Het Vrouwenhoekje
Dammen
Voor de jeugd.
Nog geen 3 Cetlt per dag
kost een abonnement op „De Zeeuw"
Abonnementsprijs p. kwartaal f 2.50
Weekabonnementenf 0.20
laataten ontkenden dan ook de op de lijs
tten voorkomende handteekeningen.
Verd. zegt zich niet bewust te zijn zich
aan oneerlijke feiten te hebben schuldig
gemaakt. Zij ontkent dit ten stelligste en
is van meening, dat die bijt anderen moet
worden gezocht, die haar onkundig lie
ten van de veranderingen onder het per
soneel.
'De Officier van Justitie requisitoir ne
mende zegt, dat deze zaak geen gemak
kelijke is. Het gaat hier om een bedrag
van fra 150.000, doch er is bovendien nog
veel meer gebeurd. Verdachte heeft altijd
volgehouden volmaakt onschuldig te zijn,
maar het is wel opmerkelijk, dat zij den-
zelfden morgen, dat de fraude ontdekt
werd vliegens vlug de grens is overge
gaan.
De Officier van Justitie acht het vier
maal plegen van valschhei'd in geschrifte
bewezen. Ook de ten-laste gelegde verduis
tering acht hij bewezen. De Officier van
Justitie eisoht een 'gevangenisstraf van
anderhalf jaar.
De verdediger van verdachte, Mr. Kui
pers, zegt dat zijn taak hier evenmin ge
makkelijk is. Ook de Rechtbank zal het
moeilijk vallen, daarin vonnis te wijzen.
Geen sprake acht de verdediger hier van
vaisc'hheid in geschrifte en oplichting.
Loonlijsten vallen n.'l. niet onder die ge
schriften, 'die tot bewijs moeten dienen
van eenig feit en daarom kan daaraan
geen bewijskracht worden toegekend. Wat
de verduistering betreft is -het de vraag
of zij zich de gelden heeft toegeëigend.
Volgens pleiter is daarvan niets bewezen.
Pleiter verzoekt daarom de Rechtbank
verdachte vrij te spreken en haar uit het
voorarrest waarin -zij reeds 3 maanden
verblijft, te ontslaan.
Dit laatste wordt door de Rechtbank
geweigerd en zij bepaalt de uitspraak op
3 JuM a.s.
Diefstal van confectiegoederen.
P. C., 19 jaar, koopman te Middel
burg, had zich te verantwoorden wegens
diefstal van jongenspakjes, jongensbroek
jes, enz. in de maanden Augustus en Sep
tember 1934 ten nadeele van de Zeeuw-
sc'he confectiefabriek te Middelburg.
Verdachte erkende de hem ten laste
gelegde feiten te hebben gepleegd. De Of
ficier van Justitie eisChte tegen verdach
te die reeds meerdere malen is eroor-
.eeld, een maand 'gevangenisstraf.
L. J. D., 31 jaar, molenaar te Nieuwer-
kerk, was in hooger beroep gekomen te
en ei vonnis van den Kantonrechter
te Zierikzee, waarbij hij wegens het niet
bijhouden van zijn register betreffende
aankoop, verkoop en verwerking van
tarwebloem, werd veroordeeld tot een
geldboete van f 500 of 2 maanden hech
tenis. EisCh: bevestiging van het vonnis
waarvan hooger beroep.
Mr de Croo bepleitte vrijspraak subs,
een lichte straf.
F. de K., 70 jaar, landbouwer te Hulst,
verdacht dat hij op 14 :Mei 1.1, te Hulst,
.door opzettelijk met een riek in de han
den en de punten daarvan gericht op de
borst van J. A. Haulez op genoemde H.
toe te loop en, hem daarbij toevoegende:
van mijn grond of ik steek de riek door
je dheeft bedreigd met doodslag, al
thans met zware mishandeling De Offi
cier -van Justitie eischte een geldboete van
f20 of 10 d.
Het ongeluk met den dieseltrein te
Amsterdam.
