DE ZEEUW
tweede blad
het adres
a. wilking
Gemengd Nieuws
Wat er deze week voorviel
Voor den Zondag
Eindelijk vereenigd.
Uit de Provincie
FEUILLETON
In de 18de eeuw was de haven, zoowel-
als de Welzinge, zoodanig dioht geslibd,
dat de groote schepen alleen bij hoog wa
ter en dan nog met moeite konden bin
nenkomen.
In 1817 kwam er verbetering, toen on
der de regeering van Koning Willem I
de haven naar 't Veersohe Gat werd ge
graven. Door de tijdsomstandigheden was
de vroegere handel verloopen en kwam
niet weer terug.
De haven van 1535 (de tegenwoordige
Nieuwlandsche weg ligt op haar Ooste-
lijiken dijk) werd evenals de Welzinge in
de vorige eeuw bij gedeelten ingedijkt en
zioo is het eiland Nieuw- en St Joosland
geheel aan Walcheren gehecht.
In 1873 werd het kanaal van Middel
burg naar Vlissingen gegraven, waardoor
het tegenwoordige kanaal door Walcheren
is ontstaan.
Wolfaartsdijk. Brand. Gistermiddag
werd een stapel ongedorschte tarwe,
waarin de opbrengst van ruim 22 gemet
was geborgen, een prooi der vlammen. De
stapel stond in de Egberts Petruspolder
en was eigendom van den landbouwer J.
van der Weele, alhier.
'De brandweer was spoedig ter plaatse,
doch heeft, daar de stapel op vrij grooten
afstand van de hofstede stond, geen dienst
gedaan, daar er niets te redden viel. De
oorzaak is tot heden onbekend. Wel wordt
het vermoeden uitgesproken, dat 't vuur
is ontstaan door vonken uit een tractor,
die op hetzelfde perceel aan het ploegen
was, doch ook dit wordt weer tegenge
sproken. Verzekering dekt de schade.
Baarland. Begrafenis burge
meester Bruggeman. Onder
zeer groote belangstelling van hier zoowel
als uit Oudelande, waarvan de overledene
29 jaar burgemeester was, werd gisteren
op de algemeene begraafplaats alhier het
stoffelijk overschot van wijlen den heer
P. Bruggeman ter aarde besteld. De lijk
baar werd gedragen door leden van den
gemeenteraad en den gemeenteontvanger.
Nadat de lijkkist, die door een drietal
kransen was gedekt in de groeve was
neergelaten, sprak wethouder v. Wingen
woorden van hulde en dank aan de na
gedachtenis van den overledene. Hij roem
de de steeds goede verstandhouding tus-
schen hem en de leden van den Raad en
noemde hem een burgemeester in den
besten zin des woords. Met een: „Burge
meester, rust zacht" besloot spreker.
Daarna sprak D's Matzer van Blois, die
zeide tot allen rond de groeve het woord
te willen richten, doch inzonderheid tot
de kinderen, waarna hij Psalm 121 voor
las en enkele gedachten daaraan ontleen
de. Spr. bad daarna het Onze Vader en
verzocht te zingen Pslam 42 1.
De schoonzoon van den overledene
dankte allen voor de laatste eer aan zijn
vader bewezen.
St Laurens. Oranjefeest. De
feestelijkheden op den a.s. verjaardag van
H. M. de Koningin, uitgaande van de
Oranjevereeniging zijn door het bestuur
dier vereeniging als volgt vastgesteld:
's Morgens traktatie van de schoolkin
deren in de school; daarna begeven zij
zich naar de speelplaats in den Schotel-
weg, waar spelen zullen worden uitge
voerd als blokjes rapen, zakloopen enz.
Des middags in de v. Cittersstraat en
de Kerklaan ringrijden, plankrijden en
langzaam rijden per rijwiel, terwijl des
avonds op het terrein bij de Kerklaan bij
gunstig weer een openluchtfilm zal wor
den gegeven.
Kind ig gierput gestikt.
