EEN LESJE VOOR DE N.S.B.
EN DE S.D.A.P.
Onderwijs
Leestafel
Het Vrouwenhoekje
Dammen
Voor de jeugd.
HOEVEEL GROOTE WERKEN DE
LAATSTE JAREN TOT STAND
KWAMEN.
De heer H. Polak vertelt In H e t
Volk een en ander van een vacantie-
tocht door ons land.
Het is heel leerzaam wat hij vertelt,
waarom we een gedeelte van zijn ver
haal hier laten volgen.
Terwijl Ik zoo dwaalde door verschil
lende provinciën, herinnerde ik mij den
fascistischen bluf betreffende de gewel
dige werken, die, dank zij het onge
ëvenaarde initiatief, de onweerstaanbare
energie, het toomelooze doorzettingsver
mogen van een Mussolini en van een
Hitler in Italië en in Duitschland wer
den ten uitvoer gebracht. De Pontijnsche
moerassen werden drooggemaakt een
stuk of wat wegen werden aangelegd
een aantal oude huizen te Rome werd
afgebroken een autoweg van Frank
fort naar Darmstadt kwam tot stand.
Alle welke dingen de bewondering gaan
de maken van al hetgeen in ons land
Houzee roept, driehoekige speldjes draagt
en relletjes verwekt.
Zulke dingen zijn, volgens den heer
Mussert, hier te lande onmogelijk daar
voor is ons volk te zeer verbrokkeld, te
verslapt en te lamlendig; alleen als de
Leider het sluimerende nationaal bewust
zijn zal hebben tot leven gewekt en te
's-Gravenhage als onfeilbaar opperheer
zal zetelen, zullen zulke dingen in ons
land mogelijk worden.
Het kan zijn. Maar ik heb op mijn jong
ste zwerftocht een en ander gezien, dat
eenigen twijfel aan de juistheid van
's heeren Mussert's diagnose van de gees
tesgesteldheid des Nederlandschen volks
deed rijzen.
Een jaar of wat geleden kon men onze
groote rivieren slechts door middel van
veerponten overtrekken. Er was (en is)
een met de spoorbrug verbonden zeer
smalle rijbrug over den IJssel te Zutphen.
Te Deventer kon (en kan) men nu en
dan van den spoorweg gebruik maken.
Te Doesburg, Vianen, Hedel en Arnhem
bevonden (en bevinden zich in de eerste
drie gevallen nog) schipbruggen. Wer
kelijke bruggen waren er slechts te Rot
terdam over de zoogenaamde, te Roer
mond en te Maastricht over de werkelijke
Maas.
Maar nu ontmoette ik grootsche brug
gen over den IJssel bij Zwolle (Kater-
veer), over de Maas bij Grave, over de
Waal bij Zaltbommel, over den Rijn te
Arnhem, over de Beersche Maas (Kei-
zersveer), over de pseudo-Maas bij Baren-
drecht, over het Merwedekanaal bij Mui
den, over de Maas te Maastricht.
Geweldige bruggen zag ik in aanbouw
over de Waal te Nijmegen, over het Hol-
landsch Diep (Moerdijk), over de Lek
tusschen Vreeswijk en Vianen. Er zijn
er, geloof ik, nog eenige, doch deze heb
ik niet aanschouwd.
Wel zag ik vele kleinere bruggen, het
zij voltooid, hetzij onder handen; doch
zij kunnen buiten beschouwing blijven.
Indien één zulk een brug in Duitsch
land ware gebouwd (met geld den schuld-
eischers van dat land ontstolen), dan
zouden de Duitsche kranten geen woor
den genoeg hebben gehad om het feit
wereldkundig te maken de buiten-
landsche bladen zouden het als een zeer
belangrijke gebeurtenis hebben vermeld
„Volk en Vaderland" zou triomfliede
ren hebben laten schallen Hitier zou
de brug hebben geopend, omringd door
tienduizend S.A.- en vijfduizend S.S.-
mannen, twintig muziekcorpsen, vijfhon
derd hakenkruisvlaggen, drommen Hitler-
jeugd, legioenen de handen vooruit
stekende en Heill-roepende mannen en
vrouwen, en het uitspansel zou gedaverd
hebben van het schoone en onverganke
lijke lied van den heiligen Horst.
