Hofplein neerge
laten. D'e lijkstoet heeft voor dat ge
rechtsgebouw eenige oogenblikken stil
gehouden.
Op de begraafplaats waren vele leden
van het college der rechtbank en van do
balie, alsmede een groot aantal ambtena
ren aanwezig. Verscheidene bloemstukken
en kransen dekten de baar.
Nadat de kist met bet stoffelijk over
schot de kapel was binnengedragen heeft
Pastoor Brügeman de gebeden gezegd,
en de vereischte ceremoniën verricht,
waarna de teraardebestelling plaats
vond.
D'e zoon van den overledene beeft de
aanwezigen dank gebracht, ook namens
de familie, voor alle blijken van belang
stelling.
Ontwikkeling van werk-
loozen. De commissie voor vakoplei
ding en ontwikkeling van werkloozen te
Middelburg, heeft het voornemen in den
a.s. winter, wederom cursussen te ope
nen voor de werkloozen te Middelburg
en de buitengemeenten. Op het program
ma staan: 1. vakteekenen. voor smeden,
bankwerkers, enz.; 2. vakteekenen, voor
bouwvakarbeiders; 3. motorenkennis, 4.
autotechniek; 5. autobesturen; 6. auto
geen en electrisch lassen (alleen voor me
taalbewerkers); 7. metselen; 8. Ned. taal;
9. rekenen; 10. Fransch; 11. Düitsch; 12.
Engelsch; 13. machinesehrijven; 14. ste
nografie.
In het voorm. Mil. Hospitaal zijn in
lichtingen verkrijgbaar.
Baarland. Brand. In den nacht van
Donderdag op Vrijdag is brand ontstaan
in de woning van schipper Huizen. Daar
na sloegen de vlammen over op de ach
ter gelegen woning bewoond door dhr Ha-
rinck. D'e woning van dhr Huizen brand
de tot den grond toe af. D'oor nathouden
kon de woning van den heer Harink
gespaard blijven. De inboedel van dhr
Huizen werd geheel een prooi der vlam
men, daar schipper Huizen ongeveer een
uur te voren met zijn schip op weg was
gegaan naar Rotterdam. Dhr Harink
vond zijn varken gestikt door de rook en
kreeg veel waterschade in zijn woning.
Verzekering dekt de schade. Oorzaak on
bekend.
Zierlkzee. Donderdagmiddag is op het
bouwterrein aan het Janne Wekke de
eerste steen gelegd voor het nieuwe wijk-
gebouw van het Groene Kruis. Do voor
zitter dr C. J. M. Boogerd hield een korte
rede waarna zijn dochtertjes de 'hande
ling verrichtten. Volgend voorjaar hoopt
men met dit gebouw klaar te zijn waar
na het met eenige feestelijkheid zal wor
den geopend.
Oud-Vossemeer. Was hot vorig jaar
nog gerechtvaardigd de steunregeling en
werkverschaffing stop te zetten van 5
Aug. tot half Oct., dit jaar blijkt dat niet
mogelijk te zijn. Zoomin op bet hoogte
punt van den oogst als thans, de drukste
periode van het aardappelrooien, zijn alle
werkzoekenden in het vrije bedrijf ge
plaatst kunnen worden.
Dankbaar zijn vre, dat H. M. de Ko
ningin «a H. K. H. Prinses Juliana weer
behouden in het vaderland zijn terugge
keerd. Dinsdag a.a. zuilen we D.V. de
stem van onze Vorstin weer door middel
van de radio kunnen hoeren, als ze de
troonrede in de vereenigde zitting der
Staten-Gener&al zal uitspreken. Voor die
troonrede on niet minder voor de z.g.n.
inillioenennota bestaat ditmaal groots
belangstelling. Immers het zal dan pu
bliek worden, met welke plannen bet
extra-parlementaire kabinet-Colijn tot de
volksvertegenwoordiging komt. Zij, dip
het wel meenea met land en volk zullen
zeker hopen, dat verdere conflicten tus
schen regeering en Staten-Generaal zul
len uitblijven, want de bekende Julige-
beurtenieasn hebben reeds bedenkelijke
financieele gevolgen gehad.