Gistermiddag is het driejarig kindje van
van T. te Wezep in een gierkelder ge
raakt. Het kind werd er spoedig uitge
haald doch bleek reeds te zijn gestikt.
Brand te S p ij k e n i s se. De
boerenhofstede, eigendom van de erven I.
Oosthoek te Spijkenisse, is gisteren afge
brand. Eenige kalveren werden gered. De
oorzaak is onbekend.
In een kuip verdronken.
Te Beek (gem. Bergh) is gistermiddag het
3-jarig kind van den heer S. op het wei
land in een kuip water gevallen en ver
dronken.
Een nieuwetruc. Gisteren bel
de een ongeveer 40-jarige man bij huizen
in de van Oosterzeestraat te Rotterdam
Het was in hoofdzaak alleen het De
partement van Waterstaat, dat deze week
van zijn werk naar buiten blijk gaf. De
nieuwe Minister van Waterstaat blijkt ge
zwicht te zijn voor den krachtigen aan
drang. op hem uitgeoefend, om toch niet
over te gaan tot invoering van een brug-
gentol. Om evenwel toch aan het geld te
komen, benoodigd voor den versnelden
bruggenbouw, zal een verhooging der ben
zinebelasting met V» cent per liter moe
ten plaats hebben.
Zooals elke zaak, heeft ook deze twee
zijden. Bij tolheffing betalen zij, die van
de nieuwe bruggen gebruik maken, ook
bet meeste, maar van belastingverh ooging
zijn ook zij, die in meer afgelegen deelen
des lands wonen en weinig of niet van de
bruggen gebruik maken, ja soms den last
ondervinden van booten en ponten, waar
voor ze toch al flink in de beurs moeten
grijpen, bet slachtoffer.
Uit de Memorie van Antwoord op het
wetsontwerp, betreffende de regelen van
bet verkeer op de wegen blijkt, dat de
Minister zooveel mogelijk doen wil, om de
gevaren van het moderne vorkeer te ver
kleinen. Op dit gebied is trouwens nog
wel wat te doen!
In bet verkeer tusschen de volken drei
gen ook groote gevaren. Ze zijn zelfs deze
week veel ernstiger geworden.
Dte Parijsche conferentie, waarvan men
toch nog wel eenig resultaat verwachtte,
is mislukt. De standpunten van Engeland
en Italië lieten blijkbaar geen overbrug
ging toe. Het beet, dat langs diplomatie-
ken weg de besprekingen zullen worden
voortgezet, maar hiervan kan men in
ernst toch geen redelijke verwachtingen
koesteren.
Intusschen heeft Ehgeland in een spe
ciale Kabinetszitting, waarvoor allerwe
gen groote belangstelling bestond, beslo
ten voorloopig niet zonder Frankrijk te
zullen handelen, maar of Laval er in sla
gen zal zoowel Engeland als Italië te
vriend te houden, is een open vraag.
Met spanning wordt nu de September-
zitting van den Volkenbondsraad tege
moet gezien. Gemeld wordt, dat Italië
daar komen zal. De band met den Vol
kenbond wi! het dus nu nog niet defini
tief verbreken, maar intusschen neemt het
alle mogelijke maatregelen, om gereed te
zijn, als de regentijd in Abessynië voor
bij is.
Niemand zal ontkennen, dat bet oor
logsgevaar buitengewoon groot is. Moge
God do wereld genadig behoeden voor
een nieuwen oorlog, die niet anders dan
de grootste onheilen kan aanrichten.
aan, waarbij bij zich voordeed als be
ambte van bet Gem. Gastbedrijf. De man
zeide, dat bij een verplichte reparatie
aan de meters moest verrichten, waar
voor hij f 1,50 in rekening moest bren
gen. Eenige menschen zijn er ingeloopen,
lieten den man bij den meter, waaraan
bij dan even stond te peuteren en betaal
den hem de f 1,50. Nadat de truc een
paar maal geslaagd was, kreeg een be
woner achterdocht. Deze belde de politie
op. De man moet toen in de gaten gekre
gen hebben, dat bij gevaar liep, want toen
de politie kwam, was bij verdwenen.
