Bedrijfsraden voor den
landbouw.
Buitenland
Binnenland
DONDERDAG 12 SEPTEMBER 1935
DAGBLAD VOOR DE PROVINCIE ZEELAND
Belangrijksts Nieuws
Uitg.: is.V. Uitgevers-Maatschappij „Luctor et
Emerge" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw".
Bureaux Lange Vorststraat 70, Goos.
Telefoonnummer 11.
Postchèquc en Girorekening 44455.
Bijkantoor Middelburg: Fa BOEKHANDEL
J. J. FANOY, Lange Burg B 16, Tel. 28.
Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA.
2)e Zeeuw
Abonnementsprijs i2.50 per kwartaal,
weekabonnementen voor Middelburg, Goes es
Vlissingon f 0,20. Losse- «umtnere 6 cost,
Advcrtentiün 30 cent per rcgol. Ingebonden
mcdedeelingen CO cent per regel. Kleine
Advcrtcntiön Dinsdags en Vrijdags f 0.75, bij
vooruitbetaling. Onder letter o! motto f 0.85.
Bij contract belangrijke korting.
In ons blad van gisteren is een bericht
opgenomen volgens hetwelk de kern-com
missie ingevolge artikel 8 der Bedrijfsra-
denwet heeft besloten de mogelijkheid en
wenschelijkheid te onderzoeken van de in
stelling van bedrijfsraden voor den land
bouw in West-Noiord-Brabant en Z.
Vlaanderen.
Bij' meerderen zal waarschijnlijk de
vraag zijn opgekomen, wat hiermee be
doeld wordt. En niet onmogelijk dat som
migen de schrik reeds om het hart gesla
gen is bij' de gedachte aan nieuwe ambte
lijke bemoeiingen voor het bedrijfsleven.
Eenige nadere toelichting is dus mis
schien niet overbodig.
Zooals men zich herinnert is in Octo
ber 1932' door de Tweede- en in April
1933 door de Eerste Kamer de Bedrijlfs-
radenwet aangenomen, welke wet naar
verwacht en gehoopt wordt de ontwikke
ling van het maatschappelijk leven tot
bedrijfsorganisatie kan bevorderen.
We kennen reeds velerlei organisaties
zoowel van arbeiders als van patroons.
Deze organisaties en dan denken wij
in de eerste plaats aan die op Christelij-
ken grondslag, die wars zijn van den
klassenstrijd in zijin verschillende vormen
hebben op het gebied van den arbeid
reeds veel goeds tot stand gebracht.
De Christelijke vakbeweging heeft steeds
gestaan op het standpunt dat samenwer
king van werkgevers en werknemers in
het bedrijfsleven noodig was. Inplaats van
elkaar te bestrijden en als vijanden tegen
over elkaar te staan, zouden zij1 samen be-
hooren te arbeiden aan den opbouw van 't
bedrijfsleven en de verbetering van de be-
drijfsverhoudingen. Steeds is daarom het
pleit gevoerd voor een uit het leven van
den arbeid zelf opgekomen bedrijfsorga
nisatie, die de belangen van het geheele
bedrijf van patroons zoowel als arbei
ders dient en een toestand zoekt te
scheppen waarbij niet de macht maar bet
recht beslist.
Nu is in den loop der jaren op dit ge
bied reeds een en ander bereikt. Maar bet
ideaal ligt booger, een ideaal tot de ver
wezenlijking waarvan de hulo van de
Overheid niet gemist kan worden.
Van de Overheid werd niet gevraagd
dat zij! van bovenaf een regeling zou op
leggen, maar wel dat zij de ontwikkeling
tot bedrijfsorganisatie zou bevorderen.
En dat is ook de bedoeling van de Be-
drijfsradenwet.
In de Memorie van Toelichting bij1 het
door Minister Verschuur ingediende ont
werp schreef de minister dat het niet de
taak der Overheid is een omvangrijk sy
steem van organisatie op te leggen. „Men
overschat zoo schreef hiji de macht
der Overheid door reeds thans een be
drijfsorganisatie te willen tot stand bren
gen, welke wellicht eerst aan het einde
van een lange ontwikkeling kan worden
verwezenlijkt. De eisch van geleidelijk
heid mag hier niet uit het oog worden
verloren."