Het rijkspersoneel heeft deze week de
boodschap gekregen, dat het met 1. Jan.
aan een nieuwe salarisverlaging van 5
pet. zal moeten, gelooven, een verlaging,
die de regeering ook wil uitstrekken tot
het personeel van een gToot aantal ge
meenten.
Men kan de noodzakelijkheid van ver
mindering der publieke uitgaven erken
nen en tegelijk betreuren, dat bet zeer
waarschijnlijk is, dat hier en daar da
prijs van allervoornaamste levensbehoef
ten als brood en melk zal worden ver
hoogd. Zóó komen we niet tot een lageren
levensstandaard.
Buitenlandsche gebeurtenissen, die
deze week de aandacht trokken, waren er
verschillende.
Wij denken aan den partijdag der Duit-
sche nationaal-scoialisten te Neurenberg,
waar &4.090 Duitsche arbeiders met de
spa op militaire wijze voor Hitier defi-
leerden sn aan da bijeenroeptng van unn
Duitschen Rijksdag tegen morgen, welks
leden weer ja zullen mogen knikken als
nieuwe wetten en decreten van den Fiih-
rer zullen worden afgekondigd.
Wij denken verder aan den gespannen
toestand in Griekenland, waar waar
schijnlijk de monarchie weer zal worden
uitgeroepen.
Maar onze belangstelling gaat toch
vooral uit naar Genevè, waar de Volken
bond vergadert en het conflict tusschen
Italië en Abessynia wordt besproken. Het
schijnt wel, dat de stroeve, onverzoenlijke
houding van Italië vrij algemeen de sym
pathie voor Abesaymë, dat zich loyaal
naar de uitspraken van den Volkenbond
voegen wil, heeft vergroot.
Uit de redevoeringen van den Engel-
schen minister Hoare en zijn Franschen
collega Laval, hoe diplomatiek ook ga-
eteld, bleek toch duidelijk. da,t Engeland
en Frankrijk handhaving van het Volken
bondspact wenschen, een standpunt, dal
ook Nederland deelt.
Inmiddels schiet de studie-commissie
van vijf, 'die zal trachten bemiddelend op
te treden in het conflict slecht op, ook
weer door de onhandelbare houding van
Italië. Zou het inderdaad waar zijn. dat
Mussolini voornemens is, de zaken te Ge-
nève nog een paar weken slepende te
houden en onverwacht zijn slag in Abes-
synië te slaan, zoodra de regentijd voor
bij is en alle noodige troepentransporten
hebben plaats gehad? Het ziet er niet
naar uit, dat de Duce, na de geweldig
voorbereidselen, die hij in Afrika trof en
die reusachtige sommen gelds hebben ge
kost, zoo maar het hoofd in den schoot
zal leggen.
Te vreezen is, dat een oorlog tusschen
Italië en Abessynië niet tot Afrika be
perkt zal blijven, maar dat de vlammen
ook naar ons werelddeel zullen over
sla,an. Het zou niet onmogelijk zijn, dat
het nu weer bewapend Duitschland
van het gunstige oogenblik gebruik zou
maken om in het alsdan troebele water
een visc'hje te verschalken. Er zijn nu
reeds symptomen, dat Italië en Duitscb-
land toenadering tot elkaar zoeken.
Van de houding van Duitschland zal
inderdaad veel afhangen. Het kan zich
in den strijd werpen, maar het kan zijn
neutraliteit ook zoo duur mogelijk ver-
koopen! Het laatste is misschien het
meest waarschijnlijk.
VAN
ZATERDAG 14 SEPT. 1935, Nr 293.
SPRAAKVERWARRING.
