Wat gebeurt er in Duitschland
AKKERTJES
DINSDAG 13 AUGUSTUS 1935
DAGBLAD VOOR DE PROVINCIE ZEELAND
4Se JAARGANG - No. 265
Buitenland
Belangrijkste Nieuws
Binnenland
Uitg.: N.V. Uitgevers-Maatschappij „Luctor et
Emergn" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw".
Bureaux Lange Vorststraat 70, Goes.
Telefoonnummer 11,
Postchèque en Girorekening 41455.
Bijkantoor Middelburg: Fa BOEKHANDEL
J. J. FANOY, Lange Burg B 16, Tel. 28.
Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA.
Abonnementsprijs f2.50 per kwartaal,
weekabonnementen voor Middelburg, Goes en
Vlissingen f0.20. Losse nummers 5 cent.
Advertentilin 30 cent per regel, Ingezonden
modedeolingcn 00 eent por regoi, Kleine
Advertentiön Dinsdags en Vrijdags f 0.75, bij
vooruitbetaling. Onder letter of motto f 0.85.
Bij contract belangrijke korting.
Van officieele zijde in Duitschland heeft
men niet nagelaten er steeds weer op te
wijzen, dat de overwinning van het Nati-
onaal-Socialisme volkomen was. Men zou
zoo werd betoogd hoogstens van
10 pet. twijfelaars kunnen spreken, die
van de zegeningen van het nieuwe regime
nog niet ten volle waren overtuigd, maar
het loonde toch niet de moeite aan deze
groep bijzondere aandacht te schenken.
Een gedeelte van hen zou, door de er
varing geleerd, de groote waardij van het
Nationaal-Socialisme erkennen en de rest
een kleine groep onverzoenlijken zou
door de machtsmiddelen, waarover het
Derde Rijk beschikt in den vorm van con
centratiekampen e.d. zonder eenige moei
te in bedwang worden gehouden.
Mooier kan het dus al niet.
Maar zie, nu heeft de Fü'hrer het noo-
dig geoordeeld een geweldige rede te hou
den, die den indruk wekt, dat zeer ern
stige gevaren het nieuwe regime bedrei
gen. Men gebruikt toch niet een zwaren
moker om een vlieg te verjagen?
Men brengt toch niet een kanon in
stelling om een paar lastige muisjes on
schadelijk te maken?
Bij het lezen van de dreigementen Zon
dag door Hitier geuit, komt dus vanzelf
de vraag op: Wat gebeurt er in Duitsch
land? Wat is er gaande?
Bij de bespreking van deze vragen zegt
de „N. R. Crt" o.m.:
„Wij kennen allen wel de reeks van
ernstige, en steeds klimmende moeilijkhe
den, waarmede het Derde Rijk te kampen
heeft. Sommigen ervan zijn op grond van
objectieve gegevens, uit cijfers die offici
eel toegegeven of niet bestreden worden,
vast te stellen. Dat de financieele
toestand ellendig is, is geen geheim,
al zijn de staatsfinanciën nu wèl tot een
geheim gemaakt. Men is tot het verbor
gen houden van de begrootingscijfers pas
overgegaan, toen het geheele begrip be
grooting een aanfluiting was geworden.
Dat men de middelen van de spaarban
ken, van de levensverzekeringen en ten
slotte van de industrie achtereenvolgens
is gaan lens pompen 'krachtens speciaal
daarvoor uitgevaardigde verordeningen,
was slechts één van de verschijnselen, die
bewijzen hoe hoog de nood gestegen is.
Hoe het met de mogelijkheid van beta
lingen naar buiten staat, weten ontelbare
landgenooten, als schuldeischers of leve
ranciers, te goed, dan dat men dit nader
zou hoeven uiteen te zetten. De Duitsche
uitvoer holt achteruit. De industrie zelf
moest een fonds bijeenbrengen, waarmede
men den uitvoer door subsidieering zou
forceeren, maar de bijeengebrachte som is
teleurstellend uitgevallen. Dat het met den
voorraad grondstoffen niet bijster goed
staat, is al evenzeer bekend. Andere be
hoeften moesten wijken voor die van de
wapenindustrie.