De taak van de overheid is in het alge
meen te sanctiouneeren en te consolidee-
ren het overleg dat uit het bedrijfsleven
groeit. Niet altijd echter kan hiermee
worden volstaan. Er zijn bedrijven waarin
het overleg tusschen patroons en arbei
ders geheel ontbreekt. In dergelijke geval
len kan het, gezien de groote beteekenis
die een goede samenwerking tusschen
beide groepen voor heel het maatschap
pelijk leven heeft, plicht zijin het overleg
van overheidswege te bevorderen, het
overleg op gang te brengen. Maar nimmer
ligt het op den weg der overheid het in
stellen van een bedrijfsraad tegen den
zin der betrokkenen te forceeren.
Terecht verklaarde Minister Slotema-
ker de Bruine bij' de installatie van de
Commissie van Advies bedoeld in art. 8
der Be drijf sradenwet, dat bedrijfsorgani
satie niet kan gedijen daar waar het con
amor© samenwerken van werkgevers en
werknemers: ontbreekt, waar sprake is
van partijlen en niet van bedrijfsgenooten.
Met deze gedachten is bij' de vaststel
ling van de Bedrijfsradenwet rekening ge
houden. Artikel 2 van deze wet bepaalt,
dat in elk bedrijf waarin de omstandighe
den daartoe aanleiding geven, hetzijl voor
het geheele land, hetzij voor een gedeelte
des lands een bedrijfsraad wordt inge
steld.
De vraag of die omstandigheden aan
wezig zijh wordt beoordeeld door een com
missie, die zooals uit het aangehaalde be
richt iblijklj, niet op eigen gelegenheid
handelt, maar eerst de vertegenwoordi
gers van de landbouworganisaties en van
de landarbeidersh'onden in de gelegenheid
stelt hun meening kenbaar te maken.
In een volgend artikel nog iets om
trent de samenstelling en de taak der
Bedrijfsraden.
DE VOLKENBONDSVERGADERING.
De Abessynische vertegenwoordiger aan
het woord.
Niet minder dan zeven sprekers voer
den gisteren in de Volkenbondvergade
ring te Genève het woord en voor van
daag en morgen staan er nog vele inge
schreven. Vandaag zal onze minister de
Graeff en morgen Laval aan het woord
komen. Na Hoare had gisteren de gede
legeerde van Ahessynië Hawariate de
meeste belangstelling. De Italiaansche de-
legatie bleef tijdens zijn rede rustig zit
ten.
Hawariate, die met zijn volkomen cor
recte en toch het Abessynische standpunt
uitstekend uiteenzettende redevoering een
heel wat sympathiekeren indruk maakte
dan zijn Fransche raadgever Jèze pleegt
te doen, gaf aan Aloisi geenerlei reden
tot eenige manifestatie.
Ahessynië, aldus Hawariate, vreest niet
het licht. Hij vroeg daarom uit naam
van zijn regeering de onmiddellijke zen
ding van een internationale
commissie van onderzoek naar
Ahessynië om de waarheid van de uitge
brachte beschuldigingen te onderzoeken.
Namens den Keizer van Ahessynië
verzekerde Hawariate. dat deze bereid is
een redelijke oplossing van 'het geschil te
aanvaarden. Hij is bereid in de ruimst
mogelijke mate tegemoet te komen aan de
eischen van de moderne beschaving en
aan 'de rechtmatige belangen der andere
volken. Daar het oorlogsgevaar echter van
uur tot uur toeneemt, doet het Abessyni
sche volk een laatste dringend
beroep op de 'harten dór
menschheid. De Keizer wendt zich
tot alle vrouwen en mannen der geheele
wereld, die van goeden wil zijn, opdat zij
niet dulden dat de Afrikaansche aarde
met het bloed van menschelij'ke broeders
bedekt worde.
Moge de vrede 'heerschen, moge het in
dezen vrede aan het Abessynische volk
vergund zijn samen te werken aan de ont
wikkeling der beschaving in Afrika en
aan den vooruitgang van het rijk Gods,
zoo besloot Hawariate.
De Negus gaat Addis Abeba verlaten.
D'e keizer en de keizerin van Ahessynië
treffen voorbereidingen voor 'hun vertrek
van Addis Abeba naar het op 100 K.M.
afstand van Magdala gelegen D'esaya,
voor het geval de oorlog mocht uitbre
ken.
D'e troonopvolger, die thans te Desaya
verblijft, zal naar Addis Abeba komen.
