EEN LESJE VOOR DE N.S.B. EN DE S.D.A.P. Onderwijs Leestafel Het Vrouwenhoekje Dammen Voor de jeugd. HOEVEEL GROOTE WERKEN DE LAATSTE JAREN TOT STAND KWAMEN. De heer H. Polak vertelt In H e t Volk een en ander van een vacantie- tocht door ons land. Het is heel leerzaam wat hij vertelt, waarom we een gedeelte van zijn ver haal hier laten volgen. Terwijl Ik zoo dwaalde door verschil lende provinciën, herinnerde ik mij den fascistischen bluf betreffende de gewel dige werken, die, dank zij het onge ëvenaarde initiatief, de onweerstaanbare energie, het toomelooze doorzettingsver mogen van een Mussolini en van een Hitler in Italië en in Duitschland wer den ten uitvoer gebracht. De Pontijnsche moerassen werden drooggemaakt een stuk of wat wegen werden aangelegd een aantal oude huizen te Rome werd afgebroken een autoweg van Frank fort naar Darmstadt kwam tot stand. Alle welke dingen de bewondering gaan de maken van al hetgeen in ons land Houzee roept, driehoekige speldjes draagt en relletjes verwekt. Zulke dingen zijn, volgens den heer Mussert, hier te lande onmogelijk daar voor is ons volk te zeer verbrokkeld, te verslapt en te lamlendig; alleen als de Leider het sluimerende nationaal bewust zijn zal hebben tot leven gewekt en te 's-Gravenhage als onfeilbaar opperheer zal zetelen, zullen zulke dingen in ons land mogelijk worden. Het kan zijn. Maar ik heb op mijn jong ste zwerftocht een en ander gezien, dat eenigen twijfel aan de juistheid van 's heeren Mussert's diagnose van de gees tesgesteldheid des Nederlandschen volks deed rijzen. Een jaar of wat geleden kon men onze groote rivieren slechts door middel van veerponten overtrekken. Er was (en is) een met de spoorbrug verbonden zeer smalle rijbrug over den IJssel te Zutphen. Te Deventer kon (en kan) men nu en dan van den spoorweg gebruik maken. Te Doesburg, Vianen, Hedel en Arnhem bevonden (en bevinden zich in de eerste drie gevallen nog) schipbruggen. Wer kelijke bruggen waren er slechts te Rot terdam over de zoogenaamde, te Roer mond en te Maastricht over de werkelijke Maas. Maar nu ontmoette ik grootsche brug gen over den IJssel bij Zwolle (Kater- veer), over de Maas bij Grave, over de Waal bij Zaltbommel, over den Rijn te Arnhem, over de Beersche Maas (Kei- zersveer), over de pseudo-Maas bij Baren- drecht, over het Merwedekanaal bij Mui den, over de Maas te Maastricht. Geweldige bruggen zag ik in aanbouw over de Waal te Nijmegen, over het Hol- landsch Diep (Moerdijk), over de Lek tusschen Vreeswijk en Vianen. Er zijn er, geloof ik, nog eenige, doch deze heb ik niet aanschouwd. Wel zag ik vele kleinere bruggen, het zij voltooid, hetzij onder handen; doch zij kunnen buiten beschouwing blijven. Indien één zulk een brug in Duitsch land ware gebouwd (met geld den schuld- eischers van dat land ontstolen), dan zouden de Duitsche kranten geen woor den genoeg hebben gehad om het feit wereldkundig te maken de buiten- landsche bladen zouden het als een zeer belangrijke gebeurtenis hebben vermeld „Volk en Vaderland" zou triomfliede ren hebben laten schallen Hitier zou de brug hebben geopend, omringd door tienduizend S.A.- en vijfduizend S.S.