OZ ZEEUW TWEEDE BLAD Voor den Zondag Johanna Coninghame. HET ADRES A. WILKING Uit de Provincie Wat er deze week voorviel VAN ZATERDAG 3 AUG. 1935, Nr 257. HETGEEN EERLIJK IS. Bezorgt hetgeen eerlijk is voor alle menschen. Rom. 12:17. Wanneer wij door het geloof burgev geworden zijn van twee werelden, dan doet de werkelijkheid van dit genadefeit haar werking overal en allerwegen gevoe len. Christus koninkrijk kent geen neu traal terrein en wil als een zuurdeesem het gansche deeg doorzuren. Het legt op alle levensverhoudingen beslag en stelt nieuwe maatstaven en treffelijke richt snoeren. Dit blijkt ook uit bovenstaanden tekst, waarin een levensregel voor de kinderen van het koninkrijk gesteld wordt. Paulus gebruikt hier een woord voor eerlijk, dat niet ziet op het zich niet op aiinksohe wijze toeëigenen van wat ons niet toekomt, maar meer in het alge meen op alles, wat goed en recht en edel is. We zouden kunnen zeggen, doet alles, wat terecht met eere genoemd en gepre zen wordt. Voor het oog van alle mensehen moet ons leven in zijn bewuste en ongewilde openbaring getuigenis afleggen van wat liefelijk is en welluidt. Ons geloof moet zijn vrucht in heel onze handel en wandel afwerpen. Wij moeten eerlijk zijn in al onze za ken, op de boerderij en in onze winkel, op de markt en in de fabriek. Wij moeten steeds met de waarheid eerlijk voor den dag komen, zoodat geen leugentaal over onze lippen komt. Ons eens gegeven woord moet ons heilig wezen, terwijl geen valsehe streken onzen goeden naam ont- eeren mogen. Steeds moet door ons met volle ernst bedacht, dat wij het eigendom van Christus geworden zijn. zoodat Gods eer met elk van onze daden gemoeid is. Daarom moe ten we bezorgen, hetgeen eerlijk is en op recht voor alle menschen, geloovigen en ongeloovigen, patroons en arbeiders, voor jongen en ouden, armen en rijken. Het eeuwigheidslicht van Gods genade moeten we laten schijnen voor de men schen, opdat zij onze goede werken mo gen zien en daardoor onzen Vader, die in de hemelen is, leeren verheerlijken. HOE MEN DE KIEZERS VOORLICHT. Zekere „Jan Janze" als we ons niet heèlemaal vergissen, een voormalige christen-socialist zegt in „De Strijder", orgaan der G. D. U. van 27 Juli 1.1.: „Waarlijk, het liberalisme kan tevreden zijn! Onmiddellijk na de stembusstrijd van '93 heeft lolijn medegedeeld, dat hij1 van iberale zijde was aangemaand om voor de hem geboden stembushulp rekening met de liberalen te houden." Mogen wij1 den heer Janze vragen: Waar en wanneer heeft Golijn zoo iets gezegd? Wij1 hebben twee gansch andere uit spraken, „onmiddellijk na den stembus strijd". Ie. In de Vergadering van de Amster- damscbe antirevolutionairen in Krasna- polski, op den avond van den stemdag, 26 April '33: „En bemoedigend is het thans te zien, dat de uitslag van de verkiezingen heeft bewezen, dat de Antirevolutionaire partij1, die vroeger niet in tel was, thans wordt gezocht, omdat ons volk verstaat, dat bij ons de kracht ligt om, nu het vaderland in nood verkeert, te helpen en te stutten zooveel als mogelijk is. Ons volk gevoelt waar de weerstand schuilt tegen de ver woestende elementen, die ons bedreigen. Maar laat ons één ding wel bedenken: wijl antirevolutionairen doen niet één tittel of jota van ons beginsel af. Want dit begin- FEUILLETON (Vrij naar het Engelsch.) 71.) _o_ E'n naarmate de zomer voortschreed vielen vele luchtkasteelen ineen. Gertrude weigerde halstarrig de hand van den ar men mijnheer Freeling en op haar vaders vraag: „Je weet heel zeker, Trude, dat je la ter geen spij't zult hebben van je be slissing?" antwoordde ze: „Vader, ik zou voor niets ter wereld met Freddie Freeling willen trouwen; stel je voor, dat ik u zoo'n dommen schoon zoon gaf!" Dokter Prendergast lachte en zei, dat hij haar dankbaar was voor de considera tie, die ze met hem gebruikte; en Gertrude sloeg op haar oude, impulsieve manier haar armen om zijn hals en riep uit: „Liefste vadertje, u weet heel goed, dat u heelemaal niet wenscht, dat ik met dien verwenden jongen zal trouwen." „Het zou een huwelijk tusschen twee verwende kinderen worden, vrees ik," luidde het antwoord. En Gertrude voegde er opgewonden aan toe: sel alleen heeft weerstandsvermogen te genover al wat thans verontrust." 