Bedrijfsraden voor den landbouw. Buitenland Binnenland DONDERDAG 12 SEPTEMBER 1935 DAGBLAD VOOR DE PROVINCIE ZEELAND Belangrijksts Nieuws Uitg.: is.V. Uitgevers-Maatschappij „Luctor et Emerge" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw". Bureaux Lange Vorststraat 70, Goos. Telefoonnummer 11. Postchèquc en Girorekening 44455. Bijkantoor Middelburg: Fa BOEKHANDEL J. J. FANOY, Lange Burg B 16, Tel. 28. Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA. 2)e Zeeuw Abonnementsprijs i2.50 per kwartaal, weekabonnementen voor Middelburg, Goes es Vlissingon f 0,20. Losse- «umtnere 6 cost, Advcrtentiün 30 cent per rcgol. Ingebonden mcdedeelingen CO cent per regel. Kleine Advcrtcntiön Dinsdags en Vrijdags f 0.75, bij vooruitbetaling. Onder letter o! motto f 0.85. Bij contract belangrijke korting. In ons blad van gisteren is een bericht opgenomen volgens hetwelk de kern-com missie ingevolge artikel 8 der Bedrijfsra- denwet heeft besloten de mogelijkheid en wenschelijkheid te onderzoeken van de in stelling van bedrijfsraden voor den land bouw in West-Noiord-Brabant en Z. Vlaanderen. Bij' meerderen zal waarschijnlijk de vraag zijn opgekomen, wat hiermee be doeld wordt. En niet onmogelijk dat som migen de schrik reeds om het hart gesla gen is bij' de gedachte aan nieuwe ambte lijke bemoeiingen voor het bedrijfsleven. Eenige nadere toelichting is dus mis schien niet overbodig. Zooals men zich herinnert is in Octo ber 1932' door de Tweede- en in April 1933 door de Eerste Kamer de Bedrijlfs- radenwet aangenomen, welke wet naar verwacht en gehoopt wordt de ontwikke ling van het maatschappelijk leven tot bedrijfsorganisatie kan bevorderen. We kennen reeds velerlei organisaties zoowel van arbeiders als van patroons. Deze organisaties en dan denken wij in de eerste plaats aan die op Christelij- ken grondslag, die wars zijn van den klassenstrijd in zijin verschillende vormen hebben op het gebied van den arbeid reeds veel goeds tot stand gebracht. De Christelijke vakbeweging heeft steeds gestaan op het standpunt dat samenwer king van werkgevers en werknemers in het bedrijfsleven noodig was. Inplaats van elkaar te bestrijden en als vijanden tegen over elkaar te staan, zouden zij1 samen be- hooren te arbeiden aan den opbouw van 't bedrijfsleven en de verbetering van de be- drijfsverhoudingen. Steeds is daarom het pleit gevoerd voor een uit het leven van den arbeid zelf opgekomen bedrijfsorga nisatie, die de belangen van het geheele bedrijf van patroons zoowel als arbei ders dient en een toestand zoekt te scheppen waarbij niet de macht maar bet recht beslist. Nu is in den loop der jaren op dit ge bied reeds een en ander bereikt. Maar bet ideaal ligt booger, een ideaal tot de ver wezenlijking waarvan de hulo van de Overheid niet gemist kan worden. Van de Overheid werd niet gevraagd dat zij! van bovenaf een regeling zou op leggen, maar wel dat zij de ontwikkeling tot bedrijfsorganisatie zou bevorderen. En dat is ook de bedoeling van de Be- drijfsradenwet. In de Memorie van Toelichting bij1 het door Minister Verschuur ingediende ont werp schreef de minister dat het niet de taak der Overheid is een omvangrijk sy steem van organisatie op te leggen. „Men overschat zoo schreef hiji de macht der Overheid door reeds thans een be drijfsorganisatie te willen tot stand bren gen, welke wellicht eerst aan het einde van een lange ontwikkeling kan worden verwezenlijkt. De eisch van geleidelijk heid mag hier niet uit het oog worden verloren." De taak van de overheid is in het alge meen te sanctiouneeren en te consolidee- ren het overleg dat uit het bedrijfsleven groeit. Niet altijd echter kan hiermee worden volstaan. Er zijn bedrijven waarin het overleg tusschen