OZ ZEEUW
TWEEDE BLAD
Voor den Zondag
Johanna Coninghame.
HET ADRES
A. WILKING
Uit de Provincie
Wat er deze week voorviel
VAN
ZATERDAG 3 AUG. 1935, Nr 257.
HETGEEN EERLIJK IS.
Bezorgt hetgeen eerlijk is voor
alle menschen. Rom. 12:17.
Wanneer wij door het geloof burgev
geworden zijn van twee werelden, dan
doet de werkelijkheid van dit genadefeit
haar werking overal en allerwegen gevoe
len. Christus koninkrijk kent geen neu
traal terrein en wil als een zuurdeesem
het gansche deeg doorzuren. Het legt op
alle levensverhoudingen beslag en stelt
nieuwe maatstaven en treffelijke richt
snoeren.
Dit blijkt ook uit bovenstaanden tekst,
waarin een levensregel voor de kinderen
van het koninkrijk gesteld wordt.
Paulus gebruikt hier een woord voor
eerlijk, dat niet ziet op het zich niet op
aiinksohe wijze toeëigenen van wat
ons niet toekomt, maar meer in het alge
meen op alles, wat goed en recht en edel
is. We zouden kunnen zeggen, doet alles,
wat terecht met eere genoemd en gepre
zen wordt.
Voor het oog van alle mensehen moet
ons leven in zijn bewuste en ongewilde
openbaring getuigenis afleggen van wat
liefelijk is en welluidt. Ons geloof moet
zijn vrucht in heel onze handel en wandel
afwerpen.
Wij moeten eerlijk zijn in al onze za
ken, op de boerderij en in onze winkel, op
de markt en in de fabriek. Wij moeten
steeds met de waarheid eerlijk voor den
dag komen, zoodat geen leugentaal over
onze lippen komt. Ons eens gegeven
woord moet ons heilig wezen, terwijl geen
valsehe streken onzen goeden naam ont-
eeren mogen.
Steeds moet door ons met volle ernst
bedacht, dat wij het eigendom van Christus
geworden zijn. zoodat Gods eer met elk
van onze daden gemoeid is. Daarom moe
ten we bezorgen, hetgeen eerlijk is en op
recht voor alle menschen, geloovigen en
ongeloovigen, patroons en arbeiders, voor
jongen en ouden, armen en rijken.
Het eeuwigheidslicht van Gods genade
moeten we laten schijnen voor de men
schen, opdat zij onze goede werken mo
gen zien en daardoor onzen Vader, die in
de hemelen is, leeren verheerlijken.
HOE MEN DE KIEZERS VOORLICHT.
Zekere „Jan Janze" als we ons niet
heèlemaal vergissen, een voormalige
christen-socialist zegt in „De Strijder",
orgaan der G. D. U. van 27 Juli 1.1.:
„Waarlijk, het liberalisme kan tevreden
zijn!
Onmiddellijk na de stembusstrijd van
'93 heeft lolijn medegedeeld, dat hij1 van
iberale zijde was aangemaand om voor
de hem geboden stembushulp rekening
met de liberalen te houden."
Mogen wij1 den heer Janze vragen:
Waar en wanneer heeft Golijn zoo iets
gezegd?
Wij1 hebben twee gansch andere uit
spraken, „onmiddellijk na den stembus
strijd".
Ie. In de Vergadering van de Amster-
damscbe antirevolutionairen in Krasna-
polski, op den avond van den stemdag, 26
April '33:
„En bemoedigend is het thans te zien,
dat de uitslag van de verkiezingen heeft
bewezen, dat de Antirevolutionaire partij1,
die vroeger niet in tel was, thans wordt
gezocht, omdat ons volk verstaat, dat bij
ons de kracht ligt om, nu het vaderland
in nood verkeert, te helpen en te stutten
zooveel als mogelijk is. Ons volk gevoelt
waar de weerstand schuilt tegen de ver
woestende elementen, die ons bedreigen.
Maar laat ons één ding wel bedenken: wijl
antirevolutionairen doen niet één tittel of
jota van ons beginsel af. Want dit begin-
FEUILLETON
(Vrij naar het Engelsch.)
71.) _o_
E'n naarmate de zomer voortschreed
vielen vele luchtkasteelen ineen. Gertrude
weigerde halstarrig de hand van den ar
men mijnheer Freeling en op haar vaders
vraag:
„Je weet heel zeker, Trude, dat je la
ter geen spij't zult hebben van je be
slissing?" antwoordde ze:
„Vader, ik zou voor niets ter wereld
met Freddie Freeling willen trouwen; stel
je voor, dat ik u zoo'n dommen schoon
zoon gaf!"
Dokter Prendergast lachte en zei, dat
hij haar dankbaar was voor de considera
tie, die ze met hem gebruikte; en Gertrude
sloeg op haar oude, impulsieve manier
haar armen om zijn hals en riep uit:
„Liefste vadertje, u weet heel goed, dat
u heelemaal niet wenscht, dat ik met dien
verwenden jongen zal trouwen."
„Het zou een huwelijk tusschen twee
verwende kinderen worden, vrees ik,"
luidde het antwoord.
En Gertrude voegde er opgewonden aan
toe:
sel alleen heeft weerstandsvermogen te
genover al wat thans verontrust."
2e. Den volgenden avond, 27 April, in
soortgelijke vergadering in Den Haag:
„Op den 14den zetel moet in de toe
komst maar niet gerekend, want hij is
gekomen van hen, die niet A.R. zijn.
De toon der niet A.R, pers is er een
die wil, dat men niet met die 13, maar dat
met dien eenen zetel zal worden rekening
gehouden. Dat is onmogelijk, want de A,
R. partij' wil zijn A.R. partij! en dat met
Gods hulpe blijVen.
Elke verwachting, dat de A.R. groep
een andere politiek voeren zal dan in
overeenstemming zou zijn met haar be
ginsel, moet volstrekt ongemotiveerd wor
den genoemd." R. A. d. 0.
DE STEUN AAN DE NEDERLANDSCHE
VISSCHERIJ.
Het laatsite' jaar is 'het noodzakelijk ge
bleken, de crisissteunmaatregelen ook tot
de Nederlandsche visscherij uit te strek
ken Gedeeltelijk is dit gegaan met behulp
van een gegarandeerden minimumprijs,
waartegenover de haringreeders zich
moesten verplichten niet meer dan een
zekere hoeveelheid aan de markt te bren
gen. terwijl in andere gevallen, garna
len, mosselen, enz. de afnemers ziclh moes
ten verplichten een zeker minimum te be
talen.
Ook hierbij blijkt weer de contingentee-
ringspolitiek van andere landen de markt
geheel te hebben bedorven. Zoo is het
mogelijk voor de garnalen, die naar
Frankrijk worden uitgevoerd, een uit-
voerpremie te betalen, omdat de garnalen-
prijs in Franrijk veel en veel hooger lig'
dan de prijzen, die hier door de Visscherij
Centrale zijn vastgesteld. Met deze uit-
voerheffing van 10 ct. per Kg. maken de
handelaars nog flinke winsten hij verkoop
van garnalen naar Frankrijk. Maar, er
kunnen slechts weinig garnalen daarheen
worden geëxporteerd, want de invoer in
Frankrijk is gecontingenteerd en slechts
een klein deel van wat wij vroeger daar
heen exporteerden kan nu op de Fransche
markt worden afgezet.
Bij den landbouw heeft de regeering
vooropgesteld, dat de steun hoog genoeg
moet zijn om de massa der landbouwers
een minimum bestaan te verzekeren. Wij
weten niet, of dezelfde normen zijn aange
legd voor het visseherijbedrijf. Volgens de
belanghebbenden is dit niet het geval, en
bedragen de inkomsten bij uitoefening
van het bedrijf vaak minder dan de steun,
die men bij werkloosheid ontvangt.
T'och is de algemeene toestand, wat de
visscherij betreft, anders dan in den
landbouw. Van veeteelt- en tuinbouwpro
ducten hebben wij een dergelijk overschot
in ons land, dat deze niet of ten minste
niet zonder diep ingrijpende maatregelen,
op de binnenlandsche markt een afzet
kunnen vinden, wanneer de uitvoer nog
sterker zou terugloopen dan thans reeds
het geval is.
