Het Vrouwenhoekje Dammen Voor de jeugd. Nog geen 3 Cetlt per dag kost een abonnement op „De Zeeuw" Abonnementsprijs p. kwartaal f 2.50 Weekabonnementenf 0.20 laataten ontkenden dan ook de op de lijs tten voorkomende handteekeningen. Verd. zegt zich niet bewust te zijn zich aan oneerlijke feiten te hebben schuldig gemaakt. Zij ontkent dit ten stelligste en is van meening, dat die bijt anderen moet worden gezocht, die haar onkundig lie ten van de veranderingen onder het per soneel. 'De Officier van Justitie requisitoir ne mende zegt, dat deze zaak geen gemak kelijke is. Het gaat hier om een bedrag van fra 150.000, doch er is bovendien nog veel meer gebeurd. Verdachte heeft altijd volgehouden volmaakt onschuldig te zijn, maar het is wel opmerkelijk, dat zij den- zelfden morgen, dat de fraude ontdekt werd vliegens vlug de grens is overge gaan. De Officier van Justitie acht het vier maal plegen van valschhei'd in geschrifte bewezen. Ook de ten-laste gelegde verduis tering acht hij bewezen. De Officier van Justitie eisoht een 'gevangenisstraf van anderhalf jaar. De verdediger van verdachte, Mr. Kui pers, zegt dat zijn taak hier evenmin ge makkelijk is. Ook de Rechtbank zal het moeilijk vallen, daarin vonnis te wijzen. Geen sprake acht de verdediger hier van vaisc'hheid in geschrifte en oplichting. Loonlijsten vallen n.'l. niet onder die ge schriften, 'die tot bewijs moeten dienen van eenig feit en daarom kan daaraan geen bewijskracht worden toegekend. Wat de verduistering betreft is -het de vraag of zij zich de gelden heeft toegeëigend. Volgens pleiter is daarvan niets bewezen. Pleiter verzoekt daarom de Rechtbank verdachte vrij te spreken en haar uit het voorarrest waarin -zij reeds 3 maanden verblijft, te ontslaan. Dit laatste wordt door de Rechtbank geweigerd en zij bepaalt de uitspraak op 3 JuM a.s. Diefstal van confectiegoederen. P. C., 19 jaar, koopman te Middel burg, had zich te verantwoorden wegens diefstal van jongenspakjes, jongensbroek jes, enz. in de maanden Augustus en Sep tember 1934 ten nadeele van de Zeeuw- sc'he confectiefabriek te Middelburg. Verdachte erkende de hem ten laste gelegde feiten te hebben gepleegd. De Of ficier van Justitie eisChte tegen verdach te die reeds meerdere malen is eroor- .eeld, een maand 'gevangenisstraf. L. J. D., 31 jaar, molenaar te Nieuwer- kerk, was in hooger beroep gekomen te en ei vonnis van den Kantonrechter te Zierikzee, waarbij hij wegens het niet bijhouden van zijn register betreffende aankoop, verkoop en verwerking van tarwebloem, werd veroordeeld tot een geldboete van f 500 of 2 maanden hech tenis. EisCh: bevestiging van het vonnis waarvan hooger beroep. Mr de Croo bepleitte vrijspraak subs, een lichte straf. F. de K., 70 jaar, landbouwer te Hulst, verdacht dat hij op 14 :Mei 1.1, te Hulst, .door opzettelijk met een riek in de han den en de punten daarvan gericht op de borst van J. A. Haulez op genoemde H. toe te loop en, hem daarbij toevoegende: van mijn grond of ik steek de riek door je dheeft bedreigd met doodslag, al thans met zware mishandeling De Offi cier -van Justitie eischte een geldboete van f20 of 10 d. Het ongeluk met den dieseltrein te Amsterdam. De treinbestuurder bij de Ned. Spoor wegen J. W. C. L., 'die terecht had ge staan terzake, dat het aan zijn grove schuld te wijten is geweest, dat op 5 Aug. van 'het vorige jaar een door hem be stuurde Dieseltrein bij bet station W.P. in 'botsing is gekomen met een stoomtrein, tengevolge waarvan bet eerste rijtuig van den Diesel aan één 'kant geheel werd opengescheurd -en verscheidene passagiers werden gewond, is door de rechtbank te Amsterdam veroordeeld