AKKERTJES
Een doode werd uitgedragen.
De plechtige uitvaart van
Koningin Astrid.
Belangrijkste Nieuws
£n toch
over'n kwartierwee
Buitenland.
DINSDAG 3 SEPTEMBER 1935
DAGBLAD VOOR DE PROVINCIE ZEELAND
49e JAARGANG - No. 283
Ontroerende plechtigheid in
de Belgische hoofdstad.
Het Belgische volk rouwt.
Neem een "AKKERTJE"
Uitg.: N.V. Uitgevers-Maatschappij „Luctor et
Emergo" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw".
Bureaux Lange Vorststraat 70, Goes.
Telefoonnummer 11.
Postchèque en Girorekening 44155.
Bijkantoor Middelburg: Fa BOEKHANDEL
J. J. FANOY, Lange Burg B 16, Tel. 28.
Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA.
7)e Zeeuw
Abonnementsprijs f2.50 per kwartaal,
weekabonnementen voor Middelburg, Goes en
Vlissingen f0.20. Losse nummers 5 cent.
Advertentiën 30 cent per regel. Ingezonden
mededcelingen 00 cent per regel. Kleine
Advertentiën Dinsdags en Vrijdags f 0.75, bij
vooruitbetaling. Onder letter of motto f0.85.
Bij contract belangrijke korting.
België heeft vandaag zijn diephetreurde
jeugdige Koningin, die op zoo tragische
wijze om het leven kwam, naar haar laat
ste rustplaats gebracht.
Een week geleden straalde de sympa
thieke Vorstin nog in dè volle kracht van
haar jonge schoonheid en nu beierden
vandaag reeds de sombere doodsklokken
en trok de droeve begrafenisstoet door de
overvolle straten van de Belgische hoofd
stad.
Op aangrijpende wijze wordt hier be
vestigd het woord uit de Heilige Schrift:
Alle vleesch is als gras en alle heerlijk
heid des menschen is als een bloem van
het veld. De dagen des menschen zijn als
het gras; gelijk een bloem des velds alzóó
bloeit hij: als de wind daarover gegaan is
zoo is zij niet meer en hare plaats kent
haar niet meer.
Als een in volle schoonheid ontloken
bloem schitterde Koningin Astrid aan het
Belgische hof. Zij was geliefd als Vorstin,
maar veelmeer nog als Echtgenoote en
Moeder. Een schoone toekomst scheen
voor dit gelukkige Koningsgezin open te
liggen.
Maar plotseling is aan dit geluk, aan
deze heerlijkheid een einde gekomen.
De bloem is geknakt. Haar schoonheid
is vergaan. En vandaag is onder groote
ontroering de jeugdige doode uitgedragen
naar haar laatste rustplaats.
Voorwaar, de heerlijkheid des men
schen is als een bloem des velds.
Er gaat van dit plotseling sterven onder
zoo tragische omstandigheden een krach
tige prediking uit.
Een prediking van de vergankelijkheid
van het aardsche leven, van de ontzetten
de macht van den dood, waartegen niets
en niemand, hoo hoog ook geplaatst, kan
bestaan.
De heerlijkheid des menschen is broos
en vergankelijk als een zwakke veldbloem.
Dat zegt ons de droeve plechtigheid in
de Belgische hoofdstad.
En dat zegt ons ook het Woord van
God.
Maar dat niet alléén.
Alle vleesch is als gras.
Maar de goedertierenheid des Heeren
is van eeuwigheid tot eeuwigheid over
degenen, die Hem vreezen, over degenen,
die Zijn verbond houden en die aan Zijn
bevelen denken om die te doen.
En zoo prest deze sombere begrafenis
dag tot de bede: Leer ons alzóó onze dagen
tellen, dat wij een wijs hart bekomen.
