Het Vrouwenhoekje Voor de Jeugd. Voor minder geld DUKOL besteld V.V.V, het steed» op hoogen prijs stalt als te Mlrtrteiburg congressen ens, wor den gehouden, omdat dit weer vele men- •chen naar Walrheren brengt, die het eiland niet kennen en die dan allicht tot een hernieuwd bezoek worden opge wekt, Aan den vorstkomenden deelnemer, den heer J. Frik uit Bedum, bood spr, namens V.V. een ets van den Langen Jan ais herinnering aan. De heer Frik bracht dank en seide voor hat oerat in Middelburg te zijn, doch het stellig voornemen te hebben nog eens terug te komen. De heer de Graaf, voorzitter van Mid delburg, zeide, dat Walcheren wel eens beschouwd wordt als een appendix van Nederland. Spr. wil in het bijzijn van verschillende medici, niet diep op dit onderwerp ingaan, maar wil wel den wensch uitspreken, dat men niet tot af snijden van dit stuk van Nederland zal overgaan. Spr. bracht dank aan de directie van „St.-Joris" voor de goede zorgen en aan „Piet" voor zijn trouwe hulp en riep allen een tot weerziens toe. Goes. Waar in België «oor de deelne mers aan een excursie, door de Oudheid kundige Vereen. „De Bevelanden" te Goes op touw gezet, meermalen carillonbespe- ling op- het program stond, en allerwege in ons land de belangstelling voor hei klokkenspel 'Ontwaakt, komt het belangrijk voor op het volgende de aandacnt te ves tigen. In 1903 schreef de gemeente-archivaris dhr J. de Kruyter over het klokkenspel op den toren der Maria Magdaleua Kerk (Groote Kerk) te Goes o.a.: „sinds 1884 wordt het klokkenspel niet meer bespeeldde ganscbn inrich ting van. koperdraad is stuk, het klavier staat doelloos". Hierin is onder Burgemeester De Ko ning Kooy verandering gekomen. De firma Petit en Fritser (van de Kerkhoff te Aarle-Rikstel maakte de noo- dige herstellingen, waardoor he. klokken- spol weder in gebruik genomen kon wor den. Op 31 Aug. 1910 bespeelde voor de eer ste maal de tegenwoordige klokkenist II. Vissers het Goesohe klokkenspel, waar mede dus dit jaar op genoemden datum sedert een kwart-eeuw Goes zijn „zingen de toren" herkreeg. Driewegen. Raadsverslag. Don derdagmiddag vergaderde de gemeente raad. De burgemeester dhr L. W. B. A. Mulder was wegens ziekte verhinderd, zoodat de vergadering geleid werd door weth. P. Koeman. Aanwezig 6 leden; de heer W. van Waarde was met kennisgeving afwezig. Door de regeling van den gemeente veldwachter moest de begrooting voor '35 nog een wijziging ondergaan, welke door den raad werd goedgekeurd. De rekening over 1934 werd aangebo, den, nagezien en goedgekeurd met een in komst van f 24.429,54, uitgaaf f 19.323,62 en een batig slot van f 5105,92. De begrooting van het Burg. Armbe stuur werd aangeboden en goedgekeurd. De onderwijzer had verlaging van huur voor zijn woning aangevraagd; er werd gunstig over beslist en de huur gebracht op f 270 per jaar. Ook werd een gratificatie verleend aan de Rijksveldwaoht voor een half jaar toe zicht op de gemeente. De rekening van den Vleeschkeurmgs- dienst bracht uit dat er voor rekening der gemeente komt f 243.07. Aangenomen werd het geregeld bij plaatsen van een lantaarn voor de straat verlichting. De Korteweg krijgt het eerst een beurt. Dhr E. A. v. d. Bent, voorheen gem.- ontvanger en secr.