Voor onze visscherijproducten kan een
dergelijke stelling niet met dezelfde zeker
heid worden uitgesproken. Op het oogen-
blik is de productie stellig grooter dan het
verbruik in ons land. Maar dit verbruik
kan ongetwijfeld krachtig gestimuleerd
worden, daar visch nog lang geen alge
meen volksvoedsel ten onzent is. In do
oorlogsjaren heeft de regeering, met het
oog op een tekort aan andere voedings
middelen, krachtige propaganda gevoerd
voor het gebruik van visch. Thans kan zij
dat niet doen, omdat een toegenomen
vischverbruik allicht ten koste zou gaan
van het verbruik van vleesoh en eieren,
alsmede van andere producten, waarvoor
ook afzetmoeilijkheden bestaan.
De regeering laat daarom de propagan
da voor het vischverbruik aan de betrok
kenen over, en houdt zich zelf neutraal
D'it neemt niet weg, dat een dergelijke
propaganda, mits goed gevoerd, belang
rijke perspectieven voor afzetverruiming
opent. Op het oogenblik is de toestand
zoo, dat visch in vele streken van ons
land als „rijkelui's voedsel" wordt be
schouwd. De hooge distributiekosten, de
noodzakelijke koeling, enz. maken, dat de
prijs ook dikwijls boven het bereik van de
gioote massa ligt.
Wanneer het zou gelukken deze kosten
te verlagen en de prijs binnen het bereik
van groote volksgroepen te brengen, dan
zou een zeer belangrijke vermeerdering
van den afzet mogelijk zijn. Naar des-
„Ik zal heelemaal niet trouwen."
„Alles op zijn tijd, lieve kind, en laat
me nu alleen, dat ik aan dien armen jon
gen kan schrijven."
Maar Gertrude bleef nog dralen.
„Vader, wat zei Claude ik bedoel
mijnheer Coninghame toen hij gisteren
hier was."
„Hij gedroeg zich als een kérel, lieve
kind, en verzekerde me, dat het hem erg
speet, dat zijn vader hierheen gekomen
was, en hij zei, dat hij' niet zou trachten
er zijd voordeel mee te doen, om zich
onder deze omstandigheden aan ons op
te dringen."
„Vader, ik wilde u nog een vraag doen,
maar u moet beloven, dat u nooit aan
iemand zult vertellen, dat ik het gevraagd
heb. Denkt u, dat Claude Coninghame met
Johanna wil trouwen?"
„Het heeft er heel veel van, Gertrude;
maar ik heb geen positieve redenen om
dat te zeggen. Het is alles zoo verward en
onbegrijpelijk, maar ik zou je nu aanra
den te trachten die kwestie uit je hoofd
te stellen. Jij1 en Johanna zijn nog altijd
even dikke vriendinnen hoop ik?"
„O, ja vader. Ik ben de eenige, tegen
wie ze ooit over Oswald praat; en ik ver
tel haar alles, of verbeterde Gertrude
met haar gewone strikte eerlijkheid
„bijna alles."
kundigen verklaren wordt -die hooge prijs
niet zoozeer veroorzaakt door de kosten
van den kleinhandel, maar meer door de
winsten van bepaalde groepen groothan
delaren, die dezen handel nagenoeg ge
heel in handen hebben.
Het zou misschien overweging verdie
nen om na te gaan, of de conserveering
van visch vooral in gerookte vorm
geen mogelijkheden opent van distributie
tegen lagere prijzen, daar de gerookte
visch natuurlijk veel langer en goedkoo-
pe.r bewaard kan worden.
