Leestafel Het Vrouwenhoekje Dammen Voor de jeugd. ZONDER PRIJSVERHOOGING MAANDAC ■II INDIEN HET WAAR WAS. Indien het waar was, dat „uitvoering op groote sohaal van openbare werken" dat „industrialisatie"...., dat „wekken van Land- en Tuinbouw uit de crisisellende"dat „scheppen van nieuwe bedrijvigheid in het heele land" dat „tot staan brengen van de in krimping van de volkswelvaart"dat „verbetering van het economisch leven" dat „wijken van de ellende"...., dat „nieuw vertrouwen en nieuwe ener gie" dat een „niet dieper vallen in de ellende van de orisis" in Juli j.l. alleen maar waohtten op een samengaan der Vrijz. Democraten met Roomsoh en Rood, welk een wondermacnt, zegt de N e d e r 1., zou de politiek dan hebben. De Nederlandsche parlementaire poli tiek wel te verstaan, en dat ondanks de autarkische maatregelen van Duitschland, het Britsche wereldrijk, het Fransche im perium! Nu de Vrijz. Democraten geweigerd hebben, moeten de Kamers worden o n t- bonden, moet „het volk geraadpleegd worden"! Want „de tegenstanders" van Golij-ns politiek zullen dit wonder bewer ken. Zij staan klaar om een „krachtig Ka binet van herstel" te vormen! Dat verhaalt een aan de huizen ver spreid manifest van het partijbestuur der S.D.A.P. Inderdaad, daar wacht de wereld, daar wacht Nederland op. Intusschen kan men nog wel even wachten op de troon rede. En inmiddels zakelijkheid en billijkheid betrachten, zelfs indien al dit daverend geluid waarheid was. De onthulling van het roode „plan van den arbeid" zou er ook bij' winnen. Ob jectieve verbetering moet tenslotte toch nog altijd van objectief werk komen. plaatsing van advertentiën in alle bladen. Administratie „De Zeeuw". Buitenleven. Uitgave A. J. Her wig, Bussum. Het vroegere Gooisch Buitenleven heeft op veler verzoek een nieuwen naam ge kregen. Daardoor is het plaatselijk karak ter ook van den omslag verdwenen. Het is nu geworden: „Buitenleven", Herwig's maandblad voor zelftuinieren en natuur genot. Een naamsverandering midden in een loopenden jaargang is iets ongewoons. Maar de verandering is een verbetering, omdat de nieuwe naam meer het alge- m e e n e karakter van dit interessante tijdschrift doet uitkomen. Nederland en Oranje. Het Augustus-nummer van dit officieel orgaan van het Verband van A. R. Pro- pagandaclubs, heeft den volgenden in houd: Fascisme en Nationaal-socialisme in Nederland, Studiescbetsen: Art. XVII Program van Beginselen en: Stembuscij- fers. Uit den inhoud ook van dit nummer blijkt opnieuw, dat bet een vergissing is dat dit orgaan alleen voor leden van Prop. clubs van belang zou zijn en dat nog veel grooter de vergissing is dat niet alle leden van Prot». clubs dit blad zouden behoeven te lezen. Zeeland door de eeuwen heen. Uitgave G. W. den Boer, Mid delburg. Van dit standaardwerk over de Zeeuw- sche geschiedenis, door M. van Empel en H. Pieters, verschenen de afleveringen 9 en 10. Aflevering 10 voltooit de beschou wing van het ontstaan van het Zeeuwscbe land met een lijst der thans bestaande polders, waarin allerlei bijzonderheden over bedijking, overstrooming, herdijking enz. der polders meegedeeld worden. De volgende afleveringen zullen aan de poli tieke, de economische en de kerkelijke ge schiedenis gewijd zijn. Aflevering 11 maakt