2e. Den volgenden avond, 27 April, in soortgelijke vergadering in Den Haag: „Op den 14den zetel moet in de toe komst maar niet gerekend, want hij is gekomen van hen, die niet A.R. zijn. De toon der niet A.R, pers is er een die wil, dat men niet met die 13, maar dat met dien eenen zetel zal worden rekening gehouden. Dat is onmogelijk, want de A, R. partij' wil zijn A.R. partij! en dat met Gods hulpe blijVen. Elke verwachting, dat de A.R. groep een andere politiek voeren zal dan in overeenstemming zou zijn met haar be ginsel, moet volstrekt ongemotiveerd wor den genoemd." R. A. d. 0. DE STEUN AAN DE NEDERLANDSCHE VISSCHERIJ. Het laatsite' jaar is 'het noodzakelijk ge bleken, de crisissteunmaatregelen ook tot de Nederlandsche visscherij uit te strek ken Gedeeltelijk is dit gegaan met behulp van een gegarandeerden minimumprijs, waartegenover de haringreeders zich moesten verplichten niet meer dan een zekere hoeveelheid aan de markt te bren gen. terwijl in andere gevallen, garna len, mosselen, enz. de afnemers ziclh moes ten verplichten een zeker minimum te be talen. Ook hierbij blijkt weer de contingentee- ringspolitiek van andere landen de markt geheel te hebben bedorven. Zoo is het mogelijk voor de garnalen, die naar Frankrijk worden uitgevoerd, een uit- voerpremie te betalen, omdat de garnalen- prijs in Franrijk veel en veel hooger lig' dan de prijzen, die hier door de Visscherij Centrale zijn vastgesteld. Met deze uit- voerheffing van 10 ct. per Kg. maken de handelaars nog flinke winsten hij verkoop van garnalen naar Frankrijk. Maar, er kunnen slechts weinig garnalen daarheen worden geëxporteerd, want de invoer in Frankrijk is gecontingenteerd en slechts een klein deel van wat wij vroeger daar heen exporteerden kan nu op de Fransche markt worden afgezet. Bij den landbouw heeft de regeering vooropgesteld, dat de steun hoog genoeg moet zijn om de massa der landbouwers een minimum bestaan te verzekeren. Wij weten niet, of dezelfde normen zijn aange legd voor het visseherijbedrijf. Volgens de belanghebbenden is dit niet het geval, en bedragen de inkomsten bij uitoefening van het bedrijf vaak minder dan de steun, die men bij werkloosheid ontvangt. T'och is de algemeene toestand, wat de visscherij betreft, anders dan in den landbouw. Van veeteelt- en tuinbouwpro ducten hebben wij een dergelijk overschot in ons land, dat deze niet of ten minste niet zonder diep ingrijpende maatregelen, op de binnenlandsche markt een afzet kunnen vinden, wanneer de uitvoer nog sterker zou terugloopen dan thans reeds het geval is. Voor onze visscherijproducten kan een dergelijke stelling niet met dezelfde zeker heid worden uitgesproken. Op het oogen- blik is de productie stellig grooter dan het verbruik in ons land. Maar dit verbruik kan ongetwijfeld krachtig gestimuleerd worden, daar visch nog lang geen alge meen volksvoedsel ten onzent is. In do oorlogsjaren heeft de regeering, met het oog op een tekort aan andere voedings middelen, krachtige propaganda gevoerd voor het gebruik van visch. Thans kan zij dat niet doen, omdat een toegenomen vischverbruik allicht ten koste zou gaan van het verbruik van vleesoh en eieren, alsmede van andere producten, waarvoor ook afzetmoeilijkheden bestaan. De regeering laat daarom de propagan da voor het vischverbruik aan de betrok kenen over, en houdt zich zelf neutraal D'it neemt niet weg, dat een dergelijke propaganda, mits goed gevoerd, belang rijke perspectieven voor afzetverruiming opent. Op het oogenblik is de toestand zoo, dat visch in vele streken van ons land als „rijkelui's voedsel" wordt be schouwd. De hooge distributiekosten, de noodzakelijke koeling, enz. maken, dat de prijs ook dikwijls boven het bereik van