Het Vrouwenhoekje
Voor de Jeugd.
Voor minder geld
DUKOL besteld
V.V.V, het steed» op hoogen prijs stalt
als te Mlrtrteiburg congressen ens, wor
den gehouden, omdat dit weer vele men-
•chen naar Walrheren brengt, die het
eiland niet kennen en die dan allicht
tot een hernieuwd bezoek worden opge
wekt, Aan den vorstkomenden deelnemer,
den heer J. Frik uit Bedum, bood spr,
namens V.V. een ets van den Langen
Jan ais herinnering aan.
De heer Frik bracht dank en seide voor
hat oerat in Middelburg te zijn, doch
het stellig voornemen te hebben nog eens
terug te komen.
De heer de Graaf, voorzitter van Mid
delburg, zeide, dat Walcheren wel eens
beschouwd wordt als een appendix van
Nederland. Spr. wil in het bijzijn van
verschillende medici, niet diep op dit
onderwerp ingaan, maar wil wel den
wensch uitspreken, dat men niet tot af
snijden van dit stuk van Nederland zal
overgaan.
Spr. bracht dank aan de directie van
„St.-Joris" voor de goede zorgen en aan
„Piet" voor zijn trouwe hulp en riep allen
een tot weerziens toe.
Goes. Waar in België «oor de deelne
mers aan een excursie, door de Oudheid
kundige Vereen. „De Bevelanden" te Goes
op touw gezet, meermalen carillonbespe-
ling op- het program stond, en allerwege
in ons land de belangstelling voor hei
klokkenspel 'Ontwaakt, komt het belangrijk
voor op het volgende de aandacnt te ves
tigen.
In 1903 schreef de gemeente-archivaris
dhr J. de Kruyter over het klokkenspel op
den toren der Maria Magdaleua Kerk
(Groote Kerk) te Goes o.a.:
„sinds 1884 wordt het klokkenspel niet
meer bespeeldde ganscbn inrich
ting van. koperdraad is stuk, het klavier
staat doelloos".
Hierin is onder Burgemeester De Ko
ning Kooy verandering gekomen.
De firma Petit en Fritser (van de
Kerkhoff te Aarle-Rikstel maakte de noo-
dige herstellingen, waardoor he. klokken-
spol weder in gebruik genomen kon wor
den.
Op 31 Aug. 1910 bespeelde voor de eer
ste maal de tegenwoordige klokkenist II.
Vissers het Goesohe klokkenspel, waar
mede dus dit jaar op genoemden datum
sedert een kwart-eeuw Goes zijn „zingen
de toren" herkreeg.
Driewegen. Raadsverslag. Don
derdagmiddag vergaderde de gemeente
raad. De burgemeester dhr L. W. B. A.
Mulder was wegens ziekte verhinderd,
zoodat de vergadering geleid werd door
weth. P. Koeman.
Aanwezig 6 leden; de heer W. van
Waarde was met kennisgeving afwezig.
Door de regeling van den gemeente
veldwachter moest de begrooting voor '35
nog een wijziging ondergaan, welke door
den raad werd goedgekeurd.
De rekening over 1934 werd aangebo,
den, nagezien en goedgekeurd met een in
komst van f 24.429,54, uitgaaf f 19.323,62
en een batig slot van f 5105,92.
De begrooting van het Burg. Armbe
stuur werd aangeboden en goedgekeurd.
De onderwijzer had verlaging van huur
voor zijn woning aangevraagd; er werd
gunstig over beslist en de huur gebracht
op f 270 per jaar.
Ook werd een gratificatie verleend aan
de Rijksveldwaoht voor een half jaar toe
zicht op de gemeente.
De rekening van den Vleeschkeurmgs-
dienst bracht uit dat er voor rekening der
gemeente komt f 243.07.
Aangenomen werd het geregeld bij
plaatsen van een lantaarn voor de straat
verlichting. De Korteweg krijgt het eerst
een beurt.
Dhr E. A. v. d. Bent, voorheen gem.-
ontvanger en secr.-penningm. van het
Burg. Armbestuur werd ontheffing ver
leend van zijn borgstelling.
Bij' de rondvraag werd gevraagd of liet
rijwielpad aan den Nieuwen Straatweg
ook toegankelijk is voor voetgangers. Deze
vraag is niet direct te beantwoorden; een
nader onderzoek zal ingesteld worden
Daarna bracht de voorz. dank voor de
samenwerking in de afgeloopen periode
aan de leden welke niet terug keeren in
den raad en in het bijzonder aan dhr
Noels, die de belangen der gemeente '30
jaar heeft behartigd, waarvan 9 als wet
houder.