er een aanvang mee. Na een kort hoofdstuk over de herkomst der bevolking volgen allereerst eenige bladzijden, gewijd aan de oudste geschiedenis dezer landen, de Romeinsche en de Frankische over- heersching, de invallen der Noormannen bet ontstaan der Hollandsche en Vlaam- scbe gravenhuizen. Dan komt de geschie denis van het Noordelijk deel van Vlaan deren, het latere Zeeuwsch-Vlaanderen tot aan den tijd der Bourgondiërs. Uit voerig wordt gehandeld over den strijd tusscben Frankrijk en Engeland, voor zoo ver daarvan de invloed in deze omgeving gevoeld werd, van de overheersching der groote steden Gent en Brugge over het naburige land, van de opstanden tegen de graven enz. enz. Aan de illustratie van beide afleverin gen is weer groote zorg besteed. Brengt aflevering 10 een tweetal kaarten van Z. Vlaanderen en een plattegrond van Sluis door de beroemde Hattinga's, welke nog nimmer gepubliceerd werden, voor afleve ring 11 verschafte de rijke bandschriften verzameling der Bibliotbèque Nationale te Parijs kostelijk illustratie-materiaal. Allereerst twee miniaturen uit de kro nieken van Jean de Wavrin en die van Froissart betrekkelijk de slag bij Sluis op 24 Juni 1340. Voorts een miniatuur uit een handschrift, vervaardigd voor de fa milie van Borssele van Vere, voorstellen de een gevecht tusschen een oorlogsschip en een kustbatterij. Als vierde illustratie komt in deze aflevering voor een minia tuur uit Pieter van Beoostenzweene's Re- missorium Philippi, waarop een paar der heeren van Borssele staan afgebeeld. De zorgen voor onze arbeidersvrouwen. De vrouw van een landarbeider schrijft in 'het orgaan van den Ned. Ghr. Land- arbeidersbond o.m. het volgende: D'e velden worden reeds weer kaal. De oogst is weer in de schuren geborgen of in hoopen daarnaast gezet, wijl de schu ren het niet kunnen bevatten, nu wach tend op de dorsc'hmachine. De meeste arbeidersgezinnen zorgden vroeger in den oogsttijd voor huur, kolen, wintervoorraad en als er dan nog wat overbleef, voor aanvulling van kleeding. Daartoe in staat gesteld door de meerdere verdienste, welke de oogsttijd voor ben meebracht. D'e oogsttijd als vlasitrekken, zichten inhalen, is een tijd waarin veel van de arbeiders en arbeidersvrouwen wordt ge vraagd. Zwaren en inspannenden arbeid. Als men dein zoo'n heele week druk be zig was geweest, dan was men in het einde van de week af. In den oogsttijd heb ik altijd het grootste gelijk, zegt onze dominé, dan knikken ze in de kerk het meest van ja. Och, hij neemt hun dat niet kwalijk, weet wel, dat de moe gesloofde lichamen nu in rust gemakkelijk door den slaap worden bevangen. Maar als de oogsttijd ten einde was, behoorlijk was verdiend, zoodat met eenige gerustheid de winter tegemoet kon worden gezien, de huur klaar lag, geld voor brandstof en wintervoorraad aanwezig was, dan werden de moeiten licht vergeten. Wat waren we dan recht blij. Ik geloof dat dit helaas in de laatste jaren voor velen reeds verloren is ge gaan. Bij ons is dat in elk geval wel zoo. Wat wordt er tegenwoordig nog verdiend in den oogsttijd? Hoevele arbeiders zijD er niet, die geen zicht meer in handen krijgen. Alles met de machine. Zichten en binden niet meer noodig. Alleen nog wat ophokken en inhalen. Een kleine groep arbeiders