Zou hun niet afgesneden worden
al wat zij bedacht hebben te maken?
Gen. 11:0.
De groote vraag, die het wereldleven
beheerscht is: wiens naam groot zal zijn,
de Naam van den Schepper van hemel
en aarde of de naam van het schepsel.
Een van de eerste dingen waarvan na
het Zondvloed-verhaal in den Bijbel ge
wag wordt gemaakt, is het pogen van
den mensch om zichzelf een naam te
maken, zichzelf een monument te stich
ten.
Inplaats dat er een zoeken is om groot
te maken den Naam des Heeren, Wiens
oordeelen over de aarde geweest waren
en Wiens zegeningen het aardrijk ver
kwikten, begint men een stad te bouwen
en een toren, opdat de naam van den
mensch genoemd zou worden.
Maar d'Opperheer, die zijn geduchten
stoel op starren sticht en grondvest op
de wolken, Hij lacht met den trotschen
waan der dwaze volleen.
De Heere beziet het werk van de kin
deren der menschen en in Zijn toorn
zegt Hij: Zou hun niet afgesneden wor
den al wat zij bedacht hebben te maken?
En dan is het gedaan met het pogen
van den mensch om zich een naam te
maken en een monument te bouwen, dat,
over Ie gehesia aarde gezien ken wor
den, De spran k wordt ver ward. De samen
werking is verbroken. Het bouwwerk ligt
stil.
Nog altijd is daar het pogen om monu
menten te stichten, die den naam van
den mensch moeten hoog houden.
En nog altijd is er ook de spraakver
warring, die alle samenwerking onmoge
lijk maakt en alle welvaart bedreigt.
De oordeelen Gods zijn over de aarde
geweest. En toen is de Volkenbond ge
sticht, een organisatie, die van veel be-
teekenis zou kunnen zijn, maar die dit
gebrek heeft, dat zij poogt voor het
schepsel een naam te maken.
De naam van God wordt daar niet
genoemd. En daarom behoeft het geen
verwondering te wekken als zooveel van
wat de Volkenbond bedacht heeft te
maken, afgesneden wordt. Dat er is een
grenzenlooze spraakverwarring, die voor
de toekomst het ergste doet vreezen.
Toch moeten wij in dit verband niet
alleen en niet in de eerste plaats aan
den Volkenbond denken.
Vragen wij liever: wat doen w ij Wat
is ons levensideaal?
Is het ons bedoelen voor ons zelf een
naam te maken?
Of is het ons ernst met de bede: Uw
Naam worde geheiligd, Uw Koninkrijk
kome, Uw wil geschiede?
DE HECHTE BAND TUSSCHEN
VORSTENHUIS EN VADERLAND.
Er is in den loop der jaren over den
band tusschen bet buis van Oranje en de
Nederlanden 'heel wat 'geschreven. Er
speelde zich ook aooveel af sedert den tijd
waarin Juliana van 'Stolberg - de stam
moeder van het geslacht haar zonen
verliezen moest aan het land, waarmede
de geschiedenis van haar huis in de vol
gende eeuwen 'ten nauwste verbonden zou
zijn!
Met Willem I begon de lijn; en al is het
ideaal dat hij zich voor oogen stelde: de
eenheid van de Dietsche Nederlanden
nimmer in vollen omvang tot werkelijk
heid geworden, wat 'groeide en behou
den bleef, ondanks teleurstelling en tegen
stand, 'groeide en handhaafde zich voor
een groot deel toch uit de kracht van zijn
FEUILLETON.
Een verhaal uit het vroegere Rusland.
22.) _qu_
Toen was Serge gekomen aan het
oogenblik, dat hij; in den laatsten nacht
door de stem van Michael wakker was
geworden. „Slechts eenige onsamenhan
gende woorden heb ik kunnen opvangen;
verscheidene malen stamelde hij!: „O moe
der, arme,, lieve moeder!" Een hevige
angst scheen hem te overmeesteren, hij
was erg onrustig. Plotseling ging hij
overeind zitten en riep: „O Heer, wees mij
arme zondaar, genadig!"
