Wat gebeurt er in Duitschland AKKERTJES DINSDAG 13 AUGUSTUS 1935 DAGBLAD VOOR DE PROVINCIE ZEELAND 4Se JAARGANG - No. 265 Buitenland Belangrijkste Nieuws Binnenland Uitg.: N.V. Uitgevers-Maatschappij „Luctor et Emergn" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw". Bureaux Lange Vorststraat 70, Goes. Telefoonnummer 11, Postchèque en Girorekening 41455. Bijkantoor Middelburg: Fa BOEKHANDEL J. J. FANOY, Lange Burg B 16, Tel. 28. Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA. Abonnementsprijs f2.50 per kwartaal, weekabonnementen voor Middelburg, Goes en Vlissingen f0.20. Losse nummers 5 cent. Advertentilin 30 cent per regel, Ingezonden modedeolingcn 00 eent por regoi, Kleine Advertentiön Dinsdags en Vrijdags f 0.75, bij vooruitbetaling. Onder letter of motto f 0.85. Bij contract belangrijke korting. Van officieele zijde in Duitschland heeft men niet nagelaten er steeds weer op te wijzen, dat de overwinning van het Nati- onaal-Socialisme volkomen was. Men zou zoo werd betoogd hoogstens van 10 pet. twijfelaars kunnen spreken, die van de zegeningen van het nieuwe regime nog niet ten volle waren overtuigd, maar het loonde toch niet de moeite aan deze groep bijzondere aandacht te schenken. Een gedeelte van hen zou, door de er varing geleerd, de groote waardij van het Nationaal-Socialisme erkennen en de rest een kleine groep onverzoenlijken zou door de machtsmiddelen, waarover het Derde Rijk beschikt in den vorm van con centratiekampen e.d. zonder eenige moei te in bedwang worden gehouden. Mooier kan het dus al niet. Maar zie, nu heeft de Fü'hrer het noo- dig geoordeeld een geweldige rede te hou den, die den indruk wekt, dat zeer ern stige gevaren het nieuwe regime bedrei gen. Men gebruikt toch niet een zwaren moker om een vlieg te verjagen? Men brengt toch niet een kanon in stelling om een paar lastige muisjes on schadelijk te maken? Bij het lezen van de dreigementen Zon dag door Hitier geuit, komt dus vanzelf de vraag op: Wat gebeurt er in Duitsch land? Wat is er gaande? Bij de bespreking van deze vragen zegt de „N. R. Crt" o.m.: „Wij kennen allen wel de reeks van ernstige, en steeds klimmende moeilijkhe den, waarmede het Derde Rijk te kampen heeft. Sommigen ervan zijn op grond van objectieve gegevens, uit cijfers die offici eel toegegeven of niet bestreden worden, vast te stellen. Dat de financieele toestand ellendig is, is geen geheim, al zijn de staatsfinanciën nu wèl tot een geheim gemaakt. Men is tot het verbor gen houden van de begrootingscijfers pas overgegaan, toen het geheele begrip be grooting een aanfluiting was geworden. Dat men de middelen van de spaarban ken, van de levensverzekeringen en ten slotte van de industrie achtereenvolgens is gaan lens pompen 'krachtens speciaal daarvoor uitgevaardigde verordeningen, was slechts één van de verschijnselen, die bewijzen hoe hoog de nood gestegen is. Hoe het met de mogelijkheid van beta lingen naar buiten staat, weten ontelbare landgenooten, als schuldeischers of leve ranciers, te goed, dan dat men dit nader zou hoeven uiteen te zetten. De Duitsche uitvoer holt achteruit. De industrie zelf moest een fonds bijeenbrengen, waarmede men den uitvoer door subsidieering zou forceeren, maar de bijeengebrachte som is teleurstellend uitgevallen. Dat het met den voorraad grondstoffen niet bijster goed staat, is al evenzeer bekend. Andere be hoeften moesten wijken voor die van de wapenindustrie. In den laatsten tijd zijn nog andere ver schijnselen naar buiten duidelijker gewor den. Wij krijgen nu nadere bijzonderhe den over prijzen van levensmiddelen on der oogen, en die prijzen staan buiten ver houding