Ook de waarn. secretaris dankte dhr
Noels voor de prettige samenwerking die
hij heeft ondervonden tijdens de afwezig
heid van den heer Mulder.
De aftredende leden betuigden lmn
dank, voor onderlinge samenwerking, wel
ke altijd in goede verhouding was ge
schied. Daarna sluiting.
MIDDELBURGSCHE BRIEVEN.
Amice,
Ik heb nooit geweten, dat een partijtje
schaakspel op één van de lange winter
avonden met mijn buurman gespeeld, zoo
veel geestesgaven ontwikkelt en bij de be
oefenaars van dat spel zooveel kwalitei
ten veronderstelt en dat zij daardoor als
het ware opgenomen zijn in den kring der
aristocratie van de geesteüjke-spel-beoe-
fenaars; en ik zou dit nog niet geweten
hebben, als de Nederlandsche Schaakbond
voor zijn jaarvergadering niet had uit
gekozen het centrum van Zeelands tuin,
en als onze burgemeester deizen bond
niet officieel had ontvangen ten stadhuize.
En dan nog zou ik dat niet geweten heb
ben als de heer Fernhout bij de begroeting
van dien band, als officieel gastheer hier
aan niet had uiting gegeven, alhoewe' Hj
ook alle schaaispelers niet over één kam
wil soheren. Maar de leden van den Ned.
schaakbond zullen wel alle goede schaak
speler* zijn, die dit «pel den als een sport
(sport der scherpzinnigheid) en die rioh
daarin wekelijks trainen,
Intusschen, onze gasten worden op een
charmante manier ontvangen. De tijd, dat
dit anders was en de meeste groote oon-
gressen en Bondsvergaderingen voor het
gros der burgerij ongemerkt passeerden,
is voorbij. Welkome vreemdelingen, wel
kome gasten moeten we een gul welkom
toeroepen. Het verheugt ons, dat dit thans
gebeurt. Eu dat dit gebeurt op een wijze,
zooals de heer Fernhout dat doet, In
zorgvuldig gekozen bewoordingen, door
weven met interessante beschouwingen,
altijd iets zeggend. Prettig om aan te hoo-
ren, of men aan den kant der gasten of
aan den kant der gastheeren staat. Uit
lokkend het goede wederwoord, of, vol
gens de regelen der schaakkunst, de juis
te tegenzet.
Zoo gezien is er veel schaakspel in de
wereld en is nog niet zoo dwaas dat
verhaal van dat bijzonder fraai uit
gevoerde schaakspel wat in zeker Stad
huis een plaatsje verwierf in de trouw
zaal. De bruidegoms mogen dan al in de
meening verkeeren, dat ze niet onfortuin
lijk geschaakt hebben, aan den anderen
kant kunnen ze bedenken, dat de koningin
grootere stappen doet en meer velden be
treedt dan de koning. Voorts dat het ver
lies van de koningin catastrop'haal voor
den koning kan zijn. Dat niettemin alles
in het spel gaat om den koning. En deze
van het spel tot het laatste moment de
hoofdfiguur blijft, de spil waar alles om
draait.
Laat ik evenwel voor de niet-schaakspe-
lende lezers van dit onderwerp afstappen.
Laat ik hun den raad mogen geven:, koop
een schaakspel en leer schaken.
De laatste verkeersongevallen in onze
stad brachten me aan het denken over
wat in de laatste Raadsvergadering door
twee heeren over het politioneel toezicht
op het verkeer werd gezegd. Opmerkelijk
dat de eerste spreker een nog soepeler
optreden der politie in dat opzicht be
pleitte en de tweede een veel scherper
eischte. Naar mijn meening zeilt ons po
litiecorps tusschen de beide klippen van
uitersten door en is er noch voor de eene,
noch voor de andere partij reden tot kla
gen. Dat eigen stadgenooten uit louter on
nadenkendheid telkens en telkens maar
weer dezelfde verkeersfouten maken en op
den duur daarvoor den verschuldigden tol
moeten betalen, ligt niet aan de politie,
maar aan henzelf. Zulken moesten zeker
loeren schaken; hun denkkracht zou er bij
winnen.
