Leestafel
Het Vrouwenhoekje
Dammen
Voor de jeugd.
ZONDER PRIJSVERHOOGING
MAANDAC
■II
INDIEN HET WAAR WAS.
Indien het waar was, dat „uitvoering
op groote sohaal van openbare werken"
dat „industrialisatie"...., dat
„wekken van Land- en Tuinbouw uit de
crisisellende"dat „scheppen van
nieuwe bedrijvigheid in het heele land"
dat „tot staan brengen van de in
krimping van de volkswelvaart"dat
„verbetering van het economisch leven"
dat „wijken van de ellende"....,
dat „nieuw vertrouwen en nieuwe ener
gie" dat een „niet dieper vallen in de
ellende van de orisis" in Juli j.l. alleen
maar waohtten op een samengaan
der Vrijz. Democraten met Roomsoh en
Rood, welk een wondermacnt, zegt de
N e d e r 1., zou de politiek dan hebben.
De Nederlandsche parlementaire poli
tiek wel te verstaan, en dat ondanks de
autarkische maatregelen van Duitschland,
het Britsche wereldrijk, het Fransche im
perium!
Nu de Vrijz. Democraten geweigerd
hebben, moeten de Kamers worden o n t-
bonden, moet „het volk geraadpleegd
worden"! Want „de tegenstanders" van
Golij-ns politiek zullen dit wonder bewer
ken. Zij staan klaar om een „krachtig Ka
binet van herstel" te vormen!
Dat verhaalt een aan de huizen ver
spreid manifest van het partijbestuur der
S.D.A.P.
Inderdaad, daar wacht de wereld, daar
wacht Nederland op. Intusschen kan men
nog wel even wachten op de troon
rede.
En inmiddels zakelijkheid en billijkheid
betrachten, zelfs indien al dit daverend
geluid waarheid was.
De onthulling van het roode „plan van
den arbeid" zou er ook bij' winnen. Ob
jectieve verbetering moet tenslotte toch
nog altijd van objectief werk komen.
plaatsing van advertentiën
in alle bladen.
Administratie „De Zeeuw".
Buitenleven. Uitgave A. J. Her
wig, Bussum.
Het vroegere Gooisch Buitenleven heeft
op veler verzoek een nieuwen naam ge
kregen. Daardoor is het plaatselijk karak
ter ook van den omslag verdwenen. Het is
nu geworden: „Buitenleven", Herwig's
maandblad voor zelftuinieren en natuur
genot. Een naamsverandering midden in
een loopenden jaargang is iets ongewoons.
Maar de verandering is een verbetering,
omdat de nieuwe naam meer het alge-
m e e n e karakter van dit interessante
tijdschrift doet uitkomen.
Nederland en Oranje.
Het Augustus-nummer van dit officieel
orgaan van het Verband van A. R. Pro-
pagandaclubs, heeft den volgenden in
houd: Fascisme en Nationaal-socialisme
in Nederland, Studiescbetsen: Art. XVII
Program van Beginselen en: Stembuscij-
fers. Uit den inhoud ook van dit nummer
blijkt opnieuw, dat bet een vergissing is
dat dit orgaan alleen voor leden van Prop.
clubs van belang zou zijn en dat nog veel
grooter de vergissing is dat niet alle leden
van Prot». clubs dit blad zouden behoeven
te lezen.
Zeeland door de eeuwen heen.
Uitgave G. W. den Boer, Mid
delburg.
Van dit standaardwerk over de Zeeuw-
sche geschiedenis, door M. van Empel en
H. Pieters, verschenen de afleveringen
9 en 10. Aflevering 10 voltooit de beschou
wing van het ontstaan van het Zeeuwscbe
land met een lijst der thans bestaande
polders, waarin allerlei bijzonderheden
over bedijking, overstrooming, herdijking
enz. der polders meegedeeld worden. De
volgende afleveringen zullen aan de poli
tieke, de economische en de kerkelijke ge
schiedenis gewijd zijn. Aflevering 11
maakt er een aanvang mee. Na een kort
hoofdstuk over de herkomst der bevolking
volgen allereerst eenige bladzijden, gewijd
aan de oudste geschiedenis dezer landen,
de Romeinsche en de Frankische over-
heersching, de invallen der Noormannen
bet ontstaan der Hollandsche en Vlaam-
scbe gravenhuizen. Dan komt de geschie
denis van het Noordelijk deel van Vlaan
deren, het latere Zeeuwsch-Vlaanderen
tot aan den tijd der Bourgondiërs. Uit
voerig wordt gehandeld over den strijd
tusscben Frankrijk en Engeland, voor zoo
ver daarvan de invloed in deze omgeving
gevoeld werd, van de overheersching der
groote steden Gent en Brugge over het
naburige land, van de opstanden tegen de
graven enz. enz.