Bij het baden verdron
ken. In bet Maas- en Waalkanaal on
der de gemeente Malden is gisteren ver
dronken de 32-jarige J. uit Groesbeek.
De man had zich, niettegenstaande het
feit, dat hij niet zwemmen kon, te water
hegeven met het gevolg, dat hij' onmid
dellijk in de diepte verdween.
De man was gehuwd en vader van eeni
ge kinderen.
Duitsch zweefvliegtuig
in een korenveld te Hater t.
Vrijdagmorgen is onder H'atert de Duit-
sche zweefvlieger H. K. uit Duitsburg met
zijn vliegtuig geland. Hij: was des middags
in Duisburg opgestegen en wilde naar
Noord-Duitschland vliegen. Door den
wind dreef hij1 af en kwam zoo boven Ne-
derlandsch gebied terecht. Hij maakte
eenige glijvluchten om den toren van Ha-
tert en daalde toen behouden in een ko
renveld nabij de kerk.
Eenige uren later nadat hij Duisburg
had opgebeld werd hij! per auto afgehaald.
Le machine is gedemonteerd en zai naar
'"uisburg worden vervoerd.
VAN
ZAERDAG 24 AUG 1935, Nr 275.
WIJ HEBBEN HEM VERWACHT.
Deze is onze God; wij hebben
Hem verwacht, en Hij zal ons za
lig maken. J®8- 25:9.
Gods volk is menigmaal in moeite en
nood.
Ook in onze dagen hooren wy er van
dat de politieke wereldmacht die met God
en godsdienst roekeloos gebroken heefl,
den bodem der aarde heeft doordrenk;
met het bloed der christenen.
Het gaat vaak door de diepte; door
strijd en lijden.
Maar het einde van de worsteling van
Gods kinderen in het midden der booze
wereld zal zijn een volkomen triomf en
zegepraal.
Eens komt de groote dag des Heeren,
waarop alle profetiën van het rijk Gods
vervuld zullen worden.
De maan zal schaamrood worden, en
de zon zal beschaamd worden, en de
Heere der heirscharen zal regeeren op
den berg Si on te Jeruzalem.
De smaadheid van Gods volk zal wor
den weggenomen, en alle tranen zullen
worden gedroogd en afgewischt.
Ten dage dat deze heerlijke woorden
vervuld zullen worden, zal bet volk des
Heeren in dankbare aanbidding uitroe
pen; Ziet, deze is onze God, wij hebben
Hem verwacht, en Hij zal ons zalig ma
ken. Deze is de Heere, wij hebben Hem
verwacht, wij zullen ons verheugen en
verblijden in Zijne zaligheid.
Wij hebben Hem verwacht. Zalig is hij
die het Woord Gods geloovig aanvaardt.
Hij die gelooft, waarachtig gelooft, is vol
van hope en verwachting. En zij die ge-
looven zullen niet beschaamd worden.
Het moge bang en donker zijn. veel
rampen en wederwaardigheden mogen
het lot van den vrome zijn, uit die allen
redt hem zijn trouwe God en Vader in de
hemelen.
Daar is een stil wachten op Gods
heil en op Zijne zaligheid, dat krachten
geeft het kruis te dragen, de moeite te
verduren, het lijden te doorstaan.
Wij weten dat al wat God doet, welge
daan is, we geven het in Zijne hand. We
wachten Gods tijd af, want God vergist
Zich nooit.
Wij hebben Hem verwacht en Hij zal
ons zalig maken.
ONBEGRIJPELIJK?
De heer Dr J. M. Romein, een Neder-
landsoh geschiedkundig schrijver, heeft
uitgesproken communistische sympa
thieën.
Dat is zijn zaak, aldus de Nederlander.
Van zijn hand en onder zijn leiding be
werkt verschenen dikke boeken, een over
algemeene geschiedenis, een over vader-
landsohe geschiedenis.
Dat is eveneens zijn zaak.