- mannen, twintig muziekcorpsen, vijfhon derd hakenkruisvlaggen, drommen Hitler- jeugd, legioenen de handen vooruit stekende en Heill-roepende mannen en vrouwen, en het uitspansel zou gedaverd hebben van het schoone en onverganke lijke lied van den heiligen Horst. Hier echter zijn in weinige jaren zeven formidabele bruggen in gebruik geno men. De meeste werden eenvoudig voor het verkeer opengesteld. In een paar ge vallen knipte een bescheiden burgemees ter een lintje door en kreeg de eerste auto een tuiltje bloemen. De bladen maakten van alle dezer allereenvoudig ste plechtigheden kort en sober melding. Het kwam bij niemand op, er het buiten land over in te lichten. In Duitschland heeft men een autoweg gemaakt (ten koste van de bedrogen en bestolen buitenlandsche schuldeischers), van Frankfort naar Darmstadt, wel vijf en twintig heele kilometers lang. Ik heb er afbeeldingen van gezien een doodge wone weg met vier rijbanen. Toen hij een paar maanden geleden werd geopend, kwam de heele welbekende bombarie (zie boven) er aan te pas opschepperij in binnen- en buitenlandsche pers, Hitier, Rijksweer, S.S. en S.A., Hitlerjeugd, een Heilroepende menigte, vlaggen, muziek, redevoeringen, zelfopkammerij, St. Horst. Zeg tien jaren geleden was ons wegen net nog zooals het een eeuw lang was geweest en dus ongeschikt voor het tegen woordige mechanische verkeer. In een betrekkelijk korte spanne tijds, zeven of acht jaren, heeft het een geweldigen ommekeer ondergaan. Bestaande wegen werden verbreed, verbeterd, van bitumi neus, betonnen, gefundeerd klinker- en ander modern dek voorzien. Talrijke nieuwe rijks-, provinciale- en polderwegen werden aangelegd, waaronder sommige niet alleen met vier rijbanen, doch boven dien met fiets- en wandelpaden, alsmede met afzonderlijke wegen voor langzaam verkeer. In Hitler's miraculeuzen weg Frankfortr-Darmstadt bevinden zich geenerlei kunstwerken van eenige betee- kenia. Doch hier te lande vereiicht letter lijk alle weg den bouw van vele viaduc ten, bruggen, duikers en andere kunst werken, Wie maakt er over deze dingen In ons land misbaar? Niemand, Het gaat alles even eenvoudig, zakelijk, zonder eenig vertoon. Tot zoover de heer Polak. Inderdaad er gebeurt in ons land nog wel zoo een en ander. Veel meer dan de N.S.B. en de S.D.A.P, welke beide partijen het ook hierin eens zijn, dat ze gaarne het buitenland ten koste van ons land verheerlijken gewoon zijn in het publiek te erkennen. Nederland kan waarlijk wel de verge lijking met landen, waar de fascisten of de socialisten de leiding hebben, door staan. Vakschool voor Meisjes te Goes. Vrijdagmiddag had in een der lokalen van de vakschool voor meisjes te Goes de bekendmaking van den uitslag der over gangsexamens en de uitreiking der eind diploma's plaats. Namens het Bestuur der school ver welkomde de heer mr Hugenholtz den burgemeester, weth. Goedbloed en den gemeente-secretaris. Hij sprak de hoop uit, dat de burgemeester, evenals zijn voorganger, dhr Hajenius, de belangen der school krachtig zal bevorderen. Spr. dankt het Gemeentebestuur, dat 'het dit lokaal, waarin vergaderd wordt, zoo heeft laten opknappen. Verder wees Spr. op de vele moeilijkheden, die er den laatsten tijd zijn voor deze school. Verschillende eischen worden aan de school gesteld. Steeds grooter moet het aantal leerlingen per klas worden en steeds minder wordt het aantal uren per vak en per klas, dat wordt toegestaan. Het wordt steeds moeilijker om goed on derwijs te geven en aan het personeel worden voortdurend zwaardere eischen gesteld. Wat de Ambachtsschool betreft ook van deze vereeniging uitgaande hier wil men den driejarigen cursus omzetten in een tweejarigen. Wellicht is dit moge lijk in een industriestreek, maar 'hier is dit vrijwel onmogelijk, daar hier vakmen- schen voor een plattelandsstreek moeten worden gevormd. Het Bestuur zal zich over deze moeilijkheid nog moeten be raden. Het heeft steeds zuinig met do rijksfinanciën omgegaan, zoodat de Goesc-he ambachtsschool in D'en Haag als een van de zuinigste bekend staat. Wat de vakschool aangaat, deelde Spr nog mede, dat dhr Mays als leeraar de school verliet. Zijn lessen werden tijde lijk door mej. Pik gegeven, terwijl tot zijn opvolger