In den laatsten tijd zijn nog andere ver
schijnselen naar buiten duidelijker gewor
den. Wij krijgen nu nadere bijzonderhe
den over prijzen van levensmiddelen on
der oogen, en die prijzen staan buiten ver
houding tot de lage loonen. Wij hoor en
van schaarschte ten opzichte van voor
den Duitscher belangrijke levensbehoeften,
van beperking in den detailverkoop van
vleesch. Men constateert in Duitschland
officeel een opmerkelijk sterken achter
uitgang in het houden van honden. De
kranten vinden voortdurend minder le
zers.
Ondanks de sterke bevordering van de
radio bleken de ingeschreven luisteraars
in de vorige maand alleen met 72.722
stuks verminderd. Beide laatste verschijn
selen hoeven niet van economischen aard
te zijn. Zij kunnen samenhangen met een
moreele vermoeidheid, met een beuheid
van propaganda en van naar één model
gefatsoeneerde berichtgeving. Maar men
hoeft in ieder geval niet te zoeken, als
men objectieve teekenen van algemeene
malaise voor het bewind wil aanwijzen.
Dan zijn er verschijnselen, wier bestaan
slechts op grond van subjectiever gege
vens kan geconstateerd worden. Dat er
groote ontevredenheid in Duitschland
heerscht, dat de opgedrongen leerstellin
gen, dat de terreur tegenover andersden
kenden en „vreemden van ras" door een
groot aantal Düitschers, die in hun ele
mentaire gevoelens als fatsoenlijke lieden
niet veranderd zijn, slecht verdragen wor
den, mag men krachtens vele gegevens en
berichten veilig aannemen. Vaststellen,
'gelijk bovenstaande objectieve verschijn
selen, kan men ze bezwaarlijk, daar bij
iedere controle angst de uiting ervan on
derdrukt.
Dat echter dit alles bij elkaar voor het
regime reeds redenen tot vrees zou kun
nen opleveren, was ons niet bekend. Het
tegendeel is veeleer waar. Wij zagen geen
centrum, waarvan verzet zou kunnen uit
gaan.
Het Duitsche volk kan, ofschoon onte
vreden, heel lang heel veel verdragen.
Men heeft het tijdens den oorlog gezien.
Dat de spanningen thans reeds groot ge
noeg zouden zijn om een gevaar op te le
veren voor het regime, lijkt ons onwaar
schijnlijk.
Wij zouden dus aan geen gevaar den
ken, als niet de nationaal-socialistische
leiders daar voortdurend over spraken.
Nu hebben wij het weer van Hitier ge
hoord. „Onze tegenstanders moeten zich
niet vergissen. Wij zijn nog nooit den
strijd uit den weg gegaan. Wanneer zij
strijd wenschen, kunnen wij hem hebben".
Hij sprak nog van „verpletteren van den
vijand". Het waren alles groote woorden,
waarin een defensieven klank, alsof Hit-
Ier een, voor anderen onzichtbaren, mach
tigen vijand op het oog had, niet te mis
kennen viel.
Zou dat alles alléén tegen de Katho
lieke kerk gericht zijn? Van dien kant
dreigt geen onmiddellijk gevaar. En waar
om zou Hitier de bestaande tegenstelling
door dergelijke, zenuwachtig aandoende
dreigementen, prikkelen? Hij sprak als
een leider, die ernstige moeilijkheden voor
zich ziet, „hamerslagen der Voorzienig
heid, die ons eerst goed hard en sterk
zullen maken", zooals hij het uitdrukte,
en voor de naaste toekomst vreest.
Zooals hij spreekt niet een man, die
volgens het programma van den vorigen
herfst, bezig is de laatste tien procent
twijfelaars onder de kiesgerechtigden in
Duitschland moreel te veroveren, waarme
de hij voor het overige een groot eind op
weg moest zijn.
Men zou aan een rhetorisch warm loo-
pen van den ouden agitator kunnen den
ken, dat op zichzelf niets te beteekenen
heeft, wanneer niet Goebbels, Lutze en
andere leiders van links, in den laatsten
tijd op dezelfde wijze gesproken hadden.
De nieuwe vervolgingen tegen de katho
lieken, het nu pas ten volle ontketenen van
Streicher tegen de Joden, het wild te keer
gaan tegen reeds lang lamgeslagenen, als
of de strijd nu pas tegen hen moest be
ginnen, het in een gevestigd regiem de
rechterlijke macht die toch al, door de
volksrechtbanken, gerevolutioneerd en
aan de oude rechtsopvattingen en rechts-
methoden onttrokken is ondergeschikt
maken aan een, administratief vonnissen
de en eigen vonnissen executeerende gesta-
po, zie, dat wijst alles op een onzekerheid,
waarvan wij de oorzaak onmogelijk kun
nen zien, maar slechts uit deze verschijn
selen kunnen gissen".