tot de lage loonen. Wij hoor en van schaarschte ten opzichte van voor den Duitscher belangrijke levensbehoeften, van beperking in den detailverkoop van vleesch. Men constateert in Duitschland officeel een opmerkelijk sterken achter uitgang in het houden van honden. De kranten vinden voortdurend minder le zers. Ondanks de sterke bevordering van de radio bleken de ingeschreven luisteraars in de vorige maand alleen met 72.722 stuks verminderd. Beide laatste verschijn selen hoeven niet van economischen aard te zijn. Zij kunnen samenhangen met een moreele vermoeidheid, met een beuheid van propaganda en van naar één model gefatsoeneerde berichtgeving. Maar men hoeft in ieder geval niet te zoeken, als men objectieve teekenen van algemeene malaise voor het bewind wil aanwijzen. Dan zijn er verschijnselen, wier bestaan slechts op grond van subjectiever gege vens kan geconstateerd worden. Dat er groote ontevredenheid in Duitschland heerscht, dat de opgedrongen leerstellin gen, dat de terreur tegenover andersden kenden en „vreemden van ras" door een groot aantal Düitschers, die in hun ele mentaire gevoelens als fatsoenlijke lieden niet veranderd zijn, slecht verdragen wor den, mag men krachtens vele gegevens en berichten veilig aannemen. Vaststellen, 'gelijk bovenstaande objectieve verschijn selen, kan men ze bezwaarlijk, daar bij iedere controle angst de uiting ervan on derdrukt. Dat echter dit alles bij elkaar voor het regime reeds redenen tot vrees zou kun nen opleveren, was ons niet bekend. Het tegendeel is veeleer waar. Wij zagen geen centrum, waarvan verzet zou kunnen uit gaan. Het Duitsche volk kan, ofschoon onte vreden, heel lang heel veel verdragen. Men heeft het tijdens den oorlog gezien. Dat de spanningen thans reeds groot ge noeg zouden zijn om een gevaar op te le veren voor het regime, lijkt ons onwaar schijnlijk. Wij zouden dus aan geen gevaar den ken, als niet de nationaal-socialistische leiders daar voortdurend over spraken. Nu hebben wij het weer van Hitier ge hoord. „Onze tegenstanders moeten zich niet vergissen. Wij zijn nog nooit den strijd uit den weg gegaan. Wanneer zij strijd wenschen, kunnen wij hem hebben". Hij sprak nog van „verpletteren van den vijand". Het waren alles groote woorden, waarin een defensieven klank, alsof Hit- Ier een, voor anderen onzichtbaren, mach tigen vijand op het oog had, niet te mis kennen viel. Zou dat alles alléén tegen de Katho lieke kerk gericht zijn? Van dien kant dreigt geen onmiddellijk gevaar. En waar om zou Hitier de bestaande tegenstelling door dergelijke, zenuwachtig aandoende dreigementen, prikkelen? Hij sprak als een leider, die ernstige moeilijkheden voor zich ziet, „hamerslagen der Voorzienig heid, die ons eerst goed hard en sterk zullen maken", zooals hij het uitdrukte, en voor de naaste toekomst vreest. Zooals hij spreekt niet een man, die volgens het programma van den vorigen herfst, bezig is de laatste tien procent twijfelaars onder de kiesgerechtigden in Duitschland moreel te veroveren, waarme de hij voor het overige een groot eind op weg moest zijn. Men zou aan een rhetorisch warm loo- pen van den ouden agitator kunnen den ken, dat op zichzelf niets te beteekenen heeft, wanneer niet Goebbels, Lutze en andere leiders van links, in den laatsten tijd op dezelfde wijze gesproken hadden. De nieuwe vervolgingen tegen de katho lieken, het nu pas ten volle ontketenen van Streicher tegen de Joden, het wild te keer gaan tegen reeds lang lamgeslagenen, als of de strijd nu pas tegen hen moest be ginnen, het in een gevestigd regiem de rechterlijke macht die toch al, door de volksrechtbanken, gerevolutioneerd