Aan de illustratie van beide afleverin
gen is weer groote zorg besteed. Brengt
aflevering 10 een tweetal kaarten van Z.
Vlaanderen en een plattegrond van Sluis
door de beroemde Hattinga's, welke nog
nimmer gepubliceerd werden, voor afleve
ring 11 verschafte de rijke bandschriften
verzameling der Bibliotbèque Nationale
te Parijs kostelijk illustratie-materiaal.
Allereerst twee miniaturen uit de kro
nieken van Jean de Wavrin en die van
Froissart betrekkelijk de slag bij Sluis op
24 Juni 1340. Voorts een miniatuur uit
een handschrift, vervaardigd voor de fa
milie van Borssele van Vere, voorstellen
de een gevecht tusschen een oorlogsschip
en een kustbatterij. Als vierde illustratie
komt in deze aflevering voor een minia
tuur uit Pieter van Beoostenzweene's Re-
missorium Philippi, waarop een paar der
heeren van Borssele staan afgebeeld.
De zorgen voor onze arbeidersvrouwen.
De vrouw van een landarbeider schrijft
in 'het orgaan van den Ned. Ghr. Land-
arbeidersbond o.m. het volgende:
D'e velden worden reeds weer kaal. De
oogst is weer in de schuren geborgen of
in hoopen daarnaast gezet, wijl de schu
ren het niet kunnen bevatten, nu wach
tend op de dorsc'hmachine.
De meeste arbeidersgezinnen zorgden
vroeger in den oogsttijd voor huur, kolen,
wintervoorraad en als er dan nog wat
overbleef, voor aanvulling van kleeding.
Daartoe in staat gesteld door de meerdere
verdienste, welke de oogsttijd voor ben
meebracht.
D'e oogsttijd als vlasitrekken, zichten
inhalen, is een tijd waarin veel van de
arbeiders en arbeidersvrouwen wordt ge
vraagd. Zwaren en inspannenden arbeid.
Als men dein zoo'n heele week druk be
zig was geweest, dan was men in het
einde van de week af. In den oogsttijd
heb ik altijd het grootste gelijk, zegt onze
dominé, dan knikken ze in de kerk het
meest van ja. Och, hij neemt hun dat niet
kwalijk, weet wel, dat de moe gesloofde
lichamen nu in rust gemakkelijk door
den slaap worden bevangen.
Maar als de oogsttijd ten einde was,
behoorlijk was verdiend, zoodat met
eenige gerustheid de winter tegemoet
kon worden gezien, de huur klaar lag,
geld voor brandstof en wintervoorraad
aanwezig was, dan werden de moeiten
licht vergeten. Wat waren we dan recht
blij.
Ik geloof dat dit helaas in de laatste
jaren voor velen reeds verloren is ge
gaan. Bij ons is dat in elk geval wel zoo.
Wat wordt er tegenwoordig nog verdiend
in den oogsttijd? Hoevele arbeiders zijD
er niet, die geen zicht meer in handen
krijgen. Alles met de machine. Zichten
en binden niet meer noodig. Alleen nog
wat ophokken en inhalen. Een kleine
groep arbeiders kunnen nog de oude tra
ditie voortzetten, maar voor een groot ge
deelte is dat uit.
Die moeten maar zien hoe ze die toch
noodzakelijke uitgaven bij elkaar schar
relen. Komen zoo'n heel jaar niet uit de
zorgen.
Maar weet je wat ik het ergste vind?