„Ga voort!" riep zij dringend uit.
„Vervolgens zag ik, hoe hij uit den zak
van zijn uniformjas een boekje nam en
daaruit las bij1 het licht van de maan. Dit
scheen hem rust te geven. Hij deed het
boek weer dicht, en knielde op den grond
neer. Zonder twijfel bad hijik hoorde
hem zeggen: „Heere Jezus, tot U kom ik."
Het duurde lang voor hij1 weer 'opstond
en daarna nam hij1 zijn boek en streepte
eenige regels met potlood aan. Toen hij
.weer sliep was een vreemde uitdrukking
op zijn gelaat verspreid, een uitdrukking
van vrede, die ik bij hem nooit tevoren
bad gezien. Ik heb u alles gezegd, prin-
geest. Willem Vader heeft een werk van
de grootste beteekenis verricht, wijl 'hij de
grondslagen legde voor het gebouw der
Nederlandache vrijheid; een werk dot on
der Gods zegen door Maurits werd voort
gezet en onder Frederik Hendrik in een
overwinning zijn rustpunt mocht vinden,
Zooals Vondel in zijn „Zegesang" getuigt:
„Prins Welhem heeft den grond geheyt,
Sijn nasaert. vrydoms muur geleyt
In rood ciment van 't Moed der helden;
Niet sonder raedsman, dienmen selden
Ter weereld als een Phoenix socht
Maer Fredrick heeft het werek volwrocht,
En d'Opperoverwinningskroone
Geset voor Ohristenrijck ten toone
Op 't spite der vryheyt, 't oorloghs wit."
Aan behoud en bevestiging van dit goed
hebben de Oranje-vorsten, die volgden
naar inzicht en gaven hun leven gewijd.
Niet zelden stond een verkeerd begrijpen
de zoo 'gewenschte eenheid tusschen vorst
en volk in den weg; maar als angst en
nood tot het hoogst waren gestegen, toon
de het volk toch een zuiver besef van den
weg dien het moest inslaan! In die 'don
kere uren is de eenheid vaak ongemeen
versterkt; als de hechte band zijn span
kracht moest bewijzen, stelde bij nooit te
leur! „Oranje kende het volk, waarover
het de souveredniteit uitoefende, en heeft
dat volk bestuurd naar de behoeften van
zijn voortdurend zich wijzigend gemeen
schapsleven", zegt Knuvelder in zijn stu
die over Oranje en Nederland; en Struyc-
ken roemde het in de Oranjes van de
vorige eeuw, dait zij het beleid van 's
lands zaken op zoo rustige en geleidelijke
wijze hebben weten te ontwikkelen van de
dualistische regeeringsvorm (de beperkte
monarchie) tot een practisch monistische,
democratische. Zoo is de verhouding niet
altijd dezelfde 'gebleven; maar bij het wis
selen der omstandigheden bleven liefde
en trouw ongeschonden-
Van die 'liefde en trouw wordt verteld
i;rt sou ftsyfupüfcc-'Y, iöï?
legenheid van den 55-sten jaardag van
Koningin Wilhelmina. Liefde en trouw,
die aan beide kanten ten duidelijkste wordt
betoond: door Vorstenhuis en volk beide.
Zoo mag met alle reden gesproken wor
den van „de hechte band" tusschen vors
tenhuis en vaderland, een band die zich
sedert den grooten Vader des Vaderlands
steeds heeft doen gevoelen.
Er is alle reden om een blik te slaan
op het verleden van vorstenhuis en volk,
een oogenblik stil te staan bij den zegen
rijken arbeid dien het huis van Oranje-
Naseau voor Nederland heeft verricht. Als
wij zoo, van den oorsprong af, den ont
wikkelingsgang volgen, wordt het ons dui
delijk, dat dit Vorstenhuis op allerlei ter
rein zijn werk heeft verricht, onder alle
omstandigheden zijn taak heeft aan
vaard.