HET ITAL1AANSCH-ABESSYNISCH
GESCHIL.
Het oorlogsgevaar steeds dreigender.
In een toespraak tot de burgerlijke,
militaire en kerkelijke overheidspersonen
heeft de negus van Abessynië o.a. gezegd:
„Hoewel het niet mogelijk is de resul
taten van de drie-mogendheden-conferen-
tie van Parijs, waartoe wij' geen ui'tnoodi-
gïng 'hebben ontvangen, te voorspellen, na
dert het einde van de regen-periode en
niettegenstaande alle pogingen om een
vreedzame oplossing van het conflict 'te
vinden, zendt Italië nog steeds troepen en
oorlogsmateriaal naar zijn beide koloniën.
Het oorlogsgevaar wordt steeds dreigen
der, doch wij hébben nog onze hoop geves
tigd op den Volkenbond.
Wij vestigen onze hoop vooral op Enge
land en Frankrijk. Ethiopië is bereid
loyaal samen te werken met alle landen,
die zonder met ras of religie rekening te
houden, openhartig met Abessynië zullen
samenwerken, doch het land zal nooit iets
aanvaarden, dat de onafhankelijkheid in
gevaar zou brengen, de souvereiniteit zou
verminderen of het prestige van den kei
zer, het volk, of het leger zou aantasten."
De keizer besloot met de verklaring, dat
Abessynië zich ingeval van oorlog tot den
laatsten ademtocht zal verdedigen.
Het Abessynische leger.
Ingeval het tot een oorlog komt met
Italië, 'zal de keizer van Abessynië zeven
legerkorpsen, omvattende meer dan
600.000 man, in het veld brengen.
In het geheim is men thans bezig met
den 'grootsten spoed voorbereidingen te
treffen voor de verdediging van het land
Een kwart millioen mannen zijn door de
regeering voorzien van wapenen en muni
tie; de overigen zorgen zelf voor hun uit
rusting. Eenige der legers zullen met
prinsen van koninklijken bloede aan het
hoofd ten strijde trekken.
De zeven legers bestaan uit elk 30 regi
menten, omvattende 3000 man. Het aantal
geweren, waarover Abessynië beschikt,
wordt door sommigen op 300.000, door an
deren weer op een inillioen geschat. Abes
synië bezit, naar men gelooft, 200 kanon
nen, doch omtrent de bruikbaarheid hier
van verkeert men in het onzekere, daar
enkele ervan nog van 1860 zouden datee
ren. Het aantal machinegeweren wordt op
350 a 400 geschat, evenals het aantal auto
matische snelvuurgeweren.
Het land bezit voorts acht vliegtuigen,
doch slechts zes hiervan zijn op het oogen-
bliik te gebruiken. Abessynië hoopt, dat
het buitengewone uithoudingsvermogen
van zijn soldaten en de snelheid waarmede
zij zich kunnen verplaatsen, hun moed en
vurig patriottisme veel van het gebrek aan
organisatie en modern oorlogsmateriaal
zullen vergoeden.
De Negus biedt gebledsafstand aan.
De Negus van Abessynië heeft in een
interview met een correspondent van Ha-
vas o.a. verklaard, dat hij onder zekere
voorwaarden bereid zou zijn tot gebieds-
afstand in het Ogaden-district, waar Wal-
Wal in gelegen is.
Van Italiaansche zijde hecht men aan
deze verklaring weinig of geen waarde.
Ogaden is een woestijnachtig gebied, dat
weinig of geen belang heeft en Abessynië
wil er voor in de plaats natuurlijk een
haven krijgen, wat niet de bedoeling van
Italië is.
Te Londen is men daarentegen van mee
ning, dat het aanbod van den Negus zeer
belangrijk geacht moet worden. Hij komt
daardoor terug op het voorstel dat Eden
indertijd deed (aanbod van een strook land
in Britsch 'Somaliland met de 'haven
Zeila) en dat Mussolini, zooals men zich
herinneren zal, van de hand wees. Men
doet te Londen zelfs opmerken, dat het
aanbod van den Negus verder gaat dan
Eden's voorstellen, die geen politieke con
cessies beoogden.