patroons en arbei ders geheel ontbreekt. In dergelijke geval len kan het, gezien de groote beteekenis die een goede samenwerking tusschen beide groepen voor heel het maatschap pelijk leven heeft, plicht zijin het overleg van overheidswege te bevorderen, het overleg op gang te brengen. Maar nimmer ligt het op den weg der overheid het in stellen van een bedrijfsraad tegen den zin der betrokkenen te forceeren. Terecht verklaarde Minister Slotema- ker de Bruine bij' de installatie van de Commissie van Advies bedoeld in art. 8 der Be drijf sradenwet, dat bedrijfsorgani satie niet kan gedijen daar waar het con amor© samenwerken van werkgevers en werknemers: ontbreekt, waar sprake is van partijlen en niet van bedrijfsgenooten. Met deze gedachten is bij' de vaststel ling van de Bedrijfsradenwet rekening ge houden. Artikel 2 van deze wet bepaalt, dat in elk bedrijf waarin de omstandighe den daartoe aanleiding geven, hetzijl voor het geheele land, hetzij voor een gedeelte des lands een bedrijfsraad wordt inge steld. De vraag of die omstandigheden aan wezig zijh wordt beoordeeld door een com missie, die zooals uit het aangehaalde be richt iblijklj, niet op eigen gelegenheid handelt, maar eerst de vertegenwoordi gers van de landbouworganisaties en van de landarbeidersh'onden in de gelegenheid stelt hun meening kenbaar te maken. In een volgend artikel nog iets om trent de samenstelling en de taak der Bedrijfsraden. DE VOLKENBONDSVERGADERING. De Abessynische vertegenwoordiger aan het woord. Niet minder dan zeven sprekers voer den gisteren in de Volkenbondvergade ring te Genève het woord en voor van daag en morgen staan er nog vele inge schreven. Vandaag zal onze minister de Graeff en morgen Laval aan het woord komen. Na Hoare had gisteren de gede legeerde van Ahessynië Hawariate de meeste belangstelling. De Italiaansche de- legatie bleef tijdens zijn rede rustig zit ten. Hawariate, die met zijn volkomen cor recte en toch het Abessynische standpunt uitstekend uiteenzettende redevoering een heel wat sympathiekeren indruk maakte dan zijn Fransche raadgever Jèze pleegt te doen, gaf aan Aloisi geenerlei reden tot eenige manifestatie. Ahessynië, aldus Hawariate, vreest niet het licht. Hij vroeg daarom uit naam van zijn regeering de onmiddellijke zen ding van een internationale commissie van onderzoek naar Ahessynië om de waarheid van de uitge brachte beschuldigingen te onderzoeken. Namens den Keizer van Ahessynië verzekerde Hawariate. dat deze bereid is een redelijke oplossing van 'het geschil te aanvaarden. Hij is bereid in de ruimst mogelijke mate tegemoet te komen aan de eischen van de moderne beschaving en aan 'de rechtmatige belangen der andere volken. Daar het oorlogsgevaar echter van uur tot uur toeneemt, doet het Abessyni sche volk een laatste dringend beroep op de 'harten dór menschheid. De Keizer wendt zich tot alle vrouwen en mannen der geheele wereld, die van goeden wil zijn, opdat zij niet dulden dat de Afrikaansche aarde met het bloed van menschelij'ke broeders bedekt worde. Moge de vrede 'heerschen, moge het in dezen vrede aan het Abessynische volk vergund zijn samen te werken aan de ont wikkeling der beschaving in Afrika en aan den vooruitgang van het rijk Gods, zoo besloot Hawariate. De Negus gaat Addis Abeba verlaten. D'e keizer en de keizerin van Ahessynië treffen voorbereidingen voor 'hun vertrek van Addis Abeba naar het op 100 K.M. afstand van Magdala gelegen D'esaya, voor het geval de oorlog mocht uitbre ken. D'e troonopvolger, die thans te Desaya verblijft, zal naar Addis Abeba komen. Ethiopië's Keizerin voor de radio. In de radio-rede, Dinsdagavond door de Keizerin van Ahessynië voor alle vrou wen ter wereld gehouden, riep zij