Nog is de tijd niet rijp voor een her-
eeniging van de landen, die de grondleg
ger van onze vrijheid als een eenheid zag.
Nog gelooven niet allen in de eenheid zoo-
als hij die zag, de eenheid die zich wel
door willekeurig getrokken grenzen iets
op den achtergrond laat 'bannen, maar die
nimmer verloren gaat en zichzelven nooit
verloochent. Niet alleen tusschen Rijks-
Nederland en Vorstenhuis zijn de banden
hecht; zij'zijn het immers ook tusschen de
Dietsche Nederlanden en het heldenge
slacht, dat naar de mogelijkheden, die er
ongetwijfeld bestonden en nóg bestaan, den
weg heeft gewezen en daarvoor den grond
slag 'gelegd.
In het boek, dat den lezer een blik gunt
op het arbeidsveld der Oranjes, moet ech
ter wel allermeest de na-druk vallen op
Rijks-Nederland. Daarmee bleef de band
ook wel het sterkst, de eenheid op het
allerzuiverst bewaard; de lijn van verleden
naar heden ziet zich alleen binnen onze
landsgrenzen in vollen omvang -doorge
trokken. Wat Nederland, en het Dietsche
volk binnen de grenzen van -dat land, aan
het Huis van Oranje te danken hebben,
wil het geden'khoek „De 'hechte band" den
lezer voor oogen stellen. Daarbij sluit zich,
min of meer rechtstreeks, aan een onder
werp als: „Oranje en zijn buitenlandsche
bezittingen"; „Oranje en Luxemburg";
„Oranje en Amerika"; „Batavia en Oran
je'", onderwerpen, die respectievelijk
-door Marie van Zeggelen, J. Steur, A. J.
Barnouw en Tine Bonnema in dit boek
ter spra'ke worden gebracht (al komt „de
ses. Den volgenden dag werd hij' doodelijk
gewond; ik voerde o-p een anderen vleu
gel het bevel; wij! verloren elkander uit het
oog; het was te laat, toen ik hem weer
vond.
Het overige weet u."
XI.
Dten volgenden Maandagavond, tusschen
zeven en acht uur, stond de tramwagen
stil op den hoek van de Mikhaïlowkaïa.
De conducteur schelde met de eene
hand, om aan te kondigen, dat er nog
plaats was; en hield in de andere een
boek, waarin hij! las bij' het gaslicht.
Geheel in het lezen verdiept, schrok hij
toen een hand op zijn schouder werd ge
legd,, en een vroolijke stem riep: ,,'tls
Zotoff, en niemand anders!"
Een twintigjarige jongen met zwarten
hoed, gedoken in een bonten mantel, stond
op de trede van de omnibus. Op diens
stem kleurde de aangesprokene. „Ja, ik
ben het, Zotoff," antwoordde hij1 uit het
raam. „Uw gezicht bedriegt u niet, heer
Bibliesky, ofschoon gijl mij' veranderd ziet
in den voerman van de omnibus.
Men moet geld verdienen, als men het
niet heeft. Daarbij! is dit vak al even goed
als een ander."
„Zeker," hernam de jongen glimla
chend. Hij begon van zijn verbazing te be
komen; de aangesprokene was zijn mede-
hechte band" naar onze meening diüdr niet
sterker aan den dag dan in de andere ge
bieden).
In een verzamelwerk als het onder
havige spreekt de liefde voor het huis van
Oranje èn de trouw van het volk wan heit
Vorstenhuis op schier iedere bladzijde-
Veel, 'dat in. dit verband op even gelijke
wijze recht op bespreking kon dt:»en gel
den, bleef onbehandeld, waardoor „de
hechte band" weliswaar breed, doch niet
algemeen en allee-omva tten d
werd geteekend. Het minder-belangrijke
(van algemeen standpunt bezien)! kreeg
daardoor te gemakkelijk en te dik'wijle de
voorkeur.