Ethiopië's Keizerin voor de radio.
In de radio-rede, Dinsdagavond door
de Keizerin van Ahessynië voor alle vrou
wen ter wereld gehouden, riep zij met
vuur uit: „D'at de hemel ons beware
voor een beschaving, die rouw brengt en
verwoesting aanricht."
D'e Keizerin sprak verder o.a. ook over
de „machtige legers, die zich gereed ma
ken om ons land te bezetten, onder het be-
driegelijke voorwendsel, beschaving te
brengen aan ons vreedzaam herdersvolk,
dat dicht bij de natuur leeft en in ge
meenschap met God. Op alle breedtegra
den en onder alle klimaten hebben de
vrouwen den vrede lief. Zij hebben een
afkeer van bruut geweld. Zoowel Italiaan-
sche als Abessynische moeders lijden bij
de gedachte aan het onherstelbare kwaad,
dat de oorlog zou kunnen teweegbrengen.
Ahessynië verlangt in het geschil, dat het
land opgedrongen is, slechts naar vrede.
Zijn geweten is gerust."
De Keizerin besloot haar rede met een
beroep op alle vrouwen ter wereld, eens
gezind te bidden om de misdaad van een
oorlog te verhoeden, en haar invloed te
oefenen op de staatslieden ten gunste van
de rechtvaardigheid en den vrede.
De Keizer zal vandaag voor de radio
en rede houden.
Indrukwekkende rede van Hoare te
Genève.
Gisteren hield in de Volkehbondsverga^
dering te Genève de Britsche minister
van buitenlandsche zaken, sir Samuel
Hoare zijn met spanning verwachte rede.
Het standpunt van de Britsche regee-
ring is altijd geweest: onwrikbare trouw
aan den volkenbond! aldus de Engelsche
minister. Bijl deze houding blijft mijn
regeering, óók in het geval, dat thans Ge
nève en de wereld met onrust vervult.
De regeering, die ik vertegenwoordig,
zal bereid zijn, haar deel bij te dragen
tot iedere collectieve poging, om op een
rechtvaardige en doeltreffende wijze hel
probleem te behandelen, dat thans onge
twijfeld reeds velen in angstige spanning
houdt en hen in de toekomst nog meer
zal verontrusten.
„Ik geloof niet," aldus vervolgde Hoare
zijn rede, „dat er in de geschiedenis van
den volkenbond ooit een tijdstip is ge
weest, dat moeilijker was voor besprekin
gen en onderhandelingen dan de tijd, dien
wij nu beleven.
Wij zij'n hier als leden van een collec
tieve organisatie; leden onzer is door
zekere verplichtingen gebonden.
De last der verplichtingen van den vol
kenbond is zwaarder geworden, doch een
ding is zeker, en wel, dat indien deze last
moet worden gedragen, hij gezamenlijk
moet worden gedragen. Indien wij1 risico's
moeten loopen, moeten wijl ze gezamenlijk
loopen.
Deze redevoering heeft algemeen een
diepen indruk gemaakt, ofschoon zij' geon
sensationeele verrassingen heeft ge
bracht.
Men gevoelde algemeen, dat hier een
man sprak, die vastbesloten was, op zijn
woorden desnoods ook daden te doen vol
gen.
De rede onthield zich van iederen in-
directen aanval op de politiek van Musso
lini. Zijl was, zooals van een Engelsch mi
nister niet anders te verwachten was, vol
komen correct naar vorm en toon, doch
desniettemin de ernstigste waarschuwing
aan het adres van Italië, die in dit geschil
nog was uitgesproken.
De vastbeslotenheid der Britsche regee
ring, om het volkenbondsverdrag in zijin
geheelen omvang met inbegrip van de
sanctie-bepalingen van artikel 16 toe te
passen, laat geen twijfel meer over.
Hoare heeft hieraan echter opnieuw
het voorbehoud verbonden, dat de even-
tueele dwangmaatregelen tegen Italië door
de geheele gemeenschap van volkenbonds
staten zullen moeten worden toegepast.
Havenstaking in Griekenland.
