EERSTE BLAD
DONDERDAG 25 JULI 1935
DAGBLAD VOOR DE PROVINCIE ZEELAND
49e JAARGANG - No. tk I
De Pers over
het parlementaire conflict.
Buitenland.
Belangrijkste Nieuws
70, alles per
100 bos.
I Juli 1935.
en 13—17:
23; Vleestóh-
sen 14; Zw.
14; Ronde
■16; Dubb.
orellen 10
:he 10; Zw.
20; Hollan-
en 11; Stel-
-31; Roode
10; zwarte
Oranje-
ruimen 18;
nen 619;
les in cents
-43.60 per
van 23 Juli.
e zure 6,90,
18, Aard
ig. Aanvoer
Juli. Witte
iwe id. 3.51
0—1.84 gld.
i en geveild
in ons Vei-
t 3739, ge-
>lgende prij-
(extra zw.)
0—f2.
1ERICHT.
van 25 Juli:
it Oostelijke
wolkt, droog
■nweerskans,
g 3 u.
V
v-f. -
Uitg.: N.V. Uitgevers-Maatschappij „Luctor et
Emerge" ter exploitatie van het blad „De Zeeuw".
Bureaux Lange Vorststraat 70, Goes.
Telefoonnummer 11.
Postchèque en Girorekening 44455.
Bijkantoor Middelburg: Fa BOEKHANDEL
J. J. FANOY, Lange Burg B 16, Tel. 28.
Directeur-Hoofdredacteur: R. ZUIDEMA.
Abonnementsprijs f2.50 per kwartaal,
weekabonnementen voor Middelburg, Goes en
Vlissingen f0.20. Losse nummers 5 cent
Advertentiën 30 cent per regel. Ingesondcr
mededeelingen 60 cent per regel. Klein©
Advertentiën Dinsdags en Vrijdags 10.75, bij
vooruitbetaling. Onder letter of motto 10.85.
Bij contract belangrijke korting.
I u.: 767.
in:
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
Wij laten hier nog enkele persbeschou
wingen over het conflict tusschen Kabi
net en Kamer volgen.
De Standaard zegt o.m.:
D'r Colijn heeft in een waardige verklaring:
geantwoord op de oorlogsverklaring van
de Roomsch-Katholieken; geconstateerd,
dat de meerderheid voor het Kabinet
daardoor was weggevallen, waarom
schorsing van de behandeling van het
wetsontwerp werd gevraagd, ten einde het
Kabinet in staat te stellen zich over den
ingetreden toestand nader te beraden.
De houding van de Roomsch-Katholie
ken moest des te meer opvallen, omdat
zij zich eensgezind stelden tegenover het
Kabinet, waarin drie hunner eigen man
nen zitting hebben en dat terwijl in de
Mem. van Antw. op het Voorloopig Ver
slag over het bezuinigingsontwerp het bij
monde van den Voorzitter van den Raad
van Ministers in het mondeling debat
heeft verklaard, dat het homogeen is met
betrekking tot de algemeene richtlijnen
voor zijn beleid. Daardoor werd de ver
oordeeling van de politiek van het Kabi
net in het bijzonder een veroordeeling
van de drie Roomsch-Katholieke Minis
ters.
Over de repliek van den heer Aalberse
maken wij thans slechts twee opmerkin
gen. Daarin werd geen aandacht geschon
ken aan de mogelijke politieke gevolgen,
welke het optreden der Roomsch-Katho
lieken met zich kan brengen, noch uiteen
gezet, waarom men de Regeering voor een
dilemma stelde, dat een deel van de
Roomsch-Katholieke Kamerclub voor
zichzelf niet of niet meer stelt. Blijkbaar
stuurde men aan op een breuk met het
Kabinet, zonder er zich rekenschap van
te geven, welke verantwoordelijkheid meu
daardoor op ziCh laadde en wat een
breuk met zich zou kunnen brengen voor
land en volk.
Welke zullen de politieke gevolgen zijn
■van het gebeurde? Dit valt nu nog niet
te zeggen. Het Kabinet moet zich bera
den. Mogelijk zijn: het ontslag van het
Kabinet en Kamerontbinding. Waartoe
het komen zal, dient te worden afgewacht.
Voor de vorming van een nieuw Kabinet
moet niet op de medewerking der Anti-
Revolutionairen worden gerekend. Wij
zijn van oordeel, dat een Anti-Revolutio
nair niet zitting kan nemen in een Kabi
net, dat gevormd wordt onder de leiding
van hen, die het Kahinet-Colijn ten val
hebben gebracht.