tot 1 maand hechtenis voorwaardelijk met een proef tijd van 3 jaar en tot 60 gulden 'boete sub. 10 dagen hectenis. Hett O.M. had een maand heohtenis- straf gevorderd. Moeder en dochter. Een medewerkster aan een meisjesblad ontving sedert eenige weken getypte brie ven van een abonneetje, die met een schuilnaam haar brieven onderteekende. (Ter verduidelijking voegen wij er bij, dat de huisgenooten, althans de dochters van de medewerkster, niet wisten, w i e de correspondentie-rubriek verzorgde; dat moeder schrééf, was baar wel bekend, maar wat en waarin bleef tot dusver een geheim.) Met belangstelling nam de schrijfster kennis van wat de jonge abonné haar meedeelde» van haar kleine moeilijkhe den en zorgen, haar verwachtingen en teleurstellingen. Vriendschappelijk en uit voerig beantwoordde zij in de rubriek alle vragen, gaf raad en bemoedigde. De correspondentie werd steeds harte lijker en vertrouwelijker, 't Jonge meisje vertelde, hoe heerlijk zij 'tvond, nu eens echt verstaan te worden. Thuis begreep niemand haar, moeder vooral niet. Die was heel lief en zorgzaam, maar be schouwde een meisje van zeventien nog heelemaal als een bakvisch, wier verdriet en teleurstelling meest van denkbeeldigen aard zijn, waarover men eens lacht en spot, om ze dan te vergeten. Toen de redactrioe weer een briefje van het onbekende vriendinnetje bereikte, ont stelde de moeder: Ze had het pseudo niem laten varen, schreef onder haar eigen naam en zoo bleek, dat de geheele voorgaande briefwisseling was gevoerd tusschen moeder en dochter, zonder dat één van beiden hiervan 't flauwste ver moeden bad. Aan een vreemde schonk haar kind dus 't vertrouwen, dat de moe der niet mocht genieten en deze vroeg zich ernstig af, of ze dit gebrek aan ge meenzaamheid en geloof verdiend had, of ze te kort schoot in geduld, in liefde, in willen begrijpen. We zijn van oordeel, dat dit verhaaltje zóó voor zichzelf spreekt, dat we er geen woord aan toe hebben te voegen. Enkele recepten. Vleeschpannekoek. 1 ons bloem, 3 d.L. melk, 3 eieren, wat peper en zout, IV» afgestreken eetlepel boter. Voor het vulsel: 134 ons vleeschresten, 1 theelepel Maggi's Aroma, een paar lepels overgeble ven jus, wat peper, zout en nootmuskaat, 34 eetlepel gehakte peterselie. Klop voor den pannekoek de eieren met wat peper en zout, roer daarmee de bloem tot een goed beslag en verdun dit door er langzamerhand de melk bij te voegen. Laat in de koekenpan de helft van de boter heet worden, giet er de helft van het beslag in en bak dit op een zacht vuur gaar, zóó, dat de onderkant lichtbruin blijft. Het vuur mag vooral niet te fel zijn, daar anders de koek bruin zou zijn alvorens gaar te wezen. Laat den koek met den ongebakken kant naar boven op een verwarmden schotel glijden, houd hem warm en bak de tweede helft van het beslag op dezelfde wijze. Laat het gehakte of gemalen vleesch met de jus en de kruiden door en door warm worden, roer er de Aroma door, misschien ook wat sago om de massa te binden en ten slotte de peterselie. Leg het warme mengsel op den reeds gebakken pannekoek. Leg er den tweeden koek overheen met den bruinen kant naar bo ven gekeerd. Koude schotel van eieren en tomaten. Bij 4 hard gekookte eieren rekent men 4 middelmatig groote toma ten, 4 koude gekookte aardappelen, 1 eet lepel zeer fijn gehakte peterselie, 4 eet lepels slaolie, IV2 lepel azijn, 1 theelepel Maggi's aroma, peper en zout. Men overgiet de tomaten met kokend water, laat ze een paar minuten staan, neemt er dan het velletje af, snijdt ze in plakjes, bestrooit ze met peper en zout en laat ze een uurtje staan. Ook de aardap pelen snijdt men in gelijke