BRUSSEL. (A.N.P.) Vandaag heeft het
Belgische volk zijn geliefde jonge Konin
gin naar haar laatste rustplaats geleid
en is met 'Ontroerende plechtigheid het
stoffelijk overschot van Koningin Astrid
bijgezet in den koninklijken grafkelder
van de kerk te Laeken, dicht bijl de kist
met het stoffelijk hulsel van wijlen Koning
Albert. Beiden werden door een noodlottig
ongeval plotseling weggerukt uit het mid
den van hen, die hun lief waren en die
hen liefhadden. Evenals op 22 Februari
van het vorige jaar heeft die liefde zich
geuit in een treffende hulde van gansch
een volk. Misschien mag de uitvaart in
Februari 1934 van den vorst en Koning,
den held van den Yser, grootscher en he-
roïscher genoemd worden, zij was zeker
niet indrukwekkender dan deze uitvaart
van de jonge Koningin, de liefhebbende
vrouw en moeder, de teedere echtgenoote
van den jongen Koning, die vandaag als
een gebroken man den zwaren weg naar
Laeken is gegaan.
Langs de baar in het Koninklijk Paleis,
heeft vier dagen lang een schier einde-
looze stroom van menschen met stille
gang geschreden.
Gisteren waren reeds velen te Brussel
aangekomen uit alle deelen van het land,
en ook uit het buitenland. Doch vanmor
gen vroeg kwam pas de grootste stroom
met bussen, auto's en extra-treinen, uit
alle Belgisohe provincies, uit alle volks
klassen, mannen, vrouwen en kinderen.
Groot is het aantal oud-strijders, die door
hun organisaties zijn opgeroepen en een
speciale reductie van de spoorwegen heb-
ben gekregen om naar Brussel te gaan.
Reeds vanmorgen zeer vroeg hebben de
Brusselaars of zij, die al in Brussel ver
toefden, reeds een haag langs den weg
die de stoet van het Paleis naar de St.
Goedele-kathedraal zal volgen, gevormd.
Sommigen, die zeker wilden zijn van
een goede plaats, hebben er zelfs den
nacht doorgebracht.
De afzetting van den te volgen weg
draagt ditmaal een bijzonder karakter.
Slechts rechts van den te volgen weg
staan militairen geschaard van verschil
lende wapens en regimenten. Links van
den weg staan op sommige plaatsen, waar
dat vanwege den aandrang van het pu
bliek noodig was, militairen. In hoofdzaak
staan hier echter stram en ernstig de
oud-strijdersgroepen geschaard met hün
omfloerste vaandels. En daarvoor staan,
daartoe opgeroepen door den Minister van
Onderwijs, in lange rijien de groepen
schoolkinderen, school bij school.
Vóór het Koninklijk Paleis staat een
enorme menigte belangstellenden.
Voor het Paleis branden, evenals langs
de geheele route, de met rouwcrêpe om
floerste lantaarns. Achter de hekken van
het Park tegenover het Paleis verdringen
zich eveneens tallooze toeschouwers,
waarvau velen, om iets te kunnen zien, op
de hekken moeten klimmen en sommigen
zelfs in hoornen klauteren.
Ondanks de drukte heerscht er overal
een gedrukte stemming, een atmosfeer
van ernst en droefheid. Overal herinneren
de 'halfstok gehesohen, omfloerste vlag
gen aan de droeve gebeurtenis, die het
land met rouw heeft geslagen.
Het is inmiddels 10 uur geworden en
een gespannen stilte is over de menigte
gekomen. De troepen van de afzetting
staan stram met het geweer aan den voet
en voor het Paleis is de statige lijkkoets
voorgereden. Men wacht nu op het oogen-
blik, dat de Koningin voor altijd haar Pa
leis zal verlaten.
Tegen kwart over tien klinkt plotseling
hoorngeschal, en een schok gaat door de
menigte. "Want dit is het teeken, dat ach
ter de gesloten ramen van het Paleis de
kist met het lichaam der vorstin door
haar trouwe dienaren op de schouders is
genomen, om haar te dragen naar de
statiekoets, die haar naar de Kathedraal
van St. Goedele zal brengen. Men ziet voor
het Paleis de kist in de koets plaatsen.
Langzaam rijdt de koets naar den uit
gang, en uit het Paleis ziet men nu de
familieleden en vorstelijke personen, de
diplomaten en ministers komen, die den
stoet zullen volgen, alsmede de geestelijk
heid, die de rouwkoets zal voorafgaan.