en aan de oude rechtsopvattingen en rechts- methoden onttrokken is ondergeschikt maken aan een, administratief vonnissen de en eigen vonnissen executeerende gesta- po, zie, dat wijst alles op een onzekerheid, waarvan wij de oorzaak onmogelijk kun nen zien, maar slechts uit deze verschijn selen kunnen gissen". HET ITAL1AANSCH-ABESSYNISCH GESCHIL. Het oorlogsgevaar steeds dreigender. In een toespraak tot de burgerlijke, militaire en kerkelijke overheidspersonen heeft de negus van Abessynië o.a. gezegd: „Hoewel het niet mogelijk is de resul taten van de drie-mogendheden-conferen- tie van Parijs, waartoe wij' geen ui'tnoodi- gïng 'hebben ontvangen, te voorspellen, na dert het einde van de regen-periode en niettegenstaande alle pogingen om een vreedzame oplossing van het conflict 'te vinden, zendt Italië nog steeds troepen en oorlogsmateriaal naar zijn beide koloniën. Het oorlogsgevaar wordt steeds dreigen der, doch wij hébben nog onze hoop geves tigd op den Volkenbond. Wij vestigen onze hoop vooral op Enge land en Frankrijk. Ethiopië is bereid loyaal samen te werken met alle landen, die zonder met ras of religie rekening te houden, openhartig met Abessynië zullen samenwerken, doch het land zal nooit iets aanvaarden, dat de onafhankelijkheid in gevaar zou brengen, de souvereiniteit zou verminderen of het prestige van den kei zer, het volk, of het leger zou aantasten." De keizer besloot met de verklaring, dat Abessynië zich ingeval van oorlog tot den laatsten ademtocht zal verdedigen. Het Abessynische leger. Ingeval het tot een oorlog komt met Italië, 'zal de keizer van Abessynië zeven legerkorpsen, omvattende meer dan 600.000 man, in het veld brengen. In het geheim is men thans bezig met den 'grootsten spoed voorbereidingen te treffen voor de verdediging van het land Een kwart millioen mannen zijn door de regeering voorzien van wapenen en muni tie; de overigen zorgen zelf voor hun uit rusting. Eenige der legers zullen met prinsen van koninklijken bloede aan het hoofd ten strijde trekken. De zeven legers bestaan uit elk 30 regi menten, omvattende 3000 man. Het aantal geweren, waarover Abessynië beschikt, wordt door sommigen op 300.000, door an deren weer op een inillioen geschat. Abes synië bezit, naar men gelooft, 200 kanon nen, doch omtrent de bruikbaarheid hier van verkeert men in het onzekere, daar enkele ervan nog van 1860 zouden datee ren. Het aantal machinegeweren wordt op 350 a 400 geschat, evenals het aantal auto matische snelvuurgeweren. Het land bezit voorts acht vliegtuigen, doch slechts zes hiervan zijn op het oogen- bliik te gebruiken. Abessynië hoopt, dat het buitengewone uithoudingsvermogen van zijn soldaten en de snelheid waarmede zij zich kunnen verplaatsen, hun moed en vurig patriottisme veel van het gebrek aan organisatie en modern oorlogsmateriaal zullen vergoeden. De Negus biedt gebledsafstand aan. De Negus van Abessynië heeft in een interview met een correspondent van Ha- vas o.a. verklaard, dat hij onder zekere voorwaarden bereid zou zijn tot gebieds- afstand in het Ogaden-district, waar Wal- Wal in gelegen is. Van Italiaansche zijde hecht men aan deze verklaring weinig of geen waarde. Ogaden is een woestijnachtig gebied, dat weinig of geen belang heeft en Abessynië wil er voor in de plaats natuurlijk een haven krijgen, wat niet de bedoeling van Italië is. Te Londen is men daarentegen van mee ning, dat het aanbod van den Negus zeer belangrijk geacht moet worden. Hij komt daardoor terug op het voorstel dat Eden indertijd deed (aanbod van een strook land in Britsch 'Somaliland met de 'haven Zeila) en dat Mussolini, zooals men zich herinneren