plakjes, be strooit ze met peper en zout, giet er 1 le pel olie over en Vs lepel azijn en laat ze eveneens, toegedekt, een uurtje staan. Intusschen snijdt men de hard gekookte en gepelde eieren in plakjes. Men klopt de overgehouden olie en azijn met peper en zout en peterselie en aroma door elkaar tot een saus. Zijn tomaten en aardappelen voldoende gemarineerd dan schikt men midden in een schotel de aardappelen op een sta peltje, men legt de tomatenplakken kruis gewijze daaroverheen en over de heele lengte en breedte van den schotel. In de 4 vakjes welke bierdoor ontstaan, schikt men de plakjes ei en tot slot besprenkelt men alLa met de saus. Duitsche biefstuk. 1 pond in stukken gesneden rauw mager rund- vleesch maalt men eenige keeren tezamen met een stukje niervet ter grootte van een ei door de vleeschmachine. Van dit ge hakt vormt men vier ronde, vingerdikke biefstukken, die men kruisgewijze met een mes inkerft. In plaats van niervet kan men vier eetlepels koud water door het ge malen vleesch mengen, waardoor de bief stukjes evengoed sappig blijven. Nu laat men in de koekepan 2 lepels boter (of half vet, half boter) bruin worden, legt de biefstukjes er in en bakt ze op een beet vuur 2 a 3 min. aan eiken kant, ze met de heete boter bedruipend als ze omge keerd zijn. De pan wordt nu opzij gescho ven en eerst nu bestrooit men de bief stukjes lichtelijk met zout en peper. Men laat ze nog even nabraden, totdat ze, als men er even op drukt, niet meer indeu ken. Intusschen heeft men twee of drie uien in dunne schijven gesneden, die men in een klein pannetje met half boter, half vet goudbruin bakt. Ze mogen vooral niet te donker worden. De uien, 'die onder het bakken gemakkelijk in ringen te verdee- len zijn, legt men op de biefstukjes, die op een warme schaal geserveerd worden. Een vullgeworden vacht. Hoe een schape-vachtje (als bedek king van een kinderwagen) te reinigen? Indien het een echt schapevelletje be treft, dient de vacht schoongewreven te worden met warme zemelen, warm zand, teli-a of benzine. In het laatste geval op passen er geen vuur of licht in de nafcührid Is. I® net wagenkleedje een imitatievacht. dan kan men het mot het wollen voe- rinkje en al in lauw-warm zeepsop uit- wasschen, in koud water naspoelen en door en door nat in den wind te drogen hangen. Zou men dezelfde methode op een echte vacht toepassen, dan werd de huid, door den invloed van het water, hard en stug. Gelieve alles, deze rubriek betreffende, te adresseeren aan P. Mons, Westerstr. 221, Amsterdam. Probleem 411. Auteur: G. P. v. Boven, Bergen op Zoom. 12 3 4 5 Zwart 10 sch. op: 9, 10, 15, 16, 19, 21/23, 29 en 35. Wit 11 sch. op: 25, 30, 31, 34, 36, 38, 41, 42, 44, 45 en 48. Wit speelt en wint. Oplossingen. Juni-problemen voor 9 Juli in te zenden aan bovenstaand adres. Nagekomen oplossingen. Ontvangen van: S. Blaas, Aagtekerke, J. Almekinders Jr., nrs 404, 405, 407, Oostburg. Jubileumtournooi van D. 0. S. Wit: W. Rustenburg Zwart: A. K. W. Damme. 1. 32—28 18—23 2. 33—29 23X32 3. 37X28 20—25 Deze zet wordt tegenwoordig veel ge speeld. De bedoeling kan zijn wits rechter vleugel (die in deze opening de meeste stukken telt) vast te zetten, doch ook schijf 25 later naar veld 14 in het spel te bren gen. De eenige kans voor wit dezen ruil te beletten ligt in een opdringen naar veld 24, zooals in deze partij ook plaats vindt. 4. 41—37 12—18 5. 46—41 17—21 Nu wit niet met 3126 kan voortzetten en veld 46 reeds is bezet, wordt zwart in staat gesteld een stuk op 20 te plaatsen. Op zichzelf beschouwd is dit echter nog geen bepaald voordeel. 6. 37—31 21—26 7. 41—37 7—12 8. 29—24 19X 30 9. 