De militaire troepen, die den stoet es
corteeren, rijden voor en zetten zich in
beweging, en heel zwak hoort men in de
verte den doffen dreun van de kanonnen,
die met een salvo van 31 schoten den
volke kond doen, dat de laatste gang van
Koningin Astrid is begonnen.
Er vaart een lichte beweging door de
menigte, die haar ontroering nauwelijks
meester is.
EQet is een lange stoet, schoon niet zoo
lang als verleden jaar, toen de doode Ko
ning denzelfden weg volgde, want thans
ontbreken de buitenlandsche militaire de
tachementen, de oorlogs-organisaties en
verschillende regimenten, die toen hun
hoogsten bevelhebber voor de laatste maal
begeleidden.
De stoet wordt geopend door een pelo
ton bereden gendarmerie. Dan volgt de
muziekkapel van het le regiment gidsen.
De muziek speelt echter niet; de trom
petten zijn met zwart crêpe omwonden,
de trommels met rouwfloers bedekt.
Wij zien hier achter een detachement
lanciers, een afdeeling bereden artille
rie, en dan, met omfloerste vaandels, vier
detachementen linietroepen en andere in-
fanterieafdeelingen. Men hoort slechts 't
slaan der hoeven op het plaveisel, en de
voetstappen der infanterie-soldaten in een
langzaam marschtempo.
Nu volgen de vandel-delegaties van de
verschillende oudstrijdersgroepen, oor
logsverminkten en oorlogs-weduwen, re
serve-officieren en voormalige oorlogs
verpleegsters.
En daarachter volgen weer in dichte
menigte nieuwe vaandels in róuw, van de
verschillende regimenten van het Belgi
sche leger.
Op eenigen afstand volgt de geestelijk
heid.
Thans nadert de lijkkoets, waarmee de
laatste maal, in 1909, het stoffelijk over
schot van Koning Leopold II naar Laeken
is gebracht. Toen een oude, grijze Koning,
thans een jeugdige, bloeiende Koningin.
De lijkkoets wordt getrokken door acht
zwarte, met rouwkleeden bedekte paarden,
die door in doffe livrei gekleede palfre
niers aan den teugel worden geleid.
Midden op het platform staat een met
zwarte draperieën 'omhangen verhotoging,
waarop de kist met het stoffelijk overschot
rust.
De kist is bedekt met een zilver-om
zoomd rouwkleed, met lange koorden met
kwasten. Deze worden vastgehouden dour
den voorzitter van de Kamer en den voor
zitter van den Senaat, door den Minister
president, den Minister van Justitie, den
Minister van Binnenlandsche Zaken, den
President van het Hof van Cassatie en
de twee oudste overlevende generaals met
het Grootlint van de Leopoldsorde.
Velen is het nu te machtig geworden on
der het talrijke publiek. Vrouwen zijn
hun ontroering niet meer meester en man
nen laten hun tranen den vrijen loop.
Want wat op deze lijkkoets volgt is zoo
onzegbaar treurig, dat de memgte niet
anders weet te doen dan zwijgend, met
groote ontzette oogen te kijken, naar den
jongen Koning, die bleek en wankelend,
een gebroken man, de baar volgt van zijn
geliefde vrouw,
Gisteren nog verluidde ïn hofkringen,
dat de Koning den wensch te kennen had
gegeven, alleen in een rijtuig naar St.
Goedele te rijden, maar het protocol eischt
zijn aanwezigheid hier, en nooit kan zoo
veel medegevoel en sympathie van een
volk naar zijn Koning zijn uitgegaan, als
op dit Oogenblik. Sommigen buigen zwij
gend, anderen heffen snikkend de hand op
ten groet, als wilden zij die van hun Ko
ning drukken.
Deerniswekkend is ouk de aanblik van
Prins Karei van Zweden, de vader van
wijlen Koningin Astrid. De in het zwart
gekleede lange gestalte, die zoo merk
waardig aan Koning Gustaaf van Zwe
den herinnert, is gebogen door smart. De
oude heer handhaaft zichtbaar slechts met
pïiterste krachtsinspanning zijn zelfbe-
heersching. Diep onder den indruk is ook
zijn zoon, de jeugdige Prins Karei, broer
van de overledene.