En waarom ik ook daarover nu ging
schrijven? Dat is dit, dat de arbeiders als
ze weer werkloos worden, en dat is door
het vele gebruik van de machines spoedig
het geval, gedwongen worden eerst de
verdiende centen op te maken, alvorens
ze op de werkverschaffing geplaatst mo
gen worden.
Dat hun gevraagd wordt: hoeveel heb
je verdiend in den oogsttijd? Zooveel? Dat
is dus zooveel extra. Moet je maar eerst
drie of vier of meer weken wachten tot
je geplaatst wordt. In die weken kun je
wel leven van het extra verdiende.
Dat vind ik eenvoudig vreeselijk.
Ik wil heelemaal niet beweren 'dat men
direct maar naar het gemeentebestuur
moet loopen om steun of werk. Het is
onze plicht zoolang mogelijk eerst ons
zelf te helpen. Maar hier is niets over.
Geen sprake van. Nu moet er iets extra's
worden verdiend. Waar zal anders de
huur vandaan komen? Waar moet de
brandstof van worden betaald? Neen, ik
kan het niet helpen, tegen dergelijke
maatregelen kom ik in verzet.
Dht gaat zoo lijnrecht in tegen de le
vensgewoonten van een landarbeidersge
zin, dat ik met groote vrees denk aan de
toekomst. In den zomer moet een landar
beider gelegenheid hebben te kunnen zor
gen voor den winter, anders wordt het in
den winter ellende.
De landarbeidersgezinnen zijn daarop
geheel ingesteld.
Daarom is mijn bede: ontneem den ar
beider niet heelemaal de mogelijkheid dat
hij in den oogsttijd iets kan wegleggen
voor den naderenden wintertijd.
Enkele recepten.
Onrijpe appelen. In dezen tijd
van het jaar, nu veel onrijpe appelen van
de boomen vallen, zal velen een recept
om dit „afval" tot een smakelijke gelei
te verwerken, waarschijnlijk van nut kun
nen zijn.
De ongeschilde appelen ontdoet men
van de steeltjes, snijdt aangestoken plek
ken weg, wascht ze terdege schoon en
kookt ze, met schil en al, in weinig wa
ter gaar. Dan doet men ze in een doek
en hangt deze boven een wijden kom. Een
gemakkelijke methode om zoo'n zwaarbe
laden doek op te hangen is, een stoel om
gekeerd op een tafel te plaatsen en den
doek aan de vier pooten vast te binden.
Zoo Iaat men rustig het sap eruit loo
pen, b.v. gedurende den nacht. D'an mengt
men het sap met suiker, een pond suiker
per liter water, en kookt dit samen tot
een gelei van de vereisc'hte dikte. Tel
kens even afschuimen en met een drup
pel op een schoteltje probeeren of de
gelei al genoeg is ingekookt. Is dat het
geval, dan potjes vullen en op de bekende
manier sluiten. (Hbld.)
Runderlappen. Een pond run
derlappen wasschen, 10 minuten in 10
gram boter met een gesnipperde ui smo
ren, ook een wortel en wat kruiden toe
voegen. Daarna 7 dl. water en 4 gr. zout
toevoegen en het vleesch op zeer getem
perd vuur in 2 a 2V* uur gaar stoven.
Van 50 gram boter en 40 gram bloem met
ongeveer een halven liter van den gezeef-
den bouillon een gebonden saus maken,
het vleesch in breede reepen snijden, deze
op een schotel schikken en een deel van
de saus erover gieten.
Bananencompote (4 pers.):
Snijd eenige geschilde schijven meloen
in kleine stukjes, met 2 a 3 bananen, een
paar appels, een paar pruimen enz. Pers
het sap uit van een citroen, zeef het en
roer er een pakje vanillesuiker door,
Schik de stukjes vrucht in een schaal,
giet er het sap overheen en laat ze ca.
een half uur trekken.
1 Bus DUKOL Keukenstroop
a 35 ct., met
1 Pond DUKOL Bakmeel voor
slechts 8 cent.
Enkele wenken.