zal, van de hand wees. Men doet te Londen zelfs opmerken, dat het aanbod van den Negus verder gaat dan Eden's voorstellen, die geen politieke con cessies beoogden. EEN SCHERPE REDE VAN HITLER TEGEN DE STAATSVIJANDEN. Naar aanleiding van het feit, dat de afdeeling Rosenheim (Opper-Beieren) van de nationaal-socialistische partij vijftien jaar bestaat, heeft Hitier aldaar een rede gehouden voor een vergadering van par tijleiders. Hij herinnerde aan den tijd, dat hij vijftien jaar geleden voor het eerst te Rosenheim een rede hield. Het lot dezer kleine afdeeling moet voor ons allen een leer zijn, aldus spreker. Toen stonden wij één tegen tien, thans staan negen dee- len van het Duitsche volk tegenover één deel twijfelaars. Toen hebben wij niet gecapituleerd, en nu doen we het dus zeker niet. Nadat eerst Minister Wagner een hef tige rede had gehouden tegen de „vijan den", het politiek katholicisme en het Jodendom, kwam de Führer aan het woord. Onze tegenstanders moeten zich niet vergissen, riep Hitier uit. Wij zijn nog nooit den strijd uit den weg gegaan. Wanneer zij strijd willen, kunnen zij hem hebben! Wij zullen hen verplette ren, zoodat hun voor de volgende veer tien jaar de gedachte aan een voortzet ting van den strijd zal vergaan. Onder stormachtige blijken van instem ming verklaarde de rijkskanselier: „Tot hen, die meenen, dat zij alleen den zegen des Hemels in pacht hebben, zeg ik: Vijf tien jaar geleden had ik alleen mijn ge loof en mijn wil. Thans is de beweging Duitschland; thans heeft zij het Duitsche volk veroverd en vorm gegeven aan het rijk. Zou dat mogelijk zijn geweest zon der den zegen van den Almachtige? Of willen misschien degenen, die Duitsch land destijds geruïneerd hebben, beweren, dat op h u n werk Gods zegen heeft ge rust? Wat wij zijn, zijn wij geworden niet tegen, doch met den wil der Voor zienigheid. En zoolang wij trouw, eerlijk en moedig zijn, aan ons groot werk ge- looven en niet zwichten, zullen wij den zegen der Voorzienigheid behouden. Als degenen, die Duitschland in 15 jaar te gronde gericht hebben, thans met het oog op hetgeen de nationaal-socialis- ten hebben opgebouwd, meenen, dat de dageraad voor hen schijnt aan te breken, dan antwoord ik hun: „Dat zoudt ge wel willen, nu er weer iets te ruïneeren valt!" De Führer herinnerde aan de zware beproevingen, welke de beweging in de afgeloopen 15 jaar heeft doorstaan en verklaarde: „Wanneer het lot ons in de toekomst weer op de proef wil stellen, dan zullen die hamerslagen der Voor zienigheid ons pas goed hard en sterk maken. „En de afgeloopen jaren hebben ons nog iets geleerd: wee het volk, dat niet bereid is, zijn vrijheid en onafhankelijk heid zelf te beschermen! Niemand kan in twijfel trekken, dat Duitschland thans een andere positie in de wereld inneemt dan 2% jaar geleden. Sociaal geluk is onmogelijk in een staat, welks onder danen onderworpen zijn aan een vreem den wil. Ik ben er van overtuigd, dat niemand ter wereld ons rijk meer kan aanvallen. Wij willen den vrede, wij willen op bouwen; overal bij ons is er werk, werk en nog eens werk. Zooals wij den vrede wenschen, zoo dienen ook andere volken den vrede te willen. En wie onzen vrede verstoren wil, zal niet meer stuiten op een volk van pacifisten, maar op een volk van mannen! Reeds dit feit zal meer tot den vrede bijdragen dan al het ge praat!" Hitier schetste vervolgens den weg, dien het nationaal-socialisme in de toe komst zal bewandelen. Het doel is, de eenheid van het volk steeds meer te verdiepen, tot het een volkomen aaneen gesloten geheel vormt. Wordt dit bereikt, aldus spreker, dan geloof ik even onwrikbaar aan