DE ZEEUW TWEEDE BLAD Voor den Zondag Eindelijk vereenigd. HET ADRES A. WILKING Wat er deze week voorvieS erke. ineiland" FEUILLETON POT TEN op TUS 1935, ir, in café ie, in het LUST", rens, aan weg, wijk heilanden, ikerke en :amenlijke 75 c.A. nden met ven 1 No- 15 Novem- UI S in de ge- aan den vijk A no. f 1 Gemet nber 1935. leente Se- ordenaars- 50 c.A. of 'Ogst 1935. wen A 85 en Dins- 10—12 en ikaart ver- ris en bij 25 cent e van de landerijen irkrijgbaar 1 oproeper ag van 25 n. vf DISSEL 5TUS 1935 ke van de I STRIEN n: ten her- Suchte: met Tuin, vterreinen, mder Drie- nder Baar- 2 H.A. 90 o. notitiën gbaar zijn 3 Notaris. woonhuis tot 4 uur aan ge- mtant: DEL, net noten eik. Secre- Brandkast Spiegels, ebehooren, - en Aar- benevens rwerk. ir vóór de al TUS 1935, ïpelaar te B. W. n: van den der Bigge- luur, Tuin H.A. (1G. >ouwen 1 logst 1935. Woens- 1012 en n een toe- de Armen VAN ZATERDAG 17 AUG. 1935. No. 269. V f GODS GENADEGIFT. De genadegift Gods is het eeuwige leven. Rom. 6 23. De bezoldiging der zonde is de dood. De mensdh in zonde ontvangen en ge boren heeft niets anders verdiend dan de dood. Toch is de wereld niet één woeste doods vallei. Temidden van den dood handhaaft zich het leven, het natuurlijke en het gees telijke leven, dank zij de genadegift Gods. De vraag rijst: hoe kan God de Heere, die rechtvaardig is, den mensch zijn be zoldiging onthouden en met een genade gift tot hem komen? Vooral met de ge- radegift van het eeuwige leven, dat hier op aarde door Gods kinderen in be ginsel genoten wordt, en hiernamaals in volle zaligheid bezeten zal worden. Het antwoord luidt: door Jezus Chris tus onzen Heere. Hij, is de Borg en Midde laar des Vertoonde. Hij heeft de schuld voor Gods uitverkorenen volkomen betaald, tot den laa'tsten penning. Hij heeft alle zonden van Gods kinderen voor den Va der verzoend. Hij: is opgewekt om onze rechtvaardigmaking en heeft den dood verslonden tot overwinning. Nu roept de Vorst des levens aan Zijn duurgekochte gemeente toe: Ik leef en 'gij zult leven. Gij' 'hebt 'den dood verdiend, maar Tk ben voor u dood geweest en leef tot in allo eeuwigheid. Christus Jezus heeft 'het leven verdiend en verworven. Door Zijn kracht worden wij' opgewekt tot het niéuwe leven. Uit Zijne hand ontvangen we het leven in de hemelsche heerlijkheid. Ziende op ons zelf hebben we door onze zonde niets dan den dood verdiend. In dien dood ligt onze rechtvaardige bezol diging. Maar ziende op Christus Jezus, den Verwinnaar van den dood, wordt het leven ons door God den Heere geschonken als een rijke, heerlijke genadegift. Hij' schenkt en geeft dat leven uit 'goedheid zonder peil. Die vrije genade, die eeuwige gunst, die ongehoudene goedertierenheid, vraagt van ons lof en dank voor Hem, 'die met die gift ons voor eeuwig rijk en gelukkig maakt. CONSTRUCTIEVE ONDERWIJS POLITIEK. Het is, zegt de „Nederlander", niet zoo moeilijk op de uitgaven voor onderwijs te bezuinigen. „Men heeft te doen met scholen, leer lingen en onderwijzers. Dwingen de om standigheden tot verlaging van de uitga ven, dan ligt het voor de hand, het aan tal scholen te verminderen, het aantal leerlingen te beperken b.v. door hen op hooger leeftijd toe te laten of hen eerder te laten gaan of het aantal leerkrachten in verhouding tot de schoolbevolking te reduceeren. Vooral de laatste maatregel is herhaaldelijk toegepast. De leerlingen- schaal van de Lager Onderwijswet 1920 geniet als aanknoopingspunt voor bespa ringsmaatregelen een zekere vermaard heid. Neen, zoo heel moeilijk is de bezuini ging op de onderwijsuitgaven niet, vooral wanneer naast de genoemde middelen ook nog dat der salarisverlaging kan worden gehanteerd. Maar wèl moeilijk is zóó te bezuinigen, dat men zich afvraagt hoe met de voor het doel beschikbare gelden het hoogst nuttige rendement kan worden verkre gen. Stelt men het zóó, dan moet het stre ven naar bezuiniging leiden tot grondige reorganisatie van het geheele Nederland- sche onderwijssysteem. Dan is bezuini gen niet afknappen, maar reconstrueeren. Het is deze gedachte, welke minister Marc'hant moet hebben bewogen bij de opstelling van zijn Grondslagenontwerp, 4 Een verhaal uit het vroegere Rusland. 3.) ou_ „Wat mij, aangaat," zeide Trophimitch, „ik acht den oorlog een droevige zaak. De redenen tot den oorlog zullen wel goed zijn maar ik herhaal het ,de oorlog is een droevige zaak en „Toch is er geen enkele Rus, die niet met blijdschap zal antwoorden op 's Kei zers roepstem," sprak Iwan rustig, ter wijl hij! zijn gast de thee aanschoof. „Zijh bloed te storten is krij'gsmansplicht." Marpha zag hem angstig aan met zwij;- gende welsprekendheid. „Nul, wie weet niet dat Thophimitch de zaken altijd duister inziet?" vroeg een jeugdig landman. „Dat komt van de ervaring der jaren. De oorlog vermindert geenszins de belas ting, en wie zal werken om die te betalen, wanneer er op het dorp niet anders blij ven dan grijshards en kinderen?" „Het zal onzen wakkeren krijgslieden niet veel tijd kosten om den Turk uit de Dardanellen te verjagen," sprak de dat echter reeds tijdens de voorbereiding is gestrand. Van den minister van Onderwijs a. i,, die in luttele weken tijds de onderwijspa- ragraaf van het Bezuinigingsontwerp had herzien, konden voorstellen, als waarop wij hier doelden, niet woTden verwacht. Want er zijn omstandigheden, welke aan een snel tot stand komen van zooda nige reorganisatie in den weg staan. Vooreerst is daarvoor noodig een gron dige wetenschappelijke voorbereiding en daaraan ontbreekt thans nog veel. Dan moet men er mee rekenen, dat 't bij het onderwijs slechts aankomt op de uit voerende personen. Een wijziging in de techniek van het onderwijs vraagt een aanpassing van de betrokkenen, welke zich niet op korten termijn laat forceeren. Maar dit mag er niet toe leiden de ge dachte aan de hervorming van ons school stelsel prijs te geven! Terecht wordt daarop gewezen in een adres, dat het hoofdbestuur der Maat schappij tot Nut van 't Algemeen dezer dagen tot den minister van Onderwijs (toen nog ad interim) heeft gericht. Behalve op den zakelijken kant vestigt dit adres ook de aandacht op de inoreele zijde van de zaak. Wij stemmen van harte in met onder staande zinsneden: Het in uitzicht stellen van een onder- wijsreorganisatie naast de te nemen be zuinigingsmaatregelen heeft behalve za kelijke beteekrnis in dezen tijd van nood nog een verdere more-ele strekking. Bezuiniging zonder meer kweekt een mentaliteit van doffe berusting onder de onderwijzers en opvoeders der jeugd. Het woord „afbraak" ligt thans reeds bestor ven op den mond van ieder, die door be zuiniging op een of andere wijzei getroffen wordt of dreigt te worden getroffen. Dé gedachte aan „opbouw" moet daarnaast zij het mogelijk daarvoor in de plaats gesteld worden, zal die doffe berusting niet overgaan in wrevelig verzet". Wij hopen en vertrouwen, dat de mins ter het óók zoo zal zal zien. MIDDELBURGSCHE BRIEVEN. Amice, Het leven is vol van tegenstellingen. Zoo bereikten mij twee drukwerken, waarvan het eene genoemd zou kunnen worden een brok menschelijke ellende in cijfers en het andere een opwekking tot lachen eïi vergeten. Het eerste betreft het jaarverslag van de Districts-Arbeidsbeurs te Middelburg over het jaar 1934. Uit dat verslag blijkt wel duidelijk hoe ook onze gemeente zwaar getroffen wordt door het kwaad der werkloosheid. Het is een verslag met lange reeksen cijfers, die aangroeien tot groote getallen en daarin veelsoortige zorg en kommer weerspiegelen. Voor iemand, die graag wil werken, doch ner gens werk kan bekomen, is de werk loosheidsperiode een ramp. Niet alleen, dat zoo iemand financiëel zwaar getrof fen wordt, ook moreel is het een slag in het gezicht. Bij velen kweekt het een min derwaardigheidsgevoel, een langdurige werkloosheidsperiode maakt ze ook in derdaad minder arbeidsgeschikt. Boven dien is er dan nog de toenemende zorg in het gezin. Moeder de vrouw moet vech ten tegen een verkeerden geest, die lang zaam maar zeker terrein tracht te ver overen in alle woningen, maar v.n.l. in de woningen der werkloozen. En vaak helpt dat vechten dan niet. De atmos feer raakt van lieverlede geladen. De opgroeiende kinderen worden onrustig en straks misschien ook uitgestooten door de maatschappij. Dan is de voedings bodem voor socialistische, communisti sche, fascistische propagandaplantjes uit nemend geschikt en als de bijbel in den hoek gesmeten is en het gebed afgeschaft, kan alleen de nieuwe beweging of de nieuwe leus of het nieuwe wel vaartsplan uitkomst brengen. Dat staat allemaal niet in dat verslag te lezen. Daar is wel uit te halen, dat maar circa 5 van de werkzoekenden ook werkelijk geplaatst wordt. Dat de steun- verleening bijna een bedrag van 2 ton vorderde. Dat aan werkverschaffing cir ca 75.000 gulden werd besteed, dat de werkloozenkassen ruim 52000 gulden uit betaalden en de arbeiders zelf ruim 20.000 gulden bijdroegen. Verder staat er in te lezen, dat 1934 i schoolmeester, die iets van aardrijkskunde wist. „Evenmin als om de banier des kruises te Konstantinopel te planten", hernam vader Wassiii. „Het is hoog tijd, dat de St. Sofia een Christelijke kerk wordt. Hoé schoon zal de dag zijin, waarop die van de o-nge-loovigen wordt gezuiverd!'' Laat in den nacht ging men uiteen, na een luid hoerah te hebben doen klinken voor den Keizer, als verdediger der ver drukte Christenen, en voor de edele krij gers, die de verlossing zouden uitvoeren. Het was of de uitkomst reeds een feit was, en alsof de Russen zich reeds te Konstantinopel bevonden. Vader Wassiii was trotsch op zijn over reding. D'e landlieden verwijderden zich met hem en het gezin bleef alleen. Marpha verzamelde het overschot van den maaltijd en legde het kind, dat op haar schoot sliep, ter rust. Toen sliepen allen, behalve zijzelve. Zij had niet mee gepraat, maar te meer overdacht. Kwam er oorlog, dan zou haar man worden op geroepen en danzou zij hem ooit te rugzien? II. Er waren reeds vier weken verloopen sedert de otorlog verklaard was, en nog kon aangemerkt als een jaar van bizon der groote werkloosheid, maar dit jaar zal nog erger zijn. En alle hoopvol pers pectief voor de naaste toekomst ont breekt nog. Daartegenover staat het zonnige keu rige drukwerkje van de Zeto. Zeeu wen toonen ook nu nog durf en ondernemingsgeest te bezitten. En Zeeuw- sche en andere zakenlui toonen dien durf en ondernemingszin te waardeeren en doen mee. En achter den historischen gevel van de St. Joris verdwijnen straks de uit alle deelen van Zeeland toestroo- mende kijklustigen om in de knusse tentoonstellingszalen van dit mooie ge bouw de verschillende nijverheidsproduc ten te bewonderen. De in den tuin opgestelde attracties zorgen, dat de bezoekers voldoende door stroomen en zich niet al te lang ophou den in de zalen. Na het nuttige het aan gename. Tentoonstellingen zonder attrac- tracties zonder, tentoonstelling zou nog tracties zonder tentoonsteling zou nog beter gaan. Gezien b.v., dat sommige be zoekers aan de Wereldtentoonstelling te Brussel van hun beschikbaren tijd be steden aan bootje varen in enkele meters wateroppervlak, autootje rijden op nog kleiner terrein, verder wat zweven of schommelen, of er althans naar kijken. Blijft dus de vraag: zijn de tentoonstel lingen er om de attracties of de attracties om de tentoonstellingen? Wie geeft het antwoord? Groetend, STENTOR. Ingezonden Mededeeling. voor Manufacturen. Dames- en Kinderconfectle Tapijten - Gordijnen Bedden - Ledikanten en aanverwante artikelen Is GOES HULST PERSOONLIJKE BESTRIJDING. Mag de Overheid dit toelaten? In de „Rotterdammer" wordt gewezen op de persoonlijke bestrijding, waarin het orgaan der N.S.B. zijn kracht schijtot te zoeken. Niet het minst hij' het publice-e- ren van zijn spotprenten gaat „Vova" veel verder dan eenig blad in ons land. „Wij! hebben reeds meermalen gewezen op de gezag-om der mijn en de en grof belee- digende artikelen en caricaturen van de N. S. B. Is dan alles maar geoorloofd in ons land? Het schijnt soms, of niet tot de overheid doordringt, wat men daar aan durft. Daarom vestigen we -ditmaal eens bijf- zonder de aandacht op de schandelijke plaat in het laatste nummer, waarin Co- lijln is afgebeeld met de homger als mede werker achter hem. „Weest rustig," vermaant Dr Colijln, en de Honger reageert daarop: „Maak u niet ongerust, Excellentie, Op miji kunt u reke nen; ik maak alles rustig". Wij vragen, niet voor het eerst, maar met klimmende ernst en groote nadruk: Is ten onzent alles toelaatbaarP Stel u voor, dat een tegenstander zich in de toekomstige staat van de N.S.B. zoo iets permitteerde DE UNIE-COLLECTE 1935. .maar maak eerst voor mij een kleinen koek daarvan. 1 Koningen 17 13. Weer klopt de Unie-bode aan 'de deur van uw hart, om aan u een bewijs -der liefde te vragen voor onze Scholen met den Bijhei. Weer neemt 'deze bode de vrijmoedig heid u te wijzen op den grooten -zegen, welken God ons in -deze scholen geschon ken heeft, en op de heilige roeping tot dankbaarheid, waartoe -die zegen ons van 's Heeren -we-ge verplicht. En weer kan deze bode niet van u gaan, voordat gij in de aan schoons tradities rijke Unie-collecte uw gave afgezonderd hebt en 'daarin uitgesproken, dat gij de had Iwan geen bevel gekregen om uit te trekken. Hiji besloot in de stad inlichtin gen te gaan vragen, en vernam daar dat de soldaten van zijh afdeeling zich te Mois- con bijl hun legercorps moesten aansluiten. Thuis gekomen vertelde hij! dit rustig aan zijn vrouw. Zij werd bleek, maar weende niet. Iwan gevoelde een-ige aandoening bij het zien van haar droefheid; hij nam zijn dochtertje in de armen, en terwijl hij het kind liefkoosde, vielen er een paar tranen op het blonde hoofdje. Maar dit alles duurde slechts een oogenblik. Hiji zette de kleine neder en ging weer aan het werk. Den dag vóórdat hiji moest uittrekken werden de laatste toebereidselen gemaakt. De soldaat maakte zijh geweer scho'on, poetste zijn 'hooge laarzen en borstelde zijn jas af. Met een vol gemoed voorzag Marpha den ransel van haar man van het ruaodig- ste, en vergat niet er een beeldje van den heiligen Nicolaas, den wonderdoener, bij te voegen. „Mogelijk zal de heilige ook een wonder verrichten om mijn Iwan te helpen," zeide de arme vrouw tot ziohzelve. „Misschien zal dit beeld hem beschermen tegen de ko gels van den vijland." De dag van vertrek was aangebroken. geschiedenis van den schoolstrijd niet ver geten -zijt, maar al uw krachten wilt in spannen om het pand, dat u toevertrouwd werd, ongerept te hewaren, tot heil van onze kinderen en tot -verheerlijking van dien God, Die Zijn verhoud houdt van ge slacht tot geslacht. Maaris er in deze moeilijke tijden voor onze Unie-collecte wel plaats? Durft -ge, vrijmoedige Unie-bode, in da gen van stoffelijke crisis bij ons aanklop pen, en hebt ge waarlijk moed om, waar overal de malaise en de werkloosheid den staf des broods breken, een inzameling te houden voor de Scholen met den Bijbel? Deedt ge niet heter dit jaar thuis te blij ven en zou niet ieder het billijken, wan neer ge, door den nood -gedrongen, dit maal aan uw schoone -gewoonte ontrouw waart? Er is zoo- weinig meer om te -geven en het schamele deel, dat we nog over hebben, behoeven we voor de vervulling van eigen 'behoeften. Enis er voor onze scholen nog zooveel -geld noodig? De regeerlng-skassen zijn immers niet ge sloten! Wel krimpen door de ij-zeren noodzaak 'der bezuiniging de inkomsten in, (maar de-ze inkrimping berteekent toch alleen, dat aan het -onderwijs -zijn weelde en niet -zijn brood ontnomen- wordt, en vraagt gij, Unie, niet te veel van ons, dat wij van het karig overschot, -dat ons ge laten werd, uw collecte-bus vullen? Unie bode, het spijt ons -zeer, maar ik heb maar een handvol meel meer en een weinig olie om er zelf van rond te komen Wat -zal de Unie-bode hierop antwoor den Hij weet slechts één antwoord, en dat bescheid op al uw bezwaren leest hij in -den Bijbel, die 'het onderwijs van uw kind beheerschen moet. Die Bijbel verte-lt hem van een -grooten nood, van een crisis, van een malaise, -die over Israël en de omliggende valken ge komen is. Maandenlang gloeit de hemel, zonder een regenstroom over de -aarde uit te 'gieten. Maandenlang brandt de zon, zoodat 'gras en loof verdort, ende nood begint 'te nijpen. De honger treedt de woningen binnen. Het dagelijksch brood1 wordt arm. En in die malaise zendt Go-d Zijn profeet Elia na-ar Zarfath hij Si-don, om daar onderhouden te worden door.een arme weduwe. Neen, niet -door een rijken herdersvorst. En ook niet door een welgestelden wijnhouwer. Maar door-een weduwe, die aam -de poort der stad hout sprokkelt om het vuur te stoken, en slechts een handvol meel en een weinig olie meer heeft om voor haar en haar zoon een koek te bakken. Armer kan het bijna niet. De „crisis" is hier wel erg scherp. Hoe kunt Gij, o God, Uw profeet naar die behoeftige vrouw sturen? Hoe durft gij, Elia, d© schamele woning van deze stakkerd binnen te gaan? Is dit nu kiesCh? Zijn 'dit barmhartigheden des Heeren? Wacht nuge -zijt met uw vragen niet klaar. Elia heeft voor die vrouw een bood schap. Ga heen, -zegt hij, bereid de koeken, maar maak eerst voor mij een 'kleinen koek daarvan, doch voor u en uw zoon zult gij daarna maken. Is dit niet beschamend? Eerst voor mij Hoe- is 'het mogelijk! Wat kunnen 'Gods profeten 'hard zijn. Maar ze -zijn niet 'hard, want ze vorde ren èn meel èn olie op voor -zich als dienst knechten -God-s, -dat is voor 'd-e -zaalk -des Heeren en voor d-e eer van Zijn Naam, en wanneer die arme weduwe voor den die naar 'Go-ds -den 'koek bereidt, zal -zij, er varen 'het -groote wonder, -dat 'het meel van de kruik niet verteerd -wor-dt en de olie in de flesch niet ontbreekt, en -de almachtige Vader in d-e hemelen haar en haar kind verzorgt door alle malaise 'en moeiten heen. Zelfs ontvangt ze haar zoon uit den dood terug. De zegen Gods is groot over haar. V Voor mij- eerst Zoo- mag 'het Koninkrijk -Gods vragen. Het stelt zich niet tevreden met over geschoten brokken. Het vordert een -deel van uw -goed, neen, van het goe-d, -dat God u toevertrouwde, omdat 'het 't rijk van Jezus Christus is. -Ook in onze tijden. Ook nu -de n-o-od feller gaat nijpen. Het was een heerlijke lentemorgen; een schitterende zonneschijn verlichtte het landschap, en vormde een pijinlijke tegen stelling met hetgeen er op het plein plaatsgreep. Vader Wassiii had zooeven een mis ge vierd voor de uittrekkende soldaten. Men kwam uit de kerk, en het afscheid nemen was begonnen met de droefheid en de tra nen, die daarbij behooren. D-aar stonden zes of zeven jonge man nen in de kracht des levens met de wape nen in de- hand en den ransel o-p den rug. Hun bejaarde ouders, hun vrouwen en kinderen verdrongen zich om hen heen. Aan alle kanten hoorde men zuchten en snikken, en daartusschen kinderlijke ont boezemingen. „Wat is vader mooi!" zeiden de kleinen, terwijl zij; in de handen klapten; en dan snikten de moeders nog luider dan tevo ren. Arme kinderen! Wat wisten zij van den oorlog? Iwan strand op den drempel van de kerk. Hij' droeg het jongste kind op den arm; Marpha had er de kracht niet toe. Bleek en bevend leu'nde zij1 tegen haar man, en zag -hem treurig aan, doch zon der tranen in de oogen. De kleine Macha trippelde om vader heen en Pavloucha keek hem met een soort van trots aan. In ons eigen land viel er weinig voor, dat we tot de zeer belangrijke feiten kun nen rekenen en daarom voor vermelding in ons weekoverzicht in aanmerking zou komen, 't Is wel om dankbaar voor te zijh, dat na de politieke spanning en bewogen heid rust kwam en dat 's lands toestand het veroorlooft, dat onze Vorstin en ver schillende ministers van hun vacantia ge nieten. Ook vele anderen mogen iu datzelfde voorrecht deelen. Vooral dank zij' het heer lijke zomerweer, waarmee we gezegend worden en dat ook 'otnze landbouwers in staat stelt wederom den oogst in prima conditie in de schuren te brengen, wordt er druk gereisd, gefietst enz. Werkelijk, ondanks de crisis, die zwaar op menig een drukt, zijh er toch ook velen, die van tal van weldaden mogen genie-ten, al wordt misschien, de Gever daarvan helaas maar al te dikwijls vergeten. Hoe zijh we b.v. bevoorrecht boven onze Oosterburen, al zijh er ook in ons land, die ons deze „zegeningen" willen bezor gen. Ondanks de strenge oensuur, de ge muilkorfde pers en de angst om zijn mee ning te durven uiten, blijkt toch wel, dat vele Duitschers ongeduldig worden, nu al meer duidelijk wordt, dat de fraaie belaften van Hitier en zijn trawanten niet in vervulling gaan, dat de economische en financieele positie van Duitsehland steeds hachelijker wordt, dat het leven voortdu rend -duurder wordt en dat de strijd en haat tegen de vrije kerk hoe langer hoe scherper vormen gaat aannemen. Ei- broeit dan ook wat., al zullen de machtheb- bers er wel alles op zetten, om dat