Hier is een ruim veld open voor initia
tief uit het bedrijfsleven zelf, in samen
werking met de regeeringsorganen. Er
dient te worden nagegaan, welke afzet
verruiming mogelijk is in het binnenland,
zonder dat daardoor al te groote schade
aan andere producten der Nederlandsche
voedselindustrie wordt berokkend. Men
kan tegelijkertijd berekenen, welke verla
ging van alle handels- en distributie
kosten bereikt kan worden, wanneer de
binnenlandsche afzet vermeerdert. En ten
slotte zou een dergelijke vergrooting der
rentabiliteit in het binnenland weer de
mogelijkheid openen om naar het buiten
land tegen concurreerende prijzen te leve
ren, hetgeen ten minste eenigermate de
exportpositie zou kunnen verbeteren. Het
is te hopen, dat op deze wijze een bevre
digende oplossing voor het nationale
vraagstuk van onze zeevisscherij kan
worden gevonden.
Ingezonden Mededeeling.
voor Manufacturen.
Dames- en Kinderconfectie
Tapijten - Gordijnen
Bedden - Ledikanten en
aanverwante artikelen Is
GOES HULST
Biggekerke. Loop der bevolking over de
maand Juli. Vertrokken: Adriaan Janse,
van B 47; Adriaan Willem Kleinepier,
van A 48; Marinus Kleinepier, van A 48,
allen naar Medemblik; Pieternella Sturm,
van A 26 naar Zoutelande.
Ritthem. Dertigjarig bestaan
der muziekvereen. Donderdag
avond gaf de muziekvereen. „Oefening
na den arbeid", mede ter herdenking van
bovengenoemd feit, een concert. Onder de
boomen van de mooie dorpsstraat hebben
velen genoten van dp zeer goed uitgevoer
de muzieknummers.- Onder deze was ook
het verplichte nummer op het laatst ge
houden concours te Ierseke: Cortège de
Fleurs, grande marche de concert, door
Em. Dewandeleer, waarmee het muziek
corps door het hoogst aantal behaalde
punten den zilveren beker won en tevens
een eersten prijs in de eere-afdeeling.
Vijf Augustus is echter de herdenkings
dag van het 30-jarig bestaan van de mu
ziekvereen. Ziji telt thans 28 werkende le
den en 7 leerlingen. Vanaf de oprichting
is alleen de heer Arn, Schout nog werkend
lid. Directeuren zijn geweest de heeren
J. op 't Hof, Middelburg, O. Bergman,
Vlissingen en A, Cornelissen, O. en W.
Souburg.
Sinds 1912 is directeur de heer P. Meij-
ers. Reeds 28 jaar dient hij' de vereeniging
met zijn muzikale gaven. Eerst 5 jaar als
werkend lid, daarna als directeur.
In 1921 sloot de muziekvereen. zich aan
biji den Zeeuwschen Bond van Harmonie
ën Fanfarevereenigingen. Begonnen in de
laagste of vierde afdeeling is het corps,
dank zij de uitnemende leiding van zijh
directeur, geregeld opgeklommen tot de
eere-afdeeling. Dit jaar was het succes
(eerste prijs plus beker) bijzonder groot.
Dat de prestaties van het muziekcorps
op prijs worden gesteld blijkt o.a. uit de
pas gehouden en zoo uitstekend geslaagde
bazar.
Bruinisse. Donderdagavond werd een
vergadering belegd door de mosselkwee-
Hjet duurde een heelen tijd, eer de heer
Freeling wilde beseffen, dat het Gertrude
ernst was met haar weigering. En toen
hij daar zeker van was, trok hij' het zich
erg aan. Zijn moeder verheugde zich er
over en rekende nog steeds hoopvol op
Johanna en haar erfenis, als haar zoon
deze teleurstelling te boven zou zijn ge
komen. Onderwijl sloot ze de Grange en
nam haar onwilligen zoon mee op reis
naar Zwitserland en de Italiaansche me
ren, met het plan den winter in Parijs
door te brengen.
Claude Coninghame bracht zijh va
der op vastgestelde tijden een bezoek,
maar na de eerste twee, drie maanden
vermeed hij de dokterswoning. Zoo waren
alle moeilijkheden dan opgelost. De dagen
en maanden gingen voorbij, brachten hun
dagelijksch werk en bezigheden met zich en
brachten ook steeds nader den dag, waar
op Johanna meerderjarig zou worden.