-penningm. van het Burg. Armbestuur werd ontheffing ver leend van zijn borgstelling. Bij' de rondvraag werd gevraagd of liet rijwielpad aan den Nieuwen Straatweg ook toegankelijk is voor voetgangers. Deze vraag is niet direct te beantwoorden; een nader onderzoek zal ingesteld worden Daarna bracht de voorz. dank voor de samenwerking in de afgeloopen periode aan de leden welke niet terug keeren in den raad en in het bijzonder aan dhr Noels, die de belangen der gemeente '30 jaar heeft behartigd, waarvan 9 als wet houder. Ook de waarn. secretaris dankte dhr Noels voor de prettige samenwerking die hij heeft ondervonden tijdens de afwezig heid van den heer Mulder. De aftredende leden betuigden lmn dank, voor onderlinge samenwerking, wel ke altijd in goede verhouding was ge schied. Daarna sluiting. MIDDELBURGSCHE BRIEVEN. Amice, Ik heb nooit geweten, dat een partijtje schaakspel op één van de lange winter avonden met mijn buurman gespeeld, zoo veel geestesgaven ontwikkelt en bij de be oefenaars van dat spel zooveel kwalitei ten veronderstelt en dat zij daardoor als het ware opgenomen zijn in den kring der aristocratie van de geesteüjke-spel-beoe- fenaars; en ik zou dit nog niet geweten hebben, als de Nederlandsche Schaakbond voor zijn jaarvergadering niet had uit gekozen het centrum van Zeelands tuin, en als onze burgemeester deizen bond niet officieel had ontvangen ten stadhuize. En dan nog zou ik dat niet geweten heb ben als de heer Fernhout bij de begroeting van dien band, als officieel gastheer hier aan niet had uiting gegeven, alhoewe' Hj ook alle schaaispelers niet over één kam wil soheren. Maar de leden van den Ned. schaakbond zullen wel alle goede schaak speler* zijn, die dit «pel den als een sport (sport der scherpzinnigheid) en die rioh daarin wekelijks trainen, Intusschen, onze gasten worden op een charmante manier ontvangen. De tijd, dat dit anders was en de meeste groote oon- gressen en Bondsvergaderingen voor het gros der burgerij ongemerkt passeerden, is voorbij. Welkome vreemdelingen, wel kome gasten moeten we een gul welkom toeroepen. Het verheugt ons, dat dit thans gebeurt. Eu dat dit gebeurt op een wijze, zooals de heer Fernhout dat doet, In zorgvuldig gekozen bewoordingen, door weven met interessante beschouwingen, altijd iets zeggend. Prettig om aan te hoo- ren, of men aan den kant der gasten of aan den kant der gastheeren staat. Uit lokkend het goede wederwoord, of, vol gens de regelen der schaakkunst, de juis te tegenzet. Zoo gezien is er veel schaakspel in de wereld en is nog niet zoo dwaas dat verhaal van dat bijzonder fraai uit gevoerde schaakspel wat in zeker Stad huis een plaatsje verwierf in de trouw zaal. De bruidegoms mogen dan al in de meening verkeeren, dat ze niet onfortuin lijk geschaakt hebben, aan den anderen kant kunnen ze bedenken, dat de koningin grootere stappen doet en meer velden be treedt dan de koning. Voorts dat het ver lies van de koningin catastrop'haal voor den koning kan zijn. Dat niettemin alles in het spel gaat om den koning. En deze van het spel tot het laatste moment de hoofdfiguur blijft, de spil waar alles om draait. Laat ik evenwel voor de niet-schaakspe- lende lezers van dit onderwerp afstappen. Laat ik hun den raad mogen geven:, koop een schaakspel en leer schaken. De laatste verkeersongevallen in onze stad brachten me aan het denken over wat in de laatste Raadsvergadering door twee heeren over het politioneel toezicht op het verkeer werd gezegd. Opmerkelijk dat de eerste spreker een nog soepeler optreden der politie in dat opzicht be pleitte en de tweede een veel scherper eischte. Naar mijn meening zeilt ons po litiecorps tusschen de beide klippen van uitersten door en is er noch voor de eene, noch voor de andere partij reden tot kla gen. Dat eigen stadgenooten uit louter on nadenkendheid telkens en telkens maar weer dezelfde verkeersfouten maken en op den duur daarvoor den verschuldigden tol moeten betalen, ligt niet aan de politie, maar aan henzelf. Zulken