EERSTE BLAD DONDERDAG 25 JULI 1935 DAGBLAD VOOR DE PROVINCIE ZEELAND 49e JAARGANG - No. tk I De Pers over het parlementaire conflict. Buitenland. Belangrijkste Nieuws 70, alles per 100 bos. I Juli 1935. en 13—17: 23; Vleestóh- sen 14; Zw. 14; Ronde ■16; Dubb. orellen 10 :he 10; Zw. 20; Hollan- en 11; Stel- -31; Roode 10; zwarte Oranje- ruimen 18; nen 619; les in cents -43.60 per van 23 Juli. e zure 6,90, 18, Aard ig. Aanvoer Juli. Witte iwe id. 3.51 0—1.84 gld. i en geveild in ons Vei- t 3739, ge- >lgende prij- (extra zw.) 0—f2. 1ERICHT. van 25 Juli: it Oostelijke wolkt, droog ■nweerskans, g 3 u. V v-f. - Uitg.: N.V. Uitgevers-Maatschappij „Luctor et Emerge" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw". Bureaux Lange Vorststraat 70, Goes. Telefoonnummer 11. Postchèque en Girorekening 44455. Bijkantoor Middelburg: Fa BOEKHANDEL J. J. FANOY, Lange Burg B 16, Tel. 28. Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA. Abonnementsprijs f2.50 per kwartaal, weekabonnementen voor Middelburg, Goes en Vlissingen f0.20. Losse nummers 5 cent Advertentiën 30 cent per regel. Ingesondcr mededeelingen 60 cent per regel. Klein© Advertentiën Dinsdags en Vrijdags 10.75, bij vooruitbetaling. Onder letter of motto 10.85. Bij contract belangrijke korting. I u.: 767. in: Dit nummer bestaat uit 2 bladen. Wij laten hier nog enkele persbeschou wingen over het conflict tusschen Kabi net en Kamer volgen. De Standaard zegt o.m.: D'r Colijn heeft in een waardige verklaring: geantwoord op de oorlogsverklaring van de Roomsch-Katholieken; geconstateerd, dat de meerderheid voor het Kabinet daardoor was weggevallen, waarom schorsing van de behandeling van het wetsontwerp werd gevraagd, ten einde het Kabinet in staat te stellen zich over den ingetreden toestand nader te beraden. De houding van de Roomsch-Katholie ken moest des te meer opvallen, omdat zij zich eensgezind stelden tegenover het Kabinet, waarin drie hunner eigen man nen zitting hebben en dat terwijl in de Mem. van Antw. op het Voorloopig Ver slag over het bezuinigingsontwerp het bij monde van den Voorzitter van den Raad van Ministers in het mondeling debat heeft verklaard, dat het homogeen is met betrekking tot de algemeene richtlijnen voor zijn beleid. Daardoor werd de ver oordeeling van de politiek van het Kabi net in het bijzonder een veroordeeling van de drie Roomsch-Katholieke Minis ters. Over de repliek van den heer Aalberse maken wij thans slechts twee opmerkin gen. Daarin werd geen aandacht geschon ken aan de mogelijke politieke gevolgen, welke het optreden der Roomsch-Katho lieken met zich kan brengen, noch uiteen gezet, waarom men de Regeering voor een dilemma stelde, dat een deel van de Roomsch-Katholieke Kamerclub voor zichzelf niet of niet meer stelt. Blijkbaar stuurde men aan op een breuk met het Kabinet, zonder er zich rekenschap van te geven, welke verantwoordelijkheid meu daardoor op ziCh laadde en wat een breuk met zich zou kunnen brengen voor land en volk. Welke zullen de politieke gevolgen zijn ■van het gebeurde? Dit valt nu nog niet te zeggen. Het Kabinet moet zich bera den. Mogelijk zijn: het ontslag van het Kabinet en Kamerontbinding. Waartoe het komen zal, dient te worden afgewacht. Voor de vorming van een nieuw Kabinet moet niet op de medewerking der Anti- Revolutionairen worden gerekend. Wij zijn van oordeel, dat een Anti-Revolutio nair niet zitting kan nemen in een Kabi net, dat gevormd wordt onder de leiding van hen, die het Kahinet-Colijn ten val hebben gebracht. Het conflict is gekomen. De Roomsch-Katholieke Kamerfractie heeft het gewild. Haar verantwoordelijkheid is buitenge woon groot. Wij vreezen, dat uit dit conflict alleen schade, moreele