De twee jaar waar Oswald over gespro
ken had op de pier in Clevedon, waren
bijkans verstreken en de noodige schik
kingen werden getroffen om Johanna op
Ashtou Court te ontvangen; want mijn
heer Field was het met dokter Prender
gast eens, dat ze daar haar intrek moest
nemen om de plichten en verantwoorde
lijkheid te aanvaarden, die haar positie
met zich brachten.
kers om profest aan te teekenen tegen de
onbillijke bevoorrechting, die door 't Cen
traal Verkoopbureau wordt toegepast. De
leiding berustte bij den voorzitter dhr St.
Jumelet.
Besloten werd om het volgende request
te richten aan het Verkoopbureau te Ber
gen op Zoom:
„Ondergeteekenden, allen mosselkwee
kers te Bruinisse en georganiseerd bij de
N.V.C., gevoelen zich gedrongen ten sterk
ste te protesteeren tegen de hoogst onbil
lijke regeling van den verkoop van mosse
len, voornamelijk naar Antwerpen, daar
er enkelen zijn die iedere week, ja zelfs
tweemaal per week varen, terwijl 't over-
groote deel slechts ééns in de drie of vier
weken een beurt krijgt, en dus bijna werk
loos in de haven ligt.
Redenen, waarom zij! UEd. verzoeken
de hand te houden aan artikel 1, alinea 3
der voorwaarden, dat luidt;
„Bijl deze verdeeling zullen, plaatselijk,
de kweekers, zooveel mogelijk in alphabe-
tische volgorde van hun namen, voor le
vering in aanmerking komen.
D'it request werd door 32 mosselkwee
kers onderteekend en zal door dhr St. Ju
melet en P. de Waal aan bovengenoemd
bureau worden ter hand gesteld, terwijl
er ook op gewezen zal worden, dat er hier
mosselkweekers zijn die 16 Kilo haalden,
doch niet in aanmerking kwamen,
O'ok zal worden gevraagd om de tarra,
die thans 8 pet. bedraagt, te verhoogen,
daar dit percentage te laag ia. Vroeger be
droeg het 15 pet.
Getracht zal worden, verbetering te
brengen in de regeling, dat de mossel-
kweeker wiens vracht wordt afgekeurd,
toch de kasten moet betalen.
Ook werd besproken, dat de afnemers
te veel rechten hebben tegenover de mos
selkweekers.
Voor de levering van mosselen komt
Bruinisse aan 25 pet. van het totaal. 15
pet. wordt door enkelen geleverd en 10
pet. door de overige mosselkweekers, zoa
dat laatstgenoemden te weinig mosselen
kunnen afleveren om hun bedrijf in stand
te houden.
Daarna sluiting.
Vergade,ring van den gemeente
raad. Tegenwoordig waren alle leden. Na
opening der vergadering spreekt de
voorzitter zijn sterke afkeuring uit over
het laatste Raadsverslag in het blad „Het
Eilandennieuws". Daarin komen uitdruk
kingen voor, die beslist niet zijn gezegd
op de wijze zooals het verslag aangeeft.
In het bijzonder heeft spreker op het oog
het slot van het verslag, dat voor een
buitenstaander den schijn wekt als zou
op haast spottende wijze over een van
zijn beste vrienden zijn gesproken; hij
geeft de verzekering, dat hij en ook de
Raad den heer Bolier uit Haarlem steeds
hoog acht.
De voorzitter doet mededeeling van de
volgende ingekomen stukken:
Een schrijven van Ged. Staten houden
de toezending van de beslissing van dat
College op het verzoekschrift van het ge
meentebestuur van Zierikzee om te be
vorderen, dat op grond van artikel 40
der Armenwet de kosten van ondersteu
ning aan Frans van der Werf, kort ge
leden van hier verhuisd naar Zierikzee,
gedurende een jaar ten laste zouden ko
men van Bruinisse. Ged. Staten hebben
beslist, dat geen termen daartoe aan
wezig zijn.
Een schrijven van den heer M. C. van
Weele, dat hij zijn benoeming tot Hoofd
der O. L. school aanneemt.