de gioote massa ligt. Wanneer het zou gelukken deze kosten te verlagen en de prijs binnen het bereik van groote volksgroepen te brengen, dan zou een zeer belangrijke vermeerdering van den afzet mogelijk zijn. Naar des- „Ik zal heelemaal niet trouwen." „Alles op zijn tijd, lieve kind, en laat me nu alleen, dat ik aan dien armen jon gen kan schrijven." Maar Gertrude bleef nog dralen. „Vader, wat zei Claude ik bedoel mijnheer Coninghame toen hij gisteren hier was." „Hij gedroeg zich als een kérel, lieve kind, en verzekerde me, dat het hem erg speet, dat zijn vader hierheen gekomen was, en hij zei, dat hij' niet zou trachten er zijd voordeel mee te doen, om zich onder deze omstandigheden aan ons op te dringen." „Vader, ik wilde u nog een vraag doen, maar u moet beloven, dat u nooit aan iemand zult vertellen, dat ik het gevraagd heb. Denkt u, dat Claude Coninghame met Johanna wil trouwen?" „Het heeft er heel veel van, Gertrude; maar ik heb geen positieve redenen om dat te zeggen. Het is alles zoo verward en onbegrijpelijk, maar ik zou je nu aanra den te trachten die kwestie uit je hoofd te stellen. Jij1 en Johanna zijn nog altijd even dikke vriendinnen hoop ik?" „O, ja vader. Ik ben de eenige, tegen wie ze ooit over Oswald praat; en ik ver tel haar alles, of verbeterde Gertrude met haar gewone strikte eerlijkheid „bijna alles." kundigen verklaren wordt -die hooge prijs niet zoozeer veroorzaakt door de kosten van den kleinhandel, maar meer door de winsten van bepaalde groepen groothan delaren, die dezen handel nagenoeg ge heel in handen hebben. Het zou misschien overweging verdie nen om na te gaan, of de conserveering van visch vooral in gerookte vorm geen mogelijkheden opent van distributie tegen lagere prijzen, daar de gerookte visch natuurlijk veel langer en goedkoo- pe.r bewaard kan worden. Hier is een ruim veld open voor initia tief uit het bedrijfsleven zelf, in samen werking met de regeeringsorganen. Er dient te worden nagegaan, welke afzet verruiming mogelijk is in het binnenland, zonder dat daardoor al te groote schade aan andere producten der Nederlandsche voedselindustrie wordt berokkend. Men kan tegelijkertijd berekenen, welke verla ging van alle handels- en distributie kosten bereikt kan worden, wanneer de binnenlandsche afzet vermeerdert. En ten slotte zou een dergelijke vergrooting der rentabiliteit in het binnenland weer de mogelijkheid openen om naar het buiten land tegen concurreerende prijzen te leve ren, hetgeen ten minste eenigermate de exportpositie zou kunnen verbeteren. Het is te hopen, dat op deze wijze een bevre digende oplossing voor het nationale vraagstuk van onze zeevisscherij kan worden gevonden. Ingezonden Mededeeling. voor Manufacturen. Dames- en Kinderconfectie Tapijten - Gordijnen Bedden - Ledikanten en aanverwante artikelen Is GOES HULST Biggekerke. Loop der bevolking over de maand Juli. Vertrokken: Adriaan Janse, van B 47; Adriaan Willem Kleinepier, van A 48; Marinus Kleinepier, van A 48, allen naar Medemblik; Pieternella Sturm, van A 26 naar Zoutelande. Ritthem. Dertigjarig bestaan der muziekvereen. Donderdag avond gaf de muziekvereen. „Oefening na den arbeid", mede ter herdenking van bovengenoemd feit, een concert. Onder de boomen van de mooie dorpsstraat hebben velen genoten van dp zeer goed uitgevoer de muzieknummers.- Onder deze was ook het verplichte nummer op het laatst ge houden concours te Ierseke: Cortège de Fleurs, grande marche de concert, door Em. Dewandeleer, waarmee het muziek corps door het hoogst aantal behaalde punten den zilveren beker won en tevens een eersten prijs in de eere-afdeeling. Vijf Augustus is echter de herdenkings dag van het 30-jarig bestaan van de mu ziekvereen. Ziji telt thans 28 werkende le den en 7 leerlingen. Vanaf de oprichting is alleen de heer Arn, Schout nog werkend lid. Directeuren zijn geweest de heeren J. op 't Hof, Middelburg, O. Bergman, Vlissingen en A, Cornelissen, O. en W. Souburg. Sinds 1912 is directeur de