Wie aan den weg timmert heeft veel
bekijks en hoort veel critiek. Of men nu
politieagent te Middelburg, of Minister
president in Nederland, of dictator in
Italië is, in kleiner of ruimer kring wordt
hun publiek optreden be- of veroordeeld.
Wij zijn nu eenmaal critisch aangelegd.
Het wil evenwel niet zeggen, dat wij het er
beter zouden afbrengen. Dit bleek ook nog
van de critici op onzen eersten Minister
die op het critieke moment ver beneden
de maat van eigen critiek bleven. Laten
wij daarvoor oppassen.
Tot ziens,
STENTOR.
Fina,ncieele tegenval
ler voor Zaandam. Het college van
Ged. Staten van N.-Holland heeft een voor
beide partijen bindende uitspraak gedaan
i|n het geschil tusschen de gemeenten
Zaandam en Koog aan de Zaan, in zake
den door eerstgenoemde gemeente te hoog
berekenden gasprij's aan de verbruikers in
Koog a.. d. Zaan. Daar Zaandam in het
ongelijk gesteld werd zal deze gemeente
een bedrag van plm. f 50.0CO moeten resti-
tueeren aan de ingezetenen van Koog a. d.
Zaan.
Botsing tusschen kanon
en trein. Een vrachtauto met soldaten
van het 1ste regiment artillerie van het
garnizoen Antwerpen, die zich naar een
kamp nabij Eupen-Malmedy begaven,
kruiste, kort na het vertrek uit Stavelot
nabij Waismes een spoorwegovergang,
waarvan de afsluitboomen niet gesloten
waren. Op hetzelfde oogenblik naderde
een trein. De vrachtauto trok een kanon
op een affuit. Terwijl de vrachtauto met
soldaten juist de rails gepasseerd was, be
vond het kanon zich er nog op, toen de
botsing met den trein plaats vond. Het
affuit werd versplinterd en het kanon,
dat gedeeltelijk werd vernield, kwam op
de spoorbaan terecht. Gelukkig werd het
touw, waarmede de vrachtauto was ver
bonden, losgerukt, zoodat de auto niet be
schadigd werd en alle inzittenden onge
deerd bleven.
'Diefstal van kippen. Bij
een pluimveehouder te Ede zijn gister
nacht ongeveer 200 kippen gestolen. In de
nabijheid werden in een böschje een paar
zakken met kippen gevonden. Het grootste
gedeelte van de dieren was reeds gestikt.
De politie stelt een onderzoek in.
Een verzonnen moord
aanslag. De vijftienjarige loopjongen,
die gisteren Almelo in opschudding heeft
gebracht door het verhaal dat hij in een
boschje door een onbekende aan een boom
was opgehangen, heeft na een langdurig
verboor bekend, alles te hebben gefanta
seerd.
Toen hij zijn boodschappen bezorgd had,
ging hij in hot gras zitten en daar vond
hij een touw. Plotseling kwam de gedachte
bi| hom op, zichzelf het touw om den hals
te en zich op te hangen aan een
Kym vona te 'aadsi'vlnden y*t voor
sensatie d-t zou zijn, Hij de .dwaze
plan ook werkelijk uit, doch sdb&H voor
de uiterste consequentie terug en Het zijn
beenen dus over den grond slepen, Zoo
werd hij gevonden,
Uit schaamte, daar hij zijn zonderlinge
daad niet durfde bekennen, verzon hij
daarop het verhaal van den onbekende
met den baard, die hem zou hebben over
vallen en opgehangen, Hij wist deze fan
tasie urenlang tegenover de politie staan
de te houden, doch viel ten slotte toch
door de mand. Hel, bleek n.l,, dat de jon
gen niet alleen over een sterke fantasie
beschikte, maar ook zeer goed simuleerde,
want hij hield zich geruimen tijd bewuste
loos, terwijl de dokter, die hem onder
zocht, later verklaarde, dat de jongen geen
oogenblik bewusteloos was geweest.
Ongewenschte gasten.
Het kan wel eens voorkomen, dat zich
in oude huizen ongedierte vertoont, dat
de schrik der huisvrouwen is. Ook kan
dit overgebracht worden, zelfs in nieuwe
huizen door personen, die toevallig zoo'n
gast op hun kleeding kregen, of door
aankoop van tweede-hands meubelen.
Men wordt hen niet gemakkelijk de
baas. Het beste is de behandeling des
kundig te laten uitvoeren door een zui
veraar.