EEN SCHERPE REDE VAN HITLER
TEGEN DE STAATSVIJANDEN.
Naar aanleiding van het feit, dat de
afdeeling Rosenheim (Opper-Beieren) van
de nationaal-socialistische partij vijftien
jaar bestaat, heeft Hitier aldaar een rede
gehouden voor een vergadering van par
tijleiders.
Hij herinnerde aan den tijd, dat hij
vijftien jaar geleden voor het eerst te
Rosenheim een rede hield. Het lot dezer
kleine afdeeling moet voor ons allen een
leer zijn, aldus spreker. Toen stonden wij
één tegen tien, thans staan negen dee-
len van het Duitsche volk tegenover één
deel twijfelaars. Toen hebben wij niet
gecapituleerd, en nu doen we het dus
zeker niet.
Nadat eerst Minister Wagner een hef
tige rede had gehouden tegen de „vijan
den", het politiek katholicisme en het
Jodendom, kwam de Führer aan het
woord.
Onze tegenstanders moeten zich niet
vergissen, riep Hitier uit. Wij zijn nog
nooit den strijd uit den weg gegaan.
Wanneer zij strijd willen, kunnen zij
hem hebben! Wij zullen hen verplette
ren, zoodat hun voor de volgende veer
tien jaar de gedachte aan een voortzet
ting van den strijd zal vergaan.
Onder stormachtige blijken van instem
ming verklaarde de rijkskanselier: „Tot
hen, die meenen, dat zij alleen den zegen
des Hemels in pacht hebben, zeg ik: Vijf
tien jaar geleden had ik alleen mijn ge
loof en mijn wil. Thans is de beweging
Duitschland; thans heeft zij het Duitsche
volk veroverd en vorm gegeven aan het
rijk. Zou dat mogelijk zijn geweest zon
der den zegen van den Almachtige? Of
willen misschien degenen, die Duitsch
land destijds geruïneerd hebben, beweren,
dat op h u n werk Gods zegen heeft ge
rust? Wat wij zijn, zijn wij geworden
niet tegen, doch met den wil der Voor
zienigheid. En zoolang wij trouw, eerlijk
en moedig zijn, aan ons groot werk ge-
looven en niet zwichten, zullen wij den
zegen der Voorzienigheid behouden.
Als degenen, die Duitschland in 15
jaar te gronde gericht hebben, thans met
het oog op hetgeen de nationaal-socialis-
ten hebben opgebouwd, meenen, dat de
dageraad voor hen schijnt aan te breken,
dan antwoord ik hun: „Dat zoudt ge wel
willen, nu er weer iets te ruïneeren valt!"
De Führer herinnerde aan de zware
beproevingen, welke de beweging in de
afgeloopen 15 jaar heeft doorstaan en
verklaarde: „Wanneer het lot ons in de
toekomst weer op de proef wil stellen,
dan zullen die hamerslagen der Voor
zienigheid ons pas goed hard en sterk
maken.
„En de afgeloopen jaren hebben ons
nog iets geleerd: wee het volk, dat niet
bereid is, zijn vrijheid en onafhankelijk
heid zelf te beschermen! Niemand kan
in twijfel trekken, dat Duitschland thans
een andere positie in de wereld inneemt
dan 2% jaar geleden. Sociaal geluk is
onmogelijk in een staat, welks onder
danen onderworpen zijn aan een vreem
den wil. Ik ben er van overtuigd, dat
niemand ter wereld ons rijk meer kan
aanvallen.
Wij willen den vrede, wij willen op
bouwen; overal bij ons is er werk, werk
en nog eens werk. Zooals wij den vrede
wenschen, zoo dienen ook andere volken
den vrede te willen. En wie onzen vrede
verstoren wil, zal niet meer stuiten op
een volk van pacifisten, maar op een
volk van mannen! Reeds dit feit zal meer
tot den vrede bijdragen dan al het ge
praat!"
Hitier schetste vervolgens den weg,
dien het nationaal-socialisme in de toe
komst zal bewandelen. Het doel is, de
eenheid van het volk steeds meer te
verdiepen, tot het een volkomen aaneen
gesloten geheel vormt.