Een zeer goede glansstijfsel verkrijgt
men door bij 330 gram beste stijfsel een
gewonen eetlepel dextrine, een eetlepel
witte suiker en een stukje paraffine zoo
groot als een nootmuskaat te voegen en
dit alles op te lossen in drie deciliter ko
kend water. Roer minstens een kwartier
achtereen en filtreer de stijfsel daarna
door een linnen lap.
Meestal worden de kleine stukjes
zeep, die in de zeepbakjes overblijven,
weggeworpen, omdat men niet weet wat
men er mee aanvangen moet. Toch kun
nen deze stukjes zeep nog heel nuttig
gebruikt worden. Men doet ze, wanneer
men een kleine collectie bij elkaar heeft,
in een stuk flanel, dat men stijf dicht
bindt en daarna in kokend water doopt,
totdat de zeep heel zacht is geworden en
één bal vormt. Daarna houdt men ze in
koud water, totdat de bal hard geworden
is. Als het flanel verwijderd is, is de
zeep gereed voor gebruik.
Gelieve alles, deze rubriek betreffende,
te adresseeren aan P. Mons, Westerstr.
221, Amsterdam.
Probleem 422.
Auteur: G. P. v. Boven, Bergen op Zoom.
47 48 49 50
Zwart 11 sch. op: 7/9, 13, 14, 17, 21,
30, 34, 35 en 40.
Wit 10 soh. op: 23. 24, 28, 29, 31/33,
37, 43 en 50.
Wit speelt en wint.
Oplossingen.
Sept.-problemen vóór 8 Oct. in te zen
den aan bovenstaand adres.
Match-partij.
(Vervolg rubriek 31 Aug.)
Stand na 25. 13X24 van zwart.
Zwart: F. Raman.
L 2 8 4 5
6
16
26
36
46
15
25
35
45
47 48 49 50
Wit: A. de Graag.
26. 39—34
27. 45—40
28. 40—35
29. 32—28
30. 34—29
4-9
9—13
13—19
8—13
Beter is 4339 en 4843 om later
over 3430 te kunnen beschikken.
30.
20—25
31.
29X20
15X24
32.
42—37
18—23
33.
37—32
13—18
34.
31-27
3—8
35.
47—42
8—13
36.
42—37
17—21
37.
43—39
2—8
3-8.
48—43
24—30
39.
35X24
19X30
40.
28X19
13X24
41.
49—44
8—13
42.
4440
30—35
43.
37—31
35X44
44.
39X50
21—26
45.
33—28
26X37
46.
32X41
13—19
47.
28—22
25—30
48.
22X13
19X8
49.
43—39
2429
Dit sterke opdringen werd mogelijk na
de verzwakking van wit's rechtervleugel,
welke begon met den 28en zet en na den
30en nog beter uitkwam.
50. 4187 12—17
51. 50—44
Wij goven de voorkeur aan 3732. Ook
op 50—45 houdt zwart het beste spel.
B.v.:
50—45, 8—13 37—32, 29—34; 39—33,
30-35; 32—28, 13—19 38—32, 19—24;
3540 enz. Op de volgende zet heeft
zwart groote winstkansen.
51.
52. 37—32
53. 39—33
8—13
29—34
Nu loopt alles spoedig in wit's na
deel af.
53. 34—39
54. 27—21 39X37
55. 21X12 13—18
56. 12X23 37-41
57. 44—39 41—47
Wit verliest.
Beste Nichtjes en Neefjes!
Ik zal jullie maar dadelijk vertellen
dat het een verrassing voor mij was, voor
de eerste maal na de vacantie al zoo
veel briefjes te ontvangen.
Hoewel er nog wel enkele „getrouwen"
afwezig zijn, hebben jullie toch weer een
goed begin gemaakt.
Nieuwe nichtjes en neefjes zijn er nog
niet bij gekomen. Het beste is dat jullie
zelf maar je vriendjes of vriendinnetjes
aanspoort ook met ons clubje mee te
gaan doen.
Nu zal ik maar met het eerst ontvan
gen briefje beginnen.