met 1 Sept. is benoemd de heer Grondelle uit Rotterdam. Vervolgens reikte de directrice, mej. Weststeijn, de diploma's uit, waarna ze de geslaagden feliciteerde en ze toe- wenschte, dat ze spoedig zullen slagen in het vinden van een betrekking. De burgemeester gaf hierna uiting van zijn sympathie voor deze school en pree3 het hier gegeven onderwijs. Zeker, de school heeft met moeilijkheden te worste len, maar de Overheid staat voor een complex van moeilijkheden. En zij zijn de goede bestuurders1, die in tijden van groote moeilijkheden het schip in veilige haven brengen. Wij moeten gaarne offers willen brengen als de nood dit vordert. Met de beste wenschen voor de geslaag den besloot Spr., wenschen, die door den voorzitter in zijn slotwoord werden onder streept. Nederland en Oranje. In het Juli- nummer van het orgaan van het Ver band van A.-R. propagandaclubs zet de heer A. R. d. O. zijn leerzame beschou wingen over Fascisme en Nationaal-So- cialisme in Nederland voort. Verder wor den de studieschetsen over het Program van beginselen vervolgd. Voorts bevat dit nummer nog Stembuscijfers (van de ge houden Statenverkiezing), terwijl in de rubriek „Voor het debat" gehandeld wordt over de vraag of het Kabinet-Colijn een „demo-liberale politiek" voert. A.R.J.A. Het Juli-nummer van het or gaan van de A.-R. Jongeren-Actie, bevat o.m. het zesde jaarverslag van deze orga nisatie. Het spreekt van een opgewekt leven. Het aantal clubs bedraagt thans 207; het gemiddeld ledental 17. Er wordt door de meeste clubs trouw vergaderd. De verstrekte studieschetsen vinden in toenemende mate belangstelling. De plaatselijke verhouding tusschen Propa ganda- en A.R.J.A.-clubs bleek zeer be vredigend. Geestelijke liederen uit den schat van de kerk der eeuwen. Uitgave G. F. CaJlen- bach, Nijkerk. Een nieuwe liederenbundel, waarin niet minder dan 640 geestelijke lieden zijn op genomen. >Het ideaal van den verzamelaar (Da Hasper), die zich voor dit doel jaren lange moeite heeft igetroost, was om, waar de 'Christenen niet langer één zijn in de institua'ire kerk en in de 'belijdenis, ze één te laten zijn in het lied. Hij heeft het echter niet gezocht in het algemeene waardoor alleen flauwe en slappe kost overbleef, integendeel, maar wel heeft hij weggelaten die liederen waaromtrent in de kerken twistvragen heersohten. (Deze bundel brengt tal van oude be kenden, imaar groot is ook het aantal Heel ven, die niet of minder bekend wa ren. ""«worn kan hi'er met recht van een v c y 'k i n g worden gs-sprckeri, Opmerking verdient nog dat «ese lie derenbundel buitengewoon goedkoop ie. Meer dan 600 liederen in een keurig ge bonden boek van 750 bladzijden voor slechte f 1,50, het klinkt ongelooflijk. Dit neemt niet weg, d'at aan de uitvoering veel zorg is besteed, Moge bet doel van den verzamelaar, het geestelijk lied een grootere plaats te geven In het godsdienstig en kerkelijk leven van Nederland, door de uitgave van dozen bundel worden bevorderd. Winkelen een kunst. Een schrijver of schrijfster in de „Haag- sche Post" betoogt dat er groot verschil is in winkelen tusschen een man en een vrouw. Een man „winkelt" niet in de striktste beteekenis. Hij heeft wat noodig. Meestal brengt de gedachte alleen, dat hij' iets koopen moet, hem al lichtelijk uit zijn humeur. En omdat men (altijd volgens manne lijke zienswijze) een onaangename plicht beter direct kan vervullen, stapt hij zoo spoedig mogelijk den winkel binnen, waar hij zich het hem ontbrekende object kan aanschaffen. Hijl deelt mee wat hij wenscht, bekijkt wat hem wordt geboden, koopt het, indien het ook maar eenigszins bruikbaar is, zelfs als het niet precies datgene blijkt te zijn, WEtt hiji