Maarzie hier een citaat uit de al
gemeene geschiedenis:
„De geestelijken zijn automatisch van
hun burgerrechten beroofd; zij krijgen
geen levensmiddelenkaarten en geen
woonruimte toegewezen. Arbeid krijgen zij
niet en hun kinderen hebben geen recht
op toegang tot de scholenAls er gees
telijken met hun leven voor hun gezind
heid geboet hebben, dan 'komt dat, omdat
het in den aard van hun beroep ligt, zich
te verzetten tegen een regeering, die zelf
principieel anti-godsdienstig is. De ma
chine is de laatste waarheid van het
bolsjewisme, als men wil: zijn God.
Geloofsvervolging is dat niet."
Een andere plaats: „Men ontkomt niet
aan den indruk, dat ondanks de voor het
Europeesche hesef matelooze moeilijkhe
den het wakker geschudde Midden-
Azië den weg wijst aan de honderden mil-
lioenen ontwakende boeren en arbeiders
van Indië en China, van Indonesië en
ArabiëHet beste, dat er voor Europa
te hopen valt, is dat 'het nog de kracht zal
Een verhaal uit het vroegere Rusland.
9) .-o-
Later had Serge de school voor den
dienst verlaten. Met zijn brigade elders
gezonden, had hij Michael gedurende
twee of drie jaren uit het oog verloren,
en slechts even Petersburg bezocht, om
dadelijk naar den oorlog uit te trekken.
Tijdens dit bezoek had hij kennis her
nieuwd met de Bronitzkis, en in dit huis
gezin zekere verandering opgemerkt. De
Prinses en da tweede zoon vooral waren
niet meer als vroeger; maar Serge schreef
dit toe aan den diepen rouw, die een don
ker floers over het huis had gespreid
de vader was gestorven en Serge zag hen
slechts nu en dan.
Eén ding was hem bijgebleven. Toen hij
er het middagmaal gebruikte, had de
Prinses hem genoodigd 's avonds den
bidstond bij te wonen, ter gelegenheid van
dit vertrek, dat haar hart brak. Hij kon
niet blijven, maar herinnerde zich de
woorden van de moeder: „Wij voelen be
hoefte den Heer te bidden, kinderen, dat
vinden die ontwikkeling mee te maken."
En uit de vaderl. geschiedenis, van
de „lage landen aan de Zee" vernemen wij
steeds weer, hoe slecht wij deden met kolo-
niseeren, 'hoe de „bourgeoisie" het indo-
nesisohe proletariaat heeft geëxploiteerd;
ja zelfs is de laatste illustratie van het
'boek een reproductie van het laatste Jor-
daanoproer, van 1033/'34. En de toon van
den auteur is aanmoedigend voor de op
roermakers! Dit wordt langzamerhand re-
geeringszaak.
Maar de Nederlandsche maatschappij
van letterkunde overwoog ernstig aan dit
boek een eersten p r ij s toe te
kennen. Dr Menno ter Braak wijdde in
't Vaderland twee van zijn Zondagoch-
tendbesprakingen aan dit werk, en prees
'het zeer. De Algemeene Geschiedenis ia
door onze groote pers eenstemmig gepre
zen en aanbevolen.
Is dit défaitisme, of is dit onbegrijpe
lijk
Ingezonden Mededeeling.
voor Manufacturen.
Dames- en Kinderconfectle
Tapijten - Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen Is
GOES HULST
HET KLOKKENSPEL VAN DEN
TOREN DER GROOTE KERK
TE GOES.
I.
In de inleiding tot het prachtwerk van
Mr A. Loosjes „De Torenmuziek in de
Nederlanden" zegt de schrijver, dat „het
Nederlandsche Volk nog slechts weinig
belang stelt in zijn eigen klo'kkenmuziek".
Dan citeert hij uit een der Reisbrieven
van Van Deysel: „de vochtigheid der at
mosfeer maakt de lage landen aan de zee
tot een betooverde streek, waar zelfs het
op zichzelf onaanzienlijke tot schoonheid
wordt". En verder heet het en boven
dit alles klinken elk oogenbli'k bekoorlijk-
naïve klokken-tonen. Het is de zang onzer
torens"'.