Goes, „Rozeknopje". Het is een heele
tijd dat we vacantie hebben gehad, maar
nu de briefjes er weer zijn heb ik daar
niets geen erg in. Prettig dat je het ver
haal zoo mooi vindt. Het was wel een
heel droeve week voor jullie, nu je Groot
vader gestorven is. „Schrijfstertje". Zoo'n
vacantie als jij gehad hebt is wel de
moeite waard, vooral die eene dag, toen
heb je zooveel gezien. In die tram ben ik
ook wel eens geweest. Ben je al wat ge
wend in de nieuwe klas?
Nieuwdorp. „Juffertje". Jammer
dat de zomer zoo gauw voorbij is, want
nu kun je er haast niets meer aan heb
ben. Nee, toen 't zoo erg warm was, viel
bet niet mee den heelen dag in de zon te
werken. Kan je zus alweer naaien?
„Breistertje", 't Heeft hier ook veel gere
gend van de week. Is het met je opstel
goed afgeloopen? Aan den zeedijk is het
altijd fijn hè, kwamen er veel booten
voorbij?
Krabbendijke. „Heliothrope". Ik
kan begrijpen dat je genoten hebt, want
het is een genot in de bosschen door alle
mogelijke paadjes en laantjes te dwalen.
Ja we hebben hier van de week ook veel
regen gehad.
Serooskerke. „Tom". Dat was ze
ker een gelukje nu je zuster ook vacantie
had. Je hoeft daar anders niet ver te
gaan, om mooie tochtjes te maken. De
verlichting hadden ze met mooi weer
nog maar eens over moeten doen. „Par
ker". Hadden jullie vooruit niet wat ge
oefend voor den wedstrijd? Die namen
zullen wel mooi geschreven zijn. Het was
verstandig om je maar niet te veel van
den regen aan te trekken. Hartelijk gefe
liciteerd met de verjaardag. „Dikkie".
Wat hadden ze een aardige dingen be
dacht voor den wedstrijd. Het is een ple
zierige dag geworden hoor. De raadsels
heb je goed.
V e e r e. „Moeders kleinste". Wat een
feest, dat jullie mochten zingen op Ko
ninginnedag, en je hebt natuurlijk héél
goed je best gedaan. Hier was het zin
gen ook mooi. „Voetballer". Jou broer
zal wel heel wat te vertellen hebben als
hij weer thuis komt, duurt het nog lang?
Aan dat druivenfeest had ik ook wel
mee willen doen. Zul je den volgenden
keer niet meer in 't donker schrijven?
„Margriet". Het is wel fijn om zoo dicht
bij de duinen te wonen en als je dan
ook nog vacantie hebt... Ja, die speel
tuin weet ik ook wel. W. had gelijk,
wat de briefjes betreft.
Oudeland e. „Babbelkous". Dus jij
gaat ons clubje verlaten, dat is jammer
hoor. Heelemaal vergeten zal ik je wel
niet, want de anderen schrijven me nog
wel eens wat over jou denk ik. „Herfst-
aster". Wat een fijne reis hebben jullie
gemaakt. Ja, kiekjes zijn altijd leuke
herinneringen. Jammer, dat de machine
niet even de lucht inging he. M'n geluk-
wensch met je verjaardag. „Spring in
'tVeld". Jij hebt al vroeg vacantie ge
had. Gaat het op school weer goed? Zoo'n
prettig werkje 's avonds erbij, dat mag
ook wel.
Borsselen. „Mappie". Heerlijk, dat
Vader met jullie meeging, het is nu een
echt prettige dag geworden. Verlangde
je niet een beetje naar huis, toen je in
K. was? Het zijn nu allemaal brieven met
vacantie-verhalen.
N i s s e. „Fietsertje." Ja, het was een
prachtige zomer. De logé's hebben nu
veel kunnen genieten. Je briefje was
goed op tijd. Nog gefeliciteerd met je
jaardag.
K a p e 11 e„Grasklokje". Prettig je
briefje weer te zien. Jullie troffen het
nog goed met de uitvoering. En Dinsdag
weer naar school gegaan? Welke cursus
volg je nu?
G a p i n g e. „Sneeuwklokje". Allereerst
gefeliciteerd met je verjaardag en ook
met die van vader. Was de fiets alvast
voor je verjaardag. In de vacantie heb
je er al flink van genoten. Ik had al die
wagentjes wel eens willen zien.