en stoffelijke schade, voor ons volk zal voortvloeien. Onze Rotterdammer merkt op, dat wie het conflict gaat ontleden, tot de conclu sie kooit, dat 't punt van principieel ver schil i afgezien van toon en graad is de aantasting der vaste lasten in de hoofdsom. Het is goed, ook dit van meetaf vast te leggen. Want er volgt onmiddellijk uit, dat het Kabinet getroffen is door een op positie, welke de oplossing der nu ont stane crisis niet kan brengen. Een hetero geen gezelschap kan wel breken maar niet bouwen. Toch spreekt het vanzelf, dat mr Aal berse en zijn naarbuiten eens gezinde fractie, de verantwoordelijkheid zal moeten aanvaarden. Wel liet het Kahinet-Colijn onge twijfeld in verband met de verwarring, welke er ook op financieel gebied zal ont staan en waarvan speculanten een dank baar gebruik zullen maken i verluiden, dat het den gulden tot het laatste toe be schermen zal; maar een andere oplossing dan ontslagaanvrage van het mi- nisterie-Colijn zien wij niet. In theorie is Kamerontbinding moge lijk; doch welke vraag zal men de kie zers voorleggen? Wat de Regeering wil, weet ons volk; maar wat wil de opposi tie? D'at weet zij zelf niet; zooveel par tijen, zooveel opinies en in elke partij nog weer verschil van inzicht. Bovendien is een verkiezing in dezen tijd, vol van hartstochten, waarlijk niet een zaak van vreugde. Brengt echter heengaan van dit Ka binet de oplossing? Anders gezegd: Kan dit Kabinet heengaan, als er niemand is, die de portefeuilles over kan nemen? Wie zijn oogen niet sloot, moest do situatie van thans voorzien en ook het landsgevaar, dat er in schuilt. Dat noopte tot o zoo voorzichtige tak- tiek. Wie weet, welke economische el lende uit dit conflict voortvloeit. Wie het wel meent met ons volk, beeft en., bidt. Als God het niet verhoedt, leidt dit conflict, dat van zekere zijde gezocht en van andere zijde aangewakkerd is, tot een economische catastrofe, in plaats van maatschappelijk herstel. De Nederlander heeft zich verheugd over de openbare hulde, die Dinsdag avond Dr Colijn ten deel viel. „Want hoe men ook over het conflict moge denken, de groote waardeering, die den persoon van den Minister-President wordt toegedragen, heeft er zeker niet onder geleden. Integendeel, de krachtige wijze, waarop hij voor zijn overtuiging heeft gestaan, kan de waardeering voor zijn persoon slechts doen vermeerderen. En toch mag de vraag worden gesteld of dit conflict niet te vermijden ware geweest. Want het valt niet te ontkennen, dat de regeering hoog spel heeft gespeeld. Wij kunnen ons volkomen begrijpen, dat de regeering weten wilde waar zij aan toe was en dat zij daarom vernemen wilde of zij nog op het vertrouwen van de Roomsch-Katholieken rekenen kon. Maar laat men billijk zijn naar beide kanten. Nu de zaak eenmaal zoo gesteld werd, was er voor de Roomsch-Katho lieke fractie nauwelijks een anderen uit weg. Wie de ontwikkeling van het poli tieke leven in den laatsten tijd nauw keurig heeft gevolgd en wie zich reken schap heeft gegeven van hetgeen er in Roomsch-Katholieke kringen leeft, moest begrijpen, dat het voor de Roomsch-Ka tholieke fractie toch eigenlijk onmoge lijk was, na alles wat er was voorgeval len, met zooveel woorden te verklaren, dat zij der regeering haar vertrouwen gaf. Dat zou haar gezag in eigen kring toch wel zeer afbreuk hebben gedaan. Als de regeering van de Roomsch-Katholieke fractie verlangd had mede het bezuini gingswetsontwerp in veilige haven te hel pen brengen en haar verder haar gang te laten gaan, zou de zaak anders gestaan hebben. Wij althans zijn er niet van over tuigd, dat de Roomsch-Katholieken dan de verantwoordelijkheid zouden hebben willen aanvaarden het Kabinet tot heen gaan te dwingen, ook al bleef het be scheid van Minister Colijn op de rede van Mr Aalberse onbevredigend. Maar wat thans van de Roomsch-Katholieke fractie verlangd werd, was practisch, dat zij haar inzichten zou verloochenen. Zoolang dan ook niet vast staat, dat de Roomsch-Katholieken toch in ieder ge val de regeering zouden zijn afgevallen, kan men dan ook naar onze meening niet zeggen, dat de schuld van het con flict uitsluitend bij hen ligt." Het Chr.