De treinbestuurder bij de Ned. Spoor
wegen J. W. C. L., 'die terecht had ge
staan terzake, dat het aan zijn grove
schuld te wijten is geweest, dat op 5 Aug.
van 'het vorige jaar een door hem be
stuurde Dieseltrein bij bet station W.P.
in 'botsing is gekomen met een stoomtrein,
tengevolge waarvan bet eerste rijtuig van
den Diesel aan één 'kant geheel werd
opengescheurd -en verscheidene passagiers
werden gewond, is door de rechtbank te
Amsterdam veroordeeld tot 1 maand
hechtenis voorwaardelijk met een proef
tijd van 3 jaar en tot 60 gulden 'boete sub.
10 dagen hectenis.
Hett O.M. had een maand heohtenis-
straf gevorderd.
Moeder en dochter.
Een medewerkster aan een meisjesblad
ontving sedert eenige weken getypte brie
ven van een abonneetje, die met een
schuilnaam haar brieven onderteekende.
(Ter verduidelijking voegen wij er bij, dat
de huisgenooten, althans de dochters van
de medewerkster, niet wisten, w i e de
correspondentie-rubriek verzorgde; dat
moeder schrééf, was baar wel bekend,
maar wat en waarin bleef tot dusver
een geheim.)
Met belangstelling nam de schrijfster
kennis van wat de jonge abonné haar
meedeelde» van haar kleine moeilijkhe
den en zorgen, haar verwachtingen en
teleurstellingen. Vriendschappelijk en uit
voerig beantwoordde zij in de rubriek alle
vragen, gaf raad en bemoedigde.
De correspondentie werd steeds harte
lijker en vertrouwelijker, 't Jonge meisje
vertelde, hoe heerlijk zij 'tvond, nu eens
echt verstaan te worden. Thuis begreep
niemand haar, moeder vooral niet. Die
was heel lief en zorgzaam, maar be
schouwde een meisje van zeventien nog
heelemaal als een bakvisch, wier verdriet
en teleurstelling meest van denkbeeldigen
aard zijn, waarover men eens lacht en
spot, om ze dan te vergeten.
Toen de redactrioe weer een briefje van
het onbekende vriendinnetje bereikte, ont
stelde de moeder: Ze had het pseudo
niem laten varen, schreef onder haar
eigen naam en zoo bleek, dat de geheele
voorgaande briefwisseling was gevoerd
tusschen moeder en dochter, zonder dat
één van beiden hiervan 't flauwste ver
moeden bad. Aan een vreemde schonk
haar kind dus 't vertrouwen, dat de moe
der niet mocht genieten en deze vroeg
zich ernstig af, of ze dit gebrek aan ge
meenzaamheid en geloof verdiend had,
of ze te kort schoot in geduld, in liefde,
in willen begrijpen.
We zijn van oordeel, dat dit verhaaltje
zóó voor zichzelf spreekt, dat we er geen
woord aan toe hebben te voegen.
Enkele recepten.
Vleeschpannekoek. 1 ons bloem,
3 d.L. melk, 3 eieren, wat peper en zout,
IV» afgestreken eetlepel boter. Voor het
vulsel: 134 ons vleeschresten, 1 theelepel
Maggi's Aroma, een paar lepels overgeble
ven jus, wat peper, zout en nootmuskaat,
34 eetlepel gehakte peterselie.
Klop voor den pannekoek de eieren
met wat peper en zout, roer daarmee de
bloem tot een goed beslag en verdun dit
door er langzamerhand de melk bij te
voegen.
Laat in de koekenpan de helft van de
boter heet worden, giet er de helft van
het beslag in en bak dit op een zacht vuur
gaar, zóó, dat de onderkant lichtbruin
blijft. Het vuur mag vooral niet te fel
zijn, daar anders de koek bruin zou zijn
alvorens gaar te wezen.
Laat den koek met den ongebakken
kant naar boven op een verwarmden
schotel glijden, houd hem warm en bak
de tweede helft van het beslag op dezelfde
wijze.