moesten zeker loeren schaken; hun denkkracht zou er bij winnen. Wie aan den weg timmert heeft veel bekijks en hoort veel critiek. Of men nu politieagent te Middelburg, of Minister president in Nederland, of dictator in Italië is, in kleiner of ruimer kring wordt hun publiek optreden be- of veroordeeld. Wij zijn nu eenmaal critisch aangelegd. Het wil evenwel niet zeggen, dat wij het er beter zouden afbrengen. Dit bleek ook nog van de critici op onzen eersten Minister die op het critieke moment ver beneden de maat van eigen critiek bleven. Laten wij daarvoor oppassen. Tot ziens, STENTOR. Fina,ncieele tegenval ler voor Zaandam. Het college van Ged. Staten van N.-Holland heeft een voor beide partijen bindende uitspraak gedaan i|n het geschil tusschen de gemeenten Zaandam en Koog aan de Zaan, in zake den door eerstgenoemde gemeente te hoog berekenden gasprij's aan de verbruikers in Koog a.. d. Zaan. Daar Zaandam in het ongelijk gesteld werd zal deze gemeente een bedrag van plm. f 50.0CO moeten resti- tueeren aan de ingezetenen van Koog a. d. Zaan. Botsing tusschen kanon en trein. Een vrachtauto met soldaten van het 1ste regiment artillerie van het garnizoen Antwerpen, die zich naar een kamp nabij Eupen-Malmedy begaven, kruiste, kort na het vertrek uit Stavelot nabij Waismes een spoorwegovergang, waarvan de afsluitboomen niet gesloten waren. Op hetzelfde oogenblik naderde een trein. De vrachtauto trok een kanon op een affuit. Terwijl de vrachtauto met soldaten juist de rails gepasseerd was, be vond het kanon zich er nog op, toen de botsing met den trein plaats vond. Het affuit werd versplinterd en het kanon, dat gedeeltelijk werd vernield, kwam op de spoorbaan terecht. Gelukkig werd het touw, waarmede de vrachtauto was ver bonden, losgerukt, zoodat de auto niet be schadigd werd en alle inzittenden onge deerd bleven. 'Diefstal van kippen. Bij een pluimveehouder te Ede zijn gister nacht ongeveer 200 kippen gestolen. In de nabijheid werden in een böschje een paar zakken met kippen gevonden. Het grootste gedeelte van de dieren was reeds gestikt. De politie stelt een onderzoek in. Een verzonnen moord aanslag. De vijftienjarige loopjongen, die gisteren Almelo in opschudding heeft gebracht door het verhaal dat hij in een boschje door een onbekende aan een boom was opgehangen, heeft na een langdurig verboor bekend, alles te hebben gefanta seerd. Toen hij zijn boodschappen bezorgd had, ging hij in hot gras zitten en daar vond hij een touw. Plotseling kwam de gedachte bi| hom op, zichzelf het touw om den hals te en zich op te hangen aan een Kym vona te 'aadsi'vlnden y*t voor sensatie d-t zou zijn, Hij de .dwaze plan ook werkelijk uit, doch sdb&H voor de uiterste consequentie terug en Het zijn beenen dus over den grond slepen, Zoo werd hij gevonden, Uit schaamte, daar hij zijn zonderlinge daad niet durfde bekennen, verzon hij daarop het verhaal van den onbekende met den baard, die hem zou hebben over vallen en opgehangen, Hij wist deze fan tasie urenlang tegenover de politie staan de te houden, doch viel ten slotte toch door de mand. Hel, bleek n.l,, dat de jon gen niet alleen over een sterke fantasie beschikte, maar ook zeer goed simuleerde, want hij hield zich geruimen tijd bewuste loos, terwijl de dokter, die hem onder zocht, later verklaarde, dat de jongen geen oogenblik bewusteloos was geweest. Ongewenschte gasten. Het kan wel eens voorkomen, dat zich in oude huizen ongedierte vertoont, dat de schrik der huisvrouwen is. Ook kan dit overgebracht worden, zelfs in nieuwe huizen door personen, die toevallig zoo'n gast op hun kleeding kregen, of