Genoemde schrijver spreekt van de
leegte, die men voelt in een stad waar een
„stomme' toren zich verheft.
En de Amerikaansohe auteur van „Ca
rillons of Belgium and Holland", William
Gorham Rice, die in 1913 ook hier een be
zoek bracht, schreef na den lof over 'het
stedenschoon in de Nederlanden: „doch
alleen als de muziek der klokken boven
dit alles klinkt,, wordt de bekoring vol
komen."
Waar stemmen als deze in zulke be
woordingen uiting geven aan hunne ge
voelens omtrent onze klokkenspelen, volge
hier een en ander, dat meer speciaal be
trekking heeft op 'het Goesohe klokkenspel.
Moge mede hierdoor de belangstelling
in dit historisch muziek-instrument en in
het bespelen daarvan toenemen.
Eerst vinde 'hier plaats een afschrift
van de destijds gepubliceerde onderzoe
kingen en nasporingen van den Welede
len heer Gemeente-Archivaris, den heer J.
de Kruyter, uit het jaar 1903.
„Wie tusschen de jaren 13001330 „ter
Goes" had willen vereeren met een be
zoek, had als tijdwijzer slechts één zonne
wijzer gevonden en wel op de kapel bij
het 'Slot Ostende, thans het 'huis A 107.
Boven de kapel bevond zich de eenige
klok of bel, die „ter Goes" rijk was, en
uitsluitend diende voor het oproepen der
godsdienstige bijeenkomsten.
Na de voltooiing der Groote Kerk is
bovengenoemde kapel afgebroken.
Op die plaats liet men toen een ker
kelijk blokkenhuis houwen met een flinke
klok er in, echter zonder uurwerk en al
leen weder ten dienste der kerk.
Maar de zonnewijzer bleef bewaard.
D'eze werd geplaatst op de Gasthuis-Kerk
(thans Gymnastiek-lokaal) en stond daar
in 1760 nog.
Toen behoorde het schilderen en ver
gulden van den zonnewijzer tot de schil-
Hij u behoede en zich aan u doe kennen."
Bij deze woorden had de Prinses hem
met een bijzonderen blik aangezien.
Wat meende zij met dat zeggen: dat de
Heer zichzelf u doe kennen? dacht Serge.
Kanongebulder stoorde zijn gepeins; bij
hét ochtendkrieken zag men de vlakten;
zij waren Radisow genaderd. In de kleine
dorpskerk werd het lijk van Michael bij
gezet naast Petrof en andere officieren,
dia in den naCht waren ontslapen. Later
werden allen op het nabijliggende kerk
hof begraven.
Op het overige van den dag deden de
inwoners menige bedevaart naar dt
plaats, waar de jeugdige dapperen lagen,
die het leven hadden gelaten voor de Bul-
gaarsche broeders. Zij zongen de hymnen
mede, welke de Russische kapelaan in
een hun vreemde taal opzeide.
Teruggekeerd naar Tradisovo, trachtte
Serge de ambulance van de gravin K. uit
te vinden. Hij vernam dat deze naar Lis-
toro was vertrokken met achterlating van
de zwaar gewonden, die niet verder kon
den worden vervoerd. Iwan was niet on
der hen.
D'aar Serge dienst moest doen, gaf hij
de hoop op, iets van zijn vriend en het
Nieuw Testament te hooren; hij keerde
terug in de armelijke hut, waar de offi-
derwerken, die de stad publiek aanbe
steedde.
Waarschijnlijk is ze met de verbouwing
dier kerk in 1772 weggebroken. Naar de
gewoonte dier tijden had ieder zijn eigen
zonnewijzer bij zich. Door het leggen van
een stroohalm in de hand bepaalde men
door het vallen van de schaduw den juis-
ten tijd. Wie een reisboek bezit uit de 14e
of 15e eeujw kan dit geheim daarin vin
den.