kunnen nog de oude tra ditie voortzetten, maar voor een groot ge deelte is dat uit. Die moeten maar zien hoe ze die toch noodzakelijke uitgaven bij elkaar schar relen. Komen zoo'n heel jaar niet uit de zorgen. Maar weet je wat ik het ergste vind? En waarom ik ook daarover nu ging schrijven? Dat is dit, dat de arbeiders als ze weer werkloos worden, en dat is door het vele gebruik van de machines spoedig het geval, gedwongen worden eerst de verdiende centen op te maken, alvorens ze op de werkverschaffing geplaatst mo gen worden. Dat hun gevraagd wordt: hoeveel heb je verdiend in den oogsttijd? Zooveel? Dat is dus zooveel extra. Moet je maar eerst drie of vier of meer weken wachten tot je geplaatst wordt. In die weken kun je wel leven van het extra verdiende. Dat vind ik eenvoudig vreeselijk. Ik wil heelemaal niet beweren 'dat men direct maar naar het gemeentebestuur moet loopen om steun of werk. Het is onze plicht zoolang mogelijk eerst ons zelf te helpen. Maar hier is niets over. Geen sprake van. Nu moet er iets extra's worden verdiend. Waar zal anders de huur vandaan komen? Waar moet de brandstof van worden betaald? Neen, ik kan het niet helpen, tegen dergelijke maatregelen kom ik in verzet. Dht gaat zoo lijnrecht in tegen de le vensgewoonten van een landarbeidersge zin, dat ik met groote vrees denk aan de toekomst. In den zomer moet een landar beider gelegenheid hebben te kunnen zor gen voor den winter, anders wordt het in den winter ellende. De landarbeidersgezinnen zijn daarop geheel ingesteld. Daarom is mijn bede: ontneem den ar beider niet heelemaal de mogelijkheid dat hij in den oogsttijd iets kan wegleggen voor den naderenden wintertijd. Enkele recepten. Onrijpe appelen. In dezen tijd van het jaar, nu veel onrijpe appelen van de boomen vallen, zal velen een recept om dit „afval" tot een smakelijke gelei te verwerken, waarschijnlijk van nut kun nen zijn. De ongeschilde appelen ontdoet men van de steeltjes, snijdt aangestoken plek ken weg, wascht ze terdege schoon en kookt ze, met schil en al, in weinig wa ter gaar. Dan doet men ze in een doek en hangt deze boven een wijden kom. Een gemakkelijke methode om zoo'n zwaarbe laden doek op te hangen is, een stoel om gekeerd op een tafel te plaatsen en den doek aan de vier pooten vast te binden. Zoo Iaat men rustig het sap eruit loo pen, b.v. gedurende den nacht. D'an mengt men het sap met suiker, een pond suiker per liter water, en kookt dit samen tot een gelei van de vereisc'hte dikte. Tel kens even afschuimen en met een drup pel op een schoteltje probeeren of de gelei al genoeg is ingekookt. Is dat het geval, dan potjes vullen en op de bekende manier sluiten. (Hbld.) Runderlappen. Een pond run derlappen wasschen, 10 minuten in 10 gram boter met een gesnipperde ui smo ren, ook een wortel en wat kruiden toe voegen. Daarna 7 dl. water en 4 gr. zout toevoegen en het vleesch op zeer getem perd vuur in 2 a 2V* uur gaar stoven. Van 50 gram boter en 40 gram bloem met ongeveer een halven liter van den gezeef- den bouillon een gebonden saus maken, het vleesch in breede reepen snijden, deze op een schotel schikken en een deel van de saus erover gieten. Bananencompote (4 pers.): Snijd eenige geschilde schijven meloen in kleine stukjes, met 2 a 3 bananen, een paar appels, een paar pruimen enz. Pers het sap uit van een citroen, zeef het en roer er een pakje vanillesuiker door, Schik de stukjes vrucht in een schaal, giet er het sap overheen en laat ze ca. een half uur trekken. 