de toe komst als ik 15 jaar geleden aan den huidigen toestand heb geloofd. Ik durf te voorspellen, dat over 5000 jaar onze vaan het kleinood van het geheele Duitsche volk zal zijn!" Sprinkhanenplaag te Dljon. Sedert eenige dagen reeds wordt Dijlon, maar A.N.P. van daar meldt, geplaagd door zwermen sprinkhanen, die de inwo ners der stad op straat en zelfs in hun woningen hinderen. Er warden tegen deze plaag krachtige maatregelen genomen, doch zonder succes. Steeds komen nieuwe zwermen van buiten in de stad aan. Groote droogte in Hongarije. Hoewel in de afgeloopen week op ver schillende plaatsen regen is gevallen, is dit te laat geweest, om tg voorkomen, dat de droiogte groote schade heeft aangericht, waardoor vooral de veeteelt is getroffen. De poesta van Hortobagy, 't centrum van de veeteelt, lijkt een woestijn en de boe renbond te Debreczin heeft den minister van landbouw vergunning gevraagd, het vee over te brengen naar de parken in de omgeving van Debreczin, waar men notg over voldoende gras beschikt. In vele ge vallen zdj'n de dieren reeds zoo verzwakt, dat zij1 met wagens naar het nieuwe wei degebied moeten worden vervoerd. De prijs van het veevoeder is zoodanig geste gen, dat het voor de meeste boeren 'onbe taalbaar is. Op sommige plaatsen is het vee tenge volge van voedselgebrek bezweken. De bronnen zijn uitgedroogd en in eenige ge bieden, waar ook graan verbouwd wordt, heeft men de stoomdorschmachines buiten bedrijf gesteld, 'omdat deze te veel water gebruiken. Engeland verhindert credietverleenlng aan Italië. De Londensche correspondent van de „Echo de Paris" schrijft ten aanzien van de Britsohe houding in het Italiaansch- Abessynische conflicht, dat Engeland al les zal doen, om Italië de mogelijkheid van vijandelijkheden te ontnemen. De Bri'tsche oppositie tegen Italië wordt eiken dag sterker. Mussolini 'heeft vergeefs getracht in En geland crediet te krijgen en ook te Was hington zijn van Britsche zijde stappen ge daan, teneinde te voorkomen, dat Italië in Amerika crediet krijgt. Bovendien is En geland vast besloten eventueel het Suez- fcanaal te sluiten. Verder zijn stappen gedaan bij de Fran- sohe banken om een crediet aan Italië te verhinderen. Korte Berichten. Tijdens een vliegwedstrijd te Tous- sus-le-Noble, is een vliegtuig neergestort. De drie inzittenden zijn verbrand. De vlieger Jewsejef heeft een nieuw Russisch hoogterecord gevestigd door ge durende anderhalf uur met zijn toestel op een hoogte van ruim 11.000 meter te blijl- ven vliegen. De temperatuur bedroeg 51 graden onder nul en Jewsejef was voor zien van een zuurstofmasker. Bij Praag is een autobus op een tro'ep legionairs en sokals ingereden, die op weg waren naar de onthulling van een gedenksteen. Vier menschen werden gedood, vier zwaar en velen licht gewond. Alle Fransche dagbladen van 11 Aug. zijn door de politie te Berlijn in beslag genomen. Een vrouW te Gladbeck, die een aan plakbiljet „Deutschland, horch auf" tegen het katholicisme had afgescheurd, is tot vijf maanden gevangenisstraf veroordeeld. Op een spoorwegovergang te Mon treal is een auto door een trein ge gre pen. Zes inzittenden van de auto werden gedood. Bij een uitstapje in het Monte-Rosa- gebied zijn op den Mont-Nery drie Spaan- sche Jezuieten, een geestelijke en twee seminaristen, verongelukt. Hun lijken werden door Italiaansche berggidsen ge borgen. Binnenland. Minister Colijn met vacantie. De organisatie van den itarwehandel. Een oproep van den Oecumenischen Raad.. De tocht van de K VIII. Buitenland. Groote droogte in Hongarije. Dreigende oorlog Italië-Abessynië. LUIT. WIJTEMA IN NEDERLAND. Onderhoud met den ondercommandant van de K 18. Het K. L. M.