Wemeldinge. „Mooi gezegd hoor,
een halve eeuw", maar het lijkt veel
meer. Had Je het nichtje en neefje al
eer* eerder gezien?' Tot de ende
vacantie, dat duurt nog wel een o"
of hebben jullie er in den barfst rn?
Arnemuiden. „DikkeHje". Jil habt
de vacantie goed besteed. Als je zooveel
ooms en tantes hebt zou je het nog druk
krijgen. Ja, het feest is 's avonds wel een
beetje in het water gevallen. Fijn, dat
jij toch nog mee mocht doen.
I. Voor de grooteren.
Het geheel bestaat uit 44 letters.
Bij 37. 2. 41. 28. 5. wordt een brug ge
bouwd.
Een 42. 1. 8. 24. 26. 29. 12. 44. verspreidt
licht.
Een 6. 23. 15. 19. 2. is een zangvogel.
De 31. 38. 4. 21. 34. bloeit nu het mooist.
De 6. 17. 35. 39. 11. 30. zijn een 20. 32.
33. 14. 12. volkje.
Een vogel heeft een 10. 36. 16. 39. 28.
Een 13. 7. 29. 9. 3. 14. 42. is soms een
lastige opgaaf.
Een 40. 22. 27. 25. is trouw.
18. 43. 10. 23. 8. Se een getal.
II. Voor de kleineren.
Het geheel bestaat uit 17 letters.
In een 4. 3. 9. 1. worden soms dieren
gevangen.
Een 10. 14. 12. 8. 1. is geen werkelijk
heid.
Een 17. 5. 2. 6. is in den mond.
Een 4. 16. 13. 17. loopt en staat toch
stil.
11. 13. 16. is niet leeg.
7. 15. 3. 10. heeft ieder graag in z'n
spaarpot.
Allen gegroet van
TANTE DOLLIE!
DE TWEELING VAN HET BOSCHHUIS
XXI.
Een beetje verwonderd zag Dik rond
toen bijl wakker werd; alles was zoo
vreemd, maar toen ineens wist bij het
weer: hij logeerde bij tante Leida.
Het was nog een beetje schemerig in
het kamertje; in huis hoorde hij' nog niets,
en Dik, die anders zoo graag uitsliep en
nooit uit z'n bed kon kioimen, was nu klaar
wakker.
Hij keek eens rond. Aan den muur hin
gen ouderwetscbe portretten met breede
lijsten er omheen; op bet eene zaten een
paar dames aan een tafeltje waar een
boek op lag; dan was er nog een met een
dame; zij' zat op een stoel,een hand uit
gespreid op haar schoot, de andere op
een leuning; een heer die achter haar
stond had zijn hand op haar schouder
gelegd.
Dik's oogen gleden verder. Als hij' de
|?ord|ijnen nu| maar open mocht doen,
maar tante had gezegd dat hiji ze dicht
moest laten en niet opstaan eer hij ge
roepen werd, anders was er al zoo vroeg
lawaai in huis.
Heel zachtjes kwam Dik uit bed en
sloop 'Op z'n teenen naar het raam; hè wat
kraakte de grond en meteen stootte hij z'n
groote teen tegen de poot van een stoel;
heel stil bleef hij staan: zouden ze het
niet gehoord hebben?
Hijl schoof het gordijn opzij en ging er
achter staan. Vervelend ook, thuis hoef
den ze nooit dicht; er was toch niemand
die in kon kijken, hoewel hier ook niet,
want langs het kleine tuintje liep een
hooge schutting,, waarachter de speel
plaats van een school was.
Het raam dat op een kiertje stond, deed
hij nu wijd open; heerlijk was het buiten
na den regen van vannacht.
De zon scheen vroolijk en tooverde de
druppels aan heesters en struiken tot dia
manten.
Wat zouden ze thuis nu doen? Ze waren
vast al op, en anders was Iki misschien
nog even bij Hen in bed en mocht ze
paard rijden op z'n knieën; dat deed ze
altijld zoo graag 's morgens.