Toch verdient meer dan éón onderwerp
in ruime mate de belangstelling, óók om
de wijze waarop de schrijver de Mof be
handelt. Daarop hopen wij in een volgend
artikel de aandacht te vestigen.
A. L. VAN O YEN.
Ingezonden Mededeellng.
voor Manufacturen.
Dames- en Kindereonf<uotfe
Tapijten - Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen Is
GOES HULST
VESTIGINGSEISCHEN VOOFÜ DEN
MIDDENSTAND.
Het z.g. behoefte-element.
To de "Woensdag gehouden ziUting van
het Congres van den R.-K. Middenstands
bond kwam o.m. aan de orde het door
den heer drs H. L. Jansen, adjuinct-direc-
teur van het Bureau van den Rl.-K. Mid
denstandsbond, uitgebrachte pr ae-advies
over „vestigingseischen voor klein-nijver-
heid, 'ambacht en detailhandel". In dit
prae-advies komt de prae-advisc.ur tot de
conclusie, dat in de eerste plaats noodig
is, dat aan den persoon van d 'Sn onder
nemer meerdere eischen worde n gesteld.
Men mag van dengene, die zich. in detail
handel, klein-nijverheid of am bacht wil
vestigen, vorderen:
Vooreerst, dat hij beschikt over dat
inzicht, hetwelk noodig moet worden ge
acht om een kleine onderneming behoor
lijk te kunnen leiden.
Daartoe behooren een elementaire ken
nis van de gebruiken en verhoudingen
in het handelsverkeer, voldoende be
kwaamheid tot het opzetten, bijhouden
en afsluiten van een eenvoudige boek
houding en het maken van kostprijs
berekeningen, alsmede een elementaire
kennis van de moderne verlkoopkunde.
Op deze algemeene kennis zmu dan de
bijzondere vakbekwaamheid moeten zijn
gebouwd, welke vakbekwaamheid kan
blijken uit een zekere opleiding en vol
doende tijd van practische werkzaam
heid, in het bedrijf doorgebracht.
Aan de onderneming zal mem den eisch
moeten stellen van de besch ikking over
een minimum aan bedrijfskapitaal, op
dat de toestand van thans, 'welken zoo
veel zaken kennen, die uitfluitend op
crediet van leveranciers best,aan, worde
beëindigd.
De vraag, of in die vestifj;ingseischen
ook het z.g. behoefte - element
moet worden opgenomen, moet ontken
nend worden beantwoord, w anneer men
hierbij denkt aan het juiste begrip van
het behoefte-element: het vaststellen van
de behoefte aan winkels.
Dit is in de practijk vrijwel uitgeslo
ten en zou zoodanige moeilijkheden met
zich brengen, dat bijna nimitner van een
objectief oordeel kan worden gesproken.
Men zou de vaststelling van het aantal
winkels moeten overlaten man een be
trekkelijk willekeurig oordeeli van de een
of andere instantie. De behoefte toch aan
winkels wisselt met de economische om
standigheden.
Bij de bespreking werd door een der
leden betoogd, dat in de eischen, gesteld
leerling geweest en hiji bad moeite gebad
hem in deze kleeding te heirkennen.
„Ge hebt gelijk," ging hij! voort, „het is
geen kwaad vak, daar bet ia toelaat de
rechtsgeleerdheid te blijven: beoefenen."
Intusscben keek hij naar zijn. boek.
Nieuwe reizigers braken bet gesprek
af, en Bibleisky ging zitten, om plaats te
maken, terwijl Zotoff voortla s.