-vliegtuig de Lijster kwam gisteravond om 12 minuten over 6 op Schiphol aan, met aan boord luit. ter zee M. S. Wijtema, ondercommandant van de K 18, die met toestemming van den Minister van Defensie en van den com mandant van de marine in Indië met 'n Beet j e hoofdpijn, 'n beet j e kou gevat, heelemaal zoo onprettig doordat Ge het eigenlijk veel te druk hebt gehad en te wei nig geslapen. Neem vanavond een of twee "AKKERTJES" en Nederlandsch 9a vro?9 naar bed. Morgen- Product ochtend staat Ge als een an- der mensch op, vol energie 253S33 on roemt dit kostelijke middel. Per 12 stuks slechts 52 cent. Volgens recept van Apotheker Dumont KKER.CACHETS extra verlof naar Nederland is gekomen om te helpen met de montage van de film over het leven aan boord van de K 18, welke film hij opgenomen heeft voor Po lygoon, die deze film spoedig in de Ne- derlandsche cinema's hoopt te laten draai en. Over den tocht van de K 18 vertelde de heer Wijtema. De tocht van de K 18 is schitterend ge weest, ongelooflijk aardig en interessant. Het succes ten opzichte van de goede be trekkingen met het buitenland is volko men geweest, evenals het versterken van de banden met de Hollanders in den vreemde. Ook de banden tusschen deze Nederlanders zelf in die landen werden weer nauwer aangehaald door ons bezoek. Men kwam weer eens tezamen, men was tezamen trotsch op ons schip, men maak te nieuwe plannen voor de toekomst enz. In Montevideo was in geen 23 of 25 jaar een Nederlandsch oorlogsschip ge weest, dus u kunt begrijpen hoe ons be zoek de Nederlanders tezamen bracht. In Zuid-Afrika heerschte een overweldigende stemming onder de Hollanders die daar wonen. Onze reis is heel wat lichter gemaakt door hetgeen de menschen in Holland ge daan hebben door middel van het Comité „Onze Marine". Ik kan u verzekeren, zoo ging luit. Wijtema voort, dat dit een ont zaglijken indruk gemaakt heeft op allen aan boord. Dat alles hield er de stemming in en we konden dan ook steeds een goed figuur slaan in het buitenland. We konden dus op zijn allerbest aan het buitenland too- nen ons mooie product: de Hollandsche scheepsbouw. Dat mort u niet onderschat ten. We kregen bv. bezoek in Argentinië aan boord van den minister van marine, die met groote belangstelling van alles kennis nam en alles bezichtigde. Diezelf de minister is in Argentinië belast met den aankoop van sleepbooten, baggerma chines enz. voor het rijk, en het is dus van veel belang dat bij weet, wat wij kun nen presteeren. Onze onderzeeër is dan ook een prach tig schip. De groote reis werd onderno men om de K 18 te beproeven voor zoo ver het lang blijven op zee betreft, het geen in Indië een eerste vereischte is. Die proef is schitterend geslaagd. We hebben heel veel slecht weer gehad, al hadden we ook mooie gedeelten. We hebben alle ha vens binnen kunnen loopen in perfecte conditie. De kleinigheden die er waren op zoo'n lange reis, zijn de moeite van het noemen niet waard. Ook onze radio-in stallatie werkte schitterend. We hadden ze blijkbaar in Nederland zoo verwend, dat, toen er eens een draad stuk was en we niet als gewoon 23 maal per dag contact met Nederland konden krijgen, men al gauw dacht, dat er heel wat aan de hand was. Het leven aan boord is gekenmerkt ge weest door een perfecte stemming. Ik vaar nu al 10 jaar op onderzeebooten, aldus de heer Wijtema, ik heb ook de lange reis met de K 13 meegemaakt, maar zoo'n ab soluut 'harmonische stemming heb in nog nooit meegemaakt. Dat is nog te opval lender als men er rekening mee houdt,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1935 | | pagina 1