Hier echter zijn in weinige jaren zeven
formidabele bruggen in gebruik geno
men. De meeste werden eenvoudig voor
het verkeer opengesteld. In een paar ge
vallen knipte een bescheiden burgemees
ter een lintje door en kreeg de eerste
auto een tuiltje bloemen. De bladen
maakten van alle dezer allereenvoudig
ste plechtigheden kort en sober melding.
Het kwam bij niemand op, er het buiten
land over in te lichten.
In Duitschland heeft men een autoweg
gemaakt (ten koste van de bedrogen en
bestolen buitenlandsche schuldeischers),
van Frankfort naar Darmstadt, wel vijf
en twintig heele kilometers lang. Ik heb
er afbeeldingen van gezien een doodge
wone weg met vier rijbanen. Toen hij
een paar maanden geleden werd geopend,
kwam de heele welbekende bombarie
(zie boven) er aan te pas opschepperij in
binnen- en buitenlandsche pers, Hitier,
Rijksweer, S.S. en S.A., Hitlerjeugd, een
Heilroepende menigte, vlaggen, muziek,
redevoeringen, zelfopkammerij, St. Horst.
Zeg tien jaren geleden was ons wegen
net nog zooals het een eeuw lang was
geweest en dus ongeschikt voor het tegen
woordige mechanische verkeer. In een
betrekkelijk korte spanne tijds, zeven of
acht jaren, heeft het een geweldigen
ommekeer ondergaan. Bestaande wegen
werden verbreed, verbeterd, van bitumi
neus, betonnen, gefundeerd klinker- en
ander modern dek voorzien. Talrijke
nieuwe rijks-, provinciale- en polderwegen
werden aangelegd, waaronder sommige
niet alleen met vier rijbanen, doch boven
dien met fiets- en wandelpaden, alsmede
met afzonderlijke wegen voor langzaam
verkeer. In Hitler's miraculeuzen weg
Frankfortr-Darmstadt bevinden zich
geenerlei kunstwerken van eenige betee-
kenia. Doch hier te lande vereiicht letter
lijk alle weg den bouw van vele viaduc
ten, bruggen, duikers en andere kunst
werken,
Wie maakt er over deze dingen In ons
land misbaar? Niemand, Het gaat alles
even eenvoudig, zakelijk, zonder eenig
vertoon.
Tot zoover de heer Polak.
Inderdaad er gebeurt in ons land nog
wel zoo een en ander.
Veel meer dan de N.S.B. en de S.D.A.P,
welke beide partijen het ook hierin
eens zijn, dat ze gaarne het buitenland
ten koste van ons land verheerlijken
gewoon zijn in het publiek te erkennen.
Nederland kan waarlijk wel de verge
lijking met landen, waar de fascisten of
de socialisten de leiding hebben, door
staan.
Vakschool voor Meisjes te Goes.
Vrijdagmiddag had in een der lokalen
van de vakschool voor meisjes te Goes de
bekendmaking van den uitslag der over
gangsexamens en de uitreiking der eind
diploma's plaats.
Namens het Bestuur der school ver
welkomde de heer mr Hugenholtz den
burgemeester, weth. Goedbloed en den
gemeente-secretaris. Hij sprak de hoop
uit, dat de burgemeester, evenals zijn
voorganger, dhr Hajenius, de belangen
der school krachtig zal bevorderen.
Spr. dankt het Gemeentebestuur, dat
'het dit lokaal, waarin vergaderd wordt,
zoo heeft laten opknappen. Verder wees
Spr. op de vele moeilijkheden, die er
den laatsten tijd zijn voor deze school.