Dan volgen de zwagers van Koningin
Astrid: Prins Karei van Vlaanderen,
broer van Koning Leopold HI, de Ita-
liaansche Kroonprins Umberto, Prins van
Piemont, gemaal van Leopolds zuster Ma
rie-José, en Prins Axel van Denemarken,
gemaal van Koningin Astrid's zuster
Prinses Margaretha. Zij worden omgeven
en gevolgd door de leden van het Militaire
en Civiele Huis des Konings en door de
overige vorstelijke bezoekers.
Dan volgen de buitengewone missies,
die de speciale opdracht hebben hun
staatshoofd of hun regeering te vertegen
woordigen.
Wij zien hierbij de buitengewone verte
genwoordigers van H. M. Koningin Wil-
helmina, haar Opperhofmaarschalk Jhr.
V. Bureel van Oldenaller en haar Kamer
heer Jhr Mr G. Dedel.
De landen, die geen speciale missies ge
stuurd hebben zijn vertegenwoordigd door
hun gezanten. Wij zien ook den Neder-
landschen gezant, Jhr Mr A. W. L. Tjarda
van Starkenborgh Staohouwer, die ver
gezeld wordt door den gezantschapsraad
Jhr W. F. van Lennep en den landbouw-
consulent Ir L. Peters.
Dan volgen de Belgische ministers, de
Ministers van Staat, Kamerleden, hooge
ambtenaren, vertegenwoordigers van ge
meenten enz.
Dan nadert het einde van den stoet, met
nog weer ontelbare rouw-omfloerste
vaandels, en tenslotte weer militairen en
een peloton bereden gendarmerie, waar
mede de stoet wordt gesloten.
In de St Goedele.
Reeds vóór 9 uur hebben de autoritei
ten, die geen deel zouden uitmaken van
den rouwstoet tusschen Paleis en Kathe
draal, hun plaatsen ingenomen in de St
Goedele, en ook vele andere genoodigden
vullen geleidelijk de ruimte.
Het prachtige, Gothische bouwwerk is
veranderd in een reusachtige rouwkapel.
Er heerscht een stil, bijna onhoorbaar
gefluister. Men begint de vele kaarsen aan
te steken.
Het is ruim, half elf. De rouwstoet is
reeds van het paleis vertrokken en het
schijnt, dat de Koningin-Weduwe Elisa
beth met de Prinsessen reeds in de sa
cristie zijn aangekomen. Van buiten hoort
men het gedruisch der voorbijtrekkende
troepen, en dan gaan plots de kerkdeu
ren open en verschijnen de geestelijken in
den ingang, waar zij zich opstellen om het
stoffelijk overschot te ontvangen.
Op het plein is het nu stil geworden.
De klokken beginnen te luiden.
Als Koning Leopold de kerk binnen
treedt drukt Kardinaal Van Roey hem
aan den ingang nogmaals de hand. De an
dere prinsen en buitengewone afgevaar
digden treden eveneens binnen.
Dan klinkt opnieuw, voor het eerst na
het vertrek uit het Paleis, hoorngeschal.
Acht onderofficieren hebben de kist van
den wagen getild en dragen haar op de
schouders naar binnen.
Zoowel in de kerk als op het plein
heerscht doodsche stilte. Ook de Konin
gin-Weduwe had reeds haar plaats inge
nomen, bijgestaan door Prinses Marie-
José. Dicht bij haar zit Prinses Ingeborg,
de moeder van Koningin Astrid, diens
zuster Prinses Margaretha, Prinses In-
grid, Kroonprinses Louise van Zweden,
Kroonprinses Martha van Noorwegen, de
Hertoging de Vendame, zuster van wijlen
Koning Albert, Groothertogin Charlotte
van Luxemburg, en nog vele andere vor
stelijke personen, die, evenals de dames
van haar gevolg, in dichte rouwsluiers
zijn gebuid.
Thans verheffen zich allen van hun ze
tel. Het is een grootsch moment van diepe
ontroering als hoog boven de hoofden de
kist langzaam wordt binnengedragen, ter
wijl langzaam de zware tonen van het
orgel aanzwellen. Velen bedwingen zich
niet langer als dan plotseling van boven
het koor hooge, fijne stemmen, van het
beroemde St Romboutskoor het „Sub Ve
ntte" (Treedt binnen) inzetten.