heer P. Meij- ers. Reeds 28 jaar dient hij' de vereeniging met zijn muzikale gaven. Eerst 5 jaar als werkend lid, daarna als directeur. In 1921 sloot de muziekvereen. zich aan biji den Zeeuwschen Bond van Harmonie ën Fanfarevereenigingen. Begonnen in de laagste of vierde afdeeling is het corps, dank zij de uitnemende leiding van zijh directeur, geregeld opgeklommen tot de eere-afdeeling. Dit jaar was het succes (eerste prijs plus beker) bijzonder groot. Dat de prestaties van het muziekcorps op prijs worden gesteld blijkt o.a. uit de pas gehouden en zoo uitstekend geslaagde bazar. Bruinisse. Donderdagavond werd een vergadering belegd door de mosselkwee- Hjet duurde een heelen tijd, eer de heer Freeling wilde beseffen, dat het Gertrude ernst was met haar weigering. En toen hij daar zeker van was, trok hij' het zich erg aan. Zijn moeder verheugde zich er over en rekende nog steeds hoopvol op Johanna en haar erfenis, als haar zoon deze teleurstelling te boven zou zijn ge komen. Onderwijl sloot ze de Grange en nam haar onwilligen zoon mee op reis naar Zwitserland en de Italiaansche me ren, met het plan den winter in Parijs door te brengen. Claude Coninghame bracht zijh va der op vastgestelde tijden een bezoek, maar na de eerste twee, drie maanden vermeed hij de dokterswoning. Zoo waren alle moeilijkheden dan opgelost. De dagen en maanden gingen voorbij, brachten hun dagelijksch werk en bezigheden met zich en brachten ook steeds nader den dag, waar op Johanna meerderjarig zou worden. De twee jaar waar Oswald over gespro ken had op de pier in Clevedon, waren bijkans verstreken en de noodige schik kingen werden getroffen om Johanna op Ashtou Court te ontvangen; want mijn heer Field was het met dokter Prender gast eens, dat ze daar haar intrek moest nemen om de plichten en verantwoorde lijkheid te aanvaarden, die haar positie met zich brachten. kers om profest aan te teekenen tegen de onbillijke bevoorrechting, die door 't Cen traal Verkoopbureau wordt toegepast. De leiding berustte bij den voorzitter dhr St. Jumelet. Besloten werd om het volgende request te richten aan het Verkoopbureau te Ber gen op Zoom: „Ondergeteekenden, allen mosselkwee kers te Bruinisse en georganiseerd bij de N.V.C., gevoelen zich gedrongen ten sterk ste te protesteeren tegen de hoogst onbil lijke regeling van den verkoop van mosse len, voornamelijk naar Antwerpen, daar er enkelen zijn die iedere week, ja zelfs tweemaal per week varen, terwijl 't over- groote deel slechts ééns in de drie of vier weken een beurt krijgt, en dus bijna werk loos in de haven ligt. Redenen, waarom zij! UEd. verzoeken de hand te houden aan artikel 1, alinea 3 der voorwaarden, dat luidt; „Bijl deze verdeeling zullen, plaatselijk, de kweekers, zooveel mogelijk in alphabe- tische volgorde van hun namen, voor le vering in aanmerking komen. D'it request werd door 32 mosselkwee kers onderteekend en zal door dhr St. Ju melet en P. de Waal aan bovengenoemd bureau worden ter hand gesteld, terwijl er ook op gewezen zal worden, dat er hier mosselkweekers zijn die 16 Kilo haalden, doch niet in aanmerking kwamen, O'ok zal worden gevraagd om de tarra, die thans 8 pet. bedraagt, te verhoogen, daar dit percentage te laag ia. Vroeger be droeg het 15 pet. Getracht zal worden, verbetering te brengen in de regeling, dat de mossel- kweeker wiens vracht wordt afgekeurd, toch de kasten moet betalen. Ook werd besproken, dat de afnemers te veel rechten hebben tegenover de mos selkweekers. Voor de levering van mosselen komt Bruinisse aan 25 pet. van het totaal. 