met vuur uit: „D'at de hemel ons beware voor een beschaving, die rouw brengt en verwoesting aanricht." D'e Keizerin sprak verder o.a. ook over de „machtige legers, die zich gereed ma ken om ons land te bezetten, onder het be- driegelijke voorwendsel, beschaving te brengen aan ons vreedzaam herdersvolk, dat dicht bij de natuur leeft en in ge meenschap met God. Op alle breedtegra den en onder alle klimaten hebben de vrouwen den vrede lief. Zij hebben een afkeer van bruut geweld. Zoowel Italiaan- sche als Abessynische moeders lijden bij de gedachte aan het onherstelbare kwaad, dat de oorlog zou kunnen teweegbrengen. Ahessynië verlangt in het geschil, dat het land opgedrongen is, slechts naar vrede. Zijn geweten is gerust." De Keizerin besloot haar rede met een beroep op alle vrouwen ter wereld, eens gezind te bidden om de misdaad van een oorlog te verhoeden, en haar invloed te oefenen op de staatslieden ten gunste van de rechtvaardigheid en den vrede. De Keizer zal vandaag voor de radio en rede houden. Indrukwekkende rede van Hoare te Genève. Gisteren hield in de Volkehbondsverga^ dering te Genève de Britsche minister van buitenlandsche zaken, sir Samuel Hoare zijn met spanning verwachte rede. Het standpunt van de Britsche regee- ring is altijd geweest: onwrikbare trouw aan den volkenbond! aldus de Engelsche minister. Bijl deze houding blijft mijn regeering, óók in het geval, dat thans Ge nève en de wereld met onrust vervult. De regeering, die ik vertegenwoordig, zal bereid zijn, haar deel bij te dragen tot iedere collectieve poging, om op een rechtvaardige en doeltreffende wijze hel probleem te behandelen, dat thans onge twijfeld reeds velen in angstige spanning houdt en hen in de toekomst nog meer zal verontrusten. „Ik geloof niet," aldus vervolgde Hoare zijn rede, „dat er in de geschiedenis van den volkenbond ooit een tijdstip is ge weest, dat moeilijker was voor besprekin gen en onderhandelingen dan de tijd, dien wij nu beleven. Wij zij'n hier als leden van een collec tieve organisatie; leden onzer is door zekere verplichtingen gebonden. De last der verplichtingen van den vol kenbond is zwaarder geworden, doch een ding is zeker, en wel, dat indien deze last moet worden gedragen, hij gezamenlijk moet worden gedragen. Indien wij1 risico's moeten loopen, moeten wijl ze gezamenlijk loopen. Deze redevoering heeft algemeen een diepen indruk gemaakt, ofschoon zij' geon sensationeele verrassingen heeft ge bracht. Men gevoelde algemeen, dat hier een man sprak, die vastbesloten was, op zijn woorden desnoods ook daden te doen vol gen. De rede onthield zich van iederen in- directen aanval op de politiek van Musso lini. Zijl was, zooals van een Engelsch mi nister niet anders te verwachten was, vol komen correct naar vorm en toon, doch desniettemin de ernstigste waarschuwing aan het adres van Italië, die in dit geschil nog was uitgesproken. De vastbeslotenheid der Britsche regee ring, om het volkenbondsverdrag in zijin geheelen omvang met inbegrip van de sanctie-bepalingen van artikel 16 toe te passen, laat geen twijfel meer over. Hoare heeft hieraan echter opnieuw het voorbehoud verbonden, dat de even- tueele dwangmaatregelen tegen Italië door de geheele gemeenschap van volkenbonds staten zullen moeten worden toegepast. Havenstaking in Griekenland. Sinds gisteren wordt in de havens van Patras en Vostizza gestaakt. Te Patras is het tot ernstige botsingen gekomen, toen de politie de papierfabriek in een storm loop wilde bezetten. Een arbeider en twee politiemannen werden gedood, vijf sta kers zijn gewond. D'e stakers droegen hierop het lijk van hun dooden kameraad door de stad om de bevolking tot verder verzet tegen de politie te prikkelen. Dé