Goedgekeurd worden de rekening van
den Keuringsdienst voor vee en vleesch
over 1934 en de begrooting voor 1936.
Aangeboden wordt de gemeentereke
ning over 1934 met de volgende cijfers:
ontvangsten gewone dienst f85479,81, uit
gaven f88728,74-, nadeelig slot f3248,83.
Ontvangsten kapitaaldienst f2833, uit
gaven f2481,70, batig slot f351,50.
De rekening zal worden onderzocht
door een commissie waartoe worden be
noemd de heeren de Koning, Goudzwaard
en Geluk.
Vervolgens vindt plaats het onderzoek
van de geloofsbrieven van de gekozen
leden van den Raad en wordt tot hun
toelating besloten.
Bij de rondvraag vraagt de heer de
Koning of het B. en W. bekend is, dat
werkloozen bij de werkverschaffing, die
zeer zwaar werk hebben verricht, minder
loon ontvangen dan zij, die lichtere werk-
„Natuurlijk moeten we een geschikt
iemand vinden om bij haar te komen wo
nen," zei mijnheer Field. Een weduwe
zou het beste zijn, als we een geschikte
dame kunnen vinden."
Een tijd lang bleef de keuze onbeslist,
maar in de lente van het jaar, waarin Jo
hanna meerderjarig zou worden, bracht
dominee Hastings tot verbazing van heel
zijn kleine gemeente een vrouw thuis
een rustig, zacht vrouwtje, dat blijkbaar
veel leed gekend bad en wier verleden
slechts zijn zuster kende. Ze was weduwe,
maar, wa+ niemand wist in Minsterholme,
ze was het meisje, dat in zijh jeugd zijh
hart veroverd had. Zijn huwelijk onthief
zijn zuster van de zorg voor zijn huishou
ding en tot Johanna's groote blijdschap en
verlichting stemde ze op het ernstig ver
zoek van dokter Prendergast toe chape-
rone en vriendin te worden van Johanna
op Ashton Court.
St. Michaelsdag brak aan. Eén zacht
waas hing over de wouden rond Ashton
Court en de Septemberzon gaf alles een
vroolijk aanzien, toen de jonge meesteres
en haar vriendin mevrouw Stuart naar de
kerk reden, waar, op speciaal verzoek, om
acht uur dienst zou worden gehouden.
Lang en ernstig bad Johanna om kracht,
toen ze neerknielde op dezelfde plaats,
waar ze als klein meisje naast haar
Een week van spanning ligt achter ons.
Door de ontslagname van het Kabinet-
Colijn was groote onrust gewekt en met
groote spanning werd dan ook de oplos
sing van de crisis tegemoet gezien. Geluk
kig is 'het doel van 'hen, die de crisis uit
lokten niet bereikt. Het Kaibinet-Colijn is
«enigszins gereconstrueerd teruggekomen
en blijft zij het nog langen tijd i zijn
werkzaamheden in 's lands belang voort
zetten.
Niet het minst ook voor onze provincie
was van belang de mededeeling om
trent de instelling van een nieuw depar
tement voor Landbouw en Visscherij. De
heer Galissen, die onlangs als minister
van Economische Zaken optrad, is onge
twijfeld een bekwaam man, maar een man
die 'zich toch in de eerste plaats interes-
resseert voor zaken van industriëelen
aard. Daarom was het een gelukkige ge
dachte Landbouw en Visscherij in één
apart departement onder te brengen, welk
departement zal staan onder leiding van
D'r Deckers, op dit gebied geen onbekende.
Tegenover de verguizing waaraan man
non als Dr Golijn blootstaan, doet het
goed te zien, hoe hoog in het buitenland
zijn verdiensten worden gewaardeerd.
Moge de korte vacantie die 'hij nu gaat
nemen, den minister-president weer nieu
we kracht schenken voor zijn nog altijd
zware taak.