door aankoop van tweede-hands meubelen. Men wordt hen niet gemakkelijk de baas. Het beste is de behandeling des kundig te laten uitvoeren door een zui veraar. Vlooien treden altijd min of meer epi demisch op en het kan voorkomen, dat men ze soms jaren niet ziet, totdat men op een gegeven oogenblik tot de ontdek king komt, dat dit ras inderdaad niet uitgestorven is. Zij zijn dan inderdaad wel taai te noemen, want deze insec ten kunnen anderhalf jaar zonder eenige voeding in leven blijven. Hoe onaange naam het gezelschap ook moge zijn, ze dringen zich ongevraagd op, zijn tevre den met een zeer bescheiden plaatsje op onze kleeding en logeeren gaarne tus schen de wol van de dekens, terwijl ze met een enkel drupje bloed reeds tevre den zijn. Met alle respect voor deze be scheidenheid slaat de schrik ons om het hart als we merken, dat zich zoo'n in dringer in ons huis bevindt en kunnen we niet anders doen dan dekens en beddegoed geregeld borstelen en in de zon hangen, daarbij spuiten met insec tenpoeder of een der vele in den handel zijnde vloeistoffen, welke alle ongedier te verjagen. Verder moet de uiterste zin delijkheid in acht worden genomen en de vloeren met lysol worden opgenomen. Behalve alle mogelijke onaangename eigenschappen brengen vlooien tevens ziektekiemen over. In sommige huizen ziet men ook lange, zilverachtige diertjes, zgn. zilvervischjes, die zich vliegensvlug voortbewegen en veel schade aanrichten aan kleeden, boe ken en foto's; ook deze moeten met in sectenpoeder of andere verdelgingsmid delen gedood worden. Indien men mieren in huis heeft, kan men het best hier en daar schoteltjes met stroop plaatsen, terwijl men indien men de herkomst weet, het best met terpentijn of petroleum kan werken. Enkele recepten. Gesmoorde aardappels. Schil de aardappels, laat ze als het een klein soort is, in hun geheel of snijd ze, als ze grooter zijn, in vierdepartjes. Maak in een ijzeren potje een bodem pje slaolie of Delfrite dampend heet, doe er de aardappels in en schud ze op een flink vuur zoo lang rond, tot zich om de stukjes een lichtbruin huidje heeft gevormd. Voeg dan bij de aardappels een scheutje water en wat zout, dek de pan dicht en laat het gerecht verder gaar worden, van tijd tot tijd de pan schud dende om vastplakken aan den bodem te voorkomen. Schud voor het opdoen wat fijngehakte peterselie door de aard appels. Rote Grütze. 1 flesch bessensap, 1 ons griesmeel, ons gemalen zoete amandelen, y2 pond suiker, 8 cm. pijp kaneel, een halve geraspte citroenschil. Kook de bessensap met de pijpkaneel, en de geraspte citroenschil. Voeg bet griesmeel, de suiker en de gemalen amandelen toe, laat deze massa roerende nog tien minuten koken en daarna in een steenen vorm bekoelen. Het gereebt wordt met vanillesaus ge geten. R d g r d. De ingrediënten bestetan uit een flesch bessensap, 3 d.L. water, iVt ons suiker, 1 ons sago. Kook de bessensap met de suiker en roer er de sagoi doorheen, aangemengd met 3 dL. water. Laat deze massa al roe rende nog 5 minuten koken, plaats ze daarna in den vorm. Enkele wenken. Er is een eenvoudig middel om de verf der vensterbanken, waaróp kamerplanten staan, te behoeden tegen het uitbijtten van de verf door herhaaldelijk morsen met water. Men laat namelijk glazen platen snijden even lang en even breed als de vensterbanken en legt die glasbedekking neer. Het gemorste en niet dadelijk weg geveegde water zal dan geen schade meer doen. Linnen en kanten kleeden worden een uurtje in warm water en soda ge weekt, daarna in schoon water gespoeld en vervolgen» in zeepwater gewasgohen en eenige ms.'ep nagespoeld, waardoor