OE ZEEDW
TWEEDE BLAD
Johanna Coninghame.
Uit de Provincie
eeds 't nieuw-
ettafels, Kap-
sau's, Werk-
IIËLSE, o. h.
ioordstraat te
prijs ƒ75
BRS. VAN
Orgel- en
ïge Noord-
elburg.
I
die lid wil-
Chr. Zangver.
dir. dhr A.
verwacht op
ag 7 Juni, in
fkade 1, Goes.
DM. EN BE-
OBSE, Zoute-
n zitting den
elke maand,
afé „De Een-
tad strekt:
pek 35 cent
Spek 55
ek 45
50
Middelburg.
25 ct., Krui-
p. K.G. Aller-
n mooi nieuw
o. Schuimpjes
IKKE, Lange-
)urg.
20 ct. p. M.
6 ct. Steelpan
Vaschemmers,
15 M. voor 10
ijzen. L. 'VAN
dstr., M'burg.
ÏTE PIANO
prijs 150,
BRS. VAN
Orgelhan-
raat L 187,
SVROLET SE-
d loopend en
•eservebanden,
DEN BOER,
erke.
ING VAN
!N.
EIiNETTEN,
M2.
Etje Rijwielen,
Ictr. lantaarn,
I van de hand
VTSEN, Span-
over de „Vijf
ie ruime, van
kiene BOVEN-
tl No. 169 A.
ampsinsstraat,
beneden.
Ie koop:
iRHOUDEN
Id.
FONTEINE,
I Krabbendijke.
In mooi Amer,
ld", 3®/b spel,
ien, voor spot-
p, Orgelmaker,
eren straat 21,
IEN,
iber, October.
|OD, Buttinge.
1EKHOND,
reet ongeveer
bij D. Joziasse,
pddelburg.
mil:
ILEURPAARD
ISCHAPEN.
ïbeele, nr 42.
S. TE KOOP,
een in zeer
&ASSEY HAR-
5, Biggekerke.
|ed als nieuwe
Prijs ƒ35.—.
7erk. Quakke-
en.
lin Cultivator,
loomkoker 180
zonder ringen.
|j, Heinkens-
Iraak bij elke
|ings van 26
chotjes, zware
enz. enz.
Jsingel Q 314,
zoekt betrek-
lanufacturen.
[ïappen. Brie-
B., Bureau
BODE
|che Weg D 5,
VAN
DINSDAG 4 JUNI 1935, Nr 206.
VERLAGING VAN DE LOODSGELDEN.
Aanpassing aan de devaluatie van den
franc.
Thans is ingediend het wetsontwerp tot
wijziging der wet van 16 Mei 1934 tot
nadere wijziging van de wet, houdende
bepalingen op den loodsdienst voor zee
schepen.
De toelichting zegt o.m.:
De onlangs plaats gehad hebbende de
valuatie van den Belgischen franc heeft
voor het verkeer over de Nederlandsche
havens, met name van dat over Rotter
dam, welke haven reeds vroeger een zwa-
ren concurrentiestrijd met Antwerpen had
te voeren, zeer ernstige gevolgen.
De lage loodstarieven, welke ten gevol
ge van de depreciatie van den Belgischen
franc voor de Belgische havens gelden,
dragen er medj toe bij:, de positie der
concurreerende Nederlandsche havens te
verslechteren.
Bedroegen de Belgische loodsgelden, in
guldens uitgedrukt, tot voor korten tijd
rond 1/7 van het voor-oorlogsche tarief,
thans zijn zij door de nieuwe devaluatie
tot ongeveer 1/10 gedaald. Hier te lande
is het oude tarief der loodsgelden gehand
haafd tot het bij de wet van 16 Mei 193-1
met 20 pet. is verlaagd. Reeds toen is erop
gewezen, dat de daarin voorgestelde ver
mindering van 20 pet. niet ver genoeg
ging in zoover ze geen voldoende tegen
wicht vormde tegen de verlaging van de
Belgische tarieven. Hoewel de regeering
zulks erkende, meende zij destijds om fi-
nancieele redenen niet verder te kunnen
gaan. Aangezien de ingevoerde tariefsver
laging door de Belgische muntverzwak
king inmiddels geheel is geneutraliseerd,
heeft de regeering gemeend, zich ten aan
zien van deze voor de Nederlandsche ha
vens zoo gewichtige aangelegenheid op
nieuw te moeten beraden.