Laat het gehakte of gemalen vleesch
met de jus en de kruiden door en door
warm worden, roer er de Aroma door,
misschien ook wat sago om de massa te
binden en ten slotte de peterselie. Leg het
warme mengsel op den reeds gebakken
pannekoek. Leg er den tweeden koek
overheen met den bruinen kant naar bo
ven gekeerd.
Koude schotel van eieren en
tomaten. Bij 4 hard gekookte eieren
rekent men 4 middelmatig groote toma
ten, 4 koude gekookte aardappelen, 1 eet
lepel zeer fijn gehakte peterselie, 4 eet
lepels slaolie, IV2 lepel azijn, 1 theelepel
Maggi's aroma, peper en zout.
Men overgiet de tomaten met kokend
water, laat ze een paar minuten staan,
neemt er dan het velletje af, snijdt ze in
plakjes, bestrooit ze met peper en zout en
laat ze een uurtje staan. Ook de aardap
pelen snijdt men in gelijke plakjes, be
strooit ze met peper en zout, giet er 1 le
pel olie over en Vs lepel azijn en laat ze
eveneens, toegedekt, een uurtje staan.
Intusschen snijdt men de hard gekookte
en gepelde eieren in plakjes. Men klopt
de overgehouden olie en azijn met peper
en zout en peterselie en aroma door
elkaar tot een saus.
Zijn tomaten en aardappelen voldoende
gemarineerd dan schikt men midden in
een schotel de aardappelen op een sta
peltje, men legt de tomatenplakken kruis
gewijze daaroverheen en over de heele
lengte en breedte van den schotel. In de
4 vakjes welke bierdoor ontstaan, schikt
men de plakjes ei en tot slot besprenkelt
men alLa met de saus.
Duitsche biefstuk. 1 pond in
stukken gesneden rauw mager rund-
vleesch maalt men eenige keeren tezamen
met een stukje niervet ter grootte van een
ei door de vleeschmachine. Van dit ge
hakt vormt men vier ronde, vingerdikke
biefstukken, die men kruisgewijze met een
mes inkerft. In plaats van niervet kan
men vier eetlepels koud water door het ge
malen vleesch mengen, waardoor de bief
stukjes evengoed sappig blijven. Nu laat
men in de koekepan 2 lepels boter (of
half vet, half boter) bruin worden, legt
de biefstukjes er in en bakt ze op een beet
vuur 2 a 3 min. aan eiken kant, ze met
de heete boter bedruipend als ze omge
keerd zijn. De pan wordt nu opzij gescho
ven en eerst nu bestrooit men de bief
stukjes lichtelijk met zout en peper. Men
laat ze nog even nabraden, totdat ze, als
men er even op drukt, niet meer indeu
ken.
Intusschen heeft men twee of drie uien
in dunne schijven gesneden, die men in
een klein pannetje met half boter, half
vet goudbruin bakt. Ze mogen vooral niet
te donker worden. De uien, 'die onder het
bakken gemakkelijk in ringen te verdee-
len zijn, legt men op de biefstukjes, die
op een warme schaal geserveerd worden.
Een vullgeworden vacht.
Hoe een schape-vachtje (als bedek
king van een kinderwagen) te reinigen?
Indien het een echt schapevelletje be
treft, dient de vacht schoongewreven te
worden met warme zemelen, warm zand,
teli-a of benzine. In het laatste geval op
passen er geen vuur of licht in de
nafcührid Is.
I® net wagenkleedje een imitatievacht.
dan kan men het mot het wollen voe-
rinkje en al in lauw-warm zeepsop uit-
wasschen, in koud water naspoelen en
door en door nat in den wind te drogen
hangen. Zou men dezelfde methode op een
echte vacht toepassen, dan werd de
huid, door den invloed van het water,
hard en stug.
Gelieve alles, deze rubriek betreffende,
te adresseeren aan P. Mons, Westerstr.