Verschillende eischen worden aan de
school gesteld. Steeds grooter moet het
aantal leerlingen per klas worden en
steeds minder wordt het aantal uren per
vak en per klas, dat wordt toegestaan.
Het wordt steeds moeilijker om goed on
derwijs te geven en aan het personeel
worden voortdurend zwaardere eischen
gesteld.
Wat de Ambachtsschool betreft ook
van deze vereeniging uitgaande hier
wil men den driejarigen cursus omzetten
in een tweejarigen. Wellicht is dit moge
lijk in een industriestreek, maar 'hier is
dit vrijwel onmogelijk, daar hier vakmen-
schen voor een plattelandsstreek moeten
worden gevormd. Het Bestuur zal zich
over deze moeilijkheid nog moeten be
raden. Het heeft steeds zuinig met do
rijksfinanciën omgegaan, zoodat de
Goesc-he ambachtsschool in D'en Haag als
een van de zuinigste bekend staat.
Wat de vakschool aangaat, deelde Spr
nog mede, dat dhr Mays als leeraar de
school verliet. Zijn lessen werden tijde
lijk door mej. Pik gegeven, terwijl tot zijn
opvolger met 1 Sept. is benoemd de heer
Grondelle uit Rotterdam.
Vervolgens reikte de directrice, mej.
Weststeijn, de diploma's uit, waarna ze
de geslaagden feliciteerde en ze toe-
wenschte, dat ze spoedig zullen slagen in
het vinden van een betrekking.
De burgemeester gaf hierna uiting van
zijn sympathie voor deze school en pree3
het hier gegeven onderwijs. Zeker, de
school heeft met moeilijkheden te worste
len, maar de Overheid staat voor een
complex van moeilijkheden. En zij zijn
de goede bestuurders1, die in tijden van
groote moeilijkheden het schip in veilige
haven brengen. Wij moeten gaarne offers
willen brengen als de nood dit vordert.
Met de beste wenschen voor de geslaag
den besloot Spr., wenschen, die door den
voorzitter in zijn slotwoord werden onder
streept.
Nederland en Oranje. In het Juli-
nummer van het orgaan van het Ver
band van A.-R. propagandaclubs zet de
heer A. R. d. O. zijn leerzame beschou
wingen over Fascisme en Nationaal-So-
cialisme in Nederland voort. Verder wor
den de studieschetsen over het Program
van beginselen vervolgd. Voorts bevat dit
nummer nog Stembuscijfers (van de ge
houden Statenverkiezing), terwijl in de
rubriek „Voor het debat" gehandeld wordt
over de vraag of het Kabinet-Colijn een
„demo-liberale politiek" voert.
A.R.J.A. Het Juli-nummer van het or
gaan van de A.-R. Jongeren-Actie, bevat
o.m. het zesde jaarverslag van deze orga
nisatie. Het spreekt van een opgewekt
leven. Het aantal clubs bedraagt thans
207; het gemiddeld ledental 17. Er wordt
door de meeste clubs trouw vergaderd.
De verstrekte studieschetsen vinden in
toenemende mate belangstelling. De
plaatselijke verhouding tusschen Propa
ganda- en A.R.J.A.-clubs bleek zeer be
vredigend.
Geestelijke liederen uit den schat van de
kerk der eeuwen. Uitgave G. F. CaJlen-
bach, Nijkerk.
Een nieuwe liederenbundel, waarin niet
minder dan 640 geestelijke lieden zijn op
genomen. >Het ideaal van den verzamelaar
(Da Hasper), die zich voor dit doel jaren
lange moeite heeft igetroost, was om,
waar de 'Christenen niet langer één zijn
in de institua'ire kerk en in de 'belijdenis,
ze één te laten zijn in het lied. Hij heeft
het echter niet gezocht in het algemeene
waardoor alleen flauwe en slappe kost
overbleef, integendeel, maar wel heeft hij
weggelaten die liederen waaromtrent in
de kerken twistvragen heersohten.