-Hist. orgaan betoogt verder, dat hetgeen in de Tweede Kamer is voor gevallen niet kan worden geduld als een uitspraak ten gunste van devaluatie. „Op geen enkele manier is gebleken, dat de meerderheid daar voor is. Zelfs de Roomsch-Katholieke fractie heeft zich niet onomwonden voor devaluatie uitge sproken. Het is dan ook te hopen, dat men ondanks het conflict er in zal sla gen de positie van den gulden te hand haven. Het zou wel een betreurenswaar dige samenloop van omstandigheden zijn, wanneer dit Kabinet, dat steeds als een van zijn belangrijkste doeleinden heeft gezien de handhaving van den gulden, doordat het politiek een hoog spel heeft gespeeld en daarbij heeft misgegrepen, er tenslotte nog aan zou moeten mede werken, dat de gulden in gevaar kwam." Het Utr. Dagblad (lib.) spreekt van een zwarte Dinsdag. Professor Aalberse heeft gesproken. Zijn korte verklaring heeft alom in den lande groote beroering gewekt, en bij alle verstandige Nederlanders, ongeacht of zij wel of niet tot het Katholieke volksdeel behaoren, ontstemming. Terecht! Want de Katholieke fractieleider heeft het bestaan in dezen uiterst kritieken tijd den stoot te geven tot eene politieke cri sis, welke zonder precedent is in onze ge schiedenis en waarvan de gevolgen po litiek, economisch, financieel en wellicht ook monetair als een zwaard van Da mocles boven ons volk hangen. Wel hebben zij, die tot deze noodlot tige uitspraak hebben gedreven, eene zeer, zeer zware verantwoordelijkheid op zich geladenl Aalberse's woorden zullen Dinsdag, den 23en Juli 1935, doen voort leven als de zwarte Dins'dag in onze parlementaire historie. De N. Pr. Gron. Crt. zegt, dat niet dui delijk is geworden op welk punt de ar beid van het kabinet is gestrand. „Het Bezuinigingsontwerp zou allicht zijn aangenomen. Het conflict tusschen de R.K. Kamer fractie en minister Golijn bestond tenslotte in een vraag en antwoordenspel, waaraan de heer Aalberse nu maar een inhoud moet geven. Heeft het kabinet nog vertrouwen in het volbrengen van zijn taak? Dat was de niet zeer vriendelijke vraag. Het antwoord moest luiden: Heeft de R.K. Kamerclub nog vertrouwen in het kabinet? Daarop zei-de de heer Aalberse: Vraagt gij dat per motie? Dan zullen wij zeggen neen. En toen antwoordde de regeering: zoo kunnen wij niet voortgaan. Om dit te kunnen begrijpen moet men letten op de hittere campagne die van R.K. zijde tegen het kabinet en in 'tbij zonder tegen minister Golijn is gevoerd. Op het steeds vijandiger worden van R.K. pers en kamerclub en op de bijna hatelijke wijze waarop nu de heer Aalber se de rede van den minister-president naar allen kant op het kwaadst voor de R.K. Kamerclub uitlegde. Hij scheen dus aan te dringen op een conflict. Hij heeft dit nu en draagt daar voor ook de volle verantwoordelijkheid met de soc.