221, Amsterdam.
Probleem 411.
Auteur: G. P. v. Boven, Bergen op Zoom.
12 3 4 5
Zwart 10 sch. op: 9, 10, 15, 16, 19,
21/23, 29 en 35.
Wit 11 sch. op: 25, 30, 31, 34, 36, 38,
41, 42, 44, 45 en 48.
Wit speelt en wint.
Oplossingen.
Juni-problemen voor 9 Juli in te zenden
aan bovenstaand adres.
Nagekomen oplossingen.
Ontvangen van: S. Blaas, Aagtekerke,
J. Almekinders Jr., nrs 404, 405, 407,
Oostburg.
Jubileumtournooi van D. 0. S.
Wit: W. Rustenburg
Zwart: A. K. W. Damme.
1. 32—28 18—23
2. 33—29 23X32
3. 37X28 20—25
Deze zet wordt tegenwoordig veel ge
speeld. De bedoeling kan zijn wits rechter
vleugel (die in deze opening de meeste
stukken telt) vast te zetten, doch ook schijf
25 later naar veld 14 in het spel te bren
gen. De eenige kans voor wit dezen ruil
te beletten ligt in een opdringen naar
veld 24, zooals in deze partij ook plaats
vindt.
4. 41—37 12—18
5. 46—41 17—21
Nu wit niet met 3126 kan voortzetten
en veld 46 reeds is bezet, wordt zwart in
staat gesteld een stuk op 20 te plaatsen.
Op zichzelf beschouwd is dit echter nog
geen bepaald voordeel.
6. 37—31 21—26
7. 41—37 7—12
8. 29—24 19X 30
9. 35 X 24 16—21
Zwart had nu ook 1822 kunnen spe
len, wit 28X17, zwart 12X21. Doordat
schijf 18 hierdoor verdwijnt, kan zwart
later met 1419 aanvallen zonder dat wit
den ruil 33X35 na speelt. Doch wit kan
schijf 24 ook op een andere wijze verde
digen.
10. 39—33 11—16
11. 4439 1—7
Ook voor 2127 valt nu wel wat te
zeggen.
12. 5044 7—11
13. 31—27 14—20
Op 1217 zou wit nu 3731 kunnen
spelen, zwart 26X37 en wit 42X31.
Zwart 2126 wordt dan met wit 2721
beantwoord. Op zwart 26X37 wit 21X23
kan zwart niet doorloopen naar dam,
daar de dam 46 na wit 4741 verdwijnt.
In plaats van 3741 kan zwart 1420
spelen, wit 32X41 en zwart 20X18 met
gelijk aantal stukken, doch wit staat wat
beter.
14. 37—31
"Wit had 3429 moeten spleen. Het
wordt dan een moeilijk spel, doch aan
den tekstzet zijn grooter gevaren verbon
den.
14. 26X37
15. 42X31 20X29
16. 33X24
Beter was 34X23, zwart 18X29 en wit
33X24. Wel komt dan schijf 24 zwak te
staan, doch thans verliest wit een stuk.
16. 18—23
Een verrassend offer.
17. 28X19 21—26
18. 27—21
Op 3833 en 33X 22 staan de stukken
22 en 19 zwak, zoodat ook een stuk ver
loren gaat. Wit kon niet 3228 en 47
42 of 3832 spelen wegens zwart 914.
18.
26X28
19.
38—33
16X27
20.
33X31
12—18
21.
40—35
9—14
22.
34—30
14X23
23.
47—42
25X34
24.
39X30
23—28
25.
44—39
10—14
26.
45—40
8—12
27.
42—37
11—17
28.
31—27
3—8
29.
30—25
28—33
30.
39X28
17—22
31.
28X17
12X41
32.
36X47
18—22
1823 en daarna 1319 was
33. 40—34
1419
(Wordt vervolgd.)
Beste Nichtjes en Neefjes,
Voor hen die met de raadsels wat in
de war zijn geraakt, vertel ik nog even
dat zij deze week niet behoeven te schrijl-
ven.