zich gedacht had, betaalt en verdwijnt. Hij' koopt hooge uitzonderingen daargelaten ook niets meer en niets anders dan hij noodig heeft. Maar de vrouw. Voor haar is winkelen een lust, een verfijnd genot. Voor haar beteekent winkelen volstrekt niet steeds koopen. Zij' winkelt om het winkelen zelf. En dan nog: Er zijn verschillende typische wijzen van winkelen. Daar zijn vrouwen, die zich op weg begeven, toegerust met een boodschappenlijst. Dat is de beste, althans de eerlijkste soort. Zij weten min of meer wat zij willen en in groote lijnen staat haar het doel van de expeditie wel voor oogen. Anderen weten alleen vagelijk, dat zij' „iets" willen koopen. Dat iets kan variee- ren tusschen een avondjurk en een rolletje zij'. Maar déze eigenschappen hebben bei de categorieën gemeen, dat zij' zelden het eerste koopen, dat haar tusschen de vin gers komt, althans niet direct. Eerst moet een aanzienlijk deel van den winkelinven taris de revue gepasseerd zijln. Daarna is het toch heel goed mogelijk, dat na veel wikken en wegen en veel besluiteloosheid de keuze valt op het voorwerp, dat het eerst getoond werd. Over deze verschijn selen zijin al veel grapjes gemaakt. Ook hier zijn natuurlijk uitzonderingen. Maar de regel is hierboven aangegeven. D U K O L Levensmiddelen vergemakkelijken U het winkelen Enkele recepten. Gitroenrijstvla. 2 ons rijst, 2 ons suiker, het sap van 2 citroenen, de schil van 1 citroen. Zet de rijst op met de zeer dunne ci troenschil en vier keer zooveel koud wa ter als rijst. Laat ze op de bekende wijze gaar koken, maar zorg, dat ze niet te droog wordt. Roer er de suiker en het ci troensap door en breng de massa over in een vla-schaaltje. Maak op de gewone ma nier een vanillevla, van Va L. melk. Laat deze even kloppende bekoelen en giet ze over de rijst. Broodschoteltje. 2 ons oud brood (zonder korst), Yi L. melk, 12 eieren, Yt ons krenten, Va ons rozijnen, wat sucade, 2 volle theelepels kaneel, 30 gram boter. Wrijf het brood heel fijn in de kokende melk en laat de pap even doorkoken. Roer ei en suiker dooreen, meng dit met de krenten, rozijnen en sucade door de pap. Breng de massa over in een beboterd vuurvast schoteltje; giet de weekgemaak- te boter er over en bestrooi de bovenkant met suiker en kaneel. Laat er in den oven een mooi bruin korstje op komen. Koffiepudding. 8dL. melk, 2 dL. sterke koffie, 1 ons suiker, 30 gram witte gelatine (15 blaadjes), vanille. Breng de melk aan de kook met de va nille. Week de gelatine in ruim, koud wa ter. Voeg bij de kokende melk: de suiker, de goed uitgeknepen gelatine en het kof- fie-extract. Laat de massa onder af en toe roeren geleiachtig worden en breng ze over in een met koud water omgespoel de vorm. Presenteer er vanillesaus of slagroom bij. Huishoudelijk allerlei. Petroleumvlekken op den vloer of op linoleum kan men gemakkelijk verwijde ren en wel uit houten vloeren met een mengsel van drie doelen talkpoeder en 1 deel fijne soda of dubbelkoolzure soda, die men met een weinig water tot een dik papje mengt en hiermede de vlek be strijkt. Van linoleum neemt men de olie met zeepsop af, en wrijft de plek met boenwas in. die eerst den volgenden dag wordt uitgewreven. Petroleumvlekken uit kleeden en matten trekken op den duur vanzelf weg. Na het bakken van visoh doet men ln de nog warme pan, nadat de overgebleven olie verwijderd is, een scheut azijn, waar door de onaangename baklucht zal ver dwijnen. Een weinig citroensap bij het koken van rijst in water gevoegd, zal de witte kleur der rijst verhoogen. Gelieve alles, deze rubriek betreffende, te adresseeren aan P. Mons, Westerstraat 221, Amsterdam. Probleem 416. Auteur: J. H. Abbink, Aalten. 