15 pet. wordt door enkelen geleverd en 10 pet. door de overige mosselkweekers, zoa dat laatstgenoemden te weinig mosselen kunnen afleveren om hun bedrijf in stand te houden. Daarna sluiting. Vergade,ring van den gemeente raad. Tegenwoordig waren alle leden. Na opening der vergadering spreekt de voorzitter zijn sterke afkeuring uit over het laatste Raadsverslag in het blad „Het Eilandennieuws". Daarin komen uitdruk kingen voor, die beslist niet zijn gezegd op de wijze zooals het verslag aangeeft. In het bijzonder heeft spreker op het oog het slot van het verslag, dat voor een buitenstaander den schijn wekt als zou op haast spottende wijze over een van zijn beste vrienden zijn gesproken; hij geeft de verzekering, dat hij en ook de Raad den heer Bolier uit Haarlem steeds hoog acht. De voorzitter doet mededeeling van de volgende ingekomen stukken: Een schrijven van Ged. Staten houden de toezending van de beslissing van dat College op het verzoekschrift van het ge meentebestuur van Zierikzee om te be vorderen, dat op grond van artikel 40 der Armenwet de kosten van ondersteu ning aan Frans van der Werf, kort ge leden van hier verhuisd naar Zierikzee, gedurende een jaar ten laste zouden ko men van Bruinisse. Ged. Staten hebben beslist, dat geen termen daartoe aan wezig zijn. Een schrijven van den heer M. C. van Weele, dat hij zijn benoeming tot Hoofd der O. L. school aanneemt. Goedgekeurd worden de rekening van den Keuringsdienst voor vee en vleesch over 1934 en de begrooting voor 1936. Aangeboden wordt de gemeentereke ning over 1934 met de volgende cijfers: ontvangsten gewone dienst f85479,81, uit gaven f88728,74-, nadeelig slot f3248,83. Ontvangsten kapitaaldienst f2833, uit gaven f2481,70, batig slot f351,50. De rekening zal worden onderzocht door een commissie waartoe worden be noemd de heeren de Koning, Goudzwaard en Geluk. Vervolgens vindt plaats het onderzoek van de geloofsbrieven van de gekozen leden van den Raad en wordt tot hun toelating besloten. Bij de rondvraag vraagt de heer de Koning of het B. en W. bekend is, dat werkloozen bij de werkverschaffing, die zeer zwaar werk hebben verricht, minder loon ontvangen dan zij, die lichtere werk- „Natuurlijk moeten we een geschikt iemand vinden om bij haar te komen wo nen," zei mijnheer Field. Een weduwe zou het beste zijn, als we een geschikte dame kunnen vinden." Een tijd lang bleef de keuze onbeslist, maar in de lente van het jaar, waarin Jo hanna meerderjarig zou worden, bracht dominee Hastings tot verbazing van heel zijn kleine gemeente een vrouw thuis een rustig, zacht vrouwtje, dat blijkbaar veel leed gekend bad en wier verleden slechts zijn zuster kende. Ze was weduwe, maar, wa+ niemand wist in Minsterholme, ze was het meisje, dat in zijh jeugd zijh hart veroverd had. Zijn huwelijk onthief zijn zuster van de zorg voor zijn huishou ding en tot Johanna's groote blijdschap en verlichting stemde ze op het ernstig ver zoek van dokter Prendergast toe chape- rone en vriendin te worden van Johanna op Ashton Court. St. Michaelsdag brak aan. Eén zacht waas hing over de wouden rond Ashton Court en de Septemberzon gaf alles een vroolijk aanzien, toen de jonge meesteres en haar vriendin mevrouw Stuart naar de kerk reden, waar, op speciaal verzoek, om acht uur dienst zou worden gehouden. Lang en ernstig bad Johanna om kracht, toen ze neerknielde op dezelfde plaats, waar ze als klein meisje naast haar Een week van spanning ligt achter ons. Door de ontslagname van het Kabinet- Colijn was groote onrust gewekt en met groote spanning werd dan ook de oplos sing van de crisis tegemoet gezien. Geluk kig is 'het doel van 'hen, die de crisis uit lokten niet bereikt. Het Kaibinet-Colijn is «enigszins gereconstrueerd teruggekomen en blijft zij het nog langen tijd i zijn werkzaamheden in 's lands belang voort zetten. Niet het minst ook voor onze provincie was van belang de mededeeling om trent de instelling van een nieuw depar tement voor Landbouw en Visscherij. De heer Galissen, die onlangs als minister van Economische Zaken optrad, is onge twijfeld een bekwaam man, maar een man die 'zich toch in de eerste plaats interes- resseert voor zaken van industriëelen aard. Daarom was het een gelukkige ge dachte Landbouw en Visscherij in één apart departement onder te brengen, welk departement zal staan onder leiding van D'r Deckers, op dit gebied geen onbekende. Tegenover de verguizing