Het conflict is gekomen.
De Roomsch-Katholieke Kamerfractie
heeft het gewild.
Haar verantwoordelijkheid is buitenge
woon groot.
Wij vreezen, dat uit dit conflict alleen
schade, moreele en stoffelijke schade,
voor ons volk zal voortvloeien.
Onze Rotterdammer merkt op, dat wie
het conflict gaat ontleden, tot de conclu
sie kooit, dat 't punt van principieel ver
schil i afgezien van toon en graad is
de aantasting der vaste lasten in de
hoofdsom.
Het is goed, ook dit van meetaf vast
te leggen. Want er volgt onmiddellijk uit,
dat het Kabinet getroffen is door een op
positie, welke de oplossing der nu ont
stane crisis niet kan brengen. Een hetero
geen gezelschap kan wel breken maar
niet bouwen.
Toch spreekt het vanzelf, dat mr Aal
berse en zijn naarbuiten eens
gezinde fractie, de verantwoordelijkheid
zal moeten aanvaarden.
Wel liet het Kahinet-Colijn onge
twijfeld in verband met de verwarring,
welke er ook op financieel gebied zal ont
staan en waarvan speculanten een dank
baar gebruik zullen maken i verluiden,
dat het den gulden tot het laatste toe be
schermen zal; maar een andere oplossing
dan ontslagaanvrage van het mi-
nisterie-Colijn zien wij niet.
In theorie is Kamerontbinding moge
lijk; doch welke vraag zal men de kie
zers voorleggen? Wat de Regeering wil,
weet ons volk; maar wat wil de opposi
tie? D'at weet zij zelf niet; zooveel par
tijen, zooveel opinies en in elke partij nog
weer verschil van inzicht.
Bovendien is een verkiezing in dezen
tijd, vol van hartstochten, waarlijk niet
een zaak van vreugde.
Brengt echter heengaan van dit Ka
binet de oplossing? Anders gezegd: Kan
dit Kabinet heengaan, als er niemand is,
die de portefeuilles over kan nemen?
Wie zijn oogen niet sloot, moest do
situatie van thans voorzien en ook het
landsgevaar, dat er in schuilt.
Dat noopte tot o zoo voorzichtige tak-
tiek. Wie weet, welke economische el
lende uit dit conflict voortvloeit. Wie
het wel meent met ons volk, beeft en.,
bidt.
Als God het niet verhoedt, leidt dit
conflict, dat van zekere zijde gezocht
en van andere zijde aangewakkerd is,
tot een economische catastrofe, in plaats
van maatschappelijk herstel.
De Nederlander heeft zich verheugd
over de openbare hulde, die Dinsdag
avond Dr Colijn ten deel viel.
„Want hoe men ook over het conflict
moge denken, de groote waardeering, die
den persoon van den Minister-President
wordt toegedragen, heeft er zeker niet
onder geleden. Integendeel, de krachtige
wijze, waarop hij voor zijn overtuiging
heeft gestaan, kan de waardeering voor
zijn persoon slechts doen vermeerderen.
En toch mag de vraag worden gesteld
of dit conflict niet te vermijden ware
geweest.
Want het valt niet te ontkennen, dat
de regeering hoog spel heeft gespeeld.
Wij kunnen ons volkomen begrijpen, dat
de regeering weten wilde waar zij aan
toe was en dat zij daarom vernemen
wilde of zij nog op het vertrouwen van
de Roomsch-Katholieken rekenen kon.
Maar laat men billijk zijn naar beide
kanten. Nu de zaak eenmaal zoo gesteld
werd, was er voor de Roomsch-Katho
lieke fractie nauwelijks een anderen uit
weg. Wie de ontwikkeling van het poli
tieke leven in den laatsten tijd nauw
keurig heeft gevolgd en wie zich reken
schap heeft gegeven van hetgeen er in
Roomsch-Katholieke kringen leeft, moest
begrijpen, dat het voor de Roomsch-Ka
tholieke fractie toch eigenlijk onmoge
lijk was, na alles wat er was voorgeval
len, met zooveel woorden te verklaren,
dat zij der regeering haar vertrouwen gaf.