13 2 4 5 47 48 49 50 Zwart 11 sch. op: 7, 8, 10, 12, 16/20, 23 en 25. Wit 11 sch. op: 26, 27, 29, 30, 31, 32, 34, 36, 39, 49 en 50. Wit speelt en wint. Oplossingen. Juli-problemen voor 6 Aug. in te zen den aan bovenstaand adres. Nagekomen oplossingen. Ontvangen van: M. Matthijsse, Aagte- kerke. Om het wereldkampioenschap. M. Raichenbach witR. C. Keiler zwart. 3e matchpartij. 1. 33—28 18—22 Dit is steeds een lastig antwoord voor wit, daar de normale positiezet 3933 niet mogelijk is wegens zwart 2227 en 19—23. Het veiligste is misschien wel met 3127 voort te zetten. Op zwart 22X33 en wit 39X28, gevolgd door zwart 1923 (A) en 14X23 kan zwart wit niet lang beletten ook op het centrum te komen. A. Zwart kan ook eerst 1722 spelen en op wit 28X17 zwart 11X31 wit 36X27 zwart 1923 met nu wat sterker stelling op den linkervleugel dan in de voorgaan de variant. Daar staat tegenover, dat zwart nu zeker spoedig zal moeten be sluiten op veld 19 aan te vullen, waarna wit op veld 28 kan spelen. Indien zwart te lang wacht met aanvullen op 19, laat hij n.l. zijn sterksten vleugel buiten het spel. Opmerking verdient nog, dat na wit 33—28, zwart 1822, wit 31—27, zwart22X 33, wit 39X28 en zwart 1722 wit ook met 27X18 kan slaan. De nu volgende ruil kost beiden centrumstukken. 2. 38—33 12—18 3. 43—38 7—12 4. 49-43 1—7 5. 31—26 19—23 6. 28X19 14X23 7. 33—28 Op wit 3228 en 37X28 kan zwart 16 21 en 21—27 spelen met goed aanvalsspel. Op wit 34—29 en 40X29 speelt zwart 22— 27 en 16X27. Het resultaat van dit op dringen naar veld 27 is dikwijls zeer gun stig en het is dan ook begrijpelijk, dal wit liever het kleine theoretische nadeel van schijf 26 aanvaardt. Te meer, daar dergelijke stukken in het middenspel soms in het geheel niet zwak blijken te zijn, waardoor de tegenstander als deze zijn stelling niet zeer goed weet te taxeeren soms kan worden verrast. Deze kan n.l., oordeelende gunstig te staan, op winst gaan spelen, in standen, waar in het juist beter ware zich te verdedigen. 7 .22X33 8. 39X19 13X24 9. 38—33 18—23 Dreigt met 2329, 2430 en 20X49. Daar wit niet 3430 kan spelen wegens zwart 2329, en 3228, waarmede het centrum wordt bezet, in stellingen met een rand- schijf niet sterk is, kan wit dus niet ver hinderen, dat zwart door ruilen zijn posi tie eenigszins verbetert. 10. 42—38 23—29 11. 34X23 24—30 12. 35X24 20X18 13. 47-42 18—23 14. 37—31 12—18 15. 32-27 7—12 Nu was 913 wel sterker. Als wit den ruil met 2721 niet kan maken, is het voor hem ook lastiger schijf 46 in het spel te brengen. 16. 27—21 16X27 17. 31X13 9X18 18. 41-37 10-14 19. 46-41 4—9 20. 44-39 0—13 21. 37—31 Op 37—32 zou zwart 2329, 13—19 en 17X46 spelen. 21 .5-10 22. 50—44 14-19 23. 41-37 10-14 (Wordt vervolgd.) DE TWEELING VAN HET BOSC1 HUIS XV, Na het ontbijt regende het nog steeds en de lucht was zoo dik, dat je goed kon zien dat het wel den heelen dag zoo zou blijven. Dik liet er zich echter niet door uit het veld slaan. HSj ging toch met den trein en daar merkte je er niet veel van, of het al regende. E'en half uur voor het vertrek kwam Boudewijn al die Dik ook uitgeleide wou doen. Dik had haast geen geduld moor oin nog te wachten, de ochtend 'had hom al zoo lang geduurd, wel een kwartier te vroeg had hij zijn regenjas al aan. En de wijzers van de klok 'gingen zoo langzaam. „Moeder, de klok gaat toch wel goed?" Diik bedacht met schrik, dat de klok misschien bijna afgelöopen was, en nu langzamer liep. Moeder stelde hem ge rust, ze had haat- de vorige dag nog op gewonden. Eindelijk was het toch zoo ver, dat ze konden gaan. Dik moest 'bij moeder onder de groote parapluie, anders zou hij' veel te nat dn den trein komen, Hen en Boudewijn volg den met de fiets, waar ze de