Arnemuiden. „Snatertje." Prettig
dat je weer een paar punten vooruit bent;
waren de andere cijfers ook goed? M'n
dank voor het raadsel; ik had er nog geen
gemaakt. „Bobby". Hbt is een wijde, hoo-
ge vaas, of ook wel een ronde, bolvormige.
Deze week ia het raadsel voor jullie niet
moeilijk.
G a p i n g e. „Sneeuwklokje." Nee van
het zwemmen komt nog niet veel, of je
moet je niet aan den regen storen. Voor
jou had de vacantia maar wat langer moe
ten duren.
Wemeldinge. „Blondjes." Ik vind
het prettig dat jullie zooveel plezier had
den. Maar goed dat het roeien 's middags
niet door ging; met zoo'n bui was het
maar gevaarlijk op het water.
K a p e 11 e. „Meidoorn." Wat hebben
jullie het getroffen, na al de regen was het
Woensdag werkelijk een uitgezochte dag.
Er zal wel veel genoten zijn. „Grasklokje."
Ik vind het prettig, dat je toch nog ge
schreven hebt na zoo'n drukke week. Ja,
ik ben daar meer dan eens geweest. De
oliebollen van de Vakschool waren werke
lijk heerlijk.
Krabbendjjke. „Heliotrope." Nee,
erg mooi weer om te gaan zwemmen is het
nog niet. Ben je toch al een keer geweest?
Dat bijbelsche raadsel viel voor de mees
ten nog al mee.
St Laurens. „Ford." Ja met Pink
ster zijii heel wat plannen in het water
gevallen, maar jij had daar niet veel last
van. Als je groot bent, ga jij! dan de meis
jes rijden? „Kernoffel." Jij hebt toch nog
ei 1 flinke tocht gemaakt. Hadden jullie
inet veel last van den wind, of viel dat
wel mee. Ja, kleinere raadsels zijh soms
heel wat moeilijker. „Nastertje." De va-
cantie heb je goed besteed en je had er ook
veel plezier van, geloof ik. Er werden op
één dag heel wat bessen getrokken. „Kla
verblad". Jammer dat het zooveel heeft
geregend; het is nu niet erg gedaan
op het land. De raadsels heb je allemaal
goed. „Vaders knecht." Ik was al van
plan een afscheidsbrief aan je te schrij
ven, maar dat hoeft nu gelukkig niet. De
volgende keer heb je minder raadsels te
sturen, dus ook minder werk.
Oudeland e. „Broertje." Wat ben jij1
een galante ridder om zoo goed voor je
zusje te zorgen. Het was keurig in orde
hoor en ik hoop dat zij' heel gauw beter
zal zijn. „Babbelkous." Het viel niet mee
in zoo'n stortbui en ik kan begrijpen dat
je kletsnat was. Is H. toen ook mee ge
weest. „Spring in 't Veld", 't Was in orde
hoor met de brief; je bent een flinke meid.
Ik vind bet fijn dat je me een foto stuur
de. Nee, daar woon ik niet.
Goes. „Schrijïstertje." Wat heb jij een
prachtige cadeaux gekregen, eigenlijk was
het veel te veel voor zoo'n klein meisje.
Gelukkig maar dat je nog op tijd kon
schuilen. „Rotzeknopje." Fijn hoor dat je
zoo genoten hebt, maar er was daar ook
zooveel te zien. De Tweede Pinksterdag
was niet zoo mooi als de eerste.
Nisse. „Fietstertje." Ja met Pinkste
ren is het in Goes ook druk geweest. En
kan Zus nu al fietsen? Jullie kunt er dan
mooi samen op uit gaau.
Souburg. „Piet Hein". Met zoo'n
mooie fiets ga je liever niet in den regen,
dat kan ik begrijpen, maar dan kun je
dezen zomer wel blijven loopen. Is het
opstel toch goed geworden? „Boomklim
mer". Zul je in 't vervolg wat eerder aan
het briefje beginnen? Nu zag het er niet
erg netjes uit.