De H. Mis werd opgedragen door Kar
dinaal van Roey, daarin bijgestaan door
andere geestelijken. Onderwijl zingt het 'St.
Romboutskoor, afwisselend Gregoriaan-
sohe zang en zesstemmig capella, een
Mis van den Brugsehen componist Rye-
landt.
Na de Heilige Handeling daalt kardi
naal van Roey, gevolgd door zijn helpers,
af naar de katafalk om bij de 'kist met het
stoffelijk overschot de laatste gebeden te
lezen. Het koor izingt „Libera".
De plechtigheid loopt ten einde. Het or
gel zet opnieuw in, vierstemmig zingt het
koor „O Jesu Ghristë". Opnieuw klinkt
buiten hoorngeschal, wederom staan de ka^
detten stram, en de acht onder-officieren
naderen de katafalk, om de met zilver be
slagen 'kist van zwart gepolijst accacia-
hout, waarboven op een zilveren kruis is
aangébracht, naar buiten te dragen. Op dat
oogenblik zet de kapel van de grenadiers
zacht de „Brabanoonne" in. Droef klinken
de tonen van het in mineur gespeelde
Belgische volkslied, en opnieuw boort men
't onderdrukte snikken der velen, die zich
plotseling weer realiseeren, dat daar een
jonge, beminde vrouw wordt uitgedragen.
Buiten staat de menigte nog onbewege
lijk. Opnieuw trilt er ontroering over haar
heeen, als de kist naar buiten wordt ge
dragen en in de lijkkoets geplaatst.
De Prinsen, de Koningin, en de Prin
cess en, alsmede de leden der speciale mis
sies stappen in de langzaam voorrijdende
auto's, die de lijkkoets volgen naar de Rue
Royale. Alleen de Koning volgt loopend de
koets die 'het liefste wat hij bezit, weg
voert. De overige autoriteiten hebben
zich naar de Leuvensche straat begeven,
waar hun auto's gereed staan, die zich
weldra bij den koninklijken stoet aanslui
ten.
De tocht naar Laken.
En zoo is de droeve gang naar Laken
begonnen. Voor het laatst rijdt een vorstin
door baar residentie. Het is als verleden
jaar, bij; de uitvaart van Koning Albert.
In dichte hagen staat de zwijgende menig
te langs den weg, die aan één kant is om
zoomd door soldaten, aan den anderen
kant is afgezet met oud-strijders, waar
voor zich de schoolkinderen hebben op
gesteld. Groot is telkens weer de ontroe
ring als de lijkkoets nadert.
Het is reeds ver over één als de rouw
stoet de kerk te Laeken nadert.
Onder doodsche stilte houdt de lijkkoets
voor de kerk stil. In het voorportaal ziet
men de witte en purperen gewaden der
geestelijken, die reeds gereed staan om
het stoffelijk overschot te ontvangen. Ter
wijl de eerewacht het geweer presenteert
tillen wederom acht onderofficieren de
kist van de koets en dragen haar naar
binnen, tot dicht voor het altaar, waar
stil de kaarsen branden tusschen de over
al neerhangende rouwdraperieën. De Ko
ning, Prins Karei, de overige familiele
den en Prinsen treden binnen, het gevolg
komt aan en langzaam vult zich de kerk,
waar reeds de eerste tonen van het orgel
weerklinken als kardinaal van Roey de
absoluten verricht.
Nu is het oogenblik gekomen, dat de
Koningin voor goed aan den dood wordt
toevertrouwd. Wég uit het midden van
hen, die haar dierbaar waren, van een
man. die haar innig liefhad, van kin
dertjes, die haar noodig hadden. De keel
nijpt bijna dicht als men denkt aan de
smart van den jongen Koning, van den
gebogen vader en van de snikkende moe
der, van de zusters en overige naaste ver
wanten, die nu uit hun midden, die hun
allen zoo lief was, aan het graf moeten
toevertrouwen.
Nu is het oogenblik gekomen, dat de
kist opnieuw op de schouders wordt ge
nomen en, voorafgegaan door de hooge
geestelijken, achter het altaar verdwijnt.