De jongeling, die zich in een rijtuig
naar de hoogeschool liet briengen, en nu
slechts bijl toeval in den tramwagen stapte,
dacht niet dat een student d'.it beroep ge
durende een gedeelte van tien dag uit
oefende; zij' deden het bij buurten, terwijl
de anderen de lessen bijwoonden, en ble
ven vaak. den nacht op om loet verzuimde
in te halen.
Rechtschapen en deelnemend als Bi
bleisky was, woog hem het verschil tus
schen het lot van den kameraad en het
zijne zwaar. Hij! wist, hoe hoog zijn vriend
sto'nd, en voelde achting voor zijn ijver
en doorzettingsvermogen.
Toen hiji dit Zotoff vertelt de, deed het
hem goed, en versterkte zijn moed, die be
gon te wankelen.
Dien avond nam Bibleis'iry het besluit,
de zaak der ongelukkige stu denten in han
den te nemen.
„Er bestaan beurzen voo r hen," dacht
hij, „maar die zijn als droppels in den
oceaan; er is meer noodig,coodra ik mijn
fortuin in bezit krijg, zoo God mij' het
leven schenkt, zal ik nieuwe beurzen
stichten en tevens trachten de hulp van
anderen te krijgen."
Terwijl Bibleisky over deze dingen
dacht, stapten de reizigers binnen; de om
nibus zou zich juist in beweging stel
len, toen een jongeman in de uniform der
kadetten op de treeplank sprong, en
vroeg, of er nog plaats was.
„Ja, rechts," zei de conducteur, en ver
zocht de reizigers, wat in te schikken.
De jongeling was middelmatig van
lengte, mager en blond. Hij salueerde voor
Bibleisky.
„Goeden avond, Marline," antwoordde
deze, plaats makende. „Waar kom jij!
vandaan? Ik dacht, dat je op de krijgs
school was; het is toch geen feestdag?"
„Neen, ik kreeg een verlof voor zaken;
maar de schoolbanken zijd vrij wat aange
namer dan dit. Verbeeld je dat ik. van
middag vier uren wachten moest in de
keizerlijke kanselarij'. Ze vinden het niet
de moeite waard, zich met een kadet bezig
te houden, en Bibleisky, waar moet jij
naar toe?"
„Half negen mioet ik op de Hofkade zijn,
en ik vrees, dat ik te laat kom. Ik vergat
mijn beurs en heb nu te weinig geld. Ik
moest een omweg maken, maar dat spijt
mij niet, daar ik op die wijze twee aange
name ontmoetingen had."
Bibleisky verhaalde zijh verrassing en
Mijdschap, toen hij in dan tramway-oon-
ductcur den schoolmakker had herkend;
maar Marline voelde daar weinig helang-
stelliug voor.
De omnibus was vol, een der reizigers
had een nieuwsblad bijl zich, en spoedig
'ontstond er een woordenstrijd tusschen 'n
breed gebouwd officier en een adelborst.
Nikolaas luisterde en Bibleisky, die achter
in het rijtuig zat, bekeek zwijgend zijn
medereizigers.
Het was een gemengd gezelschap. Een
koopman met langen baard zat naast zijn
vrouw, in bont gehuld; een rooden doek
droeg zij' om het hoofd; daarnaast zat een
jong militair, den arm verbonden; voorts
een jong meisje, het neusje in de lucht.
Naast haar een dienstmeisje, die een
groote mand droeg; voorts twee Duit-
sohers, die beiden zoo hard praatten, dat
men aan wederkeerige doofheid dacht;
verder een jong moedertje met een mager
kindje op schoot; tegenover haar zaten de
officier en de adelborst en daarnaast een
lang wezen met jas en manshoed, afge
knipt haar en een bril op den neus;
moeilijk kon men onderscheiden, of dit
wezen een man of vrouw was; de stem
was mannelijk, en toch was het een
vrouw, die het dagblad in de hand had en
druk sprak met haar buren, den zeeman
en den officier.
(Wordt vervolgd.)