-democraten en communisten, zooals minister Golijn het scherp doch volkomen juist zeide." Het Frlesch Dagblad spreekt van een zwarte dag in onze parlementaire ge schiedenis. Bij de bespreking van de vraag wat er nu verder moet gebeuren zegt dit or gaan: „Een ding hopen wij en vertrouwen wij tevens, dat de R.K. Staatspartij die deze crisis heeft veroorzaakt, de volle conse quenties van haar daad zal moeten aan vaarden. Z-ij mag niet in de gelegenheid worden gesteld zich te dekken achter an deren. Noch de innerlijke tegenstellingen in haar partij noch de veiligheid van deze partij naar buiten mag worden gedekt door het plichtsbesef en de offervaardigheid van anderen. Te zamen met de partij aan wier zijde zij tegen dit kabinet optrad, hoort zij nu te toonen wat zij kan en wat zij wil. Tracht zij op eenigerlei wijze die consequenties te ontwijken men lette daarop in de komende dagen -dan heeft zij daarmede zich met de S.D.A.P. op een lijn gesteld wat betreft vrees voor verant woordelijkheid en begeerte naar macht. Wanneer wij hierop zoo sterk staan, dan is dat omdat alleen dan het parle mentaire stelseb tegenover den roep om dictatuur, zijn reüht kan handhaven als er een politiek vol verantwoordelijkheids besef wordt gevoerd." Een groot deel van de Roomsche pers tracht de schuld van het gebeurde te schuiven op de schouders van Minister Golijn. Zij schrikt blijkbaar terug voor de zware verantwoordelijkheid en stelt het daarom voor alsof het conflict te wijten zou zijn aan een onhandige ma noeuvre van het Kabinet. Er zijn echter ook Roomsche bladen die de zaak zuiver stellen. Zij hebben niet opgehouden het Kabinet-Golijn als een givaar voor het land voor te stellen, gesproken werd van gepruts zonder eenig resultaat" en dus voelen ze het ook als een opluchting dat nu het conflict ge komen is. Zoo zegt b.v. het Huisgezin o.m.: „Het zou onwaarachtig zijn, bij zulk diepingrijpend verschil van inzicht, d8 kloof te maskeeren, die er gaapt tus schen de Regeering en de sterkste Kamer fractie, op wier steun zij onder alle om standigheden meende te moeten kunnen rekenen. Daarom zal het conflict, dat is ont staan, verhelderend werken; hiervoor kan men enkel erkentelijk zijn." HET CONFLICT ITALIE-ABESSYNIE. Aaneensluiting van alle gekleurde rassen tegen de blanken. De Abessynische gezant te Londen, Dr Martin, verklaarde tegenover een corres pondent van de „Echo de Paris", dat een accoord in het Italiaansch-Aessynisch ge schil nog nauwelijks denkbaar is. Daarvoor is het te laat. Italië heeft vele millioenen uitgegeven en 200.000 man naar Afrika gezonden. Hoe zou het thans van zijn plan kunnen afzien? Abessynië zal echter van zijn onafhan kelijkheid geen afstand doen. Zijn bewo ners zullen tot den laatsten man sterven. De strijd zal zeer hard en langdurig zijn. De niet aan het klimaat gewende Italiaansche troepen hebben reeds thans geweldig te lijden. De moderne oorlogsmiddelen kunnen tegen Abessynië moeilijk in het veld Worden gebracht. De gezant is ervan overtuigd, dat de strijd ver zal uitgaan boven het kader van een plaatselijken oorlog. Het zal het sein worden voor de aaneensluiting van alle gekleurde rassen tegen de blanken, het begin van een kruistocht tegen de koloniseerende volkeren. Wanneer Engeland en Frankrijk, zoo verklaarde Dr Martin tenslotte, aan Ita lië een deel van hun eigen bezittingen zouden willen afstaan, dan moeten zij dit doen. Abessynië zal niet toegeven. GROOTE ONTSTEMMING IN ITALIË OVER ENGELAND. Italië zal 't nooit vergeten. In de Italiaansche bladen wordt ten sterkste geprotesteerd tegen het vrijgeven der wapenleveranties naar Abessynië door Engeland. Bijzonder fel is de officieuze „Popoio d'Italia", die zich verdiept in ironische beschouwingen over de „traditioneele vriendschap" en schrijft, dat het directe gevolg der Engelsche leeningen en wapen leveranties een verscherping van de aan matiging en vijandigheid van den negus tegenover Italië zal zijn. Op deze wijze wordt olie in het vuur gegoten. Enge land neemt een zware verantwoordelijk heid op zich. Wanneer in de Abessynische kwesties geen