waaraan man non als Dr Golijn blootstaan, doet het goed te zien, hoe hoog in het buitenland zijn verdiensten worden gewaardeerd. Moge de korte vacantie die 'hij nu gaat nemen, den minister-president weer nieu we kracht schenken voor zijn nog altijd zware taak. Voor onze Koningin waren het in zeer bijzonderen dn zware en spanningsvolle dagen en bet is zeker mede aan Haar doortastend optreden te danken, dat de politieke crisis zoo spoedig tot oplossing werd gébracht. Het is een zegen voor een Vorstin als zij in zorgvolle dagen als we thans beleven, mannen om zich 'heeft als Dr Golijn en zijn medewerkers. Maar welk een zegen is het ook voor een volk als het zulk een Vorstin heeft, 'die met vaste hand leiding weet te geven. De volgend© week gaan Koningin en Prinses op reis, waarbij de beste wen- schen van heel ons volk Haar vergezellen. Er was spanning ook in verhand met de internationale politiek. Het conflict tusschen Italië en Abes- synië is nog sflesds niet op een bevredi gende wijze opgelost en de vrees, dat het straks zal komen tot een gewapende bot sing is volstrekt niet denkbeeldig. Het uitbreken van een oorlog zou niet minder 'dan een ramp zijn, vooral ook om dat het 'gevaar zoo groot is, 'dat de oorlogs vlam eenmaal uitgebroken op de belen dende perceelen overslaat. De laatste berichten omHirent de onder handelingen te Genève waren niet onbe vredigend. 'De mogelijkheid, dat het tot een aocoord zal komen, schijnt nog vol strekt' niet uitgesloten, al blijft -het waar dat het voor Mussolini, die zoo groote woorden heeft gesproken, niet gemakkelijk zal zijn te retireeren. Gelukkig, dat ook in dezen het laatste woord niet door menschen hoe 'hooge gedachte zij' ook van zichzelf mogen hebben wordt gesproken, maar dat de Heere regeert I zaamheden hebben gedaan, niettegen staande bij de tewerkstelling is toegezegd dat zij konden rekenen op een loon van 22 ct. per uur. De voorzitter antwoordt, dat het Col lege daarvan niets bekend is; spr. zegt, dat het daarmede ook niets heeft te maken, aangezien de regeling der werk zaamheden geheel behoort tot de be voegdheden van de uitvoerders van het werk.. Ook vergete de heer de Koning niet, dat ook in stukloon wordt gewerkt zoodat het best kan zijn, dat minder is verdiend. De heer de Koning stelt daarop voor, dat de Raad zijn misnoegen zal uitspreken over het feit, dat aan die arbeiders min der loon is uitbetaald. De heer Padmos zegt, ,dat naar hij heeft vernomen, deze zaak in onderzoek is bij de werkliedenorganisatie; het heeft dus geen zin, dat de Raad zich daarin mengt; hiermede is de heer van Vessem het ook eens. Waar het voorstel niet wordt onder steund, komt het derhalve niet in be handeling, waarop de vergadering wordt gesloten- grootmoeder gezeten had, en als ze na dacht over de jaren, die daar tusschen la gen, werd ze van dankbaarheid vervuld. Hoeveel had ze geleerd, sinds die lang vervlogen dagen; hoe had God haar geleid in Zijn oneindige wijsheid en hoe onuit sprekelijk zoet was de verzekerdheid van Zijn liefde en zorg. Ja, die kerkdienst was een mooi begin voor dezen gebeurte- nisvollen dag en mevrouw Stuart keek met blijdschap en liefde naar het zachte, rustige gelaat. Toen ze ontbeten hadden, ging Johanna naar de groote hal, waar het geheele personeel verzameld was. Met zachte stem, die krachtiger werd onder 't spreken, dankte zij hen voor hun welkom, waarna men gezamenlijk een lofzang aan hief, dien Johanna uitgekozen en voor gelezen had. En even later hoorde men het geluid van naderende wielen en ging Jo hanna naar het bordes om de geheele fa milie Prendergast, den dokter niet te ver geten, op Ashton Court te verwelkomen; ieder had een geschenk gereed en Jo hanna werd bijna gesmoord in alle om helzingen. „Het lijkt wel, of je al een jaar weg bent," zeiden de kinderen, „maar wat een prachtig huis is dit; nu zul je wel niets meer om onze eenvoudige woning geven.'1 (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1935 | | pagina 5