Dat zou haar gezag in eigen kring toch
wel zeer afbreuk hebben gedaan. Als de
regeering van de Roomsch-Katholieke
fractie verlangd had mede het bezuini
gingswetsontwerp in veilige haven te hel
pen brengen en haar verder haar gang
te laten gaan, zou de zaak anders gestaan
hebben. Wij althans zijn er niet van over
tuigd, dat de Roomsch-Katholieken dan
de verantwoordelijkheid zouden hebben
willen aanvaarden het Kabinet tot heen
gaan te dwingen, ook al bleef het be
scheid van Minister Colijn op de rede van
Mr Aalberse onbevredigend. Maar wat
thans van de Roomsch-Katholieke fractie
verlangd werd, was practisch, dat zij
haar inzichten zou verloochenen.
Zoolang dan ook niet vast staat, dat
de Roomsch-Katholieken toch in ieder ge
val de regeering zouden zijn afgevallen,
kan men dan ook naar onze meening
niet zeggen, dat de schuld van het con
flict uitsluitend bij hen ligt."
Het Chr.-Hist. orgaan betoogt verder,
dat hetgeen in de Tweede Kamer is voor
gevallen niet kan worden geduld als een
uitspraak ten gunste van devaluatie.
„Op geen enkele manier is gebleken,
dat de meerderheid daar voor is. Zelfs
de Roomsch-Katholieke fractie heeft zich
niet onomwonden voor devaluatie uitge
sproken. Het is dan ook te hopen, dat
men ondanks het conflict er in zal sla
gen de positie van den gulden te hand
haven. Het zou wel een betreurenswaar
dige samenloop van omstandigheden zijn,
wanneer dit Kabinet, dat steeds als een
van zijn belangrijkste doeleinden heeft
gezien de handhaving van den gulden,
doordat het politiek een hoog spel heeft
gespeeld en daarbij heeft misgegrepen,
er tenslotte nog aan zou moeten mede
werken, dat de gulden in gevaar kwam."
Het Utr. Dagblad (lib.) spreekt van een
zwarte Dinsdag.
Professor Aalberse heeft gesproken.
Zijn korte verklaring heeft alom in den
lande groote beroering gewekt, en bij alle
verstandige Nederlanders, ongeacht of zij
wel of niet tot het Katholieke volksdeel
behaoren, ontstemming. Terecht! Want de
Katholieke fractieleider heeft het bestaan
in dezen uiterst kritieken tijd
den stoot te geven tot eene politieke cri
sis, welke zonder precedent is in onze ge
schiedenis en waarvan de gevolgen po
litiek, economisch, financieel en wellicht
ook monetair als een zwaard van Da
mocles boven ons volk hangen.
Wel hebben zij, die tot deze noodlot
tige uitspraak hebben gedreven, eene
zeer, zeer zware verantwoordelijkheid op
zich geladenl Aalberse's woorden zullen
Dinsdag, den 23en Juli 1935, doen voort
leven als de zwarte Dins'dag in
onze parlementaire historie.
De N. Pr. Gron. Crt. zegt, dat niet dui
delijk is geworden op welk punt de ar
beid van het kabinet is gestrand.
„Het Bezuinigingsontwerp zou allicht
zijn aangenomen.
Het conflict tusschen de R.K. Kamer
fractie en minister Golijn bestond tenslotte
in een vraag en antwoordenspel, waaraan
de heer Aalberse nu maar een inhoud
moet geven.
Heeft het kabinet nog vertrouwen in
het volbrengen van zijn taak? Dat was de
niet zeer vriendelijke vraag. Het antwoord
moest luiden: Heeft de R.K. Kamerclub
nog vertrouwen in het kabinet?
Daarop zei-de de heer Aalberse: Vraagt
gij dat per motie? Dan zullen wij zeggen
neen. En toen antwoordde de regeering:
zoo kunnen wij niet voortgaan.
Om dit te kunnen begrijpen moet men
letten op de hittere campagne die van
R.K. zijde tegen het kabinet en in 'tbij
zonder tegen minister Golijn is gevoerd.
Op het steeds vijandiger worden van
R.K. pers en kamerclub en op de bijna
hatelijke wijze waarop nu de heer Aalber
se de rede van den minister-president
naar allen kant op het kwaadst voor de
R.K. Kamerclub uitlegde.
Hij scheen dus aan te dringen op een
conflict. Hij heeft dit nu en draagt daar
voor ook de volle verantwoordelijkheid
met de soc.-democraten en communisten,
zooals minister Golijn het scherp doch
volkomen juist zeide."
Het Frlesch Dagblad spreekt van een
zwarte dag in onze parlementaire ge
schiedenis.