Het plechtige gezang is verstomd, en
loodzwaar ziet men den Koning de
enkele naaste bloedverwanten, opstaan
om mede af te dalen in het grafgewelf,
waarheen thans Koningin Astrid gedragen
wordt. Alle anderen blijven achter en
hooren, hoe* negentien doffe schoten van
de batterij in het Park van Laken ver
konden, dat Koningin Astrid voor altijd
te ruste is gelegd.
Dicht staat haar kist naast die van
wijlen Koning Albert.
Koningin Astrid zal in de herinnering
blijven voortleven als de liefste Koningin
die België ooit helaas zoo kort
heeft mogen bezitten.
Binnenland.
De Jaarbeurs geopend.
Mgr Aengenent, bisschop van Haarlem
overleden.
De staking te Tilburg.
De veiligheid voor onze luchtvaart.
Buitenland.
Begrafenis van Koningin Astrid.
De Italiaanseh-Abessynische kwestie.
Herstel van het Engelsche bedrijfleven.
Wanneer hoofdpijn U overvalt, neem dan
eens een "AKKERTJE". Kijk op de klok en
doe dat weer een kwartier later. Ge zult
U dan eens zelf kunnen overtuigen van da
doeltreffende werking van "AKKERTJES".
Het is niet noodig U telkens te laten pla
gen door dia nare hoofdpijn of migraine.
Het is uitgesloten, dal een "AKKERTJE"
U niet zal helpen, want al nemen ze de
oorzaak van Uw lijden niet weg, waarvoor
Ge Uw arts moet raadplegen, ze helpen U
in ieder geval dadelijk van de pijn af.
"AKKERTJES** werken vemswend «nel en zeker bij
Hoofdpijn,Kiespijn,Spierpijn,Zenuwpijn,
Rheumatische pijnen, Lendenpijn, Vrou-
wenpijn, Migraine, Onbehaaglijkheid.
Overal verkrijgbaar. Per 12 stuks 52 cent.
Volgens recept van Apotheker Dumont
AKKER.CACHETS
HET CONFLICT ITALIË—ABESSYN1E
Italië's akte van beschuldiging.
De documentatie van Italië, welke de
regeering zal voorleggen aan de volken
bondszitting te Genève om te bewijzen,
dat Ethiopië niet geschikt zou zijn voor
het lidmaatschap van den volkenbond,
vormt een boekdeel van 700 pagina's.
Het document beschrijft de betrekkin
gen van Ethiopië in de laatste zes jaar
en wijst in het bijzonder op verschillende
gevallen van kwade trouw en schending
van verplichtingen en overeenkomsten
van de zijde van Ethiopië, in het bijzon
der op het gebied van den handel.
Deze documentatie zal vergezeld gaan
van een ander boek, dat verscheidene dui
zenden foto's zal bevatten, van welk som
mige meer dan vijftig jaar oud zijn.
De meeste plaatjes hebben betrekking
op wreedheid jegens Italiaansche solda
ten, die op het slagveld zijn gevallen of
op inboorlingen, die tot slaaf zijn ge
maakt.
„Niets zal het Italiaansche volk
kunnen tegenhouden
De Italiaansche koning is met gewel
dige bijvalsbetuigingen in Triest ontvan
gen, nu hij er voor den vierden keer een
bezoek bracht, sinds de stad Italiaansch
is geworden. De koning heeft te Triest
een gedenkteeken voor de oorlogsslacht
offers onthuld, waarbij tal van autori
teiten aanwezig waren.
Senator Delcroix, de blinde voorzitter
van de Italiaansche oorlogsinvaliden,
hield een toespraak, waarin hij zeide,
„dat niemand zoozeer de noodzakelijkheid
beseft van de Italiaansche onderneming
in Oost-Afrika als de oorlogsinvaliden.
Mussolini voegde hieraan toe, dat thans
niets meer het Italiaansche volk zal kun
nen tegenhouden, dat van den top van
zijn verwezenlijkte eenheid zijn kracht
laat gelden voor de toekomst met het
volle gewicht van zijn behoeften, zijn
krachten en zijn deugden.