(Deze bundel brengt tal van oude be
kenden, imaar groot is ook het aantal
Heel ven, die niet of minder bekend wa
ren. ""«worn kan hi'er met recht van een
v c y 'k i n g worden gs-sprckeri,
Opmerking verdient nog dat «ese lie
derenbundel buitengewoon goedkoop ie.
Meer dan 600 liederen in een keurig ge
bonden boek van 750 bladzijden voor
slechte f 1,50, het klinkt ongelooflijk. Dit
neemt niet weg, d'at aan de uitvoering veel
zorg is besteed,
Moge bet doel van den verzamelaar,
het geestelijk lied een grootere plaats te
geven In het godsdienstig en kerkelijk
leven van Nederland, door de uitgave van
dozen bundel worden bevorderd.
Winkelen een kunst.
Een schrijver of schrijfster in de „Haag-
sche Post" betoogt dat er groot verschil
is in winkelen tusschen een man en een
vrouw.
Een man „winkelt" niet in de striktste
beteekenis. Hij heeft wat noodig. Meestal
brengt de gedachte alleen, dat hij' iets
koopen moet, hem al lichtelijk uit zijn
humeur.
En omdat men (altijd volgens manne
lijke zienswijze) een onaangename plicht
beter direct kan vervullen, stapt hij zoo
spoedig mogelijk den winkel binnen, waar
hij zich het hem ontbrekende object kan
aanschaffen. Hijl deelt mee wat hij
wenscht, bekijkt wat hem wordt geboden,
koopt het, indien het ook maar eenigszins
bruikbaar is, zelfs als het niet precies
datgene blijkt te zijn, WEtt hiji zich gedacht
had, betaalt en verdwijnt. Hij' koopt
hooge uitzonderingen daargelaten ook
niets meer en niets anders dan hij noodig
heeft.
Maar de vrouw. Voor haar is winkelen
een lust, een verfijnd genot. Voor haar
beteekent winkelen volstrekt niet steeds
koopen.
Zij' winkelt om het winkelen zelf. En
dan nog: Er zijn verschillende typische
wijzen van winkelen. Daar zijn vrouwen,
die zich op weg begeven, toegerust met
een boodschappenlijst. Dat is de beste,
althans de eerlijkste soort. Zij weten min
of meer wat zij willen en in groote lijnen
staat haar het doel van de expeditie wel
voor oogen.
Anderen weten alleen vagelijk, dat zij'
„iets" willen koopen. Dat iets kan variee-
ren tusschen een avondjurk en een rolletje
zij'. Maar déze eigenschappen hebben bei
de categorieën gemeen, dat zij' zelden het
eerste koopen, dat haar tusschen de vin
gers komt, althans niet direct. Eerst moet
een aanzienlijk deel van den winkelinven
taris de revue gepasseerd zijln. Daarna is
het toch heel goed mogelijk, dat na veel
wikken en wegen en veel besluiteloosheid
de keuze valt op het voorwerp, dat het
eerst getoond werd. Over deze verschijn
selen zijin al veel grapjes gemaakt. Ook
hier zijn natuurlijk uitzonderingen. Maar
de regel is hierboven aangegeven.
D U K O L Levensmiddelen
vergemakkelijken U
het winkelen
Enkele recepten.
Gitroenrijstvla. 2 ons rijst,
2 ons suiker, het sap van 2 citroenen, de
schil van 1 citroen.
Zet de rijst op met de zeer dunne ci
troenschil en vier keer zooveel koud wa
ter als rijst. Laat ze op de bekende wijze
gaar koken, maar zorg, dat ze niet te
droog wordt. Roer er de suiker en het ci
troensap door en breng de massa over in
een vla-schaaltje. Maak op de gewone ma
nier een vanillevla, van Va L. melk. Laat
deze even kloppende bekoelen en giet ze
over de rijst.
