DE ZEEUW
TWEEDE BLAD
Voor den Zondag
Eindelijk vereenigd.
HET ADRES
A. WILKING
Wat er deze week voorvieS
erke.
ineiland"
FEUILLETON
POT TEN
op
TUS 1935,
ir, in café
ie, in het
LUST",
rens, aan
weg, wijk
heilanden,
ikerke en
:amenlijke
75 c.A.
nden met
ven 1 No-
15 Novem-
UI S
in de ge-
aan den
vijk A no.
f 1 Gemet
nber 1935.
leente Se-
ordenaars-
50 c.A. of
'Ogst 1935.
wen A 85
en Dins-
10—12 en
ikaart ver-
ris en bij
25 cent
e van de
landerijen
irkrijgbaar
1 oproeper
ag van 25
n.
vf DISSEL
5TUS 1935
ke van de
I STRIEN
n:
ten her-
Suchte:
met Tuin,
vterreinen,
mder Drie-
nder Baar-
2 H.A. 90
o. notitiën
gbaar zijn
3 Notaris.
woonhuis
tot 4 uur
aan ge-
mtant:
DEL,
net noten
eik. Secre-
Brandkast
Spiegels,
ebehooren,
- en Aar-
benevens
rwerk.
ir vóór de
al
TUS 1935,
ïpelaar te
B. W.
n:
van den
der Bigge-
luur, Tuin
H.A. (1G.
>ouwen 1
logst 1935.
Woens-
1012 en
n een toe-
de Armen
VAN
ZATERDAG 17 AUG. 1935. No. 269.
V f
GODS GENADEGIFT.
De genadegift Gods is het
eeuwige leven. Rom. 6 23.
De bezoldiging der zonde is de dood.
De mensdh in zonde ontvangen en ge
boren heeft niets anders verdiend dan de
dood.
Toch is de wereld niet één woeste doods
vallei. Temidden van den dood handhaaft
zich het leven, het natuurlijke en het gees
telijke leven, dank zij de genadegift Gods.
De vraag rijst: hoe kan God de Heere,
die rechtvaardig is, den mensch zijn be
zoldiging onthouden en met een genade
gift tot hem komen? Vooral met de ge-
radegift van het eeuwige leven, dat
hier op aarde door Gods kinderen in be
ginsel genoten wordt, en hiernamaals in
volle zaligheid bezeten zal worden.
Het antwoord luidt: door Jezus Chris
tus onzen Heere. Hij, is de Borg en Midde
laar des Vertoonde. Hij heeft de schuld
voor Gods uitverkorenen volkomen betaald,
tot den laa'tsten penning. Hij heeft alle
zonden van Gods kinderen voor den Va
der verzoend. Hij: is opgewekt om onze
rechtvaardigmaking en heeft den dood
verslonden tot overwinning.
Nu roept de Vorst des levens aan Zijn
duurgekochte gemeente toe: Ik leef en 'gij
zult leven. Gij' 'hebt 'den dood verdiend,
maar Tk ben voor u dood geweest en leef
tot in allo eeuwigheid.
Christus Jezus heeft 'het leven verdiend
en verworven. Door Zijn kracht worden
wij' opgewekt tot het niéuwe leven. Uit
Zijne hand ontvangen we het leven in de
hemelsche heerlijkheid.
Ziende op ons zelf hebben we door onze
zonde niets dan den dood verdiend. In
dien dood ligt onze rechtvaardige bezol
diging.
Maar ziende op Christus Jezus, den
Verwinnaar van den dood, wordt het leven
ons door God den Heere geschonken als
een rijke, heerlijke genadegift. Hij' schenkt
en geeft dat leven uit 'goedheid zonder peil.
Die vrije genade, die eeuwige gunst, die
ongehoudene goedertierenheid, vraagt van
ons lof en dank voor Hem, 'die met die
gift ons voor eeuwig rijk en gelukkig
maakt.
CONSTRUCTIEVE ONDERWIJS
POLITIEK.
Het is, zegt de „Nederlander", niet zoo
moeilijk op de uitgaven voor onderwijs
te bezuinigen.
„Men heeft te doen met scholen, leer
lingen en onderwijzers. Dwingen de om
standigheden tot verlaging van de uitga
ven, dan ligt het voor de hand, het aan
tal scholen te verminderen, het aantal
leerlingen te beperken b.v. door hen op
hooger leeftijd toe te laten of hen eerder
te laten gaan of het aantal leerkrachten
in verhouding tot de schoolbevolking te
reduceeren. Vooral de laatste maatregel
is herhaaldelijk toegepast. De leerlingen-
schaal van de Lager Onderwijswet 1920
geniet als aanknoopingspunt voor bespa
ringsmaatregelen een zekere vermaard
heid.
Neen, zoo heel moeilijk is de bezuini
ging op de onderwijsuitgaven niet, vooral
wanneer naast de genoemde middelen ook
nog dat der salarisverlaging kan worden
gehanteerd.
Maar wèl moeilijk is zóó te bezuinigen,
dat men zich afvraagt hoe met de voor
het doel beschikbare gelden het hoogst
nuttige rendement kan worden verkre
gen.
Stelt men het zóó, dan moet het stre
ven naar bezuiniging leiden tot grondige
reorganisatie van het geheele Nederland-
sche onderwijssysteem. Dan is bezuini
gen niet afknappen, maar reconstrueeren.
Het is deze gedachte, welke minister
Marc'hant moet hebben bewogen bij de
opstelling van zijn Grondslagenontwerp,
4
Een verhaal uit het vroegere Rusland.
3.) ou_
„Wat mij, aangaat," zeide Trophimitch,
„ik acht den oorlog een droevige zaak.
De redenen tot den oorlog zullen wel goed
zijn maar ik herhaal het ,de oorlog is
een droevige zaak en
„Toch is er geen enkele Rus, die niet
met blijdschap zal antwoorden op 's Kei
zers roepstem," sprak Iwan rustig, ter
wijl hij! zijn gast de thee aanschoof. „Zijh
bloed te storten is krij'gsmansplicht."
Marpha zag hem angstig aan met zwij;-
gende welsprekendheid.
„Nul, wie weet niet dat Thophimitch de
zaken altijd duister inziet?" vroeg een
jeugdig landman.
„Dat komt van de ervaring der jaren.
De oorlog vermindert geenszins de belas
ting, en wie zal werken om die te betalen,
wanneer er op het dorp niet anders blij
ven dan grijshards en kinderen?"
„Het zal onzen wakkeren krijgslieden
niet veel tijd kosten om den Turk uit de
Dardanellen te verjagen," sprak de
dat echter reeds tijdens de voorbereiding
is gestrand.
Van den minister van Onderwijs a. i,,
die in luttele weken tijds de onderwijspa-
ragraaf van het Bezuinigingsontwerp had
herzien, konden voorstellen, als waarop
wij hier doelden, niet woTden verwacht.
Want er zijn omstandigheden, welke
aan een snel tot stand komen van zooda
nige reorganisatie in den weg staan.
Vooreerst is daarvoor noodig een gron
dige wetenschappelijke voorbereiding en
daaraan ontbreekt thans nog veel.
Dan moet men er mee rekenen, dat 't bij
het onderwijs slechts aankomt op de uit
voerende personen. Een wijziging in de
techniek van het onderwijs vraagt een
aanpassing van de betrokkenen, welke
zich niet op korten termijn laat forceeren.
Maar dit mag er niet toe leiden de ge
dachte aan de hervorming van ons school
stelsel prijs te geven!
Terecht wordt daarop gewezen in een
adres, dat het hoofdbestuur der Maat
schappij tot Nut van 't Algemeen dezer
dagen tot den minister van Onderwijs
(toen nog ad interim) heeft gericht.
Behalve op den zakelijken kant vestigt
dit adres ook de aandacht op de inoreele
zijde van de zaak.
Wij stemmen van harte in met onder
staande zinsneden:
Het in uitzicht stellen van een onder-
wijsreorganisatie naast de te nemen be
zuinigingsmaatregelen heeft behalve za
kelijke beteekrnis in dezen tijd van nood
nog een verdere more-ele strekking.
Bezuiniging zonder meer kweekt een
mentaliteit van doffe berusting onder de
onderwijzers en opvoeders der jeugd. Het
woord „afbraak" ligt thans reeds bestor
ven op den mond van ieder, die door be
zuiniging op een of andere wijzei getroffen
wordt of dreigt te worden getroffen. Dé
gedachte aan „opbouw" moet daarnaast
zij het mogelijk daarvoor in de plaats
gesteld worden, zal die doffe berusting
niet overgaan in wrevelig verzet".
Wij hopen en vertrouwen, dat de mins
ter het óók zoo zal zal zien.
MIDDELBURGSCHE BRIEVEN.
Amice,
Het leven is vol van tegenstellingen.
Zoo bereikten mij twee drukwerken,
waarvan het eene genoemd zou kunnen
worden een brok menschelijke ellende in
cijfers en het andere een opwekking tot
lachen eïi vergeten.
Het eerste betreft het jaarverslag van
de Districts-Arbeidsbeurs te Middelburg
over het jaar 1934. Uit dat verslag blijkt
wel duidelijk hoe ook onze gemeente
zwaar getroffen wordt door het kwaad
der werkloosheid. Het is een verslag met
lange reeksen cijfers, die aangroeien tot
groote getallen en daarin veelsoortige
zorg en kommer weerspiegelen. Voor
iemand, die graag wil werken, doch ner
gens werk kan bekomen, is de werk
loosheidsperiode een ramp. Niet alleen,
dat zoo iemand financiëel zwaar getrof
fen wordt, ook moreel is het een slag in
het gezicht. Bij velen kweekt het een min
derwaardigheidsgevoel, een langdurige
werkloosheidsperiode maakt ze ook in
derdaad minder arbeidsgeschikt. Boven
dien is er dan nog de toenemende zorg
in het gezin. Moeder de vrouw moet vech
ten tegen een verkeerden geest, die lang
zaam maar zeker terrein tracht te ver
overen in alle woningen, maar v.n.l. in
de woningen der werkloozen. En vaak
helpt dat vechten dan niet. De atmos
feer raakt van lieverlede geladen. De
opgroeiende kinderen worden onrustig en
straks misschien ook uitgestooten door
de maatschappij. Dan is de voedings
bodem voor socialistische, communisti
sche, fascistische propagandaplantjes uit
nemend geschikt en als de bijbel in den
hoek gesmeten is en het gebed afgeschaft,
kan alleen de nieuwe beweging of de
nieuwe leus of het nieuwe wel
vaartsplan uitkomst brengen.
Dat staat allemaal niet in dat verslag
te lezen.
Daar is wel uit te halen, dat maar
circa 5 van de werkzoekenden ook
werkelijk geplaatst wordt. Dat de steun-
verleening bijna een bedrag van 2 ton
vorderde. Dat aan werkverschaffing cir
ca 75.000 gulden werd besteed, dat de
werkloozenkassen ruim 52000 gulden uit
betaalden en de arbeiders zelf ruim
20.000 gulden bijdroegen.
Verder staat er in te lezen, dat 1934 i
schoolmeester, die iets van aardrijkskunde
wist.
„Evenmin als om de banier des kruises
te Konstantinopel te planten", hernam
vader Wassiii. „Het is hoog tijd, dat de
St. Sofia een Christelijke kerk wordt. Hoé
schoon zal de dag zijin, waarop die van
de o-nge-loovigen wordt gezuiverd!''
Laat in den nacht ging men uiteen, na
een luid hoerah te hebben doen klinken
voor den Keizer, als verdediger der ver
drukte Christenen, en voor de edele krij
gers, die de verlossing zouden uitvoeren.
Het was of de uitkomst reeds een feit
was, en alsof de Russen zich reeds te
Konstantinopel bevonden.
Vader Wassiii was trotsch op zijn over
reding. D'e landlieden verwijderden zich
met hem en het gezin bleef alleen.
Marpha verzamelde het overschot van
den maaltijd en legde het kind, dat op
haar schoot sliep, ter rust. Toen sliepen
allen, behalve zijzelve. Zij had niet mee
gepraat, maar te meer overdacht. Kwam
er oorlog, dan zou haar man worden op
geroepen en danzou zij hem ooit te
rugzien?
II.
Er waren reeds vier weken verloopen
sedert de otorlog verklaard was, en nog
kon aangemerkt als een jaar van bizon
der groote werkloosheid, maar dit jaar
zal nog erger zijn. En alle hoopvol pers
pectief voor de naaste toekomst ont
breekt nog.
Daartegenover staat het zonnige keu
rige drukwerkje van de Zeto. Zeeu
wen toonen ook nu nog durf en
ondernemingsgeest te bezitten. En Zeeuw-
sche en andere zakenlui toonen dien durf
en ondernemingszin te waardeeren en
doen mee. En achter den historischen
gevel van de St. Joris verdwijnen straks
de uit alle deelen van Zeeland toestroo-
mende kijklustigen om in de knusse
tentoonstellingszalen van dit mooie ge
bouw de verschillende nijverheidsproduc
ten te bewonderen.
De in den tuin opgestelde attracties
zorgen, dat de bezoekers voldoende door
stroomen en zich niet al te lang ophou
den in de zalen. Na het nuttige het aan
gename. Tentoonstellingen zonder attrac-
tracties zonder, tentoonstelling zou nog
tracties zonder tentoonsteling zou nog
beter gaan. Gezien b.v., dat sommige be
zoekers aan de Wereldtentoonstelling te
Brussel van hun beschikbaren tijd be
steden aan bootje varen in enkele meters
wateroppervlak, autootje rijden op nog
kleiner terrein, verder wat zweven of
schommelen, of er althans naar kijken.
Blijft dus de vraag: zijn de tentoonstel
lingen er om de attracties of de attracties
om de tentoonstellingen?
Wie geeft het antwoord?
Groetend,
STENTOR.
Ingezonden Mededeeling.
voor Manufacturen.
Dames- en Kinderconfectle
Tapijten - Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen Is
GOES
HULST
PERSOONLIJKE BESTRIJDING.
Mag de Overheid dit toelaten?
In de „Rotterdammer" wordt gewezen
op de persoonlijke bestrijding, waarin
het orgaan der N.S.B. zijn kracht schijtot
te zoeken. Niet het minst hij' het publice-e-
ren van zijn spotprenten gaat „Vova" veel
verder dan eenig blad in ons land.
„Wij! hebben reeds meermalen gewezen
op de gezag-om der mijn en de en grof belee-
digende artikelen en caricaturen van de
N. S. B. Is dan alles maar geoorloofd in
ons land? Het schijnt soms, of niet tot de
overheid doordringt, wat men daar aan
durft.
Daarom vestigen we -ditmaal eens bijf-
zonder de aandacht op de schandelijke
plaat in het laatste nummer, waarin Co-
lijln is afgebeeld met de homger als mede
werker achter hem.
„Weest rustig," vermaant Dr Colijln, en
de Honger reageert daarop: „Maak u niet
ongerust, Excellentie, Op miji kunt u reke
nen; ik maak alles rustig".
Wij vragen, niet voor het eerst, maar
met klimmende ernst en groote nadruk:
Is ten onzent alles toelaatbaarP
Stel u voor, dat een tegenstander zich in
de toekomstige staat van de N.S.B. zoo
iets permitteerde
DE UNIE-COLLECTE 1935.
.maar maak eerst voor mij
een kleinen koek daarvan.
1 Koningen 17 13.
Weer klopt de Unie-bode aan 'de deur
van uw hart, om aan u een bewijs -der
liefde te vragen voor onze Scholen met
den Bijhei.
Weer neemt 'deze bode de vrijmoedig
heid u te wijzen op den grooten -zegen,
welken God ons in -deze scholen geschon
ken heeft, en op de heilige roeping tot
dankbaarheid, waartoe -die zegen ons van
's Heeren -we-ge verplicht.
En weer kan deze bode niet van u gaan,
voordat gij in de aan schoons tradities
rijke Unie-collecte uw gave afgezonderd
hebt en 'daarin uitgesproken, dat gij de
had Iwan geen bevel gekregen om uit te
trekken. Hiji besloot in de stad inlichtin
gen te gaan vragen, en vernam daar dat
de soldaten van zijh afdeeling zich te Mois-
con bijl hun legercorps moesten aansluiten.
Thuis gekomen vertelde hij! dit rustig aan
zijn vrouw. Zij werd bleek, maar weende
niet. Iwan gevoelde een-ige aandoening bij
het zien van haar droefheid; hij nam zijn
dochtertje in de armen, en terwijl hij het
kind liefkoosde, vielen er een paar tranen
op het blonde hoofdje. Maar dit alles
duurde slechts een oogenblik. Hiji zette
de kleine neder en ging weer aan het
werk.
Den dag vóórdat hiji moest uittrekken
werden de laatste toebereidselen gemaakt.
De soldaat maakte zijh geweer scho'on,
poetste zijn 'hooge laarzen en borstelde
zijn jas af.
Met een vol gemoed voorzag Marpha
den ransel van haar man van het ruaodig-
ste, en vergat niet er een beeldje van den
heiligen Nicolaas, den wonderdoener, bij
te voegen.
„Mogelijk zal de heilige ook een wonder
verrichten om mijn Iwan te helpen," zeide
de arme vrouw tot ziohzelve. „Misschien
zal dit beeld hem beschermen tegen de ko
gels van den vijland."
De dag van vertrek was aangebroken.
geschiedenis van den schoolstrijd niet ver
geten -zijt, maar al uw krachten wilt in
spannen om het pand, dat u toevertrouwd
werd, ongerept te hewaren, tot heil van
onze kinderen en tot -verheerlijking van
dien God, Die Zijn verhoud houdt van ge
slacht tot geslacht.
Maaris er in deze moeilijke tijden
voor onze Unie-collecte wel plaats?
Durft -ge, vrijmoedige Unie-bode, in da
gen van stoffelijke crisis bij ons aanklop
pen, en hebt ge waarlijk moed om, waar
overal de malaise en de werkloosheid den
staf des broods breken, een inzameling te
houden voor de Scholen met den Bijbel?
Deedt ge niet heter dit jaar thuis te blij
ven en zou niet ieder het billijken, wan
neer ge, door den nood -gedrongen, dit
maal aan uw schoone -gewoonte ontrouw
waart? Er is zoo- weinig meer om te -geven
en het schamele deel, dat we nog over
hebben, behoeven we voor de vervulling
van eigen 'behoeften. Enis er voor
onze scholen nog zooveel -geld noodig?
De regeerlng-skassen zijn immers niet ge
sloten! Wel krimpen door de ij-zeren
noodzaak 'der bezuiniging de inkomsten
in, (maar de-ze inkrimping berteekent toch
alleen, dat aan het -onderwijs -zijn weelde
en niet -zijn brood ontnomen- wordt, en
vraagt gij, Unie, niet te veel van ons, dat
wij van het karig overschot, -dat ons ge
laten werd, uw collecte-bus vullen? Unie
bode, het spijt ons -zeer, maar ik heb maar
een handvol meel meer en een weinig olie
om er zelf van rond te komen
Wat -zal de Unie-bode hierop antwoor
den
Hij weet slechts één antwoord, en dat
bescheid op al uw bezwaren leest hij in
-den Bijbel, die 'het onderwijs van uw kind
beheerschen moet.
Die Bijbel verte-lt hem van een -grooten
nood, van een crisis, van een malaise, -die
over Israël en de omliggende valken ge
komen is. Maandenlang gloeit de hemel,
zonder een regenstroom over de -aarde
uit te 'gieten. Maandenlang brandt de zon,
zoodat 'gras en loof verdort, ende
nood begint 'te nijpen. De honger treedt
de woningen binnen. Het dagelijksch
brood1 wordt arm. En in die malaise zendt
Go-d Zijn profeet Elia na-ar Zarfath hij
Si-don, om daar onderhouden te worden
door.een arme weduwe. Neen, niet
-door een rijken herdersvorst. En ook niet
door een welgestelden wijnhouwer. Maar
door-een weduwe, die aam -de poort der
stad hout sprokkelt om het vuur te stoken,
en slechts een handvol meel en een weinig
olie meer heeft om voor haar en haar
zoon een koek te bakken. Armer kan het
bijna niet. De „crisis" is hier wel erg
scherp. Hoe kunt Gij, o God, Uw profeet
naar die behoeftige vrouw sturen? Hoe
durft gij, Elia, d© schamele woning van
deze stakkerd binnen te gaan? Is dit nu
kiesCh? Zijn 'dit barmhartigheden des
Heeren?
Wacht nuge -zijt met uw vragen
niet klaar.
Elia heeft voor die vrouw een bood
schap.
Ga heen, -zegt hij, bereid de koeken,
maar maak eerst voor mij een 'kleinen
koek daarvan, doch voor u en uw zoon
zult gij daarna maken.
Is dit niet beschamend?
Eerst voor mij
Hoe- is 'het mogelijk!
Wat kunnen 'Gods profeten 'hard zijn.
Maar ze -zijn niet 'hard, want ze vorde
ren èn meel èn olie op voor -zich als dienst
knechten -God-s, -dat is voor 'd-e -zaalk -des
Heeren en voor d-e eer van Zijn Naam, en
wanneer die arme weduwe voor den die
naar 'Go-ds -den 'koek bereidt, zal -zij, er
varen 'het -groote wonder, -dat 'het meel van
de kruik niet verteerd -wor-dt en de olie in
de flesch niet ontbreekt, en -de almachtige
Vader in d-e hemelen haar en haar kind
verzorgt door alle malaise 'en moeiten
heen. Zelfs ontvangt ze haar zoon uit den
dood terug. De zegen Gods is groot over
haar.
V
Voor mij- eerst
Zoo- mag 'het Koninkrijk -Gods vragen.
Het stelt zich niet tevreden met over
geschoten brokken. Het vordert een -deel
van uw -goed, neen, van het goe-d, -dat
God u toevertrouwde, omdat 'het 't rijk
van Jezus Christus is.
-Ook in onze tijden.
Ook nu -de n-o-od feller gaat nijpen.
Het was een heerlijke lentemorgen; een
schitterende zonneschijn verlichtte het
landschap, en vormde een pijinlijke tegen
stelling met hetgeen er op het plein
plaatsgreep.
Vader Wassiii had zooeven een mis ge
vierd voor de uittrekkende soldaten. Men
kwam uit de kerk, en het afscheid nemen
was begonnen met de droefheid en de tra
nen, die daarbij behooren.
D-aar stonden zes of zeven jonge man
nen in de kracht des levens met de wape
nen in de- hand en den ransel o-p den
rug. Hun bejaarde ouders, hun vrouwen
en kinderen verdrongen zich om hen heen.
Aan alle kanten hoorde men zuchten en
snikken, en daartusschen kinderlijke ont
boezemingen.
„Wat is vader mooi!" zeiden de kleinen,
terwijl zij; in de handen klapten; en dan
snikten de moeders nog luider dan tevo
ren. Arme kinderen! Wat wisten zij van
den oorlog?
Iwan strand op den drempel van de
kerk. Hij' droeg het jongste kind op den
arm; Marpha had er de kracht niet toe.
Bleek en bevend leu'nde zij1 tegen haar
man, en zag -hem treurig aan, doch zon
der tranen in de oogen. De kleine Macha
trippelde om vader heen en Pavloucha
keek hem met een soort van trots aan.
In ons eigen land viel er weinig voor,
dat we tot de zeer belangrijke feiten kun
nen rekenen en daarom voor vermelding
in ons weekoverzicht in aanmerking zou
komen, 't Is wel om dankbaar voor te zijh,
dat na de politieke spanning en bewogen
heid rust kwam en dat 's lands toestand
het veroorlooft, dat onze Vorstin en ver
schillende ministers van hun vacantia ge
nieten.
Ook vele anderen mogen iu datzelfde
voorrecht deelen. Vooral dank zij' het heer
lijke zomerweer, waarmee we gezegend
worden en dat ook 'otnze landbouwers in
staat stelt wederom den oogst in prima
conditie in de schuren te brengen, wordt
er druk gereisd, gefietst enz. Werkelijk,
ondanks de crisis, die zwaar op menig
een drukt, zijh er toch ook velen, die van
tal van weldaden mogen genie-ten, al
wordt misschien, de Gever daarvan helaas
maar al te dikwijls vergeten.
Hoe zijh we b.v. bevoorrecht boven onze
Oosterburen, al zijh er ook in ons land,
die ons deze „zegeningen" willen bezor
gen. Ondanks de strenge oensuur, de ge
muilkorfde pers en de angst om zijn mee
ning te durven uiten, blijkt toch wel, dat
vele Duitschers ongeduldig worden, nu
al meer duidelijk wordt, dat de fraaie
belaften van Hitier en zijn trawanten niet
in vervulling gaan, dat de economische en
financieele positie van Duitsehland steeds
hachelijker wordt, dat het leven voortdu
rend -duurder wordt en dat de strijd en
haat tegen de vrije kerk hoe langer hoe
scherper vormen gaat aannemen. Ei-
broeit dan ook wat., al zullen de machtheb-
bers er wel alles op zetten, om dat te on
derdrukken.
Het Italiaansch-Abessynisch conflict,
dat reeds zooveel weken duurt, begint al
meer -dreigend te worden. De toon, die
Mussolini aanslaat, belooft weinig goeds.
Italië heeft behoefte aan expansie, aan
meer koloniën en dus moet Ahbessynië er
maa.r aan gelooven, moet het recht ver
kracht en de Volkenbond genegeerd woor
den. Koste wat kost, maar Italië wil zijn
zin hebben.
Met de besprekingen te Parijs is nu de
laatste phase begonnen in de diplomatieke
actie o-m voor -de diverse partijen een
schikking te vinden. Mislukt ook deze po
ging, dan is het woord aan den Volken-
bondsraad, maar dan is tevens de geheele
quaestie in een ander stadium gekomen,
daar dan het oogenblik zal zijn aangebro
ken voor de partijen om kleur te beken
nen.
Alles schijnt wel te wijlzen Op een mis
lukking. Mussolini toch heeft zich in ver
schillende redevoeringen vrijwel vastge
legd en zich een eventueelen terugtocht
we-1 heel moeilijk gemaakt. De openlijke
oorlogsvoorbereiding is reeds te ver ge
vorderd.
Mussolini schijnt regelrecht op een oor
log aan te sturen, wellicht om nog meer
de held des volks te wo-rden en om zijln
papieren een nog hoogeren koers te ge
ven.
Misschien zou hij nog wat inbinden, als
hij tegenover zich een krachtig front zou
vinden. De besprekingen te Londen zullen
wel uitwijzen of dit inderdaad het geval is.
Ook bij 'hout-lezend© we-duwen.
De Unie-bode, die de Unie-collecte aan
kondigt, is in -zijn vragen niet onbe
schaamd.
En gij zult ervaren, dat wanneer gij
des Heeren zaak, ook ons Christelijk
onderwijs met uw gaven gedenkt. Zijn
zegen niet uitblijft. Van geven en offeren
voor den arbeid des Koninkrijks is nog
niemand arm geworden. Wel is in dien
weg gebleken, dat het meel niet vermin
derde en de olie niet ontbrak. Wel werd,
wie uit liefde gaf, verrijkt. De God van
Elia leeft nog, ja, Die. En in Zijn naam
komt dit jaar de Unie-Bode uw bijdrage
vragen in de Unie-collecte voor de School
met den Bijbel. Hij laat zich niet ledig
wegzenden. Geen malaise mag voor u
reden zijn hem te weigeren. De hoogste
belangen van uw kind staan op het spel.
Voor mij eerst, zeide Elia.
Zoo spreekt de profetische dienst, die
voor God ijvert.
Kunt en wilt gij het antwoord geven
van Zarfaths weduwe?
Ook voor de Scholen met dei) Bijbel?
„O, was ik maar groot!" rie-p hij', „dan
zou ik ook uittrekken met vader."
„En zouden wiji dan geheel alleen ach
ter moeten blijven, mo-eder en ik en het
kindje?" zei de kleine Macha huilende.
„Neen," zei vader, „hier kunt gij nut
tiger wezen. Gijl zult een brave jongen
zijn, niet waar? en mijn plaats bij mo-eder
en de kleinen vervullen."
De soldaat wischte zich de oogen af met
de achterzijde van zijh mouw. Hij om
helsde de drie kinderen, en drukte zijn
vrouw in de armen, nadat hij' haar den
zuigeling had teruggegeven. „Wees niet
bedroefd, vroiuw. Indien het God behaagt
kom ik terug, en zoo nietdan zal de
Hleere voor u zorgen; Hij is de Vader
van weduwen en weezen; Hij behoede en
zegene u!"
„Voorwaarts, marsch!" zeide hij. nu zoo
flink als hij kon, terwijl hij' zich zachtjes
losrukte uit de omhelzing zijner vrouw.
Iwan was de oudste der soldaten, en
in zijin kwaliteit van korporaal stelde hij
zich aan het hoofd der afdeeling.
„Voorwaarts, marsch!" herhaalde hij;
O-ogenblikkelijk zette zich de kleine
troep in beweging, en de verzamelde me
nigte volgde. Biji de laatste huizen van het
dorp bleef men stilstaan.
(Wordt vervolgd.)