35 X 24 16—21 Zwart had nu ook 1822 kunnen spe len, wit 28X17, zwart 12X21. Doordat schijf 18 hierdoor verdwijnt, kan zwart later met 1419 aanvallen zonder dat wit den ruil 33X35 na speelt. Doch wit kan schijf 24 ook op een andere wijze verde digen. 10. 39—33 11—16 11. 4439 1—7 Ook voor 2127 valt nu wel wat te zeggen. 12. 5044 7—11 13. 31—27 14—20 Op 1217 zou wit nu 3731 kunnen spelen, zwart 26X37 en wit 42X31. Zwart 2126 wordt dan met wit 2721 beantwoord. Op zwart 26X37 wit 21X23 kan zwart niet doorloopen naar dam, daar de dam 46 na wit 4741 verdwijnt. In plaats van 3741 kan zwart 1420 spelen, wit 32X41 en zwart 20X18 met gelijk aantal stukken, doch wit staat wat beter. 14. 37—31 "Wit had 3429 moeten spleen. Het wordt dan een moeilijk spel, doch aan den tekstzet zijn grooter gevaren verbon den. 14. 26X37 15. 42X31 20X29 16. 33X24 Beter was 34X23, zwart 18X29 en wit 33X24. Wel komt dan schijf 24 zwak te staan, doch thans verliest wit een stuk. 16. 18—23 Een verrassend offer. 17. 28X19 21—26 18. 27—21 Op 3833 en 33X 22 staan de stukken 22 en 19 zwak, zoodat ook een stuk ver loren gaat. Wit kon niet 3228 en 47 42 of 3832 spelen wegens zwart 914. 18. 26X28 19. 38—33 16X27 20. 33X31 12—18 21. 40—35 9—14 22. 34—30 14X23 23. 47—42 25X34 24. 39X30 23—28 25. 44—39 10—14 26. 45—40 8—12 27. 42—37 11—17 28. 31—27 3—8 29. 30—25 28—33 30. 39X28 17—22 31. 28X17 12X41 32. 36X47 18—22 1823 en daarna 1319 was 33. 40—34 1419 (Wordt vervolgd.) Beste Nichtjes en Neefjes, Voor hen die met de raadsels wat in de war zijn geraakt, vertel ik nog even dat zij deze week niet behoeven te schrijl- ven. Arnemuiden. „Snatertje." Prettig dat je weer een paar punten vooruit bent; waren de andere cijfers ook goed? M'n dank voor het raadsel; ik had er nog geen gemaakt. „Bobby". Hbt is een wijde, hoo- ge vaas, of ook wel een ronde, bolvormige. Deze week ia het raadsel voor jullie niet moeilijk. G a p i n g e. „Sneeuwklokje." Nee van het zwemmen komt nog niet veel, of je moet je niet aan den regen storen. Voor jou had de vacantia maar wat langer moe ten duren. Wemeldinge. „Blondjes." Ik vind het prettig dat jullie zooveel plezier had den. Maar goed dat het roeien 's middags niet door ging; met zoo'n bui was het maar gevaarlijk op het water. K a p e 11 e. „Meidoorn." Wat hebben jullie het getroffen, na al de regen was het Woensdag werkelijk een uitgezochte dag. Er zal wel veel genoten zijn. „Grasklokje." Ik vind het prettig, dat je toch nog ge schreven hebt na zoo'n drukke week. Ja, ik ben daar meer dan eens geweest. De oliebollen van de Vakschool waren werke lijk heerlijk. Krabbendjjke. „Heliotrope." Nee, erg mooi weer om te gaan zwemmen is het nog niet. Ben je toch al een keer geweest? Dat bijbelsche raadsel viel voor de mees ten nog al mee. St Laurens. „Ford." Ja met Pink ster zijii heel wat plannen in het water gevallen, maar jij had daar niet veel last van. Als je groot bent, ga jij! dan de meis jes rijden? „Kernoffel." Jij hebt toch nog ei 1 flinke tocht gemaakt. Hadden jullie inet veel last van den wind, of viel dat wel mee. Ja, kleinere raadsels zijh soms heel wat moeilijker. „Nastertje." De va- cantie heb je goed besteed en je had er ook veel plezier van, geloof ik. Er werden op één dag heel wat bessen getrokken. „Kla verblad". Jammer dat het zooveel heeft geregend; het is nu niet erg gedaan op het land. De raadsels heb je allemaal goed. „Vaders knecht." Ik was al van plan een afscheidsbrief aan je te schrij ven, maar dat hoeft nu gelukkig niet. De volgende keer heb je minder raadsels te sturen, dus ook minder werk. Oudeland e. „Broertje." Wat ben jij1 een galante ridder om zoo goed voor je zusje te zorgen. Het was keurig in orde hoor en ik hoop dat zij' heel gauw beter zal zijn. „Babbelkous." Het viel niet mee in zoo'n stortbui en ik kan begrijpen dat je kletsnat was. Is H. toen ook mee ge weest. „Spring in 't Veld", 't Was in orde hoor met de brief; je bent een flinke meid. Ik vind bet fijn dat je me een foto stuur de. Nee, daar woon ik niet. Goes. „Schrijïstertje." Wat heb jij een prachtige cadeaux gekregen, eigenlijk was het veel te veel voor zoo'n klein meisje. Gelukkig maar dat je nog op tijd kon schuilen. „Rotzeknopje." Fijn hoor dat je zoo genoten hebt, maar er was daar ook zooveel te zien. De Tweede Pinksterdag was niet zoo mooi als de eerste. Nisse. „Fietstertje." Ja met Pinkste ren is het in Goes ook druk geweest. En kan Zus nu al fietsen? Jullie kunt er dan mooi samen op uit gaau. Souburg. „Piet Hein". Met zoo'n mooie fiets ga je liever niet in den regen, dat kan ik begrijpen, maar dan kun je dezen zomer wel blijven loopen. Is het opstel toch goed geworden? „Boomklim mer". Zul je in 't vervolg wat eerder aan het briefje beginnen? Nu zag het er niet erg netjes uit. Serooskerke. „Parker". Nu je Oom bent geworden, gefeliciteerd hoort Denk je er aan den naam onder je brief te zetten, anders zet ik er nog een ver keerde boven. „Tom". En hoe is het af- geloopen met Pinkster, ben je 's middags nog uitgeweest? Het derde prijsraadsel kun je over 14 dagen wei sturen. Nieuwdorp. „Juffertje". Ik ben blij te hooren, dat je weer beter bent. Wat zal het op school rustig zijn geweest, nu er zooveel kinderen niet waren, breis tertje". Ben je nog mee geweest naar B.? Ik hoop het voor je, want zooiets is een echte feestvergadering. Ga je alweer naar school? V e e r e. .Roosje". Eigenlijk schreef je een week te vroeg, maar heb je het prijsraadsel van verleden week toch nog bewaard? Stuur het dan maar over 14 dagen. „Margriet". Wat de raadsels betreft, geldt voor jou hetzelfde als voor Roosje. Ja, de margrieten staan nu volop in bloei. Heb je er ook klaprozen bij? Hier volgen de raadsels. I. Voor de grooteren. Het geheel bestaat uit 48 letters. In Indië waait de 5. 5. 43. 26. en w. 1. 43. 31. 22. 5. 12. 43. 5. 20. Men mag geen dieren 18. 23. 4. 7. 42. 28 35. 3. Met de 37. 2. 44. 29. 41. 8. 37. 45. 19. 47. 21. moet je schrijven. Een 10. 24. 27. 4. is twee. Een 48. 38. 14 36. is een vogel. Een 11. 17. 30. 4. is een sappige vrucht. Eén vliegtuig maakt een 13. 33. 47. 16. 39. 15. 32. 25. 9. 13. 34. 30. 37. 8. 3. zijn jonge dieren. 6. 46. 3. 40. 12. is een familielid. Ingezonden door „Snatertje". 2. Voor de kleineren. Het geheel bestaat uit 15 letters. Een 12. 7. 10. is een weg en een dier. Een 15. 8. 6. brengt tot stilstand. 9. 11. 13. is vlug, Een 1. 2. 8. 10, is een vlek, Een 13. 4. 5, is een spijker. Een 2. 14. 1. moet gedicht. Allen hartelijk gegxoet van TANTE DOLLIE, DE TWEELING VAN HET BOSCHHUIS X. Een poosje zaten ze nog bij elkaar, terwijl het buiten al donker begon te worden; ook in de kamer, waar de voor werpen nog maar flauw waren te onder scheiden, vulde de schemering het vertrek. Buiten gleden nog geregeld de fietsers voorbij, die met den mooien zomeravond nog een tochtje maakten; nu met de vele pensiongasten was het heel wat drukker in het dorp dan gewoonlijk. „Zijn er al veel kampen?" vroeg tante, nadat er een troep padvinders voorbij was getrokken. „O ja", vertelde Hen, „we hebben er al verscheidene gezien. Van de week waren ze de loodsen ook al aan het schoonmaken, die gaan ook al gauw open. Er komen jongens van Knapenvereenigin- gen in, ze blijven er 10 dagen." Dat is heerlijk voor die kinderen, het zullen wel stadsjongetjes zijn, die heb ben wel buitenlucht noodig en de lucht is hier zoo gezond." Nu stond Hen vlug op, want hij wist wel als tante over de gezonde dennen lucht begon was ze niet zoo gauw uitge praat, en 't werd al later ook. Tante drukte hem nog op het hart goed op Iki te passen enwacht eens, ze dribbelde weer de lange gang door, om even later met een boodsohappentasch te rug te komen die heelemaal bol stond van de pruimen, kleine geeltjes, daar zouden de kinderen ook wel van houden. Ja, dat dacht Hen ook wel en hij nam ze wat graag mee naax huis. Wie moet uit logeeren? „Hij heeft gewonnen, gewonnen de zil ver vlohohohoheil brrl Wie doet dat?!" Hen en Dik broederlijk aan het aardap pelen schillen waren opgesprongen, hun gezicht en handen druipend van het wa ter; in de groote emmer waarin nog maar een paar aardappeltjes lagen, was met een plons de voetbal terecht gekomen, beiden kletsnat spattend Toen kwam het lachende gezicht van Boudewijn tusschen de struiken te voor schijn: „was dat geen lekker opfris- sehertje!" hij had er echt plezier van de bal zoo goed te hebben gemikt. „Wacht maar jongetje, dat zal ik je nog wel eens betaald zetten" dreigde Hen hem, z'n gezicht een beetje afdrogend. Dik zei niets. Vervelend dat Boudewijn nu zag dat zij zulke werkjes moesten doen, dat zou hij vast wel raar vinden. Maar Hen had de bal naax Boudewijn's hoofd gegooid, die hem netjes weer te rugkopte. „Zal ik jullie nu eens helpen?" vlak naast de emmer viel Boudewijn in het gras neer. Twee verbaasde oogen van Dik zagen hem aan. „Ken jij dat"? „Best hoor" zei Hen die z'n mes al gegrepen had, en tot Dik's groote verwon dering schilde Boudewijn net zoo handig of hij het iederen dag deed. „Waar ik dat geleerd heb?" antwoord de hij op Dik's vraag. „Nou jo, ik ben een paar keer wezen kampeeren, en dan moesten we het ook altijd zelf doen. „Heb je het nog aan je tante verteld van de paling?" de heele geschiedenis was Hen ineens weer te binnen gescho ten. „Nee natuurlijk niet", maar ze hebben je nog wel erg geprezen, vooral tante Her mine vond je zoo'n lieve dappere jongen." Alle drie schaterden het uit, en ook Dik was wat meer op z'n gemak toen hij merkte dat Boudewijn het schillen niets erg vond. „Wat minder praten", klonk plots een stem boven uit bet raam; allen keken op en zagen het vroolijk lachende gezicht van Han die juist een stofdoek uitklopte. „Ga je mee?" riep Hen haar toe", we zijn direct klaar en dan gaan we het bosch in." „Ja dat 's goed", daar had Han wel zin in, maar toen bedacht zij zich. „Nee 'k doe het toch maar niet, gaan jullie maar met z'n drieën." Vanavond zou moeder immers thuiskom men, en nu had Han zich voorgenomen Jannie eens flink te helpen, want alles moest er natuurlijk extra netjes uit zien. En dat was ook zoo, toen 's avonds al les klaar stond om moeder te ontvangen. Iki die weer heelemaal opgeknapt was, zat met een schoon jurkje aan te spelen, de tafel stond gedekt en Jannie inspec teerde nog eens of alles nu werkelijk in orde was. Wel een half uur te vroeg was vader met Dik en Han naar het station gegaan, Hen was later op de fiets ge volgd; wat zou moeder wel zeggen als ze hem daar met de fiets zag staan? Hij kon nu meteen de koffer meenemen. Allen waren even blij dat moeder weer terug kwam, want zonder moeder, nee dat was toch eigenijk niets gedaan. Toch, ondanks de fiets, schoot Hen niet erg op, hij was wat later weggegaan dan de anderen en had toen niet de kortste weg genomen, en daar bij den overweg gingen net voor z'n neus de boomen dicht, daar nog op flinken afstand langzaam een goederentrein kwam aandenderen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1935 | | pagina 6