Bij de bespreking van de vraag wat
er nu verder moet gebeuren zegt dit or
gaan:
„Een ding hopen wij en vertrouwen wij
tevens, dat de R.K. Staatspartij die deze
crisis heeft veroorzaakt, de volle conse
quenties van haar daad zal moeten aan
vaarden. Z-ij mag niet in de gelegenheid
worden gesteld zich te dekken achter an
deren.
Noch de innerlijke tegenstellingen in
haar partij noch de veiligheid van deze
partij naar buiten mag worden gedekt door
het plichtsbesef en de offervaardigheid
van anderen. Te zamen met de partij aan
wier zijde zij tegen dit kabinet optrad,
hoort zij nu te toonen wat zij kan en wat
zij wil. Tracht zij op eenigerlei wijze die
consequenties te ontwijken men lette
daarop in de komende dagen -dan heeft
zij daarmede zich met de S.D.A.P. op een
lijn gesteld wat betreft vrees voor verant
woordelijkheid en begeerte naar macht.
Wanneer wij hierop zoo sterk staan,
dan is dat omdat alleen dan het parle
mentaire stelseb tegenover den roep om
dictatuur, zijn reüht kan handhaven als
er een politiek vol verantwoordelijkheids
besef wordt gevoerd."
Een groot deel van de Roomsche pers
tracht de schuld van het gebeurde te
schuiven op de schouders van Minister
Golijn.
Zij schrikt blijkbaar terug voor de
zware verantwoordelijkheid en stelt het
daarom voor alsof het conflict te wijten
zou zijn aan een onhandige ma
noeuvre van het Kabinet.
Er zijn echter ook Roomsche bladen
die de zaak zuiver stellen. Zij hebben niet
opgehouden het Kabinet-Golijn als een
givaar voor het land voor te stellen,
gesproken werd van gepruts zonder
eenig resultaat" en dus voelen ze het ook
als een opluchting dat nu het conflict ge
komen is.
Zoo zegt b.v. het Huisgezin o.m.:
„Het zou onwaarachtig zijn, bij zulk
diepingrijpend verschil van inzicht, d8
kloof te maskeeren, die er gaapt tus
schen de Regeering en de sterkste Kamer
fractie, op wier steun zij onder alle om
standigheden meende te moeten kunnen
rekenen.
Daarom zal het conflict, dat is ont
staan, verhelderend werken; hiervoor kan
men enkel erkentelijk zijn."
HET CONFLICT ITALIE-ABESSYNIE.
Aaneensluiting van alle gekleurde rassen
tegen de blanken.
De Abessynische gezant te Londen, Dr
Martin, verklaarde tegenover een corres
pondent van de „Echo de Paris", dat een
accoord in het Italiaansch-Aessynisch ge
schil nog nauwelijks denkbaar is.
Daarvoor is het te laat. Italië heeft vele
millioenen uitgegeven en 200.000 man
naar Afrika gezonden. Hoe zou het thans
van zijn plan kunnen afzien?
Abessynië zal echter van zijn onafhan
kelijkheid geen afstand doen. Zijn bewo
ners zullen tot den laatsten man sterven.
De strijd zal zeer hard en langdurig
zijn. De niet aan het klimaat gewende
Italiaansche troepen hebben reeds thans
geweldig te lijden.
De moderne oorlogsmiddelen kunnen
tegen Abessynië moeilijk in het veld
Worden gebracht.
De gezant is ervan overtuigd, dat de
strijd ver zal uitgaan boven het kader
van een plaatselijken oorlog. Het zal het
sein worden voor de aaneensluiting van
alle gekleurde rassen tegen de blanken,
het begin van een kruistocht tegen de
koloniseerende volkeren.
Wanneer Engeland en Frankrijk, zoo
verklaarde Dr Martin tenslotte, aan Ita
lië een deel van hun eigen bezittingen
zouden willen afstaan, dan moeten zij
dit doen. Abessynië zal niet toegeven.
GROOTE ONTSTEMMING IN ITALIË
OVER ENGELAND.
Italië zal 't nooit vergeten.
In de Italiaansche bladen wordt ten
sterkste geprotesteerd tegen het vrijgeven
der wapenleveranties naar Abessynië door
Engeland.
Bijzonder fel is de officieuze „Popoio
d'Italia", die zich verdiept in ironische
beschouwingen over de „traditioneele
vriendschap" en schrijft, dat het directe
gevolg der Engelsche leeningen en wapen
leveranties een verscherping van de aan
matiging en vijandigheid van den negus
tegenover Italië zal zijn. Op deze wijze
wordt olie in het vuur gegoten. Enge
land neemt een zware verantwoordelijk
heid op zich.