Broodschoteltje. 2 ons oud
brood (zonder korst), Yi L. melk, 12
eieren, Yt ons krenten, Va ons rozijnen,
wat sucade, 2 volle theelepels kaneel, 30
gram boter.
Wrijf het brood heel fijn in de kokende
melk en laat de pap even doorkoken. Roer
ei en suiker dooreen, meng dit met de
krenten, rozijnen en sucade door de pap.
Breng de massa over in een beboterd
vuurvast schoteltje; giet de weekgemaak-
te boter er over en bestrooi de bovenkant
met suiker en kaneel. Laat er in den oven
een mooi bruin korstje op komen.
Koffiepudding. 8dL. melk, 2
dL. sterke koffie, 1 ons suiker, 30 gram
witte gelatine (15 blaadjes), vanille.
Breng de melk aan de kook met de va
nille. Week de gelatine in ruim, koud wa
ter. Voeg bij de kokende melk: de suiker,
de goed uitgeknepen gelatine en het kof-
fie-extract. Laat de massa onder af en
toe roeren geleiachtig worden en breng
ze over in een met koud water omgespoel
de vorm.
Presenteer er vanillesaus of slagroom
bij.
Huishoudelijk allerlei.
Petroleumvlekken op den vloer of op
linoleum kan men gemakkelijk verwijde
ren en wel uit houten vloeren met een
mengsel van drie doelen talkpoeder en 1
deel fijne soda of dubbelkoolzure soda,
die men met een weinig water tot een
dik papje mengt en hiermede de vlek be
strijkt. Van linoleum neemt men de olie
met zeepsop af, en wrijft de plek met
boenwas in. die eerst den volgenden dag
wordt uitgewreven. Petroleumvlekken uit
kleeden en matten trekken op den duur
vanzelf weg.
Na het bakken van visoh doet men ln
de nog warme pan, nadat de overgebleven
olie verwijderd is, een scheut azijn, waar
door de onaangename baklucht zal ver
dwijnen.
Een weinig citroensap bij het koken
van rijst in water gevoegd, zal de witte
kleur der rijst verhoogen.
Gelieve alles, deze rubriek betreffende,
te adresseeren aan P. Mons, Westerstraat
221, Amsterdam.
Probleem 416.
Auteur: J. H. Abbink, Aalten.
13 2 4 5
47 48 49 50
Zwart 11 sch. op: 7, 8, 10, 12, 16/20, 23
en 25.
Wit 11 sch. op: 26, 27, 29, 30, 31, 32, 34,
36, 39, 49 en 50.
Wit speelt en wint.
Oplossingen.
Juli-problemen voor 6 Aug. in te zen
den aan bovenstaand adres.
Nagekomen oplossingen.
Ontvangen van: M. Matthijsse, Aagte-
kerke.
Om het wereldkampioenschap.
M. Raichenbach witR. C. Keiler zwart.
3e matchpartij.
1. 33—28 18—22
Dit is steeds een lastig antwoord voor
wit, daar de normale positiezet 3933
niet mogelijk is wegens zwart 2227 en
19—23. Het veiligste is misschien wel met
3127 voort te zetten. Op zwart 22X33
en wit 39X28, gevolgd door zwart 1923
(A) en 14X23 kan zwart wit niet lang
beletten ook op het centrum te komen.
A. Zwart kan ook eerst 1722 spelen
en op wit 28X17 zwart 11X31 wit 36X27
zwart 1923 met nu wat sterker stelling
op den linkervleugel dan in de voorgaan
de variant. Daar staat tegenover, dat
zwart nu zeker spoedig zal moeten be
sluiten op veld 19 aan te vullen, waarna
wit op veld 28 kan spelen. Indien zwart
te lang wacht met aanvullen op 19, laat
hij n.l. zijn sterksten vleugel buiten het
spel.
Opmerking verdient nog, dat na wit
33—28, zwart 1822, wit 31—27, zwart22X
33, wit 39X28 en zwart 1722 wit ook
met 27X18 kan slaan. De nu volgende
ruil kost beiden centrumstukken.