vlek ken verdwijnen en de kleedjes helder van kleur worden. Indien men een worst heeft, die aan den buitenkant gaat uitslaan, neemt men dit earat ai met een doek gedrenkt in war tor en hostrijkt het vel daarna met oen dikke pap van water en zout, Visoh mag nimmer op een houten plank worden schoongemaakt, doch bij voorkeur iop een steenen aanrecht, beter nog kan men eenige couranten op tafel leggen. Bij het wasschen van gekleurde overhemden zet men ze eerst een paar uur in koud water met zout. Daarna wascht men ze één of twee keer (op de hand) in een lauw sop. Zijn de kleuren teer, dan is het beter koud sop te gebrui ken. Gelieve alles, deze rubriek betreffende, te adresseeren aan P. Mons, Westerstraat 221, Amsterdam. Problem 418. Auteur; C. P. v. Boven, Bergen op Zoom l 3 4 f) 47 48 49 50 Zwart 11 sch. op: 4, 7, 9, 12. 13, 15, 16, 18, 19, 22 en 23. Wit 11 sch. op: 21, 24, 25, 30, 31, 33, 34, 39, 41, 42 en 47. Wit speelt en wint. Oplossingen. Aug.-problemen vóór 10 Sept. in te zen den aan bovenstaand adres. Om het wereldkampioenschap. R. C. Keller wit M. Raichenbach zwart 1. 33—29 17—21 2, 31—26 Wit had ook 3228 kunnen spelen en op zwart 2126 wit 2823, 2924 en 34X32. Speelt zwart 1924 in antwoord op wit 3228, dan wit 3126 en 26X28 2. 19—24 3. 26X17 24X33 4. 38X29 11X22 5. 42—38 16—21 6. 39—33 21—27 In deze laatste matchpartij speelde zwart, die al een grooten voorsprong had, op remise en dus op vereenvoudiging. Zoo was althans de indruk bij den aanvang van de partij, want deze ruil was aller minst noodzakelijk. Misschien is het ook wel Raiohenbach's plan geweest er een korte partij van te maken, totdat de ver lokking om de hekstelling te nemen hem te machtig werd. 7. 32X21 22—28 8. 33X22 18X16 9. 44'39 202o 10. 50—44 15—20 11. 47—42 10—15 12. 37—32 14—19 13. 41—37 6—11 Het veiligste was 2024 en 25X14 ge weest. Maar zwart etaat ook gunstig op gesteld voor de hekstelling (met slechts 1 stuk op de lange lijn!) 14. 46—41 11—17 15. 36—31 5—10 Op 2530, 1218. 16X47 speelt wit 32—28! 16. 39—33 17. 32—28 18. 44—30 19—24 17—21 10—14 2 8 4 5 ijniiuinigi^mytiiiin«i^m![nw» 47 48 49 50 Zwart vliegt in een vrij eenvoudig, maar toch ook wel verrassend zetje. Hij wilde blijkbaar niet 2126 spelen, omdat wit dan 3892 en later 34—30 Bpeelt en de stelling verlaat. Met het stuk op 21 wordt wit 38—32 belet met 21—27, 24 30 en 13—19. Nu was het zwart's plan met 1014 ook wit 3732 te beletten. Zwart zou dan 2530, 1419, 2126 en 26X46 spelen. 19. 91—27 21X23 20. 29X18 13X22 21. 34—30 25X34 22, 80X10 0—14 23, 10X19 4—10 (Wordt v«rvolgd,) DE TWEELING VAN HET BMOWMUIfl XVJI „0, wat ben je hier dicht bij den zolder, en kijk eens, je zit zóó in de hanebalken". „Die hanebalken, nou, die weten wat"; meneer was zoo echt genoeglijk ook op een bed gaan zitten, naaat Uoudewijn, „de eerste avond dat we hier sliepen had ik de jongens een half uur tijd gegeven zich uit te kleeden, en dan zou ik ze toe komen dekken, dat zijn ze in Amsterdam nu een maal zoo gewend". Hen en Boudewjjn schaterden, maar Piet viel in de rede: „Nei meneer, da's niewaar, dat benne leuges". „Maar Piet, leugens? hoe durf je zoo- iets zeggen. Nu, maar ik zou dan kijken of ze er al In waren. Na een kwartier was het zoo stil; ik dacht, die arme jongens, die hebben na tuurlijk heimwee, ze verlangen. „Nei meneer, dat benne ook „Ik ging er dus aaeteen maar naar toe. Nu hébben we hier niet zoo'n erg goede verlichting", hij wees naar de twee bo- venlampen, „die waren allebei uit, maar dit zag ik wel, de bedden waren leeg. Gestolen, dacht ik en keek vol schrik naar de ramen, die wijd open stonden, en