directe Britsche belangen zouden bestaan, dan zou Engeland de houding van andere landen ingenomen hebben, die aan Abessynië iedere wapenlevering hebben geweigerd. Daarentegen blijkt thans de solidariteit der Engelsche be wapeningsindustrie met Abessynië. Ita lië zal een dergelijk standpunt niet licht vergeten. De „Stampa" schrijft o.a.: „Wij herinne ren Engeland er aan, dat het Italiaan sche volk den aangedanen smaad nooit zal vergeten. Engeland speelt in Abessynië een gevaarlijk spel. De Italiaansche vriendschap is uit stra tegisch, politiek en cultureel oogpunt meer waard dan iedere andere rijkdom. Er zijn wonden, die niet heelen, en be- leedigingen, die niet vergeten worden. Wanneer een Italiaansch soldaat sneu velt, zal de vloek zich niet slechts rich ten tegen den barbaar, die geschoten heeft doch ook tegen dengene, die hem uit onverzadigbare hebzucht wapens leverde." Gisteravond hebben in geheel .Italië groote sympathie-betoogingen plaats ge had voor den Duce en zijn Oost-Afrikaan- sche politiek. Aan de talrijke feestelijkheden namen ook de troepen deel, welke voor Oost- Afrika zijn gemobiliseerd. Overal werden redevoeringen gehouden, waarin de minachting van het volk voor de huidige diplomatieke bemoeiingen tot uiting kwam. Vlammende protesten werden geuit tegen de houding van Japan en tegen de stemmen, welke in Engeland opgaan voor de opheffing van het wapenuitvoer verbod tegen Abessynië. In ingelichte kringen te Londen is men van oordeel, dat de Britsche beslissing inzake een eventueele uitvoervergunning van wapenen naar Abessynië zal afhan gen van het succes of de mislukking der besprekingen, welke ontspanning tus schen Rome en Addis Abeba ten doel hebben. Algemeen is men van oordeel, dat in geval deze pogingen mislukken, Londen zich niet tegen den uitvoer van wapenen naar Abessynië zal verzetten. In het Lagerhuis heeft de minister van buitenlandsche zaken, Hoare, toegezegd, dat hij vóór het parlementair reces een verklaring zal afleggen aangaande den uitvoer van wapenen naar Abessynië. In antwoord op een vraag van Runci- man deelde hij mede, dat de laatste vier maanden generlei vergunning voor uit voer van wapenen, hetzij naar Italië, hetzij naar Abessynië, in Engeland was verleend. Geweldige boschbranden in Oost-Siberië. In de wouden van Oost-Siberië zijn tal rijke branden uitgebroken. Langs den Siberiscben spoorweg staat een geweldige oppervlakte oerwoud in brand waardoor de spoorweg in gevaar wordt gebracht. Men acht bestrijding van deze branden nutteloos. Naar de „Isvestia" uit Krasnoyarsk meldt, is de geheele omgeving van deze stad tengevolge van de boschbranden door dichte rookwolken omhuld. Men heeft bier alleen reeds 100 brandhaarden waar genomen. Tusschen bet station Minino en Snesj- nitza bevindt zich een 'onafzienbare vlam menzee. De branden zouden door de onvoorzich tigheid van bessenplukkers zijn ontstaan en door de ontzettende hitte nog zijn aan gewakkerd. Gashouder te Keulen In brand. In de oude gasfabriek Ehrenfeld is gis terochtend een van de drie gashouders, die te zamen een capaciteit hebben van 192.000 kubieke meter, in brand geraakt. De betreffende gashouder, welke een in houd heeft van 60.000 kubieke meter en op dat oogehblik gevuld was met 10.000 kub. meter gas, werd geverfd. Plotseling raakte een groot stuk ijlzer los en viel van aanzienlijke hoogte op het dek van den houder, tengevolge waarvan een gat van 50 bijl 30 centimeter ontstond. Door de Binnenland. Inzake de Kabinetskwestie nog geen be slissing genomen. Rijden zonder rijwielbelastingmerk. Vergadering Staten van Zeeland. Moeilijkheden bij den gamalenuitvoer. De begrooting 1936 en bet bezuinigings plan. Buitenland. Het