Sinds gisteren wordt in de havens van
Patras en Vostizza gestaakt. Te Patras is
het tot ernstige botsingen gekomen, toen
de politie de papierfabriek in een storm
loop wilde bezetten. Een arbeider en twee
politiemannen werden gedood, vijf sta
kers zijn gewond. D'e stakers droegen
hierop het lijk van hun dooden kameraad
door de stad om de bevolking tot verder
verzet tegen de politie te prikkelen. Dé
spoorwegarbeiders verklaarden zich met
de havenarbeiders in zooverre solidair,
dat zij een sympathie-staking van twee
uur begonnen. Een trein werd verhinderd
te vertrekken, daar men steenen en ijze
ren balken over de rails had gelegd.
De Grieksche president nog niet
afgetreden.
Met betrekking tot het gerucht, dat de
Grieksche president Zaimis zou zijn afge
treden, verklaren de bladen thans, dat
de President der Republiek met het ne
men van zijn beslissing zou wachten, tol
het resultaat der onderhandelingen be
kend zou zijn, welke tusschen de royalis
tische en republikeinsche partijen gevoerd
worden, met het oog op een onpartijdig
plebisciet over de monarchale kwestie.
Cyprus vlootbasis.
Dertien torpedojagers van de Britsche
Middellandsche Zeevloot, alsmede de
kruiser „Devonshire" zullen van 21 Sept.
tot 8 Oct. te Limissos geconcentreerd
worden. Van officieele zijde wijst men er
op, dat dit bezoek plaats vindt als on
derdeel van de normale zomerma-
noeuvres. Terzelfdertijd zal de kruiser
„Londen" zich naar Famagusta (Cyprus)
begeven, terwijl de kruisers „Shropshire"
en „Australian" te Larnaca zullen wor
den gestationneerd.
Volgens een Reuterbericht uit Malta
zijn daar naar men gelooft met het
transportschip „Neuralia" 1200 man troe
pen en 140 officieren aangekomen. Het
schip zette ook kanonnen en munitie aan
land.
Een proclamatie van Hitier.
Biji de 'Opening van het partijcongres der
der N.S.D'.A.P. is een proclamatie van
Hitier voorgelezen.
De proclamatie vangt aan met een te
genover elkaar stellen van de toestanden
van 15 jaar geleden en van thans. Gewe
zen wordt op de vermindering van de
werkloosheid van een peil van ruim 6 mil-
lioen fot IX millio'en.
De Marxistische theoretici van de leer,
die „nooit meer oorlog" predikt, smeden
het grootste instrument voor den oorlog.
Waar zijn thans de 14 punten van Wil
son? De Duitschers zullen thans deze
zaken met groote kalmte aanschouwen,
want het Rijk is niet meer weerloos.
H|et Duitsche volk leeft thans rustig
in de warreling van politieke spanningen,
dank zijl het Duitsche leger niet alleen,
maar ook dank zij de natiomaal-socialis-
tische partij', die Duitschland heeft ge
red voor verval en uiteenvallen.
Wanneer ik aldus Hitier inga op
de gevaren van de politiseerende confes
sies, zou ik eenige principes willen uit
spreken:
Ten eerste: de partij heeft vroeger niet
het voornemen gehad, noch heeft zijl dit
thans, Duitschland in eenigerlei strijd te
voeren tegen het Christendom. Zijl tracht
integendeel een groote Evangelische Rijks
kerk te scheppen, en heeft getracht door
een concordaat een nuttige en duurzame
verhouding tot stand te brengen met de
Katholieke Kerk, terwijl zij' verder ge
tracht heeft de goddeloozexiheweging in
Duitschland op te heffen.
Onder geen omstandigheden zal de na-
tionaal-socialistische staat dulden, dat
langs welken omweg ook de ver-politie-
king der confessies doorgezet of opnieuw
begonnen wordt. Deze strijd zal nooit ge
streden worden als een strijd tegen het
Christendom, of tegen een der beide con
fessies, maar hij1 zal gevoerd worden voor
het zuiver houden van het openbare leven
van die priesters, die hun roeping gemist
hebben en die politici hadden moeten wor
den en geen zielzorgers.
Wij hebben drie vijanden in onzen 15-
jarigen strijd leeren kennen, die alle drie
dezelfde schuld hebben: 1. Het Joodsche
Marxisme en de met hetzelfve verwante
parlementaire democratie. 2. Het politiek-
en moreel verwerpelijke Centrum. 3. Som
mige elementen van het domme, hardleer-
sche en kwaadwillige slag.