1 Bus DUKOL Keukenstroop a 35 ct., met 1 Pond DUKOL Bakmeel voor slechts 8 cent. Enkele wenken. Een zeer goede glansstijfsel verkrijgt men door bij 330 gram beste stijfsel een gewonen eetlepel dextrine, een eetlepel witte suiker en een stukje paraffine zoo groot als een nootmuskaat te voegen en dit alles op te lossen in drie deciliter ko kend water. Roer minstens een kwartier achtereen en filtreer de stijfsel daarna door een linnen lap. Meestal worden de kleine stukjes zeep, die in de zeepbakjes overblijven, weggeworpen, omdat men niet weet wat men er mee aanvangen moet. Toch kun nen deze stukjes zeep nog heel nuttig gebruikt worden. Men doet ze, wanneer men een kleine collectie bij elkaar heeft, in een stuk flanel, dat men stijf dicht bindt en daarna in kokend water doopt, totdat de zeep heel zacht is geworden en één bal vormt. Daarna houdt men ze in koud water, totdat de bal hard geworden is. Als het flanel verwijderd is, is de zeep gereed voor gebruik. Gelieve alles, deze rubriek betreffende, te adresseeren aan P. Mons, Westerstr. 221, Amsterdam. Probleem 422. Auteur: G. P. v. Boven, Bergen op Zoom. 47 48 49 50 Zwart 11 sch. op: 7/9, 13, 14, 17, 21, 30, 34, 35 en 40. Wit 10 soh. op: 23. 24, 28, 29, 31/33, 37, 43 en 50. Wit speelt en wint. Oplossingen. Sept.-problemen vóór 8 Oct. in te zen den aan bovenstaand adres. Match-partij. (Vervolg rubriek 31 Aug.) Stand na 25. 13X24 van zwart. Zwart: F. Raman. L 2 8 4 5 6 16 26 36 46 15 25 35 45 47 48 49 50 Wit: A. de Graag. 26. 39—34 27. 45—40 28. 40—35 29. 32—28 30. 34—29 4-9 9—13 13—19 8—13 Beter is 4339 en 4843 om later over 3430 te kunnen beschikken. 30. 20—25 31. 29X20 15X24 32. 42—37 18—23 33. 37—32 13—18 34. 31-27 3—8 35. 47—42 8—13 36. 42—37 17—21 37. 43—39 2—8 3-8. 48—43 24—30 39. 35X24 19X30 40. 28X19 13X24 41. 49—44 8—13 42. 4440 30—35 43. 37—31 35X44 44. 39X50 21—26 45. 33—28 26X37 46. 32X41 13—19 47. 28—22 25—30 48. 22X13 19X8 49. 43—39 2429 Dit sterke opdringen werd mogelijk na de verzwakking van wit's rechtervleugel, welke begon met den 28en zet en na den 30en nog beter uitkwam. 50. 4187 12—17 51. 50—44 Wij goven de voorkeur aan 3732. Ook op 50—45 houdt zwart het beste spel. B.v.: 50—45, 8—13 37—32, 29—34; 39—33, 30-35; 32—28, 13—19 38—32, 19—24; 3540 enz. Op de volgende zet heeft zwart groote winstkansen. 51. 52. 37—32 53. 39—33 8—13 29—34 Nu loopt alles spoedig in wit's na deel af. 53. 34—39 54. 27—21 39X37 55. 21X12 13—18 56. 12X23 37-41 57. 44—39 41—47 Wit verliest. Beste Nichtjes en Neefjes! Ik zal jullie maar dadelijk vertellen dat het een verrassing voor mij was, voor de eerste maal na de vacantie al zoo veel briefjes te ontvangen. Hoewel er nog wel enkele „getrouwen" afwezig zijn, hebben jullie toch weer een goed begin gemaakt. Nieuwe nichtjes en neefjes zijn er nog niet bij gekomen. Het beste is dat jullie zelf maar je vriendjes of vriendinnetjes aanspoort ook met ons clubje mee te gaan doen. Nu zal ik maar met het eerst ontvan gen briefje beginnen. Goes, „Rozeknopje". Het is een heele tijd dat