conflict Italië—Abessynië. Italië is ontstemd over Engeland. Groote boschbranden in Oost-Siberië. daarbij! ontstane vonken raakte bet uit- stroomende gas in brand. De stedelijke brandweer was weldra ter plaatse en slaagde er na lang en energiek werken in, het vuur met behulp van schuimbluschapparaten, ijzeren platen, asbest en leem te verstikken. Echtscheidingen en criminaliteit onder de jeugd. Dr Claren.se Macartney te Pittsburg ia de Vereen. Staten vermeldt, dat in de Ver- eenigde Staten van Amerika in 1934 in totaal 183.000 echtscheidingen plaats von den, dat is: op elke 5 huwelijkssluitingen komt 1 echtscheiding. Een opmerkelijke illustratie bijl dit cijfer levert dr Macart ney door de vermelding, dat de helft van de kinderen die met den strafrechter in aanraking kwamen, uit huwelijken kwa men, welke gescheiden waren en dat de toeneming van de misdadigheid 'Otnder de jeugd voor een niet gering deel moest toe geschreven worden aan de voortschrijden de ontbinding van bet gezinsleven. Er zijn te veel taxi's te Berlijn. De Berlijnscbe Kamer van Koophandel heeft in baar jongste zitting geconstateerd dat er te veel taxi's in Berlijn op straat zijn om bet beroep voor ieder rendabel te maken. Daarom zullen met ingang van 4 October a.s. eenige duizenden taxi's te Berlijn van de straat moeten verdwijnen. Officieel wordt verklaard, dat de chauf feurs, die vrijwillig hun beroep willen op geven, een schadevergoeding zullen krij gen van 3000 mark. Daarnaast zal echter van vele chauffeurs de vergunning wor den ingetrokken. Zij krijgen slechts een schadevergoeding van 1500 mark. Stijgend geboortecijfer in Amerika. Blijkens de door bet bevolkingscijfer over 1934 gepubliceerde cijfers is het ge boortecijfer der V. S. voor het eerst sedert tien jaar toegenomen. Het totaal levend-geborenen bedroeg in 1934 2.158.919, dat is ongeveer gemiddeld 5900 per dag. Over het geheele land bedroeg bet aan tal geboorten 17.1 per mille van de ge schatte bevolking, tegen 16.6 per mille in 1935, toen het geboortecijfer het laagst ge registreerde in de V. S. was. In Californië was bet geboortecijfer het laagst, namelijk 12.7 per mille der bevol king, en in Nieuw Mexico, met 27.9 per mille der inwoners bet hoogst. Statistici en geneeskundige autoriteiten geven geen verklaring voor de toename van bet geboortecijfer. Nieuwe overstroomingen. Volgens een bericht uit China zijn de dijken van het Toe Tsjang-meer, ten Zuid westen van Sjantoeng, bezweken, zoodat de overstrooming zich hier beangstigend snel uitbreidt. 400.000 personen hebben een toevlucht gezocht op de daken en in de toppen der boomen. Men schat het aantal personen, dat bij de overstroomingen om het- leven is ge komen, op meer dan 100.000. Korte Berichten. i In een cellulosefabriek te Nevers (Fr.) heeft een ontploffing plaats gehad, waarhij 2 personen op slag werden gedood en 2 ernstig gewond. 25000 man in den staat Z. Dakota, die maandenlang werkloozenuitkeering hebben ontvangen, zijn gister gedwongen behulpzaam te zijn bij het oogsten. Twee bankemployé's te Moskou, dia door middel van valsche handteekeningen in de afgeloopen drie jaar voor ongeveer 400.000 roebel hebben verduisterd, zijn ter dood veroordeeld en gefusilleerd. i Uit Athene meldt Reuter: Officieel wordt medegedeeld, dat bet niet waar is, dat een aantal officieren van garnizoenen in Thracië en Macedonië zich verbonden ■hebben bet republikeinscb regiem tegen iederen aanval te verdedigen. Uit Simla wordt gemeld, dat in al lerijl serum tegen longenpest naar Kasj- gar in Ghineesch Turkestan is gezonden, waar gevallen van deze ziekte zijn gecon stateerd.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1935 | | pagina 1