spoorwegarbeiders verklaarden zich met de havenarbeiders in zooverre solidair, dat zij een sympathie-staking van twee uur begonnen. Een trein werd verhinderd te vertrekken, daar men steenen en ijze ren balken over de rails had gelegd. De Grieksche president nog niet afgetreden. Met betrekking tot het gerucht, dat de Grieksche president Zaimis zou zijn afge treden, verklaren de bladen thans, dat de President der Republiek met het ne men van zijn beslissing zou wachten, tol het resultaat der onderhandelingen be kend zou zijn, welke tusschen de royalis tische en republikeinsche partijen gevoerd worden, met het oog op een onpartijdig plebisciet over de monarchale kwestie. Cyprus vlootbasis. Dertien torpedojagers van de Britsche Middellandsche Zeevloot, alsmede de kruiser „Devonshire" zullen van 21 Sept. tot 8 Oct. te Limissos geconcentreerd worden. Van officieele zijde wijst men er op, dat dit bezoek plaats vindt als on derdeel van de normale zomerma- noeuvres. Terzelfdertijd zal de kruiser „Londen" zich naar Famagusta (Cyprus) begeven, terwijl de kruisers „Shropshire" en „Australian" te Larnaca zullen wor den gestationneerd. Volgens een Reuterbericht uit Malta zijn daar naar men gelooft met het transportschip „Neuralia" 1200 man troe pen en 140 officieren aangekomen. Het schip zette ook kanonnen en munitie aan land. Een proclamatie van Hitier. Biji de 'Opening van het partijcongres der der N.S.D'.A.P. is een proclamatie van Hitier voorgelezen. De proclamatie vangt aan met een te genover elkaar stellen van de toestanden van 15 jaar geleden en van thans. Gewe zen wordt op de vermindering van de werkloosheid van een peil van ruim 6 mil- lioen fot IX millio'en. De Marxistische theoretici van de leer, die „nooit meer oorlog" predikt, smeden het grootste instrument voor den oorlog. Waar zijn thans de 14 punten van Wil son? De Duitschers zullen thans deze zaken met groote kalmte aanschouwen, want het Rijk is niet meer weerloos. H|et Duitsche volk leeft thans rustig in de warreling van politieke spanningen, dank zijl het Duitsche leger niet alleen, maar ook dank zij de natiomaal-socialis- tische partij', die Duitschland heeft ge red voor verval en uiteenvallen. Wanneer ik aldus Hitier inga op de gevaren van de politiseerende confes sies, zou ik eenige principes willen uit spreken: Ten eerste: de partij heeft vroeger niet het voornemen gehad, noch heeft zijl dit thans, Duitschland in eenigerlei strijd te voeren tegen het Christendom. Zijl tracht integendeel een groote Evangelische Rijks kerk te scheppen, en heeft getracht door een concordaat een nuttige en duurzame verhouding tot stand te brengen met de Katholieke Kerk, terwijl zij' verder ge tracht heeft de goddeloozexiheweging in Duitschland op te heffen. Onder geen omstandigheden zal de na- tionaal-socialistische staat dulden, dat langs welken omweg ook de ver-politie- king der confessies doorgezet of opnieuw begonnen wordt. Deze strijd zal nooit ge streden worden als een strijd tegen het Christendom, of tegen een der beide con fessies, maar hij1 zal gevoerd worden voor het zuiver houden van het openbare leven van die priesters, die hun roeping gemist hebben en die politici hadden moeten wor den en geen zielzorgers. Wij hebben drie vijanden in onzen 15- jarigen strijd leeren kennen, die alle drie dezelfde schuld hebben: 1. Het Joodsche Marxisme en de met hetzelfve verwante parlementaire democratie. 2. Het politiek- en moreel verwerpelijke Centrum. 