we vacantie hebben gehad, maar nu de briefjes er weer zijn heb ik daar niets geen erg in. Prettig dat je het ver haal zoo mooi vindt. Het was wel een heel droeve week voor jullie, nu je Groot vader gestorven is. „Schrijfstertje". Zoo'n vacantie als jij gehad hebt is wel de moeite waard, vooral die eene dag, toen heb je zooveel gezien. In die tram ben ik ook wel eens geweest. Ben je al wat ge wend in de nieuwe klas? Nieuwdorp. „Juffertje". Jammer dat de zomer zoo gauw voorbij is, want nu kun je er haast niets meer aan heb ben. Nee, toen 't zoo erg warm was, viel bet niet mee den heelen dag in de zon te werken. Kan je zus alweer naaien? „Breistertje", 't Heeft hier ook veel gere gend van de week. Is het met je opstel goed afgeloopen? Aan den zeedijk is het altijd fijn hè, kwamen er veel booten voorbij? Krabbendijke. „Heliothrope". Ik kan begrijpen dat je genoten hebt, want het is een genot in de bosschen door alle mogelijke paadjes en laantjes te dwalen. Ja we hebben hier van de week ook veel regen gehad. Serooskerke. „Tom". Dat was ze ker een gelukje nu je zuster ook vacantie had. Je hoeft daar anders niet ver te gaan, om mooie tochtjes te maken. De verlichting hadden ze met mooi weer nog maar eens over moeten doen. „Par ker". Hadden jullie vooruit niet wat ge oefend voor den wedstrijd? Die namen zullen wel mooi geschreven zijn. Het was verstandig om je maar niet te veel van den regen aan te trekken. Hartelijk gefe liciteerd met de verjaardag. „Dikkie". Wat hadden ze een aardige dingen be dacht voor den wedstrijd. Het is een ple zierige dag geworden hoor. De raadsels heb je goed. V e e r e. „Moeders kleinste". Wat een feest, dat jullie mochten zingen op Ko ninginnedag, en je hebt natuurlijk héél goed je best gedaan. Hier was het zin gen ook mooi. „Voetballer". Jou broer zal wel heel wat te vertellen hebben als hij weer thuis komt, duurt het nog lang? Aan dat druivenfeest had ik ook wel mee willen doen. Zul je den volgenden keer niet meer in 't donker schrijven? „Margriet". Het is wel fijn om zoo dicht bij de duinen te wonen en als je dan ook nog vacantie hebt... Ja, die speel tuin weet ik ook wel. W. had gelijk, wat de briefjes betreft. Oudeland e. „Babbelkous". Dus jij gaat ons clubje verlaten, dat is jammer hoor. Heelemaal vergeten zal ik je wel niet, want de anderen schrijven me nog wel eens wat over jou denk ik. „Herfst- aster". Wat een fijne reis hebben jullie gemaakt. Ja, kiekjes zijn altijd leuke herinneringen. Jammer, dat de machine niet even de lucht inging he. M'n geluk- wensch met je verjaardag. „Spring in 'tVeld". Jij hebt al vroeg vacantie ge had. Gaat het op school weer goed? Zoo'n prettig werkje 's avonds erbij, dat mag ook wel. Borsselen. „Mappie". Heerlijk, dat Vader met jullie meeging, het is nu een echt prettige dag geworden. Verlangde je niet een beetje naar huis, toen je in K. was? Het zijn nu allemaal brieven met vacantie-verhalen. N i s s e. „Fietsertje." Ja, het was een prachtige zomer. De logé's hebben nu veel kunnen genieten. Je briefje was goed op tijd. Nog gefeliciteerd met je jaardag. K a p e 11 e„Grasklokje". Prettig je briefje weer te zien. Jullie troffen het nog goed met de uitvoering. En Dinsdag weer naar school gegaan? Welke cursus volg je nu? G a p i n