Het had Jacob Silversmits Hugensone
al lang geërgerd, dat zijn geboorteplaats
geen uurwerk rijik was. In alle stilte ver
vaardigde hij er een. Maar eer hij! het
schonk aan de gemeente, stelde hij eenige
bepalingen.
Het opschrift luidde:
„Jacob Silversmits voorwaerde van dat
uurwerek te bewaeren.
„Wij1 Borillin, Borgem., Schepenen ende
Raeden van ter Goes doen condt en ken
nelijk alle luyden, dat wij om den mees
ten oirbaere ende profijte van der Goes
överdraegen ende voorwaerde gemaekt
hebben met Jacob Hugensone goudsmit
dat een nieuwe uurwerek heeft gemaakt
ende selve op sijinen kost heeft doen set
ten op ten stedehuis, ende doen slaen op
de clocke gelijck dat nu staet, mit al dat
den uurwerek toebehoort ende die uur-
clocke voörsijt; sal Jacob voorsijt, bewae
ren met sijn selfs lijve; sijn leven lanck
duurende, dat se immer altijd gangbaer
en wel bewaert is ende dat uurwerek
voorsijlt altoos houden in sulke geheel
ende gangbaer ende wes daer aen gebreekt
ende noot is daer om te maeken of te
vermaeken daer sal Jacob voorsijt altijd
doen maeken sonder der stede cost, ende
dat uurwerek goet ende gangbaer houden
op sijhen cast ende waere het dat men
dat uurwerek versetten woude of in een
andre plaetse of huis, dan op ten stede
huis of daer om daer 't nu staet, dat soude
men doen van der stede wegen sonder
Jacobs oost, ende hier voren hebben wij
hem gelooft, ende geloofen met dezen
brieve voorts alle jaeren wel ende wet-
telijck te betaelen sonder eenig verbreeck
vier pondt grooten 's jaers payements,
schellingen ende penningen als altijde ter
Goes gemeentlijck gangbaer wezen zullen,
duurende alsoo lange als Jacob voorsijt
leven sal, ende niet langer; te betaelen
alle jaeren; altoos twee pont grooten te
praemisse, ende 'twee pont grooten te
Meije, daerna ende soo wanneer dat Jacob
voorsijt bij den wille Gods aflijvigh gewor
den is, soo zullen Baillue Bocrgem. Sche
penen Raeden van der Goes voorsijt dan
wezende heeren wille doen mitten uur
werek voorsijt onder Jacobs erfgenaemen
daer eenig seggen in te hebben ende
waer dat Jacob voorsijt dat uurwerek niet
en bewaerde gangbaer slaende en hielde
altijd als dat behoort soo sonde men van
der Goes wege voorsijt dat uurwerek doen
bewaeren als dat behoort op Jacobs cost
ende alle dingen sonder argelist in oir-
oonde deesen brieve bezegelt met het zegel
van der Goes gegeven in 't jaer eins Hee
ren duisent driehonderd en twee en
dertig."
„Het uurwerk is vermoedelijk te loor
gegaan bij de stadhuisbrand in 1665.
In 1771 ontving bij een verbouwing onze
stadhuistoren een andere gedaante.
De klok „Merten" geheeten, werd er in
gehangen. Deze klok schijnt vroeger er
gens anders gehangen te hebben.
Waar, is mij onbekend (mogelijk wel in
het klokhuis), daar ze in 1484 te Meche-
len gegoten werd, en dit jaartal overeen
komt met de stichting van het klokhuis.
(Wordt vervolgd.)
Middelburg. De haven. Het is he
den (24 Augustus) juist 400 jaar geleden,
dat de haven van Middelburg is geopend.
Het vorige vaarwater, de kronkelende
Arne, was door verzanding ondiep gewor
den.
De stad Middelburg kreeg van Karei
V octrooi om rechtstreeks naar het water
de Welzinge een kanaal te graven, dat een
half uur lang was en voldoende breedte
en diepte had voor de toenmalige scheep
vaart.