Onder de tegenwoordige verhoudingen
is het bedrag der loodsgelden ongetwij
feld van niet te onderschatten invloed op
de keuze van de havens.
Ten einde nu de uit dien hoofde op de
Nederlandsche havens drukkende heffing
meer in overeenstemming te brengen met
dezelfde lasten elders, acht de regeering
het noodzakelijk, dat de Nederlandsche
loodstarieven op belangrijk lager peil
worden gebracht. Zij is van meening, dat
onder de gegeven omstandigheden de
mate der vermindering zich moet richten
naar die van de devaluatie van den Bel
gischen franc sinds den oorlog.
De regeering meent, dat het wensche-
lijlk is, aan de Kroon de bevoegdheid te
laten tot wijziging van het percentage der
verlaging, vermits zij: het niet uitgesloten
acht, dat, ten gevolge van de wisselende
omstandigheden wijzigingen in het voor
genomen tarief noodig kunnen worden.
In verband met de bepalingen van het
met België op 12 Mei 1863 gesloten trac-
taat tot afkoop van den Scheldetol, dat de
loodsgelden op de Schelde niet hooger
mogen zijn dan die, welke geheven wor
den op de mondingen van de Maas, zal
de thans bestaande reduotie op het loods
geld voor schepen, varende onder het
loodsbrevet, en bij z.g. 2en call dienen te
vervallen. Hiertegen bestaat te minder
bezwaar, nu door het sterk verlaagde ta
rief de genoten wordende reductie al zeer
gering zou zijn.
Art. 1 van het wetsontwerp luidt:
"Wij behouden ons de bevoegdheid voor,
de loodsgelden, zooals deze zijn vastge
steld in de tarieven litt. B,, C., D. en E.,
behoorende bijt de wet van 20 Aug. 1859
en in tarief litt. A., behoorende bij de wet
van 6 April 1875, nader vast te stellen
op een naar omstandigheden te bepalen
verminderd percentage, met dien ver
stande, dat dit percentage niet daalt bene
den elf.
FEUILLETON
(Vrij naar het Engelsch.)
30) -^o—
Opnieuw maakte de koetsier aanstal
ten, zijn zitplaats te verlaten, doch Clau
de was hem reeds voor en haalde de
schel over met zulk een kracht, dat het
geluid tot in de verre uithoeken van het
eenzame, verlaten buis weerkaatst scheen
te worden.
Een oud en onaanzienlijk mannetje
kwam haastig aansloffen om de deur te
openen en zeide:
„Wel meneer Coninghame, ik zei al,
dat u het zijn moest, die zóó aan de bel
trok. Ge wordt niet verwacht en" met
een hoofdbeweging een deur rechts in de
donkere, sombere vestibule aanduidend
- ,,'t is vandaag niet zoo aangenaam als
wel gewenscht mocht worden."
„Zoo; nu. reken maar met den koetsier
af, Matson."
„Dat zou ik gaarne willen, maar ik zou
het zelfs niet tot vijf shiling kunnen bren
gen; geld is een zeldzaam artikel op Cul
vers meneer."
Claude haalde de schouders op, betast-
Ml NISTER WISSELING IN HET
KABINET.
Indrukken in parlementaire kringen.
Zooals van zelf spreekt, zegt het AI g.
H d h 1., waren de meeningen in parle
mentaire kringen omtrent de ontslag
aanvrage van minister Steenberghe en
de gevolgen daarvan voor den poütiekeu
toestand in het algemeen, zeer verdeeld.