g e. „Sneeuwklokje". Allereerst gefeliciteerd met je verjaardag en ook met die van vader. Was de fiets alvast voor je verjaardag. In de vacantie heb je er al flink van genoten. Ik had al die wagentjes wel eens willen zien. Wemeldinge. „Mooi gezegd hoor, een halve eeuw", maar het lijkt veel meer. Had Je het nichtje en neefje al eer* eerder gezien?' Tot de ende vacantie, dat duurt nog wel een o" of hebben jullie er in den barfst rn? Arnemuiden. „DikkeHje". Jil habt de vacantie goed besteed. Als je zooveel ooms en tantes hebt zou je het nog druk krijgen. Ja, het feest is 's avonds wel een beetje in het water gevallen. Fijn, dat jij toch nog mee mocht doen. I. Voor de grooteren. Het geheel bestaat uit 44 letters. Bij 37. 2. 41. 28. 5. wordt een brug ge bouwd. Een 42. 1. 8. 24. 26. 29. 12. 44. verspreidt licht. Een 6. 23. 15. 19. 2. is een zangvogel. De 31. 38. 4. 21. 34. bloeit nu het mooist. De 6. 17. 35. 39. 11. 30. zijn een 20. 32. 33. 14. 12. volkje. Een vogel heeft een 10. 36. 16. 39. 28. Een 13. 7. 29. 9. 3. 14. 42. is soms een lastige opgaaf. Een 40. 22. 27. 25. is trouw. 18. 43. 10. 23. 8. Se een getal. II. Voor de kleineren. Het geheel bestaat uit 17 letters. In een 4. 3. 9. 1. worden soms dieren gevangen. Een 10. 14. 12. 8. 1. is geen werkelijk heid. Een 17. 5. 2. 6. is in den mond. Een 4. 16. 13. 17. loopt en staat toch stil. 11. 13. 16. is niet leeg. 7. 15. 3. 10. heeft ieder graag in z'n spaarpot. Allen gegroet van TANTE DOLLIE! DE TWEELING VAN HET BOSCHHUIS XXI. Een beetje verwonderd zag Dik rond toen bijl wakker werd; alles was zoo vreemd, maar toen ineens wist bij het weer: hij logeerde bij tante Leida. Het was nog een beetje schemerig in het kamertje; in huis hoorde hij' nog niets, en Dik, die anders zoo graag uitsliep en nooit uit z'n bed kon kioimen, was nu klaar wakker. Hij keek eens rond. Aan den muur hin gen ouderwetscbe portretten met breede lijsten er omheen; op bet eene zaten een paar dames aan een tafeltje waar een boek op lag; dan was er nog een met een dame; zij' zat op een stoel,een hand uit gespreid op haar schoot, de andere op een leuning; een heer die achter haar stond had zijn hand op haar schouder gelegd. Dik's oogen gleden verder. Als hij' de |?ord|ijnen nu| maar open mocht doen, maar tante had gezegd dat hiji ze dicht moest laten en niet opstaan eer hij ge roepen werd, anders was er al zoo vroeg lawaai in huis. Heel zachtjes kwam Dik uit bed en sloop 'Op z'n teenen naar het raam; hè wat kraakte de grond en meteen stootte hij z'n groote teen tegen de poot van een stoel; heel stil bleef hij staan: zouden ze het niet gehoord hebben? Hijl schoof het gordijn opzij en ging er achter staan. Vervelend ook, thuis hoef den ze nooit dicht; er was toch niemand die in kon kijken, hoewel hier ook niet, want langs het kleine tuintje liep een hooge schutting,, waarachter de speel plaats van een school was. Het raam dat op een kiertje stond, deed hij nu wijd open; heerlijk was het buiten na den regen van vannacht. De zon scheen vroolijk en tooverde de druppels aan heesters en struiken tot dia manten. Wat zouden ze thuis nu doen? Ze waren vast al op, en anders was Iki misschien nog even bij Hen in bed en mocht ze paard rijden op z'n knieën; dat deed ze altijld zoo graag 's morgens. Nee, het viel Dik niet mee, nu hy er een paar dagen was. 