Serooskerke. „Parker". Nu je
Oom bent geworden, gefeliciteerd hoort
Denk je er aan den naam onder je brief
te zetten, anders zet ik er nog een ver
keerde boven. „Tom". En hoe is het af-
geloopen met Pinkster, ben je 's middags
nog uitgeweest? Het derde prijsraadsel
kun je over 14 dagen wei sturen.
Nieuwdorp. „Juffertje". Ik ben blij
te hooren, dat je weer beter bent. Wat
zal het op school rustig zijn geweest, nu
er zooveel kinderen niet waren, breis
tertje". Ben je nog mee geweest naar B.?
Ik hoop het voor je, want zooiets is een
echte feestvergadering. Ga je alweer naar
school?
V e e r e. .Roosje". Eigenlijk schreef je
een week te vroeg, maar heb je
het prijsraadsel van verleden week toch
nog bewaard? Stuur het dan maar over
14 dagen. „Margriet". Wat de raadsels
betreft, geldt voor jou hetzelfde als voor
Roosje. Ja, de margrieten staan nu volop
in bloei. Heb je er ook klaprozen bij?
Hier volgen de raadsels.
I. Voor de grooteren.
Het geheel bestaat uit 48 letters.
In Indië waait de 5. 5. 43. 26. en w.
1. 43. 31. 22. 5. 12. 43. 5. 20.
Men mag geen dieren 18. 23. 4. 7. 42.
28 35. 3.
Met de 37. 2. 44. 29. 41. 8. 37. 45. 19.
47. 21. moet je schrijven.
Een 10. 24. 27. 4. is twee.
Een 48. 38. 14 36. is een vogel.
Een 11. 17. 30. 4. is een sappige vrucht.
Eén vliegtuig maakt een 13. 33. 47. 16.
39. 15. 32.
25. 9. 13. 34. 30. 37. 8. 3. zijn jonge
dieren.
6. 46. 3. 40. 12. is een familielid.
Ingezonden door „Snatertje".
2. Voor de kleineren.
Het geheel bestaat uit 15 letters.
Een 12. 7. 10. is een weg en een dier.
Een 15. 8. 6. brengt tot stilstand.
9. 11. 13. is vlug,
Een 1. 2. 8. 10, is een vlek,
Een 13. 4. 5, is een spijker.
Een 2. 14. 1. moet gedicht.
Allen hartelijk gegxoet van
TANTE DOLLIE,
DE TWEELING VAN HET BOSCHHUIS
X.
Een poosje zaten ze nog bij elkaar,
terwijl het buiten al donker begon te
worden; ook in de kamer, waar de voor
werpen nog maar flauw waren te onder
scheiden, vulde de schemering het vertrek.
Buiten gleden nog geregeld de fietsers
voorbij, die met den mooien zomeravond
nog een tochtje maakten; nu met de
vele pensiongasten was het heel wat
drukker in het dorp dan gewoonlijk.
„Zijn er al veel kampen?" vroeg tante,
nadat er een troep padvinders voorbij
was getrokken.
„O ja", vertelde Hen, „we hebben er
al verscheidene gezien. Van de week
waren ze de loodsen ook al aan het
schoonmaken, die gaan ook al gauw open.
Er komen jongens van Knapenvereenigin-
gen in, ze blijven er 10 dagen."
Dat is heerlijk voor die kinderen, het
zullen wel stadsjongetjes zijn, die heb
ben wel buitenlucht noodig en de lucht
is hier zoo gezond."
Nu stond Hen vlug op, want hij wist
wel als tante over de gezonde dennen
lucht begon was ze niet zoo gauw uitge
praat, en 't werd al later ook.
Tante drukte hem nog op het hart
goed op Iki te passen enwacht eens,
ze dribbelde weer de lange gang door, om
even later met een boodsohappentasch te
rug te komen die heelemaal bol stond van
de pruimen, kleine geeltjes, daar zouden
de kinderen ook wel van houden. Ja, dat
dacht Hen ook wel en hij nam ze wat
graag mee naax huis.