3. Som mige elementen van het domme, hardleer- sche en kwaadwillige slag. Toien wij' hen in 1933 overwonnen had den, vonden zijl het 't doelmatigst zich schijndood te houden. Maar zij' hebben zich nooit met de nat. socialistische prin ciepen vertrouwd pogen te maken. Nu be ginnen ze te ontdekken, dat de trein zich steeds verder van hun stations af beweegt. Het marxisme kan zijn misnoegdheid over den loop der gebeurtenissen niet lan ger verbergen. Als ze in het geheim blij ven wroeten zullen wijl den strijd zoo lang blijlven voeren tot er niet één meer waagt een vinger te roeren. Daarna gaf de proclamatie een kort overzicht over het afgeloopen jaar. De partij' heeft zich in dit jaar buitengewoon verstevigd. Het jaar 1935 heeft Duitschland echter een zeer slechten oogst gebracht. Deson danks is het echter gelukt, de levensmid delenvoorziening te beveiligen. Wij' hou den de inflatie met onwrikbaren wil van ons af. Derhalve geen loonsverhooging en geen prijsstijging. Wij zullen de prijteop- drijvers desnoods door het concentratie kamp tot beter inzicht brengen. Duitschland zal trachtenl, zich door zijn productie van den invoer uit andere landen onafhankelijk te maken. De pro ductie van benzine en kolen werd in groote hoeveelheid ter hand genomen en zal in de komende jaren de Duitsche be hoefte aan brandstoffen tot een hoog per centage dekken. De bouw der eerste fa brieken voor kunstmatige gummi is be gonnen. Wijl zullen een scherpen aanval doen op het aantal werkloozen. Wij zullen het Duitsche rijk in zij'n leger sterken. Wij zullen vooral de beweging als de bron «Onzer kracht inwending versterken en wij zullen in haar geest voortgaan met de op voeding der Duitsche menschen tot 'n werkelijke gemeenschap. KONINGIN EN PRINSES IN HET VADERLAND TERUGGEKEERD. Zeer geestdriftige ontvangst van de bevolking te Vlissingen en te 's Gravenhage. Gisteravond te tien minuten voor zes kwamen met de mailboot „Prinses Ju liana" te Vlissingen op haar terugreis van Schotland aan H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana. Met de boot kwam mede de heer G. J. Bensink, di recteur van de Stoomvaart-Mij'. Zeeland. Nadat de boot was gemeerd en de andere passagiers zich van boord hadden bege ven, kwamen de voirstelijke reizigers op de ponton, na op de boot eerst afscheid te hebben genomen van den commandant van de „Prinses Juliana", den heer P. Ree. Een groote, witte bontmantel bescherm de H, M. de Koningin, die haar reis we gens een lichte ongesteldheid een dag had moeten uitstellen, tegen den kouden Oos tenwind. Prinses Juliana was gekleed in een zwart ocmplèt met zwarten hoed en droeg een grooten ruiker mooie bloemen. Ter begroeting waren aan de kade aan wezig de Commissaris' der Koningin in de provincie Zeeland jhr. mr J. W. Quar- les van Ufford met echtgenoote en zoon, de burgemeester van Vlissingen de heer C. A, van Woelderen met echtgenoote en dochter, de president-commissaris van de Mij. „Zeeland", de heer Th. H. de Mees ter en de districtscommandant van de ma rechaussee de heer Kaasjager. Onder daverend gejuich van het zeer talrijke publiek begaven de vorstinnen zich naar den mailtrein, waaraan het Ko ninklijk salanrijtuig was gekoppeld en waarmee de reis naar 's Gravenhage werd voortgezet. Op de tegenover liggende per rons had zich een geestdriftige menigte opgesteld. De Koningin en de Prinses dankten vriendelijk voor de blijken van sympathie, die haar bij aankomst van de boot, bij' de wandeling naar en bijl 't ver- Binnenland. Koningin en Prinses in het vaderland teruggekeerd. Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over verlaging van vaste lasten. Drama te Den Haag. Buitenland. De Volkenbondsvergadering te Genève, Rede van Minister de Graeff. Een proclamatie van Hitier. De keizerin van Ahessynië voor de radio. De Grieksche president nog niet afge treden. trek van den trein werden gebracht. Aan den trein namen Koningin en Prinses af scheid van het ter begroeting aanwezige gezelschap. Te 18.32 vertrok de trein an der een uitbundig gejubel en gewuif in de richting 's Gravenhage. Buitengewoon groot was te 's Graven hage de belangstelling op en voor 't Hol- landsche Spoorstation bij de aankomst van II. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana. Reeds om half 9, een half uur voordat de boottrein uit Vlissingen aan het Hollandsehe Spoorstation zou aankO'- men, zag het voor den uitgang van de koninklijke wachtkamer zwart van de menschen en steeds bleef de menigte aan groeien, zoodat de politie tenslotte han den vol werk had om de trambaan vrij1 te hi ctuden. Zóó groot was de belangstelling der Hagenaars, dat de bijzondere maatregelen der politie niet voldoende bleken, om het publiek op een behoorlijken afstand te houden. Blijkbaar was op een dergelijke geestdriftige ontvangst door de politie autoriteiten niet gerekend. Het is dan ook de laatste jaren bij1 der gelijke gelegenheden niet voorgekomen, dat er vele duizenden op de been waren, om H. M. de Koningin bij' haar terugkeer in de Residentie te begroeten. Niet slechts op het Stationsplein waren er verschei dene duizenden, maar tot over het Rijis- wij'ksche plein stonden aan weerszijden van den rijweg vele honderden geschaard, om een glimp op te vangen van de Ko ningin en Prinses Juliana. Uiteraard laat het station niet zooveel menschen toe en daar werd de practische maatregel genomen, dat er geen perron- kaarten werden uitgegeven. Intusschen hadden zich op het eerste perron, waar voor deze bijzondere gelegenheid de Parij- sche trein, waarachter het Koninklijke salonrijituig was gehaakt, aankwam, toch nog zeer velen opgesteld en toen men daar geen toegang meer had, begaven talloozen zich naar het tweede perron. Precies op tijd reed de trein onder de stationsover kapping. Nauwelijks was H. M. de Koningin in de gang van het rijtuig zichtbaar 'Of een luid gejuich steeg op, dat nog aanzwol toen H. M. en Prinses Juliana uitstapten. De Koningin bleek zichtbaar verrast door deze hartelijke ontvangst en groette naar alle kanten. Ook de Prinses, die een groo ten tuil bloemen droeg, en die er buitenge woon goed uitzag, wuifde naar het pu bliek. H. M. de Koningin begroette eerst generaal Roëll en vervolgens den burge meester, waarna het gezelschap zich naar de Koninklijke wachtkamer begaf, waar de beide vorstelijke personen zich met de twee autoriteiten eenigen tijd onderhiel den. Toen na enkele minuten de Koningin, diep in den kraag van haar witten, man tel gedoken, gevolgd door Prinses Juliana, het Stationsplein betrad, ging daar een daverend gejuich op, dat nog aanhield, toen de auto, waarvan de Koninklijke standaard wapperde, zich in beweging zette, vooraf gegaan door een motor met zijspan der politie. Met moeite kon even verderop ruimte worden gemaakt. Kennelijk had H. M. opdracht gegeven geen haast te maken, want langzaam zette de vorstelijke auto zich in beweging, het lampje binnen brandend, zoodat het ieder gemakkelijk viel te constateeren hoe goed de vacantie de Koningin en vooral de Prinses gedaan had. Pas op de "Weteringkade kon de Ko ninklijke auto zich met grooter snelheid in de richting van het buitengoed de Ruy- genhoek begeven, waar H. M. de Konin gin en Prinses Juliana, na een afwezig heid van ongeveer een maand, tegen' half tien aankwamen. Eerste Kamer. De Eerste Kamer heeft gisteren nog de volgende wetsontwerpen goedegkeurd: Wijziging en verhooging van het tien de hoofdstuk der Rijksbegrooting voor 1935. (Rentelooze voorschotten ten be hoeve van de zeescheepvaart). Regeling van den invoer van metaal draadgloeilampen. Regeling van den invoer van kunstzij den garens.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1935 | | pagina 1