Wordt dit bereikt, aldus spreker, dan
geloof ik even onwrikbaar aan de toe
komst als ik 15 jaar geleden aan den
huidigen toestand heb geloofd. Ik durf
te voorspellen, dat over 5000 jaar onze
vaan het kleinood van het geheele
Duitsche volk zal zijn!"
Sprinkhanenplaag te Dljon.
Sedert eenige dagen reeds wordt Dijlon,
maar A.N.P. van daar meldt, geplaagd
door zwermen sprinkhanen, die de inwo
ners der stad op straat en zelfs in hun
woningen hinderen. Er warden tegen deze
plaag krachtige maatregelen genomen,
doch zonder succes. Steeds komen nieuwe
zwermen van buiten in de stad aan.
Groote droogte in Hongarije.
Hoewel in de afgeloopen week op ver
schillende plaatsen regen is gevallen, is
dit te laat geweest, om tg voorkomen, dat
de droiogte groote schade heeft aangericht,
waardoor vooral de veeteelt is getroffen.
De poesta van Hortobagy, 't centrum van
de veeteelt, lijkt een woestijn en de boe
renbond te Debreczin heeft den minister
van landbouw vergunning gevraagd, het
vee over te brengen naar de parken in de
omgeving van Debreczin, waar men notg
over voldoende gras beschikt. In vele ge
vallen zdj'n de dieren reeds zoo verzwakt,
dat zij1 met wagens naar het nieuwe wei
degebied moeten worden vervoerd. De
prijs van het veevoeder is zoodanig geste
gen, dat het voor de meeste boeren 'onbe
taalbaar is.
Op sommige plaatsen is het vee tenge
volge van voedselgebrek bezweken. De
bronnen zijn uitgedroogd en in eenige ge
bieden, waar ook graan verbouwd wordt,
heeft men de stoomdorschmachines buiten
bedrijf gesteld, 'omdat deze te veel water
gebruiken.
Engeland verhindert credietverleenlng
aan Italië.
De Londensche correspondent van de
„Echo de Paris" schrijft ten aanzien van
de Britsohe houding in het Italiaansch-
Abessynische conflicht, dat Engeland al
les zal doen, om Italië de mogelijkheid
van vijandelijkheden te ontnemen.
De Bri'tsche oppositie tegen Italië wordt
eiken dag sterker.
Mussolini 'heeft vergeefs getracht in En
geland crediet te krijgen en ook te Was
hington zijn van Britsche zijde stappen ge
daan, teneinde te voorkomen, dat Italië in
Amerika crediet krijgt. Bovendien is En
geland vast besloten eventueel het Suez-
fcanaal te sluiten.
Verder zijn stappen gedaan bij de Fran-
sohe banken om een crediet aan Italië te
verhinderen.
Korte Berichten.
Tijdens een vliegwedstrijd te Tous-
sus-le-Noble, is een vliegtuig neergestort.
De drie inzittenden zijn verbrand.
De vlieger Jewsejef heeft een nieuw
Russisch hoogterecord gevestigd door ge
durende anderhalf uur met zijn toestel op
een hoogte van ruim 11.000 meter te blijl-
ven vliegen. De temperatuur bedroeg 51
graden onder nul en Jewsejef was voor
zien van een zuurstofmasker.
Bij Praag is een autobus op een
tro'ep legionairs en sokals ingereden, die
op weg waren naar de onthulling van
een gedenksteen. Vier menschen werden
gedood, vier zwaar en velen licht gewond.
Alle Fransche dagbladen van 11 Aug.
zijn door de politie te Berlijn in beslag
genomen.
Een vrouW te Gladbeck, die een aan
plakbiljet „Deutschland, horch auf" tegen
het katholicisme had afgescheurd, is tot
vijf maanden gevangenisstraf veroordeeld.
Op een spoorwegovergang te Mon
treal is een auto door een trein ge gre
pen. Zes inzittenden van de auto werden
gedood.
Bij een uitstapje in het Monte-Rosa-
gebied zijn op den Mont-Nery drie Spaan-
sche Jezuieten, een geestelijke en twee
seminaristen, verongelukt. Hun lijken
werden door Italiaansche berggidsen ge
borgen.
Binnenland.
Minister Colijn met vacantie.
De organisatie van den itarwehandel.
Een oproep van den Oecumenischen Raad..
De tocht van de K VIII.
Buitenland.
Groote droogte in Hongarije.