koffer op gezet hadden. Aan 't eind van het hoschlaantje moest Dik nog even wuiven naar Han en Ilki hij het hekje, samen onder een regenjas, Jan- nie stond in de deurpost. Van vader had Dik al afscheid geno men toen deze 's morgens naar kantoor ging. Tiik, tik, 'tik klonken 'de 'druppels heel hord boven hun hoofden, alsof ze Dik plagen wilden. „Hei jongetje, zou je maar niet thuis blijven, tik, tik, tik, het is nu niets gedaan om uit te gaan.'" Dik echter trok er zich niets van aan, hij ging op reis en de regen kon hem lekker niet tegen houden. Ze waren nog maar even op het per ron toen de trein al binnen stoomde. Zoodra Dik een leeg raampje zag, schoot 'hij! vooruit en wilde met den trein meehollen, maar moeder riep hem terug, er zouden nog wel meer mooie plaatsjes komen. En ja, spoedig hadden ze een leeg hoekje gevonden. Hen zorgde voor de koffer en ging toen zelf ook even op de bank zitten. „Zal 'ik ook maar meegaan?" riep hij tegen moe. „Wel ja," knikte deze, ,,'t is best hoor, ik heb Boudewijn toch ook nog." „En ik zal U met in den steek laten." „Past op de 'handen F" klonk de stem van den conducteur ai een paar coupé's verder. „Hen 't wordt tijd jongen." „Ja moe, ik kom al. Dik, goeie reis hoor, veel plezier en denk er om, niet uit het raampje hangen", kon hij niet nala ten nog even te plagen. „Moeder moest Dik nog even voor het laatst goedendag zeggen"', en: „vooral niet vergeten de briefkaart te posten, van avond". „Op zij!" Dik kon moeder nog juist een zoen ge ven, floep, daar was het deurtje al dicht. Hen keek toe hoe overal de portieren gesloten werden, daar verderop stond de chef, het bordje ging omhoog, daar stoom de de trein weg. Lachend en wuivend zat Dik achter het raampje, 'heel zijn gezicht straalde van plezier. Een klein eindje 'liepen de jongens nog mee, maar de trein ging zoo hard, nee nu konden ze Dik al niet meer zien. Met z'n drieën nu onder de parapluio de jongens ieder aan een kant van moe der, gingen ze naar huis. Toch jammer voor Dik dat het geen heter weer is, 't is nu lang zoo gezellig niet om op reis te gaan. Ja, dat was wel zoo, maar Dik had toch nog al plezier gehad, ondanks den regen Heb je er nu geen spijt van Hen, dat je niet wilde?" „Nou, zoo'n reisje had Hen ook wel fijn gevonden, bekende hij eerlijk, maar, dacht hij er bij, bij tante logeeren, nee, daar voelde hij nog niet veel voor. Even stonden de jongens nog te praten bij het tuinhek. Ze wisten niet goed wat ze doen zouden, naar Het Huis gaan of hij Hen blijven. Een schelle jongensstem: „Kenne jullie me ook zegge, hoe ik in het knapekamp moet komme?" deed ze opkijken. ,,Het knapekamp?" vroeg Hen verwon derd, dan ben je heelemaal de verkeerde kant uitgegaan" en wat nieuwsgierig voegde hij er bij': „Ben je zoo pas met den trein meegekomen?" „Welnee, we benne d'r al een paar das gen, we zijn er heelemaal op de fiets naar toe gegaan en toen het laatste eind zoo'n lollig boschpaadje. En nu moest ik van morgen de post naar het station brengen, eigenlijk mocht ik niet alleen, maar ik zei, toe meneer, laat me maar gaan, me zalle niet in zevien sloote tegelijk loope". Meneer zei, dat ik de straatweg moest neme, dan kwam je er van zelf, maar toen ik bij het station was dacht ik, twee keer dezelfde weg, dat doene me niet, ik kan best dat boschpaadje weer neme, maar nou benne me toch verkeerd uitgekomme". „Kijk" wees Hen „je moet eerst dat kronkelpaadje nemen, dan het karrespoor een eind volgen „Het karrespoor, wat ia dat?" „Zoo'n breede weg met diepe sporen waar de wagens langs gaan." „Kenne me daar wel fietse?" „Ja natuurlijk, er is een fietspad naast."

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1935 | | pagina 6