Wanneer in de Abessynische kwesties
geen directe Britsche belangen zouden
bestaan, dan zou Engeland de houding
van andere landen ingenomen hebben,
die aan Abessynië iedere wapenlevering
hebben geweigerd. Daarentegen blijkt
thans de solidariteit der Engelsche be
wapeningsindustrie met Abessynië. Ita
lië zal een dergelijk standpunt niet licht
vergeten.
De „Stampa" schrijft o.a.: „Wij herinne
ren Engeland er aan, dat het Italiaan
sche volk den aangedanen smaad nooit zal
vergeten. Engeland speelt in Abessynië
een gevaarlijk spel.
De Italiaansche vriendschap is uit stra
tegisch, politiek en cultureel oogpunt
meer waard dan iedere andere rijkdom.
Er zijn wonden, die niet heelen, en be-
leedigingen, die niet vergeten worden.
Wanneer een Italiaansch soldaat sneu
velt, zal de vloek zich niet slechts rich
ten tegen den barbaar, die geschoten heeft
doch ook tegen dengene, die hem uit
onverzadigbare hebzucht wapens leverde."
Gisteravond hebben in geheel .Italië
groote sympathie-betoogingen plaats ge
had voor den Duce en zijn Oost-Afrikaan-
sche politiek.
Aan de talrijke feestelijkheden namen
ook de troepen deel, welke voor Oost-
Afrika zijn gemobiliseerd.
Overal werden redevoeringen gehouden,
waarin de minachting van het volk voor
de huidige diplomatieke bemoeiingen tot
uiting kwam.
Vlammende protesten werden geuit
tegen de houding van Japan en tegen
de stemmen, welke in Engeland opgaan
voor de opheffing van het wapenuitvoer
verbod tegen Abessynië.
In ingelichte kringen te Londen is men
van oordeel, dat de Britsche beslissing
inzake een eventueele uitvoervergunning
van wapenen naar Abessynië zal afhan
gen van het succes of de mislukking
der besprekingen, welke ontspanning tus
schen Rome en Addis Abeba ten doel
hebben.
Algemeen is men van oordeel, dat in
geval deze pogingen mislukken, Londen
zich niet tegen den uitvoer van wapenen
naar Abessynië zal verzetten.
In het Lagerhuis heeft de minister van
buitenlandsche zaken, Hoare, toegezegd,
dat hij vóór het parlementair reces een
verklaring zal afleggen aangaande den
uitvoer van wapenen naar Abessynië.
In antwoord op een vraag van Runci-
man deelde hij mede, dat de laatste vier
maanden generlei vergunning voor uit
voer van wapenen, hetzij naar Italië,
hetzij naar Abessynië, in Engeland was
verleend.
Geweldige boschbranden in Oost-Siberië.
In de wouden van Oost-Siberië zijn tal
rijke branden uitgebroken.
Langs den Siberiscben spoorweg staat
een geweldige oppervlakte oerwoud in
brand waardoor de spoorweg in gevaar
wordt gebracht.
Men acht bestrijding van deze branden
nutteloos.
Naar de „Isvestia" uit Krasnoyarsk
meldt, is de geheele omgeving van deze
stad tengevolge van de boschbranden door
dichte rookwolken omhuld. Men heeft
bier alleen reeds 100 brandhaarden waar
genomen.
Tusschen bet station Minino en Snesj-
nitza bevindt zich een 'onafzienbare vlam
menzee.
De branden zouden door de onvoorzich
tigheid van bessenplukkers zijn ontstaan
en door de ontzettende hitte nog zijn aan
gewakkerd.
Gashouder te Keulen In brand.
In de oude gasfabriek Ehrenfeld is gis
terochtend een van de drie gashouders,
die te zamen een capaciteit hebben van
192.000 kubieke meter, in brand geraakt.
De betreffende gashouder, welke een in
houd heeft van 60.000 kubieke meter en
op dat oogehblik gevuld was met 10.000
kub. meter gas, werd geverfd. Plotseling
raakte een groot stuk ijlzer los en viel van
aanzienlijke hoogte op het dek van den
houder, tengevolge waarvan een gat van
50 bijl 30 centimeter ontstond. Door de
Binnenland.
Inzake de Kabinetskwestie nog geen be
slissing genomen.
Rijden zonder rijwielbelastingmerk.
Vergadering Staten van Zeeland.
Moeilijkheden bij den gamalenuitvoer.