met beide handen moest ik me aan de deurpost vasthouden. Piet zou zeggen: Me stonde te trille op me beene". „Da's spotte, meneer!" „Jongens, jullie gelooven toch wel, dat ik erg geschrokken was, 60 Amsterdam mers verdwenen". „Ja meneert" „Nu een oogenblik stond ik daar dood stil, toen ben ik hard weggeloopen om de andere heeren er bij te halen. Die zagen hetzelfde als ik, de bedden leeg, ze dachten natuurlijk, dat de jongens er onder lagen, daar had ik nog niet aan gedacht, maar nee, ook daar waren ze niet". Piet zat nu weer heftig van ja te knik ken, heel z'n gezicht glunderde. „De politie waarschuwen, opperde er een, en vol angst dachten we er aan, dat nu misschien al onze jongens als een kudde schapen door het donkere bosch liepen, wie weet waarheen." Piet z'n mond ging weer open, maar daarbij bleef het deze keer. „Toen hoorden we gerucht, onze oogen waren nu wat aan de duisternis gewend, en daar zaten onze lieve jongens, het heele stel in de balken, aan hun beenen hebben we ze er afgetrokken, zulke apen van jongens om ons den schrik op het lijf te jagen." Met één sprong stond meneer nu weer op den grond, de anderen volgden zijn voorbeeld. „Dat had ik wel mee willen maken, en jij Hen?" „Nou en of, wat zullen ze gelachen heb ben, toen u daar liep te zoeken." „Weet je wat jullie nu doen moesten? Als het vanavond regent gaan we niet uit, vraag thuis maar of je ons dan een poosje gezelschap mag houden, dan kun nen jullie ook eens zien hoe het hier toegaat." Dat wilden de jongens wat graag en het zou vast wel mogen ook, ze zouden het direct gaan vragen." Terug gingen ze mee door de groote zaal, en Hen hoorde juist hoe Piet aan een jongen, die vroeg wie dat waren, antwoordde: „O, dat benne me vriende, Hen en Boudewaan!" Na nog even met den leider te hebben gepraat, gingen ze naar huis, ditmaal over den straatweg. Dicht bij het dorp kwamen ze den nieuwen dokter tegen. „uag dokter!" groette Hen beleefd. Een: „bah, wat een mispunt!kwam er toen heolemaal niet beleefd achteraan. .Nou, erg vriendelijk kijkt hij! niet naar je." „Snap je dat nu; eerst was het zoo'n aardige man. Hij is eens een keer 's avonds hij ons geweest; ik heb hem toen netjes naar huis gebracht, omdat hij' na tuurlijk in het donker den weg niet kon vinden; voor mijn part was ie toen ver dwaald, maar 't was toch een eenige vent." „Dan hebbe me hier met een ondank bare te doen gehad" merkte Boudewijn op „en benne me veel te goed geweest." Vergeten was de dokter, en samen lach ten. ze weer om Piet z'n mooie taaltje. Han was een en al aandacht voor de jongens; ze vond het alleen maar jammer dat ze er ook niet bij' geweest was; maar toen ze hoorde, wat de leider beloofd had, pakte ze Hen beet en danste met hem de kamer door. .Stel je voor, zij vanavond ook mee naar het kamp! „Hebben ze ook een kampvuur?" Dat leek haar nog het mooist van alles; de jongens vreesden echter van niet; zoo iets deed je buiten, maar als het mooi weer was gingen ze uit. Nog nooit hadden ze zoo vaak naar de lucht gekeken of het nu heusch nog wel regende, als dezen middag als het nu maar niet droog werd want dan zou er niets van komen. Vader en. moeder vonden het ook een heerlijk uitstapje voor de jongens, maai of Han mee mocht, daar moesten ze nog eens over denken. „Toe Pa", Han was op vaders knie gaan zitten en trok hem aan z'n kuif, ,,'tmag hé, ik zal heel zoet zijn en wil ook wel een pak van Hen aantrekken dan ben ik een broertje van hem." „Dan mag het heelemaal niet, maar Han je zult zoo verlegen zijn bij al di: vreemde jongen»,"

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1935 | | pagina 6