Toien wij' hen in 1933 overwonnen had
den, vonden zijl het 't doelmatigst zich
schijndood te houden. Maar zij' hebben
zich nooit met de nat. socialistische prin
ciepen vertrouwd pogen te maken. Nu be
ginnen ze te ontdekken, dat de trein zich
steeds verder van hun stations af beweegt.
Het marxisme kan zijn misnoegdheid
over den loop der gebeurtenissen niet lan
ger verbergen. Als ze in het geheim blij
ven wroeten zullen wijl den strijd zoo
lang blijlven voeren tot er niet één meer
waagt een vinger te roeren.
Daarna gaf de proclamatie een kort
overzicht over het afgeloopen jaar. De
partij' heeft zich in dit jaar buitengewoon
verstevigd.
Het jaar 1935 heeft Duitschland echter
een zeer slechten oogst gebracht. Deson
danks is het echter gelukt, de levensmid
delenvoorziening te beveiligen. Wij' hou
den de inflatie met onwrikbaren wil van
ons af. Derhalve geen loonsverhooging en
geen prijsstijging. Wij zullen de prijteop-
drijvers desnoods door het concentratie
kamp tot beter inzicht brengen.
Duitschland zal trachtenl, zich door
zijn productie van den invoer uit andere
landen onafhankelijk te maken. De pro
ductie van benzine en kolen werd in
groote hoeveelheid ter hand genomen en
zal in de komende jaren de Duitsche be
hoefte aan brandstoffen tot een hoog per
centage dekken. De bouw der eerste fa
brieken voor kunstmatige gummi is be
gonnen.
Wijl zullen een scherpen aanval doen op
het aantal werkloozen. Wij zullen het
Duitsche rijk in zij'n leger sterken. Wij
zullen vooral de beweging als de bron
«Onzer kracht inwending versterken en wij
zullen in haar geest voortgaan met de op
voeding der Duitsche menschen tot 'n
werkelijke gemeenschap.
KONINGIN EN PRINSES IN HET
VADERLAND TERUGGEKEERD.
Zeer geestdriftige ontvangst van de
bevolking te Vlissingen en te
's Gravenhage.
Gisteravond te tien minuten voor zes
kwamen met de mailboot „Prinses Ju
liana" te Vlissingen op haar terugreis
van Schotland aan H. M. de Koningin en
H. K. H. Prinses Juliana. Met de boot
kwam mede de heer G. J. Bensink, di
recteur van de Stoomvaart-Mij'. Zeeland.
Nadat de boot was gemeerd en de andere
passagiers zich van boord hadden bege
ven, kwamen de voirstelijke reizigers op
de ponton, na op de boot eerst afscheid
te hebben genomen van den commandant
van de „Prinses Juliana", den heer P.
Ree.
Een groote, witte bontmantel bescherm
de H, M. de Koningin, die haar reis we
gens een lichte ongesteldheid een dag had
moeten uitstellen, tegen den kouden Oos
tenwind. Prinses Juliana was gekleed in
een zwart ocmplèt met zwarten hoed en
droeg een grooten ruiker mooie bloemen.
Ter begroeting waren aan de kade aan
wezig de Commissaris' der Koningin in
de provincie Zeeland jhr. mr J. W. Quar-
les van Ufford met echtgenoote en zoon,
de burgemeester van Vlissingen de heer C.
A, van Woelderen met echtgenoote en
dochter, de president-commissaris van de
Mij. „Zeeland", de heer Th. H. de Mees
ter en de districtscommandant van de ma
rechaussee de heer Kaasjager.
Onder daverend gejuich van het zeer
talrijke publiek begaven de vorstinnen
zich naar den mailtrein, waaraan het Ko
ninklijk salanrijtuig was gekoppeld en
waarmee de reis naar 's Gravenhage werd
voortgezet. Op de tegenover liggende per
rons had zich een geestdriftige menigte
opgesteld. De Koningin en de Prinses
dankten vriendelijk voor de blijken van
sympathie, die haar bij aankomst van
de boot, bij' de wandeling naar en bijl 't ver-
Binnenland.
Koningin en Prinses in het vaderland
teruggekeerd.
Voorloopig Verslag der Tweede Kamer
over verlaging van vaste lasten.
Drama te Den Haag.
Buitenland.
De Volkenbondsvergadering te Genève,
Rede van Minister de Graeff.
Een proclamatie van Hitier.
De keizerin van Ahessynië voor de radio.