2. 38—33 12—18
3. 43—38 7—12
4. 49-43 1—7
5. 31—26 19—23
6. 28X19 14X23
7. 33—28
Op wit 3228 en 37X28 kan zwart 16
21 en 21—27 spelen met goed aanvalsspel.
Op wit 34—29 en 40X29 speelt zwart 22—
27 en 16X27. Het resultaat van dit op
dringen naar veld 27 is dikwijls zeer gun
stig en het is dan ook begrijpelijk, dal
wit liever het kleine theoretische nadeel
van schijf 26 aanvaardt. Te meer, daar
dergelijke stukken in het middenspel
soms in het geheel niet zwak blijken te
zijn, waardoor de tegenstander als
deze zijn stelling niet zeer goed weet te
taxeeren soms kan worden verrast.
Deze kan n.l., oordeelende gunstig te staan,
op winst gaan spelen, in standen, waar
in het juist beter ware zich te verdedigen.
7 .22X33
8. 39X19 13X24
9. 38—33 18—23
Dreigt met 2329, 2430 en 20X49. Daar
wit niet 3430 kan spelen wegens zwart
2329, en 3228, waarmede het centrum
wordt bezet, in stellingen met een rand-
schijf niet sterk is, kan wit dus niet ver
hinderen, dat zwart door ruilen zijn posi
tie eenigszins verbetert.
10. 42—38 23—29
11. 34X23 24—30
12. 35X24 20X18
13. 47-42 18—23
14. 37—31 12—18
15. 32-27 7—12
Nu was 913 wel sterker. Als wit den
ruil met 2721 niet kan maken, is het
voor hem ook lastiger schijf 46 in het
spel te brengen.
16. 27—21 16X27
17. 31X13 9X18
18. 41-37 10-14
19. 46-41 4—9
20. 44-39 0—13
21. 37—31
Op 37—32 zou zwart 2329, 13—19 en
17X46 spelen.
21 .5-10
22. 50—44 14-19
23. 41-37 10-14
(Wordt vervolgd.)
DE TWEELING VAN HET BOSC1 HUIS
XV,
Na het ontbijt regende het nog steeds
en de lucht was zoo dik, dat je goed kon
zien dat het wel den heelen dag zoo zou
blijven.
Dik liet er zich echter niet door uit het
veld slaan. HSj ging toch met den trein en
daar merkte je er niet veel van, of het al
regende.
E'en half uur voor het vertrek kwam
Boudewijn al die Dik ook uitgeleide wou
doen.
Dik had haast geen geduld moor oin
nog te wachten, de ochtend 'had hom al
zoo lang geduurd, wel een kwartier te
vroeg had hij zijn regenjas al aan.
En de wijzers van de klok 'gingen zoo
langzaam. „Moeder, de klok gaat toch wel
goed?" Diik bedacht met schrik, dat de
klok misschien bijna afgelöopen was, en
nu langzamer liep. Moeder stelde hem ge
rust, ze had haat- de vorige dag nog op
gewonden.
Eindelijk was het toch zoo ver, dat ze
konden gaan.
Dik moest 'bij moeder onder de groote
parapluie, anders zou hij' veel te nat dn
den trein komen, Hen en Boudewijn volg
den met de fiets, waar ze de koffer op
gezet hadden.
Aan 't eind van het hoschlaantje moest
Dik nog even wuiven naar Han en Ilki hij
het hekje, samen onder een regenjas, Jan-
nie stond in de deurpost.
Van vader had Dik al afscheid geno
men toen deze 's morgens naar kantoor
ging.
Tiik, tik, 'tik klonken 'de 'druppels heel
hord boven hun hoofden, alsof ze Dik
plagen wilden. „Hei jongetje, zou je maar
niet thuis blijven, tik, tik, tik, het is nu
niets gedaan om uit te gaan.'"