Vlooien treden altijd min of meer epi
demisch op en het kan voorkomen, dat
men ze soms jaren niet ziet, totdat men
op een gegeven oogenblik tot de ontdek
king komt, dat dit ras inderdaad niet
uitgestorven is. Zij zijn dan inderdaad
wel taai te noemen, want deze insec
ten kunnen anderhalf jaar zonder eenige
voeding in leven blijven. Hoe onaange
naam het gezelschap ook moge zijn, ze
dringen zich ongevraagd op, zijn tevre
den met een zeer bescheiden plaatsje op
onze kleeding en logeeren gaarne tus
schen de wol van de dekens, terwijl ze
met een enkel drupje bloed reeds tevre
den zijn. Met alle respect voor deze be
scheidenheid slaat de schrik ons om het
hart als we merken, dat zich zoo'n in
dringer in ons huis bevindt en kunnen
we niet anders doen dan dekens en
beddegoed geregeld borstelen en in de
zon hangen, daarbij spuiten met insec
tenpoeder of een der vele in den handel
zijnde vloeistoffen, welke alle ongedier
te verjagen. Verder moet de uiterste zin
delijkheid in acht worden genomen en
de vloeren met lysol worden opgenomen.
Behalve alle mogelijke onaangename
eigenschappen brengen vlooien tevens
ziektekiemen over.
In sommige huizen ziet men ook lange,
zilverachtige diertjes, zgn. zilvervischjes,
die zich vliegensvlug voortbewegen en
veel schade aanrichten aan kleeden, boe
ken en foto's; ook deze moeten met in
sectenpoeder of andere verdelgingsmid
delen gedood worden.
Indien men mieren in huis heeft, kan
men het best hier en daar schoteltjes
met stroop plaatsen, terwijl men indien
men de herkomst weet, het best met
terpentijn of petroleum kan werken.
Enkele recepten.
Gesmoorde aardappels. Schil
de aardappels, laat ze als het een klein
soort is, in hun geheel of snijd ze, als
ze grooter zijn, in vierdepartjes.
Maak in een ijzeren potje een bodem
pje slaolie of Delfrite dampend heet, doe
er de aardappels in en schud ze op een
flink vuur zoo lang rond, tot zich om
de stukjes een lichtbruin huidje heeft
gevormd. Voeg dan bij de aardappels een
scheutje water en wat zout, dek de pan
dicht en laat het gerecht verder gaar
worden, van tijd tot tijd de pan schud
dende om vastplakken aan den bodem
te voorkomen. Schud voor het opdoen
wat fijngehakte peterselie door de aard
appels.
Rote Grütze. 1 flesch bessensap,
1 ons griesmeel, ons gemalen zoete
amandelen, y2 pond suiker, 8 cm. pijp
kaneel, een halve geraspte citroenschil.
Kook de bessensap met de pijpkaneel,
en de geraspte citroenschil. Voeg bet
griesmeel, de suiker en de gemalen
amandelen toe, laat deze massa roerende
nog tien minuten koken en daarna in een
steenen vorm bekoelen.
Het gereebt wordt met vanillesaus ge
geten.
R d g r d. De ingrediënten bestetan
uit een flesch bessensap, 3 d.L. water,
iVt ons suiker, 1 ons sago.
Kook de bessensap met de suiker en
roer er de sagoi doorheen, aangemengd
met 3 dL. water. Laat deze massa al roe
rende nog 5 minuten koken, plaats ze
daarna in den vorm.
Enkele wenken.
Er is een eenvoudig middel om de verf
der vensterbanken, waaróp kamerplanten
staan, te behoeden tegen het uitbijtten van
de verf door herhaaldelijk morsen met
water. Men laat namelijk glazen platen
snijden even lang en even breed als de
vensterbanken en legt die glasbedekking
neer. Het gemorste en niet dadelijk weg
geveegde water zal dan geen schade meer
doen.
Linnen en kanten kleeden worden
een uurtje in warm water en soda ge
weekt, daarna in schoon water gespoeld
en vervolgen» in zeepwater gewasgohen en
eenige ms.'ep nagespoeld, waardoor vlek
ken verdwijnen en de kleedjes helder van
kleur worden.
Indien men een worst heeft, die aan
den buitenkant gaat uitslaan, neemt men
dit earat ai met een doek gedrenkt in war
tor en hostrijkt het vel daarna met oen
dikke pap van water en zout,
Visoh mag nimmer op een houten
plank worden schoongemaakt, doch bij
voorkeur iop een steenen aanrecht, beter
nog kan men eenige couranten op tafel
leggen.