Wie moet uit logeeren?
„Hij heeft gewonnen, gewonnen de zil
ver vlohohohoheil brrl Wie doet
dat?!"
Hen en Dik broederlijk aan het aardap
pelen schillen waren opgesprongen, hun
gezicht en handen druipend van het wa
ter; in de groote emmer waarin nog maar
een paar aardappeltjes lagen, was met
een plons de voetbal terecht gekomen,
beiden kletsnat spattend
Toen kwam het lachende gezicht van
Boudewijn tusschen de struiken te voor
schijn: „was dat geen lekker opfris-
sehertje!" hij had er echt plezier van de
bal zoo goed te hebben gemikt.
„Wacht maar jongetje, dat zal ik je
nog wel eens betaald zetten" dreigde Hen
hem, z'n gezicht een beetje afdrogend.
Dik zei niets. Vervelend dat Boudewijn
nu zag dat zij zulke werkjes moesten
doen, dat zou hij vast wel raar vinden.
Maar Hen had de bal naax Boudewijn's
hoofd gegooid, die hem netjes weer te
rugkopte.
„Zal ik jullie nu eens helpen?" vlak
naast de emmer viel Boudewijn in het
gras neer.
Twee verbaasde oogen van Dik zagen
hem aan. „Ken jij dat"?
„Best hoor" zei Hen die z'n mes al
gegrepen had, en tot Dik's groote verwon
dering schilde Boudewijn net zoo handig
of hij het iederen dag deed.
„Waar ik dat geleerd heb?" antwoord
de hij op Dik's vraag. „Nou jo, ik ben
een paar keer wezen kampeeren, en dan
moesten we het ook altijd zelf doen.
„Heb je het nog aan je tante verteld
van de paling?" de heele geschiedenis
was Hen ineens weer te binnen gescho
ten.
„Nee natuurlijk niet", maar ze hebben
je nog wel erg geprezen, vooral tante Her
mine vond je zoo'n lieve dappere jongen."
Alle drie schaterden het uit, en ook
Dik was wat meer op z'n gemak toen hij
merkte dat Boudewijn het schillen niets
erg vond.
„Wat minder praten", klonk plots een
stem boven uit bet raam; allen keken op
en zagen het vroolijk lachende gezicht
van Han die juist een stofdoek uitklopte.
„Ga je mee?" riep Hen haar toe", we
zijn direct klaar en dan gaan we het
bosch in."
„Ja dat 's goed", daar had Han wel
zin in, maar toen bedacht zij zich. „Nee
'k doe het toch maar niet, gaan jullie
maar met z'n drieën."
Vanavond zou moeder immers thuiskom
men, en nu had Han zich voorgenomen
Jannie eens flink te helpen, want alles
moest er natuurlijk extra netjes uit
zien.
En dat was ook zoo, toen 's avonds al
les klaar stond om moeder te ontvangen.
Iki die weer heelemaal opgeknapt was,
zat met een schoon jurkje aan te spelen,
de tafel stond gedekt en Jannie inspec
teerde nog eens of alles nu werkelijk in
orde was. Wel een half uur te vroeg was
vader met Dik en Han naar het station
gegaan, Hen was later op de fiets ge
volgd; wat zou moeder wel zeggen als ze
hem daar met de fiets zag staan? Hij kon
nu meteen de koffer meenemen.
Allen waren even blij dat moeder weer
terug kwam, want zonder moeder, nee dat
was toch eigenijk niets gedaan.
Toch, ondanks de fiets, schoot Hen niet
erg op, hij was wat later weggegaan dan
de anderen en had toen niet de kortste
weg genomen, en daar bij den overweg
gingen net voor z'n neus de boomen dicht,
daar nog op flinken afstand langzaam
een goederentrein kwam aandenderen.
(Wordt vervolgd.)