Niettemin was men natuurlijk unaniem
van oordeel, dat het kahinet-Golijn, dat
thans op een uiterst belangrijk punt van
het regeeringsheleid weer homogeen ge
worden is, de handhaving van onzen
gulden met hardnekkigheid zal voortzet
ten. Bet blijkt thans wel zeker, dat de
ontslag-aanvrage van minister Steen
berghe reeds minstens een week tevoren
is geschied. Maar men heeft met de open
baarmaking zorgvuldig gewacht, tot de
naam van degene, die als opvolger mag
worden verwacht, tegelijkertijd kon wor
den genoemd.. Van meer dan één zijde
vernamen wij als meening', dat de nieuw
te benoemen functionaris thans zal heb
ben aan te toonen, wat zijn denkbeelden
omtrent een ver doorgevoerde industriali
satie in de practijk waard zijn. Verder
onderstreept men het feit, dat juist nu
de beslissing reeds eenigen tijd geleden
gevallen is zonneklaar blijkt, dat de re
geering ongeacht wisselende stroomingen,
in Frankrijk en Zwitserland, aan do
handhaving van onze muntpariteit heeft
vastgehouden en verder wil vasthouden.
Van verschillende zijden hoorden wij
als overtuiging, dat minister Steenberghe
door het nemen van zijn besluit als man
van eer heeft gehandeld en het zijne tot
de zuiverheid van onze politieke zeden
heeft bijgedragen. Van één kant daarente
gen hoorden wij de opinie verkondigen,
dat men voor een zich blijven scharen
achter de vaan van den minister-presi
dent ondanks bet persoonlijke minis
terieels meemngsverschil omtrent de de
valuatie meer respect zou hebben ge
had. Toch nam men daar aan, dat de
minister zich bij het toetreden tot het
Kabinet niet in die mate op het mone
taire vraagstuk zou hebben vastgelegd,
dat hij er thans niet op terug mocht
komen.
Van groot belang achtte men de vraag,
of de ontslag-aanvrage met medeweten
van de R.K. Staatspartij was geschied.
Zeker is, dat in die partij na de indie
ning van het bezuinigingsplan tegenge
stelde meeningen omtrent devaluatie of
handhaving onzer munteenheid zich heb
ben geaccentueerd. Misschien is de ver
onderstelling dan ook niet te bout, dal
na het indienen van het eerste ontwerp
betreffende de verlaging van de vaste
lasten, waarop naar verluidt nog
twee andere ontwerpen moeten volgen,
het verschil van meening tusschen minisu
ter Steenberghe en de andere leden van
het kabinet zich scherper heeft geopen
baard. Ook werd er den nadruk op ge
legd, dat prof. Gelissen, die zich tevo
ren niet altijd als overtuigd anti-deva-
luïst getoond heeft, zich blijkbaar thans
ook op het standpunt stelt, dat onze
munteenheid gehandhaafd moet worden.
In parlementaire kringen wacht men
thans meer dan ooit met groote belang
stelling op de memorie kan antwoord
van de regeering op het bezuinigingsi-
ontwerp. Naar verluidt, zal het voorloo-
pig verslag van de Tweede Kamer op dit
ontwerp op zijn hoogst tegen het einde
van deze week tegemoet worden gezien.
HET C. N. V. EN HET BEZUINIGINGS-
ONTWERP.
In het gebouw van C. S. B. te Utrecht
werd Vrijdag 31 Mei een algemeene be
stuursvergadering van het C. N. V. gehou
den met introductie voor leden van de
hoofdbesturen der bij het C. N. V. aan
gesloten organisaties, ter bespreking van
het bezuinigingsontwerp der Regeering.
Na opening der vergadering door den
voorzitter van het C. N. V., den heer
Kruithof, hield een der secretarissen, de
heer A. Stapelkamp, een referaat over
genoemd ontwerp.