De begrooting 1936 en bet bezuinigings
plan.
Buitenland.
Het conflict Italië—Abessynië.
Italië is ontstemd over Engeland.
Groote boschbranden in Oost-Siberië.
daarbij! ontstane vonken raakte bet uit-
stroomende gas in brand.
De stedelijke brandweer was weldra ter
plaatse en slaagde er na lang en energiek
werken in, het vuur met behulp van
schuimbluschapparaten, ijzeren platen,
asbest en leem te verstikken.
Echtscheidingen en criminaliteit onder de
jeugd.
Dr Claren.se Macartney te Pittsburg ia
de Vereen. Staten vermeldt, dat in de Ver-
eenigde Staten van Amerika in 1934 in
totaal 183.000 echtscheidingen plaats von
den, dat is: op elke 5 huwelijkssluitingen
komt 1 echtscheiding. Een opmerkelijke
illustratie bijl dit cijfer levert dr Macart
ney door de vermelding, dat de helft van
de kinderen die met den strafrechter in
aanraking kwamen, uit huwelijken kwa
men, welke gescheiden waren en dat de
toeneming van de misdadigheid 'Otnder de
jeugd voor een niet gering deel moest toe
geschreven worden aan de voortschrijden
de ontbinding van bet gezinsleven.
Er zijn te veel taxi's te Berlijn.
De Berlijnscbe Kamer van Koophandel
heeft in baar jongste zitting geconstateerd
dat er te veel taxi's in Berlijn op straat
zijn om bet beroep voor ieder rendabel te
maken. Daarom zullen met ingang van
4 October a.s. eenige duizenden taxi's te
Berlijn van de straat moeten verdwijnen.
Officieel wordt verklaard, dat de chauf
feurs, die vrijwillig hun beroep willen op
geven, een schadevergoeding zullen krij
gen van 3000 mark. Daarnaast zal echter
van vele chauffeurs de vergunning wor
den ingetrokken. Zij krijgen slechts een
schadevergoeding van 1500 mark.
Stijgend geboortecijfer in Amerika.
Blijkens de door bet bevolkingscijfer
over 1934 gepubliceerde cijfers is het ge
boortecijfer der V. S. voor het eerst sedert
tien jaar toegenomen.
Het totaal levend-geborenen bedroeg in
1934 2.158.919, dat is ongeveer gemiddeld
5900 per dag.
Over het geheele land bedroeg bet aan
tal geboorten 17.1 per mille van de ge
schatte bevolking, tegen 16.6 per mille in
1935, toen het geboortecijfer het laagst ge
registreerde in de V. S. was.
In Californië was bet geboortecijfer het
laagst, namelijk 12.7 per mille der bevol
king, en in Nieuw Mexico, met 27.9 per
mille der inwoners bet hoogst.
Statistici en geneeskundige autoriteiten
geven geen verklaring voor de toename
van bet geboortecijfer.
Nieuwe overstroomingen.
Volgens een bericht uit China zijn de
dijken van het Toe Tsjang-meer, ten Zuid
westen van Sjantoeng, bezweken, zoodat
de overstrooming zich hier beangstigend
snel uitbreidt. 400.000 personen hebben
een toevlucht gezocht op de daken en
in de toppen der boomen.
Men schat het aantal personen, dat bij
de overstroomingen om het- leven is ge
komen, op meer dan 100.000.
Korte Berichten.
i In een cellulosefabriek te Nevers
(Fr.) heeft een ontploffing plaats gehad,
waarhij 2 personen op slag werden gedood
en 2 ernstig gewond.
25000 man in den staat Z. Dakota,
die maandenlang werkloozenuitkeering
hebben ontvangen, zijn gister gedwongen
behulpzaam te zijn bij het oogsten.
Twee bankemployé's te Moskou, dia
door middel van valsche handteekeningen
in de afgeloopen drie jaar voor ongeveer
400.000 roebel hebben verduisterd, zijn ter
dood veroordeeld en gefusilleerd.
i Uit Athene meldt Reuter: Officieel
wordt medegedeeld, dat bet niet waar is,
dat een aantal officieren van garnizoenen
in Thracië en Macedonië zich verbonden
■hebben bet republikeinscb regiem tegen
iederen aanval te verdedigen.
Uit Simla wordt gemeld, dat in al
lerijl serum tegen longenpest naar Kasj-
gar in Ghineesch Turkestan is gezonden,
waar gevallen van deze ziekte zijn gecon
stateerd.