De Grieksche president nog niet afge
treden.
trek van den trein werden gebracht. Aan
den trein namen Koningin en Prinses af
scheid van het ter begroeting aanwezige
gezelschap. Te 18.32 vertrok de trein an
der een uitbundig gejubel en gewuif in de
richting 's Gravenhage.
Buitengewoon groot was te 's Graven
hage de belangstelling op en voor 't Hol-
landsche Spoorstation bij de aankomst
van II. M. de Koningin en H. K. H. Prinses
Juliana. Reeds om half 9, een half uur
voordat de boottrein uit Vlissingen aan
het Hollandsehe Spoorstation zou aankO'-
men, zag het voor den uitgang van de
koninklijke wachtkamer zwart van de
menschen en steeds bleef de menigte aan
groeien, zoodat de politie tenslotte han
den vol werk had om de trambaan vrij1 te
hi ctuden.
Zóó groot was de belangstelling der
Hagenaars, dat de bijzondere maatregelen
der politie niet voldoende bleken, om het
publiek op een behoorlijken afstand te
houden. Blijkbaar was op een dergelijke
geestdriftige ontvangst door de politie
autoriteiten niet gerekend.
Het is dan ook de laatste jaren bij1 der
gelijke gelegenheden niet voorgekomen,
dat er vele duizenden op de been waren,
om H. M. de Koningin bij' haar terugkeer
in de Residentie te begroeten. Niet slechts
op het Stationsplein waren er verschei
dene duizenden, maar tot over het Rijis-
wij'ksche plein stonden aan weerszijden
van den rijweg vele honderden geschaard,
om een glimp op te vangen van de Ko
ningin en Prinses Juliana.
Uiteraard laat het station niet zooveel
menschen toe en daar werd de practische
maatregel genomen, dat er geen perron-
kaarten werden uitgegeven. Intusschen
hadden zich op het eerste perron, waar
voor deze bijzondere gelegenheid de Parij-
sche trein, waarachter het Koninklijke
salonrijituig was gehaakt, aankwam, toch
nog zeer velen opgesteld en toen men daar
geen toegang meer had, begaven talloozen
zich naar het tweede perron. Precies op
tijd reed de trein onder de stationsover
kapping.
Nauwelijks was H. M. de Koningin in
de gang van het rijtuig zichtbaar 'Of een
luid gejuich steeg op, dat nog aanzwol
toen H. M. en Prinses Juliana uitstapten.
De Koningin bleek zichtbaar verrast door
deze hartelijke ontvangst en groette naar
alle kanten. Ook de Prinses, die een groo
ten tuil bloemen droeg, en die er buitenge
woon goed uitzag, wuifde naar het pu
bliek. H. M. de Koningin begroette eerst
generaal Roëll en vervolgens den burge
meester, waarna het gezelschap zich naar
de Koninklijke wachtkamer begaf, waar
de beide vorstelijke personen zich met de
twee autoriteiten eenigen tijd onderhiel
den.
Toen na enkele minuten de Koningin,
diep in den kraag van haar witten, man
tel gedoken, gevolgd door Prinses Juliana,
het Stationsplein betrad, ging daar een
daverend gejuich op, dat nog aanhield,
toen de auto, waarvan de Koninklijke
standaard wapperde, zich in beweging
zette, vooraf gegaan door een motor met
zijspan der politie.
Met moeite kon even verderop ruimte
worden gemaakt. Kennelijk had H. M.
opdracht gegeven geen haast te maken,
want langzaam zette de vorstelijke auto
zich in beweging, het lampje binnen
brandend, zoodat het ieder gemakkelijk
viel te constateeren hoe goed de vacantie
de Koningin en vooral de Prinses gedaan
had.
Pas op de "Weteringkade kon de Ko
ninklijke auto zich met grooter snelheid
in de richting van het buitengoed de Ruy-
genhoek begeven, waar H. M. de Konin
gin en Prinses Juliana, na een afwezig
heid van ongeveer een maand, tegen' half
tien aankwamen.
Eerste Kamer.
De Eerste Kamer heeft gisteren nog
de volgende wetsontwerpen goedegkeurd:
Wijziging en verhooging van het tien
de hoofdstuk der Rijksbegrooting voor
1935. (Rentelooze voorschotten ten be
hoeve van de zeescheepvaart).
Regeling van den invoer van metaal
draadgloeilampen.
Regeling van den invoer van kunstzij
den garens.