Na breede bespreking werd een reso
lutie aangenomen, waarin het C. N. V.
overwegende, dat het brengen van
evenwicht tusschen inkomsten en uit
gaven van den Staat, volstrekt noodzake
lijk is; en
erkennende, dat, ter bereiking daarvan
gelet op den toestand van 's Rijks
te het klein-geld in mijn vestjeszak en
wierp den ouden knecht een halve sou-
verein toe, waarna hij zich omwendde
en op de bewuste deur toeliep, die door
een dik en zwaar pluche gordijn was af
gesloten.
Claude scheen den weg uitstekend te
kennen; hij lichtte het gordijn een weinig
op, opende de deur, en maakte aanstalte
een tweede gordijn op zijde te schuiven,
zoo mogelijk nog zwaarder en degelijker
dan het eerste; doch het was toch niet
dik genoeg, om een scherpe en ongedul
dige stem te beletten, zijn oor te bereiken
met de woorden: „Dóe die deur dicht!
Wie is daar? Ge zult me nog in 't graf
helpen met die tocht! O, ben jij het?"
luidde de begroeting tot den jongen lord,
toen deze verder in het vertrek kwam,
dat door een staanlamp en een hoog
vuur, dat het er veel te warm maakte,
werd verlicht:
„Ja vader; en hoe gaat het alles
wel?"
„Alles wel! En dat vraag je nog hiei,
waar alles verkeerd gaat?"
Doch Claude had zijn vader den rug
toegedraaid op weg naar den armstoel,
waar eens zijin moeder gezeten had en van
waar ze hem zoo dikwijls verwelkomd had
met haar welluidende stem de eenige
opwekkende noot in zijn jonge leven,
financiën beperking ook van de staats
uitgaven noodzakelijk is:
betreurt, dat niet gelijktijdig met het
„Wetsontwerp tot verlaging van de open
bare uitgaven" bij de Tweede Kamer der
Staten-Generaal is ingediend een wets
ontwerp tot verlaging der vaste lasten
en tot het tegengaan van cumulatie van
salarissen en pensioenen, waardoor een
beter inzicht kan worden verkregen in
het complex van maatregelen, die de
Regeering noodig acht om het budgetair
evenwicht te bereiken;
van meening, dat onder erkenning, dat
eerstgenoemd wetsontwerp getuigenis af
legt van den wenBch der Regeering om
bij de noodzakelijke inkrimping van uit
gaven zooveel mogelijk vitale volksbelan
gen te ontzien, er toch tegen verschil
lende hierin opgenomen voorstellen wel
zeer ernstige bedenkingen bestaan;
dat, ten aanzien van de voorgenomen
verlaging van de salarissen van het per
soneel in 's Rijks dienst, verwacht mag
worden, dat de Regeering ernstig reke
ning zal houden met de belangrijke offers
door dit personeel in verschillenden vorm
reeds eerder gebracht en den moeilijken
toestand waarin de laagst bezoldigden
verkeeren;
dat vertrouwd wordt, dat bij het over
wegen van een herziening der pensioenen,
de Regeering een zelfde standpunt zal
innemen en zal trachten met de Centrale
Commissie voor georganiseerd overleg
zoowel over de herziening der salarissen
als die der pensioenen tot overeenstem
ming te komen;
dat echter ernstig bezwaar bestaat tegen
het voornemen om een gedeelte van het
Overheidspersoneel, dat thans onder de
Pensioenwet 1922 valt, daaruit te verwij
deren;
dat de voorgestelde maatregel om bij
het lager onderwijs het stelsel van kwee-
keling met acte in te voeren onjuist is
te achten en dat wanneer op geen
andere wijze, b.v. door grootere besparing
op het middelbaar-, voorbereidend hoo
ger- en hooger onderwijs, de noodzake
lijke bezuiniging kan worden verkregen
de voorkeur gegeven moet worden aan
eenige verlaging der aanvangssalarissen;
dat het vertrouwt, dat het voorstel om
de uitkeeringen krachtens de Ziekte- en
Ongevallenwet te verminderen, zal wor
den teruggenomen, resp. niet aanvaard,
omdat de regeling dezer aangelegenheid
in dit wetsontwerp niet thuis behoort en
ook overigens de noodzaak van deze ver
laging niet wordt erkend, aangezien de
lasten, die de uitvoering der Ziekte- en
Ongevallenwet met zich brengen voor
zoover zij niet door de arbeiders zelf wor
den gedragen onderdeel uitmaken
van de loon- en arbeidsvoorwaarden en
daarmede ook gerekend wordt bij de
vaststelling daarvan;
dat ook met leedwezen kennis is ge
nomen van de voorstellen ten aanzien
van de Invaliditeits- en Ouderdomswet,
wijl deze voorstellen den grondslag waar
op deze wetten rusten in ernstige mate
aantasten en daarom reeds verwerpelijk
zijn;
dat het van meening blijft, dat de Rijks
overheid haar wettelijke verplichtingen
tegenover de Invaliditeits- en Ouderdoms
wet heeft na te komen, zoo noodig met
limiteering in de bijdragen voor de ad
ministratiekosten der fondsen en verdee
ling der annuïteiten over een langere
periode en daarnaast verwacht, dat de
Regeering het bedrijfsleven krachtig zal
blijven steunen ook door verlaging der
vaste lasten.
Afdeeling Zeeland van de Vereeniging
van Nederlandsche Gemeenten.
Zooals wij gisteren meldden hield
bovengenoemde afdeeling gisteren haar
algemeene vergadering, onder voorzitter
schap van den heer M. Fernhout, burge
meester van Middelburg.
De Commissaris der Koningin zond be
richt alleen des middags aanwezig te
kunnen zijn.
Ter elfder ure was nog bericht inge
komen van verhindering van den direc
teur der vereen, van Ned. Gemeenten,
den heer Jonker. Dit speet den voorzitter
ten zeerste.
Spr. ging na wat het ontwerp der be-
zuinigingswet voor invloed zal hebben
waarin het leed reeds zoo'n ruime plaats
scheen te hebben ingenomen. Bij zette
zich neer tegenover zijn vader, vouwde de
handen achter het hoofd en staarde in
het vuur.
„Nu, zeg eens wat erg mededeelzaam
ben je niet. Heb je haar gezien?"
„Ja, ik ben naar Minsterholme geweest
en heb haar gezien, een donker, leelijk
schepseltje van vijftien jaar."
„Hm! Dat zal met de jaren wel beter
worden, Claude. Doch, hoe het ook zij,
je zal haar moeten nemen voor hetgeen
ze is met haar vijfduizend per jaar en het
goed. Wat is het voot een buiten?"
„Wel een klein beetje welvarender dan
dit", antwoordde Claude sarcastisch.
„Veel toosch, en een geriefelijk huis om
te wonen."
„Mooi! En heb je ook dien kwakzalver
ontmoet, dien lammen dokter, met zijn
nest kinderen, die hij wel dresseeren zal
om jou uit je rechten te stooten?"
„Malligheid! Ik heb geen rechten. Wat
had ik te beteëkenen voor Lady Beau-
clerc? En wat de dokter aangaat, ik mag
hem wel; hij heeft een innemend gezicht
en een paar oogen in zijn hoofd, die hij
voor niemand neerslaat. Ik zeg dit geheel
van het standpunt van onbelanghebbende,
want mij keerde hij spoedig en onbewim
peld genoeg den rug toe, en de uitnoodi-
voor de gemeenten. Al bestaat er over
de wijze van uitvoering van vele maat
regelen nog groote onzekerheid, allen
zullen het toch eens zijn in den hart-
grondigen wensch, dat de wegen, die be
treden worden, immers met de oprechte
bedoeling, erger te voorkomen, ondor
Gods zegen zullen mogen leiden tot be
houd van de rechte functioneering van
ons staatsbestel en van het daarmede zoo
nauw samenhangend gemeentelijk bestel.
Het jaarverslag werd goedgekeurd,
evenals de rekening over 1934.
Tot bestuurslid werd herkozen de heer
Mr A. J. van der Hoeven, burgemeester
van Tholen.
De heer Mr Dr Mes deed nu mede-
deelingen over het stichten van een
destructor voor afgekeurd vleesch, en
deed uitkomen, dat de kosten nog hooger
zouden worden dan verleden jaar was
geraamd. Daarbij komt, dat Ged. Staten
vervoer van de auto's met het vleesch
onderweg naar een destructor niet gratis
wilden doen plaats hebben op de booten
van den Prov. Stoombootdienst.
Ook het inschakelen van een destruc-
torinstallatio te Overschle zal op groote
uitgaven komen.
Toch blijft bij de wet bepaald, dat. in
1936 alom een destructie-inrichting zal
zijn, en wat er verder zal gebeuren als
men dan in Zeeland nog niet gereed is,
kan spr. niet beantwoorden.
De voorzitter ziet weinig kans op
uitstel van invoering van een destructor,
omdat overal elders reeds deze zaak ia
geregeld. Op den duur zal de straf zijn
een massa-ontslag der burgemeesters.
(Hilariteit.)
Rondvraag. De heer Van Dub-
s e 1 d o r p, burgemeester van Goes, vroeg
of de vereeniging het goed kan vinden,
wat Goes gedaan heeft om te trachten
den Keuringsdienst van Waren te be
houden. Het is spr. bekend, dat men op
heffing zeer zou betreuren.
Goes heeft zich gericht tot het bureau
van de vereeniging, ora te trachten een
dienst in een anderen vorm te behouden.
Het gaat om het doen betalen door de
belanghebbende fabrikanten, grossiers,
handelaren enz. of wel om aandrang van
die zijde op de regeering.
De heer Strick van Linscho-
ten, burgemeester van Krabbendijke,
meent, dat de keuring heel wat gemakke
lijker is in te richten door de vele ver
pakte artikelen. Daardoor kan de keu
ringsdienst z.i. met minder kosten wor
den voortgezet.
De voorzitter meent, dat algeheelo
opheffing zeer veel bezwaren met zich
zal brengen. Het is spr. bekend, hoe goed
het was, dat de keuringsdienst optrad
in een zaak, die zijn waren toch ook ver
pakt ontving, maar waar is opgetreden
en schoon schip gemaakt op een wijze,
die ook de volle instemming van het be
trokken gemeentebestuur heeft.
Spr. stelde voor een advies in den geest
van het gesprokene te zenden aan het
bestuur der vereeniging waarmede de
vergadering zich vereenigde.
Dhr Strick van Linschoten
bepleitte het behoud der schattingscom
missies, die voor de belastingaanslagen
van beteekenis zijn. Men kan ze toch be
houden zonder presentiegeld, wat f20.000
zal besparen.
De heer H u 1 z i n g a, burgemeester
van Terneuzen, achtte het nut der schat
tingscommissies van veel minder betee
kenis dan vroeger.
De heer Jhr Van Teylingen, bur
gemeester van Oostkapeile, wees op de
onvriendelijke wijze waarop da gezond
heidscommissies ontbonden zijn; zonder
eenig bericht, zonder eenige dankbetui
ging, en verwacht voor de schattingscom
missies niet veel beter.
De heer H u i z i n g a herinnerde aan
het jubileum van burgemeester Fernhout
en wenschte hem daarmede nog van harte
geluk.
De heer Fernhout bracht dank
voor de mooie bloemenhulde hem namens
de afdeeling op 3 Mei gebracht. Spr. ver
zekerde zich reeds geheel Zeeuw te voe
len en vooral inwoner vair Walcheren.
Hierna werd gepauzeerd.
Middagvergadering,
Des middags te 2 uur werd de ver
gadering voortgezet. De voorzitter
kon thans ook welkom heeten den Com
missaris der Koningin en den spreker,
Ir C. van Traa, secretaris van het In
ging van tante Isabel wees hij nog scher
per van de hand."
„D'e idioot, maar het zal hem nog wel
eens herouwen; en die gluiperige rechts
geleerde is al even erg. 't Is een stelletje
avonturiers; maar luister nu Claude, de
eenigste kans, die je nog openstaat is
een huwelijk met het meisje. Ik zit er
dieper in dan ooit; geld, om je naar Ox
ford te zenden, is er niet. Zelfs je school
geld is niet eens betaald het laatste jaar,
je zult dus voor een paar jaar je eigen
fortuin zoo'n beetje moeten zoeken, en
wie weet, is jou hand wat gelukkiger,
dan die van je vader destijds."
Ik ben niet van plan om te spelen, of
met paarden te gaan gokken, als u dat
bedoelt", zeide Claude fier, terwijl bij
zich oprichtte en zijn handen resoluut
tot vuisten balde. „Én het is ook mijn
plan niet, om een paar jaar maar wat
rond te hangen, ik zal werken."
„Wat zal het zijn, ketellapper of steen-
sjouwer"? vroeg zijn vader smalend.
„Geen van beide; ofschoon beide baan
tjes nog beter zijn dan oneer en schande.
Ik ga werken; meneer Brandon heeft me
beloofd me te helpen en ik zou wel eens
willen weten, waarom ik niet vooruit zou
kunnen komen."
„Vooruit komen! Je bent wel een knap- 1
pe erfgenaam voor den fraaian titel, die
stituut Stad en Landschap in Zuid-Hol
land, die gekomen was op aanraden van
Ir Witteveen uit Rotterdam, die door een
ernstige ziekte verhinderd was aan zijn
toezegging gevolg te geven.
IrvanTraas sprak over de beteeke
nis van uitbreidingsplannen, streekplan
nen, lintbebouwing en schoonheidscom
missies.
Een uitbreidingsplan moet regelend lei
den en leidend regelen en mag niet te
groot zijn,
Het stelsel van eigen bouw maakte
een begin aan de lintbebouwing, maar
de speculatiebouw is tenslotte voor eigen
portemonnaie en daarom moet men aan
dien bouw paal en perk stellen.
Bij lintbebouwing komt het gevaar,
dat de weg te nauw zal worden.
Juist voor den eigen bouwer is toezicht
en advies noodig.
Hoe weinig soms gemeentebesturen van
al deze dingen op de hoogte zijn, be
wees een burgemeester, die aan spr,
vroeg of lintbobouwing iets te maken
heeft met een lint. Lintbebouwing 1b las
tig voor het verkeer, en voor den weg
gebruiker. Spr. kont een geval, dat aan
een weg op 9 X.M. afstand zes scholen
staan. Ook bijv. waterleiding, bewaking,
brandweer zijn duur op die manior. Men
komt dan tot vragen als waar de kerk,
waar de school moet staan en men mist
de gewonachte saamhoorigheid. Ook om
dit tegen ta gaan is een uitbreidingsplan
gewenscht.
Voor hot geheele aanzien van den
stedenbouw, maar ook o.a. voor het plaat
sen van de woningen in verband met hel
binnendringen van de zon, is voorlich
ting van deskundigen zeer gewenscht.
Het is bij de uitbreiding niet altijd
mogelijk met de gemeentegrens te reke
nen en dan verdienen streekplannen de
voorkeur, waarvan spr. enkele voorbeel
den uit de praktijk naar voren brengt.
Spr. verwacht inzake den woningbouw
in de toekomst niet veel verbetering,
maar men moet waken tegen verdere
afbraak, daarbij gesteund door de pro
vinciale welstandscommissies.
In kleine gemeenten is het vormen van
schoonheidscomm. dikwijls zeer lastig.
Van de gelegenheid om met den in
leider van gedachten te wisselen, maakte
gebruik de heer Bisschop, die meen
de, dat er t.och wel verschillende soorten
van lintbebouwing zijn. Naast die van
aaneengeEÏóteri blokken woningen, zijn
ook de op eenigen afstand van elkaar
staande buitenhuisjes mogelijk. Spr.
vraagt of dit laatste toch wel zoo is af
te keuren.
Spr. juicht schoonheidscommissies zeer
toe, maar de bond Heemschut heeft meer
malen ook in spr.'s woonplaats goede
adviezen gegeven.
Spr. vraagt ook hoe do inleider denkt
over toepassing van het systeem van
gebroken kappen om meer plaats in de
woningen te krijgen en het aanwenden
van valsche gevels.
De heer Van Voorthuijsen wees
op de heerschende, verkeerde opvatting,
dat mooie, aesthetische bouw ook duur
moet zijn.
De heer Ir van Traa wees er op,
dat men toch nimmer zekerheid zal krij
gen, dat men bebouwing krijgt zooals
men wil, en dat men niet vergeten mag,
dat er allerlei wegen zijn, die voor be
bouwing absoluut ongeschikt zijn.
Het bouwen met een gebroken kap
hangt gewoonlijk af van de vraag of het
voordeeliger is of niet.
Spr. waardeert het werk van Heem
schut ten volle, maar die vereeniging
kan toch nimmer zoo goed met de plaat
selijke omstandigheden op de hoogte zijn
als de Zeeuwsche commissie.
De Commissaris der Konin-
g i n bracht dank voor do welkomstwoor
den en de uitnoodiging. Spr. zeide tot
zijn spijt dos morgens verhinderd te zijn
geweest door een conferentie van Ged.
Staten met de directie van „De Schelde"
te Vlissingen. De vergadering van heden
middag trok hem zeer aan, omdat het
ging over zulk een belangwekkend onder
werp.
Groote gemeenten hebben een uitbrei
dingsplan en ook enkele kleinere, zoo
als Haamstede, Renesse cn Burgh, Koude-
korke en Biggekerke, maar waarom vol
gen gemeenten als Oostkapeile en Vrouwe-
polder, waar het toch ook van groot be
lang is, niet? Spr. wijst er op, dat de
kuststreek van Westelijk Z.-Vlaanderen
je wacht. Een titel inderdaad! Met leege
kasten en kelders en schulden en el
lende 1"
Claude deed geen poging zijn vader in
de rede te vallen. Hij wist te goed, dat
als hij in dergelijke stemming was, waar
in bijtend sarcasme en de bitterheid van
een mislukt leven zijn gemoed verkilden,
zwijgen het beste was. Hij' leerde reeds
van zijn zachte, geduldige moeder, hoe
men die uitbarstingen van zijn vader
moest bejegenen; en bij zoo'n oogenblik
was het hem steeds, of hij haar stem
hoorde. Zelfs nu scheen ze hem voortdu
rend in te fluisteren; „Geduld, mijn zoon,
geduld komt alles te boven," En inder
daad, zij had er wel behoefte aan gehad
in haar leven. Sedert den dag, dat haar
echtgenoot, vrij onverwacht den vorigen
eigenaar van Beauclerc in diens rechten
en titel was opgevolgd, ha.dden slechte
gewoonten haar intrede gedaan; en ver
kwisting en spel hadden in enkele jaren
de toch reeds verminderde inkomsten van
het goed geheel opgeslokt. Bet was een
droeve omgeving geweest, waarin Claude
was opgegroeid slechts verlicht door de
heilige geloofsovertuiging van zijn moe
der en haar voorbeeld was haar zoon tot
redding geworden.
(Wordt vervolgd.)