Bij het wasschen van gekleurde
overhemden zet men ze eerst een paar
uur in koud water met zout. Daarna
wascht men ze één of twee keer (op de
hand) in een lauw sop. Zijn de kleuren
teer, dan is het beter koud sop te gebrui
ken.
Gelieve alles, deze rubriek betreffende,
te adresseeren aan P. Mons, Westerstraat
221, Amsterdam.
Problem 418.
Auteur; C. P. v. Boven, Bergen op Zoom
l 3 4 f)
47 48 49 50
Zwart 11 sch. op: 4, 7, 9, 12. 13, 15,
16, 18, 19, 22 en 23.
Wit 11 sch. op: 21, 24, 25, 30, 31, 33,
34, 39, 41, 42 en 47.
Wit speelt en wint.
Oplossingen.
Aug.-problemen vóór 10 Sept. in te zen
den aan bovenstaand adres.
Om het wereldkampioenschap.
R. C. Keller wit M. Raichenbach zwart
1. 33—29 17—21
2, 31—26
Wit had ook 3228 kunnen spelen en
op zwart 2126 wit 2823, 2924 en
34X32. Speelt zwart 1924 in antwoord
op wit 3228, dan wit 3126 en 26X28
2. 19—24
3. 26X17 24X33
4. 38X29 11X22
5. 42—38 16—21
6. 39—33 21—27
In deze laatste matchpartij speelde
zwart, die al een grooten voorsprong had,
op remise en dus op vereenvoudiging. Zoo
was althans de indruk bij den aanvang
van de partij, want deze ruil was aller
minst noodzakelijk. Misschien is het ook
wel Raiohenbach's plan geweest er een
korte partij van te maken, totdat de ver
lokking om de hekstelling te nemen hem
te machtig werd.
7. 32X21 22—28
8. 33X22 18X16
9. 44'39 202o
10. 50—44 15—20
11. 47—42 10—15
12. 37—32 14—19
13. 41—37 6—11
Het veiligste was 2024 en 25X14 ge
weest. Maar zwart etaat ook gunstig op
gesteld voor de hekstelling (met slechts
1 stuk op de lange lijn!)
14. 46—41 11—17
15. 36—31 5—10
Op 2530, 1218. 16X47 speelt wit
32—28!
16. 39—33
17. 32—28
18. 44—30
19—24
17—21
10—14
2 8 4 5
ijniiuinigi^mytiiiin«i^m![nw»
47 48 49 50
Zwart vliegt in een vrij eenvoudig,
maar toch ook wel verrassend zetje. Hij
wilde blijkbaar niet 2126 spelen, omdat
wit dan 3892 en later 34—30 Bpeelt en
de stelling verlaat. Met het stuk op 21
wordt wit 38—32 belet met 21—27, 24
30 en 13—19. Nu was het zwart's plan
met 1014 ook wit 3732 te beletten.
Zwart zou dan 2530, 1419, 2126 en
26X46 spelen.
19. 91—27
21X23
20. 29X18
13X22
21. 34—30
25X34
22, 80X10
0—14
23, 10X19
4—10
(Wordt v«rvolgd,)
DE TWEELING VAN HET BMOWMUIfl
XVJI
„0, wat ben je hier dicht bij den zolder,
en kijk eens, je zit zóó in de hanebalken".
„Die hanebalken, nou, die weten wat";
meneer was zoo echt genoeglijk ook op
een bed gaan zitten, naaat Uoudewijn, „de
eerste avond dat we hier sliepen had ik
de jongens een half uur tijd gegeven zich
uit te kleeden, en dan zou ik ze toe komen
dekken, dat zijn ze in Amsterdam nu een
maal zoo gewend".
Hen en Boudewjjn schaterden, maar
Piet viel in de rede: „Nei meneer, da's
niewaar, dat benne leuges".
„Maar Piet, leugens? hoe durf je zoo-
iets zeggen. Nu, maar ik zou dan kijken
of ze er al In waren.
Na een kwartier was het zoo stil; ik
dacht, die arme jongens, die hebben na
tuurlijk heimwee, ze verlangen.
„Nei meneer, dat benne ook
„Ik ging er dus aaeteen maar naar toe.
Nu hébben we hier niet zoo'n erg goede
verlichting", hij wees naar de twee bo-
venlampen, „die waren allebei uit, maar
dit zag ik wel, de bedden waren leeg.
Gestolen, dacht ik en keek vol schrik
naar de ramen, die wijd open stonden, en
met beide handen moest ik me aan de
deurpost vasthouden. Piet zou zeggen: Me
stonde te trille op me beene".
„Da's spotte, meneer!"
„Jongens, jullie gelooven toch wel, dat
ik erg geschrokken was, 60 Amsterdam
mers verdwenen".
„Ja meneert"
„Nu een oogenblik stond ik daar dood
stil, toen ben ik hard weggeloopen om de
andere heeren er bij te halen.
Die zagen hetzelfde als ik, de bedden
leeg, ze dachten natuurlijk, dat de jongens
er onder lagen, daar had ik nog niet aan
gedacht, maar nee, ook daar waren ze
niet".
Piet zat nu weer heftig van ja te knik
ken, heel z'n gezicht glunderde.
„De politie waarschuwen, opperde er
een, en vol angst dachten we er aan, dat
nu misschien al onze jongens als een
kudde schapen door het donkere bosch
liepen, wie weet waarheen."
Piet z'n mond ging weer open, maar
daarbij bleef het deze keer.
„Toen hoorden we gerucht, onze oogen
waren nu wat aan de duisternis gewend,
en daar zaten onze lieve jongens, het
heele stel in de balken, aan hun beenen
hebben we ze er afgetrokken, zulke apen
van jongens om ons den schrik op het
lijf te jagen."
Met één sprong stond meneer nu weer
op den grond, de anderen volgden zijn
voorbeeld.
„Dat had ik wel mee willen maken,
en jij Hen?"
„Nou en of, wat zullen ze gelachen heb
ben, toen u daar liep te zoeken."
„Weet je wat jullie nu doen moesten?
Als het vanavond regent gaan we niet uit,
vraag thuis maar of je ons dan een
poosje gezelschap mag houden, dan kun
nen jullie ook eens zien hoe het hier
toegaat."
Dat wilden de jongens wat graag en
het zou vast wel mogen ook, ze zouden
het direct gaan vragen."
Terug gingen ze mee door de groote
zaal, en Hen hoorde juist hoe Piet aan
een jongen, die vroeg wie dat waren,
antwoordde: „O, dat benne me vriende,
Hen en Boudewaan!"
Na nog even met den leider te hebben
gepraat, gingen ze naar huis, ditmaal
over den straatweg.
Dicht bij het dorp kwamen ze den
nieuwen dokter tegen.
„uag dokter!" groette Hen beleefd.
Een: „bah, wat een mispunt!kwam er
toen heolemaal niet beleefd achteraan.
.Nou, erg vriendelijk kijkt hij! niet
naar je."
„Snap je dat nu; eerst was het zoo'n
aardige man. Hij is eens een keer
's avonds hij ons geweest; ik heb hem toen
netjes naar huis gebracht, omdat hij' na
tuurlijk in het donker den weg niet kon
vinden; voor mijn part was ie toen ver
dwaald, maar 't was toch een eenige
vent."
„Dan hebbe me hier met een ondank
bare te doen gehad" merkte Boudewijn
op „en benne me veel te goed geweest."
Vergeten was de dokter, en samen lach
ten. ze weer om Piet z'n mooie taaltje.
Han was een en al aandacht voor de
jongens; ze vond het alleen maar jammer
dat ze er ook niet bij' geweest was; maar
toen ze hoorde, wat de leider beloofd had,
pakte ze Hen beet en danste met hem de
kamer door.
.Stel je voor, zij vanavond ook mee
naar het kamp!
„Hebben ze ook een kampvuur?" Dat
leek haar nog het mooist van alles; de
jongens vreesden echter van niet; zoo iets
deed je buiten, maar als het mooi weer
was gingen ze uit.
Nog nooit hadden ze zoo vaak naar de
lucht gekeken of het nu heusch nog wel
regende, als dezen middag als het nu
maar niet droog werd want dan zou er
niets van komen.
Vader en. moeder vonden het ook een
heerlijk uitstapje voor de jongens, maai
of Han mee mocht, daar moesten ze nog
eens over denken.
„Toe Pa", Han was op vaders knie
gaan zitten en trok hem aan z'n kuif,
,,'tmag hé, ik zal heel zoet zijn en wil
ook wel een pak van Hen aantrekken dan
ben ik een broertje van hem."
„Dan mag het heelemaal niet, maar
Han je zult zoo verlegen zijn bij al di:
vreemde jongen»,"