Voor onze Koningin waren het in zeer
bijzonderen dn zware en spanningsvolle
dagen en bet is zeker mede aan Haar
doortastend optreden te danken, dat de
politieke crisis zoo spoedig tot oplossing
werd gébracht. Het is een zegen voor een
Vorstin als zij in zorgvolle dagen als we
thans beleven, mannen om zich 'heeft als
Dr Golijn en zijn medewerkers. Maar welk
een zegen is het ook voor een volk als het
zulk een Vorstin heeft, 'die met vaste hand
leiding weet te geven.
De volgend© week gaan Koningin en
Prinses op reis, waarbij de beste wen-
schen van heel ons volk Haar vergezellen.
Er was spanning ook in verhand met
de internationale politiek.
Het conflict tusschen Italië en Abes-
synië is nog sflesds niet op een bevredi
gende wijze opgelost en de vrees, dat het
straks zal komen tot een gewapende bot
sing is volstrekt niet denkbeeldig.
Het uitbreken van een oorlog zou niet
minder 'dan een ramp zijn, vooral ook om
dat het 'gevaar zoo groot is, 'dat de oorlogs
vlam eenmaal uitgebroken op de belen
dende perceelen overslaat.
De laatste berichten omHirent de onder
handelingen te Genève waren niet onbe
vredigend. 'De mogelijkheid, dat het tot
een aocoord zal komen, schijnt nog vol
strekt' niet uitgesloten, al blijft -het waar
dat het voor Mussolini, die zoo groote
woorden heeft gesproken, niet gemakkelijk
zal zijn te retireeren.
Gelukkig, dat ook in dezen het laatste
woord niet door menschen hoe
'hooge gedachte zij' ook van zichzelf mogen
hebben wordt gesproken, maar dat de
Heere regeert I
zaamheden hebben gedaan, niettegen
staande bij de tewerkstelling is toegezegd
dat zij konden rekenen op een loon van
22 ct. per uur.
De voorzitter antwoordt, dat het Col
lege daarvan niets bekend is; spr. zegt,
dat het daarmede ook niets heeft te
maken, aangezien de regeling der werk
zaamheden geheel behoort tot de be
voegdheden van de uitvoerders van het
werk.. Ook vergete de heer de Koning
niet, dat ook in stukloon wordt gewerkt
zoodat het best kan zijn, dat minder
is verdiend.
De heer de Koning stelt daarop voor,
dat de Raad zijn misnoegen zal uitspreken
over het feit, dat aan die arbeiders min
der loon is uitbetaald.
De heer Padmos zegt, ,dat naar hij
heeft vernomen, deze zaak in onderzoek
is bij de werkliedenorganisatie; het heeft
dus geen zin, dat de Raad zich daarin
mengt; hiermede is de heer van Vessem
het ook eens.
Waar het voorstel niet wordt onder
steund, komt het derhalve niet in be
handeling, waarop de vergadering wordt
gesloten-
grootmoeder gezeten had, en als ze na
dacht over de jaren, die daar tusschen la
gen, werd ze van dankbaarheid vervuld.
Hoeveel had ze geleerd, sinds die lang
vervlogen dagen; hoe had God haar geleid
in Zijn oneindige wijsheid en hoe onuit
sprekelijk zoet was de verzekerdheid van
Zijn liefde en zorg. Ja, die kerkdienst
was een mooi begin voor dezen gebeurte-
nisvollen dag en mevrouw Stuart keek
met blijdschap en liefde naar het zachte,
rustige gelaat. Toen ze ontbeten hadden,
ging Johanna naar de groote hal, waar
het geheele personeel verzameld was. Met
zachte stem, die krachtiger werd onder 't
spreken, dankte zij hen voor hun welkom,
waarna men gezamenlijk een lofzang aan
hief, dien Johanna uitgekozen en voor
gelezen had. En even later hoorde men het
geluid van naderende wielen en ging Jo
hanna naar het bordes om de geheele fa
milie Prendergast, den dokter niet te ver
geten, op Ashton Court te verwelkomen;
ieder had een geschenk gereed en Jo
hanna werd bijna gesmoord in alle om
helzingen.
„Het lijkt wel, of je al een jaar weg
bent," zeiden de kinderen, „maar wat een
prachtig huis is dit; nu zul je wel niets
meer om onze eenvoudige woning geven.'1
(Wordt vervolgd.)