's Morgens had tante het te druk om zich met hem te be moeien, en Dik alleen uitgaan dat ver trouwde zij niet; 's middags ging ze eerst een poosje rusten en dan moest het heel stil zijn in huis; daarna was er telkens visite gekomen. O'olm kwam pas tegen zes uur thuis, maar 's avonds had hij' met hem gewan deld, en dat vond Dik fijn, want oom was een gezellige baas; hij vond het alleen maar jammer dat hij geen vacantie had. Wat zouden ze vandaag gaan doen? Hij' had wel een paar mooie .boeken, maar het lezen verveelde hem nu toch al. Daar hoorde hiji gerucht, boog zich eens wat verder uit het raam, en zag bet dienstmeisje dat al druk bezig was. Wacht nu wist hiji wat: heel zacht ging hij weer terug en schonk wat water in een glas. Als Nel nu maar niet wegging! Nee gelukkig, ze was er nog.klets „Hoo...." Verschrikt greep ze met beide handen naar haar haar, maar toen ze Dik zag, dreigde ze lachend: „wacht maar jochie, ik zal je". Dik ging zich aankleeden, het was nu toch niet stil meer in huis, en niemand zou er last van hebben. Toen hij zich stond te wasschen hoorde hij een plofje op de mat voor de deur; Nel, die zijta. schoe nen neerzette. Dat moesten Hen en Han eens zien, hoe netjes hij' hier werd bediend. Pas toen hij' heelemaal klaar was, ging hij ze halen. Op het randje van het ledi kant trok hijl ze aan, maar wat was dat? Met een ontsteld gezicht schopte hij de schoen door de kamer, zoodat deze met 'n smak tegen de muur terecht kwam. Met een begreep hij' het: Nel had natuurlijk wraak genomen; kijk maar, in de neus van zijn schoen zat een klein nat sponsje. Uitg.: N.V. Emergn" ter| Buroae PostcliJ Bijkantoor J. J. FA NI Directeur ACTUEE Mil In de lad Middenstand kwesties, dd stand rakenj O.a. is he inning van handeld. Dd minister var vergaderinga deelde medé Justitie beril desbetreffenf wordt geleg nog urgente^ loopen. Verder is I king /der g| NiettegenJ wensc'hen vl moet gekoml wijzigde wetl in voorzien Over deze Middenstand met den do| ciën aangev Belastingen,! het betrok kif treffende de den heer gen zijn var het in vervu| gekoesterde is vergroot. Een andej J i n g va] dooT de Grol Ten eindfj van gr o en teil borgen, heefl niet volstaat draaide grof groenten, dia ling niet kul er ook toe o\| prijs op te tengevolge debiet onde maar bovenl de prijzen Te dezer raad een be ringscommij die uitvoeril onder bepl Groente- en| treden, als systeem van king is gestl tact houdenl dan de distrl neer 'de verlf op een bepq geven om aan te koop Dit aankol schaars gesj Tegenover de mogelijk!] goedkoope te schakelen in beginsel ne zou hij t^ stellen van den middenJ welwillendha daarmede es De heer Va dat zoodanij in een geen dis tril beeft plaats I een schoonel In zake a m b t en a| raad van van Ministe een brief, waarin worl palingen hij hoort te woj aan zijn an zoldiging lijkheid ontj van 'groote ebben te van nevenwd handel of nl In verba aan het Del een technisq D r a nk wi Middenstand van Sociale! geboden vaj die op het bestaan. Aan dezel ontleend. Wat het wet betreft, j thiseert ten I wetgever, dq misbruik, gebruik mol voorkomen een geslaohl Toch zou[ gemaakt da:

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1935 | | pagina 6