Dik echter trok er zich niets van aan,
hij ging op reis en de regen kon hem
lekker niet tegen houden.
Ze waren nog maar even op het per
ron toen de trein al binnen stoomde.
Zoodra Dik een leeg raampje zag,
schoot 'hij! vooruit en wilde met den trein
meehollen, maar moeder riep hem terug,
er zouden nog wel meer mooie plaatsjes
komen.
En ja, spoedig hadden ze een leeg
hoekje gevonden.
Hen zorgde voor de koffer en ging toen
zelf ook even op de bank zitten.
„Zal 'ik ook maar meegaan?" riep hij
tegen moe.
„Wel ja," knikte deze, ,,'t is best hoor,
ik heb Boudewijn toch ook nog."
„En ik zal U met in den steek laten."
„Past op de 'handen F" klonk de stem
van den conducteur ai een paar coupé's
verder.
„Hen 't wordt tijd jongen."
„Ja moe, ik kom al. Dik, goeie reis
hoor, veel plezier en denk er om, niet uit
het raampje hangen", kon hij niet nala
ten nog even te plagen.
„Moeder moest Dik nog even voor het
laatst goedendag zeggen"', en: „vooral niet
vergeten de briefkaart te posten, van
avond".
„Op zij!"
Dik kon moeder nog juist een zoen ge
ven, floep, daar was het deurtje al dicht.
Hen keek toe hoe overal de portieren
gesloten werden, daar verderop stond de
chef, het bordje ging omhoog, daar stoom
de de trein weg.
Lachend en wuivend zat Dik achter het
raampje, 'heel zijn gezicht straalde van
plezier.
Een klein eindje 'liepen de jongens nog
mee, maar de trein ging zoo hard, nee nu
konden ze Dik al niet meer zien.
Met z'n drieën nu onder de parapluio
de jongens ieder aan een kant van moe
der, gingen ze naar huis.
Toch jammer voor Dik dat het geen
heter weer is, 't is nu lang zoo gezellig
niet om op reis te gaan.
Ja, dat was wel zoo, maar Dik had toch
nog al plezier gehad, ondanks den regen
Heb je er nu geen spijt van Hen, dat je
niet wilde?"
„Nou, zoo'n reisje had Hen ook wel
fijn gevonden, bekende hij eerlijk, maar,
dacht hij er bij, bij tante logeeren, nee,
daar voelde hij nog niet veel voor.
Even stonden de jongens nog te praten
bij het tuinhek. Ze wisten niet goed wat
ze doen zouden, naar Het Huis gaan of
hij Hen blijven.
Een schelle jongensstem: „Kenne jullie
me ook zegge, hoe ik in het knapekamp
moet komme?" deed ze opkijken.
,,Het knapekamp?" vroeg Hen verwon
derd, dan ben je heelemaal de verkeerde
kant uitgegaan" en wat nieuwsgierig
voegde hij er bij': „Ben je zoo pas met den
trein meegekomen?"
„Welnee, we benne d'r al een paar das
gen, we zijn er heelemaal op de fiets naar
toe gegaan en toen het laatste eind zoo'n
lollig boschpaadje. En nu moest ik van
morgen de post naar het station brengen,
eigenlijk mocht ik niet alleen, maar ik zei,
toe meneer, laat me maar gaan, me zalle
niet in zevien sloote tegelijk loope".
Meneer zei, dat ik de straatweg moest
neme, dan kwam je er van zelf, maar toen
ik bij het station was dacht ik, twee keer
dezelfde weg, dat doene me niet, ik kan
best dat boschpaadje weer neme, maar
nou benne me toch verkeerd uitgekomme".
„Kijk" wees Hen „je moet eerst dat
kronkelpaadje nemen, dan het karrespoor
een eind volgen
„Het karrespoor, wat ia dat?"
„Zoo'n breede weg met diepe sporen
waar de wagens langs gaan."
„Kenne me daar wel fietse?"
„Ja natuurlijk, er is een fietspad
naast."