te on derdrukken. Het Italiaansch-Abessynisch conflict, dat reeds zooveel weken duurt, begint al meer -dreigend te worden. De toon, die Mussolini aanslaat, belooft weinig goeds. Italië heeft behoefte aan expansie, aan meer koloniën en dus moet Ahbessynië er maa.r aan gelooven, moet het recht ver kracht en de Volkenbond genegeerd woor den. Koste wat kost, maar Italië wil zijn zin hebben. Met de besprekingen te Parijs is nu de laatste phase begonnen in de diplomatieke actie o-m voor -de diverse partijen een schikking te vinden. Mislukt ook deze po ging, dan is het woord aan den Volken- bondsraad, maar dan is tevens de geheele quaestie in een ander stadium gekomen, daar dan het oogenblik zal zijn aangebro ken voor de partijen om kleur te beken nen. Alles schijnt wel te wijlzen Op een mis lukking. Mussolini toch heeft zich in ver schillende redevoeringen vrijwel vastge legd en zich een eventueelen terugtocht we-1 heel moeilijk gemaakt. De openlijke oorlogsvoorbereiding is reeds te ver ge vorderd. Mussolini schijnt regelrecht op een oor log aan te sturen, wellicht om nog meer de held des volks te wo-rden en om zijln papieren een nog hoogeren koers te ge ven. Misschien zou hij nog wat inbinden, als hij tegenover zich een krachtig front zou vinden. De besprekingen te Londen zullen wel uitwijzen of dit inderdaad het geval is. Ook bij 'hout-lezend© we-duwen. De Unie-bode, die de Unie-collecte aan kondigt, is in -zijn vragen niet onbe schaamd. En gij zult ervaren, dat wanneer gij des Heeren zaak, ook ons Christelijk onderwijs met uw gaven gedenkt. Zijn zegen niet uitblijft. Van geven en offeren voor den arbeid des Koninkrijks is nog niemand arm geworden. Wel is in dien weg gebleken, dat het meel niet vermin derde en de olie niet ontbrak. Wel werd, wie uit liefde gaf, verrijkt. De God van Elia leeft nog, ja, Die. En in Zijn naam komt dit jaar de Unie-Bode uw bijdrage vragen in de Unie-collecte voor de School met den Bijbel. Hij laat zich niet ledig wegzenden. Geen malaise mag voor u reden zijn hem te weigeren. De hoogste belangen van uw kind staan op het spel. Voor mij eerst, zeide Elia. Zoo spreekt de profetische dienst, die voor God ijvert. Kunt en wilt gij het antwoord geven van Zarfaths weduwe? Ook voor de Scholen met dei) Bijbel? „O, was ik maar groot!" rie-p hij', „dan zou ik ook uittrekken met vader." „En zouden wiji dan geheel alleen ach ter moeten blijven, mo-eder en ik en het kindje?" zei de kleine Macha huilende. „Neen," zei vader, „hier kunt gij nut tiger wezen. Gijl zult een brave jongen zijn, niet waar? en mijn plaats bij mo-eder en de kleinen vervullen." De soldaat wischte zich de oogen af met de achterzijde van zijh mouw. Hij om helsde de drie kinderen, en drukte zijn vrouw in de armen, nadat hij' haar den zuigeling had teruggegeven. „Wees niet bedroefd, vroiuw. Indien het God behaagt kom ik terug, en zoo nietdan zal de Hleere voor u zorgen; Hij is de Vader van weduwen en weezen; Hij behoede en zegene u!" „Voorwaarts, marsch!" zeide hij. nu zoo flink als hij kon, terwijl hij' zich zachtjes losrukte uit de omhelzing zijner vrouw. Iwan was de oudste der soldaten, en in zijin kwaliteit van korporaal stelde hij zich aan het hoofd der afdeeling. „Voorwaarts, marsch!" herhaalde hij; O-ogenblikkelijk zette zich de kleine troep in beweging, en de verzamelde me nigte volgde. Biji de laatste huizen van het dorp bleef men stilstaan. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1935 | | pagina 5