Nee, het viel Dik niet mee, nu hy er
een paar dagen was. 's Morgens had tante
het te druk om zich met hem te be
moeien, en Dik alleen uitgaan dat ver
trouwde zij niet; 's middags ging ze eerst
een poosje rusten en dan moest het heel
stil zijn in huis; daarna was er telkens
visite gekomen.
O'olm kwam pas tegen zes uur thuis,
maar 's avonds had hij' met hem gewan
deld, en dat vond Dik fijn, want oom was
een gezellige baas; hij vond het alleen
maar jammer dat hij geen vacantie had.
Wat zouden ze vandaag gaan doen?
Hij' had wel een paar mooie .boeken,
maar het lezen verveelde hem nu toch al.
Daar hoorde hiji gerucht, boog zich eens
wat verder uit het raam, en zag bet
dienstmeisje dat al druk bezig was.
Wacht nu wist hiji wat: heel zacht ging
hij weer terug en schonk wat water in een
glas. Als Nel nu maar niet wegging! Nee
gelukkig, ze was er nog.klets
„Hoo...." Verschrikt greep ze met
beide handen naar haar haar, maar toen
ze Dik zag, dreigde ze lachend: „wacht
maar jochie, ik zal je".
Dik ging zich aankleeden, het was nu
toch niet stil meer in huis, en niemand
zou er last van hebben. Toen hij zich
stond te wasschen hoorde hij een plofje op
de mat voor de deur; Nel, die zijta. schoe
nen neerzette.
Dat moesten Hen en Han eens zien,
hoe netjes hij' hier werd bediend.
Pas toen hij' heelemaal klaar was, ging
hij ze halen. Op het randje van het ledi
kant trok hijl ze aan, maar wat was dat?
Met een ontsteld gezicht schopte hij de
schoen door de kamer, zoodat deze met 'n
smak tegen de muur terecht kwam. Met
een begreep hij' het: Nel had natuurlijk
wraak genomen; kijk maar, in de neus
van zijn schoen zat een klein nat sponsje.
Uitg.: N.V.
Emergn" ter|
Buroae
PostcliJ
Bijkantoor
J. J. FA NI
Directeur
ACTUEE
Mil
In de lad
Middenstand
kwesties, dd
stand rakenj
O.a. is he
inning van
handeld. Dd
minister var
vergaderinga
deelde medé
Justitie beril
desbetreffenf
wordt geleg
nog urgente^
loopen.
Verder is I
king /der g|
NiettegenJ
wensc'hen vl
moet gekoml
wijzigde wetl
in voorzien
Over deze
Middenstand
met den do|
ciën aangev
Belastingen,!
het betrok kif
treffende de
den heer
gen zijn var
het in vervu|
gekoesterde
is vergroot.
Een andej
J i n g va]
dooT de Grol
Ten eindfj
van gr o en teil
borgen, heefl
niet volstaat
draaide grof
groenten, dia
ling niet kul
er ook toe o\|
prijs op te
tengevolge
debiet onde
maar bovenl
de prijzen
Te dezer
raad een be
ringscommij
die uitvoeril
onder bepl
Groente- en|
treden, als
systeem van
king is gestl
tact houdenl
dan de distrl
neer 'de verlf
op een bepq
geven om
aan te koop
Dit aankol
schaars gesj
Tegenover
de mogelijk!]
goedkoope
te schakelen
in beginsel
ne zou hij t^
stellen van
den middenJ
welwillendha
daarmede es
De heer Va
dat zoodanij
in een
geen dis tril
beeft plaats I
een schoonel
In zake
a m b t en a|
raad van
van Ministe
een brief,
waarin worl
palingen hij
hoort te woj
aan zijn an
zoldiging
lijkheid ontj
van 'groote
ebben te
van nevenwd
handel of nl
In verba
aan het Del
een technisq
D r a nk wi
Middenstand
van Sociale!
geboden vaj
die op het
bestaan.
Aan dezel
ontleend.
Wat het
wet betreft, j
thiseert ten I
wetgever, dq
misbruik,
gebruik mol
voorkomen
een geslaohl
Toch zou[
gemaakt da: