DE ZEEUW tweede blad het adres a. wilking Gemengd Nieuws Wat er deze week voorviel Voor den Zondag Eindelijk vereenigd. Uit de Provincie FEUILLETON In de 18de eeuw was de haven, zoowel- als de Welzinge, zoodanig dioht geslibd, dat de groote schepen alleen bij hoog wa ter en dan nog met moeite konden bin nenkomen. In 1817 kwam er verbetering, toen on der de regeering van Koning Willem I de haven naar 't Veersohe Gat werd ge graven. Door de tijdsomstandigheden was de vroegere handel verloopen en kwam niet weer terug. De haven van 1535 (de tegenwoordige Nieuwlandsche weg ligt op haar Ooste- lijiken dijk) werd evenals de Welzinge in de vorige eeuw bij gedeelten ingedijkt en zioo is het eiland Nieuw- en St Joosland geheel aan Walcheren gehecht. In 1873 werd het kanaal van Middel burg naar Vlissingen gegraven, waardoor het tegenwoordige kanaal door Walcheren is ontstaan. Wolfaartsdijk. Brand. Gistermiddag werd een stapel ongedorschte tarwe, waarin de opbrengst van ruim 22 gemet was geborgen, een prooi der vlammen. De stapel stond in de Egberts Petruspolder en was eigendom van den landbouwer J. van der Weele, alhier. 'De brandweer was spoedig ter plaatse, doch heeft, daar de stapel op vrij grooten afstand van de hofstede stond, geen dienst gedaan, daar er niets te redden viel. De oorzaak is tot heden onbekend. Wel wordt het vermoeden uitgesproken, dat 't vuur is ontstaan door vonken uit een tractor, die op hetzelfde perceel aan het ploegen was, doch ook dit wordt weer tegenge sproken. Verzekering dekt de schade. Baarland. Begrafenis burge meester Bruggeman. Onder zeer groote belangstelling van hier zoowel als uit Oudelande, waarvan de overledene 29 jaar burgemeester was, werd gisteren op de algemeene begraafplaats alhier het stoffelijk overschot van wijlen den heer P. Bruggeman ter aarde besteld. De lijk baar werd gedragen door leden van den gemeenteraad en den gemeenteontvanger. Nadat de lijkkist, die door een drietal kransen was gedekt in de groeve was neergelaten, sprak wethouder v. Wingen woorden van hulde en dank aan de na gedachtenis van den overledene. Hij roem de de steeds goede verstandhouding tus- schen hem en de leden van den Raad en noemde hem een burgemeester in den besten zin des woords. Met een: „Burge meester, rust zacht" besloot spreker. Daarna sprak D's Matzer van Blois, die zeide tot allen rond de groeve het woord te willen richten, doch inzonderheid tot de kinderen, waarna hij Psalm 121 voor las en enkele gedachten daaraan ontleen de. Spr. bad daarna het Onze Vader en verzocht te zingen Pslam 42 1. De schoonzoon van den overledene dankte allen voor de laatste eer aan zijn vader bewezen. St Laurens. Oranjefeest. De feestelijkheden op den a.s. verjaardag van H. M. de Koningin, uitgaande van de Oranjevereeniging zijn door het bestuur dier vereeniging als volgt vastgesteld: 's Morgens traktatie van de schoolkin deren in de school; daarna begeven zij zich naar de speelplaats in den Schotel- weg, waar spelen zullen worden uitge voerd als blokjes rapen, zakloopen enz. Des middags in de v. Cittersstraat en de Kerklaan ringrijden, plankrijden en langzaam rijden per rijwiel, terwijl des avonds op het terrein bij de Kerklaan bij gunstig weer een openluchtfilm zal wor den gegeven. Kind ig gierput gestikt. Gistermiddag is het driejarig kindje van van T. te Wezep in een gierkelder ge raakt. Het kind werd er spoedig uitge haald doch bleek reeds te zijn gestikt. Brand te S p ij k e n i s se. De boerenhofstede, eigendom van de erven I. Oosthoek te Spijkenisse, is gisteren afge brand. Eenige kalveren werden gered. De oorzaak is onbekend. In een kuip verdronken. Te Beek (gem. Bergh) is gistermiddag het 3-jarig kind van den heer S. op het wei land in een kuip water gevallen en ver dronken. Een nieuwetruc. Gisteren bel de een ongeveer 40-jarige man bij huizen in de van Oosterzeestraat te Rotterdam Het was in hoofdzaak alleen het De partement van Waterstaat, dat deze week van zijn werk naar buiten blijk gaf. De nieuwe Minister van Waterstaat blijkt ge zwicht te zijn voor den krachtigen aan drang. op hem uitgeoefend, om toch niet over te gaan tot invoering van een brug- gentol. Om evenwel toch aan het geld te komen, benoodigd voor den versnelden bruggenbouw, zal een verhooging der ben zinebelasting met V» cent per liter moe ten plaats hebben. Zooals elke zaak, heeft ook deze twee zijden. Bij tolheffing betalen zij, die van de nieuwe bruggen gebruik maken, ook bet meeste, maar van belastingverh ooging zijn ook zij, die in meer afgelegen deelen des lands wonen en weinig of niet van de bruggen gebruik maken, ja soms den last ondervinden van booten en ponten, waar voor ze toch al flink in de beurs moeten grijpen, bet slachtoffer. Uit de Memorie van Antwoord op het wetsontwerp, betreffende de regelen van bet verkeer op de wegen blijkt, dat de Minister zooveel mogelijk doen wil, om de gevaren van het moderne vorkeer te ver kleinen. Op dit gebied is trouwens nog wel wat te doen! In bet verkeer tusschen de volken drei gen ook groote gevaren. Ze zijn zelfs deze week veel ernstiger geworden. Dte Parijsche conferentie, waarvan men toch nog wel eenig resultaat verwachtte, is mislukt. De standpunten van Engeland en Italië lieten blijkbaar geen overbrug ging toe. Het beet, dat langs diplomatie- ken weg de besprekingen zullen worden voortgezet, maar hiervan kan men in ernst toch geen redelijke verwachtingen koesteren. Intusschen heeft Ehgeland in een spe ciale Kabinetszitting, waarvoor allerwe gen groote belangstelling bestond, beslo ten voorloopig niet zonder Frankrijk te zullen handelen, maar of Laval er in sla gen zal zoowel Engeland als Italië te vriend te houden, is een open vraag. Met spanning wordt nu de September- zitting van den Volkenbondsraad tege moet gezien. Gemeld wordt, dat Italië daar komen zal. De band met den Vol kenbond wi! het dus nu nog niet defini tief verbreken, maar intusschen neemt het alle mogelijke maatregelen, om gereed te zijn, als de regentijd in Abessynië voor bij is. Niemand zal ontkennen, dat bet oor logsgevaar buitengewoon groot is. Moge God do wereld genadig behoeden voor een nieuwen oorlog, die niet anders dan de grootste onheilen kan aanrichten. aan, waarbij bij zich voordeed als be ambte van bet Gem. Gastbedrijf. De man zeide, dat bij een verplichte reparatie aan de meters moest verrichten, waar voor hij f 1,50 in rekening moest bren gen. Eenige menschen zijn er ingeloopen, lieten den man bij den meter, waaraan bij dan even stond te peuteren en betaal den hem de f 1,50. Nadat de truc een paar maal geslaagd was, kreeg een be woner achterdocht. Deze belde de politie op. De man moet toen in de gaten gekre gen hebben, dat bij gevaar liep, want toen de politie kwam, was bij verdwenen. Bij het baden verdron ken. In bet Maas- en Waalkanaal on der de gemeente Malden is gisteren ver dronken de 32-jarige J. uit Groesbeek. De man had zich, niettegenstaande het feit, dat hij niet zwemmen kon, te water hegeven met het gevolg, dat hij' onmid dellijk in de diepte verdween. De man was gehuwd en vader van eeni ge kinderen. Duitsch zweefvliegtuig in een korenveld te Hater t. Vrijdagmorgen is onder H'atert de Duit- sche zweefvlieger H. K. uit Duitsburg met zijn vliegtuig geland. Hij: was des middags in Duisburg opgestegen en wilde naar Noord-Duitschland vliegen. Door den wind dreef hij1 af en kwam zoo boven Ne- derlandsch gebied terecht. Hij maakte eenige glijvluchten om den toren van Ha- tert en daalde toen behouden in een ko renveld nabij de kerk. Eenige uren later nadat hij Duisburg had opgebeld werd hij! per auto afgehaald. Le machine is gedemonteerd en zai naar '"uisburg worden vervoerd. VAN ZAERDAG 24 AUG 1935, Nr 275. WIJ HEBBEN HEM VERWACHT. Deze is onze God; wij hebben Hem verwacht, en Hij zal ons za lig maken. J®8- 25:9. Gods volk is menigmaal in moeite en nood. Ook in onze dagen hooren wy er van dat de politieke wereldmacht die met God en godsdienst roekeloos gebroken heefl, den bodem der aarde heeft doordrenk; met het bloed der christenen. Het gaat vaak door de diepte; door strijd en lijden. Maar het einde van de worsteling van Gods kinderen in het midden der booze wereld zal zijn een volkomen triomf en zegepraal. Eens komt de groote dag des Heeren, waarop alle profetiën van het rijk Gods vervuld zullen worden. De maan zal schaamrood worden, en de zon zal beschaamd worden, en de Heere der heirscharen zal regeeren op den berg Si on te Jeruzalem. De smaadheid van Gods volk zal wor den weggenomen, en alle tranen zullen worden gedroogd en afgewischt. Ten dage dat deze heerlijke woorden vervuld zullen worden, zal bet volk des Heeren in dankbare aanbidding uitroe pen; Ziet, deze is onze God, wij hebben Hem verwacht, en Hij zal ons zalig ma ken. Deze is de Heere, wij hebben Hem verwacht, wij zullen ons verheugen en verblijden in Zijne zaligheid. Wij hebben Hem verwacht. Zalig is hij die het Woord Gods geloovig aanvaardt. Hij die gelooft, waarachtig gelooft, is vol van hope en verwachting. En zij die ge- looven zullen niet beschaamd worden. Het moge bang en donker zijn. veel rampen en wederwaardigheden mogen het lot van den vrome zijn, uit die allen redt hem zijn trouwe God en Vader in de hemelen. Daar is een stil wachten op Gods heil en op Zijne zaligheid, dat krachten geeft het kruis te dragen, de moeite te verduren, het lijden te doorstaan. Wij weten dat al wat God doet, welge daan is, we geven het in Zijne hand. We wachten Gods tijd af, want God vergist Zich nooit. Wij hebben Hem verwacht en Hij zal ons zalig maken. ONBEGRIJPELIJK? De heer Dr J. M. Romein, een Neder- landsoh geschiedkundig schrijver, heeft uitgesproken communistische sympa thieën. Dat is zijn zaak, aldus de Nederlander. Van zijn hand en onder zijn leiding be werkt verschenen dikke boeken, een over algemeene geschiedenis, een over vader- landsohe geschiedenis. Dat is eveneens zijn zaak. Maarzie hier een citaat uit de al gemeene geschiedenis: „De geestelijken zijn automatisch van hun burgerrechten beroofd; zij krijgen geen levensmiddelenkaarten en geen woonruimte toegewezen. Arbeid krijgen zij niet en hun kinderen hebben geen recht op toegang tot de scholenAls er gees telijken met hun leven voor hun gezind heid geboet hebben, dan 'komt dat, omdat het in den aard van hun beroep ligt, zich te verzetten tegen een regeering, die zelf principieel anti-godsdienstig is. De ma chine is de laatste waarheid van het bolsjewisme, als men wil: zijn God. Geloofsvervolging is dat niet." Een andere plaats: „Men ontkomt niet aan den indruk, dat ondanks de voor het Europeesche hesef matelooze moeilijkhe den het wakker geschudde Midden- Azië den weg wijst aan de honderden mil- lioenen ontwakende boeren en arbeiders van Indië en China, van Indonesië en ArabiëHet beste, dat er voor Europa te hopen valt, is dat 'het nog de kracht zal Een verhaal uit het vroegere Rusland. 9) .-o- Later had Serge de school voor den dienst verlaten. Met zijn brigade elders gezonden, had hij Michael gedurende twee of drie jaren uit het oog verloren, en slechts even Petersburg bezocht, om dadelijk naar den oorlog uit te trekken. Tijdens dit bezoek had hij kennis her nieuwd met de Bronitzkis, en in dit huis gezin zekere verandering opgemerkt. De Prinses en da tweede zoon vooral waren niet meer als vroeger; maar Serge schreef dit toe aan den diepen rouw, die een don ker floers over het huis had gespreid de vader was gestorven en Serge zag hen slechts nu en dan. Eén ding was hem bijgebleven. Toen hij er het middagmaal gebruikte, had de Prinses hem genoodigd 's avonds den bidstond bij te wonen, ter gelegenheid van dit vertrek, dat haar hart brak. Hij kon niet blijven, maar herinnerde zich de woorden van de moeder: „Wij voelen be hoefte den Heer te bidden, kinderen, dat vinden die ontwikkeling mee te maken." En uit de vaderl. geschiedenis, van de „lage landen aan de Zee" vernemen wij steeds weer, hoe slecht wij deden met kolo- niseeren, 'hoe de „bourgeoisie" het indo- nesisohe proletariaat heeft geëxploiteerd; ja zelfs is de laatste illustratie van het 'boek een reproductie van het laatste Jor- daanoproer, van 1033/'34. En de toon van den auteur is aanmoedigend voor de op roermakers! Dit wordt langzamerhand re- geeringszaak. Maar de Nederlandsche maatschappij van letterkunde overwoog ernstig aan dit boek een eersten p r ij s toe te kennen. Dr Menno ter Braak wijdde in 't Vaderland twee van zijn Zondagoch- tendbesprakingen aan dit werk, en prees 'het zeer. De Algemeene Geschiedenis ia door onze groote pers eenstemmig gepre zen en aanbevolen. Is dit défaitisme, of is dit onbegrijpe lijk Ingezonden Mededeeling. voor Manufacturen. Dames- en Kinderconfectle Tapijten - Gordijnen Bedden - Ledikanten en aanverwante artikelen Is GOES HULST HET KLOKKENSPEL VAN DEN TOREN DER GROOTE KERK TE GOES. I. In de inleiding tot het prachtwerk van Mr A. Loosjes „De Torenmuziek in de Nederlanden" zegt de schrijver, dat „het Nederlandsche Volk nog slechts weinig belang stelt in zijn eigen klo'kkenmuziek". Dan citeert hij uit een der Reisbrieven van Van Deysel: „de vochtigheid der at mosfeer maakt de lage landen aan de zee tot een betooverde streek, waar zelfs het op zichzelf onaanzienlijke tot schoonheid wordt". En verder heet het en boven dit alles klinken elk oogenbli'k bekoorlijk- naïve klokken-tonen. Het is de zang onzer torens"'. Genoemde schrijver spreekt van de leegte, die men voelt in een stad waar een „stomme' toren zich verheft. En de Amerikaansohe auteur van „Ca rillons of Belgium and Holland", William Gorham Rice, die in 1913 ook hier een be zoek bracht, schreef na den lof over 'het stedenschoon in de Nederlanden: „doch alleen als de muziek der klokken boven dit alles klinkt,, wordt de bekoring vol komen." Waar stemmen als deze in zulke be woordingen uiting geven aan hunne ge voelens omtrent onze klokkenspelen, volge hier een en ander, dat meer speciaal be trekking heeft op 'het Goesohe klokkenspel. Moge mede hierdoor de belangstelling in dit historisch muziek-instrument en in het bespelen daarvan toenemen. Eerst vinde 'hier plaats een afschrift van de destijds gepubliceerde onderzoe kingen en nasporingen van den Welede len heer Gemeente-Archivaris, den heer J. de Kruyter, uit het jaar 1903. „Wie tusschen de jaren 13001330 „ter Goes" had willen vereeren met een be zoek, had als tijdwijzer slechts één zonne wijzer gevonden en wel op de kapel bij het 'Slot Ostende, thans het 'huis A 107. Boven de kapel bevond zich de eenige klok of bel, die „ter Goes" rijk was, en uitsluitend diende voor het oproepen der godsdienstige bijeenkomsten. Na de voltooiing der Groote Kerk is bovengenoemde kapel afgebroken. Op die plaats liet men toen een ker kelijk blokkenhuis houwen met een flinke klok er in, echter zonder uurwerk en al leen weder ten dienste der kerk. Maar de zonnewijzer bleef bewaard. D'eze werd geplaatst op de Gasthuis-Kerk (thans Gymnastiek-lokaal) en stond daar in 1760 nog. Toen behoorde het schilderen en ver gulden van den zonnewijzer tot de schil- Hij u behoede en zich aan u doe kennen." Bij deze woorden had de Prinses hem met een bijzonderen blik aangezien. Wat meende zij met dat zeggen: dat de Heer zichzelf u doe kennen? dacht Serge. Kanongebulder stoorde zijn gepeins; bij hét ochtendkrieken zag men de vlakten; zij waren Radisow genaderd. In de kleine dorpskerk werd het lijk van Michael bij gezet naast Petrof en andere officieren, dia in den naCht waren ontslapen. Later werden allen op het nabijliggende kerk hof begraven. Op het overige van den dag deden de inwoners menige bedevaart naar dt plaats, waar de jeugdige dapperen lagen, die het leven hadden gelaten voor de Bul- gaarsche broeders. Zij zongen de hymnen mede, welke de Russische kapelaan in een hun vreemde taal opzeide. Teruggekeerd naar Tradisovo, trachtte Serge de ambulance van de gravin K. uit te vinden. Hij vernam dat deze naar Lis- toro was vertrokken met achterlating van de zwaar gewonden, die niet verder kon den worden vervoerd. Iwan was niet on der hen. D'aar Serge dienst moest doen, gaf hij de hoop op, iets van zijn vriend en het Nieuw Testament te hooren; hij keerde terug in de armelijke hut, waar de offi- derwerken, die de stad publiek aanbe steedde. Waarschijnlijk is ze met de verbouwing dier kerk in 1772 weggebroken. Naar de gewoonte dier tijden had ieder zijn eigen zonnewijzer bij zich. Door het leggen van een stroohalm in de hand bepaalde men door het vallen van de schaduw den juis- ten tijd. Wie een reisboek bezit uit de 14e of 15e eeujw kan dit geheim daarin vin den. Het had Jacob Silversmits Hugensone al lang geërgerd, dat zijn geboorteplaats geen uurwerk rijik was. In alle stilte ver vaardigde hij er een. Maar eer hij! het schonk aan de gemeente, stelde hij eenige bepalingen. Het opschrift luidde: „Jacob Silversmits voorwaerde van dat uurwerek te bewaeren. „Wij1 Borillin, Borgem., Schepenen ende Raeden van ter Goes doen condt en ken nelijk alle luyden, dat wij om den mees ten oirbaere ende profijte van der Goes överdraegen ende voorwaerde gemaekt hebben met Jacob Hugensone goudsmit dat een nieuwe uurwerek heeft gemaakt ende selve op sijinen kost heeft doen set ten op ten stedehuis, ende doen slaen op de clocke gelijck dat nu staet, mit al dat den uurwerek toebehoort ende die uur- clocke voörsijt; sal Jacob voorsijt, bewae ren met sijn selfs lijve; sijn leven lanck duurende, dat se immer altijd gangbaer en wel bewaert is ende dat uurwerek voorsijlt altoos houden in sulke geheel ende gangbaer ende wes daer aen gebreekt ende noot is daer om te maeken of te vermaeken daer sal Jacob voorsijt altijd doen maeken sonder der stede cost, ende dat uurwerek goet ende gangbaer houden op sijhen cast ende waere het dat men dat uurwerek versetten woude of in een andre plaetse of huis, dan op ten stede huis of daer om daer 't nu staet, dat soude men doen van der stede wegen sonder Jacobs oost, ende hier voren hebben wij hem gelooft, ende geloofen met dezen brieve voorts alle jaeren wel ende wet- telijck te betaelen sonder eenig verbreeck vier pondt grooten 's jaers payements, schellingen ende penningen als altijde ter Goes gemeentlijck gangbaer wezen zullen, duurende alsoo lange als Jacob voorsijt leven sal, ende niet langer; te betaelen alle jaeren; altoos twee pont grooten te praemisse, ende 'twee pont grooten te Meije, daerna ende soo wanneer dat Jacob voorsijt bij den wille Gods aflijvigh gewor den is, soo zullen Baillue Bocrgem. Sche penen Raeden van der Goes voorsijt dan wezende heeren wille doen mitten uur werek voorsijt onder Jacobs erfgenaemen daer eenig seggen in te hebben ende waer dat Jacob voorsijt dat uurwerek niet en bewaerde gangbaer slaende en hielde altijd als dat behoort soo sonde men van der Goes wege voorsijt dat uurwerek doen bewaeren als dat behoort op Jacobs cost ende alle dingen sonder argelist in oir- oonde deesen brieve bezegelt met het zegel van der Goes gegeven in 't jaer eins Hee ren duisent driehonderd en twee en dertig." „Het uurwerk is vermoedelijk te loor gegaan bij de stadhuisbrand in 1665. In 1771 ontving bij een verbouwing onze stadhuistoren een andere gedaante. De klok „Merten" geheeten, werd er in gehangen. Deze klok schijnt vroeger er gens anders gehangen te hebben. Waar, is mij onbekend (mogelijk wel in het klokhuis), daar ze in 1484 te Meche- len gegoten werd, en dit jaartal overeen komt met de stichting van het klokhuis. (Wordt vervolgd.) Middelburg. De haven. Het is he den (24 Augustus) juist 400 jaar geleden, dat de haven van Middelburg is geopend. Het vorige vaarwater, de kronkelende Arne, was door verzanding ondiep gewor den. De stad Middelburg kreeg van Karei V octrooi om rechtstreeks naar het water de Welzinge een kanaal te graven, dat een half uur lang was en voldoende breedte en diepte had voor de toenmalige scheep vaart. Van 8 April 1532 tot 24 Augustus 1535 duurde het belangrijke werk, dat aan Mid delburg meer handel en welvaart bracht. D'e Arne werd daarna afgedamd. eieren verbleven, en vervulde de moeie- lijke taak. om de Prinses Bronitzki te schrijven en haar den vroegen dood van haar zoon te melden. D'enzelfden avond werd de plaats door de Turken overval len, en de overgebleven krijgslieden van den generaal Schakhovskoï verdreven. V. In de laatste dagen van September wandelde een eenzaam voetganger van Vischni naar Goroohino. Zijn versleten uniformjas, het houten heen, de magere verarmde trekken deden onderstellen dat hij terugkeerde uit den krijg. Hij leunde op zijn stok; een toege bonden doek, dien hij op den schouder droeg, bevatte zijn hebben en houden; de groote vermoeienissen verhinderden hem voort te gaan, zoodat hij af en toe moest rusten. Wellicht zou een medelijdend lands man hem medenemen op de kar; doch slechts weinigen kwamen hier langs, en de man moest lang wachten. Eindelijk stijgt een stofwolk op; en na dert er een wagen; de voerman slaat zijn paard en zingt zijn lied zoo ruw, zoo luid keels, dat waarschijnlijk tie drank hem heeft overmeesterd. „Vriend", roept de wandelaar, zijn képi omhoog werpend, om de aandacht te trekken, „is er een klein plaatsje voor een armen lijdenden man in uw wagen?" „Gewis, plaats genoeg!" hij hielp hem instijgen; het gebruik van brande wijn gaf hem een rappe tong. „Geen slechte zaken te Vischni gedaan! D'e wagen leeg, de huidel Vol zie maar!" hij legde de hand op dien huidel, zeggende: „Nikacha is nog zoo mal niet!" De soldaat sprak niet; een schok van den wagen deed den voerman bijna het evenwicht verliezen en op hem vallen. „Zacht wat, vriend, breek mijn laatste been niet", en hij hielp hem om te gaan zitten. „Hebt gij dat ééne been bij de Turken gelaten? Wat hebben ze u gehavend! Gij ziet er uit als waart gij onder de dooden geweest!" „Dat scheelde ook niet veel, en gij ziet ik ben niet veel meer waard." „Welke tijding brengt gij van den oor log?" „Twee maanden is het geleden dat ik in den krijg was, en sedert huisde ik in de ambulance; maar hoe gaat het op het dorp?" „Wat zal ik u zeggen, er is niets bij zonders. De oogst is ingehaald. Vader Wassili heeft zijn dochter uitgehuwd. Onze soldaten keerden niet weder, schre ven niet en de arme vrouwen zijn on troostbaar. Marpha, mijn buurvrouw, is de allerbedroefdste. Haar oude vader stierf in den zomer. Zij is schrikkelijk vermagerd, het is droevig om aan te zien. Gelukkig als men goede buren heeft. Ni kacha weigerde haar nooit hulp. Bedroef u niet, heb ik steeds gezegd; ik wed dat uw man terugkeert. Ik zeg gedurig maar: het vrouwvolk staat op zijn stuk, zij zien niet verder dan de neus lang is." Hij lachte met innerlijke tevredenheid, maar nu boog de gewonde zich over hem heen en riep uit: „Nikacha, kent gij mij dan niet? Ivanouchka is terug". Die schok ontnuchterde den landman hij zag hem verschrikt aan. Ivanouch ka! Zeker, hij is het, die drank benevelt mij. Wees welkom, buurman! Twee for- sche armen omklemden hem en hadden hem bijna doen vallen „Terug", herhaalde de zoon van den starosta verbaasd. „Nu dat is gek, en ik, die u niet kende!" (Wotrdt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1935 | | pagina 5