Van 8 April 1532 tot 24 Augustus 1535
duurde het belangrijke werk, dat aan Mid
delburg meer handel en welvaart bracht.
D'e Arne werd daarna afgedamd.
eieren verbleven, en vervulde de moeie-
lijke taak. om de Prinses Bronitzki te
schrijven en haar den vroegen dood van
haar zoon te melden. D'enzelfden avond
werd de plaats door de Turken overval
len, en de overgebleven krijgslieden van
den generaal Schakhovskoï verdreven.
V.
In de laatste dagen van September
wandelde een eenzaam voetganger van
Vischni naar Goroohino.
Zijn versleten uniformjas, het houten
heen, de magere verarmde trekken deden
onderstellen dat hij terugkeerde uit den
krijg. Hij leunde op zijn stok; een toege
bonden doek, dien hij op den schouder
droeg, bevatte zijn hebben en houden; de
groote vermoeienissen verhinderden hem
voort te gaan, zoodat hij af en toe moest
rusten.
Wellicht zou een medelijdend lands
man hem medenemen op de kar; doch
slechts weinigen kwamen hier langs, en
de man moest lang wachten.
Eindelijk stijgt een stofwolk op; en na
dert er een wagen; de voerman slaat zijn
paard en zingt zijn lied zoo ruw, zoo luid
keels, dat waarschijnlijk tie drank hem
heeft overmeesterd.
„Vriend", roept de wandelaar, zijn
képi omhoog werpend, om de aandacht te
trekken, „is er een klein plaatsje voor
een armen lijdenden man in uw wagen?"
„Gewis, plaats genoeg!" hij hielp
hem instijgen; het gebruik van brande
wijn gaf hem een rappe tong.
„Geen slechte zaken te Vischni gedaan!
D'e wagen leeg, de huidel Vol zie
maar!" hij legde de hand op dien huidel,
zeggende: „Nikacha is nog zoo mal niet!"
De soldaat sprak niet; een schok van
den wagen deed den voerman bijna het
evenwicht verliezen en op hem vallen.
„Zacht wat, vriend, breek mijn laatste
been niet", en hij hielp hem om te gaan
zitten.
„Hebt gij dat ééne been bij de Turken
gelaten? Wat hebben ze u gehavend! Gij
ziet er uit als waart gij onder de dooden
geweest!"
„Dat scheelde ook niet veel, en gij ziet
ik ben niet veel meer waard."
„Welke tijding brengt gij van den oor
log?"
„Twee maanden is het geleden dat ik
in den krijg was, en sedert huisde ik in
de ambulance; maar hoe gaat het op het
dorp?"
„Wat zal ik u zeggen, er is niets bij
zonders. De oogst is ingehaald. Vader
Wassili heeft zijn dochter uitgehuwd.
Onze soldaten keerden niet weder, schre
ven niet en de arme vrouwen zijn on
troostbaar. Marpha, mijn buurvrouw, is
de allerbedroefdste. Haar oude vader
stierf in den zomer. Zij is schrikkelijk
vermagerd, het is droevig om aan te zien.
Gelukkig als men goede buren heeft. Ni
kacha weigerde haar nooit hulp. Bedroef
u niet, heb ik steeds gezegd; ik wed dat
uw man terugkeert. Ik zeg gedurig maar:
het vrouwvolk staat op zijn stuk, zij zien
niet verder dan de neus lang is." Hij
lachte met innerlijke tevredenheid, maar
nu boog de gewonde zich over hem heen
en riep uit: „Nikacha, kent gij mij dan
niet? Ivanouchka is terug".
Die schok ontnuchterde den landman
hij zag hem verschrikt aan. Ivanouch
ka! Zeker, hij is het, die drank benevelt
mij. Wees welkom, buurman! Twee for-
sche armen omklemden hem en hadden
hem bijna doen vallen
„Terug", herhaalde de zoon van den
starosta verbaasd. „Nu dat is gek, en ik,
die u niet kende!"
(Wotrdt vervolgd.)