Dreigende oorlog Italië-Abessynië.
LUIT. WIJTEMA IN NEDERLAND.
Onderhoud met den ondercommandant
van de K 18.
Het K. L. M.-vliegtuig de Lijster kwam
gisteravond om 12 minuten over 6 op
Schiphol aan, met aan boord luit. ter zee
M. S. Wijtema, ondercommandant van
de K 18, die met toestemming van den
Minister van Defensie en van den com
mandant van de marine in Indië met
'n Beet j e hoofdpijn, 'n beet j e kou
gevat, heelemaal zoo onprettig
doordat Ge het eigenlijk veel
te druk hebt gehad en te wei
nig geslapen. Neem vanavond
een of twee "AKKERTJES" en
Nederlandsch 9a vro?9 naar bed. Morgen-
Product ochtend staat Ge als een an-
der mensch op, vol energie
253S33 on roemt dit kostelijke middel.
Per 12 stuks slechts 52 cent.
Volgens recept van Apotheker Dumont
KKER.CACHETS
extra verlof naar Nederland is gekomen
om te helpen met de montage van de film
over het leven aan boord van de K 18,
welke film hij opgenomen heeft voor Po
lygoon, die deze film spoedig in de Ne-
derlandsche cinema's hoopt te laten draai
en.
Over den tocht van de K 18 vertelde
de heer Wijtema.
De tocht van de K 18 is schitterend ge
weest, ongelooflijk aardig en interessant.
Het succes ten opzichte van de goede be
trekkingen met het buitenland is volko
men geweest, evenals het versterken van
de banden met de Hollanders in den
vreemde. Ook de banden tusschen deze
Nederlanders zelf in die landen werden
weer nauwer aangehaald door ons bezoek.
Men kwam weer eens tezamen, men was
tezamen trotsch op ons schip, men maak
te nieuwe plannen voor de toekomst enz.
In Montevideo was in geen 23 of 25
jaar een Nederlandsch oorlogsschip ge
weest, dus u kunt begrijpen hoe ons be
zoek de Nederlanders tezamen bracht. In
Zuid-Afrika heerschte een overweldigende
stemming onder de Hollanders die daar
wonen.
Onze reis is heel wat lichter gemaakt
door hetgeen de menschen in Holland ge
daan hebben door middel van het Comité
„Onze Marine". Ik kan u verzekeren, zoo
ging luit. Wijtema voort, dat dit een ont
zaglijken indruk gemaakt heeft op allen
aan boord.
Dat alles hield er de stemming in en we
konden dan ook steeds een goed figuur
slaan in het buitenland. We konden dus
op zijn allerbest aan het buitenland too-
nen ons mooie product: de Hollandsche
scheepsbouw. Dat mort u niet onderschat
ten. We kregen bv. bezoek in Argentinië
aan boord van den minister van marine,
die met groote belangstelling van alles
kennis nam en alles bezichtigde. Diezelf
de minister is in Argentinië belast met
den aankoop van sleepbooten, baggerma
chines enz. voor het rijk, en het is dus
van veel belang dat bij weet, wat wij kun
nen presteeren.
Onze onderzeeër is dan ook een prach
tig schip. De groote reis werd onderno
men om de K 18 te beproeven voor zoo
ver het lang blijven op zee betreft, het
geen in Indië een eerste vereischte is. Die
proef is schitterend geslaagd. We hebben
heel veel slecht weer gehad, al hadden we
ook mooie gedeelten. We hebben alle ha
vens binnen kunnen loopen in perfecte
conditie. De kleinigheden die er waren op
zoo'n lange reis, zijn de moeite van het
noemen niet waard. Ook onze radio-in
stallatie werkte schitterend. We hadden
ze blijkbaar in Nederland zoo verwend,
dat, toen er eens een draad stuk was en
we niet als gewoon 23 maal per dag
contact met Nederland konden krijgen,
men al gauw dacht, dat er heel wat aan
de hand was.
Het leven aan boord is gekenmerkt ge
weest door een perfecte stemming. Ik vaar
nu al 10 jaar op onderzeebooten, aldus
de heer Wijtema, ik heb ook de lange reis
met de K 13 meegemaakt, maar zoo'n ab
soluut 'harmonische stemming heb in nog
nooit meegemaakt. Dat is nog te opval
lender als men er rekening mee houdt,